TWEEDE KAMER.
WEENSCHE BRIEF.
MARKTNIEUWS
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 5 DECEMBER 1929
3 December.
Belasting beialen op de postkantoren. De oud'
gepensionneerden. De Arbeidsbegrooting. De
nieuwe minister over de afdeeling Arbeid.
Vannacht ging de Kamer kwart- over twee
naar huis.
De heele begrooting voor Financiën werd
onverwacht doorgehamerd. Dit is echter al
leen mogelijk geworden, doordat de voor
zitter eigenlijk bij verrassing behalve de al-
gemeene beschouwingen, ook de artikelen
doorhamerde. En hierbij hadden vele Kamer
leden. die een dergelijke snelle behandeling
niet hadden verwacht zich hoewel woorden
rijk, niet laten inschrijven.
Als een Kamerlid spreken wil. dan moet hij
maar met den voorzitter blijven doorzitten!
Dat is de oude Kamerregel.
Gisteravond er kon toen niet meer over
gestemd worden, diende de heer Bakker een
amendement in, waarvan de bedoeling was
wel het belastïngbetalen op postkantoren in
de steden te doen behouden, maar daartoe
voor het platteland niet over te gaan. Dit
amendement heeft vandaag bij de Kamer
veel instemming gevonden; het werd aan-
instemming gevondenhet werd aan
vaard met 5129 stemmen. De heer Braat
stelde zich aan 's ministers zijde: hij vond
het belastïngbetalen op de postkantoren bui
tengewoon goed, dan behoefden de belasting
betalers niet „op de file" te staan.
Het wetsontwerp zelf werd met 716 stem
men aanvaard.
Er zal voor de oud-gepensionneerden thans
iets, waardoor zij een recht krijgen, gedaan
worden. Minister de Geer is vannacht den
heer Suring tegemoet gekomen. Men weet,
dat de oud-gepensionneerden op hun oude,
te laag geworden pensioenen een correctie
krijgen uit een stichting, volgens de stich-
tingswet-1926 in het leven geroepen. Nu is
het een algemeen erkend feit geworden, niet
dat de ambtenaren, die de stichtingswet-1926
uitvoeren, haar toepassen als armenzorg-in-
stituut, maar dat de geholpenen haar voe-
len als armenzorg, de uitkeeringen als een
aalmoes.
toepassen als armenzorg-fnstituut, maar dat
de geholpenen haar voelen als armenzorg,
de uitkeeringen als een aalmoes.
Dit wil de minister nu ook gaan wegne
men. Hij ging in op het advies van den heer
'Suring om de normen waarnaar de uitkee
ringen uit de stichting plaats hebben, te pu-
bliceeren niet alleen, hij wil ze zelfs opne
men in een algemeenen maatregel van be
stuur, waartoe een wijziging van de stich-
■tingswet den weg zal moeten openen. Waar
door dus een wettelijk recht geopend wordt.
- In verband met deze toezegging van den
minister is de motie van den heer ter Laan,
die in het algemeen een wettelijke regeling
van de pensioenen de oud-gepensionneerden
bepleitte, verworpen. Een motie achtte men
nu niet noodig om te verkrijgen, wat men
wenschte. De heer Braat had wel allerminst
een motie noodig men kent des plattelan
ders standpunt: „Allemaal pensioen of nie
mand." Dezelfde regel gaf hij ten beste bij
de stemming over de tweede motie-ter Laan,
die een wettelijke regeling wilde voor de
pensioenen van de weduwen en weezen van
voor '19 overleden gepensionneerden. Deze
motie werd afgewezen met hetzelfde aantal
stemmen als de eerste, met 4931 stemmen.
De behandeling van de' afdeeling „Ar
beid" van de Arbeidsbegrooting is ten einde
gevoerd. Ook minister Verschuur heeft zich
een bewindsman getoond, met vele gaven, in
ieder geval in het debat: bij laat zich niet
zoo heel spoedig van de wijs brengen door
interrupties.
De minister deelde zijn rede in drie dee-
len. Hij sprak eerst over de toepassing van
de geldende arbeidswet, daarna over hoe de
arbeidswet uit te breiden ware en ten slotte
hoe des ministers verdere bewinds-perspec-
tieven zijn. Dit laatste deel was tenslotte voor
de toekomst het belangrijkste.
Veel bezwaren waren er de bewindsman
constateerde 't met vreugde niet inge
bracht tegen de handhaving van de arbeids
inspectie: de minister constateerde met
dankbaarheid, dat de inspectie de arbeidswet
volkomen in de hand heeft. Over de over-
werkvergunningen had de bewindsman even
min veel klachten in ontvangst te nemen ge
had. Slechts enkele op de 20.000 overwerk-
vergunningen, die gegeven werden. Ook hier
constateerde de bewindsman, dat er goed en
juist gewerkt werd.
De arbeidsinspectie kwam ook ter sprake,
toen de minister mej, Meyer een toezegging
deed. Mej. Meyer verdedigde het als noodza
kelijk, dat wijl de arbeid in de industrie
zoo'n grooten invloed heeft op de vrouw, er
om specifieke vrouwelijke belangen ook spe
cifiek vrouwelijk toezicht moet zijn. Een
toezegging verkreeg mej. Meyer: de bewinds
man zal bij voorkomende vacatures met deze
wenschen gaarne rekening gaan houden en
arbeidsinspectrices benoemen.
Wat de staking in de cokesfabriek van
Sluiskil betreft de minister verdedigde de
houding van de Arbeidsinspectie met een
beroep op het ovennacht-artikel uit de Ar
beidswet, dat het noodzakelijk maakt in een
economischen strijd geen standpunt in te
nemen, wanneer het er om gaat, na afloop
van den strijd de arbeid weer mogelijk te
maken. Zooals men in het mijnbedrijf de
pompinstallaties bij staking aan den gang
moet houden, zoo moesten in Sluiskil de
ovens voor afkoeling worden bewaard, want
afkoeling zou beteekenen: vernietiging van
de ovens. Dit overmacht-artikel geldt echter
alleen voor acute gevallen en niet voor een
chronisChen oorlogstoestand. In dien toe
stand is het cokes bedrijf in Sluiskil thans
gekomen en daarom heeft de minister door
de arbeidsinspectie een eind laten maken
aan haar ingrijpen. De gevolgen liggen thans
voor rekening van de directie.
De minister is voornemens geleidelijk aan
de heele Arbeidswet toe te passen voor de
daarin genoemde groepen van arbeiders. Dit
noemt hij den afzonderingsarbeid. Tot dien
afzonderingsarbeid hebben hem vandaag de
heeren Bakker en Kuiper weer opgeroepen.
De minister is voornemens de toepassing van
de Arbeidswet geldig te verklaren in den
loop van 1931 voor het hotelpersoneel en de
apothekersassistenten. Met 1 Maart 1930
hoopt hij voor het kantoorpersoneel te zor
gen. Eerst afronden, dan nieuwe groepen van
arbeiders, zooals de stationsjongens, de gros
siers-bedienden enz. door uitbreiding van de
Arbeidswet ook voor deze groepen.
De heer Hiemstra diende gistermiddag een
motie in, waarin hij om een zoowel voor man
nen, als voor vrouwen en kinderen dienstige
arbeidswet voor het land- en tuinbouwbedrijf
vroeg. De minister noemde het geen goed
parlementair gebruik reeds in eersten ter
mijn met een motie te komen: hij wenschte
geen maatregelen te nemen op deurwaarders-
exploit! Overigens de minister zal ook geen
algemeen geldende arbeidswet voor het land
en tuinbouwbedrijf brengen: hij zal begin
nen met de vrouwen en de kinderen te be
schermen, dit zal gangmakend werken voor
een welslagen van verdere pogingen. Verdere
pogingen acht de minister alleen dan te kun
nen slagen, wanneer het bedrijfsleven in
den land- en tuinbouw wordt georganiseerd,
veel meer dan tot nu. Hij hoopte daarop! En
zal onderzoeken de heer Kuiper vroeg den
minister daarnaar wat thans op het" stuk
van organisatie te bereiken is in deze be
drijven.
De conventie van Washington ratificeeren?
De minister zal daartoe voorloopig niet over
gaan. Er is nog veel te veel verschil van ge-
voelenover de vraag, hoe onderscheidene
bepalingen moeten geïnterpreteerd worden.
Wanneer die ongelijkheid er is, is er geen
gelijkheid van concurrentie. Zeker is die on
gelijkheid er t.a.v. het spoorwegpersoneel:
de heer Kupers had het ook opgemerkt. Zoo
lang die ongelijkheid er is, gaat de bewinds
man niet over tot ratificatie. En zeker thans
nog niet, nu er geenerlei zekerheid is over
den inhoud van de arbeidswetten, die
Duitschland en Engeland ter uitvoering van
de conventie van Washington denken te
brengen.
Het was nog niet zoo heel vreemd, dat de
heer Kuiper vroeg, of er niet tot internatio
nale overeenstemming te komen zou kunnen
zijn over de interpretatie van bepaalde arti
kelen. Dit zal de minister gaarne bevorde
ren, wanneer er weer in Genève wordt saam-
gekomen op initiatief van het „bureau de
travail".
En nu de perspectieven voor de toekomst!
De heer Joekes had gepleit voor een be
vorderen van het samenwerken in arbeids-
aangelegenheden door werkgevers en werk
nemers. De heer Kortenhorst met hem en
ook de heer v. d. Waerden. Over de wijze,
waarop de beide laatstgenoemden dat sa
menwerken in arbeidsorganisatie het liefst
werkelijkheid zagen worden, hadden zij na
tuurlijk verschil van meening. De soc.-dem.
afgevaardigde wenschte de komende bedrijfs
organisatie, het komende ordenen van het
bedrijfsleven, ondernemingsgewijze geregeld
te zien, dc r.-k. volksvertegenwoordiging-
bedrijf sgewijze. De heer v. d. Waerden
wenschte het geheele productie-apparaat
door de bedrijfsorganisatie te gaan beïn
vloeden, iets waartoe hij den minister, die
socialisatie niet wil, wel nimmer zal krijgen.
De minister heeft het voornemen een
grooten R.-K. wensch te gaan vervullen: hij
zal zich zetten tot het ontwerpen van een
wettelijk geregelde bedrijfsorganisatie: in
het begin van het volgende parlementaire
jaar zal hij een voorstel daartoe bij den Hoo-
gen Raad van Arbeid indienen. Aan deze
regeling zal als eerste stap voorafgaan de
verbindend-verklaring van het collectieve
Arbeidscontract.
De bedrijfsorganisatie wil de minister nu
bereiken volgens lijnen, die Mr. Kortenhorst
gisteren uitstippelde. Mr. Verschuur vroeg
aan zijn partijgenoot of hij hem wellicht wel
eens hardop had hooren droomen. De heer
Kortenhorst dan betoogde een uitkomst voor
vele bedrijfsmoeilijkheden door een algemee-
ne wet op de bedrijfsverenigingen te bren
gen, met bepalingen over de beteekenis ran
ledenvergadering en lectuur. Door zulk een
wet zou men de uitvoering van de arbeids
wet kunnen decentraliseeren, fondsen, pen
sioenfondsen enz., werkloosheidsverzekering,
kindertoeslag, leerlingwezen e. d. tot gemak
kelijke wording kunnen brengen.
Maar dit is alles toekomstmuziek!
Komt het werkelijk onder dezen minister
tot wetsvoorstellen, dan voorspellen wij hem
veel tegenkanting wit de Kamer van die
banken, die den prijs als thermometer niet
willen missen.
Morgen snijdt de Kamer de arbeldsverze-
kering aan.
INTIMUS.
DE HEEMSTEEDSCHE
GEMEENTE-FINANCIëN.
In ons nummer van Vrijdag hebben wij
reeds breedvoerige opmerkingen gemaakt
naar aanleiding van de critiek van den wet
houder van financiën van Heemstede in de
gemeenteraadszitting van Donderdavond op
onze beschouwingen over de begrooting van
1930, jl. Dinsdag geplaatst.
Wij hadden in ons artikel van Dinsdag op
gemerkt, dat de schuldenlast van de ge
meente Heemstede van 1 Januari 1927 tot 1
Januari 1930 met 7 1/2 ton verminderd was.
Deze cijfers waren door ons ontleend aan
de officieele Heemsteedsche stukken.
De wethouder noemde onze voorstelling
van zaken evenwel tendentieus, zelfs veron
derstelde hij, dat wij die cijfers maar klakke
loos hadden neergeschreven. Er waren im
mers hooge kasgeldleeningen aangegaan,
zoodat de schuldenlast sinds 1927 juist met
7 ten vermeerderd was zoo zei hij.
Wij zijn het met de oeschouwingen van
den wethouder niet eens, en zullen dat
nader verklaren. Sinds de annexatie
heeft Heemstede geen vaste leeningen aan
gegaan, maar steeds voor doeleinden waar
voor feitelijk geleend moet worden school-
bouw, wegenaanleg, enz. kasgeld opge
nomen, in de overtuiging, dat die vlottende
schuld onmiddellijk afgelost kan worden als
de schadeloosstelling met Haarlem verre
kend wordt.
Onze lezers weten, dat er tusschen Haar
lem en Heemstede een accoord getroffen is
inzake de schadeloosstelling voor zoover die
overgenomen bezittingen betreft. Haarlem
moet voor de overgenomen eigendommen
van de gemeente Heemstede (voor de eigen
dommen der bedrijven, het sportveld aan de
Spanjaardslaan, „Spaar en Hout", enz.) een
contante som betalen, die aangevuld met de
bedragen die Haarlem aangeboden heeft voor
Tuinwijk en de gronden aan de Leldsche
vaart, ongeveer 1.700 000 zal bedragen.
Alle vlottende schuld kan Heemstede dus
bij het vereffenen der schadeloosstelling on
middellijk aflossen.
Heemstede heeft voor het aanschaffen van
die eigendommen indertijd leeningen aange
gaan, zoodat er veel voor te zeggen is om
als men die eigendommen verkoopt de ver-
r kregen "gelden aan te wenden om de schuld
die op de gemeente drukt te verminderen.
Het blijft hetzelfde of men met dit Haar-
lemsche geld oude geldleeningen aflost of
het sluiten van nieuwe geldleeningen voor
komt.
Het. gevolg van deze transactie zal dan
zijn, dat de vaste schulden van Heemstede
op het tegenwoordige niveau blijven, zoodat
zij inderdaad sinds 1 Januari 1927 met 7 12
ton zijn gedaald. Heemstede zal dan zelfs
geen vaste leeningen aangegaan hebben
voor doeleinden waarvoor in het tijdvak van
1 Mei 19271 Januari 1930 wel geleend had
moeten zijn. schoolboüw. wegenaanleg, enz.
Nu is er blijkbaar een streven bij het Heem
steedsche gemeentebestuur gekomen om een
deel van het contante geld dat men van
Haarlem ontvangen zal niet aan te wenden
om vlottende schuld af te lossen, maar om
meer nieuwe eigendommen aan te koopen.
Heemstede heeft een sportveld verloren en
wil weer een nieuw sportterrein aankoopen.
enz.
Maar in wezen blijft dit hetzelfde. Men
zou namelijk voor die doeleinden, als het
eenmaal tot aankoop komt, een nieuwe lee
ning kunnen sluiten, want- dan komt de
rente vrij die nu gegeven moet worden voor
de opgenomen vlottende schuld. Bovendien
heeft Heemstede zijn reserve-potje. Dit potje
van 3 1.2 ton is in den loop der laatste ja
ren wel aangesproken, maar Heemstede
streeft er naar om dit potje uit de schade
loosstellingen die Haarlem moet uitkeeren
voor belasting-derving en bedrijfsverliezen
weer aan te vullen tot het oorspronkelijke
bedrag van 3 1/2 ton.
Het geld dat nu nog in dit potje overge
bleven is, werd door de gemeente als kas
geld gebruikt, zoodat daarover ook rente
berekend wordt.
Het tweede punt dat de wethouder aan
gevallen heeft in zijn beschouwing, was, dat
de gemeente-rekening over 192S een gunstig
resultaat had opgeleverd. De gemeente heef;
zoo betoogde de wethouder over dat jaar
ook f 147.000 ingeboet uit het reserve-potje.
Dit laatste kunnen wij als een feit erken
nen, maar Haarlem zal over de jaren na de
annexatie 6 pet. rente, moeten betalen over
de schadeloosstellingen.
De rekeningen over 1927 en 1928 komen
er dus als volgt voor te staan:
Te kort 1927 f 63.000
Te kort 1928 f 132.000
Gebruikt uit het reserve-potje f 147.000
Totaal f 342.000
Haarlem moet over het tijdvak 1 Mei
1927—1 Januari 1928 6 pet. rente betalen over
f 1.700.000, wat (rente op rente) een totaal
uitmaakt van f 175.000.
Als men dus Heemstede weer in het on
gerept bezit, stelt van het. reserve-potje van
3 1/2 ton het gemeentebestuur van Haar
lem heeft in zijn rapporten aan het college
van Ged- Staten -betoogd, dat daarvoor geen
reden bestaat hebben de jaren 1927 en
1928 voor Heemstede tezamen een tekort op
geleverd van 167-000.
Heemstede heeft over het tijdvak 1 Mei
192731 Dec. 1928 aan schadeloosstellingen
een totaal bedrag van ruim 500.000 ge
vraagd.
Hierbij wordt nog opgemerkt, dat Heem
stede thans het standpunt inneemt, dat
357.000 in het reservefonds moet komen,
terwijl in 1928, toen dit fonds werd ingesteld,
slechts gesproken werd van de reserve van
210.000. (Zie toelichting op den betreffen-
den post der begrooting).
In Heemstede neemt men evenwel het
standpunt in, dat bij het beoordeelen van de
gegrondheid der eischen inzake de schade
loosstelling niet gelet mag worden op de
uitkomsten van de gemeenterekeningen, om
dat vroeger ook batige saldi werden ge
maakt.
Het eigenaardige is, dat de beide gemeente
besturen het inzake den prijs der overgeno
men eigendommen spoedig eens geworden
i. Maar voor het overige waren de eischen
en aanbiedingen alleen gebaseerd op rappor
ten en adviezen van accountants, die blijk
baar zonder meer zijn overgenomen.
Misschien dat het mogelijk zou zijn om
alsnog tot een overeenstemming te komen
als niet halsstarrig werd vastgehouden aan
de adviezen van de accountants.
Wij hebben dit stuk ter inzage gezonden
aan den Heemsteedschen wethouder van fi
nanciën Jhr. A. van de Poll. die evenwel
mededeelde, dat hij geen gebruik wenschte
te maken van de hem geboden gelegenheid
om daarop schriftelijk commentaar te geven.
MUZIEK.
LEDENCONCERT H.O.V.
4 December. Sinterklaasstemming heerscht
In het gemeentelijk Concertgebouw, zoo goed
als daarbuiten. De tuinzaal, waar een school
feest gevierd wordt, is propvol; in de groote
zaal maakt de invloed van den vijfden De
cember zich door afwezigheid van H.O.V.-
leden kenbaar. En bovendien is de dirigent
Van Beinum door ongesteldheid verhinderd
het concert der H.O.V. te leiden.
De vice-dirigent Marinus Adam verving
hem. Zijn leiding is, uit de zaal gezien al
thans niet zeer expressief, maar hij bezit
genoeg muzikaliteit en routine om de uitvoe
ring" der programmawerken te doen slagen,
voor zoover dit- ten minsten van den leider
afhankelijk is. En zoo slaagde dan ook gister
avond het meeste zeer voldoende, wat te meer
verheugen mag, wijl Adam eerst den vorigen
dag de dirigeerstok onvoorbereid had moeten
overnemen. De Symphonic in Bes van Haydn
liep als op rolletjes; in dc „Ronxanzc" was
het trottoir roulant mij zelfs' een beetje te
vlug. Busoni maakte destijds eens de opmer
king. dat de meeste Andantes en Adagios in
de Symphonieën van Haydn eigenlijk ver
momde Allegro's zijn, en er zit een kern
van waarheid in die bewering: de marsch-
achtige gang en de snelle passages doen vaak
aan Allegro's denken. Maar als men ze zoo
vlug laat uitvoeren als Adam gisteren deed,
werpen ze elk rest-je van vermomming af en
worden, op den vorm na, echte Allegro's.
In het concert voor 2 violen van Bach werd
de traditie der tempo's geëerbiedigd. De
beide concertmeesters Frans Vonk en Dick
Waleson speelden de solopartijen. Er waren
mooie en ook minder mooie momenten in
hun spel, zonder dat. over 't geheele geno
men, de een boven den ander uitblonk; de
ups en downs waren gelijkelijk verdeeld
Ook in het solospel van den clarinettist
Anton Strikkers waren mooie en minder
mooie oogenblikken. Bij den aanvang van
de Première Rhapsodie van Debussy, liet de
stemming van de soloclarinet ten opzichte van
het orkest te wenschen over; maar gaandeweg
werd dit beter. Verrassende staaltjes van
technische vaardigheid cn van zekerheid van
De gewezen Keizerlijke familie van Oostcnrijk-
Hongarije en de haar ontnomen bezittingen. In
Tsjecho.Slowakije werden eigendommen ter waarde
van honderd millioen goudkronen in beslag genomen.
Een verloving in het Huis Habsburg.
(Van onzen Weenschen correspondent).
Zooals men weet is de gewezen Oostenrijk-
Hongaarsche keizerin Zita. die zich geduren
de veie jaren met haar ^cht kinderen in Le-
queitio in Spanje heeft opgehouden dezer da
gen met haar gezin naar Beigië verhuisd,
waar de oudste zoon Otto, die eigenlijk met
zijn vollen naam Frans Josef Otto heet, aan
de universiteit, te Leuven zal studeeren. Otto
telt thans eerst zestien jaren, doch op den
20sten Noevmber a.s. zal hij zijn zeventien
den verjaardag vieren. Als oudste zoon van
den laatsten Habsburgschen keizer is hij
kroonpretendent, in Hongarije zelfs wordt
hij door vele lieden steeds „koning" Otto
genoemd. Hij schijnt een uiterst intelligente
jongen te zijn, over wien zijn leeraars zich
nimmer te beklagen hebben gehad.
Dezer dagen was het achttien jaar geleden
dat de prinses van Parma ex-keizerin Zita
met aartshertog Karl Frans Josef. den la-
teren keizer Karl, in het huwelijk trad. Deze
echtverbintenis toch werd op den 21en Octo
ber 1911 gesloten. Aartshertog Frans Ferdi
nand, die later met zijn echtgenoote Sophie
van Hohenberg te Serajewo vermoord zou
worden, was toen nog kroonprins en aarts
hertog Karl zou dus slechts in de tweede
plaats als troonopvolger in aanmerking ko
men. De vierentwintigjarige aartshertog be
kleedde toen den rang van majoor bij het
éénendertigste infanteric-regiment.
Op den 21sten November 1916 is de oude
keizer Frans Josef in het kasteel Schönbrunn
te Weenen gestorven. Karl volgde hem op,
doch zijn keizerschap zou niet van langen
duur zijn, want het groote rijk spatte uiteen
en op den Hen November 1918, dus nog niet
eens twee jaren na zijn troonsbestijging,
heeft de ongelukkige Karl afstand moeten
doen van den troon. Nog enkele maanden
bleef hij in het land, totdat hij op den 23sten
Maart 1919, op een triestigen, nevclachtlgen
dag, met een extra trein, welke hem te
Eckartsau, waar hij gedurende den laatsten
tijd met zijn gezin op een kasteel had ge
woond, kwam afhalen, naar het buitenland
vertrok.
Bijna alle bezittingen van de Habsburgers
waren in beslag genomen. Ook het privé-
bezit van de keizerlijke familie had men
weggenomen. Het allergrootste deel dezer ob
jecten bevond zich op het gebied, waaruit de
nieuwe Tsjechoslowaaksche staat was ont
staan. Tot deze het keizerlijke gezin ontno
men goederen behooren o.a. de keizerlijke do
meinen Göding met Pawlowitz. Holies, Sas-
var, Bezno, Smiric met Cerekvic, Nedelist,
Svety, Reichstad-Politz, Ploschkowitz, Swole-
nowes, Bustehrad, Tachlowitz, Kacow. Kron-
poricen, Bistrau, het Toscaansche paleis op
den Hradschin te Praag en het in 1917 door
keizer Karl persoonlijk gekochte domein
Brandeis, waarop zich verschillende industrie
ondernemingen bevinden.
Ook in Oostenrijk zelf werden tal van be
zittingen van den keizer en van zijn gezin
in beslag genomen. Ex-keizerin Zita heeft
herhaaldelijk getracht een deel van hetgeen
haar en haar familie vroeger rechtmatig toe
behoord heeft, weer terug te verkrijgen. De
ex-keizerin heeft zich in verband met de re
paratie-aangelegenheden van de successie-
staten, welke op de conferentie te Parijs ter
sprake zullen worden gebracht, tot de heeren
van deze conferentie gewend met. het ver
zoek om schadevergoeding voor de haar ont
nomen bezittingen. De conferentie kan ech
ter alleen een beslissing nemen omtrent de
successiestaten, want in de republiek Oosten
rijk werden de keizerlijke goederen niet. vol
gens bepalingen in de vredesverdragen doch
ten gevolge van een op den 3en April speciaal
in het leven geroepen wetsbepaling in be
slag genomen. De keizerlijke bezittingen, die
in Tsjecho-Slowakije in beslag werden ge
nomen, worden op een waarde van niet
minder dan honderd millioen goudkronen ge
schat. Geen kleinigheid!
De materieele omstandigheden, waarin de
gewezen keizerlijke familie op het oogenblik
verkeert. ?4jn niet al te schitterend. De ex-
keizerin heeft een gedeelte van het onderwij
zende personeel ontslagen en heeft het be
sluit genomen enkele harer kinderen naar
gewone openbare scholen in België te' stu
ren. Eerst heeft zij vier harer kinderen, aarts
hertogin Adelheia en de aardtshertogjes Ro
bert, Felix en Karl Ludwlg, reeds de vorige
maand naar Brussel gebracht. Het meisje
volgt daar de lessen aan het gymnasium van
de ..Dames de Marie" en de drie jongens gaan
eiken dag naar het College Saint Michel, dat
meer dan twaalfhonderd leerlingen telt.
De ex-keizerin is dan weer naar Lequeitio
teruggekeerd om haar andere vier kinderen
te halen. De drie jongste, Rudolf, Charlotte
en Elisabeth, welke laatste eerst na den dood
van haar vader ter wereld Is gekomen, blij
ven voorloopig lessen ontvangen van Friiu-
lein Maass, een gouvernante, die reeds sedert
meerdere jaren bij de keizerlijke familie in
dienst ls.
Een groot gedeelte van de Oostenrijkers
volgt de lotgevallen van het keizerlijke gezin
steeds met de allergrootste belangstelling.
Telkens wanneer er nieuwe photographische
opnamen van de ex-keizerin cn van haar
kinderen zijn gemaakt. kan men de repro
ducties er van in de etalage van een boek
winkel vlak achter den St. Stephansdom. in
het hartje van de stad. bewonderen. Steeds
blijven tal van lieden voor deze winkelruiten
staan. De beeltenissen worden grif gekocht.
In België zal de ex-keizerin haar intrek
nemen in het kasteel van Stcenockerzeel, dat
vijftien kilometers van Brussel en twaalf ki
lometers van Leuven verwijderd ligt.. Bij dit
slot, dat eigendom is van markies Jean de
Croix, behoort een dorpje, dat 2662 inwoners
telt. Op het oogenblik worden in het slot.
centrale verwarming en tal van badkamers
ingericht. Dc burcht bevindt zich sedert, het
jaar 1783 in het bezit van de familie de
Crolx. Het kasteel stamt echter reeds uit de
middeleeuwen. Het is een massief vierkant
gebouw met vier ronde torens, hetwelk door
grachten wordt omgeven. Tn den tijd van de
Noormannen werden in dit slot de reliquieën
van den Heiligen Rombout van Mechelen be
waard. In 1511 kwam het. kasteel in het be
zit van Charles de Lannoy. welke in 1525 in
den veldslag van Pavia Frans I gevangen
heeft genomen.
In Oostenrijk zelf wonen maar weing leden
van de uitgebreide Habsburgsche familie
meer. Een hunner, aartshertog Klemens Sal-
vator. die op den 6en October 1.1. vijf-en -
twlntig jaar is geworden, heeft zich dezer da
gen met de 23-jarige gravin Elisabeth Resse-
guier, een dochter van graaf Friedrich Ressc-
guier de Miremont en gravin Christiane von
Wolkenstein. verloofd. De ex-kelzerln heeft
haar toestemming tot dit huwelijk gegeven.
De jonge aartshertog is een directe afstam
meling van keizer Frans Jozef, wat bij den
troonpretendent Otto niet het geval is. De
vader van Klemens Salvator toch, aartsher
tog Frans Salvator uit den Toscaansche zij
lijn van het Habsburgsche huis, was gehuwd
met aartshertogin Marie Valerie, de lieve
lingsdochter van Frans Josef, Deze Marie
Valerie dus was een rechte nicht van ex-kci-
zcr Karls vader. De verloving werd in de
zoogenaamde ..Kaiservilla" te Ischl, waar kei
zer Franz Josef zich steeds zoo gaarne des
zomers pleegde op te houden, gevierd.
intonatie hebben we toen mogen hooren; en
Debussy heeft het door de vele modulaties
den solist heusch niet gemakkelijk gemaakt.
In de hoogte is de toon van den speler niet
zoo goed als in het miödenregister. Van een
beoordeeling van het werk zelf kan ik mij
na de zeer „vakmatige" beschouwing in het
programma, gevoeglijk onthouden; ik vond
er zeer mooie en minder mooie gedeelten
in, maar de rhapsodie is mij noch als „ge
sloten boek", noch als „weelderig landschap"
(om in het beeld van het boek te blijven
zou ik prefeeren: „de afbeelding van een
weelderig landschap") voorgekomen. Het
werk dateert, geloof ik. van 1910 en de eigen
schappen van Debussy's vroegeren stijl zoo
wel als die van zijn lateren, zijn er in te be
speuren.
Met de uitvoering van I'Apprenti-sorcicr
van Dukas werd het concert gesloten.
K. DE JONG.
ONDERWIJZEND PERSONEEL.
Voor de voorziening in de vacature van
onderwijzer aan school 32 (Karolingenstraat)
worden aan den raad voorgedragen de hee
ren: 1. G. A. Paardehaar, 2. D. H. Querner en
3. A. Hendriks, allen te Haarlem.
Voor onderwijzeres aan school 19 (Prins
Hendrikstraat) worden aanbevolen de dames
1. J. F. A. van Zijl te Haarlem, 2. W. Jager te
Den Helder cn 3. C. Fris te Haarlem.
Voor onderwijzeres aan de school „Buiten
rust" de dames: 1. J. J. C. Vellenga te Zaan
dam. 2. M. H. H. Boonjager—Arentsen te
Amsterdam cn 3. J. P. van Dorsten te Haar
lem.
Haarlem, 4 December 1929
GROENTEMARKT TE IIAARLEM.
Appelen f 0.05—f 0,48 per K.G.
Peren 0.061,per K G.
Bloemkool 0.120.28 per stuk.
Roode kool 0.050.12 per stuk.
Gele kool f 0,080,20 per stuk.
Groene kool 0,040,10 per stuk.
Boerekool 0.20—0.60 per kist.
Andijvie f 1.60f 4.50 per 100 struik.
Spruiten 2.753,50 per zak.
Spinazie 0.400.72 per kist.
Wortelen 0.120.20 oer bos.
Brusselsch lof 0.28—0.34 per K.G.
Knolselderij 0,040.10 per stuk-
Selderij f 0.05 f 0.15 per bos.
Pieterselie 0.06—0.20 per bos.
Prei, l 0,04—0,18 per bos.
EEN VERKOOPING BIJ DEN
„VORST VAN GELEEN".
DE DEURWAARDER DOOR EEN
RUIT BINNENGEDRONGEN.
Te Geleen was Woensdagmiddag een groote
menschenmenigte verzameld voor de woning
van mr. F. Leufkens, die zooals men weet
beweert souvereln vorst en graaf te zijn van
het graafschap Gcleen-Wachtendonk. Hij
had geweigerd zijn belastingschuld te vol
doen en daarom zou hedenmiddag de pu
blieke verkooping plaats vinden van zijn in
boedel. Toen de deurwaarder om een uur aan
zijn woning verscheen, weigerde de heer Leuf
kens den toegang. Hij verzocht een smid het
slot te forceeren, doch de man weigerde dit.
De deurwaarder heeft daarop een ruit ver
nield en is zoo naar binnen geklommen.
Daarna heeft hij het publiek in de woning
toegelaten. De „vorst" verwijderde zich. Hij
zou bij de autoriteiten recht zoeken. Toen hij
evenwel om twee uur niet terug was werd de
publieke verkooping zonder hem begonnen.
DE RAMP VAN DE „VIMEIRA".
Onverantwoordelijke en hoogst ge
vaarlijke daad.
De Raad voor de Scheepvaart deed
Woensdag uitspraak Inzake den brand aan
boord van het Engelschc tankschip „Vlmel-
ra" in dc haven van Rotterdam, waarbij tien
personen om het leven zijn gekomen.
Dc raad is van oordeel dat deze ramp ls
veroorzaakt door het in brand geraken van
de over boord geworpen of gepompte gasoli
ne.
Dc Raad heeft met groote verbazing verno
men hoe onvoorzichtig hier is gehandeld.
Niemand scheen zich bewust te zijn van het
groote gevaar van het overboord werpen
van emmers roest en gasollnc-resten en het
overboord pompen van water, waarop een
laag olie dreef. Ret storten van gasoline in
ac Nieuwe Maas is zulk een gevaarlijke han
deling, dat deze zonder eenig voorbehoud
moet worden afgekeurd. De Raad acht het
niet onmogelijk dat een paar ton gasoline
buiten boord is geraakt.
Uit het onderzoek vermeld in de uitspraak,
volgt dat hier door personen van de Rotter-
damsche Droogdok Maatschappij met mede
werking van een of meer der leidende perso
nen van de bemanning van het schip een
uiterst gevaarlijke daad is verricht, welke
zeer gemakkelijk tot een ramp, als thans
heeft plaats gehad, kon leiden.
Wat hier is gebeurd, het laten overvloeien
van ae ballast tanks, kan niet anders worden
genoemd dan een onverantwoordelijke en
hoogst gevaarlijke daad, getuigende van een
ondoordachtheid, welke lichtzinnig, ja roe
keloos moet worden genoemd. Dit alles neemt
echter niet weg dat een regeling van over
heidswege hier dringend noodig is.