H. D.-VERTELLINGEN w FLITSEN FEUILLETON De Gestolen Diadeem HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 4 DECEMBER 1S29 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). De Man uit Spanje door C. G. B. De zon lachte en de wereld was wit van de versche sneeuw, die onder de klompen knerp te. Blauwig stond de boschrand tegen de kla re lucht en laag onder het kale hout van wat pereboomen dook het huisje van Harmen Jan weg. .Zijn vrouw was gestorven, toen Lientje voor het eerst de wereld zag. Geen jonge meid was opvallend vriendelijk tegen hem ge weest; ze wisten toch wel, dat Harmen-Jan alleen zou willen blijven. En sindsdien had hij al 't werk zelf gedaan, had hij Lientje gevoerd en in slaap gewiegd op zijn breede armen, had hij de twee dikke sikken gemol ken, die in hun schemerige hokje stonden, 't Was een vreemde man, maar een kex-el waar je mee praten kon. En sedert hij in de Zutphensche Almanak een gedicht had ge schreven over God en de boeren, werd hij on geveer op één lijn gesteld met den dominee en den meester. Maar Harinen-Jan stond in zomer en win ter, in lente en herfst op de velden, hij was vertrouwd met de zon en de winden en wist evengoed hoe je den grond moest mesten, als hoe je het beste hazen kon stroopen. De dagen voor Sinterklaas waren voor Lientje altijd vreemd. Ze wist wel zoo onge veer wat die Sinterklaas was en haar blauwe oogen hadden geschitterd, toen de juffrouw op school vertelde" van dien man, die in den winter over het land reed en goed was voor iedereen. 's Avonds moest ze dan altijd vroeg naar bed, en achter de stevig gesloten deuren hoorde ze vader gedempt praten met een an deren man, hoorde ze hoe in het schuurtje geborsteld werd en hoe soms vreemden even aan de deur kwamen, wat praatten en dan weer weg gingen. Het was vreemd, heei vreemd. Maar op Sinterklaasavond, dan ging Va der naar het dorp, was hij den heelen avond weg, lag zij alleen in dc groote bedstee. En ook dit jaar was dat alles weer zoo. Harmen-Jan zat naast de roestige stal- lantaren, die een wonderen schijn wierp op het roode kleed dat over zijn knieën ge spreid lag. Boven een pinkelend kaarsje brandde Evert van den boer aan den zes- sprong een kurk en voorzichtig haalde hij er zwarte strepen mee over zijn ronde ge zicht. Onwennig kopten de sikken tegen el kaar nu ze geen ketting meer om den nek hadden. En zwijgend begon Harmen-Jan het roode kleed om zijn schouders te plooien. 't Is best weer, Evert. Jao, maor, wi'j mot zoo wied, wi'j mot v'naovend ook nog naor 't huus, Harmen- Jan. Hij trok een groen pak aan over zijn pilo broek, stopte zijn pijp, stak er den brand in en begon weer met de zwarte kurk over zijn gezicht te vegen. Als hij klaar was schoof Harmen-Jan een papieren rooden myter onder zijn wijde kleed en tezaam trokken ze de deur uit. Dicht lag de sneeuw op 't pad dat naar den grooten weg toe voerde. Evert duwde de fiets Harmen Jan bond met een touw om het middel zijn roode kleed wat op, en aan den grooten weg stapte hij op de fiets, klauterde Evert op de step en zoo reed Sinterklaas met Zwarten Piet door de besneeuwde landen. De maan klom den hemel in en fijn en zwart stonden de torentjes van het kasteel tegen de diep-blauwe lucht. De sneeuw kraakte onder de banden, maar bij de brug, waar twee leeuwen naar de maan zaten te staren, zette Harmen-Jan de fiets neer en haalde hij onder een grooten struik een zak vandaan, een zak dien Evert op zijn nek zwaaide, en zoo gingen ze de breede trap pen op. Licht viel uit de deuropening over de besneeuwde brug en binnen begonxiexi kinde ren lief liedjes te zingen voor den goeden Sint die heelemaal uit Spanje naar het kas teel was gekomen om er de kinderen van den heer van het „huus", van den rentmeevs- ter, van den burgemeester en van den do minee gelukkig te maken. En buiten zakten versche sneeuwvlokken neer op de fiets van Sinterklaas. Harmen-Jan, die van te voren uit het hoofd geleerd had, wie van de kinderen niet op tijd naar bed wilde gaan, wie zoo erg graag zeekapbein wilde worden, wie dit niet deed en dat te veel hij gaf ze standjes en streek ze over hun haren, terwijl Evex*t hei melijk wat mest probeerde weg te werken van de ketting vaxx de sikken. En daarna reden ze weer heen over de wit te wegen, Pieterbaas, met een sigaar onder zijn muts en Sinterklaas met eentje in den zak van zijn jas, die onder zijn rooden man tel zat. Ze trokken naar den dokter, naar een rij ken boex-, naar den bakker, naar een paar renteniers en telkens weer waren er kindex-en die zoet hun liedjes opdreunden voor den man uit Spanje en zijn zwarten trawant. En toen Pieterbaas eindelijk niet goed meer op de step kon staan door al het edele nat dat hem dien avond was geschonken, trapte Harmen-Jan het stille zijweggetje in naar het huisje van de onderwijzeres die, ai- leen als ze was hier op het dorp, een bende verlegen kinderen van ai-me menschexx bij zich in huis had gehaald om zoo Sinterklaas te vieren. Harmen-Jan schoof tusschen ze in. Evert was gek van de pret en zong alle Sinter klaasversjes. die hij dien avond al gehoord had. En de kinderen letten er niet op, dat Sinterklaas vergat om stadsch te spreken en in zijn smeuig dialect de schoonste fanta sieën over Spanje ophing. En toen het ten leste laat begon te wor den en groote broers al giechelend de kinders kwamen halen, toen vertrokken Har men-Jan en Evex-t op de fiets naar het huis je dat aan den boschrand verdoken lag. Nog eens dien avond was Harmen-Jan Sintei-klaas. Lientje zag. wakker geworden, door licht dat in de bedstee scheen, als in een droom hoe Sinterklaas zich over haar boog en een taaipop en een doosje met kralen haar gaf. Hij stond dicht bij d'r en zei maar niets. Van de juffrouw, Lientje, mompelde hij dan even. Ze snapte er wel niets van, zoo vreemd, dat Sinterklaas zoo maar binnen kon komen, terwijl Vader naar het dorp was en wat be- teekende dat nu: van de juffrouw Nog steeds stond Sinterklaas bij de bed stee. Dan schrok ze. „Huilt U Sinterklaos?" Sinterklaas zei niets. Hij draaide de lamp neer en ging de kamer uit. En in de schuur bond hij de sikken weer vast aan de ketting. Er liepen tranen in zijn baard en langs de stomme koppen der bees ten. „Da's veur 't laots gewest, veur 't laots", zei Harmen-Jan, terwijl hij den rooden man tel in de kleerenkist borg. DE PREDIKANTSVACATURE Ds. V. LEEUWEN NOG NIET VERVULD. DS. W. A. B. TEN KATE BEDANKT. Ds. W. A. B. ten Kate te Enschedé, die be- roepen was in de vacature ds. L. J. van Leeu wen bij de Ned. Hervormde Gemeente te Haarlem heeft voor dit beroep bedankt. FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem zijn den 3en December 1929 in staat van faillissement verklaard: 1. J. Koene, aannemer, wonende te Haar lem, Zuider Buiten Spaarne 168. Curator: Mr. A. Bruch te Haarlem. 2. P. J. Kraayeveld, aannemer, wonende te Bloemendaal, Zandvoortschelaan 156. Cura tor: Mr. M. Slingenberg, te Haarlem. Rech ter-Commissaris in deze faillissemen ten is Mr. A. L. M. van Berckel. Opgeheven werd het faillissement van: L. Kraak, mandenmaker, wonende te Hil- legom. Treslongdwarsstraat no. 9. Curator: J. C. Y. Nieuwenhuys, te Haarlem. BEëEDIGD. Door de Haarlemsche rechtbank zijn de heeren Mrs. H. M. C. Dakhuyzen, wonende te Zaandam en H. C. Ittmarm alhier beëedigd, respectievelijk de le als -advocaat en procu reur, de 2e als notaris. INGEZONDEN MEDEDEELJNGEN a 60 Cta. per regel. Is het U bekend, dat ALLEEN wij elke doos luxe post papier vanaf f 1.50 gratis van Monogram voorzien of de couverts met adres bedrukken? Fa. ANTON DE R00IJ ANEGANG 14. TEL. 11963 963 PROV. STATEN VAN NOORD HOLLAND. OPENING GEWONE WINTERZITTING De gewone winterzitting der Prov. Staten werd Dinsdagmorgen geopend door den voor zitter Jhr. Mr. Dr. A. Röell, Commissaris der Koningin in dit gewest (Later nam de heer Gerhard de leiding van den voorzitter over). Bij de ingekomen stukken maakte de heer M c n d e 1 s, naar aanleiding van den ixxge- komen brief van Ged. Staten, houdende me- dedeeling van de perceelen. welke ten be hoeve van cie prov. bedrijven zijn gekocht, in erfpacht aanvaard, verkocht enz. op grond van het besluit der Staten van 20 Juni 1928. eenige juridische opmerkingen, die door den heer Bruch namens Ged. Sta ten beantwoord werden. De Voorzitter zeide nog toe dat Ged. Staten de bezwaren van den heer Mendéls nader onder de oogen zullen zien. Aan de orde kwam de benoeming van een lid der Commissie van Bestuur van het Pro vinciaal Ziekenhuis nabij Santpoort en van een lid der Commissie van Bestuur van de Prov. Ziekenhuizen „Duinenbosch te Bak- kum en te Medemblik. Benoemd werden de heeren L. Modoo en J. Valkering Tzn., (beiden aftredend). Tot leden van den Raad van Toezicht op de Prov. Bedrijven werden benoemd de af tredenden. de heeren: Mr. L. M. de Jong Schouwenburg en Jhr. G. C. Quarles van Uf- ford. Na het trekken der afdeelingen werd de vergadering verdaagd tot Dinsdag 17 De cember, des morgens te half elf. VISSCHERIJ-OPBRENGST. DE BESOMMINGEN. Heden waren aan den Rijksvischafslag 10 trawlers. De besommingen waren: Magpie f 2600: Baldur f 3700: Derika V f 4200; Persens f 1200; Paris f 2900; Jeanne f 900; Alcmaria f 1400; Oostzee f 3400; Zaan- stroom I f 2200; Patria f 2200. HET VERKEER IN DE BINNEN STAD. EEN OMWEG WAARAAN GEEN ONTKOMEN IS. „Een lezer" wijst nog eens op de eigenaar digheid, dat het verkeer Groote Markt Spaarne (richting Amsterdam) een omweg moet maken. Het gaat: Groote MarktRi- viervlschmarktKlokhuisplein-Oude Groen marktWarmoesstraat Anegang Kox*te Veerstraat. Een weg die voor een vreemde ling, ondanks verschillende aanwij zings- borden heel moeilijk te vinden is. Boven - diexx is de weg smal en gevaarlijk, terwijl eenige gevaarlijke bochten genomen moeten worden. Terug gaat de weg beter, dan is de route: Damstraat Klokhuisplein Riviervisch- markt. Inzender geeft nu in overweging om de Damstraat open te stellen voor het verkeer van het Klokhuisplein naar het Spaarne (dus omgekeerd als op heden het geval is) de Korte Veerstraat daarentegen open te stel len voor het verkeer in beide richtingen. Dan zou het verkeer naar de Groote Markt gaan langs'Korte Veerstraat Lange Veer straatKlokhuispleinRi vie rvischmarkt. Het verkeer naar het Spaarne: Groote Markt Rivier vischmarkt Damstraat Spaarne. Het nadeel aan deze regeling verbonden zou zijn dat de Korte Veerstraat voor dubbel verkeer opengesteld zou moeten worden. Dit lijkt inzender zoo gevaax'lijk niet, omdat het verkeer MsLkbrugKorte Veerstraat al léén naar de Lange Veerstraat, dus meteen rechtsom zou moeten gaan, terwijl het ver keer door de Korte Veerstraat in de richting Melkbrug alléén van Kleine Houtstraat of Anegang uit te verwachten is, dus geen verschillende stroomingen op den hoek Lan ge en Korte Veerstraat, Anegang en Kleine Houtstraat te verwachten waren. Alléén het verkeer Gravesteenenbrug Groote Markt zou er niet mede gebaat zijn, daar dit echter in hoofdzaak fietsers be treft, zouden deze zonder bezwaar in plaats van door de Damstraat door de Berkenroo- desteeg kunnen gaan, indien deze in de te genovergestelde richting als op heden het geval is, opengesteld zou worden. Dus door de Korte Veerstraat voor dubbel verkeer open te stellen, zouden versohillende verbe teringen bereikt kunnen worden. Tot zoover deze lezer. Wij hebben de meening van den Commis saris van Politie over dit voorstel gevraagd. De heer E. H. Tenckinck deelde, ons mede, dat er niet aan gedacht kan worden om de Korte Veerstraat voor dubbel verkeer open VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1518 DE WERELD OP HAAR ERGST. Als je terwille van de kinderen moeizaam je Sinterklaaspak hebt aangetrokken en je hoort Jantje tegen zijn broertje zeggen, dat hij vader'8 plezier niet mag bederven door te laten merken, dat hij weet wie het is. (Nadruk verboden). te stellen. Daardoor reeds is dit denkbeeld practisch niet uit te voeren. De Commissaris erkende het bezwaar van den bes taanden toestand. Reeds lang gele den heeft hij getracht om de Lepelstraat voor het verkeer open te stellen. Dan zou het verkeer naar het Spaarne kunnen gaan langs Groote MarktLepelstraat Warmoesstraat-Anegang-Korte Veerstraat. Dan zouden alle bezwaren opgeheven zijn. De Lepelstraat is evenwel eigendom van de Ned. Hervormde Kerk. Het Kerkbestuur heeft overwegeixüe bezwaren tegen het open stellen van die straat voor rij verkeer, in ver band met den rustigen toegang tot de kerk. Bovendiexx wordt het ongewenscht geacht, het zware rijverkeer onmiddellijk naast de kerk toe te laten. VRIJSTELLING VAN DIENST. ADRES VAN DEN VROUWEN VREDE BOND. Het bestuur van den Algemeenen Neder- landschen Vrouwen Vredebond deelt mede, dat onderstaand adres is verzonden aan den Minister van Defensie. Excellentie, De Algemeene Nederlandsche Vrouwen Vredebond (goedgekeurd bij Koninklijk Be-' sluit van 21 October 1921, Staatsblad No. 67) neemt de vrijheid, zich tot u te wenden in het belang van de jonge mannen, die op grond van gewetensbezwaren vrijstelling van den militairen dienst vragen. Deze jongens, door de Nederlandsche wet geving nog als onmondigen beschouwd, zul len, wanneer hun verzoek wordt behaxi- deld en zij hebben aan te toorxen, wat hen er toe dreef door de spanning, waarin zij verkeeren, niet altijd in staat zijn, duidelijk aan te toonen, dat hun bezwaren voox*tko- men uit het geweten. Waar het zoo moeilijk blijkt, over eigen geweten te spreken, moet het nog veel moei lijker zijn, over anderer geweten te oordee- len; en daarom verzoeken wij u, excellentie, mild te zijn tegenover deze jongens en een ruim gebruik te maken van de macht tot vrijstelling van den militairen dienst, u ver leend bij de wet van 13 Juli 1923, Staatsblad No. 357. Hetwelk doende, namens den Algemeenen Nederland- schen Vrouwen Vredebond: (W.g.) E. M. VAN WIJNGAARDEN, Voorzitster. (w.g.) T. VAN BERKUM, Secretaresse Heideweg 3, Soest. DE OVERVAREN ROEIBOOT. TWEE PERSONEN VERMIST. Bij de Rotterdamsche politie is aangifte gedaan, dat van een bij de Steenplaats te Rotterdam liggend schip sedert Maandag avond worden vermist, de 33-jarige J. de V. uit Malden en de 22-jarige E. V. uit Sluiskil. Zij zijn Maandagavoxid samen per roeiboot naar de stad gegaan. Men heeft een bene den Willemsbrug gevonden roeiboot herkend als te zijn de boot, in welke deze twee man nen Maandagavond hebben gevaren. Ver moed wordt, dat beide personen zijn verdron ken. Het dreggen heeft nog geen resultaat gehad, meldt de N. R. C. DE „VORST VAN GELEEN". De heer Leufkens, zich noemende vorst van Gelecn enz., op wiens huismeubelen we gens belastingschuld beslag is gelegd, heeft zijn onderdanen bewezen hoe groot zijn vor stelijke macht blijkt. Hij begaf zich naar het gemeentehuis en vernielde na dreigementen een der ruiten, waarna de „vorst" de aan kondiging van den executoriale-verkoop aan flarden scheurde, nieldt het Hbld. De politie moest ingrijpen en arresteerde den man, die geruimen tijd in het gevang moest door brengen. Er werden twee processenverbaal tegen hem opgemaakt. Het gebeurde bracht onder de bevolking van Geleen veel conster natie teweeg. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. 10) Uit het Engelsch van ARCHIBALD EYRE. „O, ik heb haar maar enkele keeren ge sproken. Ze is een goedhartige vrouw, maar niet zoo heel erg beschaafd. Ze is zelf van eenvoudige afkomst". „Ken je haar zoon?" „Neen, dien heb ik nooit ontmoet. Hij stu- deei*t nog", geloof ik. Buiten het- station stond een ponniewagen- tje, waarop in kleurige letters: „Martha Watt, Bakkerij en Lunchroom". Daarnaast stond een dichte auto en Lilian zag den chauffeur en een witkiel bezig om een welbekenden zwarten koffer met een witten band op den bagagedrager te vestigen. Het volgende oogenblik verschenen me vrouw Hammings en haar zoon. Lilian wend de haar blik af, ondanks zichzelf kon zc een oogenblik een vervelend gevoel niet van zich afzetten, omdat ze vreesde dat er een zekere betrekking tusschen haar en het karretje zou worden verondersteld. „Vertel me eens wat meer van den dia deem. kindje", zei tante Martha met haar luide stem.' „Hij schittert zeker geweldig?" „Zullen we verder gaan?" vroeg Lilian een (beetje ongeduldig. Ze was er van overtuigd dat mevrouw Hemmings en haar zoon naar hen luisterden, ze- wisselden althans vcelbe- teekende blikken. „Ik geloof niet dat ik ooit in mijn leven oen diadeem gezien heb, zelfs xxiet in een v inkclcl-alage". vervolgde haar tante op den- zelfden luiden toon. „Maar misschien zie ik er binnenkort nog wel eens een in jouw haar!" voegde ze er aan toe met een vroolij- ken lach oxxx haar toespeling op de voorname huwelijkskansen van haar nichtje. „Kom tante laten we hier nu niet langer blijven staan". „Goed kindje! Ben je klaar?" „Ik ben al een heelen tijd klaar", zei Li lian. Ze ergerde zich aan haar zelf, omdat zij zich aan haar tante ergerde. Het was af schuwelijk die twee paar oogen steeds op zich gevestigd te voelen en te weten dat hun gesprek werd afgeluisterd. Het kleurige wa gentje exx haar tante's luide stem droegen trouwen het hunne tot haar ontstemming bij. Haar tante zag dat Lilian den auto na keek toen deze wegreed. „Dat is mevrouw Hemmings van Chrn Hall en haar zoon. Het zijn aardige eenvou dige menschen; een van de beste families hier. De minister van Binnelandsche Zaken is haar broer; je hebt natuurlijk wel van hem gehoord". „O ja", antwoordde Lilian alleen maar. Ze vilde vooral niet voor een pochhans door gaan en als om dat te bewijzen gaf ze haar tante een arm. „Ik hoop dat ik u niet in den weg zal loo- pen", zei ze vleiend. „Ik mag u zeker wel hel pen in de lunchroom, zooals mijn moeder ook deed". „O kindje, dat wil ik volstrekt niet heb- bexi". „Als u het niet goed vindt ga ik regelrecht terug en vertel aan vader hoe wreed u bent". Haar tante was verrukt. ..Ik heb me tei- kens afgevraagd hoe je zou zijn", zei ze ver trouwelijk. „Maar ik had nooit durven den ken dat je zoo eenvoudig was. O kindje, je bent In je manieren en in jc uiterlijk xxet zoo lief als je moeder was"f Er kwam even een bedroefde trek op het gezicht van Lilian's tanté. „Maar op het laatst werd ze helaas een beetje hoogmoe dig", ging ze voort. „Niet dat ik het haar kwalijk heb genomen, maar het verkoelde toch de verhouding een beetje. Daarom ben ik jullie nooit komen opzoeken, want ik houd er niet van om mij in te dringen". „Maar tante!" „Zoo beschouwde ik het tenminste. Maar ik vond het heerlijk toen je schreef dat je een heele poos wilde blijven. Josiah heeft een vrouw gevonden, en ik een nichtje, zei ik bij mezelf". „Ik wil hier een heel eenvoudig en kalm le- van leiden", antwoordde Lilian vroolijk. „Ik heb genoeg van Londen en het rumoerige, opgeschroefde gedoe daar. Ik wil een plaatsje in uw zaak hebben alsof ik mijn heele leven niets anders gedaan heb". Ze bleven staan voor het groote etalage- venstor van een keurig-ingerichten winkel, waarachter verschillende soorten gebak en mooie doozen bonbons lagen. „Martha Watt, Banketbakkerij eix Lunch room", stond er in fijne, vergulde letters op het raam. „Wat een mooie winkel!" riep Lilian. „Hij zou heusch in Boxidstreet niet misplaatst zijn!" „Dat is zoo", viel juffrouw Watt haar nichtje met een stralend gezicht bij. „Je va der wilde dat ik mij uit ds zaak zou terug trekken, hij wou me een royale lijfrente ge ven, maar daar moet ik niets van hebben. Toen hij xne op die manier niet helpen kon, was hij niet tevreden voor hij me in zoo'n schitterende zaak geïnstalleerd had. Dat kon ik niet weigeren. Het is eigenlijk te mooi voor Woollacombe, maar ik verdien een goed stuk bi'ood en dat is het voornaamste. Alle menschen uit de buurt kernen daar thee drinken als ze in de stad zijn; het is er ook een keurige gelegenheid voor. Maar kom bin nen!" Lilian liet haar blikken goedkeurend gaan over de mahoniehouten toonbank met mar meren blad en de gezellige zitjes met kleine tafeltjes, die met hagelwit damast bedekt waren. „Het is in één woord prachtig!" riép ze enthousiast, „maar één ding ben ik nog niet met mezelf eens. Moet ik een mutsje en een schort dragen of alleen maar een schort?" HOOFDSTUK VIII. Dc Engel. Den volgenden morgen bij het ontbijt sprak Lilian's tante de vrees uit dat haar nichtje zich zou vervelen. „Vanmiddag ga je zeker een bezoek brengen aan je vrien den?" Lilian schudde het hoofd. „Neen, hoor. Een van de redenen waarom ik hier ben gekomen is juist dat ik eens een poosje geen van onze kennissen hoop te ontmoeten; voorloopig heb ik genoeg van ze. En ik hoop ook dat u zult helpen om mijn incognito te bewax'en en aan niemand vertellen dat ik de als lunchx-oom- meisje vermomde dochter van een gefortu neerd pax-lemeixtsiid ben. Mijn naam alleen zegt niets; er zijxx zooveel menschen die Tur ner heeten". „Maar", drong haar tante aan, „je zult je hier vervelen, heb je geen lust om te vragen of de gravin eens een avond komen wil Lilian glimlachte, „neen, tante, dank u". Een blik van begrijpen kwam op tante Martha's gezicht. „Je bent zeker bang dat ze niets van een winkel moet hebben, is het dat niet?" Lilian was bang om de gevoelens van haar tante te-kwetsen, „Neen tante", zei ze haastig, „zoo is de gra vin niet". „De meeste menschen anders wel, hoor", antwoordde haar tante met een zucht. „Je kunt je niet voorstellen wat een dunk de vrouwen en dochters van de advocaten en bankiers hier in de stad van zichzelf heb ben. Maar ik heb vaak gemerkt dat de adel en de menschen van de buitens hen net zoo behandelen als zij het ons doen. Maar exifin. zoo is de werèld xxu eenmaal!" „Ik vind altijd", merkte Lilian op, „dat vader en ik de eenigen irx heel Londen zijn die niet zoo kleinzielig waren. Maar ik zou aan mijzelf beginnen te twijfelen". Zij keek haar tante ondeugend aan. „Gaat u intiem om met de vrouw van den meesterknecht uit de bakkerij?" „Dat", antwoordde haar tante met beslist heid, „is heel wat anders. Het is niet te ver wachten dat ik met haar omga, omdat haar man bij mij in betrekking is!" Lilian lachte, en deed geen poging om haar debat voort te zetten. „Ik ben bang dat we de dingen maar moeten nemen zooals ze zijn, want niemand schijnt ze te willen of te kun nen veranderen". „Als jij je maar amuseert, ben ik al te- vreden. Na zeven uur ben ik klaar, dan kan ik me met je bezig houden en je aan mijn kennissen voorstellen. Mijn meesterknecht is op het oogenblik ziek, zoodat ik zelf haast den heelen. dag in de bakkerij moet zijn. De drukste tijd in den winkel en de lunchroom is tusschen vier en zes als de menschen ko men theedrinken en inkoopen doen". „Dan zal ik tusschen vier en zes in den winkel en de lunchroom helpen", beloofde Lilian, „'s Morgens ben ik van plan lange wandelingen te maken en 's avonds mag u mij aangenaam bezighouden!" „(Wordt vervolgd-!',

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6