ömilb' öchücncri UIT DE OMSTREKEN RAADSVERGADERING INGEZONDEN HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 4 DECEMBER 1929 VELSEN. behandeling van de gemeente- begrooting. Dinsdagmorgen, -middag en -avond kwam (je gemeenteraad van Velsen bijeen ter be handeling van de begrootingen der bedrij en en de gemeentebegrooting voor 1930. De heer Schaar begint met de algemeene beschouwingen. Hij herinnert er aan, dat de burgemeester kus gezegd heeft, dat hij de gemeente ais c?n economische eenheid beschouwt. Spre ker merkt daar in de practijk echter heel weinig van. Hij is juist van meening, dat ae door den raad gevolgde politiek ongezond is. Vooral de SJD.A.P. wordt volgens hem niet goed door het college van B. en W. behan deld. Nog altijd mag de SU. A/P. in het park Velserbeek geen meetings houden, wat aan kerkgenootschappen en andere organisaties Y?el is toegestaan. Spreker meent ook, dat B. en W. zich bij benoemingen aan partijdigheid schuldig maken. Een persoon is door den wethouder van Onderwijs tot drie maal toe een aanstelling als onderwijzer beloofd. Maar die aanstelling is er nooit ge komen. Door den wethouder van sociale aan gelegenheden is ook vaak het vrije woord geknot. Omdat iemand in een openbare ver gadering het eens gewaagd heeft, iets in het nadeel van dezen wethouder te zeggen, kan hij hier geen betrekking krijgen. Dergelijke houdingen kunnen volgens spreker toch niet langer getolereerd worden. Spreker is van meening, dat wet houder Schilling zijn haat tegen de mo derne vakbeweging te veel op den voorgrond schuift. Het ontslaan van losse werklieden onderwerpt spreker eveneens aan critiek. Het verdedigen van netelige dingen wordt door B. en W. nogal eens aan wethouder Schilling overgelaten. Dit acht spreker on juist. Bij voorbeeld het debat over het op dragen van drukwerk aan al- of niet-geor- ganiseerde drukkerspatroons moest eigenlijk door den wethouder van Financiën beant woord worden. Maar dit geschiedde door wethouder Schilling. En deze had daar niets m?e te maken; gelukkig heeft hij er geen succes mee gehad. Maar dat is zijn schuld niet! Het geeft den schijn, alsof men „den man" aan werk wil helpen. „Ik heb zinnig heid", zegt spreker, „om een en ander uit geheime vergaderingen te klappen, doch ik zal het maar niet doen Wethouder Tusenius. „Dat heb je an ders al aardig gedaan!" Hierna gaat spreker voort met het cri- tiseeren van het werk van wethouder Schil ling. Deze zit hier nu al twee jaar achter de groene tafel, zegt spreker, maar wat is er terecht gekomen van alle mooie dingen, die deze wethouder aan zijn kiezers beloofd heeft? Hij heeft eens gezegd, dat hij de gas- winst voor sociale zaken noodig heeft. Maar spreker merkt op, dat die winst in de be grooting geliquideerd is; er is tenminste niets van te vinden. Spreker merkt op dat de Wethou der van Onderwijs er tijdig voor had moeten zorgen, dat er bij den Wa tertoren grond beschikbaar was geweest yoor den bouw van een openbare school. „Het laat den wethouder zeker onverschillig, wel ke kinderen er op een school komen; als er maar kinderen komen. Spreker meent ook, dat het hoog tijd wordt, dat er in Velsen tandheelkundige hulp in de scholen komt. Wat het verbeteren van wegen betreft, merkt spreker op, dat de verzorging van het plant soen op het Willemplein door het college te veel verwaarloosd wordt. In andere gemeen ten zijn overal prachtige gazons en bloemen. Nu weet spreker wel, dat men hier veel last van zandverstuivingen heeft, maar er zijn toch nog wel enkele plekjes, die verfraaid kunnen worden. De Groote Hout- of Ko ningsweg eischt ook verbetering, evenals nog eenige andere wegen. De oeververbinding eischt eveneens een spoedige oplossing. Dat zal niet zooveel geld kosten. Spreker is vervolgens van meening, dat de gaswinst verminderd moet worden en dat het politiekorps niet moet worden uitgebreid. Waarvoor is het noodig, vraagt spreker, dat hier altijd twee agenten bij elkaar moe ten loopen. Hij klaagt over den last, dien vele inwonenden hebben van de tiendaag- sche feestelijkheden op het terrein naast de R.-K. kerk. Dat moeten vooral de Roomsch- Katholieken eigenlijk niet. dulden, zegt spre ker. Hij vraagt ook om meer politietoe zicht bij het sluiten van cafés en dansgele genheden ter bevordering van de nacht rust. Spreker bepleit een betere organisa tie van het politiekorps en vraagt den Voor zitter, een commissie te willeri benoemen, die daar een studie van maken kan. Hij meent, dat de wethouder voor sociale aangelegenhe den veel goeds tot stand heeft gebracht, zij het dan ook, dat nog veel goede dingen om een oplossing vragen. Hij geeft wethouder Schilling in overweging, vooraan zooveel mo gelijk overleg te plegen met de vier vak centrales, die in de gemeente Velsen bestaan. De heer Ten Broeke bespreekt de samenstelling van het college van B. en W. Hij meent, dat het mogelijk was geweest een college te kiezen, dat hoofdzakelijk naar rechts georiënteerd was. Maar de anti-revo lutionaire fractie eischte daarvoor van de Christ.-Hist. fractie een offer, dat door laatstgenoemde partij niet gebracht kon wor den. Vruchtbare samenwerking kan zoodoen de niet bereikt worden, omdat er geen be ginsel achter staat. Er is geen aaneengesloten raadsmeerderheid. Toch kan aan het college van B. en W. geen slapheid verweten wor den. De Christ.-Hist. fractie heeft dan ook waardeering voor het werk, dat door dit col lege verricht is. Spreker schetst de taak van den wethouder voor sociale aangelegenheden als een zeer moeilijke. Daarom vindt hij het 200 jammer, dat deze wethouder zoo vaak in de pers en in openbare vergaderingen wordt aangevallen, zoodat de heer Schilling er haast van zelf toe gebracht wordt om ook de groote trom te roeren. Spreker brengt lof aan B. en W. voor het goede oeconomisch beheer; hij laat daarin de ambtenaren dee- len. Er zijn evenwel weer nieuwe eischen bij gekomen, vooral wat de openbare veiligheid betreft. Behalve uitbreiding van het gewone korps moet er ook een zedenpolitie komen. Voor de laatste ligt in deze gemeente vol doende terrein braak. Spreker dringt., wat verbetering van de volkshuisvesting betreft, op wat meer spoed aan, ook wat betreft- ver betering van wegen. Hij is verder van mee- uing dat het vraagstuk der oeververbinding om een spoedige oplossing vraagt. Het zal in het belang van IJmuiden zijn, als daar ter plaatse een landingsplaats voor vliegtuigen komt. IJmuiden is al internationaal, maar dan zal dit nog meer het geval zijn. De los- en laaagelegenheden in IJmuiden en Velsen dringen tot- uitbreiding. Een betere oever verbinding. Namens de Christ.-Hist. raadsfractie stelt hij voor, B. en V/. uit te noodigen alle pogingen in het werk te stallen, om van het Rijk en de provincie een financieele tegemoetkoming- te krijgen voor het oplossen van het vraag stuk der oeververbinding, omdat volgens deze fractie ook deze twee lichamen veel belang hebben bij een betere verbinding tusschen beide oevers. Verder stelt spreker namens zijn fractie voor een subsidie van 500 te verleenen aan de Vereeniging voor de Be roepskeuze en een subsidie van 500 aan de Nazorg voor Zwakzinnigen. De heer D a 1 m eij e r merkt op, dat het ook hem spijt-, dat B. en W. geen toelichting tot de begrooting hebben ingediend. Epreker vraagt hoe het nu staat met de stichting van speelterreinen. Met den heer Schaar is hij het eens, dat er voor alle partijen gelegenheid moet bestaan om meetings in de open lucht te houden. Wat de volkshuisvesting betreft is spreker van meening, dat die geheel moet komen onder het beheer van den wethouder voor sociale aangelegenheden. Hij vraagt aan B. en W. nu eens precies te willen zeggen, hoe het. met de reserves van het gas- en wa terleidingbedrijf staat. De raad kent den fi- nancieelen toestand van die bedrijven niet. De heer Homburg meent, dat onder leiding van burgemeester Rij kens de gemeen telijke zaken goed behartigd zijn. Gemis aan voorlichting van den raad is een klacht, die tegenwoordig echter veel gehoord wordt. On ze tijd vraagt een steeds grooter zorg voor het opkomend geslacht. Spreker bepleit een betere behartiging van de Zondagsrust, die gepaard gaat met Zondagsheiliging. De ge meente moet hier het goede voorbeeld geven, door aan het personeel zooveel mogelijk Zon dagsrust te verschaffen. Het Willemsplein 's avonds een begraafplaats. Spreker acht het ook een belang van de gemeente als de straatverlichting steeds be ter wordt, speciaal op het Willemsplein. Die lijkt 's avonds op een begraafplaats midden in een stad. Spreker voelt veel voor een openbare leeszaal, echter onder voorwaarde, dat de uitwassen streng bestreden zullen worden. Wat de winkelsluiting betreft, wil spreker liever op de Rijksregeling wachten. Vooral in een havenplaats levert een winkel sluiting veel moeilijkheden op. Hij bestrijdt de meening van den heer Ten Broeke wat diens uitlating over de kleurloosheid van het college van B. en W. betreft. Spreker ver werpt het verwijt, dat de anti-revolutionai ren, daarvan de schuld zouden dragen. Spreker heeft een drie kwartier bij de pont moeten wachten. Wethouder Schilling: ,,'t Is de moeite! Ik heb er wel eens een heelen nacht moeten wachten!" (Gelach). De heer De Nobel is van meening. dat er veel tijd bespaard zou worden, als bij be-; langrijke onderwerpen meer overleg tusschen B. en W. en de commissies van bijstand wordt betracht. In dit verband betreurt spre ker het, dat B. en W. bij deze begrooting geen memorie van toelichting hebben inge diend. Spreker betreurt het, dat in het col lege van B. en W. een politieke lijn ont breekt. In andere plaatsen in ons land was het toch gebruikelijk, dat de rechtsche par tijen toch samenwerken De heer Visser: „Dat is gewéést!" De heer De Nobel zou wenschen, dat B. en W. nu eens precies willen zeggen, wat zij van plan zijn te doen. Hun daden doen nu al te veel denken aan het gezegde: ..God ze gen de greep!" Vooral mist spreker bij Open bare Werken een vast beleid. Het financieel beleid is hier blijkbaar niet in handen van den wethouder van financiën. Wat 't onderwijs betreft, merkt spr. op, dat binnen afzienbaren tijd ook in den Breesaap een school gebouwd zal moeten worden, voor al omdat daar de Stikstoffenfabriek geko men is. Ook bij Jan Gijzenvaart moet een school komen en in West-IJmuiden zit men te dien opzichte in een impasse. Hierna kwamen de burgemeester en de wethouders aan het woord. De Voorzitter brengt dank aan de heeren Homburg en Ten Broeke voor hun waardeerende woorden tot B. en W. Spreker heeft inderdaad eens gezegd, dat hij de ge meentehuishouding als een oeconomische eenheid beschouwt-; maar dit heeft hij niet bedoeld als een uitsluitend oeconomische eenheid. Reorganisatie van het politiekorps. Ten aanzien van de politie merkt spreker op, dat hij geen politie-agenten zal aanstel len als dit niet noodig is. Hij wil de gemeen te niet noodeloos op kosten jagen. Wel is hij van meening, dat het niet goed gaat bij de politie, daarom is hij voornemens een reor ganisatie van het korps voor te bereiden, waarbij hij den bijstand van een raadscom missie gaarne wil aanvaarden. In deze com missie zou dan van elke raadsfractie een lid zitting moeten nemen. Dan kan deze aan gelegenheid gezamenlijk eens besproken wor den. Meer wil spreker hierover liever niet zeggen. Wethouder Dunne bier ontkent, dat het alleen wethouder Schilling zou zijn, die aangewezen wordt om alleen de netelige vraagstukken op te slaan. Spreker weet wel, dat de heer Schilling bij de beantwoording zijn mannetje staat, maar. spreker stelt er toch prijs op te verklaren, dat hij er ook nooit voor terug zal deinzen om een zaak te verdedigen of opmerkingen te beantwoorden. Uitvoerig bestrijdt hij de rede van den heer Schaar en verdedigt zijn beleid in de zaken, dit tot Openbare Werken behooren. De Groo te Hout- of Koningsweg kan nog niet in zijn geheel verbreed worden, omdat er nog altijd een Rijkswegenplan bestaat. De mogelijkheid bestaat, dat er een primaire weg zou komen, die vlak naast den verbreeden Grooten Hout- of Koningsweg kwam te liggen en dat zou toch niet wenschelijk wezen. De verbetering van de oeververbinding zal nu weldra tot stand komen, hoewel dat niet zoo gemakke lijk zal gaan. Spreker meent, dat de Reini gingsdienst wel een opzichter noodig heeft. De wethouder zal spoedig de Slachthuis plannen indienen. Wat den bouw van winkelhuizen betreft, merkt hij op. dat er in sommige buurten te veel gebouwd zijn. Hij hoopt, dat deze bouwers zelf hun belang zullen inzien, om daar niet mee door te gaan. Geen politieke bijeen komsten in Velserbeek. De Voorzitter leest den heer Schaar een lijstje met namen voor van vereenigin- gen, die verlof hebben gekregen om dit jaar in het park Velserbeek bijeenkomsten te houden. Hierbij waren evenwel geen politieke meetings. Alle partijen worden door B. en W. gelijk behandeld. Wethouder Nijssen verdedigt zijn finan cieel beleid. Naar aanleiding van de finan cieele verhouding tusschen Rijk en gemeente is voorzichtigheid geboden, Hij kan nu nog niet zeggen, hoe de financieele toestand het volgend jaar zal zijn. Wethouder Tusenius geeft de verze kering, dat hij nimmer aan een onderwijzer een aanstelling beloofd heeft. De laatste be noeming van een schoolhoofd is het gemeen tebestuur onmogelijk gemaakt door den in specteur. Daarom hebben Gedeputeerde Staten dit ge daan. Het heeft spreker verwonderd, dat de voorstanders van het openbaar onderwijs in dezen raad dit niet hebben weten te voor komen. Dit was volgens spreker niet noodig geweest. In andere gemeenten zou de Neder landsche Bond van Onderwijzers er voor ge vochten hebben. Wat verder dit onderwijs betreft., merkt spreker op, dat in deze snel-groeiende ge meente financieel misschien meer gedaan is, dan eigenlijk verantwoord kan worden. Wat den scholenbouw aangaat zegt de heer Tusenius. dat er tot heden nog geen gebrek aan schoolruimte is. Tandheelkundige hulp op ae scholen heeft sprekers sympathie, maar de financieele toestand der gemeente heeft hem er tot dusver van weerhouden, om een daartoe strekkend voorstel in te dienen. De heer Tusenius ontkent dat het onderwijs in West-IJmuiden in een impasse verkeert. De bevolking is daar trouwens niet uitge breid. De gaswinst Is een sluitpost geworden; daar kan spreker niets aan doen. De uitbreiding van de prise d'eau krijgt spoedig haar be slag. Wat de subsidie aan de Vereeniging voor Beroepskeuze en Nazorg voor zwakzin nigen betreft, ontraadt spreker, om thans het voorstel van den heer Ten Broeke aan to nemen; hij is er persoonlijk vóór, maar het is er nu de juiste tijd niet voor. Ook spreker vindt de verlichting van het Willemsplein onvoldoende. Hij zal plannen overwegen om daarin verbetering te brengen. Wethouder Schilling zegt, dat hij bij deze algemeene beschouwingen onwillekeurig aan Sint NicoLaas heeft gedacht, want de meeste surprises zijn weer voor hem bewaard. Dat vindt hij eigenlijk prettig, want als hij niets bijzonders gedaan had, zou er ook niet veel te critiseeren zijn geweest. Spreker dankt hen, die zijn werk gewaardeerd hebben. Maar als hij den heer De Nobel moet gelooven, dan heeft spreker heelemaal niets goeds gedaan. Uitvoerig critiseert hij de rede van den heer Schaar, die aan spr. verweet, het vrije woord te hebben geknot. De S.DA.P. in Velsen heeft critiseert hij de rede van den heer Schaar, die aan spreker verweet, het vrije woord te hebben geknot. De S.D.A.P. in Velsen heeft volgens spreker allerminst het recht om daarover te spreken. Hij vergelijkt, de sociaal democraten van Velsen met de bolsjewiki in Rusland (gelach). Die zijn óók voor het vrije woord, alsmen het met hen maar eens is. Als dat niet zoo is, dan worden de men- schen opgehangen! Spreker, die nogal eens aangevallen wordt in het „Velser Weekblad" krijgt nooit gelegenheid om zich in dat blad daartegen te verweren. „Van het vrije woord gesproken!" zegt spreker (gelach). Hij heeft zich, wel eens laten interviewen, maar de eerste moet nog komen om aan te toonen, dat hij onwaarheid heeft gesproken. Trouwens spreker kan zelf ook we! schrijven, maar dan onderteekent hij die stukken met zijn naam. Een incident. Spreker meent, dat de heer De Nobel dit niet doen zou De heer De Nobel: „Dat doe ik wel! Meneer de voorzitter, dat is toch geen debat- teeren meer! Dergelijke insinuaties mag u toch niet toelaten!" De Voorzitter: „Dat zijn geen slnuaties! Dat is op den man af gezegd. U bent toch ook onderwijzer geweest?" De heer Roel se: „Wat heeft dat er nu mee te maken! Dat zijn onwaardige woor den van een raadsvoorzitter!" De Voorzit te r„Dat zijn geen insinuaties! heeren zaaien nu wat ze zelf geoogst hebben! De heer Schillingg heeft zich vanmorgen beleefd stil gehouden, toen u hem de onvrien delijkste woorden hebt toegevoegd. Dan moet u hem nu óók rustig laten uitspreken. U krijgt aanstonds weer de gelegenheid om te antwoorden, maar u moet. de vergadering niet trachten in de war te schoppen!" De Voorzitter neemt nog eens het woord voor een persoonlijk feit. Hij neemt het den heer Roelse kwalijk, dat dezeis opgestoven toen spreker het woord „onder wijzer" had gebezigd. De Voorzitter ontkent dat hij op een smalende wijze het woord „schoolmeester" gebezigd zou hebben. Dat hebben de gemeentesecretaris en de steno grafen aan spreker bevestigd. De heer Roelse had gemeend, dat de Voorzitter op deprimeerence wijze over het onderwijzersambt had gesproken. In dat ge val zou hij de houding van den Voorzitter moeten blijven afkeuren. De Voorzitter ontkent dit nog eens met nadruk. Hij had alleen tot den heer De Nobel gezegd: „u bent toch ook onderwijzer ge weest", omdat het spreker bekend was, dat hij vroeger onderwijzer geweest is. De heer Roelse neemt genoegen met deze verklaring. De Voorzitter sluit hiermee het inci dent. Te negen uur wordt met de replieken be gonnen. Hieraan wordt deelgenomen door de heeren Schaar, Maas. Ten Broeke, Dal- meijer. Homburg, De Nobel en Visser. De heer Vermeulen, die niet in de gelegenheid is geweest om in eerste instantie te spreken, krijgt nu nog even het woord. Hij bespreekt eenige aangelegenheden betref fende den Reinigingsdienst. Hij verzoekt den heer De Nobel, een door dat raadslid inge diende motie betreffende het intrekken van de circulaire inzake de benoemingen van kinderen van raadsleden, in te trekken. Te half elf wordt de L%rgaöering geschorst tot heden Woensdagochtend tien uur. Voor den inhoud dezer rubriek stelt dc Redactu zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of me- geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug- HET LAGER ONDERWIJS. 7e-, 8e- EN 9e LEERJAAR. In het nummer van 29 November van uw blad las ik, dat er bij het Gemeentebestuur een belangrijk voorstel inzake het Lager Onderwijs in voorbereiding ls. Er worden, zoo lees ik kinderen al op 5 1/2- jarigen leeftijd naar school gestuurd. Als er dus 7 leerjaren zijn en die kinderen gere geld elk jaar zijn overgegaan, dan zullen ze op 12 1/2-jarigen leeftijd de 7-klassige school reeds hebben doorloopen, maar aangezien het- aantal op 5 1 2-jarigen leeftijd toegelate- nen gering is en er van dat geringe aantal toch nog wel eenigen één- of meer keer in een klasse zullen zijn blijven zitten, moet het aantal, dat op 12 1/2-jarigen leeftijd de 7 klassen der lagere school met goed succes heeft doorloopen, nog geringer zijn. Die kinderen kunnen, zooals terecht wordt opgemerkt nog lal 1/2 jaar nuttig besteden met leeren. Vinden ze daartoe dan hier ter stede geen gelegenheid? Ik meen van wel. Ze kunnen worden toegelaten tot de ambachtsschool, tot de scholen voor U.L.O., tot H.B.-scholen, tot Lycea, tot gymnasia, tot de huishoudschool. Ja, maar hoor ik al zeggen, als ze zoo'n inrichting niet geheel volgen, dan hebben ze geen afgerond geheel. Maar bestaan er dan in de studie wel afgeronde geheelen? Ik geloof het niet. Men leert eenigen tijd wis kunde, teekenen, vioolspel enz. enz. en houdt er mee op, zonder zich op 'n afgerond geheel te kunnen beroemen. Men leert een of meer jaren een vreemde taal, breekt de studie af en bouwt op de gelegde grondslagen verder, zoodra de gelegenheid zich daartoe biedt. Verloren is het geleerde nooit, omdat er eene niet genoeg te waardeeren algemee ne ontwikkeling door is verkregen. Men zegt, dat er hier ter stede nu 88 kin deren zijn. die niet naar het U.L.O., niet naar het Middelbaar onderwijs, niet naar het gymnasiaal onderwijs of het nijverheids-on derwijs willen overgaan, maar hoe weet men dat- en hoe weet men, wat de ouders van die leerlingen dan wèl verlangen voor hunne kin deren? En hoe weet men nu reeds, dat voor die leerlingen niet alleen een 8e-, maar ook een 9e klasse wordt verlangd? Men zal ze daartoe toch niet kunnen dwingen? Er wordt gezegd dat het geen zin heeft, die kinderen hoogstens twee jaar onderwijs te geven in eene of andere vreemde taal. Maar waarom heeft dat geen zin? Als in de 7e-, 8e-, en 9e klasse een uur of zes per week les wordt gegeven in de eene of andere vreemde taal en daarbij streng wordt toegezien op keurig schrift en ook het maken van fouten in de moedertaal krachtig wordt bestreden, dan zullen ze mogelijk niet van school gaan met een afgerond geheel, maar een solide grondslag voor verdere studie zal zijn gelegd en dat doel is door de leerlin gen te bereiken, door een school voor U.L.O. met een beperkt leerplan to volgen. Men schijnt het anders te willen, althans een proef te willen nemen met in 't 7e-, Se en 9e leerjaar gewoon lager onderwijs te ge ven, maar dan op breedcrcn grondslag en daarbij Esperanto te voegen, zoo daarvoor althans bevoegde leerkrachten zijn te vin den. Wat verstaat men onder lezen, schrijven, rekenen, Ned. taal, geschiedenis, aardrijks kunde, zingen en teekenen op breederen grondslag? Dat is mij niet recht duidelijk. Wie mocht meenen, dat zulke in dc breedte opgeleide jongelui, die van geen en kele vreemde taal iets weten maar Esperanto hebben geleerd, beter toegerust zijn tot den strijd om een bestaan, dan zij, die een am bachtsschool een school voor UJL.O. of een huishoudschool hebben door loopen, die vergist zich geloof ik, leerlijk: geen kind zou ik aan zulk een proeve dur ven wagen. Proeven met Esperanto zou ik niet nemen, tenzij met kinderen, die geen strijd om het bestaan te vreezen hebben dus met kinderen van zeer rijke ouders. Wil men per sé naast de reeds bestaande scholen nog afzonderlijke scholen voor hot 7e-, 8e- en 9e leerjaar, dan zou ik daar on derwijs doen geven in een zeer klein aantal vakken en uitsluitend door onderwijzers met middelbare bevoegdheid, die wel zullen be grijpen, dat bij onderwijs aan oudere leerlin gen meer op diepte dan op breedte dient te worden gelet. EXPLORATOR. NOGMAALS DE GRONDEN IN DE SCHAPEDUINEN. EEN VERWEER VAN BLOEMENDAAL- NOORD. Geachte Redactie, In de Haarlemsche bladen van 29 Nov. j.l. komt een bericht voor, getiteld: „oneenig- heid tusschen „Eigen Woning" en „Bloe- menaaal Noord", gevolgd door een motie, met de mededeeling, dat deze motie opge zonden zal worden aan de pers en naar het Gemeentebestuur", dat mij noodzaakt terug te komen op het „conflict" dat tusschen Bloemendaal Noord en de afgetreden be stuurders van Eigen Woning bestaat. Uit de mededeelingen van E. W. blijkt vol doende, dat deze Vereeniging of niet genoeg zaam door haar afgetreden bestuurders ls ingelicht, of wel dat zij hier bewust on waarheid spreekt, afgezien nog van enkele „krachttermen", welke haar zaak m.i. geen goed doen. Volgens ons bestaat er absoluut geen con flict tusschen E. W. en BI. N., maar wel tus schen Bi.N- en enkele, nu afgetreden bestuur ders van E. W. Ten einde een juist oordeel te krijgen over den gang van zaken, zal Ik nog even herhalen hoe alles zich heeft toegedragen. BI. N. kreeg ruim een jaar geleden bericht dank zij haar steeds zoeken naar bouw grond dat de eigenaar van de Schapeduinen een gedeelte van dit terrein wilde verkoopen. Dadelijk na deze mededeeling. stelde Bi. N. door middel van een tusschen persoon, alles in het werkom deze gronden in han den te krijgen. Dat dit niet zoo gemak kelijk ging. zal ieder wel begrijpen, want dc onderhandelingen stuitten telkenmale af op het kostenbezwaar. Zelfs kwam het zoover, INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct«. per regel. Solide en toch elegant. dat de eigenaar van de Schapeduinen de gronden per advertentie te koop aanbood. Hadden de bouwvereenigingen in Bloemen daal toen den grond willen hebben en zagen zij niet tegen moeilijkheden en werk op. dan was het toen de tijd voor hen geweest de onderhandelingen met den eigenaar te ope nen. Maar niets gebeurde. Toen op de advertentie geen gewilde ge gadigden kwamen opdagen, kreeg onze tus- schenpersoon weder bezoek van den rent meester van de Schapeduinen en werd hem verzocht zijn principaal (d.i Bl.N.i te vragen of hij dezen grond nog wilde hebben. Ook nu weer was de financieele kwestie aanleiding, dat er een paar maanden met onderhande len voorbij gingen. Eindelijk kwam het toch zoover, dat onze tusschenpersoon (die namens BI.N. optrad) den grond een week in vóór koop kreeg. De vereeniging wendde zich dadelijk daar op tot het Gemeentebestuur met dc mede deeling. dat BI. N. grond in voorkoop had en verzocht dit gemeentebestuur den grond aan te koopen om hierop door BI.N. woningen te laten stichten. Dit gebeurde. Uit het bovenstaande blijkt voldoende, dat het BI.N. is geweest, dat het mogelijk heeft gemaakt, dat de grond aangekocht werd. De mededeeling van E. W. „dat het be stuur van B1.N. de gemeente opmerkzaam maakte op dit terrein", is dus bezijden de waarheid, iets wat den afgetreden bestuurs leden van E. W. bekend was, zooals hier onder zal biljken. Ieder zal het met ons eens zijn na deze uiteenzetting, dat de handelwijze van E. W. niet door den beugel kan en het van zelf spreekt, dat BI.N. zich ten heftigste zal ver zetten tegen pogingen, van wie ook, waar- 1 door de kans geloopen zal worden, dat de gronden aan de verschillende bouwvereeni gingen in erfpacht zullen worden uitgegeven. Dit zou al te gemakkelijk riemen snijden zijn van andermans leer. Als deze Bouwvereeni gingen ernstige pogingen aanwenden, zullen zij zeker wel de hand kunnen leggen oo bouwgrond. Maar hiervoor is moeite noodig en vaak is ergernis het loon. Hiertegen wordt blijkbaar opgezien. Toen deze aangelegenheid in dc laatste jaarvergadering van BI.N- tor sprake kwam, was men met bijna algemeene stemmen van meening, dat de handelwijze van 2 harer leden, tevens bestuursleden van E. W. niet goedgekeurd mocht worden en werd het be stuur opgedragen stappen te doen om aan dezen onhoudbaren toestand een einde te maken, desnoods aan de hand der statuten, omdat E. W. door haar aanvrage om grond in de Schapeduincn, B1.N. schade berokken de. In een eenige weken daarna gehouden be stuursvergadering, waarin ook dc beide heeren v. Uaen en Mulder aanwezig waren, werd een overzicht van den gang van zaken gegeven en medegedeeld, dat deze 2 perso nen, leden en huurders van BI.N. door hun handelwijze BI.N. ernstig hadden benadeeld en werd hun verzocht pogingen aan te won den in hun bestuur, gedaan te krijgen, dat E.W. haar grondaanvraag terugnam of dat zij anders de consequenties hadden tc trekken uit hun daad- De heer v. Uden antwoordde daarop, dat als hij geweten had op welke wijze de ge meente de gronden in de Schapeduinen in handen had gekregen, hij zich tegen de aan vraag had verzet en alsnog pogingen zou aanwenden deze aanvraag ingetrokken te krijgen. Hij legde deze verklaring namens zijn medebestuurder Mulder, die niets zcide, dus er mede instemde. Gedurende een paar maanden hoorden wij niets van de heeren. Men nam blijkbaar een loopje met het bestuur van BI.N. Het gevolg was, dat in November (pl.m. 7 maan den na bovenstaand onderhoud) door BI.N. het besluit genomen werd, den heeren op de statuten te wijzen en hun mede tc deelen dat het plan bestond hen uit het lidmaat schap der vereeniging te ontzetten. Tevens werd de datum opgegeven waarop dit zou geschieden. Tot den laatsten dag wachtten zij met hun bericht-, dat zij hun bestuurs functie in E.W. hadden neergelegd. Thans nog een enkel woord over dc strijd wijze van E- W. De vereeniging noemt de handelwijze van B1.N. „Russische manier van dwang", „rechtsverkrachting" en gehande voor de soc.-democraton". Wanneer men ruim 7 maanden wacht met het uitvoeren van een besluit der jaarver gadering om den beiden heeren voldoende gelegenheid te geven hun belofte in to los sen (zie boven) dan kan men toch slecht spreken van „Russische manier van dwang" en al dat fraais meer. Dergelijke kracht termen zijn een bewijs van zwakte. Ten slotte nog een enkele opmerking, wat betreft „schande voor de soc.-democraton". Wat dezen er mede te maken hebben is mij niet duidelijk. Het bestuur van E.W. is heel slecht inge licht, wat de politieke richting van onze bouw vereeniging betreft. Het is de grootste fout van E.W. de politiek er bij te halen. Want wij, verecnigingen, werkzaam in het belang van volkshuisvesting zijn er voor, ieder, van welke politieke en godsdienstige richting hij ook moge zijn, aan goede wonin gen te helpen. In onze woningen wonen personen van elke politieke en godsdienstige richting. Wij vra gen niet of hij een gemeentebetrekking heeft en wat zijn geloof en politieke overtui ging is. Voldoet hij aan de bepalingen der woningverordening, dan treedt hij toe als lid. Zeer de vraag is of E. W. wel recht van bestaan heeft als vereeniging In deze ge meente zijn reeds voldoende bouwvereenigin gen van verschillende kleur, zoodat aanslui ting bij een of andere bouw vereeniging zeker niet moeilijk is. Toen EW. destijds zonder voorzitter zat en eerst de voorzitter van BI.N. en daarna de secretaris aangezocht werd zich met het voorzitterschap van E. W. te belas- ton, hebben wij voor die eer bedankt en aan geraden hun vereeniging te ontbinden on de leden to advlseeren over to gaan naar BI.N. of zoo daar ernstige redenen togen be stonden, naar een der andere bestaande bouwvereenigingen. December 1929. G. A. TUSSEN, secretaris Bloemendaal-Noor4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 11