H. D. VERTELLINGEN. INGEZONDEN J.LOTTGERING Groote Houtstr. 5a SCHEEPVAARTBERICHTEN BURGERLIJKE STAND FEUILLETON De Gestolen Diadeem HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 16 DECEMBER 1926 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). door WILLY VAN DER TAK. Te Wapen! Ach. maar je hoeft er je niet ongerust over te maken. Als 't komen moet, komt het. toch", eindigt mei. een bemoedigend knikje de behulpzame nieuwbakken buurman, en hij klimt over een canapé, die dwars in de ka mer staat, schopt een stapel trommels omver, zet een drietal bezems, die in welverdiende rust tegen de deur leunen, weg, en zegt, voor hij die achter zich dicht doet nog: „Tot mor gen dan. Als u nog iets nooclig mocht heb ben.... telefoneercnmijn huis staat tot uw beschikking. En droomt u maar niet van inbrekers, mevrouwtje. MeneerEn voor dat de kolonel ook de tweedubbele hindernis van canapé en chaos van trommels heeft kunnen nemen, heeft hij zich zelf al uitge laten, en ze hooren hem fluitend weg loopen, dan klapt eerst hun hekje, dan het zijne, en zijn voordeur slaat dicht. Daar staan ze nu. 's Avonds om elf uur. „Zou je binnen een maand klaar kunnen zijn?" zegt de kolonel ietwat sarcastisch, en het is geen wonder dat mevrouw kribbig terug snauwt. „Och doe nou niet net, of jij het slachtoffer bent. M'n rug is gewoon gebroken en hef middageten is er ook al bij in geschoten. En dan nog die lamme vent met zijn verhaal over al die inbraken. Waarom wou jij ook per sé verhuizen? Als er Iets gebeurt.... ik ver roer geen vinik laat alles leeg stelen. Die kerels zijn zóó klaar om te schieten. D- zou je dankenhui" En meneer lacht cn slaat zich martiaal op de borst. „Noudan ben ik er ook nog! Ze zullen zich v/el twee maal bedenken, voor zc bij een officier inbreken! Daar hebben ze een heilige angst voor!" Mevrouw snuift en gaat nog snuivend naar boven, waar in het grcllc schijnsel van dc kaplooze lamp de slaapkamer met zijn won derlijken inventaris van klakkeloos neerge zette meubelen en groote onuitgepakte kisten er al heel unheimisch uit ziet. Hoe komt zc ooit klaar! Wat een bencle! En hoe komt dc koekepan nou in 's hemelsnaam hier terecht? Stom volk, dat die verhuizers zijnVer beeld je, wie weet er nou niet, dat een koe- Jcepan in de keuken hoort! En als meneer boven komt en met een nij- digeti vloek zijn teenen aan den rand van de toilettafel stoot, zegt ze venijnig: „Ja, mopper jij maar! Wat zijn jullie man nen toch eigenlijk een kleine kinderen! Be helpen, ho maar! Een handje uitsteken, niks ervan! Nee, meneer z'n huis is te ver van het station af, en dan stopt ie z'n weer- looze vrouw in een inbrekersbuurt, en laaf d'r maar tobben. Als ik op een goeien da? doodgeschoten word, hoef je niet te denken, dat je ooit nog een goed woord van me krijgt!" En ze draalt zich met een ruk om ln haar bed en sluit haar oogen en meneer weet, dat de discussie hiermee onherroepelijk gesloten is. Hij moppert voor zijn particulier genoegen nog wat door, en stapt dok in bed en slaapt. Hij is heusch ook moe. Mevrouw slaapt niet. Natuurlijk niet. Hoe kan zoo'n man in 's hemelsnaam slapen, als zijn eigen vrouw in haar bed ligt te tollen van angst voor inbrekers? Het heele huis piept en kraakt. O jasses! Al die geluiden! Wat maakt die klok beneden een akelig la waai in dat leege huis! Wat is dat? Wee: zoo'n vreemd gekraak. En ze propt een punt van het laken in haar mond trekt de rest ervan plus twee dekens over haar van op winding gloeiend hoofd, en sluit in dat veillg- warme duister haar starende oogen. Binnen een kwartier slaapt ook zij. Buiten raast een enkele auto voorbij. In huis is alles stil, behalve de klok, die onver stoorbaar de uren slaat. Halve uren doet hij INGEZONDEN MEDEDEELJNGEN i 60 Cl*. per regel. naami.VENN: J.D. POSTHUMUS KONINKLIJKE STEMPELFABRIEKEN l ZIJLSTRAAT 51*) WIJ zijn specialiteiten In: FAMILIE-ORUKWERKEH AANKONDIGINGEN voori UITNOODIGINGEN GEBOORTE DANKBETUIGINGEN VERLOVING MENU'S ONDERTROUW VISITEKAARTEN niet aan, die zijn beneden zijn waardigheid Drie uur. Vier uur.... Vijf uur Wat is dat? O, daar heb je het al! Gelui den beneden in huis! Inbrekers! 't Zilver! De schilderijen! De antieke vazen, die ze nog van haar grootmoeder heeft Is 't nou nietIs 't nou niet om te huilen! En zoo'n man ligt daar maar en slaapt! Nou vraag ik je: slaapt! En snurkt nog ook! Zou je hem nietEn mevrouws hand knijpt onder de dekens haar eigen vinger bijna uit het lid, en met opeen geklemde lippen ligt ze te luisteren naar de geluiden beneden. Voetstappen. Schuiven met meubelen. Opeens stilteen een harde slag. Mevrouw ontwaakt als uit een verdoo- ving. Met een ruk draait ze zich om en schudt haar man een kolonel notabene, die door het lawaai van een heelen troep brutale in brekers heen slaapt vrij onzacht bij zijn blauw en wit gestreepten pyjamaschouder. Hij knort en slaapt weer door. Snurkt zelfs ook door, met half geopenden mond. „Man! Man dan toch!" fluistert zijn echtge- noote triLlend van zenuwspanning- „Inbrekers! Er zijn inbrekers!" Hij wordt wakker. „Oeaawaat is er? Inbrekers? Kom oeaa!" „Luister dan! Luister dan!" zegt- ze en stampvoet in de grondelooze ruimte onder haar voeten. En ja voetstappengeschuif met zware voorwerpen Meteen is de kolonel klaar wakker en zijn bed uit. Hij voelt, dat de toestand précair is. Nu moet hij zijn prestige handhaven of hij zal zijn heele leven lang bij elke voorkomen de gelegenheid aan deze ééne lafhartige daad herinnerd wordt. Erop of eronder! En zijn hand schiet uit naar de la van zijn nachttafeltje: Zijn revolver, die altijd klaar ligt voor je kan nooit weten hè? Maar de la is leeg. Die vei'vloekte verhuizing En mevrouw, die in het duister, bibberend van angst, zijn moed gevoeld en bewonderd heeft, mevrouw uit bijna een wilden angst kreet. Nog net bijtijds klapt haar hand voor haar mondHij", hijgt ze ontzet, „hij is beneden! In de boekenkist! Mijnheer's moed zakt met een bijna hoor baren plof. Z'n mond gaat open en weer dicht en verlangend kijkt hij naar zijn bed, dat ir. het griezelig duister schemerend-blank te nooden staat. Hij rilt. Zou hij er ooit nog levend in terug komen? Het lawaai beneden houdt onverstoorbaar aan. Hoeveel zouden ex wel zijn? Dan opeens glipt een witte geluidlooze ge daante het bed naast het zijne uit. „Hier", zegt een resolute stem, en er wordt hem iets in de hand geduwd, dat sterk en zwaar aanvoelt. „Hier! En denk eraan, dat je ze fouilleert, want ze kunnen de theelepeltje; best tusschen hun goed verbergen". En hij voelt, hce hij de kamer uitgeduwd wordt, en zucht. Maar er niet niets anders op. Hij verbaast zich over zijn eigen koele kalmte, als hij de trap afloopt. Het voorwerp in zijn hand een knuppel waarschijnlijk, hoewe; de hemel mag weten waar ze die zou gauw vandaan haalt geeft hem een gevoel alsof hij daarmee de heele wereld- desnoods aan kan. En vanaf de onderste traptree inspec teert hij den toestand eens. De deur van de kamer beneden kiert, eer smalle reep licht valt schuin de gang in. De kolonel klemt zijn hand vaster om den knuppel, en voor de deur staat hij stil er haalt diep adem. Dan, met twee handen hefl hij het wapen boven zijn hoofd, en zijn ge- pantoffelde voet au! geeft een krach ti- gen trap tegen de deur, die open vliegt, ter wijl zijn zware stem dreigend bast: „Wat moet dat daar?" Het dienstmeisje, dat vroeg op is gestaan om vast wat op te ruimen, kijkt verbaasd op Voor haar staat de kolonel, die ze nog nle'. anders dan in zijn martiale uniform heeft aanschouwd, in een blauw en wit gestreepte pyjama, en boven zijn verwarde haren heft hij dreigend en vervaarlijk de koekepan PROPAGANDA VOOR DE JONGELIEDEN CHRISTEN GEHEELONTHOÜDERSBOND De afdeeling Haarlem van den Jongelieden Christen Gehcelonthoudersbond heeft Zater dagavond een propadanda-avond gehouden in hst Blauwe Kruis. Daar heeft de heer J. G. Hoffman op heldere en bevattelijke wijze uiteengezet het nut van geheelonthouding in het algemeen en voor de jeugd in het bijzon der. De geheelonthouding stelt de jeugd voor vele problemen hel is heel moeilijk dikwijls om voor zijn overtuiging te blijven uitkomen, om standvastig te zijn. Doch dan is er de or ganisatie van jongelieden geheelonthouders, die hulp biedt. Jonge menschen kunnen dan samen die problemen oplossen, daarom is de aansluiting bij een vereeniging als deze zoo nuttig. Nadat de heer Arïe Moorhoff zich én als musicus én als declamator had doen kennen door orgelspel en door het reciteeren van een gedicht van A. J. de Bull „Bach in Dresden" hield ook de Bondsvoorzitter, de heer Frits Sieverts een toespraak. Ook hij sprak in het bijzonder over de jongeren en hun houding ten opzichte van de geheelonthouding en spoorde ten krachtigste aan om lid te worden van de organisatie, dieh zich op Christel ij ken grondslag stelt de J. C. G. O. B. De avond was verder gewijd aan de opvoe ring van een tooneelstukje door eenige leden „Oudejaarsavond", van Alex Nandwij, waarin het verderfelijke van de drinkgewoonte met een voorbeeld aangetoond wordt; aan decla matie door den heer Henk de Nijs, die „Een vers, dat als een Nachtkaars uitgaat" van Lauriilard zegde en aan de vertooning van een serie lantaarnplaatjes uit het kampleven van den J. C. G. O. B. en uit de omgeving van Haarlem. Hierbij werd mandollnemuziek gemaakt en zongen de jongens cn meisjes kampliedjes. De heer Frits Sieverts sloot den avond met gebed, waarop het vrij talrijke gehoor na het zingen van het le vers van het „Avondlied" uiteen ging. WAARSCHUWING. De Commissaris van Politie te Haarlem verzoekt ons plaatsing van het volgende be richt: De Commissaris van Politie te Amersfoort geeft aan ieder in ernstige overweging, al vorens ln handelsrelaties te treden met of te leveren aan W. H. Baarens, Puntenburger laan no. 29 te Amersfoort, thans handelende onder den firmanaam Martin Klos, zich eerst om inlichtingen te vervoegen aan zijn bureau. DE BRANDSTOFFENWERKERS EN DE ZIEKTEWET. Vrijdagavond hebben de brandst-offenwer- kers, aangesloten bij den Centralen Bond van Transportarbeiders in De Centrale een vergadering gehouden, waarin de heer A- Mars een uiteenzetting heeft gegeven over de 1 Maart in werking tredende ziektewet. Deze noemde de wet vooral in het belang van de arbeiders, die nog niet werkten onder een arbeidsovereenkomst. Verder deelde hij mede, dat het bestuur der organisatie in de komen de weken zal moeten onderhandelen met de werkgevers en nagaan of dezen bereid zijn en of het mogelijk Is, dat dezen een bedrijfs- vereeniging stichten. Dit laatste zal zooveel mogelijk in de hand gewerkt moeten worden, daar dan de zeggenschap voor een groot ge deelte bij de werkgevers en wei-knemcrs blijft, omdat dezen het bestuur van de be drijf svereeniging vormen, terwijl bij even- tueele aansluiting bij den Raad van Arbeid de medezeggenschap in directen zin niet be staat. Daarbij moet onderhandeld worden over de premiebetaling en de z.g. karenzdagen. De heer Mars beantwoordde aan het slot van zijn inleiding een aantal vragen. HIJ WILDE IN DE GEVANGENIS- De politie heeft proces-verbaal opgemaakt tegen H. de R., een 53-jarig Haarlemmer, omdat deze opzettelijk een ruit heeft stuk geslagen van het bureau van het Burgerlijk Armbestuur in het Proveniershuis. Zijn be weegredenen waren wraak, omdat hij geen steun kreeg en.... om in de gevangenis te komen. Het laatste zal hem misschien wel toegestaan worden. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redacti- rich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of ale geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug gegeven. OVER „DEMPING" VAN GRACHTEN. Geachte Redactie, Met- belangstelilng lees ik altijd uw „Om Ons Heen" dus ook No. 3823 over Demping van Grachten. Dat het woord „vandalisme" vaak ver keerd gebruikt wordt ben ik met U eens, doch dat het „als gesneden koek" gebruikt kon worden, .was mij onbekend. Zou Chari- varius dat wel weten? Intusschen schaar Ik mij gaarne aan de zijde van die Conservatieven die uw voorst-el om de beide grachten te dempen niet zul len toejuichen. Behalve de kwestie der schoonheid zijn er nog wel een paar prakti sche bezwaren tegen. Dat U toevallig een deskundige uit schip- porskringen heeft- ontmoet, die „er de schou ders over optrok" is eigenaardig doch mo gelijk. die zag dan over het hoofd, dat er van dat- vaarwater veel gebruik gemaakt wordt o.a. door vaartuigen met- bouwmate rialen voor Aerdenhout en Zandvoort en al kan men ten slotte alles wel per as vervoe ren, dat vervoer wordt voor langere afstan-' den zoo kostbaar, dat wij onze binnenvaart niet kunnen missen en die derhalve zoo min mogelijk belemmeringen in den weg mogen leggen. Overigens kan de oplossing van wat men noemt het verkeersprobleem voor Haarlem nooit gevonden worden in de door U aange geven richting. Voor een goede oplossing moet de tram geleid worden over een meer zuidelijk over het Spaarne te bouwen brug zoodat de Langebrug ontlast wordt en de tram niet meer behoeft te slingeren door de nauwe Anthoniestraat en de gevaarlijke bochten bij de Heerenvest en de Amsterdam- sche Poort. Het is beter de bestaande toestand nog wat te laten voortduren totdat het groote verkeersplan is uitgevoerd dan dit geweldige lapmiddel toe te passen dat misschien wel het ongewenschte gevolg kon hebben dat een goede oplossing tal van jaren werd uitge steld. Tegen uw meen in g dat er aan die grach ten weinig schoons is, is ook wel het een en ander aan te voeren doch over wat mooi en wat niet mooi is worden wij het misschien nooit eens. Ik vond bij voorbeeld de kommie- zenhuisjes bij de Groote Houtpoort niet mooi genoeg om daaraan veiligheid en snel ver keer op te offeren en de toestand is daar veel verbeterd maa-r de afsluiting van de Groote H-outst-raat met die huisjes was oneindig veel mooier dan nu men tegen die onoog lijk kale muren aankijkt. Hoogacht-end, JAN ROES. De geachte inzender zal hebben onge merkt, dat in mijn beschouwing de richting van de tram slechts even in het voorbijgaan is genoemd: het voornaamste argument voor demping van dez-e grachten lijkt mij dan ook het verkrijgen van een ruimen rij- en wandelweg, door een mooi plantsoen ver fraaid. Het vervoer van bouwmaterialen naar Aer denhout en Zandvoort lijkt mij niet belang rijk genoeg om de demping na te laten; zoo vaak zal dit ook wel niet voorkomen, dat as vervoer daarin niet zonder bezwaar zou kunnen voorzien. Over schoonheid zullen wij maar niet twisten. De kale muren van de Groote Hout- vangen worden door iets fleurigeis. juist om dat zij na den val der huisjes zoo in het ge zicht gekomen zijn. J. C. P. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN n 60 Ct«, per regel. voor verven van leeren schoenen koffers en motorjassen. TRANSATLANTISCHE LIJNEN. Aagtekerk 14 Dcc, te Duinkerken, Austra lië naar Rotterdam. Alphard passeerde 13 Dec. Dover, Rotter dam, naar Buenos Aires. Amsterdam 12 Dec. van Callao naar Pisco. Bovenkerk 14 Dec. van Antwerpen naar Rotterdam. Bandoeng passeerde 14 Dec. Kaap Bon, Rotterdam naar Java. Buitenzorg 14 Dec. te Soerabaya van Rot terdam. Baarn 14 Dec. te Amsterdam van Ant werpen. Christïaan Huvgens, 14 Dec. van Port Said, Java naar Amsterdam. Delfland passeerde 14 Dec. 4 uur Ouessant, Amsterdam naar Z-Amerika. Deli passeerde 14 Dec, Point de Galla, Java naar Rotterdam. Dlnteldijk 14 Dec. te Rotterdam van de Pacifickust. Grijpskerk 13 Doe. te Hamburg van Rot terdam. Gemma 14 Dec. te Rotterdam van Japan. Haarlem 13 Dec. van Teneriffe naar Havre, West-Afrika naar Amsterdam. Helder 13 Dec. ladende te Kribi, West- Afrika naar Amserdam. Indrapoera passeerde 14 Dec. 11 u. Oues sant, Rotterdam naar Java. Kert-osono 13 Dec. te Middlesbro van Rot terdam. Kota Radja 14 Dec. te Soerabaya, van Rot terdam. Kota Inten passeerde 14 Dec. 5 u. Gibral tar, Rotterdam naar Java. Kennemerland 13 Dec. ladende te Salt- pona, W.-Afrika naar Amsterdam. Lochgoil 13 Dec. te Colon, Rotterdam naar -Pacifickust. Leerdam passeerde 14 Dec. Vüsslngen, Rot terdam 1. van Antwerpen naar New-Orleans. Maasland passeerde 12 Dec. Las Palmas, Z-Amerika naar Amsterdam. Merauke 14 Dec. te Batavia van New-York. Maaskerk 13 Dec. van Freetown naar Ta- koradi, Amsterdam naar West-Afrika. Meerkerk passeerde 14 Dec. Perim, Rotter dam naar Calcutta. Mars 13 Dec. van La Guaira naar Willem stad. Narenta 12 Dec van Victoria, Antwerpen n. de Pacifickust. Nariva 13 Dec. van Londen naar Liverpool. Orestes 14 Dec. te Amsterdam van Ham burg. Prins der Nederlanden 14 Dec te Amster dam van Java. Palembang passeerde 14 Dec. 3 u. Perim, Java naar Rotterdam. Reggestroom 13 Dee. te Grand Bassam, Amsterdam naar W.-Afrika. Soekabcemi passeerde 14 Dec. 8 uur Perim, Rotterdam naar Java. Tosari 14 Dec. van Batavia naar Rotter dam. Texel passeerde 13 Dec. 21 u. Southampton on-Sea, Java naar Rotterdam. Telamon 13 Dec. 7 uur 30 sec. van Hamburg naar Amsterdam. Tjerimai 13 Dec. 21 u. van Marseille, Java naar Rotterdam. Bovenkerk 14 Dec. te Rotterdam van Ant werpen. Brielle 12 Dec. van Tor Baai en passeerde Prawle Point, Amsterdam naar Curagao. Bengkalis 11 Dec. van Taeoma naar Ba tavia. Eemdijk passeerde 14 Dec. de Azoren, Paci fickust naar Rotterdam. Edam 14 Dec. n.m. van Havana, Tamplco naar Rotterdam. Eemland 13 Dec. te Buenos Aires, Amster dam naar Zuid-Amerika. Geiria 13 Dec. van Bahia, Zuid-Amerika naar Amsterdam. Gaasterland, 14 Dec. van Hamburg naar Amsterdam. Garoet passeerde 14 Dec. 13 u. Kaap Bon, Java naar New-York. Johan de Witt 13 Dec. van Singapore, Ba tavia naar Amserdam. Juno 14 Dec. van Amsterdam naar Curacao Klipfontein 14 Dec. van Amsterdam naar Z.-Afrika. Koningin der Nederlanden 14 Dec. van Ge nua. Amsterdam naar Java. Kieldreeht 14 Dec. van Rotterdam naar Hamburg. Leerdam 16 Dec. 16 u. van Boulogne, Rot- terdam naar New Orleans. Nijkerk 14 Dec. van Lourenco Marques n. Beira. Ouderkerk 13 Dec. te Sjanghai van Rot terdam. Poelau Bras 14 Dec. van Bremen naar Am sterdam. Poelau Roebiah 14 Dec. van Port Said, Java naar Amsterdam. P. C. Hooft 14 Dec. van Colombo, Amster dam naar Java. Siantar 12 Dec. te Singapore van Batavia. Streefkerk 14 Dec. van Rotterdam naar Hamburg. Sirrah, 14 Dec. te Rio de Janeiro van Rot terdam. Schiekerk passeerde 14 Dec. Perim, Ran goon naar Rotterdam. Sibajak passeerde 14 Dec. 3 u. Perim, Rot terdam naar Java. Ssmbilan 14 Dec. van Djeddah, Bataria naar New-York. Volendam 14 Dec. v.m. van New-York ju Rotterdam. HAARLEMERMEER. Geboren: Huig, zoon van J. den Butter en S. Kïngma; Simon Gerardus, zoon van S. Verbeek en M. Grauwelman; Jacobus Chris tïaan, zoon van J. C. Kuiper en M. M. C. Wesseling; Andries Stephanus, zoon van M. Tierie en N. S. P. Schniedewind; Christina Hendrika dochter van G. Wezenberg en C. Kolman, Anna Catharina, dochter van C. Langeveld en C. A. Zoet; Elisabeth, dochter van A. Lanser en A. Grevenstuk; Cornelia Louwerina, dochter van A. T. Griekspoor en C. Stolwijk; Jannetje, dochter van P. de Smit en E. H. v. d. Ochtend; Janna, dochter van D. G. Stolberg en J. van der Ham; Cornells Jacob, zoon van C. de Weerd en N. A. Ver meulen; Elisabeth, dochter van G. Spaarga ren en M. A. Spaargaren; Johannes Petrus Cornells, zoon van J. C. A. Roosen en G. van Rooijen; Lena Johanna Gosewina, dochter van F. Vervloed en L. J. G. Dekkers. Ondertrouwd: Th. J. Snijders en S. Boer stra. Gehuwd: J. H. Kuiper en A. Vervloed; B. v. d. Ochtend en W. Dikkeboom; D. Mollema en P. Blijleven; D. v. d. Broek en E. Zijl mans. Overleden: Jan Boogaard 58 j„ wed. van G. Deutekom; Jisseltje van der Molen, 75 j., wed. van J. C. Paff: Jan Rorije, 1 dag, zoon van J. Rorije en N. R. Broers; Elisabeth Ous- soreh 56 j. wed. van J. van Kooten. Uit het Engelsch van ARCHIBALD EYRE. i 20) „Alleen maar even een kijkje", zei hij. „Na al do ellende die we ex-voor hebben ge had wil ik wel graag weten of de moeite niet voor niet is geweest". Maar de jongeman liet zich niet haasten. „Waar ik over tob is dit", zei hij. „Dat meisje zou wel eens kunnen gaan informee- ren of ik het werkelijk aan mijn moeder heb terugegeven. En als ze merkt dat dat niet het geval is, zal zc waax-schijnlijk zelf naar haar toestappen". „Daar komt zc niet achter", trachtte War den hem gerust te stellen. „Hoe zou ze dat kunnen? Ze gaat vast niet naar je moeder toe. Ze stelt immers vex-trouwen in je". Hij trachtte ongemerkt het zoo vurig be geerde pakket te pakken te krijgen, maar de jeugdige lord was op zijn hoede. „Mijn moeder zou bijvoorbeeld een premie kunnen uitloven en zij zou de advertentie kunnexx lezen. De kranten kimnen melden dat de diadeem nog steeds niet terecht is. Er zijn honderd mogelijkheden, waar ik nu niet aan denk". „En vei-onderstel dat ze naar je moeder toegaat? Wat dan nog?" „Dat is nu juist de vraag waar ik mij het hoofd over breek. Wat gebeurt er dan?" „Wel. je ontkent de heele geschiedenis. Ga zelf maar na wie je moeder eerder gelooven zal! Haar bloedeigen zoon of een kellnerin- netje uit. een lunchroom." ..Ja maar...." „Er is nog nooit een belangrijke misdaad gepleegd", zei Warden op een toon van mccr- dex-heid, of een of andere mallootige oude of jonge juffrouw heeft aan de politie ge schreven dat ze er liet fijne van wist. Nie mand die er notitie van neemt behalve de dokter en die schxüjl't een kalmeerend drank je voor. Je hoeft je over haar heusch niet ongerust te maken. Het eenige wat je te doen hebt, is brutaalweg te ontkennen". „Maar dat neemt niet weg „In het allerergste geval kun je je moeder alles opbiechten. Dat kun je later net zoo ■goed doen als nu. Maar het verschil is, dat je, als je het nu doet, geen cent krijgt voor al je moeite en getob en als je het later doet en dan zal het honderd tegen een niet eens noodig zijn wel, dan heb je de duiten in handen!" „Ik geloof dat Je gelijk hebt", Harlsmore na een paar minuten te hebben nagedacht. De kwestie is nu maar: hoevéél duiten krijg ik in handen?" „Hoe kan ik dat nu zeggen voor ik het ding gezien heb?" vroeg Warden op verongelijk ten toon. „Vooruit, voor den dag met het moois!" De graaf zwichtte voor de onverbiddelijke logica van dit argument. Hij gaf het pakje aan zijn metgezel, die het met bijna teedere voox-zïchtigheid begon open te maken. Toen hij het bruine papier verwijderd had, kwam een gewoon juweliersétui te voorschijn. In groote spanning keken twee paar oogen toe, toen de lommerdhouder op het knopje druk te. Maar die oogen werden niet verblind door den glans van schitterende diamanten. Het ètul bevatte een kleine koperen presse- papier en een stukje papier! „Wat is dat!" x-iep Warden ontzet. „Wat is dat!" echode zijn jeugdige met gezel. Joseph Wai-den 1 stond geschreven: De oorspronkelijke Inhoud van dit étu 3&1 door M&s Lilian Turner, 107 H.^l wat er op het papiertje Street, Woollacombe, worden overhandigd aan de Gravin van Harlsmore in per soon". „Jij verduivelde idioot!", snauwde de lom merdhouder tegen den knaap. „Wat staat er? Laat mij eens kijken'", schreeuwde de graaf, terwijl hij de hand uit stak. „Daar heb je het heele zoodje!" Warden gooide alles: briefje, étui, touw, pak papier en pressepapier in de richting van zijn metgezel. Het zware ding trof den graaf tegen den mond, die bloedend verwond werd. „Loop naar de hel!". De pijn bracht de jongen in een soort razernij en zijn vuist schoot met kracht uit tegen Joseph War den's neus. Vloekend beantwoordde deze den aanval met een stomp, die den graaf languit op de bank deed terechtkomen, maar in een seconde was hij weer overeind en vloog, lenig als een wilde kat zijn tegexistander naar de keel. Een oogenbiik later worstelden de beide mannen op leven dood in de enge ruimte van de spoorwegcoupé. Warden was de zwaarste en sterkste van de twee, maar Lord Harslmore was leniger en beter geoefend en het eerste oogenbiik scheen hij in de meerderheid te zullen blij ven. Met zijn rechterhand hield hij den lom merdhouder bij den strot en met de linker hand liet hij slagen regenen op zijn hoofd. In doodsangst greep Wax-den den graaf om het middel en trachtte hem op den grond te krijgen. Een paar minuten zwaaiden zij heen en weer; toen vielen zij met een bons op den vloer van het rijtuig. Lord Hax-slmore lag onder en zijn hoofd was met een hevigen slag tegen den grond gekomen. Zijn tegenstand hield op. zijn armen vielen slap langs zijn lijf en hij sloot dc oogen. Joseph Warden krabbelde hijgend overeind. Hij keek naar dc bcweginglooze figuur van zijn reisgenoot en het angstzweet brak hem uit. „Heb ik hem vennoord?", mompelde hij. Hij bedacht of hij het lichaam uit den trein zou gooien en zelf probeeren te vluchten, Maar dat was hem toch te kras. „Het was zelfverdediging", zette hij zijn al leenspraak voort, „ik zweer het. Hij gaf den eersten slag". Het was alsof Joseph Warden zich verde digde voor een denkbeeldige jury. Maar het duimde niet lang of Lord Harlsmore gaf alweer teekenen van terug- keerend bewustzijn. Hij bewoog zich even en zijn oogleden knipperden. Deze verschijn selen stemden- Warden aanmerkelijk gerus ter. „Het gaat alweer een hoop beter, nietwaar, oude jongen", zei hij opgewekt. „Laat ik je eens overeind helpen!" Hij boog en hielp zijn reisgezel overeind. Lord Harlsmore sloeg de oogen op. „Wat Is er?" vroeg hij verward. „Jij en ik hebben eventjes den kolder in den kop gehad", vertelde Warden, met een poging om aan het voorgevallene een hu moristisch tintje te geven". Dat deerntje heeft ons leelijk voor den xnal gehouden en dat maakte me half-razend. En jou ook, weet je wel?" „Ik herinner het. mij". Lord Harlsmore streek met de hand over het voorhoofd. Zijn lip bloedde en hij haalde zijn zakdoek te voor schijn eni het bloed te stelpen. Inmiddels trachtte Joseph Warden zijn boord weer wat in model te brengen en van zijn gehavende das te maken wat er nog van te maken was. „We zijn allebei verduivelde dwazen ge weest", bekende hij grootmoedig", en ik kan niet zeggen wie dc grootste van de twee was". „Wat moeten we nu doen?", vroeg de jonge graf. Hij keek wezenloos naar de wrakstuk ken van het étui, die op de bank verspreid lagen. „Doen?", riep de lommerdhouder vol energie. „Ik weet al wat ik ga doen. Ik ga naar Wool lacombe tex-ug. Ik zal het met dat juffertje wel voor elkaar boksen!" „Ik geloof niet dat je daar goed aan doet", protesteerde de graaf zwakjes. „Ik kan beter alles aan mijn moeder vertellen". Warden's goed humeur dreigde weer te verdwijnen. „Wees toch niet zoo'n bange wezel", zei hij minachtend. „Laat mij dss varkentje maar wasschen. Hou jij je er alsje blieft buiten en bederf me den boel niet". „Het is verkeerd". „Wacht je tijd af en oordeel dan". „Wat ben je van plan?" „Daar heb jij niets mee te maken. Ik werg precies hoe ik het moet aanleggen. Ik ga randeer je dat ik dat mooie dingetje uit de handen van de jongejuffrouw loskrijg; dafc is toch maar het voornaamste". „Enfin, het is jouw beurt; ik heb mijn best gedaan". Ze spraken verder geen van beiden tot ce trein vaart begon te verminderen. Lo:A Harlsmore bleef onbeweeglijk zitten. „Ga je niet met me terug?", vroeg War den. De jongen schudde langzaam het hoofi „Neen, ik ga door- naar Londen; ik voel ma te slap om me te bewegen". „Ben je van plan wat tegen je moeder '.3 zeggen?", vx-oeg Warden op een toon. die een mengeling was van angst en bedreiging. HJ wist, wat Lilian onbekend was, dat de gravin, beu van de historie van den diadeem, r.arr haar Lonaensche woning was teruggekeerd Het duurde een oogenbiik voor Lo:<3 Harlsmore antwoord gaf. (Wordt vervulgdj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6