H. D.-VERTELLINGEN
FEUILLETON
De Gestolen Diadeem
wenscht ze zoo lang. Inkorting achtte spr.
niet noodig en ook niet wenschelijk, omdat
anders het wachthuisje zou moeten verval
len, De kosten van de verandering in de ver
lichting kunnen zeker niet ten laste van de
tram komen. Aan de bezwaren van den bur
gemeester ten opzichte van de afwatering
kan wellicht tegemoet worden gekomen.
De commissie uit Ged. Staten zal haar
beslissing nader bekend maken.
SINT NICOLAASFEEST VAN „FLORA".
Ook de Speel tuin vereeniging „Flora" heeft
haar Sint Nicolaasfeest gehad. Zij heeft het
blijde en met een zaal vol kinderen ge
vierd in de groote zaal van gebouw Sint Bavo.
Woensdagmiddag half zes kwamen de kinde
deren in optocht met muziek en fakkels in
de Smedestraat aan en voorop reed Sinter
klaas op een witten schimmel, Piet de
Knecht liep er naast.
En toen Sint Nicolaas binnengekomen was
werd hij verwelkomd met „Zie ginds komt
de Stoomboot" en er was vreugdevolle ver
wachting op al die gezichtjes. Sinterklaas
hield een toespraak en daarna was het woord
aan de kinderen zelf, die eens mochten laten
zien wat ze geleerd hebben in den speeltuin.
En hoe aardig deden ze het in hun speel
lied je, en de samenspraak van de kleine
meisjes „Tuinierstertje", hoe charmant w,as
haar optreden in „De vier jaargetijden".
Doch het evenement van den avond was de
opvoering van „Zeven katten op het dak",
het aardige tooneelstukje van H. G. Canne-
gieter, dat bij opvoering steeds zoo'n groot
succes heeft. De tooneelclub „Jong Folra",
had het ondernomen om dit op te voeren en
wij moeten zeggen, dat zij er in vele opzich
ten in geslaagd is.
Het jeugdig gehoor heeft zich uitstekend
geamuseerd. Daarbij kwam, dat Zwarte Piet
een heelen voorraad lekkers had meegebracht
die hij onder de kinderen verdeelde. En de
muziek, die opwekte om telkens weer nieuwe
Sint Nicolaasliedjes te zingen bracht er hoe
langer hoe meer stemming in. Wij kunnen
het Sint Nicolaasfeest van „Flora" en hoe
kan het ook anders bij een vereeniging voor
de jeugd, dus ten zeerste geslaagd noemen.
Afschuwwekkend was hetgeen men toen
zien kreeg. Boven het witte kleed stak een
afgrijselijk doodshoofd uit, zoo wanstaltig en
dreigend en met een gebit zoo welgevormd
gaaf en compleet, dat met het als een waar
devol voorwerp in een anatomisch museum
zou kunnen gebruiken. In het schijnsel der
zaklantaarns was duidelijk zichtbaar hoe
eenige agentenarmen zich langzaam naar
het spook uitstrekten, maar eensklaps weer
werden teruggetrokken.
Tenslotte liet het doodshoofd zich pakken,
welke plechtigheid met een donderend ap!
plaus en hoera-geroep werd begroet. Om
streeks tien uur zijn de agenten heelhuidj
naar beneden gekomen. Eén hunner droeg
onder zijn mantel een groot papieren doods!
hoofd.
ALASTRIM.
Twee nieuwe gevallen t«
Rotterdam.
Dinsdag hebben zich te Rotterdam in het
Noorden van de stad twee gevallen vaa
alastrim voorgedaan. De patiënten, een
vrouw en een kind, zijn in de barakken aan
de Hildegardistraat ter verpleging opgeno
men, meldt het Hbld.
SNELTREIN BAT AVI A-SOERA.
BAJA BOTST TEGEN DRIE
KARBOUWEN.
De eendaagsche expresstreïn van Batavia
naar Soerabaja is Dinsdag aan een groot
gevaar ontsnapt, seint Aneta. De express
reed in volle vaart even voorbij Karangan-
jer toen de locomotief stootte op drie kar
bouwen, die zich op de baan bevonden. Twee
van de dieren werden aan flarden gereden
en het derde werd door de heftige botsing
terzijde van de spoorbaan in de kali geslin
gerd.
DE POSTVLIEGTUIGEN.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor den eenigen bloemenwinkel van de
kleine badplaats stond een jongeman in don
ker costuum, met ernstige, droomerige oogen
en hij bezichtigde aandachtig de uitstalkast-
Het was een heldere dag, laat in den herfst
en het stadje lag eenzaam, door alle bad
gasten verlaten. De weinige bloemen van
den kleinen winkel deden aan als een af
scheidsgroet van den scheidenden zomer.
De jongeman deed de deur open en ging
binnen.
„Ik zou graag een mooi en tuil witte rozen
hebben", zeide hy tot de verkoopster.
„Wij hebben er tot mijn spijt maar weinig.
Mag ik er missohien eenige roode bij doen?"
vroeg het meisje.
„Neen. Het moeten uitsluitend witte zijn."
De verkoopster begon den tuil in orde te
maken.
„U is waarschijnlijk pas hier aangekomen,
niet waar? Ik heb u vroeger niet gezien,"
merkte zij op.
„Ja. drie dagen geleden", antwoordde hij.
„Zeker voor zaken hier?" ging zij voort.
Want het seizoen was al lang voorbij en er
kwamen zelden vreemdelingen in dezen tijd
van het jaar in die streek.
„Ja", zeide hij. „Ik ben uit Berlijn afkom
stig. Ik heb hier zaken te doen."
„Ik begrijp het al", zeide zij. „U Is in
genieur, u is hier voor den bouw van de
nieuwe fabriek en woont in hotel „De
Leeuw".
De jongeman glimlachte.
„U weet beter den weg in mijn zaken dan
lk zelf."
„In een kleine plaats weet men alles van
elkaar," zeide de vrouw.
Het tuiltje bloemen werd niet al te groot,
maar zeer elegant. De verkoopster hulde het
.in wit zijde-achtig papier, de jongeman be
taalde en verliet zonder veel haast te maken,
den winkel. Hij liep door de hoofdstraat van
het stadje. Aan weerskanten waren winkels,
die vol waren met nuttelooze dingen, die uit
sluitend voor de zomergasten worden be
stemd. Een aantal van deze winkels was al
gesloten, en het duurde niet lang, of -men
had het gecultiveerde deel van het stadje
achter den rug, het trottoir verdween, in de
plaats van de hulzen strekten zich velden en
akkers uit en aan den horizon doemde het
Reuzengebergte op. Kille wind streek van
daar uit over de vlakte.
De jonge man met den tuü witte rozen ln
de hand ging verder. Ook gisteren was hij
dezen weg, tot het kleine, oude kerkhof ge
gaan. Daar lag het al voor hem, in de stra
len van de herfstzon. Gisteren was het ge
heel verlaten. Maar vandaag waren arbeiders
bezig met het herstellen van de verweerde
muren. De jongeman wierp het zijde-papier
weg en betrad door een smal hek het kerk
hof. De metselaars onderbraken hun arbeid
en keken den vreemdeling verwonderd na.
Hij liep met gebogen hoofd, zonder naar
rechts of naar links te kijken, zonder de op
schriften te lezen van de oude, met mos be
groeide grafsteen en. Toen bleef hij staan,
bukte en legde zijn bloemen op een graf.
„Is u familielid?" informeerde een oude
metselaar.
De jongeman schudde het hoofd. Hij was
niet in staat te spreken, zijn keel was sdhier
dichtgesnoerd. Hij was blijkbaar zeer ont
roerd.
„Wie is u dan?" vroeg de metselaar weer.
Maar de vreemdeling gaf geen antwoord. Met
snelle passen verliet hij het kerkhof.
Hij volgde werktuigelijk de ingeslagen
richting, zich voortdurend verder van de
stad verwijderend. Blauw welfde de hemel
over hem. De karige herfstzon streelde zijn
haren, zacht gelijk een vermoeide moeder
hand. Hij liep in diep gepeins, maar niet ge
dachten hielden hem bezig, doch gevoelens.
Er bestaat een toestand, waarin de inner
lijke beweging van de zenuwen van het ge-
heele lichaam schijnt uit te gaan, zich in de
hartstreek concentreert, de borst dreigt te
doen springen en gloeiend en smartelijk op
stijgt naar hals en oogen.... Dan vloeien tra
nen de tranen van een volwassen man.
De weg steeg steil. Toen de vreemdeling
het hoogste punt bereikt had, keek hij om.
Diep beneden lag het kleine kerkhof. Hij zag,
dat de oude metselaar, dien hij aan zijn buis
kon herkennen, bij het graf stond en pogin
gen deed, het opschrift te ontcijferen. Toen
tilde hij den tuil rozen op en zette hem
recht op tegen den grafsteen, zoo was het
mooier.
Na een lange wandeling keerde de jonge
man naar de stad terug en at goed. Zijn tra
nen waren allang opgedroogd. In de hal van
het hotel schreef hij prentkaarten aan zijn
vrienden, toen de portier, vergezeld van een
jong meisje, op hem toetrad. Haar gezicht
Uit het Engelsch van
ARCHIBALD EYRE.
11)
„Ik hoop toch maar zoo dat je je niet
verveelt", herhaalde haar tante. „Alleen
wandelen is ook niet alles, wist ik maar een
aardig meisje
„O neen. alstublieft niet. ik ken al veel te
veel menschen, lk vind alleen wandelen
heelemaal niet onpleizierig."
„Er zijn hier ook gollvelden", vertelde
tante Martha.
Lilian keek verheugd op. „Dat is heerlijk",
verklaarde ze opgewekt. „Ik heb in den eind-
wedstrijd voor de dames-kampioenschappen
moegespeeld. Zou ik daar kunnen spelen?"
Dn captain van de damesclub is de vrouw
- -'en dokter een allervriendelijkste
Vandaag zal ze wel hier komen om
weel-rekeningetje te betalen. Dan zal ik
oar eens naar vragen",
ral om mijn golfstokken telegrafeeren",
T ">n. bUI dat eenzame wandelingen
n 1 baar eenig amusement zouden zijn.
De vrouw van den dokter, mevrouw Am-
borst, kwam inderdaad dien morgen, zooals
tante Martha vèrwacht had en scheen niet
or. oenegen om Lilian onder haar hoede te
nemen. Lilian verbeeldde zich een beetje
neerbuigendheid in haar manieren te ont
dekken. maar hinderlijk was dat niet.. Lilian
vertelde dat ze alleen 's morgens zou spelen.
Nu ze meende dat in mevrouw Amherst's
stem iets van opluchting klonk, toen deze
DONDERDAG 5 DECEMBER 1929
kwam hem bekend voor. ofschoon het onmo
gelijk was, dat hij haar kende, daar hij voor
het eerst in dit Silezische stadje was.
„Pardon", zeide het jonge meisje. „Was u
vandaag niet op het kerkhof?"
De jongeman gaf een bevestigend ant
woord, terwijl hij haar aandachtig gadesloeg
en vergeefs trachtte na te speuren, aan wie
zij hem herinnerde.
„De oude metselaar vertelde mij, dat u
bloemen had gelegd op het graf van mijn
moeder."
„Ik wist niet, dat het u moeder was".
Waarom deed u het dan?" vroeg het
meisje.
Het gezicht van den jongeman naan een
droefgeestige uitdrukking aan.
„Vandaag is het de sterfdag van mijn
moeder", zeide hij „Zij ligt in Hamburg. Ik
besloot bloemen te koopen en ze hier, in deze
verre stad op een of ander graf neer te leg
gen. Ik dacht, dat ik op deze wijze de her
innering aan mijn moeder het best zou
eeren.."
Het meisje zweeg. Hij vroeg haar:
„Hoe hebt u geweten dat ik het was?"
„Ik ging naar den bloemenwinkel en infor
meerde daar, wie de bloemen gekocht had.
Want zij konden nergens anders gekocht
zijn. De verkoopster vertelde mij, dat u hier
logeert."
De vreemdeling zeide ernstig:
„Ik probeer mij voortdurend te herinneren,
op wie u lijkt. Nu weet ik het. U lijkt op
mijn moeder, zooals ik me haar uit mijn
jeugd herinner. Zij stierf, toen zij zeven-en-
twintig jaar was. Hoe oud is u?"
„Oh! Ik ben veel jonger!", protesteerde het
meisje.
„Ik weet het, lk weet het.... Dat is dadelijk
te zien. Zoo heb ik het ook niet gemeend
haastte hij zich te verzekeren. „Maar waarom
blijven wij staan? Gaat u toch zitten!"
Zij gingen zitten en de jongeman merkte
peinzend, op:
„Merkwaardig ls dit alles. Ik ben niet bij -
geloovig, maar je zou werkelijk kunnen
gelooven, dat onze moeders gewensoht heb
ben, dat wij elkaar zouden leeren kennen."
Het meisje zag hem met haar groote, blau
we oogen aan, glimlachte en toen begon er
een lang gesprek, dat alleen voor hen beiden
interessant en belangrijk was.
VOOR DE HENGELAARS.
EEN BIJZONDERE VERGUNNING.
Het werken van de Hengelaarsvereeniging
„Tusschen het Riet" heeft voor de hengelaars
een mooi resultaat gehad. Toen eenigen tijd
geleden het ministerieele besluit bekend
werd, dat de minister voor bepaalde wateren
ontheffing kon verleenen om van 1 Novem
ber 1929 tot 28 Februari 1930 te mogen vis-
schen met den hengel, geaasd met visch,
kleiner d^n 13 c.M. (baarshengel)richtte het
bestuur zich met zoo'n verzoek tot de Vis-
scherij-inspectie en vroeg aan den Leidschen
Hengelaarsbond om dit verzoek te steunen.
Thans ontving de vereeniging de mededee-
llng, dat het tot 28 Februari 1930 zal zijn
toegestaan te visschen met den hengel geaasd
met blankvoorn en ruischvoorn beneden de
maat van 13 c.M. in:
a. Den Stichtsch-Ankeveenschen polder,
b. De Leidsche Trekvaart van Leiden tot
Haarlem,
c. Het Aarkanaal,
d. De Westelijke gracht tot Nieuwpoort.
e. De Eem.
Onder voorwaarde, dat de aasvisch wordt
betrokken van visschers of handelaren in
aasvisch, die voorzien zijn van een schrifte
lijke vergunning, welke het districtshoofd
hun voor het leveren van ondermaatsche
aasvisch aan hengelaars heeft verleend.
HET ST. NICOLAASFEEST VAN DEN BOND
VAN ONDERWIJZERS
Woensdag waren de allerkleinsten, de
peuters uit de eerste klassen der Lagere Scho
len, die het Sinterklaasfeest vierden met den
Bond van Nederlandsclie Onderwijzers. En
bij hen kwam Sint Nicolaas zelf op bezoek
met Piet.
Dat aan het verschijnen van den Sint elke
angstgedachte vreemd is bewees wel het con
tact dat de kindervriend onmiddellijk met de
kinders wist te krijgen. Zooals het géheele
St. Nicolaasfeest van den B. v. N. O. paedago-
gisch is in hooge mate is het ook deze Sin
terklaas, in zijn tactvol gekozen gesprekken.
dame zei, dat zij tot haar spijt juist alleen
maar 's middags op het golfterrein kon ko
men. Maar morgenochtend", voegde zij er
aan toe' „zal ik u introduceeren,'.
Lilian bedankte haar vriendelijk voor de
moeite die ze zou nemen.
„Vanmiddag is er bestuursvergadering",
ging de doktersvrouw voort, „en ik kan u wel
de verzekering geven dat u aangenomen zult
worden. Uw tante staat bij ons allemaal zeer
in aahzien; zij is altijd heel edelmoedig als
het er op aankomt om plaatselijke vereeni-
gingen te steunen. Bent u van plan lang in
Woollacombe te blijven?"
„O neen, op zijn hoogst zes maanden".
Mevrouw Amherst werd nog hartelijker.
„Ik zal u aan verschillende aardige men
schen voorstellen en ik ben overtuigd dat u
ons niet stijf of ongenaakbaar zult vinden".
„Het is heel vriendelijk van u", zei Lilian,
„maar doet u geen moeite om mij aan ken
nissen voor te stellen. Als er een beroepsspe
ler is, wil die misschien wel met me mee
gaan. Ik mag nog wel weer eens een lesje
hebben".
Mevrouw Amherst, vertrok na voor den vol
genden morgen met Lilian een afspraak ge
maakt te hebben. Later op den dag vertelde
zij aan haar medebestuursleden dat het
nichtje van juffrouw Watt een keurig jong
meisje was die haar plaats in de maatschap
pij uitstekend begreep. Het bestuur dat zich
verbaasde over het feit dat dames uit den
winkelstand tegenwoordig ook al golfspeel-
den, besloot haar als tijdelijk lid aan te ne
men en ter wille van de liefdadige en royale
tante vriendelijk tegen het nichtje te zijn.
Lilian bracht den morgen verder door met
een wandeling door de omstreken te maken-
Na het vroege middagmaal deed zij een wit
schortje voor en aanvaardde haar taak als
extra hulp in den winkel cn de tea-room.
Het hoogtepunt was natuurlijk de komst
van Sint Nicolaas in de zaal, de nabijheid
van Piet en de uitdeeling. De jongens kre
gen een stuk speelgoed, de meisjes een pop
En ieder een zakje lekkers.
Doch hoogtepunten waren ook het ver
schijnen van de kindertjes op het tooneel,
het Sinterklaasliedje gezongen door een
klein meisje bij Sint Nicolaas op schoot.
Het feest werd besloten met het vertoonen
van een paar dierenfilms, begrijpelijke ge
schiedenissen, die tevens de verdienste heb
ben reeds vroeg dierenliefde te kweeken. Het
feest duurde van half een tot half drie.
VEREENIGING „KINDER
VREUGD".
ST. NICOLAASFEEST.
Kindervreugd was het inderdaad Woens
dagmiddag in het gebouw van den Haarlem-
schen Kegelbond in de Tempeliersstraat waar
een groot aantal kinderen van leden der
Vereeniging „Kindervreugd" bijeen waren om
het jaarlijksch St. Nicolaasfeest te vieren.
Het feest werd geopend met een toespraak
van den voorzitter, den heer G. de Vries, die
er aan herinnerde dat het hier een 25-jarig
feest gold, waarmede spr. in 't bijzonder den
eere-voorzitter, den heer H. Vellinga felici
teerde. Het dochtertje van den heer De Vries
bood den eere-voorzitter een palm aan. De
heer Vellinga dankte hiervoor en voor de hem
gebrachte hulde en sprak den wensch uit
dat hij nog vele jaren in gezondheid de ver
eeniging zou mogen steunen.
Er was voor deze bijzondere gelegenheid
ook een bijzonder programma opgemaakt.
Mr. Conradi, de humoristische goochelaar,
hield de jeugd op aardige wijze bezig met zijn
verrassende toeren; hij heeft er ook bijzon
der slag van, de jeugd in zijn werkzaamheden
te betrekken.
Dat hij ook een uitnemend buikspreker is.
bleek toen Prof. Muralda met zijn kameraad
Hompie op het podium had plaats genomen
Wat een gezellige conversatie voerden die
twee! De jeugd genoot er van! Evenals trou
wens van de verschillende bioscoopnummers
waarbij de kinderen zelfs „musiceerende
films" te zien en te hooren kregen.
Natuurlijk steeg de vreugde ten top, toen
te ongeveer zes uur St. Nicolaas zijn intrede
in de zaal deed en daarna een mutsenpro
menade door de kinderen werd gehouden.
De voorzitter deelde in zijn sluitingstoe
spraak mee. dat a.s. Donderdag de vereeni
ging een jubileumsfeest in het gebouw van
den Kegelbond geeft. In de Kerstvacantie
biedt de directie van het Rembrandt Theater
een gratis-bioscoopvoorstelling in dat thea
ter aan.
Spr. bracht voorts dank aan allen, die had
den medegewerkt om het feest zoo goed mo
gelijk te doen slagen, in 't bijzonder aan zijn
medebestuurders. De heer De Vries dankte
ook de leden voor hun opkomst en sprak de
hoop uit dat allen voldaan huiswaarts zou
den gaan.
Tot slot had nog een uitdeeling van prij
zen plaats.
DE E. S. M. TE HALFWEG.
BEHANDELING VOOR EEN COM
MISSIE UIT GED. STATEN.
Woensdagmorgen was gelegen
heid, voor een commissie uit Ged. Staten
(bestaande uit de heeren D. Kooiman en
Mr. A. Bruch) mondeling bezwaren in te die
nen, naar aanleiding van een verzoek van de
N. V. Electrische Spoorweg Mij te Haarlem,
om vergunning voor den aanleg en instand
houding van een gedeelte spoor (tram) weg op
en nabij het Plein te Halfweg.
Voor het gemeentebestuur der gemeente
Haarlemmerliede en Spaarnwoude was aan
wezig de heer L. H. Simons, voor de E. S. M.
de heeren Ir. W. J. Burgersdijk, directeur, Ir.
B. Nugteren, chef van den Weg, bovenleiding
en gebouwen. Verder was aanwezig de heer
Zijderlaan, ingenieur bij het Rijkstoezicht op
Spoor- en Tramwegen.
De burgemeester noemde eenige bezwaren
en zeide dat de ruimte tusschen de vlucht
heuvels belemmerend kan werken omdat
geen behoorlijke afwatering mogelijk is.
Voorts vroeg de burgemeester of het wel
juist is dat over het slaan van palen bijvoor
beeld geen overleg wordt gepleegd met het
gemeentebestuur en een bepaalde bevoegd
heid wordt verleend door Ged. Staten aan
een plaatselijk hoofdingenieur.
De heer Simons was verder van oordeel
dat de vluchtheuvels aan de westzijde iets
moeten worden ingekort, daar het verkeer
anders belemmering zal ondervinden en
meende tenslotte dat de verandering der
straatverlichting ter plaatse, noodig gewor
den door wijziging der situatie op het Plein,
niet door de gemeente behoeft bekostigd te
worden.
Spr. vroeg hierover een andere bepaling op
te nemen in de ontwerp-beschikking.
Ir. Burgersdijk beantwoordde de gemaakte
opmerkingen. Spr. vestigde er de aandacht
op dat de „vluchtheuvels" eigenlijk trottoirs
zijn. Waterstaat maakt ze en het Rijk
Zij had er zelf groote pret in en ze vond van
zichzelf dat zij een geboren kellnerin was.
Als zij een kleine fotu maakte, wat een paar
maal gebeurde, maakte zij op een allerliefste
manier haar excuses en vertelde dat zij nog
„nieuw" was. Verscheidene dames, die na
haar boodschappen kwamen theedrinken, wa
ren aangenaam verrast door haar prettige
verschijning en vroegen haar het een en an
der over haar zelf.
Zij antwoordde bescheiden dat zij t nicht
je van juffrouw Watt was en zij hielp de
dames met haar parapluies en haar pakjes en
deed het zoo opgewekt en vlug en vriendelijk
dat zij alle harten won
Maar eenmaal vergat zij haar rol bijna.
Mevrouw Hemmings stevende binnen en ging
aan een tafeltje bij de deur zitten. Lilian
kreeg een kleur, want ze was er van over-
tiugd, dat de deftige dame hoofdzakelijk
kwam met de bedoeling om haar te verne
deren.
Zij ging naar haar toe. „Wat is er van
uw dienst, mevrouw?"
„Thee met cake", antwoordde mevrouw
Hemmings eerder verward dan uit de hoogte.
Lilian had haar dus toch verkeerd beoor
deeld. Zij was niet met booze bedoelingen
gekomen, maar enkel uit nieuwsgierigheid.
„Ik hoop dat uw koffer veilig thuis geko
men is", zei Lilian vriendelijk toen zij het
bestelde voor haar neerzette.
Mevrouw Hemmings verschoof het theegerei
met trillende vingers.
„Er is tot mijn verbazing niets gestolen",
antwoordde zij.
„Verwacht u altijd diefstallen als u van
huis bent?" klonk Lilian's verbaasde vraag.
„Men ontmoet tegenwoordig onderweg
zooveel verdachte typen", antwoordde me
vrouw Hemmings prompt.
Lilian had geen antwoord gereed; ze ver-
GRIEZELIGE SPOOKGESCHIEDE.
NIS TE UTRECHT.
POLITIE KWAM ER BIJ TE PAS.
dween en liet de zegepraal aan de oudere
dame. Ze ergerde zich vreeselijk toen ze iets
triomfantelijks in de houding van mevrouw
Hemmings ontdekte: alsof deze zich over
haar eigen vermetelheid verheugde en zij
kreeg haar zelfbeheersching pas terug toen
de dame verdwenen was; er lag een fooi in
den vorm van een tweestuiverstuk op het
bord.
Om zes uur was de drukte afgeloopen en
de dienstmeisjes waren met ander werk be
zig, terwijl Lilian achterbleef voor het ge
val er nog een late bezoeker bediend zou
moeten worden Zij was juist vriendschap
pelijk aan het praten met het aardige ro
zige meisje dat als cassière dienst deed, toen
een jongmensch den winkel kwam binnen
stappen Hij leek een jaar of achttien. Zijn
oogen waren transparant blauw en zijn we
lige haardos was goudblond en krullend. Hij
droeg een geruit sportpak en een bruine
vilthoed stond zwierig op zijn lange lokken.
Hij ging zitten in een nis die het verste van
de deur verwijderd was.
„Wat een eigenaardige jongen", zei Lilian
tegen de cassière, die Amy heette.
„Eigenaardig?" riep Amy, die zich uitrek
te, om een glimp van den bezoeker op te
vangen. „Ik vind hem een snoes; ik noem
hem altijd den Engel".
„O, ken je hem?"
„Neen". De oogen van het meisje begonnen
te schitteren en zij bloosde hevig. „Ik heb
hem nog nooit in mijn leven gesproken, den
laatsten tijd komt hij haast iederen dag hier,
maar ik weet niet wie hij is.
Lilian keek glimlachend naar het blozende
gezicht van het meisje en ging toen naar
haar klant toe. Wat een roman!" dacht ze.
Het meisje dat- daar in het kleine kashokje
zat en tien shillings in de week verdiende,
was verliefd op een onbekenden engel in een
Het vierde retourvliegtnif
heden uit Batavia vertrokken,
Het vierde K.L.M.-postvliegtuig in den ge.
regelden veertiendaagschen dienst Batavia-
Amsterdam is Woensdagmorgen van Batavia
vertrokken. Aan boord is 158 K.G. post.
duur sportpak. Wat een wereldje in het klein
was de winkel van haar tante!
De Engel scheen in verheven overpeinzin
gen verdiept, want Lilian stond al een poos
je bij zijn tafel, voor hij haar aanwezigheid
bemerkte. Hij had zijn hoed afgezet en de
glans van zijn krullebol had wel iets van
een aureool.
„Wat mag ik u brengen?" vroeg Lilian
eindelijk.
De jongeling keek op. „Is mijn vriend ook
hier geweest?" vroeg hij verstrooid.
„Ik wist niet dat u een vriend had".
„Misschien ook niet", zei de Engel verre
van vriendelijk, „maar ik bedoel den man
den heer, dien ik hier meestal ontmoet"
„Ik ben hier vandaag voor het eerst, en
ik ken hier de klanten nog niet; ik zal eens
aan de toonbank gaan vragen".
„O, doet u geen moeite. Geeft u me maar
wat geroosterd brood met boter en thee.
De jonge man hervatte zijn overpeinzin
gen, Lilian gaf de bestelling door de spreek
buis door en ging toen naar het meisje aan
de kas.
„De Engel vraagt of zUn vriend al hier is
geweest".
„Neen, die Is er nog niet geweest. Was dat
het wat hij je vroeg?"
„Anders niets".
Amy zuchtte. „Als hij je ooit naar mijn
naam vraagt wil je het mij dan zeggen?"
Lilian schudde afkeurend het hoofd. „Ben
jij niet een erg dwaas meisje?"
„Het meisje ze was niet meer dan een
kind werd vuurrood.
„Ik zei het maar voor een grap", mompel
de ze verward. „Ik verbeeld me zoo graag
dat hij een sprookjesprins is".
(Wordt vervolgd.)
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
Bloemen des Levens
door OSSIP DYMOW.
Wat men In Utrecht al eenigen tijd ver
wachtte is Dinsdagavond tot schrik en beven
van buurtgenooten, zenuwtrillende dienstbo
den en honderden nieuwsgierigen gebeurd
schrijft de Tel.
Angstkreten weerklonken in de omgeving
van het langzamerhand berucht geworden
spookhuis op de Kromme Nieuwe Gracht.
Dat het hier inderdaad spookt, is Dinsdag
avond omstreeks half tien duidelijk geworden,
toen op het dak plotseling een hel-violette
vlam uitbrak die de heele omgeving in ge
heimzinnig licht hulde. Zoo scherp was het
licht, dat het scheen door te dringen tot de
kamers van hen die in dit geheimzinnige
stadsdeel wonen. Hier en daar werden ramen
opengeschoven en staken hoofden naar bui
ten om schielijk weer teruggetrokken te wor
den. Even flikkerde de vlam nog. op, maar
wat zich toen achter een der ramen afspeel
de was gewoonweg ontzettend. In een hoek
van het kozijn begon een lichtje te branden,
eerst klein, daarna veel helderder. Tegelij
kertijd doemde uit de duisternis een grijn-'
zend doodsbleek gezicht op
Steeds dichterbij kwam het spook, tot dat
het achter de ramen den doodsb.leeken grijn-
zenden kop eensklaps hemelwaarts richtte.
„De politie moet komen" werd er geroepen.
„Is al gewaarschuwd", klonk het terug van
achter een der ramen. Het spook geheel in
het wit gehuld bleef rustig naar boven zitten
staren.
Allengs groeide de menschenmenigte aan.
„Op zij, ruimte", klonk het eensklaps, „po
litie!"
Een zucht van verlichting ging door de om
standers. Een inspecteur, ietwat bleek om
den neus, trok zijn sabel, maar deed die on
middellijk weer in de schede, toen zijn agen
ten hem mededeelden, dat geen der deuren
met mogelijkheid geopend kon worden. Het
spook toonde zich onvermurwbaar. Even
hield de politie krijgsraad en besloot toen
het spook en zijn trawanten door list te over
rompelen.
„Wil ik u misschien even helpen, mijnheer"
zei een dreumes van nauwelijks 12 jaar oud
tegen den inspecteur. Maar deze scheen Flip-
pie al te kennen, en verdacht hem er van in
geheim contact met het spook te staan. Met
spanning werden de verdere operaties der
politie gevolgd, die met zaklantaarns gewa
pend door den tuin naar boven trachtte te
komen.
Van twee kanten werd nu een aanval op
het spookhuis gedaan.
Brrrging het door de omstanders,
toen geconstateerd werd, dat felle lichtbun
dels op het spook werden geworpen.
Bij de KLM. is bericht ingekomen, dat
het vierde retourpostvliegtuig gisteren uit
Batavia te 6.30 uur is vertrokken, 9.15 te
Palembang arriveerde, vandaar te 10.10 uur
vertrok om te 15.55 uur in Medan te arri-
veeren. Alles is wel aan boord. Heden wordt
verder gevlogen.
STRENGE PASCONTROLE AAN
DE FRANSCHE GRENS.
De Parijsche correspondent van het Hbld,
schrijft:
Voor degenen die wellicht bij de komende
feestdagen naar Parijs mochten willen komen
bericht ik even dat er hier den laatsten tijd
zeer streng wordt toegezien op de geldig
heid van de paspoorten.
De laatste jaren bepaalden de Fransche
controleerende ambtenaren zich er door
gaans toe, even uw portretten in 't paspoort
met uw gezicht te vergelijken; of het ver-
Ioopen was kon hun niets schelen. Een
hoogst enkelen keer maakten ze een aan
merking tegen iemand die met een niet in
tijds vernieuwd paspoort reisde, maar dit
bepaalde zich echter hem den raad te geven
zich „en règle" te stellen een sanctie was
er nooit. In den laatsten tijd echter wordt
ook de datum waarop de passen zijn uitge
geven zorgvuldig gecontroleerd, en is de
geldigheidsduur verstreken, dan worden de
houders onverbiddelijk teruggestuurd.
Het overkwam een paar dagen geleden
aan een Hollandsche dame, die hier woon;
nog wel, en dit met haar Parijsche „carte
d'étranger" bewijzen kon. Niettemin werd
ze, met een stuk of wat andere Hollanders
en nog vreemdelingen van andere nationali
teit, in Aulnoye uit den trein gezet, en daa:
onder politiebewaking gehouden tot de eerst
volgende trein naar Brussel kwam, waar ze
mee terug moest.
Wie zich een dergelijke onaangename
ervaring besparen wil, zorge er dus voor zijn
paspoort in tijds te doen verlengen. Tegen
woordig is men voor een gulden twee jaar
lang in orde; voor het geld behoeft men het
daarom niet te laten. En wie het uit slodig-
daarom niet te laten. En wie het uit slordig-
hij zich blootstelt.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJORISSTRAAT 16
TELEFOON 10756
HOBBY VLOERWRIJVERS f 125.-