H. D. VERTELLINGEN.
INGEZONDEN
J.LOTTGERING
Groote Houtstr. 5a
SCHEEPVAARTBERICHTEN
BURGERLIJKE STAND
FEUILLETON
De Gestolen Diadeem
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 16 DECEMBER 1926
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
door
WILLY VAN DER TAK.
Te Wapen!
Ach. maar je hoeft er je niet ongerust
over te maken. Als 't komen moet, komt het.
toch", eindigt mei. een bemoedigend knikje de
behulpzame nieuwbakken buurman, en hij
klimt over een canapé, die dwars in de ka
mer staat, schopt een stapel trommels omver,
zet een drietal bezems, die in welverdiende
rust tegen de deur leunen, weg, en zegt, voor
hij die achter zich dicht doet nog: „Tot mor
gen dan. Als u nog iets nooclig mocht heb
ben.... telefoneercnmijn huis staat tot
uw beschikking. En droomt u maar niet van
inbrekers, mevrouwtje. MeneerEn voor
dat de kolonel ook de tweedubbele hindernis
van canapé en chaos van trommels heeft
kunnen nemen, heeft hij zich zelf al uitge
laten, en ze hooren hem fluitend weg loopen,
dan klapt eerst hun hekje, dan het zijne, en
zijn voordeur slaat dicht.
Daar staan ze nu. 's Avonds om elf uur.
„Zou je binnen een maand klaar kunnen
zijn?" zegt de kolonel ietwat sarcastisch, en
het is geen wonder dat mevrouw kribbig terug
snauwt.
„Och doe nou niet net, of jij het slachtoffer
bent. M'n rug is gewoon gebroken en hef
middageten is er ook al bij in geschoten. En
dan nog die lamme vent met zijn verhaal
over al die inbraken. Waarom wou jij ook per
sé verhuizen? Als er Iets gebeurt.... ik ver
roer geen vinik laat alles leeg stelen.
Die kerels zijn zóó klaar om te schieten. D-
zou je dankenhui"
En meneer lacht cn slaat zich martiaal op
de borst. „Noudan ben ik er ook nog! Ze
zullen zich v/el twee maal bedenken, voor zc
bij een officier inbreken! Daar hebben ze
een heilige angst voor!"
Mevrouw snuift en gaat nog snuivend naar
boven, waar in het grcllc schijnsel van dc
kaplooze lamp de slaapkamer met zijn won
derlijken inventaris van klakkeloos neerge
zette meubelen en groote onuitgepakte kisten
er al heel unheimisch uit ziet. Hoe komt zc
ooit klaar! Wat een bencle! En hoe komt dc
koekepan nou in 's hemelsnaam hier terecht?
Stom volk, dat die verhuizers zijnVer
beeld je, wie weet er nou niet, dat een koe-
Jcepan in de keuken hoort!
En als meneer boven komt en met een nij-
digeti vloek zijn teenen aan den rand van
de toilettafel stoot, zegt ze venijnig:
„Ja, mopper jij maar! Wat zijn jullie man
nen toch eigenlijk een kleine kinderen! Be
helpen, ho maar! Een handje uitsteken,
niks ervan! Nee, meneer z'n huis is te ver
van het station af, en dan stopt ie z'n weer-
looze vrouw in een inbrekersbuurt, en laaf
d'r maar tobben. Als ik op een goeien da?
doodgeschoten word, hoef je niet te denken,
dat je ooit nog een goed woord van me
krijgt!"
En ze draalt zich met een ruk om ln haar
bed en sluit haar oogen en meneer weet, dat
de discussie hiermee onherroepelijk gesloten
is. Hij moppert voor zijn particulier genoegen
nog wat door, en stapt dok in bed en slaapt.
Hij is heusch ook moe.
Mevrouw slaapt niet. Natuurlijk niet. Hoe
kan zoo'n man in 's hemelsnaam slapen, als
zijn eigen vrouw in haar bed ligt te tollen
van angst voor inbrekers? Het heele huis
piept en kraakt. O jasses! Al die geluiden!
Wat maakt die klok beneden een akelig la
waai in dat leege huis! Wat is dat? Wee:
zoo'n vreemd gekraak. En ze propt een punt
van het laken in haar mond trekt de rest
ervan plus twee dekens over haar van op
winding gloeiend hoofd, en sluit in dat veillg-
warme duister haar starende oogen. Binnen
een kwartier slaapt ook zij.
Buiten raast een enkele auto voorbij. In
huis is alles stil, behalve de klok, die onver
stoorbaar de uren slaat. Halve uren doet hij
INGEZONDEN MEDEDEELJNGEN
i 60 Cl*. per regel.
naami.VENN: J.D. POSTHUMUS
KONINKLIJKE STEMPELFABRIEKEN
l ZIJLSTRAAT 51*)
WIJ zijn specialiteiten In: FAMILIE-ORUKWERKEH
AANKONDIGINGEN voori
UITNOODIGINGEN
GEBOORTE
DANKBETUIGINGEN
VERLOVING
MENU'S
ONDERTROUW
VISITEKAARTEN
niet aan, die zijn beneden zijn waardigheid
Drie uur.
Vier uur....
Vijf uur
Wat is dat? O, daar heb je het al! Gelui
den beneden in huis! Inbrekers! 't Zilver! De
schilderijen! De antieke vazen, die ze nog van
haar grootmoeder heeft Is 't nou nietIs
't nou niet om te huilen! En zoo'n man ligt
daar maar en slaapt! Nou vraag ik je: slaapt!
En snurkt nog ook! Zou je hem nietEn
mevrouws hand knijpt onder de dekens haar
eigen vinger bijna uit het lid, en met opeen
geklemde lippen ligt ze te luisteren naar de
geluiden beneden. Voetstappen. Schuiven met
meubelen. Opeens stilteen een harde
slag. Mevrouw ontwaakt als uit een verdoo-
ving. Met een ruk draait ze zich om en schudt
haar man een kolonel notabene, die door
het lawaai van een heelen troep brutale in
brekers heen slaapt vrij onzacht bij zijn
blauw en wit gestreepten pyjamaschouder.
Hij knort en slaapt weer door. Snurkt zelfs
ook door, met half geopenden mond.
„Man! Man dan toch!" fluistert zijn echtge-
noote triLlend van zenuwspanning- „Inbrekers!
Er zijn inbrekers!" Hij wordt wakker.
„Oeaawaat is er? Inbrekers? Kom
oeaa!"
„Luister dan! Luister dan!" zegt- ze en
stampvoet in de grondelooze ruimte onder
haar voeten.
En ja voetstappengeschuif met
zware voorwerpen
Meteen is de kolonel klaar wakker en zijn
bed uit. Hij voelt, dat de toestand précair is.
Nu moet hij zijn prestige handhaven of hij
zal zijn heele leven lang bij elke voorkomen
de gelegenheid aan deze ééne lafhartige
daad herinnerd wordt. Erop of eronder! En
zijn hand schiet uit naar de la van zijn
nachttafeltje: Zijn revolver, die altijd klaar
ligt voor je kan nooit weten hè? Maar de
la is leeg. Die vei'vloekte verhuizing
En mevrouw, die in het duister, bibberend
van angst, zijn moed gevoeld en bewonderd
heeft, mevrouw uit bijna een wilden angst
kreet. Nog net bijtijds klapt haar hand voor
haar mondHij", hijgt ze ontzet, „hij is
beneden! In de boekenkist!
Mijnheer's moed zakt met een bijna hoor
baren plof. Z'n mond gaat open en weer dicht
en verlangend kijkt hij naar zijn bed, dat ir.
het griezelig duister schemerend-blank te
nooden staat. Hij rilt. Zou hij er ooit nog
levend in terug komen? Het lawaai beneden
houdt onverstoorbaar aan. Hoeveel zouden ex
wel zijn?
Dan opeens glipt een witte geluidlooze ge
daante het bed naast het zijne uit.
„Hier", zegt een resolute stem, en er wordt
hem iets in de hand geduwd, dat sterk en
zwaar aanvoelt. „Hier! En denk eraan, dat je
ze fouilleert, want ze kunnen de theelepeltje;
best tusschen hun goed verbergen". En hij
voelt, hce hij de kamer uitgeduwd wordt, en
zucht. Maar er niet niets anders op. Hij
verbaast zich over zijn eigen koele kalmte, als
hij de trap afloopt. Het voorwerp in zijn
hand een knuppel waarschijnlijk, hoewe;
de hemel mag weten waar ze die zou gauw
vandaan haalt geeft hem een gevoel alsof
hij daarmee de heele wereld- desnoods aan
kan. En vanaf de onderste traptree inspec
teert hij den toestand eens.
De deur van de kamer beneden kiert, eer
smalle reep licht valt schuin de gang in.
De kolonel klemt zijn hand vaster om den
knuppel, en voor de deur staat hij stil er
haalt diep adem. Dan, met twee handen hefl
hij het wapen boven zijn hoofd, en zijn ge-
pantoffelde voet au! geeft een krach ti-
gen trap tegen de deur, die open vliegt, ter
wijl zijn zware stem dreigend bast: „Wat
moet dat daar?"
Het dienstmeisje, dat vroeg op is gestaan
om vast wat op te ruimen, kijkt verbaasd op
Voor haar staat de kolonel, die ze nog nle'.
anders dan in zijn martiale uniform heeft
aanschouwd, in een blauw en wit gestreepte
pyjama, en boven zijn verwarde haren heft
hij dreigend en vervaarlijk de koekepan
PROPAGANDA VOOR DE JONGELIEDEN
CHRISTEN GEHEELONTHOÜDERSBOND
De afdeeling Haarlem van den Jongelieden
Christen Gehcelonthoudersbond heeft Zater
dagavond een propadanda-avond gehouden
in hst Blauwe Kruis. Daar heeft de heer J.
G. Hoffman op heldere en bevattelijke wijze
uiteengezet het nut van geheelonthouding in
het algemeen en voor de jeugd in het bijzon
der. De geheelonthouding stelt de jeugd voor
vele problemen hel is heel moeilijk dikwijls
om voor zijn overtuiging te blijven uitkomen,
om standvastig te zijn. Doch dan is er de or
ganisatie van jongelieden geheelonthouders,
die hulp biedt. Jonge menschen kunnen dan
samen die problemen oplossen, daarom is de
aansluiting bij een vereeniging als deze zoo
nuttig.
Nadat de heer Arïe Moorhoff zich én als
musicus én als declamator had doen kennen
door orgelspel en door het reciteeren van een
gedicht van A. J. de Bull „Bach in Dresden"
hield ook de Bondsvoorzitter, de heer Frits
Sieverts een toespraak. Ook hij sprak in het
bijzonder over de jongeren en hun houding
ten opzichte van de geheelonthouding en
spoorde ten krachtigste aan om lid te worden
van de organisatie, dieh zich op Christel ij ken
grondslag stelt de J. C. G. O. B.
De avond was verder gewijd aan de opvoe
ring van een tooneelstukje door eenige leden
„Oudejaarsavond", van Alex Nandwij, waarin
het verderfelijke van de drinkgewoonte met
een voorbeeld aangetoond wordt; aan decla
matie door den heer Henk de Nijs, die „Een
vers, dat als een Nachtkaars uitgaat" van
Lauriilard zegde en aan de vertooning van
een serie lantaarnplaatjes uit het kampleven
van den J. C. G. O. B. en uit de omgeving
van Haarlem.
Hierbij werd mandollnemuziek gemaakt en
zongen de jongens cn meisjes kampliedjes.
De heer Frits Sieverts sloot den avond met
gebed, waarop het vrij talrijke gehoor na het
zingen van het le vers van het „Avondlied"
uiteen ging.
WAARSCHUWING.
De Commissaris van Politie te Haarlem
verzoekt ons plaatsing van het volgende be
richt:
De Commissaris van Politie te Amersfoort
geeft aan ieder in ernstige overweging, al
vorens ln handelsrelaties te treden met of
te leveren aan W. H. Baarens, Puntenburger
laan no. 29 te Amersfoort, thans handelende
onder den firmanaam Martin Klos, zich
eerst om inlichtingen te vervoegen aan zijn
bureau.
DE BRANDSTOFFENWERKERS EN DE
ZIEKTEWET.
Vrijdagavond hebben de brandst-offenwer-
kers, aangesloten bij den Centralen Bond
van Transportarbeiders in De Centrale een
vergadering gehouden, waarin de heer A-
Mars een uiteenzetting heeft gegeven over
de 1 Maart in werking tredende ziektewet.
Deze noemde de wet vooral in het belang van
de arbeiders, die nog niet werkten onder een
arbeidsovereenkomst. Verder deelde hij mede,
dat het bestuur der organisatie in de komen
de weken zal moeten onderhandelen met de
werkgevers en nagaan of dezen bereid zijn en
of het mogelijk Is, dat dezen een bedrijfs-
vereeniging stichten. Dit laatste zal zooveel
mogelijk in de hand gewerkt moeten worden,
daar dan de zeggenschap voor een groot ge
deelte bij de werkgevers en wei-knemcrs
blijft, omdat dezen het bestuur van de be
drijf svereeniging vormen, terwijl bij even-
tueele aansluiting bij den Raad van Arbeid
de medezeggenschap in directen zin niet be
staat.
Daarbij moet onderhandeld worden over de
premiebetaling en de z.g. karenzdagen.
De heer Mars beantwoordde aan het slot
van zijn inleiding een aantal vragen.
HIJ WILDE IN DE GEVANGENIS-
De politie heeft proces-verbaal opgemaakt
tegen H. de R., een 53-jarig Haarlemmer,
omdat deze opzettelijk een ruit heeft stuk
geslagen van het bureau van het Burgerlijk
Armbestuur in het Proveniershuis. Zijn be
weegredenen waren wraak, omdat hij geen
steun kreeg en.... om in de gevangenis te
komen. Het laatste zal hem misschien wel
toegestaan worden.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redacti-
rich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of ale
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug
gegeven.
OVER „DEMPING" VAN
GRACHTEN.
Geachte Redactie,
Met- belangstelilng lees ik altijd uw „Om
Ons Heen" dus ook No. 3823 over Demping
van Grachten.
Dat het woord „vandalisme" vaak ver
keerd gebruikt wordt ben ik met U eens,
doch dat het „als gesneden koek" gebruikt
kon worden, .was mij onbekend. Zou Chari-
varius dat wel weten?
Intusschen schaar Ik mij gaarne aan de
zijde van die Conservatieven die uw voorst-el
om de beide grachten te dempen niet zul
len toejuichen. Behalve de kwestie der
schoonheid zijn er nog wel een paar prakti
sche bezwaren tegen.
Dat U toevallig een deskundige uit schip-
porskringen heeft- ontmoet, die „er de schou
ders over optrok" is eigenaardig doch mo
gelijk. die zag dan over het hoofd, dat er
van dat- vaarwater veel gebruik gemaakt
wordt o.a. door vaartuigen met- bouwmate
rialen voor Aerdenhout en Zandvoort en al
kan men ten slotte alles wel per as vervoe
ren, dat vervoer wordt voor langere afstan-'
den zoo kostbaar, dat wij onze binnenvaart
niet kunnen missen en die derhalve zoo min
mogelijk belemmeringen in den weg mogen
leggen.
Overigens kan de oplossing van wat men
noemt het verkeersprobleem voor Haarlem
nooit gevonden worden in de door U aange
geven richting. Voor een goede oplossing
moet de tram geleid worden over een meer
zuidelijk over het Spaarne te bouwen brug
zoodat de Langebrug ontlast wordt en de
tram niet meer behoeft te slingeren door de
nauwe Anthoniestraat en de gevaarlijke
bochten bij de Heerenvest en de Amsterdam-
sche Poort.
Het is beter de bestaande toestand nog
wat te laten voortduren totdat het groote
verkeersplan is uitgevoerd dan dit geweldige
lapmiddel toe te passen dat misschien wel
het ongewenschte gevolg kon hebben dat een
goede oplossing tal van jaren werd uitge
steld.
Tegen uw meen in g dat er aan die grach
ten weinig schoons is, is ook wel het een en
ander aan te voeren doch over wat mooi en
wat niet mooi is worden wij het misschien
nooit eens. Ik vond bij voorbeeld de kommie-
zenhuisjes bij de Groote Houtpoort niet mooi
genoeg om daaraan veiligheid en snel ver
keer op te offeren en de toestand is daar veel
verbeterd maa-r de afsluiting van de Groote
H-outst-raat met die huisjes was oneindig
veel mooier dan nu men tegen die onoog
lijk kale muren aankijkt.
Hoogacht-end,
JAN ROES.
De geachte inzender zal hebben onge
merkt, dat in mijn beschouwing de richting
van de tram slechts even in het voorbijgaan
is genoemd: het voornaamste argument voor
demping van dez-e grachten lijkt mij dan
ook het verkrijgen van een ruimen rij- en
wandelweg, door een mooi plantsoen ver
fraaid.
Het vervoer van bouwmaterialen naar Aer
denhout en Zandvoort lijkt mij niet belang
rijk genoeg om de demping na te laten; zoo
vaak zal dit ook wel niet voorkomen, dat
as vervoer daarin niet zonder bezwaar zou
kunnen voorzien.
Over schoonheid zullen wij maar niet
twisten. De kale muren van de Groote Hout-
vangen worden door iets fleurigeis. juist om
dat zij na den val der huisjes zoo in het ge
zicht gekomen zijn.
J. C. P.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
n 60 Ct«, per regel.
voor verven van leeren schoenen
koffers en motorjassen.
TRANSATLANTISCHE LIJNEN.
Aagtekerk 14 Dcc, te Duinkerken, Austra
lië naar Rotterdam.
Alphard passeerde 13 Dec. Dover, Rotter
dam, naar Buenos Aires.
Amsterdam 12 Dec. van Callao naar Pisco.
Bovenkerk 14 Dec. van Antwerpen naar
Rotterdam.
Bandoeng passeerde 14 Dec. Kaap Bon,
Rotterdam naar Java.
Buitenzorg 14 Dec. te Soerabaya van Rot
terdam.
Baarn 14 Dec. te Amsterdam van Ant
werpen.
Christïaan Huvgens, 14 Dec. van Port Said,
Java naar Amsterdam.
Delfland passeerde 14 Dec. 4 uur Ouessant,
Amsterdam naar Z-Amerika.
Deli passeerde 14 Dec, Point de Galla, Java
naar Rotterdam.
Dlnteldijk 14 Dec. te Rotterdam van de
Pacifickust.
Grijpskerk 13 Doe. te Hamburg van Rot
terdam.
Gemma 14 Dec. te Rotterdam van Japan.
Haarlem 13 Dec. van Teneriffe naar Havre,
West-Afrika naar Amsterdam.
Helder 13 Dec. ladende te Kribi, West-
Afrika naar Amserdam.
Indrapoera passeerde 14 Dec. 11 u. Oues
sant, Rotterdam naar Java.
Kert-osono 13 Dec. te Middlesbro van Rot
terdam.
Kota Radja 14 Dec. te Soerabaya, van Rot
terdam.
Kota Inten passeerde 14 Dec. 5 u. Gibral
tar, Rotterdam naar Java.
Kennemerland 13 Dec. ladende te Salt-
pona, W.-Afrika naar Amsterdam.
Lochgoil 13 Dec. te Colon, Rotterdam naar
-Pacifickust.
Leerdam passeerde 14 Dec. Vüsslngen, Rot
terdam 1. van Antwerpen naar New-Orleans.
Maasland passeerde 12 Dec. Las Palmas,
Z-Amerika naar Amsterdam.
Merauke 14 Dec. te Batavia van New-York.
Maaskerk 13 Dec. van Freetown naar Ta-
koradi, Amsterdam naar West-Afrika.
Meerkerk passeerde 14 Dec. Perim, Rotter
dam naar Calcutta.
Mars 13 Dec. van La Guaira naar Willem
stad.
Narenta 12 Dec van Victoria, Antwerpen n.
de Pacifickust.
Nariva 13 Dec. van Londen naar Liverpool.
Orestes 14 Dec. te Amsterdam van Ham
burg.
Prins der Nederlanden 14 Dec te Amster
dam van Java.
Palembang passeerde 14 Dec. 3 u. Perim,
Java naar Rotterdam.
Reggestroom 13 Dee. te Grand Bassam,
Amsterdam naar W.-Afrika.
Soekabcemi passeerde 14 Dec. 8 uur Perim,
Rotterdam naar Java.
Tosari 14 Dec. van Batavia naar Rotter
dam.
Texel passeerde 13 Dec. 21 u. Southampton
on-Sea, Java naar Rotterdam.
Telamon 13 Dec. 7 uur 30 sec. van Hamburg
naar Amsterdam.
Tjerimai 13 Dec. 21 u. van Marseille, Java
naar Rotterdam.
Bovenkerk 14 Dec. te Rotterdam van Ant
werpen.
Brielle 12 Dec. van Tor Baai en passeerde
Prawle Point, Amsterdam naar Curagao.
Bengkalis 11 Dec. van Taeoma naar Ba
tavia.
Eemdijk passeerde 14 Dec. de Azoren, Paci
fickust naar Rotterdam.
Edam 14 Dec. n.m. van Havana, Tamplco
naar Rotterdam.
Eemland 13 Dec. te Buenos Aires, Amster
dam naar Zuid-Amerika.
Geiria 13 Dec. van Bahia, Zuid-Amerika
naar Amsterdam.
Gaasterland, 14 Dec. van Hamburg naar
Amsterdam.
Garoet passeerde 14 Dec. 13 u. Kaap Bon,
Java naar New-York.
Johan de Witt 13 Dec. van Singapore, Ba
tavia naar Amserdam.
Juno 14 Dec. van Amsterdam naar Curacao
Klipfontein 14 Dec. van Amsterdam naar
Z.-Afrika.
Koningin der Nederlanden 14 Dec. van Ge
nua. Amsterdam naar Java.
Kieldreeht 14 Dec. van Rotterdam naar
Hamburg.
Leerdam 16 Dec. 16 u. van Boulogne, Rot-
terdam naar New Orleans.
Nijkerk 14 Dec. van Lourenco Marques n.
Beira.
Ouderkerk 13 Dec. te Sjanghai van Rot
terdam.
Poelau Bras 14 Dec. van Bremen naar Am
sterdam.
Poelau Roebiah 14 Dec. van Port Said, Java
naar Amsterdam.
P. C. Hooft 14 Dec. van Colombo, Amster
dam naar Java.
Siantar 12 Dec. te Singapore van Batavia.
Streefkerk 14 Dec. van Rotterdam naar
Hamburg.
Sirrah, 14 Dec. te Rio de Janeiro van Rot
terdam.
Schiekerk passeerde 14 Dec. Perim, Ran
goon naar Rotterdam.
Sibajak passeerde 14 Dec. 3 u. Perim, Rot
terdam naar Java.
Ssmbilan 14 Dec. van Djeddah, Bataria
naar New-York.
Volendam 14 Dec. v.m. van New-York ju
Rotterdam.
HAARLEMERMEER.
Geboren: Huig, zoon van J. den Butter en
S. Kïngma; Simon Gerardus, zoon van S.
Verbeek en M. Grauwelman; Jacobus Chris
tïaan, zoon van J. C. Kuiper en M. M. C.
Wesseling; Andries Stephanus, zoon van M.
Tierie en N. S. P. Schniedewind; Christina
Hendrika dochter van G. Wezenberg en C.
Kolman, Anna Catharina, dochter van C.
Langeveld en C. A. Zoet; Elisabeth, dochter
van A. Lanser en A. Grevenstuk; Cornelia
Louwerina, dochter van A. T. Griekspoor en
C. Stolwijk; Jannetje, dochter van P. de Smit
en E. H. v. d. Ochtend; Janna, dochter van
D. G. Stolberg en J. van der Ham; Cornells
Jacob, zoon van C. de Weerd en N. A. Ver
meulen; Elisabeth, dochter van G. Spaarga
ren en M. A. Spaargaren; Johannes Petrus
Cornells, zoon van J. C. A. Roosen en G. van
Rooijen; Lena Johanna Gosewina, dochter
van F. Vervloed en L. J. G. Dekkers.
Ondertrouwd: Th. J. Snijders en S. Boer
stra.
Gehuwd: J. H. Kuiper en A. Vervloed; B.
v. d. Ochtend en W. Dikkeboom; D. Mollema
en P. Blijleven; D. v. d. Broek en E. Zijl
mans.
Overleden: Jan Boogaard 58 j„ wed. van G.
Deutekom; Jisseltje van der Molen, 75 j.,
wed. van J. C. Paff: Jan Rorije, 1 dag, zoon
van J. Rorije en N. R. Broers; Elisabeth Ous-
soreh 56 j. wed. van J. van Kooten.
Uit het Engelsch van
ARCHIBALD EYRE.
i 20)
„Alleen maar even een kijkje", zei hij.
„Na al do ellende die we ex-voor hebben ge
had wil ik wel graag weten of de moeite niet
voor niet is geweest".
Maar de jongeman liet zich niet haasten.
„Waar ik over tob is dit", zei hij. „Dat
meisje zou wel eens kunnen gaan informee-
ren of ik het werkelijk aan mijn moeder
heb terugegeven. En als ze merkt dat dat niet
het geval is, zal zc waax-schijnlijk zelf naar
haar toestappen".
„Daar komt zc niet achter", trachtte War
den hem gerust te stellen. „Hoe zou ze dat
kunnen? Ze gaat vast niet naar je moeder
toe. Ze stelt immers vex-trouwen in je".
Hij trachtte ongemerkt het zoo vurig be
geerde pakket te pakken te krijgen, maar de
jeugdige lord was op zijn hoede.
„Mijn moeder zou bijvoorbeeld een premie
kunnen uitloven en zij zou de advertentie
kunnexx lezen. De kranten kimnen melden
dat de diadeem nog steeds niet terecht is. Er
zijn honderd mogelijkheden, waar ik nu niet
aan denk".
„En vei-onderstel dat ze naar je moeder
toegaat? Wat dan nog?"
„Dat is nu juist de vraag waar ik mij het
hoofd over breek. Wat gebeurt er dan?"
„Wel. je ontkent de heele geschiedenis. Ga
zelf maar na wie je moeder eerder gelooven
zal! Haar bloedeigen zoon of een kellnerin-
netje uit. een lunchroom."
..Ja maar...."
„Er is nog nooit een belangrijke misdaad
gepleegd", zei Warden op een toon van mccr-
dex-heid, of een of andere mallootige oude
of jonge juffrouw heeft aan de politie ge
schreven dat ze er liet fijne van wist. Nie
mand die er notitie van neemt behalve de
dokter en die schxüjl't een kalmeerend drank
je voor. Je hoeft je over haar heusch niet
ongerust te maken. Het eenige wat je te doen
hebt, is brutaalweg te ontkennen".
„Maar dat neemt niet weg
„In het allerergste geval kun je je moeder
alles opbiechten. Dat kun je later net zoo
■goed doen als nu. Maar het verschil is, dat
je, als je het nu doet, geen cent krijgt voor
al je moeite en getob en als je het later doet
en dan zal het honderd tegen een niet eens
noodig zijn wel, dan heb je de duiten in
handen!"
„Ik geloof dat Je gelijk hebt", Harlsmore
na een paar minuten te hebben nagedacht.
De kwestie is nu maar: hoevéél duiten krijg
ik in handen?"
„Hoe kan ik dat nu zeggen voor ik het ding
gezien heb?" vroeg Warden op verongelijk
ten toon. „Vooruit, voor den dag met het
moois!"
De graaf zwichtte voor de onverbiddelijke
logica van dit argument. Hij gaf het pakje
aan zijn metgezel, die het met bijna teedere
voox-zïchtigheid begon open te maken. Toen
hij het bruine papier verwijderd had, kwam
een gewoon juweliersétui te voorschijn. In
groote spanning keken twee paar oogen toe,
toen de lommerdhouder op het knopje druk
te. Maar die oogen werden niet verblind
door den glans van schitterende diamanten.
Het ètul bevatte een kleine koperen presse-
papier en een stukje papier!
„Wat is dat!" x-iep Warden ontzet.
„Wat is dat!" echode zijn jeugdige met
gezel.
Joseph Wai-den 1
stond geschreven:
De oorspronkelijke Inhoud van dit étu
3&1 door M&s Lilian Turner, 107 H.^l
wat er op het papiertje
Street, Woollacombe, worden overhandigd
aan de Gravin van Harlsmore in per
soon".
„Jij verduivelde idioot!", snauwde de lom
merdhouder tegen den knaap.
„Wat staat er? Laat mij eens kijken'",
schreeuwde de graaf, terwijl hij de hand uit
stak.
„Daar heb je het heele zoodje!"
Warden gooide alles: briefje, étui, touw, pak
papier en pressepapier in de richting van zijn
metgezel. Het zware ding trof den graaf tegen
den mond, die bloedend verwond werd.
„Loop naar de hel!". De pijn bracht de
jongen in een soort razernij en zijn vuist
schoot met kracht uit tegen Joseph War
den's neus. Vloekend beantwoordde deze den
aanval met een stomp, die den graaf languit
op de bank deed terechtkomen, maar in een
seconde was hij weer overeind en vloog, lenig
als een wilde kat zijn tegexistander naar de
keel. Een oogenbiik later worstelden de beide
mannen op leven dood in de enge ruimte
van de spoorwegcoupé.
Warden was de zwaarste en sterkste van
de twee, maar Lord Harslmore was leniger
en beter geoefend en het eerste oogenbiik
scheen hij in de meerderheid te zullen blij
ven. Met zijn rechterhand hield hij den lom
merdhouder bij den strot en met de linker
hand liet hij slagen regenen op zijn hoofd.
In doodsangst greep Wax-den den graaf om
het middel en trachtte hem op den grond
te krijgen. Een paar minuten zwaaiden zij
heen en weer; toen vielen zij met een bons op
den vloer van het rijtuig. Lord Hax-slmore lag
onder en zijn hoofd was met een hevigen slag
tegen den grond gekomen. Zijn tegenstand
hield op. zijn armen vielen slap langs zijn
lijf en hij sloot dc oogen.
Joseph Warden krabbelde hijgend overeind.
Hij keek naar dc bcweginglooze figuur van
zijn reisgenoot en het angstzweet brak hem
uit.
„Heb ik hem vennoord?", mompelde hij.
Hij bedacht of hij het lichaam uit den trein
zou gooien en zelf probeeren te vluchten,
Maar dat was hem toch te kras.
„Het was zelfverdediging", zette hij zijn al
leenspraak voort, „ik zweer het. Hij gaf den
eersten slag".
Het was alsof Joseph Warden zich verde
digde voor een denkbeeldige jury.
Maar het duimde niet lang of Lord
Harlsmore gaf alweer teekenen van terug-
keerend bewustzijn. Hij bewoog zich even en
zijn oogleden knipperden. Deze verschijn
selen stemden- Warden aanmerkelijk gerus
ter.
„Het gaat alweer een hoop beter, nietwaar,
oude jongen", zei hij opgewekt. „Laat ik je
eens overeind helpen!"
Hij boog en hielp zijn reisgezel overeind.
Lord Harlsmore sloeg de oogen op. „Wat Is
er?" vroeg hij verward.
„Jij en ik hebben eventjes den kolder in
den kop gehad", vertelde Warden, met een
poging om aan het voorgevallene een hu
moristisch tintje te geven". Dat deerntje heeft
ons leelijk voor den xnal gehouden en dat
maakte me half-razend. En jou ook, weet je
wel?"
„Ik herinner het. mij". Lord Harlsmore
streek met de hand over het voorhoofd. Zijn
lip bloedde en hij haalde zijn zakdoek te voor
schijn eni het bloed te stelpen. Inmiddels
trachtte Joseph Warden zijn boord weer wat
in model te brengen en van zijn gehavende
das te maken wat er nog van te maken
was.
„We zijn allebei verduivelde dwazen ge
weest", bekende hij grootmoedig", en ik kan
niet zeggen wie dc grootste van de twee
was".
„Wat moeten we nu doen?", vroeg de jonge
graf. Hij keek wezenloos naar de wrakstuk
ken van het étui, die op de bank verspreid
lagen.
„Doen?", riep de lommerdhouder vol energie.
„Ik weet al wat ik ga doen. Ik ga naar Wool
lacombe tex-ug. Ik zal het met dat juffertje
wel voor elkaar boksen!"
„Ik geloof niet dat je daar goed aan doet",
protesteerde de graaf zwakjes. „Ik kan beter
alles aan mijn moeder vertellen".
Warden's goed humeur dreigde weer te
verdwijnen. „Wees toch niet zoo'n bange
wezel", zei hij minachtend. „Laat mij dss
varkentje maar wasschen. Hou jij je er alsje
blieft buiten en bederf me den boel niet".
„Het is verkeerd".
„Wacht je tijd af en oordeel dan".
„Wat ben je van plan?"
„Daar heb jij niets mee te maken. Ik werg
precies hoe ik het moet aanleggen. Ik ga
randeer je dat ik dat mooie dingetje uit de
handen van de jongejuffrouw loskrijg; dafc
is toch maar het voornaamste".
„Enfin, het is jouw beurt; ik heb mijn best
gedaan".
Ze spraken verder geen van beiden tot ce
trein vaart begon te verminderen. Lo:A
Harlsmore bleef onbeweeglijk zitten.
„Ga je niet met me terug?", vroeg War
den.
De jongen schudde langzaam het hoofi
„Neen, ik ga door- naar Londen; ik voel ma
te slap om me te bewegen".
„Ben je van plan wat tegen je moeder '.3
zeggen?", vx-oeg Warden op een toon. die een
mengeling was van angst en bedreiging. HJ
wist, wat Lilian onbekend was, dat de gravin,
beu van de historie van den diadeem, r.arr
haar Lonaensche woning was teruggekeerd
Het duurde een oogenbiik voor Lo:<3
Harlsmore antwoord gaf. (Wordt vervulgdj