Pi K©!„ Ni®. ¥®1TBM1@KP lUllLiiüf. Spelers-steunpilaren van den K.N.V.B. K.N.V.B. sterren uit deze dagen. v. Heel (Feyenoord) halfback van uiterste handigheid en spel- begrip. nauwelijks ge handicapt door zijn kleine gestalte. W. Tap (A.D.O.) ras voetballer helaas van een speltype waarbij spelers van minder aanleg zich moeilijk aanpassen. Deze grafiek spreekt voor zichzelf. Van een in beeld brengen van de toene ming van het ledental pier N. V. B. hebben wij moeten afzien omdat het formaat van ons blad een beeldende vergelijking tusschen 1889 en 1929 niet toeliet. Overigens zijn van de eerste 10 jaar van het bestaan van den bond op dit punt geen gegevens beschik baar. Wij zullen echter maar aannemen, dat dc zeven clubs (en elftallen) die in 1889 in bondsverband uitkwamen tezamen 100 spe lers hadden. Daarna krijgen wij: EEN VIERTAL STERREN UIT VROEGER JAREN. Ch <T CF €0 (h CO dO co O vj* O <r <x> «v* O» o> o •.Bok" de Korver (Sparta) tie beste spil die het Neder landsche voetbal gekend heeft. Geestdriftig en toch *HUd kalm. Tacticus en sportsman als geen tweede. „Mannus" Fransen (H.F.C.) de vurigste en tevens handig ste voorhoedespeler ooit op onze velden gezien. Volleerd kenner van hot spel en bezie ler van zbn elftal, „Just" Göbel (Vitesse) a.ls doelveraedi- ger in ons land nog onovertroffen van volmaakten styl en zekerheid, maakte nooit een fout en behoefde nooit te boffen. Harry Denis (H.B.S.) de groote tacticus van na den oorlog. Heeft, thans van zijn snelheid ingeboet, dcch evenaart nog als technicus en tacticus de Korver in diens beste jaren. Jaar Aantal leden. 1899 00 2369 1900 01 2548 1901 02 2353 1902 03 3150 1903 04 3482 1904 05 3625 1905,06 4058 Een en ander uit zijn 40-jarige geschiedenis. HOE VOETBAL IN ONS LAND GROEIDE. Door C. J. GROOTHOFF, de bekende oud-scheidsrechter. Op 8 December a.s. zal het veertig jaar geleden zijn, dat de Nedarlandsche Voetbal Bond werd opgericht. De man, dfe den grooten stoot tot deze oprichting heeft gegeven, was de heer Willem Muiier, de „uitvinder" van het Ne derlandsche voetbalspel. De heer Muiier heeft de voor-historische tijd van het Nederlandsche voetbal meege maakt. Hij was naar men weet de man destijds nog een jongmensch die onze oudste Nederlandsche voetbalvereeniging, H. F. C. heeft opgericht, wier gouden feest kort geleden met zulken luister is gevierd. Toen langzamerhand ook in andere steden het voorbeeld van Haarlem werd gevolgd, waardoor ook elders voetbalvereenigingen kwamen, begon men al spoedig onderling wedstrijden te spelen waarbij evenwel bleek, dat er op het punt van spelregels nog al eens verschil van meening bestond. Er kwam dan ook behoefte aan een leidend lichaam, dat niet alleen voor de spelregels, doch ook voor het onderling wedstrijdverkeer zou kunnen zorgen. Laat ik den heer Muiier zelf laten vertellen, hoe de N. V. B. tot stand is geko men „In 1888 beproefde ik met behulp van Semmelink een soort monsterbijeenjcomst, ter bespreking van eenzelde reglement en aaneensluiting, bijeen te roepen, doch de tijd was nog niet rijp blijkbaar: het mislukte. Later probeeren de heeren Noppen en wijlen M. Weinthal iets dergelijks, eveneens zonder samenwerking te kunnen vinden. Een eerste groepeering der voetbalspe lers in Noord versus Zuid wordt dan door mij als ballon d' essai beproefd en ziet, dit slaat dan geiukkig in en ook mag het mij gelukken op 17 November 1889 een eerste vergadering tot oorichting van een bond te Haarlem bij een te krijgen, op 8 December gevolgd door een tweede, in welke de bond officieel werd opgericht." „Bij die oprichting waren mij de heeren Burkens, Weinthal, Fortuyn, Rijstra en Hart- hoorn behulpzaam, aan hen dankt de N. V. B. in belangrijke mate het welslagen van zijn oprichting. Ik wilde weinig namen noemen, toch zal ik er toe over gaan. Zoude ik Wij- nands, de gebroeders Coops, C. Nolet, wijlen G. Burkens, de Schroder's, Isbrücker, Pie pers, Hoevers, Lissone, J. Meijer mogen ver geten? Neen, zij behooren met nog zooveel anderen, tot de opbouwers van den Neder- landschen Voetbal Bond, zij allen hebben medegewerkt om met zeer eenvoudige ge reedschappen de fundamenten te leggen voor het gebouw, na hen door anderen vol tooid en bewoond, door een jongere gene ratie, die bezig is, sluitsteenen aan te bren gen, wijdsche transsepten te teekenen en nieuwe plannen te ontwerpen voor het heden en de toekomst, welke wortelen in het verle den, waarop ik u een vluchtigen blik deed slaan." Aldus sprak de heer Muiier in de feestrede gehouden ter gelegenheid van het zilveren feest van den N. V. B. Volledigheidshalve voeg ik hieraan nog toe, dat de presentielijst van die oprichtings vergadering de volgende namen bevatte: H. Bijstra en E, Versteghe (Delftsche Foot ball Club), P. Drooglever Fortuyn (Rotter- damsche C. en F. C. Concordia), Van Gooi en Wilton (Voetbalvereeniging Rotterdam), Burkens en Vollmer (Haarl. F. C. Excelsior), W. Muiier (H.F.C.), C. Nolet en H. S. Is brücker (Haagsche Voetbal Vereeniging) Vals en v. d. Ven (Rotterd. C. en F. C. Olym- pia), van der Waarden (R.A.P.), R. Rust en Harthoorn (Voetbalvereeniging Amsterdam), M. Weinthal en H. Coops als belangstellen den. Van al deze heeren is, voorzoover ik kan na gaan de heer Isbrücker de eenige die nog daadwerkelijk aan de voetbal-organisatie deelneemt, hij is nog steeds penningmeester van H. V. V. Wat wel merkwaardig was, is dat reeds op die allereerste algemeene vergadering van den N. V. B. de beroepsspelerskwestie ter sprake kwam. Men bepaalde daarover toen, dat voetbalberoepsspelers niet in bondswed strijden mochten uitkomen, professionals in een andere tak van sport, echter wel. De heer Muiier werd de eerste voorzitter, de heer C. Nolet de eerste secretaris en de heer Hart hoorn de eerste penningmeester van den bond, die aanvankelijk ook de athletiek on der zijn leiding nam. Merkwaardige was het overigens dat de eerste daad van het bestuur van den bond was: het uitschrijven van een cross country- wedstrijd. Gelukkig vergat men echter ook de voetballers niet. Men besloot de clubs in te deelen in eerste en tweede klassers. De overgang van de tweede klassers naar de eerste was nog al gemakkelijk. Elke club die tweemaal tegen een eersteklas club gelijk speelde of eenmaal van een eersteklas club won, promoveerde. Gemakkelijker kan het al niet! Als men die bepaling gehandhaafd had, zouden de 379 clubs die op het oogenblik tot den N. V. B. zijn toegetreden, allemaal in de eerste klasse moeten spelen. Gelukkig dan ook dat men later andere bepalingen heeft gemaakt, aan vijftig eerste klassers hebben wij op het oogenblik meer dan genoeg! Het bestek van dit artikel gedoogt na tuurlijk niet, u een uitvoerig historisch over zicht te geven van de veertig jaar, waarin de N. V. B. de leiding van het Nederlandsche Voetbal heeft gehad. Ik zal mij tot enkele grepen uit die geschieienis moeten beperken. De historie van den N. V. B. kan men eigen lijk in drie periodes indeelen. Het eerste tijd vak strekt zich uit van de oprichting tot om streeks het begin van deze eeuw. Voor een groot deel was dat de tijd van de pokken en mazelen van den bond en het Nederlandsche voetbal. Voetballers uit dien tijd noemen het den goeden ouden tijd, waarin het zuivere amateurisme hoogtij vierde,waarin de spelers vóór den wedstrijd zelf nog de doelpalen moesten zetten en de krijtlijnen trokken, waarin een plank en een paar stoelen nog de „groote tribune" was, In dien tijd voelden we echter zelf het genoegen van het sjouwen met doelpalen en het trekken van krijtlijnen nog niet zoo erg, wat echter geen beletsel is om thans in het goei-ouwe-tijdkoor mede te juichen. De publieke belangstelling was in die ja ren nog van geen beteekenis. Voetbal had de massa nog niet veroverd, zij, die langs het lijntje stonden, waren de onvervalschte vrienden van de club. De dagbladen hadden toen nog niet ontdekt, dat er gevoetbald werd, alleen de sportpers, destijds overigens nog zeer bescheiden, trok zich iets van de voetballers aan. Langzaam maar zeker nam in die periode de beoefening van het spel toe en even lang zaam kwam er verbetering in de kwaliteit Veel van die verbetering van ons spel hebben we te danken aan het contact met Engelsche voetballers, waartoe destijds het Rotterdamsche Sparta het initiatief nam. Reeds in 1881 werden er wedstrijden tegen Belgische clubs gespeeld, doch die waren niet zoo sterk als onze ploegen, zoodat daarvan niets te leeren viel. Sparta was de eerste club die tegen een Engelsch elftal uitkwam. In het jaar 1893 kwam Harwich en Parkestone te Rotterdam Sparta met 80 een le'sje geven. In het volgend jaar kwam Felixtown bij Sparta op bezoek en door bemiddeling van deze Rotterdamsche club kwam ook de eerste internationale wedstrijd van den N.V.3. tot stand. Op 6 Februari 1894 had dit heuge lijke feit plaats. Het bondselftal speelde toen op het terrein van Sparta tegen Felixtown en werd daarbij met 10 geslagen. De namen van hen, die in dien eersten internationalen wedstrijd ons land hebben vertegenwoordigd, mogen zeker wel eens aan de vergetelheid worden ontrukt. Hier volgen ze: S- W. Tromp (doel). K. Pies en N. J. Kampers (achter) J. C. Schroder aanvoerder, H. Menton en F. van den Bosch (midden), J. Meyor, L. Weinthal, J. Timmermans, J. Kan en F. Kampscheur (voorwaarts) J. Kan is de oud-minister. Schroder is jarenlang op de Nederlandsche sportvelden een goede bekende geweest. Hij heeft- tot voor enkele jaren terug nog geregeld cricket ge speeld. In 1900 begint er bij het groote publiek meer belangstelling voor vol'.bal te komen. Enkele groote clubs in het Westen van ons land bouwen zelfs reeds tribunes, welke even wel nog zeer bescheiden afmetingen hadden. Men krijgt langzamerhand goed georgani seerde competities, waarbij de eersteklas wed strijden het publiek gaan trekken. De dag bladpers heeft nu het voetbal ontdekt en wijdt er af en toe beschouwingen aan, die aan deskundigheid meermalen wel wat te' wenschen over laten. De bedoeling is echter goed, geleidelijk komt er verbetering. In 1900 had de N.V.B. ongeveer 2500 leden, in 1910 was dat aantal tot ongeveer 7000 gestegen. De uitbreiding der competities in dat tijdvak blijkt duidelijk uit het aantal gespeelde wed strijden. In 1900—1901 werden 274 competitie wedstrijden gespeeld, 10 jaar iater is dat aantal tot bijna 1000 gestegen. Het spelen van interlandwedstrijden, waar mede de N.V.B. op 30 April 1905 begon, heeft heel wat bijgedragen tot. het populair maken van het spel. Aanvankelijk waren de Belgen onze eenige tegenstanders, doch al spoedig werd het programma met wedstrijden tegen andere landen uitgebreid. Vooral de wed strijden tegen Engeland trokken groote be langstelling. De derde periode van den N.V.B. is die van de groote ontwikkeling. Voor de leiders is het een uiterst moeilijke tijd geweest, daar men herhaaldelijk kwam tegenover problemen, waarvan men de beteekenis toen nog niet kon omvatten. Had men destijds in de toe komst kunnen kijken, vermoedelijk zou dan op verschillende punten een andere' regeling zijn getroffen. Achteraf bezien zal men kunnen beweren, dat het spel in vele opzichten sterker is geweest- dan de leiders, doch men moet, zooals schrijver dezes de geheele ontwikkeling van het spel van zoo ongeveer 1895 hebben mee gemaakt om te weten voor welke schier on oplosbare problemen de leiders in den loop der jaren zijn gesteld. Het is altijd gemak kelijk achteraf verstandig te zijn. In die laatste periode nam b.v. het aan tal leden toe van 7000 tot 36.000, het aantal competitiewedstrijden steeg van 1000 tot bijna 4700 per seizoen, het aantal toegetreden ver- eenigingen van ongeveer 100 tot bijna 400- De organisatie werd zóó groot dat men stond voor het vraagstuk: centralisatie of decen tralisatie: besloten werd tot het eerste. Door die centralisatie is de N.V3. een mach tig lichaam geworden, dat een aanzienlijk reservekapitaal bezit en jaarlijks meer dan een kostelijk vermaak een kostbare vermake lijkheid is geworden. Thans ijvert men voor decentralisatie. De bond heeft echter intus- schen zoo'n omvang genomen, dat een volledi ge decentralisatie niet meer mogelijk is. Dank zij den internationalen wedstrijden en goeden oefenmeesters is ons spel sterk vooruitgegaan, al heeft het in die periode vette en magere jaren gekend en krijgt men, te rekenen naar het weinig succes van ons internationaal elftal in den laatsten tijd, den indruk, dat we op het oogenblik weer mid den in de magere jaren zitten. Wat stellig sterk te betreuren valt, is het feit. dat tegenwoordig het algemeen belang telkens heeft moeten wijken voor speciale clubbelangen. Onder de gegeven omstandighedon moet men echter den tegenwoordigen leiders dank baar zijn voor het vele werk, dat ze voor den bond verrichten. Onverklaarbaar is het eigenlijk, dat er nog steeds menschen gevon den worden, die geheel belangeloos een groot gedeelte van hun vrijen tijd en soms nog veel meer. aan den bond geven. Ik heb mij in dit artikel zooveel mogelijk onthouden van het noemen van namen en slechts enkele vluchtige grepen uit de historie van den bond gedaan. Ware ik dieper op verschillende punten in gegaan dan zou ik niet zooals thans de ruimte voor een feuilleton doch die van een lijvig boekdeel noodig hebben. Tot slot echter nog een enkel voorbeeld om aan te toonen, welk een geweldige ver andering er in den loop van de veertig jaar dat de N.V-B. bestaat, wel in sommige toe standen is gekomen. Bij den eersten inter nationalen wedstrijd kwam de N.V.B. met *Sparta overeen, dat voor onkosten tot in richting van het terrein, reclame, ontvangst der Engelschen enz., een bedrag van veertig gulden beschikbaar gesteld zou worden en dat een eventueel voordeelig saldo door den bond en door Sparta gedeeld zou worden. De onkosten en de uit-gaven hebben zich echter in dien eersten wedstrijd ngeveer ge dekt. De toegangsprijs was 25 cent voor niet- leaen van den bond en 15 cent voor bonds leden Thans beloopen de kosten van een inter nationalen wedstrijd tienduizenden guldens. v. d. Meulen (H.F.C.) scherp van oog. sterk van hand, de beste doelman van twee Olympische tomooien v. Kol (Ajax), zeer betrouwbaar achter speler, steeds beter geworden in de laat ste jaren Een wedstrijd NederlandBelgië in het Am- sterdamsche Stadion levert een recette van ongeveer 90.000 gulden op, waarvan na af trek van alles ten slotte ongeveer 20.000 gul den in de bondskas terecht komt. Bij zoo 'n wedstrijd hebben niet-k'den van den N.V-B. slechts geringe kans om een plaats te kun nen veroveren. De toegangsprijs bedraagt thans voor staanplaatsen minimum f 1 (voor jongens 50 ct.) en voor zitplaatsen van f 2 tot f 6. Wel zijn dus de tijden veranderd. C. J. GROOTHOFF. Ir. J. W. Kips, thans reeds tien jaar voor zitter van den K.N.VJ3. DE BAL DIE GROEIDE. Hoe de N. V. B. groot werd. Wanneer de geschiedenis van den Neder- landsohen Voetbalbond gesymboliseerd wordt door een bal, wat niet meer dan natuurlijk is, dan kan het. met evenveel grond als een voet bal, met- een sneeuwbal gebeuren. Het is met den groei van den N. V. B. precies zoo ge gaan als met het kleine sneeuwballetje dat, ai rollende grooter wordt, maar sterker in volume toeneemt omdat de omwentelings vlakte zooveel grooter wordt. Vóór dit beeld ecliter te gevaarlijk wordt, zullen wij onze toevlucht maar nemen tot de nuchtere, maar veelzeggende cijfers in eenige statis tieken Vooreerst een grafische voorstelling van het aantal, tot den N. V. B. toegetreden vereenigingen van 1889 tot 1929. [XV*VW Het huis van den K.N.V.B. v. d. Spiegelstraat 21, 's-Gravenhage. 1906 07 4788 1907 08 5603 1908 09 5803 1909 10 6914 1910 11 7006 1911/12 8104 1912 13 9030 1913 14 10676 1914 15 9831 1915 16 11095 1916 17 12892 1917 18 14223 1918 19 15863 191920 18158 1920 21 21875 1921 22 26037 1922 23 27209 1923 24 28200 1924 25 30766 1925 26 32450 1926 27 33053 1927 28 34888 1928 29 36542 Wij hebben in deze interessante statis tiek opzettelijk alle bekende jaren vermeld, omdat er zoo aardig uit te zien is, wanneer de groote bloeiperiode van het spel kwam, en wat er verder op van invloed is geweest. Ir het laatste seizoen voor den oorlog werd het getal van 10 000 bereikt. Dat was dus in 25 jaar bereikt, Het volgend seizoen is het cijfer weer onder dit trotschc aantal gedaald, ongetwijfeld door de mobilisatie. Maar ook de soldaten konden spoedig weer gaan voet ballen en het aantel steeg weer jaarlijks tot de derde 5000 in 5 jaar tijds bereikt was. De oorlog was uit en daarmee kwam de groote populariseering eigenlijk eerst. In tien jaar tijd kwamen er nog 21.000 leden bij. Men ziet hieruit welk een enormen invloed die oorlog ook op het voetbalspel, zooals op schier al les. heeft gehad. Tenslotte willen wij volledigheidshalve nog een paar statistiekjes geven: Jaar In N. V. B. Aantal gewone spelende elftallen competitiewedstr. 1889 90 7 1894 95 27 1899 00 63 260 1904 05 81 410 1909 10 131 812 1914 15 184 1208 1919 20 282 2024 1924 25 462 3399 1929 576 4664 Uit de bovenstaande cijfers is toch wel dui delijk te zien in hoe betrekkelijk korten tijd de N. V. B. van een bescheiden organi satie tot een enorm geheel is gegroeid. De man, die de voetballers op reis zendt of ihuïs laat b Ut ven, op nonacuef zet. of doet spelen, A. Staal, de compeatleleiaer van den N. V. a.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9