TWEEDE KAMER. WEENSCHE BRIEF. MARKTNIEUWS HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 5 DECEMBER 1929 3 December. Belasting beialen op de postkantoren. De oud' gepensionneerden. De Arbeidsbegrooting. De nieuwe minister over de afdeeling Arbeid. Vannacht ging de Kamer kwart- over twee naar huis. De heele begrooting voor Financiën werd onverwacht doorgehamerd. Dit is echter al leen mogelijk geworden, doordat de voor zitter eigenlijk bij verrassing behalve de al- gemeene beschouwingen, ook de artikelen doorhamerde. En hierbij hadden vele Kamer leden. die een dergelijke snelle behandeling niet hadden verwacht zich hoewel woorden rijk, niet laten inschrijven. Als een Kamerlid spreken wil. dan moet hij maar met den voorzitter blijven doorzitten! Dat is de oude Kamerregel. Gisteravond er kon toen niet meer over gestemd worden, diende de heer Bakker een amendement in, waarvan de bedoeling was wel het belastïngbetalen op postkantoren in de steden te doen behouden, maar daartoe voor het platteland niet over te gaan. Dit amendement heeft vandaag bij de Kamer veel instemming gevonden; het werd aan- instemming gevondenhet werd aan vaard met 5129 stemmen. De heer Braat stelde zich aan 's ministers zijde: hij vond het belastïngbetalen op de postkantoren bui tengewoon goed, dan behoefden de belasting betalers niet „op de file" te staan. Het wetsontwerp zelf werd met 716 stem men aanvaard. Er zal voor de oud-gepensionneerden thans iets, waardoor zij een recht krijgen, gedaan worden. Minister de Geer is vannacht den heer Suring tegemoet gekomen. Men weet, dat de oud-gepensionneerden op hun oude, te laag geworden pensioenen een correctie krijgen uit een stichting, volgens de stich- tingswet-1926 in het leven geroepen. Nu is het een algemeen erkend feit geworden, niet dat de ambtenaren, die de stichtingswet-1926 uitvoeren, haar toepassen als armenzorg-in- stituut, maar dat de geholpenen haar voe- len als armenzorg, de uitkeeringen als een aalmoes. toepassen als armenzorg-fnstituut, maar dat de geholpenen haar voelen als armenzorg, de uitkeeringen als een aalmoes. Dit wil de minister nu ook gaan wegne men. Hij ging in op het advies van den heer 'Suring om de normen waarnaar de uitkee ringen uit de stichting plaats hebben, te pu- bliceeren niet alleen, hij wil ze zelfs opne men in een algemeenen maatregel van be stuur, waartoe een wijziging van de stich- ■tingswet den weg zal moeten openen. Waar door dus een wettelijk recht geopend wordt. - In verband met deze toezegging van den minister is de motie van den heer ter Laan, die in het algemeen een wettelijke regeling van de pensioenen de oud-gepensionneerden bepleitte, verworpen. Een motie achtte men nu niet noodig om te verkrijgen, wat men wenschte. De heer Braat had wel allerminst een motie noodig men kent des plattelan ders standpunt: „Allemaal pensioen of nie mand." Dezelfde regel gaf hij ten beste bij de stemming over de tweede motie-ter Laan, die een wettelijke regeling wilde voor de pensioenen van de weduwen en weezen van voor '19 overleden gepensionneerden. Deze motie werd afgewezen met hetzelfde aantal stemmen als de eerste, met 4931 stemmen. De behandeling van de' afdeeling „Ar beid" van de Arbeidsbegrooting is ten einde gevoerd. Ook minister Verschuur heeft zich een bewindsman getoond, met vele gaven, in ieder geval in het debat: bij laat zich niet zoo heel spoedig van de wijs brengen door interrupties. De minister deelde zijn rede in drie dee- len. Hij sprak eerst over de toepassing van de geldende arbeidswet, daarna over hoe de arbeidswet uit te breiden ware en ten slotte hoe des ministers verdere bewinds-perspec- tieven zijn. Dit laatste deel was tenslotte voor de toekomst het belangrijkste. Veel bezwaren waren er de bewindsman constateerde 't met vreugde niet inge bracht tegen de handhaving van de arbeids inspectie: de minister constateerde met dankbaarheid, dat de inspectie de arbeidswet volkomen in de hand heeft. Over de over- werkvergunningen had de bewindsman even min veel klachten in ontvangst te nemen ge had. Slechts enkele op de 20.000 overwerk- vergunningen, die gegeven werden. Ook hier constateerde de bewindsman, dat er goed en juist gewerkt werd. De arbeidsinspectie kwam ook ter sprake, toen de minister mej, Meyer een toezegging deed. Mej. Meyer verdedigde het als noodza kelijk, dat wijl de arbeid in de industrie zoo'n grooten invloed heeft op de vrouw, er om specifieke vrouwelijke belangen ook spe cifiek vrouwelijk toezicht moet zijn. Een toezegging verkreeg mej. Meyer: de bewinds man zal bij voorkomende vacatures met deze wenschen gaarne rekening gaan houden en arbeidsinspectrices benoemen. Wat de staking in de cokesfabriek van Sluiskil betreft de minister verdedigde de houding van de Arbeidsinspectie met een beroep op het ovennacht-artikel uit de Ar beidswet, dat het noodzakelijk maakt in een economischen strijd geen standpunt in te nemen, wanneer het er om gaat, na afloop van den strijd de arbeid weer mogelijk te maken. Zooals men in het mijnbedrijf de pompinstallaties bij staking aan den gang moet houden, zoo moesten in Sluiskil de ovens voor afkoeling worden bewaard, want afkoeling zou beteekenen: vernietiging van de ovens. Dit overmacht-artikel geldt echter alleen voor acute gevallen en niet voor een chronisChen oorlogstoestand. In dien toe stand is het cokes bedrijf in Sluiskil thans gekomen en daarom heeft de minister door de arbeidsinspectie een eind laten maken aan haar ingrijpen. De gevolgen liggen thans voor rekening van de directie. De minister is voornemens geleidelijk aan de heele Arbeidswet toe te passen voor de daarin genoemde groepen van arbeiders. Dit noemt hij den afzonderingsarbeid. Tot dien afzonderingsarbeid hebben hem vandaag de heeren Bakker en Kuiper weer opgeroepen. De minister is voornemens de toepassing van de Arbeidswet geldig te verklaren in den loop van 1931 voor het hotelpersoneel en de apothekersassistenten. Met 1 Maart 1930 hoopt hij voor het kantoorpersoneel te zor gen. Eerst afronden, dan nieuwe groepen van arbeiders, zooals de stationsjongens, de gros siers-bedienden enz. door uitbreiding van de Arbeidswet ook voor deze groepen. De heer Hiemstra diende gistermiddag een motie in, waarin hij om een zoowel voor man nen, als voor vrouwen en kinderen dienstige arbeidswet voor het land- en tuinbouwbedrijf vroeg. De minister noemde het geen goed parlementair gebruik reeds in eersten ter mijn met een motie te komen: hij wenschte geen maatregelen te nemen op deurwaarders- exploit! Overigens de minister zal ook geen algemeen geldende arbeidswet voor het land en tuinbouwbedrijf brengen: hij zal begin nen met de vrouwen en de kinderen te be schermen, dit zal gangmakend werken voor een welslagen van verdere pogingen. Verdere pogingen acht de minister alleen dan te kun nen slagen, wanneer het bedrijfsleven in den land- en tuinbouw wordt georganiseerd, veel meer dan tot nu. Hij hoopte daarop! En zal onderzoeken de heer Kuiper vroeg den minister daarnaar wat thans op het" stuk van organisatie te bereiken is in deze be drijven. De conventie van Washington ratificeeren? De minister zal daartoe voorloopig niet over gaan. Er is nog veel te veel verschil van ge- voelenover de vraag, hoe onderscheidene bepalingen moeten geïnterpreteerd worden. Wanneer die ongelijkheid er is, is er geen gelijkheid van concurrentie. Zeker is die on gelijkheid er t.a.v. het spoorwegpersoneel: de heer Kupers had het ook opgemerkt. Zoo lang die ongelijkheid er is, gaat de bewinds man niet over tot ratificatie. En zeker thans nog niet, nu er geenerlei zekerheid is over den inhoud van de arbeidswetten, die Duitschland en Engeland ter uitvoering van de conventie van Washington denken te brengen. Het was nog niet zoo heel vreemd, dat de heer Kuiper vroeg, of er niet tot internatio nale overeenstemming te komen zou kunnen zijn over de interpretatie van bepaalde arti kelen. Dit zal de minister gaarne bevorde ren, wanneer er weer in Genève wordt saam- gekomen op initiatief van het „bureau de travail". En nu de perspectieven voor de toekomst! De heer Joekes had gepleit voor een be vorderen van het samenwerken in arbeids- aangelegenheden door werkgevers en werk nemers. De heer Kortenhorst met hem en ook de heer v. d. Waerden. Over de wijze, waarop de beide laatstgenoemden dat sa menwerken in arbeidsorganisatie het liefst werkelijkheid zagen worden, hadden zij na tuurlijk verschil van meening. De soc.-dem. afgevaardigde wenschte de komende bedrijfs organisatie, het komende ordenen van het bedrijfsleven, ondernemingsgewijze geregeld te zien, dc r.-k. volksvertegenwoordiging- bedrijf sgewijze. De heer v. d. Waerden wenschte het geheele productie-apparaat door de bedrijfsorganisatie te gaan beïn vloeden, iets waartoe hij den minister, die socialisatie niet wil, wel nimmer zal krijgen. De minister heeft het voornemen een grooten R.-K. wensch te gaan vervullen: hij zal zich zetten tot het ontwerpen van een wettelijk geregelde bedrijfsorganisatie: in het begin van het volgende parlementaire jaar zal hij een voorstel daartoe bij den Hoo- gen Raad van Arbeid indienen. Aan deze regeling zal als eerste stap voorafgaan de verbindend-verklaring van het collectieve Arbeidscontract. De bedrijfsorganisatie wil de minister nu bereiken volgens lijnen, die Mr. Kortenhorst gisteren uitstippelde. Mr. Verschuur vroeg aan zijn partijgenoot of hij hem wellicht wel eens hardop had hooren droomen. De heer Kortenhorst dan betoogde een uitkomst voor vele bedrijfsmoeilijkheden door een algemee- ne wet op de bedrijfsverenigingen te bren gen, met bepalingen over de beteekenis ran ledenvergadering en lectuur. Door zulk een wet zou men de uitvoering van de arbeids wet kunnen decentraliseeren, fondsen, pen sioenfondsen enz., werkloosheidsverzekering, kindertoeslag, leerlingwezen e. d. tot gemak kelijke wording kunnen brengen. Maar dit is alles toekomstmuziek! Komt het werkelijk onder dezen minister tot wetsvoorstellen, dan voorspellen wij hem veel tegenkanting wit de Kamer van die banken, die den prijs als thermometer niet willen missen. Morgen snijdt de Kamer de arbeldsverze- kering aan. INTIMUS. DE HEEMSTEEDSCHE GEMEENTE-FINANCIëN. In ons nummer van Vrijdag hebben wij reeds breedvoerige opmerkingen gemaakt naar aanleiding van de critiek van den wet houder van financiën van Heemstede in de gemeenteraadszitting van Donderdavond op onze beschouwingen over de begrooting van 1930, jl. Dinsdag geplaatst. Wij hadden in ons artikel van Dinsdag op gemerkt, dat de schuldenlast van de ge meente Heemstede van 1 Januari 1927 tot 1 Januari 1930 met 7 1/2 ton verminderd was. Deze cijfers waren door ons ontleend aan de officieele Heemsteedsche stukken. De wethouder noemde onze voorstelling van zaken evenwel tendentieus, zelfs veron derstelde hij, dat wij die cijfers maar klakke loos hadden neergeschreven. Er waren im mers hooge kasgeldleeningen aangegaan, zoodat de schuldenlast sinds 1927 juist met 7 ten vermeerderd was zoo zei hij. Wij zijn het met de oeschouwingen van den wethouder niet eens, en zullen dat nader verklaren. Sinds de annexatie heeft Heemstede geen vaste leeningen aan gegaan, maar steeds voor doeleinden waar voor feitelijk geleend moet worden school- bouw, wegenaanleg, enz. kasgeld opge nomen, in de overtuiging, dat die vlottende schuld onmiddellijk afgelost kan worden als de schadeloosstelling met Haarlem verre kend wordt. Onze lezers weten, dat er tusschen Haar lem en Heemstede een accoord getroffen is inzake de schadeloosstelling voor zoover die overgenomen bezittingen betreft. Haarlem moet voor de overgenomen eigendommen van de gemeente Heemstede (voor de eigen dommen der bedrijven, het sportveld aan de Spanjaardslaan, „Spaar en Hout", enz.) een contante som betalen, die aangevuld met de bedragen die Haarlem aangeboden heeft voor Tuinwijk en de gronden aan de Leldsche vaart, ongeveer 1.700 000 zal bedragen. Alle vlottende schuld kan Heemstede dus bij het vereffenen der schadeloosstelling on middellijk aflossen. Heemstede heeft voor het aanschaffen van die eigendommen indertijd leeningen aange gaan, zoodat er veel voor te zeggen is om als men die eigendommen verkoopt de ver- r kregen "gelden aan te wenden om de schuld die op de gemeente drukt te verminderen. Het blijft hetzelfde of men met dit Haar- lemsche geld oude geldleeningen aflost of het sluiten van nieuwe geldleeningen voor komt. Het. gevolg van deze transactie zal dan zijn, dat de vaste schulden van Heemstede op het tegenwoordige niveau blijven, zoodat zij inderdaad sinds 1 Januari 1927 met 7 12 ton zijn gedaald. Heemstede zal dan zelfs geen vaste leeningen aangegaan hebben voor doeleinden waarvoor in het tijdvak van 1 Mei 19271 Januari 1930 wel geleend had moeten zijn. schoolboüw. wegenaanleg, enz. Nu is er blijkbaar een streven bij het Heem steedsche gemeentebestuur gekomen om een deel van het contante geld dat men van Haarlem ontvangen zal niet aan te wenden om vlottende schuld af te lossen, maar om meer nieuwe eigendommen aan te koopen. Heemstede heeft een sportveld verloren en wil weer een nieuw sportterrein aankoopen. enz. Maar in wezen blijft dit hetzelfde. Men zou namelijk voor die doeleinden, als het eenmaal tot aankoop komt, een nieuwe lee ning kunnen sluiten, want- dan komt de rente vrij die nu gegeven moet worden voor de opgenomen vlottende schuld. Bovendien heeft Heemstede zijn reserve-potje. Dit potje van 3 1.2 ton is in den loop der laatste ja ren wel aangesproken, maar Heemstede streeft er naar om dit potje uit de schade loosstellingen die Haarlem moet uitkeeren voor belasting-derving en bedrijfsverliezen weer aan te vullen tot het oorspronkelijke bedrag van 3 1/2 ton. Het geld dat nu nog in dit potje overge bleven is, werd door de gemeente als kas geld gebruikt, zoodat daarover ook rente berekend wordt. Het tweede punt dat de wethouder aan gevallen heeft in zijn beschouwing, was, dat de gemeente-rekening over 192S een gunstig resultaat had opgeleverd. De gemeente heef; zoo betoogde de wethouder over dat jaar ook f 147.000 ingeboet uit het reserve-potje. Dit laatste kunnen wij als een feit erken nen, maar Haarlem zal over de jaren na de annexatie 6 pet. rente, moeten betalen over de schadeloosstellingen. De rekeningen over 1927 en 1928 komen er dus als volgt voor te staan: Te kort 1927 f 63.000 Te kort 1928 f 132.000 Gebruikt uit het reserve-potje f 147.000 Totaal f 342.000 Haarlem moet over het tijdvak 1 Mei 1927—1 Januari 1928 6 pet. rente betalen over f 1.700.000, wat (rente op rente) een totaal uitmaakt van f 175.000. Als men dus Heemstede weer in het on gerept bezit, stelt van het. reserve-potje van 3 1/2 ton het gemeentebestuur van Haar lem heeft in zijn rapporten aan het college van Ged- Staten -betoogd, dat daarvoor geen reden bestaat hebben de jaren 1927 en 1928 voor Heemstede tezamen een tekort op geleverd van 167-000. Heemstede heeft over het tijdvak 1 Mei 192731 Dec. 1928 aan schadeloosstellingen een totaal bedrag van ruim 500.000 ge vraagd. Hierbij wordt nog opgemerkt, dat Heem stede thans het standpunt inneemt, dat 357.000 in het reservefonds moet komen, terwijl in 1928, toen dit fonds werd ingesteld, slechts gesproken werd van de reserve van 210.000. (Zie toelichting op den betreffen- den post der begrooting). In Heemstede neemt men evenwel het standpunt in, dat bij het beoordeelen van de gegrondheid der eischen inzake de schade loosstelling niet gelet mag worden op de uitkomsten van de gemeenterekeningen, om dat vroeger ook batige saldi werden ge maakt. Het eigenaardige is, dat de beide gemeente besturen het inzake den prijs der overgeno men eigendommen spoedig eens geworden i. Maar voor het overige waren de eischen en aanbiedingen alleen gebaseerd op rappor ten en adviezen van accountants, die blijk baar zonder meer zijn overgenomen. Misschien dat het mogelijk zou zijn om alsnog tot een overeenstemming te komen als niet halsstarrig werd vastgehouden aan de adviezen van de accountants. Wij hebben dit stuk ter inzage gezonden aan den Heemsteedschen wethouder van fi nanciën Jhr. A. van de Poll. die evenwel mededeelde, dat hij geen gebruik wenschte te maken van de hem geboden gelegenheid om daarop schriftelijk commentaar te geven. MUZIEK. LEDENCONCERT H.O.V. 4 December. Sinterklaasstemming heerscht In het gemeentelijk Concertgebouw, zoo goed als daarbuiten. De tuinzaal, waar een school feest gevierd wordt, is propvol; in de groote zaal maakt de invloed van den vijfden De cember zich door afwezigheid van H.O.V.- leden kenbaar. En bovendien is de dirigent Van Beinum door ongesteldheid verhinderd het concert der H.O.V. te leiden. De vice-dirigent Marinus Adam verving hem. Zijn leiding is, uit de zaal gezien al thans niet zeer expressief, maar hij bezit genoeg muzikaliteit en routine om de uitvoe ring" der programmawerken te doen slagen, voor zoover dit- ten minsten van den leider afhankelijk is. En zoo slaagde dan ook gister avond het meeste zeer voldoende, wat te meer verheugen mag, wijl Adam eerst den vorigen dag de dirigeerstok onvoorbereid had moeten overnemen. De Symphonic in Bes van Haydn liep als op rolletjes; in dc „Ronxanzc" was het trottoir roulant mij zelfs' een beetje te vlug. Busoni maakte destijds eens de opmer king. dat de meeste Andantes en Adagios in de Symphonieën van Haydn eigenlijk ver momde Allegro's zijn, en er zit een kern van waarheid in die bewering: de marsch- achtige gang en de snelle passages doen vaak aan Allegro's denken. Maar als men ze zoo vlug laat uitvoeren als Adam gisteren deed, werpen ze elk rest-je van vermomming af en worden, op den vorm na, echte Allegro's. In het concert voor 2 violen van Bach werd de traditie der tempo's geëerbiedigd. De beide concertmeesters Frans Vonk en Dick Waleson speelden de solopartijen. Er waren mooie en ook minder mooie momenten in hun spel, zonder dat. over 't geheele geno men, de een boven den ander uitblonk; de ups en downs waren gelijkelijk verdeeld Ook in het solospel van den clarinettist Anton Strikkers waren mooie en minder mooie oogenblikken. Bij den aanvang van de Première Rhapsodie van Debussy, liet de stemming van de soloclarinet ten opzichte van het orkest te wenschen over; maar gaandeweg werd dit beter. Verrassende staaltjes van technische vaardigheid cn van zekerheid van De gewezen Keizerlijke familie van Oostcnrijk- Hongarije en de haar ontnomen bezittingen. In Tsjecho.Slowakije werden eigendommen ter waarde van honderd millioen goudkronen in beslag genomen. Een verloving in het Huis Habsburg. (Van onzen Weenschen correspondent). Zooals men weet is de gewezen Oostenrijk- Hongaarsche keizerin Zita. die zich geduren de veie jaren met haar ^cht kinderen in Le- queitio in Spanje heeft opgehouden dezer da gen met haar gezin naar Beigië verhuisd, waar de oudste zoon Otto, die eigenlijk met zijn vollen naam Frans Josef Otto heet, aan de universiteit, te Leuven zal studeeren. Otto telt thans eerst zestien jaren, doch op den 20sten Noevmber a.s. zal hij zijn zeventien den verjaardag vieren. Als oudste zoon van den laatsten Habsburgschen keizer is hij kroonpretendent, in Hongarije zelfs wordt hij door vele lieden steeds „koning" Otto genoemd. Hij schijnt een uiterst intelligente jongen te zijn, over wien zijn leeraars zich nimmer te beklagen hebben gehad. Dezer dagen was het achttien jaar geleden dat de prinses van Parma ex-keizerin Zita met aartshertog Karl Frans Josef. den la- teren keizer Karl, in het huwelijk trad. Deze echtverbintenis toch werd op den 21en Octo ber 1911 gesloten. Aartshertog Frans Ferdi nand, die later met zijn echtgenoote Sophie van Hohenberg te Serajewo vermoord zou worden, was toen nog kroonprins en aarts hertog Karl zou dus slechts in de tweede plaats als troonopvolger in aanmerking ko men. De vierentwintigjarige aartshertog be kleedde toen den rang van majoor bij het éénendertigste infanteric-regiment. Op den 21sten November 1916 is de oude keizer Frans Josef in het kasteel Schönbrunn te Weenen gestorven. Karl volgde hem op, doch zijn keizerschap zou niet van langen duur zijn, want het groote rijk spatte uiteen en op den Hen November 1918, dus nog niet eens twee jaren na zijn troonsbestijging, heeft de ongelukkige Karl afstand moeten doen van den troon. Nog enkele maanden bleef hij in het land, totdat hij op den 23sten Maart 1919, op een triestigen, nevclachtlgen dag, met een extra trein, welke hem te Eckartsau, waar hij gedurende den laatsten tijd met zijn gezin op een kasteel had ge woond, kwam afhalen, naar het buitenland vertrok. Bijna alle bezittingen van de Habsburgers waren in beslag genomen. Ook het privé- bezit van de keizerlijke familie had men weggenomen. Het allergrootste deel dezer ob jecten bevond zich op het gebied, waaruit de nieuwe Tsjechoslowaaksche staat was ont staan. Tot deze het keizerlijke gezin ontno men goederen behooren o.a. de keizerlijke do meinen Göding met Pawlowitz. Holies, Sas- var, Bezno, Smiric met Cerekvic, Nedelist, Svety, Reichstad-Politz, Ploschkowitz, Swole- nowes, Bustehrad, Tachlowitz, Kacow. Kron- poricen, Bistrau, het Toscaansche paleis op den Hradschin te Praag en het in 1917 door keizer Karl persoonlijk gekochte domein Brandeis, waarop zich verschillende industrie ondernemingen bevinden. Ook in Oostenrijk zelf werden tal van be zittingen van den keizer en van zijn gezin in beslag genomen. Ex-keizerin Zita heeft herhaaldelijk getracht een deel van hetgeen haar en haar familie vroeger rechtmatig toe behoord heeft, weer terug te verkrijgen. De ex-keizerin heeft zich in verband met de re paratie-aangelegenheden van de successie- staten, welke op de conferentie te Parijs ter sprake zullen worden gebracht, tot de heeren van deze conferentie gewend met. het ver zoek om schadevergoeding voor de haar ont nomen bezittingen. De conferentie kan ech ter alleen een beslissing nemen omtrent de successiestaten, want in de republiek Oosten rijk werden de keizerlijke goederen niet. vol gens bepalingen in de vredesverdragen doch ten gevolge van een op den 3en April speciaal in het leven geroepen wetsbepaling in be slag genomen. De keizerlijke bezittingen, die in Tsjecho-Slowakije in beslag werden ge nomen, worden op een waarde van niet minder dan honderd millioen goudkronen ge schat. Geen kleinigheid! De materieele omstandigheden, waarin de gewezen keizerlijke familie op het oogenblik verkeert. ?4jn niet al te schitterend. De ex- keizerin heeft een gedeelte van het onderwij zende personeel ontslagen en heeft het be sluit genomen enkele harer kinderen naar gewone openbare scholen in België te' stu ren. Eerst heeft zij vier harer kinderen, aarts hertogin Adelheia en de aardtshertogjes Ro bert, Felix en Karl Ludwlg, reeds de vorige maand naar Brussel gebracht. Het meisje volgt daar de lessen aan het gymnasium van de ..Dames de Marie" en de drie jongens gaan eiken dag naar het College Saint Michel, dat meer dan twaalfhonderd leerlingen telt. De ex-keizerin is dan weer naar Lequeitio teruggekeerd om haar andere vier kinderen te halen. De drie jongste, Rudolf, Charlotte en Elisabeth, welke laatste eerst na den dood van haar vader ter wereld Is gekomen, blij ven voorloopig lessen ontvangen van Friiu- lein Maass, een gouvernante, die reeds sedert meerdere jaren bij de keizerlijke familie in dienst ls. Een groot gedeelte van de Oostenrijkers volgt de lotgevallen van het keizerlijke gezin steeds met de allergrootste belangstelling. Telkens wanneer er nieuwe photographische opnamen van de ex-keizerin cn van haar kinderen zijn gemaakt. kan men de repro ducties er van in de etalage van een boek winkel vlak achter den St. Stephansdom. in het hartje van de stad. bewonderen. Steeds blijven tal van lieden voor deze winkelruiten staan. De beeltenissen worden grif gekocht. In België zal de ex-keizerin haar intrek nemen in het kasteel van Stcenockerzeel, dat vijftien kilometers van Brussel en twaalf ki lometers van Leuven verwijderd ligt.. Bij dit slot, dat eigendom is van markies Jean de Croix, behoort een dorpje, dat 2662 inwoners telt. Op het oogenblik worden in het slot. centrale verwarming en tal van badkamers ingericht. Dc burcht bevindt zich sedert, het jaar 1783 in het bezit van de familie de Crolx. Het kasteel stamt echter reeds uit de middeleeuwen. Het is een massief vierkant gebouw met vier ronde torens, hetwelk door grachten wordt omgeven. Tn den tijd van de Noormannen werden in dit slot de reliquieën van den Heiligen Rombout van Mechelen be waard. In 1511 kwam het. kasteel in het be zit van Charles de Lannoy. welke in 1525 in den veldslag van Pavia Frans I gevangen heeft genomen. In Oostenrijk zelf wonen maar weing leden van de uitgebreide Habsburgsche familie meer. Een hunner, aartshertog Klemens Sal- vator. die op den 6en October 1.1. vijf-en - twlntig jaar is geworden, heeft zich dezer da gen met de 23-jarige gravin Elisabeth Resse- guier, een dochter van graaf Friedrich Ressc- guier de Miremont en gravin Christiane von Wolkenstein. verloofd. De ex-kelzerln heeft haar toestemming tot dit huwelijk gegeven. De jonge aartshertog is een directe afstam meling van keizer Frans Jozef, wat bij den troonpretendent Otto niet het geval is. De vader van Klemens Salvator toch, aartsher tog Frans Salvator uit den Toscaansche zij lijn van het Habsburgsche huis, was gehuwd met aartshertogin Marie Valerie, de lieve lingsdochter van Frans Josef, Deze Marie Valerie dus was een rechte nicht van ex-kci- zcr Karls vader. De verloving werd in de zoogenaamde ..Kaiservilla" te Ischl, waar kei zer Franz Josef zich steeds zoo gaarne des zomers pleegde op te houden, gevierd. intonatie hebben we toen mogen hooren; en Debussy heeft het door de vele modulaties den solist heusch niet gemakkelijk gemaakt. In de hoogte is de toon van den speler niet zoo goed als in het miödenregister. Van een beoordeeling van het werk zelf kan ik mij na de zeer „vakmatige" beschouwing in het programma, gevoeglijk onthouden; ik vond er zeer mooie en minder mooie gedeelten in, maar de rhapsodie is mij noch als „ge sloten boek", noch als „weelderig landschap" (om in het beeld van het boek te blijven zou ik prefeeren: „de afbeelding van een weelderig landschap") voorgekomen. Het werk dateert, geloof ik. van 1910 en de eigen schappen van Debussy's vroegeren stijl zoo wel als die van zijn lateren, zijn er in te be speuren. Met de uitvoering van I'Apprenti-sorcicr van Dukas werd het concert gesloten. K. DE JONG. ONDERWIJZEND PERSONEEL. Voor de voorziening in de vacature van onderwijzer aan school 32 (Karolingenstraat) worden aan den raad voorgedragen de hee ren: 1. G. A. Paardehaar, 2. D. H. Querner en 3. A. Hendriks, allen te Haarlem. Voor onderwijzeres aan school 19 (Prins Hendrikstraat) worden aanbevolen de dames 1. J. F. A. van Zijl te Haarlem, 2. W. Jager te Den Helder cn 3. C. Fris te Haarlem. Voor onderwijzeres aan de school „Buiten rust" de dames: 1. J. J. C. Vellenga te Zaan dam. 2. M. H. H. Boonjager—Arentsen te Amsterdam cn 3. J. P. van Dorsten te Haar lem. Haarlem, 4 December 1929 GROENTEMARKT TE IIAARLEM. Appelen f 0.05—f 0,48 per K.G. Peren 0.061,per K G. Bloemkool 0.120.28 per stuk. Roode kool 0.050.12 per stuk. Gele kool f 0,080,20 per stuk. Groene kool 0,040,10 per stuk. Boerekool 0.20—0.60 per kist. Andijvie f 1.60f 4.50 per 100 struik. Spruiten 2.753,50 per zak. Spinazie 0.400.72 per kist. Wortelen 0.120.20 oer bos. Brusselsch lof 0.28—0.34 per K.G. Knolselderij 0,040.10 per stuk- Selderij f 0.05 f 0.15 per bos. Pieterselie 0.06—0.20 per bos. Prei, l 0,04—0,18 per bos. EEN VERKOOPING BIJ DEN „VORST VAN GELEEN". DE DEURWAARDER DOOR EEN RUIT BINNENGEDRONGEN. Te Geleen was Woensdagmiddag een groote menschenmenigte verzameld voor de woning van mr. F. Leufkens, die zooals men weet beweert souvereln vorst en graaf te zijn van het graafschap Gcleen-Wachtendonk. Hij had geweigerd zijn belastingschuld te vol doen en daarom zou hedenmiddag de pu blieke verkooping plaats vinden van zijn in boedel. Toen de deurwaarder om een uur aan zijn woning verscheen, weigerde de heer Leuf kens den toegang. Hij verzocht een smid het slot te forceeren, doch de man weigerde dit. De deurwaarder heeft daarop een ruit ver nield en is zoo naar binnen geklommen. Daarna heeft hij het publiek in de woning toegelaten. De „vorst" verwijderde zich. Hij zou bij de autoriteiten recht zoeken. Toen hij evenwel om twee uur niet terug was werd de publieke verkooping zonder hem begonnen. DE RAMP VAN DE „VIMEIRA". Onverantwoordelijke en hoogst ge vaarlijke daad. De Raad voor de Scheepvaart deed Woensdag uitspraak Inzake den brand aan boord van het Engelschc tankschip „Vlmel- ra" in dc haven van Rotterdam, waarbij tien personen om het leven zijn gekomen. Dc raad is van oordeel dat deze ramp ls veroorzaakt door het in brand geraken van de over boord geworpen of gepompte gasoli ne. Dc Raad heeft met groote verbazing verno men hoe onvoorzichtig hier is gehandeld. Niemand scheen zich bewust te zijn van het groote gevaar van het overboord werpen van emmers roest en gasollnc-resten en het overboord pompen van water, waarop een laag olie dreef. Ret storten van gasoline in ac Nieuwe Maas is zulk een gevaarlijke han deling, dat deze zonder eenig voorbehoud moet worden afgekeurd. De Raad acht het niet onmogelijk dat een paar ton gasoline buiten boord is geraakt. Uit het onderzoek vermeld in de uitspraak, volgt dat hier door personen van de Rotter- damsche Droogdok Maatschappij met mede werking van een of meer der leidende perso nen van de bemanning van het schip een uiterst gevaarlijke daad is verricht, welke zeer gemakkelijk tot een ramp, als thans heeft plaats gehad, kon leiden. Wat hier is gebeurd, het laten overvloeien van ae ballast tanks, kan niet anders worden genoemd dan een onverantwoordelijke en hoogst gevaarlijke daad, getuigende van een ondoordachtheid, welke lichtzinnig, ja roe keloos moet worden genoemd. Dit alles neemt echter niet weg dat een regeling van over heidswege hier dringend noodig is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9