H. D.-VERTELLINGEN FEUILLETON De Gestolen Diadeem wenscht ze zoo lang. Inkorting achtte spr. niet noodig en ook niet wenschelijk, omdat anders het wachthuisje zou moeten verval len, De kosten van de verandering in de ver lichting kunnen zeker niet ten laste van de tram komen. Aan de bezwaren van den bur gemeester ten opzichte van de afwatering kan wellicht tegemoet worden gekomen. De commissie uit Ged. Staten zal haar beslissing nader bekend maken. SINT NICOLAASFEEST VAN „FLORA". Ook de Speel tuin vereeniging „Flora" heeft haar Sint Nicolaasfeest gehad. Zij heeft het blijde en met een zaal vol kinderen ge vierd in de groote zaal van gebouw Sint Bavo. Woensdagmiddag half zes kwamen de kinde deren in optocht met muziek en fakkels in de Smedestraat aan en voorop reed Sinter klaas op een witten schimmel, Piet de Knecht liep er naast. En toen Sint Nicolaas binnengekomen was werd hij verwelkomd met „Zie ginds komt de Stoomboot" en er was vreugdevolle ver wachting op al die gezichtjes. Sinterklaas hield een toespraak en daarna was het woord aan de kinderen zelf, die eens mochten laten zien wat ze geleerd hebben in den speeltuin. En hoe aardig deden ze het in hun speel lied je, en de samenspraak van de kleine meisjes „Tuinierstertje", hoe charmant w,as haar optreden in „De vier jaargetijden". Doch het evenement van den avond was de opvoering van „Zeven katten op het dak", het aardige tooneelstukje van H. G. Canne- gieter, dat bij opvoering steeds zoo'n groot succes heeft. De tooneelclub „Jong Folra", had het ondernomen om dit op te voeren en wij moeten zeggen, dat zij er in vele opzich ten in geslaagd is. Het jeugdig gehoor heeft zich uitstekend geamuseerd. Daarbij kwam, dat Zwarte Piet een heelen voorraad lekkers had meegebracht die hij onder de kinderen verdeelde. En de muziek, die opwekte om telkens weer nieuwe Sint Nicolaasliedjes te zingen bracht er hoe langer hoe meer stemming in. Wij kunnen het Sint Nicolaasfeest van „Flora" en hoe kan het ook anders bij een vereeniging voor de jeugd, dus ten zeerste geslaagd noemen. Afschuwwekkend was hetgeen men toen zien kreeg. Boven het witte kleed stak een afgrijselijk doodshoofd uit, zoo wanstaltig en dreigend en met een gebit zoo welgevormd gaaf en compleet, dat met het als een waar devol voorwerp in een anatomisch museum zou kunnen gebruiken. In het schijnsel der zaklantaarns was duidelijk zichtbaar hoe eenige agentenarmen zich langzaam naar het spook uitstrekten, maar eensklaps weer werden teruggetrokken. Tenslotte liet het doodshoofd zich pakken, welke plechtigheid met een donderend ap! plaus en hoera-geroep werd begroet. Om streeks tien uur zijn de agenten heelhuidj naar beneden gekomen. Eén hunner droeg onder zijn mantel een groot papieren doods! hoofd. ALASTRIM. Twee nieuwe gevallen t« Rotterdam. Dinsdag hebben zich te Rotterdam in het Noorden van de stad twee gevallen vaa alastrim voorgedaan. De patiënten, een vrouw en een kind, zijn in de barakken aan de Hildegardistraat ter verpleging opgeno men, meldt het Hbld. SNELTREIN BAT AVI A-SOERA. BAJA BOTST TEGEN DRIE KARBOUWEN. De eendaagsche expresstreïn van Batavia naar Soerabaja is Dinsdag aan een groot gevaar ontsnapt, seint Aneta. De express reed in volle vaart even voorbij Karangan- jer toen de locomotief stootte op drie kar bouwen, die zich op de baan bevonden. Twee van de dieren werden aan flarden gereden en het derde werd door de heftige botsing terzijde van de spoorbaan in de kali geslin gerd. DE POSTVLIEGTUIGEN. HAARLEM'S DAGBLAD Voor den eenigen bloemenwinkel van de kleine badplaats stond een jongeman in don ker costuum, met ernstige, droomerige oogen en hij bezichtigde aandachtig de uitstalkast- Het was een heldere dag, laat in den herfst en het stadje lag eenzaam, door alle bad gasten verlaten. De weinige bloemen van den kleinen winkel deden aan als een af scheidsgroet van den scheidenden zomer. De jongeman deed de deur open en ging binnen. „Ik zou graag een mooi en tuil witte rozen hebben", zeide hy tot de verkoopster. „Wij hebben er tot mijn spijt maar weinig. Mag ik er missohien eenige roode bij doen?" vroeg het meisje. „Neen. Het moeten uitsluitend witte zijn." De verkoopster begon den tuil in orde te maken. „U is waarschijnlijk pas hier aangekomen, niet waar? Ik heb u vroeger niet gezien," merkte zij op. „Ja. drie dagen geleden", antwoordde hij. „Zeker voor zaken hier?" ging zij voort. Want het seizoen was al lang voorbij en er kwamen zelden vreemdelingen in dezen tijd van het jaar in die streek. „Ja", zeide hij. „Ik ben uit Berlijn afkom stig. Ik heb hier zaken te doen." „Ik begrijp het al", zeide zij. „U Is in genieur, u is hier voor den bouw van de nieuwe fabriek en woont in hotel „De Leeuw". De jongeman glimlachte. „U weet beter den weg in mijn zaken dan lk zelf." „In een kleine plaats weet men alles van elkaar," zeide de vrouw. Het tuiltje bloemen werd niet al te groot, maar zeer elegant. De verkoopster hulde het .in wit zijde-achtig papier, de jongeman be taalde en verliet zonder veel haast te maken, den winkel. Hij liep door de hoofdstraat van het stadje. Aan weerskanten waren winkels, die vol waren met nuttelooze dingen, die uit sluitend voor de zomergasten worden be stemd. Een aantal van deze winkels was al gesloten, en het duurde niet lang, of -men had het gecultiveerde deel van het stadje achter den rug, het trottoir verdween, in de plaats van de hulzen strekten zich velden en akkers uit en aan den horizon doemde het Reuzengebergte op. Kille wind streek van daar uit over de vlakte. De jonge man met den tuü witte rozen ln de hand ging verder. Ook gisteren was hij dezen weg, tot het kleine, oude kerkhof ge gaan. Daar lag het al voor hem, in de stra len van de herfstzon. Gisteren was het ge heel verlaten. Maar vandaag waren arbeiders bezig met het herstellen van de verweerde muren. De jongeman wierp het zijde-papier weg en betrad door een smal hek het kerk hof. De metselaars onderbraken hun arbeid en keken den vreemdeling verwonderd na. Hij liep met gebogen hoofd, zonder naar rechts of naar links te kijken, zonder de op schriften te lezen van de oude, met mos be groeide grafsteen en. Toen bleef hij staan, bukte en legde zijn bloemen op een graf. „Is u familielid?" informeerde een oude metselaar. De jongeman schudde het hoofd. Hij was niet in staat te spreken, zijn keel was sdhier dichtgesnoerd. Hij was blijkbaar zeer ont roerd. „Wie is u dan?" vroeg de metselaar weer. Maar de vreemdeling gaf geen antwoord. Met snelle passen verliet hij het kerkhof. Hij volgde werktuigelijk de ingeslagen richting, zich voortdurend verder van de stad verwijderend. Blauw welfde de hemel over hem. De karige herfstzon streelde zijn haren, zacht gelijk een vermoeide moeder hand. Hij liep in diep gepeins, maar niet ge dachten hielden hem bezig, doch gevoelens. Er bestaat een toestand, waarin de inner lijke beweging van de zenuwen van het ge- heele lichaam schijnt uit te gaan, zich in de hartstreek concentreert, de borst dreigt te doen springen en gloeiend en smartelijk op stijgt naar hals en oogen.... Dan vloeien tra nen de tranen van een volwassen man. De weg steeg steil. Toen de vreemdeling het hoogste punt bereikt had, keek hij om. Diep beneden lag het kleine kerkhof. Hij zag, dat de oude metselaar, dien hij aan zijn buis kon herkennen, bij het graf stond en pogin gen deed, het opschrift te ontcijferen. Toen tilde hij den tuil rozen op en zette hem recht op tegen den grafsteen, zoo was het mooier. Na een lange wandeling keerde de jonge man naar de stad terug en at goed. Zijn tra nen waren allang opgedroogd. In de hal van het hotel schreef hij prentkaarten aan zijn vrienden, toen de portier, vergezeld van een jong meisje, op hem toetrad. Haar gezicht Uit het Engelsch van ARCHIBALD EYRE. 11) „Ik hoop toch maar zoo dat je je niet verveelt", herhaalde haar tante. „Alleen wandelen is ook niet alles, wist ik maar een aardig meisje „O neen. alstublieft niet. ik ken al veel te veel menschen, lk vind alleen wandelen heelemaal niet onpleizierig." „Er zijn hier ook gollvelden", vertelde tante Martha. Lilian keek verheugd op. „Dat is heerlijk", verklaarde ze opgewekt. „Ik heb in den eind- wedstrijd voor de dames-kampioenschappen moegespeeld. Zou ik daar kunnen spelen?" Dn captain van de damesclub is de vrouw - -'en dokter een allervriendelijkste Vandaag zal ze wel hier komen om weel-rekeningetje te betalen. Dan zal ik oar eens naar vragen", ral om mijn golfstokken telegrafeeren", T ">n. bUI dat eenzame wandelingen n 1 baar eenig amusement zouden zijn. De vrouw van den dokter, mevrouw Am- borst, kwam inderdaad dien morgen, zooals tante Martha vèrwacht had en scheen niet or. oenegen om Lilian onder haar hoede te nemen. Lilian verbeeldde zich een beetje neerbuigendheid in haar manieren te ont dekken. maar hinderlijk was dat niet.. Lilian vertelde dat ze alleen 's morgens zou spelen. Nu ze meende dat in mevrouw Amherst's stem iets van opluchting klonk, toen deze DONDERDAG 5 DECEMBER 1929 kwam hem bekend voor. ofschoon het onmo gelijk was, dat hij haar kende, daar hij voor het eerst in dit Silezische stadje was. „Pardon", zeide het jonge meisje. „Was u vandaag niet op het kerkhof?" De jongeman gaf een bevestigend ant woord, terwijl hij haar aandachtig gadesloeg en vergeefs trachtte na te speuren, aan wie zij hem herinnerde. „De oude metselaar vertelde mij, dat u bloemen had gelegd op het graf van mijn moeder." „Ik wist niet, dat het u moeder was". Waarom deed u het dan?" vroeg het meisje. Het gezicht van den jongeman naan een droefgeestige uitdrukking aan. „Vandaag is het de sterfdag van mijn moeder", zeide hij „Zij ligt in Hamburg. Ik besloot bloemen te koopen en ze hier, in deze verre stad op een of ander graf neer te leg gen. Ik dacht, dat ik op deze wijze de her innering aan mijn moeder het best zou eeren.." Het meisje zweeg. Hij vroeg haar: „Hoe hebt u geweten dat ik het was?" „Ik ging naar den bloemenwinkel en infor meerde daar, wie de bloemen gekocht had. Want zij konden nergens anders gekocht zijn. De verkoopster vertelde mij, dat u hier logeert." De vreemdeling zeide ernstig: „Ik probeer mij voortdurend te herinneren, op wie u lijkt. Nu weet ik het. U lijkt op mijn moeder, zooals ik me haar uit mijn jeugd herinner. Zij stierf, toen zij zeven-en- twintig jaar was. Hoe oud is u?" „Oh! Ik ben veel jonger!", protesteerde het meisje. „Ik weet het, lk weet het.... Dat is dadelijk te zien. Zoo heb ik het ook niet gemeend haastte hij zich te verzekeren. „Maar waarom blijven wij staan? Gaat u toch zitten!" Zij gingen zitten en de jongeman merkte peinzend, op: „Merkwaardig ls dit alles. Ik ben niet bij - geloovig, maar je zou werkelijk kunnen gelooven, dat onze moeders gewensoht heb ben, dat wij elkaar zouden leeren kennen." Het meisje zag hem met haar groote, blau we oogen aan, glimlachte en toen begon er een lang gesprek, dat alleen voor hen beiden interessant en belangrijk was. VOOR DE HENGELAARS. EEN BIJZONDERE VERGUNNING. Het werken van de Hengelaarsvereeniging „Tusschen het Riet" heeft voor de hengelaars een mooi resultaat gehad. Toen eenigen tijd geleden het ministerieele besluit bekend werd, dat de minister voor bepaalde wateren ontheffing kon verleenen om van 1 Novem ber 1929 tot 28 Februari 1930 te mogen vis- schen met den hengel, geaasd met visch, kleiner d^n 13 c.M. (baarshengel)richtte het bestuur zich met zoo'n verzoek tot de Vis- scherij-inspectie en vroeg aan den Leidschen Hengelaarsbond om dit verzoek te steunen. Thans ontving de vereeniging de mededee- llng, dat het tot 28 Februari 1930 zal zijn toegestaan te visschen met den hengel geaasd met blankvoorn en ruischvoorn beneden de maat van 13 c.M. in: a. Den Stichtsch-Ankeveenschen polder, b. De Leidsche Trekvaart van Leiden tot Haarlem, c. Het Aarkanaal, d. De Westelijke gracht tot Nieuwpoort. e. De Eem. Onder voorwaarde, dat de aasvisch wordt betrokken van visschers of handelaren in aasvisch, die voorzien zijn van een schrifte lijke vergunning, welke het districtshoofd hun voor het leveren van ondermaatsche aasvisch aan hengelaars heeft verleend. HET ST. NICOLAASFEEST VAN DEN BOND VAN ONDERWIJZERS Woensdag waren de allerkleinsten, de peuters uit de eerste klassen der Lagere Scho len, die het Sinterklaasfeest vierden met den Bond van Nederlandsclie Onderwijzers. En bij hen kwam Sint Nicolaas zelf op bezoek met Piet. Dat aan het verschijnen van den Sint elke angstgedachte vreemd is bewees wel het con tact dat de kindervriend onmiddellijk met de kinders wist te krijgen. Zooals het géheele St. Nicolaasfeest van den B. v. N. O. paedago- gisch is in hooge mate is het ook deze Sin terklaas, in zijn tactvol gekozen gesprekken. dame zei, dat zij tot haar spijt juist alleen maar 's middags op het golfterrein kon ko men. Maar morgenochtend", voegde zij er aan toe' „zal ik u introduceeren,'. Lilian bedankte haar vriendelijk voor de moeite die ze zou nemen. „Vanmiddag is er bestuursvergadering", ging de doktersvrouw voort, „en ik kan u wel de verzekering geven dat u aangenomen zult worden. Uw tante staat bij ons allemaal zeer in aahzien; zij is altijd heel edelmoedig als het er op aankomt om plaatselijke vereeni- gingen te steunen. Bent u van plan lang in Woollacombe te blijven?" „O neen, op zijn hoogst zes maanden". Mevrouw Amherst werd nog hartelijker. „Ik zal u aan verschillende aardige men schen voorstellen en ik ben overtuigd dat u ons niet stijf of ongenaakbaar zult vinden". „Het is heel vriendelijk van u", zei Lilian, „maar doet u geen moeite om mij aan ken nissen voor te stellen. Als er een beroepsspe ler is, wil die misschien wel met me mee gaan. Ik mag nog wel weer eens een lesje hebben". Mevrouw Amherst, vertrok na voor den vol genden morgen met Lilian een afspraak ge maakt te hebben. Later op den dag vertelde zij aan haar medebestuursleden dat het nichtje van juffrouw Watt een keurig jong meisje was die haar plaats in de maatschap pij uitstekend begreep. Het bestuur dat zich verbaasde over het feit dat dames uit den winkelstand tegenwoordig ook al golfspeel- den, besloot haar als tijdelijk lid aan te ne men en ter wille van de liefdadige en royale tante vriendelijk tegen het nichtje te zijn. Lilian bracht den morgen verder door met een wandeling door de omstreken te maken- Na het vroege middagmaal deed zij een wit schortje voor en aanvaardde haar taak als extra hulp in den winkel cn de tea-room. Het hoogtepunt was natuurlijk de komst van Sint Nicolaas in de zaal, de nabijheid van Piet en de uitdeeling. De jongens kre gen een stuk speelgoed, de meisjes een pop En ieder een zakje lekkers. Doch hoogtepunten waren ook het ver schijnen van de kindertjes op het tooneel, het Sinterklaasliedje gezongen door een klein meisje bij Sint Nicolaas op schoot. Het feest werd besloten met het vertoonen van een paar dierenfilms, begrijpelijke ge schiedenissen, die tevens de verdienste heb ben reeds vroeg dierenliefde te kweeken. Het feest duurde van half een tot half drie. VEREENIGING „KINDER VREUGD". ST. NICOLAASFEEST. Kindervreugd was het inderdaad Woens dagmiddag in het gebouw van den Haarlem- schen Kegelbond in de Tempeliersstraat waar een groot aantal kinderen van leden der Vereeniging „Kindervreugd" bijeen waren om het jaarlijksch St. Nicolaasfeest te vieren. Het feest werd geopend met een toespraak van den voorzitter, den heer G. de Vries, die er aan herinnerde dat het hier een 25-jarig feest gold, waarmede spr. in 't bijzonder den eere-voorzitter, den heer H. Vellinga felici teerde. Het dochtertje van den heer De Vries bood den eere-voorzitter een palm aan. De heer Vellinga dankte hiervoor en voor de hem gebrachte hulde en sprak den wensch uit dat hij nog vele jaren in gezondheid de ver eeniging zou mogen steunen. Er was voor deze bijzondere gelegenheid ook een bijzonder programma opgemaakt. Mr. Conradi, de humoristische goochelaar, hield de jeugd op aardige wijze bezig met zijn verrassende toeren; hij heeft er ook bijzon der slag van, de jeugd in zijn werkzaamheden te betrekken. Dat hij ook een uitnemend buikspreker is. bleek toen Prof. Muralda met zijn kameraad Hompie op het podium had plaats genomen Wat een gezellige conversatie voerden die twee! De jeugd genoot er van! Evenals trou wens van de verschillende bioscoopnummers waarbij de kinderen zelfs „musiceerende films" te zien en te hooren kregen. Natuurlijk steeg de vreugde ten top, toen te ongeveer zes uur St. Nicolaas zijn intrede in de zaal deed en daarna een mutsenpro menade door de kinderen werd gehouden. De voorzitter deelde in zijn sluitingstoe spraak mee. dat a.s. Donderdag de vereeni ging een jubileumsfeest in het gebouw van den Kegelbond geeft. In de Kerstvacantie biedt de directie van het Rembrandt Theater een gratis-bioscoopvoorstelling in dat thea ter aan. Spr. bracht voorts dank aan allen, die had den medegewerkt om het feest zoo goed mo gelijk te doen slagen, in 't bijzonder aan zijn medebestuurders. De heer De Vries dankte ook de leden voor hun opkomst en sprak de hoop uit dat allen voldaan huiswaarts zou den gaan. Tot slot had nog een uitdeeling van prij zen plaats. DE E. S. M. TE HALFWEG. BEHANDELING VOOR EEN COM MISSIE UIT GED. STATEN. Woensdagmorgen was gelegen heid, voor een commissie uit Ged. Staten (bestaande uit de heeren D. Kooiman en Mr. A. Bruch) mondeling bezwaren in te die nen, naar aanleiding van een verzoek van de N. V. Electrische Spoorweg Mij te Haarlem, om vergunning voor den aanleg en instand houding van een gedeelte spoor (tram) weg op en nabij het Plein te Halfweg. Voor het gemeentebestuur der gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude was aan wezig de heer L. H. Simons, voor de E. S. M. de heeren Ir. W. J. Burgersdijk, directeur, Ir. B. Nugteren, chef van den Weg, bovenleiding en gebouwen. Verder was aanwezig de heer Zijderlaan, ingenieur bij het Rijkstoezicht op Spoor- en Tramwegen. De burgemeester noemde eenige bezwaren en zeide dat de ruimte tusschen de vlucht heuvels belemmerend kan werken omdat geen behoorlijke afwatering mogelijk is. Voorts vroeg de burgemeester of het wel juist is dat over het slaan van palen bijvoor beeld geen overleg wordt gepleegd met het gemeentebestuur en een bepaalde bevoegd heid wordt verleend door Ged. Staten aan een plaatselijk hoofdingenieur. De heer Simons was verder van oordeel dat de vluchtheuvels aan de westzijde iets moeten worden ingekort, daar het verkeer anders belemmering zal ondervinden en meende tenslotte dat de verandering der straatverlichting ter plaatse, noodig gewor den door wijziging der situatie op het Plein, niet door de gemeente behoeft bekostigd te worden. Spr. vroeg hierover een andere bepaling op te nemen in de ontwerp-beschikking. Ir. Burgersdijk beantwoordde de gemaakte opmerkingen. Spr. vestigde er de aandacht op dat de „vluchtheuvels" eigenlijk trottoirs zijn. Waterstaat maakt ze en het Rijk Zij had er zelf groote pret in en ze vond van zichzelf dat zij een geboren kellnerin was. Als zij een kleine fotu maakte, wat een paar maal gebeurde, maakte zij op een allerliefste manier haar excuses en vertelde dat zij nog „nieuw" was. Verscheidene dames, die na haar boodschappen kwamen theedrinken, wa ren aangenaam verrast door haar prettige verschijning en vroegen haar het een en an der over haar zelf. Zij antwoordde bescheiden dat zij t nicht je van juffrouw Watt was en zij hielp de dames met haar parapluies en haar pakjes en deed het zoo opgewekt en vlug en vriendelijk dat zij alle harten won Maar eenmaal vergat zij haar rol bijna. Mevrouw Hemmings stevende binnen en ging aan een tafeltje bij de deur zitten. Lilian kreeg een kleur, want ze was er van over- tiugd, dat de deftige dame hoofdzakelijk kwam met de bedoeling om haar te verne deren. Zij ging naar haar toe. „Wat is er van uw dienst, mevrouw?" „Thee met cake", antwoordde mevrouw Hemmings eerder verward dan uit de hoogte. Lilian had haar dus toch verkeerd beoor deeld. Zij was niet met booze bedoelingen gekomen, maar enkel uit nieuwsgierigheid. „Ik hoop dat uw koffer veilig thuis geko men is", zei Lilian vriendelijk toen zij het bestelde voor haar neerzette. Mevrouw Hemmings verschoof het theegerei met trillende vingers. „Er is tot mijn verbazing niets gestolen", antwoordde zij. „Verwacht u altijd diefstallen als u van huis bent?" klonk Lilian's verbaasde vraag. „Men ontmoet tegenwoordig onderweg zooveel verdachte typen", antwoordde me vrouw Hemmings prompt. Lilian had geen antwoord gereed; ze ver- GRIEZELIGE SPOOKGESCHIEDE. NIS TE UTRECHT. POLITIE KWAM ER BIJ TE PAS. dween en liet de zegepraal aan de oudere dame. Ze ergerde zich vreeselijk toen ze iets triomfantelijks in de houding van mevrouw Hemmings ontdekte: alsof deze zich over haar eigen vermetelheid verheugde en zij kreeg haar zelfbeheersching pas terug toen de dame verdwenen was; er lag een fooi in den vorm van een tweestuiverstuk op het bord. Om zes uur was de drukte afgeloopen en de dienstmeisjes waren met ander werk be zig, terwijl Lilian achterbleef voor het ge val er nog een late bezoeker bediend zou moeten worden Zij was juist vriendschap pelijk aan het praten met het aardige ro zige meisje dat als cassière dienst deed, toen een jongmensch den winkel kwam binnen stappen Hij leek een jaar of achttien. Zijn oogen waren transparant blauw en zijn we lige haardos was goudblond en krullend. Hij droeg een geruit sportpak en een bruine vilthoed stond zwierig op zijn lange lokken. Hij ging zitten in een nis die het verste van de deur verwijderd was. „Wat een eigenaardige jongen", zei Lilian tegen de cassière, die Amy heette. „Eigenaardig?" riep Amy, die zich uitrek te, om een glimp van den bezoeker op te vangen. „Ik vind hem een snoes; ik noem hem altijd den Engel". „O, ken je hem?" „Neen". De oogen van het meisje begonnen te schitteren en zij bloosde hevig. „Ik heb hem nog nooit in mijn leven gesproken, den laatsten tijd komt hij haast iederen dag hier, maar ik weet niet wie hij is. Lilian keek glimlachend naar het blozende gezicht van het meisje en ging toen naar haar klant toe. Wat een roman!" dacht ze. Het meisje dat- daar in het kleine kashokje zat en tien shillings in de week verdiende, was verliefd op een onbekenden engel in een Het vierde retourvliegtnif heden uit Batavia vertrokken, Het vierde K.L.M.-postvliegtuig in den ge. regelden veertiendaagschen dienst Batavia- Amsterdam is Woensdagmorgen van Batavia vertrokken. Aan boord is 158 K.G. post. duur sportpak. Wat een wereldje in het klein was de winkel van haar tante! De Engel scheen in verheven overpeinzin gen verdiept, want Lilian stond al een poos je bij zijn tafel, voor hij haar aanwezigheid bemerkte. Hij had zijn hoed afgezet en de glans van zijn krullebol had wel iets van een aureool. „Wat mag ik u brengen?" vroeg Lilian eindelijk. De jongeling keek op. „Is mijn vriend ook hier geweest?" vroeg hij verstrooid. „Ik wist niet dat u een vriend had". „Misschien ook niet", zei de Engel verre van vriendelijk, „maar ik bedoel den man den heer, dien ik hier meestal ontmoet" „Ik ben hier vandaag voor het eerst, en ik ken hier de klanten nog niet; ik zal eens aan de toonbank gaan vragen". „O, doet u geen moeite. Geeft u me maar wat geroosterd brood met boter en thee. De jonge man hervatte zijn overpeinzin gen, Lilian gaf de bestelling door de spreek buis door en ging toen naar het meisje aan de kas. „De Engel vraagt of zUn vriend al hier is geweest". „Neen, die Is er nog niet geweest. Was dat het wat hij je vroeg?" „Anders niets". Amy zuchtte. „Als hij je ooit naar mijn naam vraagt wil je het mij dan zeggen?" Lilian schudde afkeurend het hoofd. „Ben jij niet een erg dwaas meisje?" „Het meisje ze was niet meer dan een kind werd vuurrood. „Ik zei het maar voor een grap", mompel de ze verward. „Ik verbeeld me zoo graag dat hij een sprookjesprins is". (Wordt vervolgd.) (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). Bloemen des Levens door OSSIP DYMOW. Wat men In Utrecht al eenigen tijd ver wachtte is Dinsdagavond tot schrik en beven van buurtgenooten, zenuwtrillende dienstbo den en honderden nieuwsgierigen gebeurd schrijft de Tel. Angstkreten weerklonken in de omgeving van het langzamerhand berucht geworden spookhuis op de Kromme Nieuwe Gracht. Dat het hier inderdaad spookt, is Dinsdag avond omstreeks half tien duidelijk geworden, toen op het dak plotseling een hel-violette vlam uitbrak die de heele omgeving in ge heimzinnig licht hulde. Zoo scherp was het licht, dat het scheen door te dringen tot de kamers van hen die in dit geheimzinnige stadsdeel wonen. Hier en daar werden ramen opengeschoven en staken hoofden naar bui ten om schielijk weer teruggetrokken te wor den. Even flikkerde de vlam nog. op, maar wat zich toen achter een der ramen afspeel de was gewoonweg ontzettend. In een hoek van het kozijn begon een lichtje te branden, eerst klein, daarna veel helderder. Tegelij kertijd doemde uit de duisternis een grijn-' zend doodsbleek gezicht op Steeds dichterbij kwam het spook, tot dat het achter de ramen den doodsb.leeken grijn- zenden kop eensklaps hemelwaarts richtte. „De politie moet komen" werd er geroepen. „Is al gewaarschuwd", klonk het terug van achter een der ramen. Het spook geheel in het wit gehuld bleef rustig naar boven zitten staren. Allengs groeide de menschenmenigte aan. „Op zij, ruimte", klonk het eensklaps, „po litie!" Een zucht van verlichting ging door de om standers. Een inspecteur, ietwat bleek om den neus, trok zijn sabel, maar deed die on middellijk weer in de schede, toen zijn agen ten hem mededeelden, dat geen der deuren met mogelijkheid geopend kon worden. Het spook toonde zich onvermurwbaar. Even hield de politie krijgsraad en besloot toen het spook en zijn trawanten door list te over rompelen. „Wil ik u misschien even helpen, mijnheer" zei een dreumes van nauwelijks 12 jaar oud tegen den inspecteur. Maar deze scheen Flip- pie al te kennen, en verdacht hem er van in geheim contact met het spook te staan. Met spanning werden de verdere operaties der politie gevolgd, die met zaklantaarns gewa pend door den tuin naar boven trachtte te komen. Van twee kanten werd nu een aanval op het spookhuis gedaan. Brrrging het door de omstanders, toen geconstateerd werd, dat felle lichtbun dels op het spook werden geworpen. Bij de KLM. is bericht ingekomen, dat het vierde retourpostvliegtuig gisteren uit Batavia te 6.30 uur is vertrokken, 9.15 te Palembang arriveerde, vandaar te 10.10 uur vertrok om te 15.55 uur in Medan te arri- veeren. Alles is wel aan boord. Heden wordt verder gevlogen. STRENGE PASCONTROLE AAN DE FRANSCHE GRENS. De Parijsche correspondent van het Hbld, schrijft: Voor degenen die wellicht bij de komende feestdagen naar Parijs mochten willen komen bericht ik even dat er hier den laatsten tijd zeer streng wordt toegezien op de geldig heid van de paspoorten. De laatste jaren bepaalden de Fransche controleerende ambtenaren zich er door gaans toe, even uw portretten in 't paspoort met uw gezicht te vergelijken; of het ver- Ioopen was kon hun niets schelen. Een hoogst enkelen keer maakten ze een aan merking tegen iemand die met een niet in tijds vernieuwd paspoort reisde, maar dit bepaalde zich echter hem den raad te geven zich „en règle" te stellen een sanctie was er nooit. In den laatsten tijd echter wordt ook de datum waarop de passen zijn uitge geven zorgvuldig gecontroleerd, en is de geldigheidsduur verstreken, dan worden de houders onverbiddelijk teruggestuurd. Het overkwam een paar dagen geleden aan een Hollandsche dame, die hier woon; nog wel, en dit met haar Parijsche „carte d'étranger" bewijzen kon. Niettemin werd ze, met een stuk of wat andere Hollanders en nog vreemdelingen van andere nationali teit, in Aulnoye uit den trein gezet, en daa: onder politiebewaking gehouden tot de eerst volgende trein naar Brussel kwam, waar ze mee terug moest. Wie zich een dergelijke onaangename ervaring besparen wil, zorge er dus voor zijn paspoort in tijds te doen verlengen. Tegen woordig is men voor een gulden twee jaar lang in orde; voor het geld behoeft men het daarom niet te laten. En wie het uit slodig- daarom niet te laten. En wie het uit slordig- hij zich blootstelt. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL STOFZUIGERHUIS MAERTENS BARTELJORISSTRAAT 16 TELEFOON 10756 HOBBY VLOERWRIJVERS f 125.-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6