POSTZEGELRUBRIEK RAADSELS RUILRUBRIEK BRIEVENBUS HUISVLIJT. KALENDER Een kleurige kalender is een aar dige wandversiering. Deze kan, zooals bijstaand model zeer eenvoudig zijn. We gebruiken triplex van pl.m. 5 m-M. dikte. Wil je de snorharen der poesen zoo goed mogelijk uitzagen, begin ze dan samen om te zagen. Als Je 't werkstuk hebt geschuurd, zaag je voorzichtig de haren uit. Het muurtje verven we rood met witte voegen, de poesen en de rechthoek voor 't kalenderblokje zwart, het schuine en bovenste gedeelte van de schoorsteen grijs. We hangen onze kalender aan een koordje of lintje op, dat we door de gaatjes ha len. Met blanke lak werken we 't geheel af. Losse kalenderblokjes zijn in den handel verkrijgbaar. Als je nu eerst een blokje koopt en daarna de grootte van je rechthoek bepaalt, dan is 't altijd passend, 't Model is in de tijdingzaal te bezichtigen. S. Rustenburgerlaan 23. /(P DE MOEILIJKHEDEN VAN NEL VAN MEES. Het was vacantie en Nel werd aan het werk gezet. Ze zat gedoken in een hoekje van de rommelige kamel en dacht aan alles wat er gebeurd was. Op school was ze met een prach tig rapport overgegaan naar een hoogere klas. Ja, nu was ze een jon gedame van de derde klas H. B. S. en Nel lachte vergenoegd en ging rechtop zitten. Ze had met haar vriendinnen allerlei leuke plannen gemaakt. Ze zouden naar verschil lende feesten gaan, boottochten ma ken en waren van plan alleen ple zierige dingen te doen en niets an ders. Me dunkt, als je zoo hard ge werkt hebt de laatste vijf weken, mocht je nu toch wel uitrusten. De eerste dagen deed Nel niets dan pianospelen, boeken lezen en bon bons eten. Tengevolge hiervan werd ze knorrig als ze van haar boek weg geroepen werd en had heelemaal geen eetlust. .,Dat moet nu uit zijn," besliste Mevrouw van Mees. „Nel, ik ga voor een paar dagen de stad uit met va der en jij zult voor de huislioudinng moeten zorgen, en Tine, wacht even" en Mevrouw van Mees riep het dienstmeisje. „Overmorgen heb jij een vrijen dag. Ik ga van middag weg, Nel. Zorg jij dus goed voor al les. Ik zal blij zijn te denken dat alles in goede handen is. Ik kan trotsch zijn op mijn groote dochter, niet?" Nel was verpletterd en kon niets Inbrengen tegen deze woordenvloed. Zc mompelde wat en draaide zich toen met een ruk af. Haar moeder- zuchtte, maai' zei niets meer. Nu was er al een dag voorbij en hoe was het gegaan? Nel keek de kamer rond. Enfin, ze zou nu maar de ontbijttafel opruimen. Nel keek op de klok, al tien uur. Haar zusje was gaan zwemmen en haar broer was net met zijn fiets weggegaan, al mopperend dat de pap niet gaai- was en dat ze zoo laat hadden ont beten. „Zoo, wat doe jij om zoo laat op te staan," had Nel hem toege roepen. Tine, het dienstmeisje, had gezucht en wensclite dat „haar me vrouw" maar thuis was. Nel begon de tafel op te ruimen. Opeens zag ze het bord van Tine staan. „O!" en Nel stond stil. „Het arme kind heeft haar boterhammen nog niet." Een oogenbhk later ging Tine al mopperend efcea, «Ek was van plan het eindelijk zelf te doen, maar Mevrouw heeft gezegd, dat de Juf frouw voor alles moest zorgen, ten minste datgene wat Mevrouw altijd." doet." Nel zei niets, maar zette water op voor het afwasschen. Toen ging ze de huiskamer bijvegen. „Wat duurt het lang eer lk klaar ben hiermee," dacht Nel, „als Tine de kamer bijvoegt, duurt het veel korter. Hoe kan ze toch zoo gauw netjes krijgen? Maar ik geloof niet, dat ze alles heel schoon maakt. Haastige spoed is nooit goed. Lang zaam aan maar." En daarom was er al een kwartier voorbij, voordat ze met de kamer klaar was. Nu de bedden opmaken. Hoeveel moest ze wel opmaken? O, drie bed den, wat een bende! Hoe kwam ze er ooit door, en dan afwasschen en dan voor het eten zorgen en dan „En dan, en dan. en dan!" riep Nel wanhopig uit. „O, waarom heeft moeder mij dit alles laten doen? Daarvoor is toch een dienstmeisje!" Maar ze moest toch eindelijk begin nen. anders zou er nooit een einde aan komen. Dus Nel ging eerst naar haar eigen kamer. Een echt gezellig kamert je was het.. Maar och, het bed was niet afgehaald. „Dan niet." en ze keek boos naar de dekens. Zoo, klaar. Dat ging gauw. Wat zag het kamertje er gezellig uit. Ze keek naar de mooie schilderijen aan den muur en naar de boekenkasten, naar de mooie kleedjes en snuiste rijen. „Dat is waar ik heb die vriendin van Annie een boek geleend, heeft ze het al teruggegeven? Even kijken. Neen, hier is het niet." Nel haalde al de boeken overhoop. Toen zat ze stil en keek peinzend naar den muur. Haar oog viel op een schilderij. ..Wie zou dat geteekend hebben? Laat eens zien." Nel stond op en keerde de schil derij om, om te zien hoe de tee kenaar heette en wat de titel was. „Ook eens kijken hoe de andere platen heeten" en een voor een wer den de platen omgekeerd. Tingeling! Dat zal de post zijn. En Nel vloog naar beneden. Ach, de melkboer maar. Toen ging Nel naar Annie's ka men. Haar bed was wel afgehaald. Maar die was altijd zoo precies. Zoo?! Waar haalde Annie dat gekke ding vandaan? Ze ging naar het tafeltje dat bij het raam stond, maar ze keek niet waar ze liep en botste tegen de matras die over een stoel hing voor het open raam. Door den schok vial de zware matras tot Nel's ontzetting uit het raam en op straat. Nel gaf een gil van schrik en stond dood stil. Ze durfde eerst niet uit het raam kijken. ,,Hé, hé!" hoorde ze roepen. Nel rende naar beneden en deed de deur open. Genade! Waar kwamen op eens al die menschen vandaan? Ze had een vuurrood gezicht. Wat moesten de menschen toch wel den ken? Nel probeerde de matras op te tillen. Wat was ze zwaar en in plaats van te helpen, stonden al die men schen maar te kijken hoe ze het nu zou doen. Idioten, om zoo te lachen. „Wacht, ik zal je wel helpen zus" zei een jongen en meteen pakte hij het cene end op. Nel keek hem dankbaar aan en zoo geholpen, kreeg ze de matras eindelijk binnen. De jongen werd bedankt en deze ging fluitend weg. Nel ging vermoeid en beschaamd op de matras zitten. Wat een stommerd, wat een uilskui ken was ze toch. Die lamme matras ook, akelig ding. Ze zou haar maar kalm in de gang laten liggen, anders kreeg ze er nog meer ongelukken mee. Daar bedankte ze voor. Twaalf uur! Haastig zette Nel rijst op. Het eten zou nooit klaar ko men. Er moesten maar eieren ge kookt worden, dat kon best in plaats van vleesch. Geen aardappelen, die zouden ook niet gaar zijn, en maar groente uit blik. Er stond nog een KUNSTJES VOOR I. Je neemt een flesch, die van binnen goed droog is en legt die plat op tafel. In den hals van de flesch doe je een lucifertje, maar zoo, dat de kleinste helft van den lucifer naar buiten steekt. Nu is het de kunst door blazen den lucifer naar binnen te werken. Probeer 't eens. II. Zie je onderstaande figuur? blik doperwten in de kelderkast. Nel waschte vlug de borden af. Vreese- lijk, het water was lauw geworden van het lange staan, terwijl ze voor het eten zorgde. Nu bleven groote stukken groene zeep aan de borden kleven. Wat een vieze rommel! Wat deed de rijst gek opeens! Het werd een klomp, ze had toch altijd losse kon-els gezien als moeder rijst klaar maakte. Maar wat roeren! En Nel roerde vol ijver in de pan. Een tijdje was het rustig in de groote keuken, terwijl Nel zoo goed mogelijk de borden met de klodders zeep af droogde. „O, wat een lucht!" riep Nel op eens uit. „Waardoor komt dat? De rijst, de rijst! Wat een lucht!" Gauw wierp ze een deur open, de ramen ook. „Je had niet moeten roeren, meis je." Nel keek om en zag haar moe der staan. Met een sprong was ze bij haar. „O Moeder, Moeder, wat ben ik blij dat U er weer bent. Laat me alstublieft nooit meer zoo alleen." „Och meisje, ik begreep wel, dat het nooit goed zou gaan, daarom ben ik niet zoo lang weggebleven als ik eerst gedacht had. Mijn meisje moet nog zoo veel leer en." (Slot volgt) LANGE AVONDEN. Teeken die eens na op een stukje karton. A. 1 keer. B 4 keer. Dan knip je de 5 stukken heel secuur uit. Nu is het de kunst deze 5 stukjes zoo neer te leggen, dat ze een viei-kant vormen. IH. Vul een kom gedeeltelijk met water en leg op den bodem een cent. Ga nu zoover van de kom af staan, dat je den cent niet meer ziet. Wanneer nu een ander water bij giet, zul je den cent weer zien, hoe wel die zich niet verplaatst heeft. W. B.—Z. Een ijsberg steekt slechts voor l/8ste deel boven water uit. Dus een ijsberg, die 3 M. hoog lijkt, is 24 M. Postduiven vliegen bij rustig weer 1 K.M. per minuut. Hebben ze wind mee, dan vliegen ze wel 2 K.M. HET GOEDKOOPE PAKJE. Hier zien jullie de geschiedenis van een meneer, die eens een zeer bijzonder koopje dacht te halen, toen hij een pak zag hangen dat slechts zeven gulden vijftig kostte. Nu dat was ook zeker niet duur. Hij kocht het pak en trok het den vol genden dag dadelijk aan. Des mid dags ging hij kijken naar een voet- TSJECHO-SLOWAKIJE XVI JO 'p /OA* joa A 40 SCO A Sf Sao A j Aa S/fiad /4>0 AaaA so/l óeA sA: Jfi/t se A 4 a A A/aA. J A 3 Ai In 1926 krijgen we wederom een opdrukkenserie voor portzegels. Hier voor werden gebruikt de frankeer zegels van de serie 192025 (groot formaat beschrijving d). De op druk „Doplatit" staat iets schuin, (terwijl de nieuwe waarde rechts on der is aangebracht, n.l. 30 op 109 heller (groen), 40 op 200 heller (violet), 40 op 300 heller (vermiljoen) 50 op 500 heller (groen), 60 op 400 heller (brum) en 100 op 600 heller (violet). Grootte van de vakjes 3 bij 3.4 c.M. Gedurende 1926-28 verschenen eenige waarden met de beeltenis van den president, die veel overeenkomst vertoonen met de serie 1925. De waardecijfers zijn hier echter uit, terwijl de omgeving in 't rechthoekje gekleurd is. Er werden uitgegeven: 50 heller (groen), 60 heller (lila). 1 kroon (rose) en 3 kronen (bruin). Grootte van de vakjes 3 bij 2.6 c.M. De kasteelen serie 1926 werd gedu rende 1926-28 uitgebreid met: 20 hel ler (rood kasteel van Karlstein), 30 heller (groen kasteel van Pern- stein), 40 heller (bruin kasteel van Orawa), 1.20 kroon (lila kloos ter Strahov). Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.4 c.M. De hoogere waarden verschenen in groot formaat. 2 kro nen (blauw), 3 kronen (karmijn); belde gezicht op Praag met het be kende kasteel Hradschin, dat ook op de eerste zegels van dit land is af gebeeld. 4 kronen (bruinlila) en 5 kronen (donkergroen): beide gezicht- op 't plaatsje Vysoke Tatry met een een meer en berglandschap op den balwedstrijd en toen hij daarvan naar huis terugkeerde begon het te regenen. Wat er daarna met het mooie pakje gebeurde behoef ik niet te vertellen. Dat kun je zelf wel uit het laatste plaatje begrijpen! Zoo zie je, goedkoop is dikwijls toch duurkoop, hè! achtergrond. Grootte van de vakjes 2.7 bij 3-9 c.M. Zie voor de indeeling 't schetsje. Nieuwe deelnemer: 93. Edo Striezenou, Mentawistr. 2. Vrijdag en Zaterdag 27 en 28 De cember wordt onze 7e postzegelten toonstelling gehouden in de Tijding zaal. Jullie brengen allemaal je ver zameling mee; van 9 tot 12 ben ik beide dagen in de tijdingzaal aan wezig. Hoofdzakelijk verzamelingen van de Donaulanden en Nederland en koloniën worden gekeurd; voor de netste zullen eenige prijsjes, be staande uit zegels, beschikbaar zijn. Mochten er onder de vele philatelis- ten in de stad zijn, die ook een prijsje beschikbaar willen stellen, dan zal ik dat in dank aanvaarden. Bij het keuren der verzamelingen zullen punten worden gegeven voor de vol gende onderdeden: 1. Regelmaat der ingeplakte zegels. 2. Manier, van opplakken (of de zegels bijv. gemakkelijk verwisseld kunnen worden). 3. Netheid der zegels. Zorg er dus vooral voor, dat je verzameling er netjes uitziet. S. Rustenburgerlaan 23. (Deze raadsels zijn Ingezonden ioor Jongens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.) Iedere maand worden onder de beste oplossers vier boeken "erloot. AFDEELING I (Leeftijd 10 jaar en ouder.)' 1. (Ingez. door den kleinen Kapi tein). Neem uit de volgende schuilnamen telkens één letter, zoodat ge een plaats in Drente ka-ijgt. Theeroosje, Boerinnetje. Mimi Poesekat, Capricornus, Roodkapje. 2. (Ingez. door Damiaatje.) Ik ben in de huiskamer en besta uit 17 letters. 9 10 11 is een lidwoord. 4 5 6 is een lichaamsdeel. 123456 17 is een mooi dorp in Noord-Holland. 7 8 9 10 11 is hard. 12 13 14 is geen vrouw. 15 16 10 11 is een lichaamsdeel. 3. (Ingezondèn door Azalea.) Strikvragen. a. Wie gaat het eerst de kerk bin nen? b. Een boer ziet het alle dagen, een koning ziet het zelden. c. Welke vloer is van hout ijzer noch beton? <S. (Ingez. O ooi- Damiaatje.) Wat kunnen wij nooit bij helderen dag zien? e. (Ingez. door den kleinen Kapi tein). 30 kinderen moeten 35 pond peren 9 pond aalbessen, en 75 pond appe len opeten. Wat krijgt ieder? 4. (Ingez. door den kleinen Kapi tein). Ik ben een plaats in het Geuldal en besta uit 10 letters. 1 2 3 4 is een.vogel. 5 6 is een voegwoord. 7 8 9 10 was vroeger de woning van een edelman. 5. (Ingez. door Damiaatje.) Ik ben een plaats in Utrecht en besta uit 14 letters. 7 8 9 is een deel van den dag. 13 14 is een lidwoord. 2 10 vinden we 's winters fijn. 4 5 11 is soms in het ijs.' 1 2 is een persoonlijk voornaam woord. 3 is een medeklinker. 6 7 8 9 is niet goedkoop. 10 11 12 13 14 is een ander woord voor plaats. 6. (Ingez. door Zigeunertje.) Neem uit de volgende schuilnamen telkens één letter, zoodat er een nieuwe schuilnaam komt. Zevenster, Jerrie, Graspieper, In terieur, Gouden Regen, Vlinderfee, Doornroosje, Pioenroos, Duinroosje, Blondje, Ballenbreistertje, Erica, Theeroosje, Helpstertje. AFDEELING II (Leeftijd 9 Jaar en Jonger.) 1. Strikvragen. (Ingez. door Appel mootje.) a. Wit kunt ge mij eten, Zwart kunt ge mij zingen, Nu zult ge 't wel weten, Wat zijn toch die dingen? b. Wat stijgt er soms met snelle vlucht-, Steeds achteruit, zoo in de lucht? c. (Ingez. door Appelmootje.) Wat; heeft een ezel steeds vooraan, Wat bij een koe moet achterstaan? d. Welk huis, waar menig kind is, Wordt met één letter minder, een visch? 2. (Inge?, door Appelmootje.) Mijn 1ste is een boom. Mijn 2de is vaak om een tuin. Mijn geheel is een stad in Zuid-Holland. 3. (Ingez. door Appelmootje.) Met b ben ik een boom. Met k ben ik een gebouw. Met m ben ik een teeken Met w ben lk arbeid. Met z ben ik een steen. 4. (Ingez. door Hunkerhartje.) Mijn 1ste is de naam van een roof dier. Mijn 2de de naam van een voer tuig. Mijn 3de de naam van een slanken boom. Mijn geheel is een hoofdstad van een provincie. 5. (Ingez. door Appelmootje.) Mijn 1ste is een ouderwetsche schoorsteen. Mijn 2de is een kasteel. Mijn geheel is een plaats-van ver maak. 6. (Ingez. door Appelmootje.) Ik ben een viervoetig dier van 4 letters. Zet één letter voor me en ik ben weer een viervoetig dier. Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDEELING I. 1 a. Een lucifer, b. Valsch geld. 2. Al draagt een aap een gouden ring, hij is en blijft een leelijk ding. 3. Kortrijk. 4. Moskou, Amsterdam Madrid. 5. Weert, Assen, Alkmaar, Uithui zen. 6. Wie in zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid bij een ander niet. AFDEELING II 1. Delft. 2. Kievit. 3. Bennebroek. 4. a. Omdat hij daar woont. b. De andere helft. c. De tanden in onzen mond. d. Peperbus of koffiebus, e. vingerhoed, f. een ster. 5. Limonade. 6. Maastricht. Goede oplossingen ontvangen vanT Elfenkoningin 4 Viooltje 0 De kleine Violist 5 Theeroosje C Pietje van Peuteren 5 Ballenbrehtertje 6 B. Verhagen 6 Breeroo 5 Sneeuwklokje 4 Brillant- ster 5 De Schipperin 5 Zecuwsch Boerinnetje 3 Krielkip 6 De kleine Stoffeerder 5 Bloze Kriekske 5 Inte rieur 6 Zonnestraaltje 6 Papavertje 5 Theeroosje 5 Babbelkous 1 Appeltje 6 Appelmootje 6 Azalea 3 Draaitol 4 Karei I 6 Graaf Lodcwijk 6 Katuil 3 Gouden Regen 6 Wenda 6 Krullebol Steilhaar Sarina Rozenknopje 6 Wipneusje 5 Trambestuurder 5 Korstjesknager 2 Alba 6 Droomko ninkje 6 Moeders grootste Hulp 3 Graspieper 2 De kleine Kapitein 6 Damiaatje 6 Roodwangetje 6 Pioen roos 6 Tilburgertje 6 Don Frcderik 6 Annie Oosterhof 6 I-vasenmoeder- "tje 6 Poodkapje 6 Obione 5 Zeven ster r 'mico 5 Zangvogeltje 5 Vlin derfee 6 Prikkebeen 6 Violetta 6 Blauwdruifje 5 Blauwoogje 5 De kleine Bouwer 5. KOLÏBRI. Kinheimplcin 2. Bloe- mendaal, heeft 104 Mecobonnen van 80. 11 Meco-bonnen van 50, 30 Meco-bonnen van 40, 117 Verpleeg- ster-cacao-bonnen, 6 Nofwapenbon- nen, 5. Bussinks-Albumbonnen. Mijn Land. 11 Gelderland nrs. 17, 18, 19, 20, 60, 4 Stark's bonnen, 4 Pelikaan bonnen, 1 Karnemelkzeepbon, 1 Sickesz-wanenbon. Dit alles wil ze araag ruilen tegen klein'e en groote nlaten of bonnen van 't Droste Al bum „Indië". W. SMIT. Clercqstraat 71 rood, vraagt no. 154 van Onze Jeugd- RUBRIEKERTJES-LIJST. 781. Bertha Verhagen, oud 9 jaar, Leidschevaart 20. Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG—- ZEEMAN. Marnixstraat 20. (In de bus gooien zonder aai"., bellen.) ELFENKONINGIN. 'k Vind he5 leuk, dat je er weer bent. Sprookjss- konineinnen hebben 't zomers altijd geweldig druk. Je mag je schuilnaam best veranderen in dien nieuwen VIOOLTJE. 'k Ben blij, dat je cadeautje zoo goed van pas kwam. Ben je al met je etui naar school ge weest? Houd jij wel van grauwe erwten, al is er geen roomsaus over? Ik wou, dat ik zoo goochelen kon als die meneer van Houten. Wat heb jij ook een heerlijken Sinterklaas gehad Heb je nog wat lekkers over ge spaard? DE KLEINE VIOLIST. Ja joil- ?en, ik ben altijd heel dankbaar, als alles naar wensch geslaagd is. De blijdschap in de ziekenhuizen blijft voor mij nummer één. Ik denk, dat jullie nog vaak beschouwingen hebt gehouden over de wonderlijke goo- f-hplt/iprpn THEEROOSJE. Wat vind ik het heerlijk, dat jij ons feest hebt kun nen biiwonen. Hoe gaat het er nu mee? Ben je al weer naar school ge weest? Ik hoop toch zoo, dat een nieuw Jaar nieuwe gezondheid voor je mee zal brengen. W. v. d. L. De film van Valken- heide was zeker wel interessant. Er wordt heel veel moois en goeds in die richting gedaan. Hoe heb jij SI. Nicolaasavond gevierd? Ik ben blij voor je, dat je misschien spoedig weer de oude vrienden op de Ernst Sillem Hoeve of te Rotterdam weer zult zien. 't Zal me benieuwen, welke keus ie gedaan hebt. Dat telegram van Wim G. begrijp ik niet goed. Is Instituut Steidel een mooi boek? Wie heeft het geschreven? LATHYRUS. 'k Ben nu wel weer uitgerust. Leuk, dat Jij Zaterdag ook nog zoo genoten hebt. Er wordt door zus zeker nog wel eens over gepraat. Zoo'n meevallertje is nog eens een zonnestraaltje voor een mensch, hè? I Wat prettig, ook voor je ouders, dat er op 5 December geen zieken wa-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 16