H. D. VERTELLINGEN.
Omits
Schoenen
STADSNIEUWS
FEUILLETON
De Gestolen Diadeem
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 18 DECEMBER 1929
(Nndruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
door W. J. RÖMER
Morgenstemming
Op de trap staat Cis luisterend stil.
Uit de eetkamer klinkt de betoogende stem
van Dicky, haar oudste, en, hoog daar tegen
in, Ijverige argumenten van kleine Betty.
Dit ontbijt duurt nu toch werkelijk al te
lang! Moeder Cis wipt vlug en lenig naar
beneden.
„Wel, Dick, wat heb je vanmorgen een
eetlustzou je niet wat vlugger kunnen
eten? 't Wordt tijd, dat je gaat viool spelen!'
„Och ik moet in do week altijd al zoo
jachten", zegt Dick met vollen mond. „Eigen
lijk is het niet goed, de meeste menschen
eten te vlug, zegt vader".
„Vader zegt ook, dat jij vroeg genoeg kunt
opstaan om behoorlijk den tijd te hebber,
voor je ontbijt", meent Cis. „En weet je, wat
vader van Jouw vioolspel zegt?"
„Vertel dat maar niet!" wijst Dicky laco
niek van de hand.
„Neen, Dlck nu heb je wérkelijk ge
noeg!" Cis trekt vastberaden de broodschaal
naar zich toe. „We zijn gelijk begonnen, en
terwijl ik alweer boven was, heb jij maar dóór
zitten etenom twaalf uur heb je nergens
trek innu is 't uit!"
„Ik mag warempel niet eens zooveel eten
als 'k wil", bromt Dick verongelijkt. „We zijn
in onzen groei en dan hebben we dat noo-
dig!" Cis kijkt argwanend naar haar on-
verstoorbaren zoon en vraagt zich af, of
haar eigen, bij vroegere gelegenheden ver
kondigde wijsheden op dezen écnen Zondag
morgen w.cer over haar zullen worden uit
gestortIn leder geval: vandaag zullen
haar kinderen muziek studeeren; door de
'week zoeken ze in „zooveel huiswerk" en an
dere nuttige zaken rechtvaardiging voor htm
weinige ambitie.
't Is moeilijk! lederen Zondagmorgen wéér
staat Cis op met het vaste voornemen, Dick
en Betty duchtig aan te zetten en ze te over
tuigen van de voordeelen van muzikale ont
wikkeling, iets wat ze doorgaans niet willen
begrijpende meeste kinderen zullen wel
zoo zijn. maar dat gaat Dick en Betty niet
aan.Cis probeert zich den titel te herin
neren van een opstel In een of ander tijd
schrift, over 't nut van muziekstudie niet
alleen voor kinderen met uitgesproken muzi
kale gaven, maar voor alle kinderen, dus
voor Dlck, dus voor Betty, maar 't wil haar
niet te binnen schietenZe is moe; de
Zondagmorgen begon al min of meer roezig;
Klaartje heeft haar kerkbeurt vandaag, haai
man is al vroeg uitgegaan en nu heeft zij de
kinderen voor zich.
„Vooruit, Diclc, naar boven! Doe Je best:
meneer Sanders is anders Woensdag weer zoo
uit z'n humeur. En Betty gaat plano studee
ren".
„Hè moederkan ik dat vanmiddag niet
doen?" Betty haakt twee handjes om haar
arm en geeft kopjes. „Marianne is jarig, en
Ik had haar beloofd vanmorgen met haar
te wandelen!" Cis verbijt een glimlach.
Als voor Betty moeilijkheden rijzen, waar ze
geen gat in ziet, zooals vingeroefeningen,
verjaart er dikwijls plotseling een pop van
haar, die dan door „Oma" plechtstatig gefe
liciteerd moet worden, met toezegging van
feestelijkheden die beginnen met ontheffing-
van muzikale verplichtingen voor de jonge
moeder!
„Maar kind, wat zal Marianne dan gauw
oud zijn: een paar weken geleden was ze
óók al jarig!"
„Dat's niet!" vliegt Betty verontwaardigd
op. „Dat was Tootje!"
„O., en wie wordt het andere week? Kom,
nu aan de piano, en gauw: vanmiddag kun
nen ze, wat mij betreft, allemaal tegelijk ja
rig zijn!" Betty snuift! „Je bent niks geen
echte Oma!" Een korstje brood van tafel
grissend, druipt ze af. 'n Oogenblik later
klinkt uit het aangrenzend vertrek een vin-
nig-rammelend „kip-in-'t-water" en daar
achteraan boldert, ordeloos, een toonladder.
Moeder Cis steekt haar hoofd om de deur.
„Bettty, doe 't toch langzamergoed je
vingers optrekken!"
„Kip-in-'t-water, kip-In-'t-water", daast
Betty, met 'n verbeten gezicht.
„Muziek een zegen in 't huisgezin", zóó
heette het opstel in dat paedagogisch tijd
schrift, weet Cis ineens! Maar voor dit huis
clan toch zeker in de verre toekomst!
Dicky komt haar zielsvergenoegd tegemoet.
„Moeder, dat 's waar ook. 'k heb vergeten
snaren te koopen, stom van me. er is er een
gesprongen en nou kan ik niet voort. Mag
'k even naar Frans, of die
„Dick, moeder heeft snaren", zegt Cis op
milden toon. „Boven ln 't laadje rechts in
m'n kast, hier ls de sleutel".
„Allemachtig!" flapt Dlck eruit, kleurt dan,
grijpt het hem toegestoken sleuteltje en gaa
naar boven.
Op 't portaal struikelt hij ergens over:
mopperend en foeterend verdwijnt hij in
moeders slaapkamer.
Pats!
„Ma-am! Die ongeluksla klemt natuurlijk
weer. al je boel vliegt over den grond!"
„Achnu dat weer!" Cis haast zich de
trap op en de slaapkamer in, waar Dicky net
op z'n buik onder 't bed verdwijnt, nakrui
pend de over 't zeil dansende kralen van
een gebroken halsketting. „Ik zal alles weer
netjes op z'n plaats leggen", belooft hij har
telijk, maar Cis grijpt hem energiek bij z'n
stevige rijglaarzen en sjort hem onder het
bed uit. „Au ik stoot me!" gilt Dicky.
„Dat komt ervan", zegt Cis koelbloedig.
„Hier is het doosje met snaren alzoek
uit alsjeblieftzóó, en nu aan den gang!"
Eindelijk! Hooge viool kreten gieren over 't
portaal, waar, volgens Dicky „zoo'n goede
acoustiek is„Muziek een zegen in 't
huisgezin"Cis vindt den schrijver van
't bewuste artikel opeens nogal stumperig!
Haar rappe handen ordenen de verstrooide
bezittingen in het laadje. Langs haar zwoe
gend-strijkenden zoon gaat ze naar beneden.
De piano zwijgtDe hakken van Cis klik
ken kittig door de marmeren gang.
Betty dan toch!" Naast de piano, waar de
jarige pop Marianne bovenop troont, ligt
Betty voorover op den grond bij 'n stapel mu
ziek.
..Kijk's mamzoo'n dikke vlieg! En hij
doet zoo malzou dat nog 'n ouwe wezen
van verleden jaar, of al een nieuwe? Hoor
'm eens gek brommenhier jijoch.
daar gaat ie!" Cis staat»gemelijk toe te
kijken. Betty richt haar hemelsblauwe oogen
in wijde verbazing op moeder's gezicht.
,,'k Heb heusch gestudeerd, toen je weg was!
't Gaat al zoo goedwil je 't hooren?" ze
hijscht zich bereidwillig op de pianokruk en
nu wordt moeder getracteerd op een galop
met een overweldigend slotvooral dat
slot is zóó Imposant dat Betty niet kan la
ten het fortissimo te herhalen! „Ja, ja. schei
maar uit, Betty, dat weet ik nu wel; deze
was immers van verleden week? Je hebt toch
zeker een nieuw stukje opgekregen?"
„O, maar juffrouw Visser zei, dat ik dit
vooral moest repeteeren!" verklaart Betty
blakend van toewijding. „Goed doe ik dat
laatste eind, hè?" Weer davert de slotzin d-oor
de tuinkamer, verrijkt met fantastische toe
voegsels van Betty-zèlfze zucht van vol
doening, ln edele scheppingsdrang!
„Muziek een zegen in 't huisgezin"
Moeder draait zich haastig om en verlaat de
kamer. Ze wenscht in stilte, dat opstel met
dien dwazen titel nooit te hebben gelezen,
Die titel is als 'n boos geestje in haar hoofd,
gereed om plaagziek naar voren te springen
en haar te tarten!
Op 't portaal boven verminkt Dicky in vol
maakte zielsrust de romance, waarnaar me
neer Sanders Woensdag moet luisteren
teng-teng-teng-teng, raast Betty in de tuin
kamer.
„Dicky!" roept Cis na 'n poosje. „Jij mag
nu wel ophouden, omdat het Zondag is!"
„Néé, ik begin er nu in te komen!" toetert
Dicky door z'n handen, en begint op
nieuw!
„Ja, maar moeder heeft zoo'n hoofdpijn",
waagt Cis klagelijk tegen zóóveel enthousias
me in te brengen. Dicky hoort het niet meer
en fiedelt verwoed verder met z'n voet de
maat stampend. Cis vermag de geesten, die
ze heeft opgeroepen, niet te bezwei-en!
Vóór 't huis houdt een auto stil.
Zwager Frederik springt er. uit. Cis doet
zelf open.
„Dag Cis, lk wou je kinders meenemen
lieve deugd, wat 'n concert is hierkun
nen ze zich gauw klaarmaken?"
Uit de tuinkamer stuift Betty op oom af.
Aan z'n hals jubelt ze 't uit! Dicky rolt meer
dan hij loopt de trap afin minder dan
geen tijd zijn ze aangekleed en oom die op
het juiste oogenblik komt, als ooms-uit-ver-
haaltjes, is toch zóó'n engel van een man! En
wuiven dat ze doen, uit den auto, naar moe
der!
„Hè", zegt Cis, ln de plotselinge stilte....
In de tuinkamer sorteert ze Betty's over
den grond zwierende blaadjes muziek. Boven,
op 't portaal, ligt Dicky's viool in de ven
sternis; de standaard is scheefgezakt tegen
den muur.
„En nu wil ik dat opstel vergeten!" lacht
Cis ineens hardop.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
60 Ct«. per regel.
Prima en niet duur.
VOLKSUNIVERSITEIT.
DE KAMBODSJA-FILM.
Dinsdagavond werd in het gebouw van den
Protestantenbond voor een vrijwel geheel 'met
leden der Haarlemscho Volksuniversiteit ge
vulde zaal, door den heer H. C. Verkruysen
zijn Kambodsja-film vertoond.
Dr. J. S. Bartstra, secretaris der Volksuni
versiteit, opende de avond met te herinneren
aan de gebeurtenissen op bioscoopgebied van
den laatsten tijd te Rotterdam.
De Volksuniversiteit kan blijven buiten het
bekende conflict tusschen de N.R.Crt. en den
Bioscoopbond, waarbij deze bond met het
stopzetten van advertenties en dus met groot
financieel nadeel de courant „strafte", die
den Bond onwelgevalligecritici handhaafde.
Spr. roerde dit alleen aan jmdat hem geble
ken was dat nog veel menschen niet op de
hoogte zijn van dit belangrijk cultuurconflict
Maar wat de Volksuniversiteit wel aangaat
is dat te Rotterdam een Volksuniversiteits
avond met Jordaan, zooals die ook te Haar
lem gegeven is, onmogelijk gemaakt werd,
doordat, het- verhuurkantoor de toegezegde
films niet wilde leveren, omdat Jordaan mei-
zijn critieken het bioscoopbedrijf naar men
ze.de, zooveel schade had berokken.!.
„Dit zijn zeer unfaire middelen", aldus
spr.. waartegen ik een kort woord van protest
wilde doen hooren. Het geld hier de vrijheid
van de Volksuniversiteit, op haar avonden de
docenten te kiezen, die zij verlangt. Tegen
dezen aanslag van on- of halfbeschaafde
bioscoopkapitalisten moet geprotesteerd wor
den. Er wordt over beraadslaagd, een cam
pagne tegen dergelijke practijken op touw
te zetten".
Spr. eindigde met de hoop uit te spreken,
dat hij uit aller naam gesproken had- Luid
applaus der aanwezigen was het ant-woord.
De heer Verkruysen kreeg daarna de ge
legenheid om zijn film te vertoonen.
In zijn inleiding, die met lichtbeelden
werd toegelicht, schilderde spr. naar aan
leiding van eenige fragmenten uit de Boeddha
legende de sfeer die de Indische kunst om
zweeft. Rijke Oostersche fantasie gaat ge
paard met groote soberheid. Die blijkt uit
een voorbeeldige orde.
Dit is een sfeer die ver ligt van ons Wes-
tersch nuchter denken.
Spr. deelde verder mede hoe In Kambodsja
de eeuwen-oude cultuur verzwolgen is dooi
de natuur; de woekeringen van het oerwoud
hebben zich meester gemaakt van de prach-
t-igee tempels uit de 9e en de 12e eeuw. Eerst
in 1861 ontdekte een Franschman de spitsen
van de tempels boven de geweldige boomen
en in 1864 werd door de Franschen begonnen
met het blootleggen van deze terreinen. Na
veel jaren is het gelukt, de prachtige bouw
werken vrij te maken; een werk, waarop de
Franschen terecht zeer trotsch zijn.
De film vertoonde wat de lichtbeelden ook
al gedeeltelijk hadden laten zien: den tropi-
schen plantengroei die alles verstikt heeft;
den prac.htigen Bayon-tempel, eerst als ge
heel, daarna in finesses, met het technisch
zoo buitengewoon knappe beeldhouwwerk;
kijkjes op het leven in die streken, vooral
van den omgang der Inlanders met de olifan
ten; het dansen voor den vorst; een processie
om ziekte te weren en tenslotte de drie tech
nieken die inheemsch zijn in Kambodsja: her
gebruik van bamboe voor bruggen enz., de
primitieve papierfabricage en de cultuur var
de zijderups voor het vervaardigen van d<
mooie gewaden der Kambodsjeesche vrouwen
De lichtbeelden en de films werden met
groote aandacht en belangstelling beschouwd
en de spreker werd met applaus beloond.
JAARVERSLAG ARMENRAAD.
Wij ontvingen het 15e jaarverslag van den
Armenraad alhier over het jaar 1928, waar
aan het volgende is ontleend.
Door het bestuur van den Armenraad wer
den 4913 rapporten uitgebracht. Het aantal
rapporten daalde in 1928 eenigszins, het aan
tal aan particulieren met 17; ook het aantal
rapporten uitgebracht aan de Vereeniging
„liet Brokkenhuis" en de Commissie voor
Verhaal onderging in het verslagjaar een
vermindering.
In het verslagjaar had de verdeeling plaats
van de over de jaren 1920 tot en met 1927
ontvangert gelden ten behoeve van de alge-
meene armen, vermeerderd met de gekweek
te rente. Er werd een bedrag van 6.296,24
verdeeld.
Van het gemeentebestuur van Haarlem
werd een bedrag van 479,89 ontvanger als
opbrengst van de collecten in 1928 gehouden
bij het voltrekken van huwelijken ten Raad-
huize.
De Commissie inzake Onderhoudsplicht
hield gedurende het afgeloopen jaar 13 ver
gaderingen; hierin kwamen 108 nieuwe
zaken in behandeling. In de meeste gevallen
bleken de onderhoudsplichtigen bereid, steun
aan hun verwanten te verleenen.
HOLLANDSCHE FILM-
UNIVERSITEIT.
DE EERSTE VOORSTELLING IN HET
NIEUWE SEIZOEN.
De Hollandsche Film-Universiteit kort
weg Holfu die het vorige jaar in Haarlem
reeds een serie voorstellingen gaf van docu
mentaire films, had Dinsdagavond in het ge
bouw van den Haarlemschen Kegelbond een
vertooning voor leden en genoodigden ter in
leiding van het tweede seizoen georganiseerd.
Men weet, dat de Holfu door het vertoonen
van films, de merkwaardigheden in het- le
ven van verschillende volken, de fabricage
van tal van voorwerpen, cultures, bedrijven,
landen enz. ln beeld brengen, wil bijdragen
tot de ontwikkeling van de menschen. De
nrogramma's zijn steeds sterk gevarieerd, de
films zijn over het algemeen goed van foto,
de teksten zijn kort en duidelijk en de orga
nisatie is aangesloten bij de „Universités Ci-
negraphiques Internationales" waardoor zij
over een grooten voorraad films de beschik
king heeft.
Het programma van de eerste voorstelling
was met zorg samengesteld. Zoo kreeg men
na een weekjournaal en een film over Ca'.i-
fornië te zien hoe een gloeilamp gemaakt
wordt. De beelden waren scherp en duidelijk
en stap voor stap zag men de wording van
het glazen bolletje, zag men hoe de draden
er in werden bevestigd, hoe de huls er op
werd vastgezet, terwijl bovendien getoond
werd, hoe al die onderdeelen zelve werden
vervaardigd. Heel interessant was de film van
een tocht die duikers maakten op den bodem
der zee. Door onder een boot op niet al te
groote diepte een periscoop te laten zakken
kreeg de operateur beelden van den zeebo
dem, van koraalrotsen, van wrakken en vis-
schen voor de lens. En door bet blauwe water
gingen de duikers, langzaam tegen den
stroom in over die lugubere wrakken, langs
een gesprongen stoomketel die overdekt was
met schelpen. En tenslotte zagen we hen in
gevecht met een groote inktvisch, die telkens
wolken „inkt" door het water spoot, zich om
den enkel van een der duikers strengelde, en
kon men onder water zien hoe een haai het
aas dat aan een haak was bevestigd opslok
te. Een buitengewoon knap gemaakte film.
Na de pauze werden heel goede scènes uit
Egypte vertoond. Daar waren de nauwe stra
ten van den bazar, waardoor het Oostersche
gewoel zich wringt, de kameelen langzaam
gaan en de ezeltjes voortsukkelen. Daar wa
ren de moskees, de ranke minarets, de ge
sluierde vrouwen. En verder voerde de films
ons langs den mooien weg naar de groote
pyramiden, langs de oevers van den Nijl waar
ruïnes zich spiegelen in het water. De vol
gende film was biologisch interessant en liet
de doodgewone huisvlieg zien in zijn gedra
gingen en als een gevaar voor den mensch.
En tenslotte deed een teekenfilmpje de aan
wezigen meermalen hartelijk lachen.
Zooals men ziet: een afwisselend program
ma. Het toonde duidelijk wat de Holfu haar
abonnés wil brengen. Zij zullen zeker wel
verlangend reeds naar de volgende voorstel
ling uitzien.
SLECHTE BESTRATING.
EEN ONGEWENSCHTE HERINNERING
AAN DE CEINTUURBAAN.
Het heeft wel lang geduurd, maar nu zijn
toch bijna overal de rails van de reeds met
31 December 1928 opgeheven Ceintuurbaan
verwijderd. De wegwerkers van de N.Z.H.T.M.
hebben de rails verwijderd, waarna de straat-
makers van Openbare Werken kwamen om
de straat te herstellen. Dit laatste natuurlijk
op kosten van de trammaatschappij.
Op verschillende plaatsen is de bestrating
evenwel heel slecht hersteld. Inderdaad hier
is lapwerk gemaakt. Het is precies te zien
waar de trambaan geweest is. Wij wiizen o.a.
op den Kleinen Houtweg tusschen Baan en
Paviljoenslaan en op de Hazepaterslaan. De
automobilisten zijn in het algemeen wel niet
enthousiast over onze klinkerwegen, maar op
genoemde plaatsen is het zoo erg, dat een
auto geen signalen behoeft te geven, daar
elk van ver het gerammel over de ongelijke
klinkers al hoort.
Het zal noodig zijn dat- op bedoelde plaat
sen de geheele bestrating onnieuw gelegd
wordt. Maar dan wordt feitelijk dubbel werk
gedaan. Bovendien zal het moeilijk zijn om
de trammaatschappij eens het voorloopige
en daarna nog het definitieve herstel dei-
straten te laten betalen-
Openbare Werken zal automobilisten en
fietsers bovendien dankbaar stemmen als
veel meer dan tot nu toe gelet wordt op de
bestrating naast de tramrails. Op vele plaat
sen steken de rails 5 cM. boven de bestrating
of het asphalt uit. Daardoor worden natuur
lijk ongelukken veroorzaakt. Een inspectiereis
langs alle tramlijnen in de stad "kan een
vruchtbaar resultaat opleveren.
In het bijzonder wijzen wij op den Leidsche
vaartweg nabij de waterverffabriek. Hier zijn
al vele fietsers geslipt, waarvan er enkelen
slecht terecht kwamen.
Eenige weken geleden viel een besteller
van zijn fiets waardoor zijn kaak ontwricht
werd.
De verlichting op dit punt laat ook te wen-
schen over.
Trouwens de toestand op de Leidsche vaart-
weg tusschen de Schouwtjesbrug en de grens
der gemeente is heel slecht. Onlangs werd
nabij de Schouwt-jesbrug een auto-ongeluk
veroorzaakt door de onvoldoende verlichting.
Bovendien zijn al veel ongelukken ontstaan
door de masten van de bovenleiding der tram
die midden in den rijweg staan. Het worct
meer dan tijd, dat op dezen weg eens beters
voorzorgen voor de veiligheid van het ver
keer genomen worden.
DE VRIJHEIDSBOND IN DEN
RAAD.
WIE ZAL DE HEER J. DE BREUK Lzn.
OPVOLGEN?
Wij hebben reeds medegedeeld, dat de
voorzitter van het hoofdstembureau den heer
J. W. van Santé aangewezen heeft als opvol
ger van den heer J. de Breuk Lzn., die al3
raadslid bedankt heeft. Toen wij den heer
van Santé vroegen of hij zijn benoeming zou
aannemen, verklaarde hij zich daarover nog
niet te kunnen uitlaten.
Nu lazen wij Dinsdagmiddag in de N.
Haarl. Ct. dat de heer Van Santé aan de re
dactie verklaard had, dat hij voor de benoe
ming bedankt had.
Dinsdagavond verzekerde de heer Van
Santé ons evenwel, dat die mededeeling on
juist is. Tot op heden heeft hij geen beslis
sing genomen.-
Mocht de heer Van Santé de benoeming
niet aanvaarden, dan is de opvolgster op de
lijst van den Vrijheidsbond mevrouw E. W.
Venema-van Doorn.
FAILLISSEMENTEN.
Door de arrondissements-rechtbank te
Haarlem zijn de volgende faillissementen uit
gesproken op Dinsdag 17 December 1929.
1. A. Buys Jr., brandstoffenhandelaar, wo
nende te Aerdenhout, Rijnegomlaan 60. Cu
rator Mr. L. J. Venhuizen, wonende te Heem
stede.
2. J. G. C. Hezemans, fotograaf, wonende
te Haarlem, Rollandslaan 43. Curator Mr. J.
A. P. C. ten Bokkel, wonende te Haarlem.
3. P. H. Brinkman, firma wed. J. de Reiger,
mandenmaker, wonende te Haarlem, Ver-
wuift 7. Curator Mr. W. G. J. Veenhoven, wo
nende te Haarlem.
4. W. Tros, koopman in galanterieën, wo
nende te Hoofddorp, Kruisweg 479 a, Cura
tor: Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink, wo
nende te Haarlem.
5. A. Th. Murk, bloembollenhandelaar, wo
nende te Hillegom, Meerstraat 50. Curator:1
Mr. F. J. Gerritsen, wonende te Haarlem.
Rechter-commissaris in al deze faillisse
menten Mr. A. L. M. van Berckel.
Opgeheven werd het faillissement van?
N. J. Vessies, los werkman, wonende te
IJmuiden -Oost, Trompstraat 125. Curator;1
Mr. L. Ali Cohen, wonende te Haarlem.
Geëindigd zijn door het verbindend worden
der uitdeelingslijst de faillissementen van:
P. Kroon, wonende te Haarlem. Curator
Mr. J. H. J. Simons, wonende te Haarlem.
2. R. Spiegel, wonende te Berlijn. Curator:]
Mr. G. E. Mellema, wonende te Haarlem.
3. W. Lakeman, wonende to Oost-Knollen
dam. Curator: Mr. W. de Rijke, wonende te'
Haarlem.
4. W. H. N. Neelissen, wonende te Haarlem.
Curator: Mr. M. A. van Eek, wonende te
Haarlem.
5. J. A. Heins (en Zn.), wonende te Haar
lem. Curator: Mr. H. O. Drilsma, te Haarlem.
6. N. J. Sondorp, wonende te Haarlem. Cu
rator: Mr. J. A. P. C. ten Bokkel, wonende te
Haarlem.
7. J, Verzijlberg, wonende te Haarlem. Cu
rator: Mr. M. van Toulon van der Koog, wo
nende te Haarlem.
8. G. J. van Geffen, wonende te Hoofddorp,
Curator: Mr. F. J. D. Theyse, wonende te
Haarlem.
UITVOERING VAN GEWIJDE MUZIEK IN
DE KLOPPERSINGELKERK.
In de Gereformeerde kerk aan den Klop
persingel wordt Donderdag een muziekuitvoe
ring gegeven ter inleiding van het Kerstfeest
en tevens ton bate van het Orgelfonds en
van den uitbouw van het Kerkelijkleven. De
uitvoering is aangeboden door het college van
organisten, medewerking verleenen een dub
bel kwartet onder leiding van den heer D.
Hogenbirk Sr. en de organisten G. A. Gold-
schmeding Azn., D. Hogenbirk Sr. en L. de
Vries. Ds. J. C. Brussaard uit Bloemendaal
zal een rede houden.
Uit het Engclsch van
ARCHIBALD EYRE.
22)
Joseph Warden was weer spoedig op de
been gescharreld en kwam opnieuw op haai
toe: een stortvloed van ruwe verwenschlngen
uitbrakend. Een paar minuten was er een
woinig-élegante voorstelling; Lilian trachtte
hem te verhinderen het. kleinood op te
rapen en hij spande al zijn krachten in om
haar opzij te duwen.
„Wat heeft, dat hier te beteekenen?" klonk
opeens een stem naast hen.
Joseph Warden wierp een snellen blik over
zijn schouder, maakte rechtsomkeert en koos
ijlings het hazenpad.
Lilian draaide zich om en stond van aan
gezicht tot aangezicht metGeorge Hem-
„Dat ls een vreemde geschiedenis hier",
zei George.
Lilian gaf geen ant-woord en Georges
blik viel op den diadeem.
„Wat moet dat?", vroeg hij, terwijl hij naai
het kostbare voorwerp wees.
Ze bleef zwegen,
„Ik verzoek u vriendelijk om te spreken. U
móet toch in staat zijn om een verklaring te
geven!"
„Zeker, dat ben ik ook. Ik wachtte alleen
maar op toestemming. U hebt mij immers
tot eeuwig stilzwijgend veroordeeld!"
„Dit is geen oogenblik voor grapjes", zei
George ernstig. Hij keek weer naar den
diadeem. „Arm kind", mompelde hij.
Lilian glimlachte opgewekt.
„U en ik, meneer Hemmings zijn getuige
van iets dat nog niet veel menschen hebben
gezien. Weet u wat ik bedoel?"
„Neen".
„Een diadeem van onschatbare waarde ln
het stof van een landweg! Kijkt u er maar
eens goed naar; u zult het niet zoo licht- nog
eens in uw leven zien. Maar ten slotte is
het niet eens zoo'n mooi gezicht als die wilde
papavers daar!"
George streek met zijn hand over het voor
hoofd.
„Het hindert mij om u op deze luchthartige
manier te hooren praten. Ik kan me niet.
voorstellen dat dat écht is".
„Waarom zou myn opgewekte toon niet
echt zijn?"
„Vraag het me niet. U bent immers in het
bezit van den gestolen diadeem".
„Gelukkig wel. Maar u zag dat ik er voor
moest vechten".
„Bedoelt u", vroeg George met een glimp
van hoop, „dat u hem aan dien gemeenen
vent afgenomen hebt?"
„Neen. hij had hem bijna van mij afge
nomen! Ik ben vreeselijk dankbaar dat- u op
het uiterste oogenblik op het tooneel bent
verschenen".
Ze stond voor hem met een stralenden
glimlach op haar knap, fijn gezicht-, zoo frisch
en aantrekkelijk als een jong meisje maar zijn
kan. Hij keek naar haar met een bezwaard
hart.
„Ik kan het niet verdragen om te moeten
denken dat u bent wat u bent", zei hij na een
lange stilte en er klonk een gesmoorde snik
ln zijn stem.
„Wat ben ik dan?"
„Dus u ontkent het niet?"
„Neen", Lilian dacht dat hij zinspeelde op
het gebeurde op Leamore Place en dat hij
bedoelde dat hij haar een harteloos schepsel
vond.
„Als u maar berouw toonde
„Ik héb berouw; ik voel dat ik u veront
schuldiging moet vragen".
„Verontschuldiging! Goeie hemel! Anders
niet. Hebt u dan geen grein moraliteit?"
Lilian wist niet hoe ze het had, ze gaf niet
direct antwoord.
„Ik geloof van wel", zei ze eindelijk, nog
steeds op schertsenden toon, „maar eerlijk
gezegd heb ik er nooit over nagedacht".
George streek weer met de hand over het.
voorhoofd. „Ik weet werkelijk niet wat ik doen
moet" zei hij weifelend.
„Om te beginnen zou ik den diadeem op
rapen", stelde Lilian voor, „hij kan daar niet
eeuwig op den weg blijven liggen".
Hij deed wat hem gezegd werd en staarde
er met angstige oogen naar.
„Wat moet ik er mee doen?" zei hij aarze
lend. „Ik kan hem u niet teruggeven".
„Waarom niet?"
„U zult mij toch niet tot medeplichtige van
uw misdaden willen maken?"
Lilian schaterde het uit in een zilveren
lach. „Wat bent u vreeselijk ernstig, meneer
Hemmings!"
„Mijn plicht is", zei George somber, „om
het aan de politie te overhandigen".
„Dat ben ik niet met u eens. Dat zou aller
lei onaangenaamheden tengevolge hebben".
„Ik begrijp het en ik kan de gedachte niet
verdragen dat u in de gevangenis zoudt ko
men".
Lilian lachte weer. „Maakt u zich daar maar
niet ongerust over; daar is geen schaduw van
kans op!"
„Ik kan niet begrijpen", barstte George
Hemmings uit, „hoe u de handlangster van
misdadigers kan zijn en zelf een misdadigster.
In manieren en uiterlijk bent u bijna een
dame.
„Bijna", viel Lilian hem boos in de rede.
„Hebt u ook al opgemerktDe rest van
den zin: „dat ik slechte manieren heb", slikte
ze maar in.
George nam geen notitie van haar opmer
king en vervolgde:
„En toch verkiest u een weg te bewandelen
die u rechtstreeks naar den afgrond voert".
„Geen sprake van", antwoordde Lilian. „Het
is een afschuwelijk en belachelijk misverstand.
Er is niets op mijn levensgedrag aan te mer
ken".
„Hoe kunt u verwachten dat ik' dat geloof,
terwijl ik u hier aantref met het stuk van
overtuiging in uw hand?"
„O, dat kan ik u gemakkelijk genoeg ver
klaren".
„Ik ontken niet dat u heel slim bent", ant
woordde George bitter, „u zult ongetwijfeld
een aannemelijke verklaring hiervoor kunnen
geven. Maar dit is niet het eenige. Ik ben
in uw leven op verschillende punten
gestuit, die een bevestiging zijn van mijn ver
moedens over u".
„Uw vermoedens over mij?"
„Over uw levenswijze, over uw verleden en
over uw tegenwoordige bezigheden".
„Ik ben benieuwd om uit uw mond mijn
levensgeschiedenis te hooren!" spotte Lilian.
„Herinnert u zich onze eerste ontmoeting?
U gebruikte mij als uw werktuig. Op uw wenk
heb ik ergens ingebroken. Ongelukkigerwijs
of eigenlijk gezegd gelukkig deed ik
het zóó dat de bewoners wakker werden en u
liet mij aan mijn lot over".
„Dat is zoo", bekende Lilian. „Dat was
onsportief van me. Het heeft me achteraf
ook erg gespeten".
„Ik kende Londen niet", zette George zijn
akte van beschuldiging voort, „ik wist niet
dat sommige misdadigerskringen trachtten
hun slag te slaan door zich voor te doen
als menschen van goeden huize. Hoe kon
ik de waarheid vermoeden? U maakte niet
den indruk van iemand die tot een dieven
bende behoort".
Lilian schudde meewarig het hoofd.
Het was zeker uw eerste bezoek aan Lon
den, hè?" vroeg ze. „Gelukkig dat u een vol
genden keer niet zoo'n gemakkelijke prooi
zult zijn!"
George schonk geen aandacht aan haar
spot. „Ik kon het toen niet gelooven", ging
hij voort, „toen niet. en een heelen tijd daar
na ook nog niet. Ik trachtte mezelf wijs te
maken dat ik het slachtoffer was geworden
van een misplaatste grap, maar ten slotte
gingen mijn oogen toch open".
„Waardoor?"
„Door een gesprek tusschen u en uw tante
dat ik aan het station opving. Practisch ge
sproken erkende u dat uw trawanten den dia
deem hadden gestolen. Ik hoorde uw tante
zelfs zeggen dat ze u het kleinood wel spoe
dig zou zien dragen".
„Dacht u niet dat beroepsmisdadigers cea
beetje meer voorzichtigheid aan den dag zou
den leggen en niet luidkeels in de drukte van
een stationsplein over hun ondernemingen
zouden praten? Nog afgezien van de dwaas
heid dat mijn tante, die jaren in Woollacom-
be woont en die bij iedereen gunstig bekend
staat, er iets mee te maken zou hebben.
De logica van dit verweer scheen geen indruk
te maken op George. Zijn eigen argumenten
leken hem blijkbaar verpletterend want hij
ging op denzelfden beschuldigenden toca
voort:
„En ten slotte vind ik u hier op den pubiie-
ken weg aan het vechten met een van uw
medeplichtigen om den buit".
„O ja, de buit: dat spreekt natuurlijk van
zelf. Dat is het juiste woord".
iWordt vervolgd,!'