ömilb'
öchücncri
UIT DE OMSTREKEN
RAADSVERGADERING
INGEZONDEN
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 4 DECEMBER 1929
VELSEN.
behandeling van de gemeente-
begrooting.
Dinsdagmorgen, -middag en -avond kwam
(je gemeenteraad van Velsen bijeen ter be
handeling van de begrootingen der bedrij
en en de gemeentebegrooting voor 1930.
De heer Schaar begint met de
algemeene beschouwingen.
Hij herinnert er aan, dat de burgemeester
kus gezegd heeft, dat hij de gemeente ais
c?n economische eenheid beschouwt. Spre
ker merkt daar in de practijk echter heel
weinig van. Hij is juist van meening, dat ae
door den raad gevolgde politiek ongezond is.
Vooral de SJD.A.P. wordt volgens hem niet
goed door het college van B. en W. behan
deld. Nog altijd mag de SU. A/P. in het park
Velserbeek geen meetings houden, wat aan
kerkgenootschappen en andere organisaties
Y?el is toegestaan. Spreker meent
ook, dat B. en W. zich bij benoemingen aan
partijdigheid schuldig maken. Een persoon
is door den wethouder van Onderwijs tot
drie maal toe een aanstelling als onderwijzer
beloofd. Maar die aanstelling is er nooit ge
komen. Door den wethouder van sociale aan
gelegenheden is ook vaak het vrije woord
geknot. Omdat iemand in een openbare ver
gadering het eens gewaagd heeft, iets in het
nadeel van dezen wethouder te zeggen, kan
hij hier geen betrekking krijgen. Dergelijke
houdingen kunnen volgens spreker toch niet
langer getolereerd worden.
Spreker is van meening, dat wet
houder Schilling zijn haat tegen de mo
derne vakbeweging te veel op den voorgrond
schuift. Het ontslaan van losse werklieden
onderwerpt spreker eveneens aan critiek.
Het verdedigen van netelige dingen wordt
door B. en W. nogal eens aan wethouder
Schilling overgelaten. Dit acht spreker on
juist. Bij voorbeeld het debat over het op
dragen van drukwerk aan al- of niet-geor-
ganiseerde drukkerspatroons moest eigenlijk
door den wethouder van Financiën beant
woord worden. Maar dit geschiedde door
wethouder Schilling. En deze had daar niets
m?e te maken; gelukkig heeft hij er geen
succes mee gehad. Maar dat is zijn schuld
niet! Het geeft den schijn, alsof men „den
man" aan werk wil helpen. „Ik heb zinnig
heid", zegt spreker, „om een en ander uit
geheime vergaderingen te klappen, doch ik
zal het maar niet doen
Wethouder Tusenius. „Dat heb je an
ders al aardig gedaan!"
Hierna gaat spreker voort met het cri-
tiseeren van het werk van wethouder Schil
ling. Deze zit hier nu al twee jaar achter de
groene tafel, zegt spreker, maar wat is er
terecht gekomen van alle mooie dingen, die
deze wethouder aan zijn kiezers beloofd
heeft? Hij heeft eens gezegd, dat hij de gas-
winst voor sociale zaken noodig heeft. Maar
spreker merkt op, dat die winst in de be
grooting geliquideerd is; er is tenminste
niets van te vinden.
Spreker merkt op dat de Wethou
der van Onderwijs er tijdig voor had
moeten zorgen, dat er bij den Wa
tertoren grond beschikbaar was geweest
yoor den bouw van een openbare school. „Het
laat den wethouder zeker onverschillig, wel
ke kinderen er op een school komen; als er
maar kinderen komen. Spreker meent ook,
dat het hoog tijd wordt, dat er in Velsen
tandheelkundige hulp in de scholen komt.
Wat het verbeteren van wegen betreft, merkt
spreker op, dat de verzorging van het plant
soen op het Willemplein door het college te
veel verwaarloosd wordt. In andere gemeen
ten zijn overal prachtige gazons en bloemen.
Nu weet spreker wel, dat men hier veel last
van zandverstuivingen heeft, maar er zijn
toch nog wel enkele plekjes, die verfraaid
kunnen worden. De Groote Hout- of Ko
ningsweg eischt ook verbetering, evenals nog
eenige andere wegen. De oeververbinding
eischt eveneens een spoedige oplossing. Dat
zal niet zooveel geld kosten.
Spreker is vervolgens van meening, dat de
gaswinst verminderd moet worden en dat het
politiekorps niet moet worden uitgebreid.
Waarvoor is het noodig, vraagt spreker, dat
hier altijd twee agenten bij elkaar moe
ten loopen. Hij klaagt over den last, dien
vele inwonenden hebben van de tiendaag-
sche feestelijkheden op het terrein naast de
R.-K. kerk. Dat moeten vooral de Roomsch-
Katholieken eigenlijk niet. dulden, zegt spre
ker. Hij vraagt ook om meer politietoe
zicht bij het sluiten van cafés en dansgele
genheden ter bevordering van de nacht
rust.
Spreker bepleit een betere organisa
tie van het politiekorps en vraagt den Voor
zitter, een commissie te willeri benoemen, die
daar een studie van maken kan. Hij meent,
dat de wethouder voor sociale aangelegenhe
den veel goeds tot stand heeft gebracht, zij
het dan ook, dat nog veel goede dingen om
een oplossing vragen. Hij geeft wethouder
Schilling in overweging, vooraan zooveel mo
gelijk overleg te plegen met de vier vak
centrales, die in de gemeente Velsen bestaan.
De heer Ten Broeke bespreekt de
samenstelling van het college van B. en W.
Hij meent, dat het mogelijk was geweest een
college te kiezen, dat hoofdzakelijk naar
rechts georiënteerd was. Maar de anti-revo
lutionaire fractie eischte daarvoor van de
Christ.-Hist. fractie een offer, dat door
laatstgenoemde partij niet gebracht kon wor
den. Vruchtbare samenwerking kan zoodoen
de niet bereikt worden, omdat er geen be
ginsel achter staat. Er is geen aaneengesloten
raadsmeerderheid. Toch kan aan het college
van B. en W. geen slapheid verweten wor
den. De Christ.-Hist. fractie heeft dan ook
waardeering voor het werk, dat door dit col
lege verricht is. Spreker schetst de taak van
den wethouder voor sociale aangelegenheden
als een zeer moeilijke. Daarom vindt hij het
200 jammer, dat deze wethouder zoo vaak in
de pers en in openbare vergaderingen wordt
aangevallen, zoodat de heer Schilling er
haast van zelf toe gebracht wordt om ook de
groote trom te roeren. Spreker brengt lof
aan B. en W. voor het goede oeconomisch
beheer; hij laat daarin de ambtenaren dee-
len. Er zijn evenwel weer nieuwe eischen bij
gekomen, vooral wat de openbare veiligheid
betreft. Behalve uitbreiding van het gewone
korps moet er ook een zedenpolitie komen.
Voor de laatste ligt in deze gemeente vol
doende terrein braak. Spreker dringt., wat
verbetering van de volkshuisvesting betreft,
op wat meer spoed aan, ook wat betreft- ver
betering van wegen. Hij is verder van mee-
uing dat het vraagstuk der oeververbinding
om een spoedige oplossing vraagt. Het zal in
het belang van IJmuiden zijn, als daar ter
plaatse een landingsplaats voor vliegtuigen
komt. IJmuiden is al internationaal, maar
dan zal dit nog meer het geval zijn. De los-
en laaagelegenheden in IJmuiden en Velsen
dringen tot- uitbreiding.
Een betere oever
verbinding.
Namens de Christ.-Hist. raadsfractie stelt hij
voor, B. en V/. uit te noodigen alle pogingen
in het werk te stallen, om van het Rijk en
de provincie een financieele tegemoetkoming-
te krijgen voor het oplossen van het vraag
stuk der oeververbinding, omdat volgens deze
fractie ook deze twee lichamen veel belang
hebben bij een betere verbinding tusschen
beide oevers. Verder stelt spreker namens
zijn fractie voor een subsidie van 500 te
verleenen aan de Vereeniging voor de Be
roepskeuze en een subsidie van 500 aan
de Nazorg voor Zwakzinnigen.
De heer D a 1 m eij e r merkt op, dat het ook
hem spijt-, dat B. en W. geen toelichting tot
de begrooting hebben ingediend.
Epreker vraagt hoe het nu staat
met de stichting van speelterreinen.
Met den heer Schaar is hij het eens,
dat er voor alle partijen gelegenheid moet
bestaan om meetings in de open lucht te
houden. Wat de volkshuisvesting betreft is
spreker van meening, dat die geheel moet
komen onder het beheer van den wethouder
voor sociale aangelegenheden. Hij vraagt aan
B. en W. nu eens precies te willen zeggen,
hoe het. met de reserves van het gas- en wa
terleidingbedrijf staat. De raad kent den fi-
nancieelen toestand van die bedrijven niet.
De heer Homburg meent, dat onder
leiding van burgemeester Rij kens de gemeen
telijke zaken goed behartigd zijn. Gemis aan
voorlichting van den raad is een klacht, die
tegenwoordig echter veel gehoord wordt. On
ze tijd vraagt een steeds grooter zorg voor
het opkomend geslacht. Spreker bepleit een
betere behartiging van de Zondagsrust, die
gepaard gaat met Zondagsheiliging. De ge
meente moet hier het goede voorbeeld geven,
door aan het personeel zooveel mogelijk Zon
dagsrust te verschaffen.
Het Willemsplein 's avonds
een begraafplaats.
Spreker acht het ook een belang van de
gemeente als de straatverlichting steeds be
ter wordt, speciaal op het Willemsplein. Die
lijkt 's avonds op een begraafplaats midden
in een stad. Spreker voelt veel voor een
openbare leeszaal, echter onder voorwaarde,
dat de uitwassen streng bestreden zullen
worden. Wat de winkelsluiting betreft, wil
spreker liever op de Rijksregeling wachten.
Vooral in een havenplaats levert een winkel
sluiting veel moeilijkheden op. Hij bestrijdt
de meening van den heer Ten Broeke wat
diens uitlating over de kleurloosheid van het
college van B. en W. betreft. Spreker ver
werpt het verwijt, dat de anti-revolutionai
ren, daarvan de schuld zouden dragen.
Spreker heeft een drie kwartier bij de pont
moeten wachten.
Wethouder Schilling: ,,'t Is de moeite!
Ik heb er wel eens een heelen nacht moeten
wachten!" (Gelach).
De heer De Nobel is van meening. dat
er veel tijd bespaard zou worden, als bij be-;
langrijke onderwerpen meer overleg tusschen
B. en W. en de commissies van bijstand
wordt betracht. In dit verband betreurt spre
ker het, dat B. en W. bij deze begrooting
geen memorie van toelichting hebben inge
diend. Spreker betreurt het, dat in het col
lege van B. en W. een politieke lijn ont
breekt. In andere plaatsen in ons land was
het toch gebruikelijk, dat de rechtsche par
tijen toch samenwerken
De heer Visser: „Dat is gewéést!"
De heer De Nobel zou wenschen, dat B.
en W. nu eens precies willen zeggen, wat zij
van plan zijn te doen. Hun daden doen nu
al te veel denken aan het gezegde: ..God ze
gen de greep!" Vooral mist spreker bij Open
bare Werken een vast beleid. Het financieel
beleid is hier blijkbaar niet in handen van
den wethouder van financiën.
Wat 't onderwijs betreft, merkt spr. op, dat
binnen afzienbaren tijd ook in den Breesaap
een school gebouwd zal moeten worden, voor
al omdat daar de Stikstoffenfabriek geko
men is. Ook bij Jan Gijzenvaart moet een
school komen en in West-IJmuiden zit men
te dien opzichte in een impasse.
Hierna kwamen de burgemeester en de
wethouders aan het woord.
De Voorzitter brengt dank aan de
heeren Homburg en Ten Broeke voor hun
waardeerende woorden tot B. en W. Spreker
heeft inderdaad eens gezegd, dat hij de ge
meentehuishouding als een oeconomische
eenheid beschouwt-; maar dit heeft hij niet
bedoeld als een uitsluitend oeconomische
eenheid.
Reorganisatie van het
politiekorps.
Ten aanzien van de politie merkt spreker
op, dat hij geen politie-agenten zal aanstel
len als dit niet noodig is. Hij wil de gemeen
te niet noodeloos op kosten jagen. Wel is hij
van meening, dat het niet goed gaat bij de
politie, daarom is hij voornemens een reor
ganisatie van het korps voor te bereiden,
waarbij hij den bijstand van een raadscom
missie gaarne wil aanvaarden. In deze com
missie zou dan van elke raadsfractie een lid
zitting moeten nemen. Dan kan deze aan
gelegenheid gezamenlijk eens besproken wor
den. Meer wil spreker hierover liever niet
zeggen.
Wethouder Dunne bier ontkent, dat
het alleen wethouder Schilling zou zijn, die
aangewezen wordt om alleen de netelige
vraagstukken op te slaan. Spreker weet wel,
dat de heer Schilling bij de beantwoording
zijn mannetje staat, maar. spreker stelt er
toch prijs op te verklaren, dat hij er ook
nooit voor terug zal deinzen om een zaak te
verdedigen of opmerkingen te beantwoorden.
Uitvoerig bestrijdt hij de rede van den heer
Schaar en verdedigt zijn beleid in de zaken,
dit tot Openbare Werken behooren. De Groo
te Hout- of Koningsweg kan nog niet in zijn
geheel verbreed worden, omdat er nog altijd
een Rijkswegenplan bestaat. De mogelijkheid
bestaat, dat er een primaire weg zou komen,
die vlak naast den verbreeden Grooten Hout-
of Koningsweg kwam te liggen en dat zou
toch niet wenschelijk wezen. De verbetering
van de oeververbinding zal nu weldra tot
stand komen, hoewel dat niet zoo gemakke
lijk zal gaan. Spreker meent, dat de Reini
gingsdienst wel een opzichter noodig heeft.
De wethouder zal spoedig de Slachthuis
plannen indienen. Wat den bouw van
winkelhuizen betreft, merkt hij op. dat er
in sommige buurten te veel gebouwd zijn.
Hij hoopt, dat deze bouwers zelf hun belang
zullen inzien, om daar niet mee door te
gaan.
Geen politieke bijeen
komsten in Velserbeek.
De Voorzitter leest den heer Schaar
een lijstje met namen voor van vereenigin-
gen, die verlof hebben gekregen om dit jaar
in het park Velserbeek bijeenkomsten te
houden. Hierbij waren evenwel geen politieke
meetings. Alle partijen worden door B. en
W. gelijk behandeld.
Wethouder Nijssen verdedigt zijn finan
cieel beleid. Naar aanleiding van de finan
cieele verhouding tusschen Rijk en gemeente
is voorzichtigheid geboden, Hij kan nu nog
niet zeggen, hoe de financieele toestand het
volgend jaar zal zijn.
Wethouder Tusenius geeft de verze
kering, dat hij nimmer aan een onderwijzer
een aanstelling beloofd heeft. De laatste be
noeming van een schoolhoofd is het gemeen
tebestuur onmogelijk gemaakt door den in
specteur.
Daarom hebben Gedeputeerde Staten dit ge
daan. Het heeft spreker verwonderd, dat de
voorstanders van het openbaar onderwijs in
dezen raad dit niet hebben weten te voor
komen. Dit was volgens spreker niet noodig
geweest. In andere gemeenten zou de Neder
landsche Bond van Onderwijzers er voor ge
vochten hebben.
Wat verder dit onderwijs betreft., merkt
spreker op, dat in deze snel-groeiende ge
meente financieel misschien meer gedaan is,
dan eigenlijk verantwoord kan worden. Wat
den scholenbouw aangaat zegt de heer
Tusenius. dat er tot heden nog geen gebrek
aan schoolruimte is. Tandheelkundige hulp
op ae scholen heeft sprekers sympathie, maar
de financieele toestand der gemeente heeft
hem er tot dusver van weerhouden, om een
daartoe strekkend voorstel in te dienen.
De heer Tusenius ontkent dat het onderwijs
in West-IJmuiden in een impasse verkeert.
De bevolking is daar trouwens niet uitge
breid.
De gaswinst Is een sluitpost geworden; daar
kan spreker niets aan doen. De uitbreiding
van de prise d'eau krijgt spoedig haar be
slag. Wat de subsidie aan de Vereeniging
voor Beroepskeuze en Nazorg voor zwakzin
nigen betreft, ontraadt spreker, om thans
het voorstel van den heer Ten Broeke aan to
nemen; hij is er persoonlijk vóór, maar het
is er nu de juiste tijd niet voor. Ook spreker
vindt de verlichting van het Willemsplein
onvoldoende. Hij zal plannen overwegen om
daarin verbetering te brengen.
Wethouder Schilling zegt, dat hij bij
deze algemeene beschouwingen onwillekeurig
aan Sint NicoLaas heeft gedacht, want de
meeste surprises zijn weer voor hem bewaard.
Dat vindt hij eigenlijk prettig, want
als hij niets bijzonders gedaan had, zou er
ook niet veel te critiseeren zijn geweest.
Spreker dankt hen, die zijn werk gewaardeerd
hebben. Maar als hij den heer De Nobel moet
gelooven, dan heeft spreker heelemaal niets
goeds gedaan.
Uitvoerig critiseert hij de rede van den heer
Schaar, die aan spr. verweet, het vrije woord
te hebben geknot. De S.DA.P. in Velsen heeft
critiseert hij de rede van den heer Schaar,
die aan spreker verweet, het vrije woord te
hebben geknot. De S.D.A.P. in Velsen heeft
volgens spreker allerminst het recht om
daarover te spreken. Hij vergelijkt, de sociaal
democraten van Velsen met de bolsjewiki in
Rusland (gelach). Die zijn óók voor het vrije
woord, alsmen het met hen maar eens
is. Als dat niet zoo is, dan worden de men-
schen opgehangen! Spreker, die nogal eens
aangevallen wordt in het „Velser Weekblad"
krijgt nooit gelegenheid om zich in dat blad
daartegen te verweren. „Van het vrije woord
gesproken!" zegt spreker (gelach). Hij heeft
zich, wel eens laten interviewen, maar de
eerste moet nog komen om aan te toonen,
dat hij onwaarheid heeft gesproken. Trouwens
spreker kan zelf ook we! schrijven, maar
dan onderteekent hij die stukken met zijn
naam.
Een incident.
Spreker meent, dat de heer De Nobel dit
niet doen zou
De heer De Nobel: „Dat doe ik wel!
Meneer de voorzitter, dat is toch geen debat-
teeren meer! Dergelijke insinuaties mag u
toch niet toelaten!"
De Voorzitter: „Dat zijn geen slnuaties!
Dat is op den man af gezegd. U bent toch
ook onderwijzer geweest?"
De heer Roel se: „Wat heeft dat er nu
mee te maken! Dat zijn onwaardige woor
den van een raadsvoorzitter!"
De Voorzit te r„Dat zijn geen insinuaties!
heeren zaaien nu wat ze zelf geoogst hebben!
De heer Schillingg heeft zich vanmorgen
beleefd stil gehouden, toen u hem de onvrien
delijkste woorden hebt toegevoegd. Dan moet
u hem nu óók rustig laten uitspreken. U
krijgt aanstonds weer de gelegenheid om te
antwoorden, maar u moet. de vergadering niet
trachten in de war te schoppen!"
De Voorzitter neemt nog eens het
woord voor een persoonlijk feit. Hij neemt
het den heer Roelse kwalijk, dat dezeis
opgestoven toen spreker het woord „onder
wijzer" had gebezigd. De Voorzitter ontkent
dat hij op een smalende wijze het woord
„schoolmeester" gebezigd zou hebben. Dat
hebben de gemeentesecretaris en de steno
grafen aan spreker bevestigd.
De heer Roelse had gemeend, dat de
Voorzitter op deprimeerence wijze over het
onderwijzersambt had gesproken. In dat ge
val zou hij de houding van den Voorzitter
moeten blijven afkeuren.
De Voorzitter ontkent dit nog eens met
nadruk. Hij had alleen tot den heer De Nobel
gezegd: „u bent toch ook onderwijzer ge
weest", omdat het spreker bekend was, dat
hij vroeger onderwijzer geweest is.
De heer Roelse neemt genoegen met deze
verklaring.
De Voorzitter sluit hiermee het inci
dent.
Te negen uur wordt met de replieken be
gonnen. Hieraan wordt deelgenomen door
de heeren Schaar, Maas. Ten Broeke, Dal-
meijer. Homburg, De Nobel en Visser.
De heer Vermeulen, die niet in de
gelegenheid is geweest om in eerste instantie
te spreken, krijgt nu nog even het woord.
Hij bespreekt eenige aangelegenheden betref
fende den Reinigingsdienst. Hij verzoekt den
heer De Nobel, een door dat raadslid inge
diende motie betreffende het intrekken van
de circulaire inzake de benoemingen van
kinderen van raadsleden, in te trekken.
Te half elf wordt de L%rgaöering geschorst
tot heden Woensdagochtend tien uur.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt dc Redactu
zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of me-
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug-
HET LAGER ONDERWIJS.
7e-, 8e- EN 9e LEERJAAR.
In het nummer van 29 November van uw
blad las ik, dat er bij het Gemeentebestuur
een belangrijk voorstel inzake het Lager
Onderwijs in voorbereiding ls.
Er worden, zoo lees ik kinderen al op 5 1/2-
jarigen leeftijd naar school gestuurd. Als
er dus 7 leerjaren zijn en die kinderen gere
geld elk jaar zijn overgegaan, dan zullen ze
op 12 1/2-jarigen leeftijd de 7-klassige school
reeds hebben doorloopen, maar aangezien
het- aantal op 5 1 2-jarigen leeftijd toegelate-
nen gering is en er van dat geringe aantal
toch nog wel eenigen één- of meer keer in
een klasse zullen zijn blijven zitten, moet het
aantal, dat op 12 1/2-jarigen leeftijd de 7
klassen der lagere school met goed succes
heeft doorloopen, nog geringer zijn.
Die kinderen kunnen, zooals terecht wordt
opgemerkt nog lal 1/2 jaar nuttig besteden
met leeren.
Vinden ze daartoe dan hier ter stede geen
gelegenheid? Ik meen van wel. Ze kunnen
worden toegelaten tot de ambachtsschool, tot
de scholen voor U.L.O., tot H.B.-scholen, tot
Lycea, tot gymnasia, tot de huishoudschool.
Ja, maar hoor ik al zeggen, als ze zoo'n
inrichting niet geheel volgen, dan hebben
ze geen afgerond geheel. Maar bestaan er
dan in de studie wel afgeronde geheelen? Ik
geloof het niet. Men leert eenigen tijd wis
kunde, teekenen, vioolspel enz. enz. en houdt
er mee op, zonder zich op 'n afgerond geheel
te kunnen beroemen. Men leert een of meer
jaren een vreemde taal, breekt de studie af
en bouwt op de gelegde grondslagen verder,
zoodra de gelegenheid zich daartoe biedt.
Verloren is het geleerde nooit, omdat
er eene niet genoeg te waardeeren algemee
ne ontwikkeling door is verkregen.
Men zegt, dat er hier ter stede nu 88 kin
deren zijn. die niet naar het U.L.O., niet naar
het Middelbaar onderwijs, niet naar het
gymnasiaal onderwijs of het nijverheids-on
derwijs willen overgaan, maar hoe weet men
dat- en hoe weet men, wat de ouders van die
leerlingen dan wèl verlangen voor hunne kin
deren? En hoe weet men nu reeds, dat voor
die leerlingen niet alleen een 8e-, maar ook
een 9e klasse wordt verlangd? Men zal ze
daartoe toch niet kunnen dwingen?
Er wordt gezegd dat het geen zin heeft,
die kinderen hoogstens twee jaar onderwijs
te geven in eene of andere vreemde taal.
Maar waarom heeft dat geen zin?
Als in de 7e-, 8e-, en 9e klasse een uur of
zes per week les wordt gegeven in de eene of
andere vreemde taal en daarbij streng wordt
toegezien op keurig schrift en ook het maken
van fouten in de moedertaal krachtig wordt
bestreden, dan zullen ze mogelijk niet van
school gaan met een afgerond geheel, maar
een solide grondslag voor verdere studie
zal zijn gelegd en dat doel is door de leerlin
gen te bereiken, door een school voor
U.L.O. met een beperkt leerplan to volgen.
Men schijnt het anders te willen, althans
een proef te willen nemen met in 't 7e-, Se
en 9e leerjaar gewoon lager onderwijs te ge
ven, maar dan op breedcrcn grondslag en
daarbij Esperanto te voegen, zoo daarvoor
althans bevoegde leerkrachten zijn te vin
den.
Wat verstaat men onder lezen, schrijven,
rekenen, Ned. taal, geschiedenis, aardrijks
kunde, zingen en teekenen op breederen
grondslag?
Dat is mij niet recht duidelijk.
Wie mocht meenen, dat zulke in dc
breedte opgeleide jongelui, die van geen en
kele vreemde taal iets weten maar Esperanto
hebben geleerd, beter toegerust zijn tot den
strijd om een bestaan, dan zij, die een am
bachtsschool een school voor UJL.O.
of een huishoudschool hebben door
loopen, die vergist zich geloof ik, leerlijk:
geen kind zou ik aan zulk een proeve dur
ven wagen. Proeven met Esperanto zou ik
niet nemen, tenzij met kinderen, die geen
strijd om het bestaan te vreezen hebben
dus met kinderen van zeer rijke ouders.
Wil men per sé naast de reeds bestaande
scholen nog afzonderlijke scholen voor hot
7e-, 8e- en 9e leerjaar, dan zou ik daar on
derwijs doen geven in een zeer klein aantal
vakken en uitsluitend door onderwijzers met
middelbare bevoegdheid, die wel zullen be
grijpen, dat bij onderwijs aan oudere leerlin
gen meer op diepte dan op breedte dient te
worden gelet.
EXPLORATOR.
NOGMAALS DE GRONDEN IN
DE SCHAPEDUINEN.
EEN VERWEER VAN BLOEMENDAAL-
NOORD.
Geachte Redactie,
In de Haarlemsche bladen van 29 Nov. j.l.
komt een bericht voor, getiteld: „oneenig-
heid tusschen „Eigen Woning" en „Bloe-
menaaal Noord", gevolgd door een motie,
met de mededeeling, dat deze motie opge
zonden zal worden aan de pers en naar het
Gemeentebestuur", dat mij noodzaakt terug
te komen op het „conflict" dat tusschen
Bloemendaal Noord en de afgetreden be
stuurders van Eigen Woning bestaat.
Uit de mededeelingen van E. W. blijkt vol
doende, dat deze Vereeniging of niet genoeg
zaam door haar afgetreden bestuurders ls
ingelicht, of wel dat zij hier bewust on
waarheid spreekt, afgezien nog van enkele
„krachttermen", welke haar zaak m.i. geen
goed doen.
Volgens ons bestaat er absoluut geen con
flict tusschen E. W. en BI. N., maar wel tus
schen Bi.N- en enkele, nu afgetreden bestuur
ders van E. W.
Ten einde een juist oordeel te krijgen over
den gang van zaken, zal Ik nog even herhalen
hoe alles zich heeft toegedragen.
BI. N. kreeg ruim een jaar geleden bericht
dank zij haar steeds zoeken naar bouw
grond dat de eigenaar van de Schapeduinen
een gedeelte van dit terrein wilde verkoopen.
Dadelijk na deze mededeeling. stelde Bi. N.
door middel van een tusschen persoon, alles
in het werkom deze gronden in han
den te krijgen. Dat dit niet zoo gemak
kelijk ging. zal ieder wel begrijpen, want dc
onderhandelingen stuitten telkenmale af op
het kostenbezwaar. Zelfs kwam het zoover,
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct«. per regel.
Solide en toch elegant.
dat de eigenaar van de Schapeduinen de
gronden per advertentie te koop aanbood.
Hadden de bouwvereenigingen in Bloemen
daal toen den grond willen hebben en zagen
zij niet tegen moeilijkheden en werk op. dan
was het toen de tijd voor hen geweest de
onderhandelingen met den eigenaar te ope
nen. Maar niets gebeurde.
Toen op de advertentie geen gewilde ge
gadigden kwamen opdagen, kreeg onze tus-
schenpersoon weder bezoek van den rent
meester van de Schapeduinen en werd hem
verzocht zijn principaal (d.i Bl.N.i te vragen
of hij dezen grond nog wilde hebben. Ook nu
weer was de financieele kwestie aanleiding,
dat er een paar maanden met onderhande
len voorbij gingen. Eindelijk kwam het toch
zoover, dat onze tusschenpersoon (die namens
BI.N. optrad) den grond een week in vóór
koop kreeg.
De vereeniging wendde zich dadelijk daar
op tot het Gemeentebestuur met dc mede
deeling. dat BI. N. grond in voorkoop had en
verzocht dit gemeentebestuur den grond aan
te koopen om hierop door BI.N. woningen
te laten stichten. Dit gebeurde.
Uit het bovenstaande blijkt voldoende, dat
het BI.N. is geweest, dat het mogelijk heeft
gemaakt, dat de grond aangekocht werd.
De mededeeling van E. W. „dat het be
stuur van B1.N. de gemeente opmerkzaam
maakte op dit terrein", is dus bezijden de
waarheid, iets wat den afgetreden bestuurs
leden van E. W. bekend was, zooals hier
onder zal biljken.
Ieder zal het met ons eens zijn na deze
uiteenzetting, dat de handelwijze van E. W.
niet door den beugel kan en het van zelf
spreekt, dat BI.N. zich ten heftigste zal ver
zetten tegen pogingen, van wie ook, waar-
1 door de kans geloopen zal worden, dat de
gronden aan de verschillende bouwvereeni
gingen in erfpacht zullen worden uitgegeven.
Dit zou al te gemakkelijk riemen snijden zijn
van andermans leer. Als deze Bouwvereeni
gingen ernstige pogingen aanwenden, zullen
zij zeker wel de hand kunnen leggen oo
bouwgrond. Maar hiervoor is moeite noodig
en vaak is ergernis het loon. Hiertegen
wordt blijkbaar opgezien.
Toen deze aangelegenheid in dc laatste
jaarvergadering van BI.N- tor sprake kwam,
was men met bijna algemeene stemmen van
meening, dat de handelwijze van 2 harer
leden, tevens bestuursleden van E. W. niet
goedgekeurd mocht worden en werd het be
stuur opgedragen stappen te doen om aan
dezen onhoudbaren toestand een einde te
maken, desnoods aan de hand der statuten,
omdat E. W. door haar aanvrage om grond
in de Schapeduincn, B1.N. schade berokken
de.
In een eenige weken daarna gehouden be
stuursvergadering, waarin ook dc beide
heeren v. Uaen en Mulder aanwezig waren,
werd een overzicht van den gang van zaken
gegeven en medegedeeld, dat deze 2 perso
nen, leden en huurders van BI.N. door hun
handelwijze BI.N. ernstig hadden benadeeld
en werd hun verzocht pogingen aan te won
den in hun bestuur, gedaan te krijgen, dat
E.W. haar grondaanvraag terugnam of dat
zij anders de consequenties hadden tc trekken
uit hun daad-
De heer v. Uden antwoordde daarop, dat
als hij geweten had op welke wijze de ge
meente de gronden in de Schapeduinen in
handen had gekregen, hij zich tegen de aan
vraag had verzet en alsnog pogingen zou
aanwenden deze aanvraag ingetrokken te
krijgen. Hij legde deze verklaring namens
zijn medebestuurder Mulder, die niets zcide,
dus er mede instemde.
Gedurende een paar maanden hoorden
wij niets van de heeren. Men nam blijkbaar
een loopje met het bestuur van BI.N. Het
gevolg was, dat in November (pl.m. 7 maan
den na bovenstaand onderhoud) door BI.N.
het besluit genomen werd, den heeren op
de statuten te wijzen en hun mede tc deelen
dat het plan bestond hen uit het lidmaat
schap der vereeniging te ontzetten. Tevens
werd de datum opgegeven waarop dit zou
geschieden. Tot den laatsten dag wachtten
zij met hun bericht-, dat zij hun bestuurs
functie in E.W. hadden neergelegd.
Thans nog een enkel woord over dc strijd
wijze van E- W. De vereeniging noemt de
handelwijze van B1.N. „Russische manier van
dwang", „rechtsverkrachting" en gehande
voor de soc.-democraton".
Wanneer men ruim 7 maanden wacht met
het uitvoeren van een besluit der jaarver
gadering om den beiden heeren voldoende
gelegenheid te geven hun belofte in to los
sen (zie boven) dan kan men toch slecht
spreken van „Russische manier van dwang"
en al dat fraais meer. Dergelijke kracht
termen zijn een bewijs van zwakte.
Ten slotte nog een enkele opmerking, wat
betreft „schande voor de soc.-democraton".
Wat dezen er mede te maken hebben is mij
niet duidelijk.
Het bestuur van E.W. is heel slecht inge
licht, wat de politieke richting van onze
bouw vereeniging betreft. Het is de grootste
fout van E.W. de politiek er bij te halen.
Want wij, verecnigingen, werkzaam in het
belang van volkshuisvesting zijn er voor,
ieder, van welke politieke en godsdienstige
richting hij ook moge zijn, aan goede wonin
gen te helpen.
In onze woningen wonen personen van elke
politieke en godsdienstige richting. Wij vra
gen niet of hij een gemeentebetrekking
heeft en wat zijn geloof en politieke overtui
ging is. Voldoet hij aan de bepalingen der
woningverordening, dan treedt hij toe als
lid.
Zeer de vraag is of E. W. wel recht van
bestaan heeft als vereeniging In deze ge
meente zijn reeds voldoende bouwvereenigin
gen van verschillende kleur, zoodat aanslui
ting bij een of andere bouw vereeniging zeker
niet moeilijk is. Toen EW. destijds zonder
voorzitter zat en eerst de voorzitter van BI.N.
en daarna de secretaris aangezocht werd zich
met het voorzitterschap van E. W. te belas-
ton, hebben wij voor die eer bedankt en aan
geraden hun vereeniging te ontbinden on
de leden to advlseeren over to gaan naar
BI.N. of zoo daar ernstige redenen togen be
stonden, naar een der andere bestaande
bouwvereenigingen.
December 1929.
G. A. TUSSEN,
secretaris Bloemendaal-Noor4