H. D. VERTELLINGEN. Omits Schoenen STADSNIEUWS FEUILLETON De Gestolen Diadeem HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 18 DECEMBER 1929 (Nndruk verboden; auteursrecht voorbehouden). door W. J. RÖMER Morgenstemming Op de trap staat Cis luisterend stil. Uit de eetkamer klinkt de betoogende stem van Dicky, haar oudste, en, hoog daar tegen in, Ijverige argumenten van kleine Betty. Dit ontbijt duurt nu toch werkelijk al te lang! Moeder Cis wipt vlug en lenig naar beneden. „Wel, Dick, wat heb je vanmorgen een eetlustzou je niet wat vlugger kunnen eten? 't Wordt tijd, dat je gaat viool spelen!' „Och ik moet in do week altijd al zoo jachten", zegt Dick met vollen mond. „Eigen lijk is het niet goed, de meeste menschen eten te vlug, zegt vader". „Vader zegt ook, dat jij vroeg genoeg kunt opstaan om behoorlijk den tijd te hebber, voor je ontbijt", meent Cis. „En weet je, wat vader van Jouw vioolspel zegt?" „Vertel dat maar niet!" wijst Dicky laco niek van de hand. „Neen, Dlck nu heb je wérkelijk ge noeg!" Cis trekt vastberaden de broodschaal naar zich toe. „We zijn gelijk begonnen, en terwijl ik alweer boven was, heb jij maar dóór zitten etenom twaalf uur heb je nergens trek innu is 't uit!" „Ik mag warempel niet eens zooveel eten als 'k wil", bromt Dick verongelijkt. „We zijn in onzen groei en dan hebben we dat noo- dig!" Cis kijkt argwanend naar haar on- verstoorbaren zoon en vraagt zich af, of haar eigen, bij vroegere gelegenheden ver kondigde wijsheden op dezen écnen Zondag morgen w.cer over haar zullen worden uit gestortIn leder geval: vandaag zullen haar kinderen muziek studeeren; door de 'week zoeken ze in „zooveel huiswerk" en an dere nuttige zaken rechtvaardiging voor htm weinige ambitie. 't Is moeilijk! lederen Zondagmorgen wéér staat Cis op met het vaste voornemen, Dick en Betty duchtig aan te zetten en ze te over tuigen van de voordeelen van muzikale ont wikkeling, iets wat ze doorgaans niet willen begrijpende meeste kinderen zullen wel zoo zijn. maar dat gaat Dick en Betty niet aan.Cis probeert zich den titel te herin neren van een opstel In een of ander tijd schrift, over 't nut van muziekstudie niet alleen voor kinderen met uitgesproken muzi kale gaven, maar voor alle kinderen, dus voor Dlck, dus voor Betty, maar 't wil haar niet te binnen schietenZe is moe; de Zondagmorgen begon al min of meer roezig; Klaartje heeft haar kerkbeurt vandaag, haai man is al vroeg uitgegaan en nu heeft zij de kinderen voor zich. „Vooruit, Diclc, naar boven! Doe Je best: meneer Sanders is anders Woensdag weer zoo uit z'n humeur. En Betty gaat plano studee ren". „Hè moederkan ik dat vanmiddag niet doen?" Betty haakt twee handjes om haar arm en geeft kopjes. „Marianne is jarig, en Ik had haar beloofd vanmorgen met haar te wandelen!" Cis verbijt een glimlach. Als voor Betty moeilijkheden rijzen, waar ze geen gat in ziet, zooals vingeroefeningen, verjaart er dikwijls plotseling een pop van haar, die dan door „Oma" plechtstatig gefe liciteerd moet worden, met toezegging van feestelijkheden die beginnen met ontheffing- van muzikale verplichtingen voor de jonge moeder! „Maar kind, wat zal Marianne dan gauw oud zijn: een paar weken geleden was ze óók al jarig!" „Dat's niet!" vliegt Betty verontwaardigd op. „Dat was Tootje!" „O., en wie wordt het andere week? Kom, nu aan de piano, en gauw: vanmiddag kun nen ze, wat mij betreft, allemaal tegelijk ja rig zijn!" Betty snuift! „Je bent niks geen echte Oma!" Een korstje brood van tafel grissend, druipt ze af. 'n Oogenblik later klinkt uit het aangrenzend vertrek een vin- nig-rammelend „kip-in-'t-water" en daar achteraan boldert, ordeloos, een toonladder. Moeder Cis steekt haar hoofd om de deur. „Bettty, doe 't toch langzamergoed je vingers optrekken!" „Kip-in-'t-water, kip-In-'t-water", daast Betty, met 'n verbeten gezicht. „Muziek een zegen in 't huisgezin", zóó heette het opstel in dat paedagogisch tijd schrift, weet Cis ineens! Maar voor dit huis clan toch zeker in de verre toekomst! Dicky komt haar zielsvergenoegd tegemoet. „Moeder, dat 's waar ook. 'k heb vergeten snaren te koopen, stom van me. er is er een gesprongen en nou kan ik niet voort. Mag 'k even naar Frans, of die „Dick, moeder heeft snaren", zegt Cis op milden toon. „Boven ln 't laadje rechts in m'n kast, hier ls de sleutel". „Allemachtig!" flapt Dlck eruit, kleurt dan, grijpt het hem toegestoken sleuteltje en gaa naar boven. Op 't portaal struikelt hij ergens over: mopperend en foeterend verdwijnt hij in moeders slaapkamer. Pats! „Ma-am! Die ongeluksla klemt natuurlijk weer. al je boel vliegt over den grond!" „Achnu dat weer!" Cis haast zich de trap op en de slaapkamer in, waar Dicky net op z'n buik onder 't bed verdwijnt, nakrui pend de over 't zeil dansende kralen van een gebroken halsketting. „Ik zal alles weer netjes op z'n plaats leggen", belooft hij har telijk, maar Cis grijpt hem energiek bij z'n stevige rijglaarzen en sjort hem onder het bed uit. „Au ik stoot me!" gilt Dicky. „Dat komt ervan", zegt Cis koelbloedig. „Hier is het doosje met snaren alzoek uit alsjeblieftzóó, en nu aan den gang!" Eindelijk! Hooge viool kreten gieren over 't portaal, waar, volgens Dicky „zoo'n goede acoustiek is„Muziek een zegen in 't huisgezin"Cis vindt den schrijver van 't bewuste artikel opeens nogal stumperig! Haar rappe handen ordenen de verstrooide bezittingen in het laadje. Langs haar zwoe gend-strijkenden zoon gaat ze naar beneden. De piano zwijgtDe hakken van Cis klik ken kittig door de marmeren gang. Betty dan toch!" Naast de piano, waar de jarige pop Marianne bovenop troont, ligt Betty voorover op den grond bij 'n stapel mu ziek. ..Kijk's mamzoo'n dikke vlieg! En hij doet zoo malzou dat nog 'n ouwe wezen van verleden jaar, of al een nieuwe? Hoor 'm eens gek brommenhier jijoch. daar gaat ie!" Cis staat»gemelijk toe te kijken. Betty richt haar hemelsblauwe oogen in wijde verbazing op moeder's gezicht. ,,'k Heb heusch gestudeerd, toen je weg was! 't Gaat al zoo goedwil je 't hooren?" ze hijscht zich bereidwillig op de pianokruk en nu wordt moeder getracteerd op een galop met een overweldigend slotvooral dat slot is zóó Imposant dat Betty niet kan la ten het fortissimo te herhalen! „Ja, ja. schei maar uit, Betty, dat weet ik nu wel; deze was immers van verleden week? Je hebt toch zeker een nieuw stukje opgekregen?" „O, maar juffrouw Visser zei, dat ik dit vooral moest repeteeren!" verklaart Betty blakend van toewijding. „Goed doe ik dat laatste eind, hè?" Weer davert de slotzin d-oor de tuinkamer, verrijkt met fantastische toe voegsels van Betty-zèlfze zucht van vol doening, ln edele scheppingsdrang! „Muziek een zegen in 't huisgezin" Moeder draait zich haastig om en verlaat de kamer. Ze wenscht in stilte, dat opstel met dien dwazen titel nooit te hebben gelezen, Die titel is als 'n boos geestje in haar hoofd, gereed om plaagziek naar voren te springen en haar te tarten! Op 't portaal boven verminkt Dicky in vol maakte zielsrust de romance, waarnaar me neer Sanders Woensdag moet luisteren teng-teng-teng-teng, raast Betty in de tuin kamer. „Dicky!" roept Cis na 'n poosje. „Jij mag nu wel ophouden, omdat het Zondag is!" „Néé, ik begin er nu in te komen!" toetert Dicky door z'n handen, en begint op nieuw! „Ja, maar moeder heeft zoo'n hoofdpijn", waagt Cis klagelijk tegen zóóveel enthousias me in te brengen. Dicky hoort het niet meer en fiedelt verwoed verder met z'n voet de maat stampend. Cis vermag de geesten, die ze heeft opgeroepen, niet te bezwei-en! Vóór 't huis houdt een auto stil. Zwager Frederik springt er. uit. Cis doet zelf open. „Dag Cis, lk wou je kinders meenemen lieve deugd, wat 'n concert is hierkun nen ze zich gauw klaarmaken?" Uit de tuinkamer stuift Betty op oom af. Aan z'n hals jubelt ze 't uit! Dicky rolt meer dan hij loopt de trap afin minder dan geen tijd zijn ze aangekleed en oom die op het juiste oogenblik komt, als ooms-uit-ver- haaltjes, is toch zóó'n engel van een man! En wuiven dat ze doen, uit den auto, naar moe der! „Hè", zegt Cis, ln de plotselinge stilte.... In de tuinkamer sorteert ze Betty's over den grond zwierende blaadjes muziek. Boven, op 't portaal, ligt Dicky's viool in de ven sternis; de standaard is scheefgezakt tegen den muur. „En nu wil ik dat opstel vergeten!" lacht Cis ineens hardop. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Ct«. per regel. Prima en niet duur. VOLKSUNIVERSITEIT. DE KAMBODSJA-FILM. Dinsdagavond werd in het gebouw van den Protestantenbond voor een vrijwel geheel 'met leden der Haarlemscho Volksuniversiteit ge vulde zaal, door den heer H. C. Verkruysen zijn Kambodsja-film vertoond. Dr. J. S. Bartstra, secretaris der Volksuni versiteit, opende de avond met te herinneren aan de gebeurtenissen op bioscoopgebied van den laatsten tijd te Rotterdam. De Volksuniversiteit kan blijven buiten het bekende conflict tusschen de N.R.Crt. en den Bioscoopbond, waarbij deze bond met het stopzetten van advertenties en dus met groot financieel nadeel de courant „strafte", die den Bond onwelgevalligecritici handhaafde. Spr. roerde dit alleen aan jmdat hem geble ken was dat nog veel menschen niet op de hoogte zijn van dit belangrijk cultuurconflict Maar wat de Volksuniversiteit wel aangaat is dat te Rotterdam een Volksuniversiteits avond met Jordaan, zooals die ook te Haar lem gegeven is, onmogelijk gemaakt werd, doordat, het- verhuurkantoor de toegezegde films niet wilde leveren, omdat Jordaan mei- zijn critieken het bioscoopbedrijf naar men ze.de, zooveel schade had berokken.!. „Dit zijn zeer unfaire middelen", aldus spr.. waartegen ik een kort woord van protest wilde doen hooren. Het geld hier de vrijheid van de Volksuniversiteit, op haar avonden de docenten te kiezen, die zij verlangt. Tegen dezen aanslag van on- of halfbeschaafde bioscoopkapitalisten moet geprotesteerd wor den. Er wordt over beraadslaagd, een cam pagne tegen dergelijke practijken op touw te zetten". Spr. eindigde met de hoop uit te spreken, dat hij uit aller naam gesproken had- Luid applaus der aanwezigen was het ant-woord. De heer Verkruysen kreeg daarna de ge legenheid om zijn film te vertoonen. In zijn inleiding, die met lichtbeelden werd toegelicht, schilderde spr. naar aan leiding van eenige fragmenten uit de Boeddha legende de sfeer die de Indische kunst om zweeft. Rijke Oostersche fantasie gaat ge paard met groote soberheid. Die blijkt uit een voorbeeldige orde. Dit is een sfeer die ver ligt van ons Wes- tersch nuchter denken. Spr. deelde verder mede hoe In Kambodsja de eeuwen-oude cultuur verzwolgen is dooi de natuur; de woekeringen van het oerwoud hebben zich meester gemaakt van de prach- t-igee tempels uit de 9e en de 12e eeuw. Eerst in 1861 ontdekte een Franschman de spitsen van de tempels boven de geweldige boomen en in 1864 werd door de Franschen begonnen met het blootleggen van deze terreinen. Na veel jaren is het gelukt, de prachtige bouw werken vrij te maken; een werk, waarop de Franschen terecht zeer trotsch zijn. De film vertoonde wat de lichtbeelden ook al gedeeltelijk hadden laten zien: den tropi- schen plantengroei die alles verstikt heeft; den prac.htigen Bayon-tempel, eerst als ge heel, daarna in finesses, met het technisch zoo buitengewoon knappe beeldhouwwerk; kijkjes op het leven in die streken, vooral van den omgang der Inlanders met de olifan ten; het dansen voor den vorst; een processie om ziekte te weren en tenslotte de drie tech nieken die inheemsch zijn in Kambodsja: her gebruik van bamboe voor bruggen enz., de primitieve papierfabricage en de cultuur var de zijderups voor het vervaardigen van d< mooie gewaden der Kambodsjeesche vrouwen De lichtbeelden en de films werden met groote aandacht en belangstelling beschouwd en de spreker werd met applaus beloond. JAARVERSLAG ARMENRAAD. Wij ontvingen het 15e jaarverslag van den Armenraad alhier over het jaar 1928, waar aan het volgende is ontleend. Door het bestuur van den Armenraad wer den 4913 rapporten uitgebracht. Het aantal rapporten daalde in 1928 eenigszins, het aan tal aan particulieren met 17; ook het aantal rapporten uitgebracht aan de Vereeniging „liet Brokkenhuis" en de Commissie voor Verhaal onderging in het verslagjaar een vermindering. In het verslagjaar had de verdeeling plaats van de over de jaren 1920 tot en met 1927 ontvangert gelden ten behoeve van de alge- meene armen, vermeerderd met de gekweek te rente. Er werd een bedrag van 6.296,24 verdeeld. Van het gemeentebestuur van Haarlem werd een bedrag van 479,89 ontvanger als opbrengst van de collecten in 1928 gehouden bij het voltrekken van huwelijken ten Raad- huize. De Commissie inzake Onderhoudsplicht hield gedurende het afgeloopen jaar 13 ver gaderingen; hierin kwamen 108 nieuwe zaken in behandeling. In de meeste gevallen bleken de onderhoudsplichtigen bereid, steun aan hun verwanten te verleenen. HOLLANDSCHE FILM- UNIVERSITEIT. DE EERSTE VOORSTELLING IN HET NIEUWE SEIZOEN. De Hollandsche Film-Universiteit kort weg Holfu die het vorige jaar in Haarlem reeds een serie voorstellingen gaf van docu mentaire films, had Dinsdagavond in het ge bouw van den Haarlemschen Kegelbond een vertooning voor leden en genoodigden ter in leiding van het tweede seizoen georganiseerd. Men weet, dat de Holfu door het vertoonen van films, de merkwaardigheden in het- le ven van verschillende volken, de fabricage van tal van voorwerpen, cultures, bedrijven, landen enz. ln beeld brengen, wil bijdragen tot de ontwikkeling van de menschen. De nrogramma's zijn steeds sterk gevarieerd, de films zijn over het algemeen goed van foto, de teksten zijn kort en duidelijk en de orga nisatie is aangesloten bij de „Universités Ci- negraphiques Internationales" waardoor zij over een grooten voorraad films de beschik king heeft. Het programma van de eerste voorstelling was met zorg samengesteld. Zoo kreeg men na een weekjournaal en een film over Ca'.i- fornië te zien hoe een gloeilamp gemaakt wordt. De beelden waren scherp en duidelijk en stap voor stap zag men de wording van het glazen bolletje, zag men hoe de draden er in werden bevestigd, hoe de huls er op werd vastgezet, terwijl bovendien getoond werd, hoe al die onderdeelen zelve werden vervaardigd. Heel interessant was de film van een tocht die duikers maakten op den bodem der zee. Door onder een boot op niet al te groote diepte een periscoop te laten zakken kreeg de operateur beelden van den zeebo dem, van koraalrotsen, van wrakken en vis- schen voor de lens. En door bet blauwe water gingen de duikers, langzaam tegen den stroom in over die lugubere wrakken, langs een gesprongen stoomketel die overdekt was met schelpen. En tenslotte zagen we hen in gevecht met een groote inktvisch, die telkens wolken „inkt" door het water spoot, zich om den enkel van een der duikers strengelde, en kon men onder water zien hoe een haai het aas dat aan een haak was bevestigd opslok te. Een buitengewoon knap gemaakte film. Na de pauze werden heel goede scènes uit Egypte vertoond. Daar waren de nauwe stra ten van den bazar, waardoor het Oostersche gewoel zich wringt, de kameelen langzaam gaan en de ezeltjes voortsukkelen. Daar wa ren de moskees, de ranke minarets, de ge sluierde vrouwen. En verder voerde de films ons langs den mooien weg naar de groote pyramiden, langs de oevers van den Nijl waar ruïnes zich spiegelen in het water. De vol gende film was biologisch interessant en liet de doodgewone huisvlieg zien in zijn gedra gingen en als een gevaar voor den mensch. En tenslotte deed een teekenfilmpje de aan wezigen meermalen hartelijk lachen. Zooals men ziet: een afwisselend program ma. Het toonde duidelijk wat de Holfu haar abonnés wil brengen. Zij zullen zeker wel verlangend reeds naar de volgende voorstel ling uitzien. SLECHTE BESTRATING. EEN ONGEWENSCHTE HERINNERING AAN DE CEINTUURBAAN. Het heeft wel lang geduurd, maar nu zijn toch bijna overal de rails van de reeds met 31 December 1928 opgeheven Ceintuurbaan verwijderd. De wegwerkers van de N.Z.H.T.M. hebben de rails verwijderd, waarna de straat- makers van Openbare Werken kwamen om de straat te herstellen. Dit laatste natuurlijk op kosten van de trammaatschappij. Op verschillende plaatsen is de bestrating evenwel heel slecht hersteld. Inderdaad hier is lapwerk gemaakt. Het is precies te zien waar de trambaan geweest is. Wij wiizen o.a. op den Kleinen Houtweg tusschen Baan en Paviljoenslaan en op de Hazepaterslaan. De automobilisten zijn in het algemeen wel niet enthousiast over onze klinkerwegen, maar op genoemde plaatsen is het zoo erg, dat een auto geen signalen behoeft te geven, daar elk van ver het gerammel over de ongelijke klinkers al hoort. Het zal noodig zijn dat- op bedoelde plaat sen de geheele bestrating onnieuw gelegd wordt. Maar dan wordt feitelijk dubbel werk gedaan. Bovendien zal het moeilijk zijn om de trammaatschappij eens het voorloopige en daarna nog het definitieve herstel dei- straten te laten betalen- Openbare Werken zal automobilisten en fietsers bovendien dankbaar stemmen als veel meer dan tot nu toe gelet wordt op de bestrating naast de tramrails. Op vele plaat sen steken de rails 5 cM. boven de bestrating of het asphalt uit. Daardoor worden natuur lijk ongelukken veroorzaakt. Een inspectiereis langs alle tramlijnen in de stad "kan een vruchtbaar resultaat opleveren. In het bijzonder wijzen wij op den Leidsche vaartweg nabij de waterverffabriek. Hier zijn al vele fietsers geslipt, waarvan er enkelen slecht terecht kwamen. Eenige weken geleden viel een besteller van zijn fiets waardoor zijn kaak ontwricht werd. De verlichting op dit punt laat ook te wen- schen over. Trouwens de toestand op de Leidsche vaart- weg tusschen de Schouwtjesbrug en de grens der gemeente is heel slecht. Onlangs werd nabij de Schouwt-jesbrug een auto-ongeluk veroorzaakt door de onvoldoende verlichting. Bovendien zijn al veel ongelukken ontstaan door de masten van de bovenleiding der tram die midden in den rijweg staan. Het worct meer dan tijd, dat op dezen weg eens beters voorzorgen voor de veiligheid van het ver keer genomen worden. DE VRIJHEIDSBOND IN DEN RAAD. WIE ZAL DE HEER J. DE BREUK Lzn. OPVOLGEN? Wij hebben reeds medegedeeld, dat de voorzitter van het hoofdstembureau den heer J. W. van Santé aangewezen heeft als opvol ger van den heer J. de Breuk Lzn., die al3 raadslid bedankt heeft. Toen wij den heer van Santé vroegen of hij zijn benoeming zou aannemen, verklaarde hij zich daarover nog niet te kunnen uitlaten. Nu lazen wij Dinsdagmiddag in de N. Haarl. Ct. dat de heer Van Santé aan de re dactie verklaard had, dat hij voor de benoe ming bedankt had. Dinsdagavond verzekerde de heer Van Santé ons evenwel, dat die mededeeling on juist is. Tot op heden heeft hij geen beslis sing genomen.- Mocht de heer Van Santé de benoeming niet aanvaarden, dan is de opvolgster op de lijst van den Vrijheidsbond mevrouw E. W. Venema-van Doorn. FAILLISSEMENTEN. Door de arrondissements-rechtbank te Haarlem zijn de volgende faillissementen uit gesproken op Dinsdag 17 December 1929. 1. A. Buys Jr., brandstoffenhandelaar, wo nende te Aerdenhout, Rijnegomlaan 60. Cu rator Mr. L. J. Venhuizen, wonende te Heem stede. 2. J. G. C. Hezemans, fotograaf, wonende te Haarlem, Rollandslaan 43. Curator Mr. J. A. P. C. ten Bokkel, wonende te Haarlem. 3. P. H. Brinkman, firma wed. J. de Reiger, mandenmaker, wonende te Haarlem, Ver- wuift 7. Curator Mr. W. G. J. Veenhoven, wo nende te Haarlem. 4. W. Tros, koopman in galanterieën, wo nende te Hoofddorp, Kruisweg 479 a, Cura tor: Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink, wo nende te Haarlem. 5. A. Th. Murk, bloembollenhandelaar, wo nende te Hillegom, Meerstraat 50. Curator:1 Mr. F. J. Gerritsen, wonende te Haarlem. Rechter-commissaris in al deze faillisse menten Mr. A. L. M. van Berckel. Opgeheven werd het faillissement van? N. J. Vessies, los werkman, wonende te IJmuiden -Oost, Trompstraat 125. Curator;1 Mr. L. Ali Cohen, wonende te Haarlem. Geëindigd zijn door het verbindend worden der uitdeelingslijst de faillissementen van: P. Kroon, wonende te Haarlem. Curator Mr. J. H. J. Simons, wonende te Haarlem. 2. R. Spiegel, wonende te Berlijn. Curator:] Mr. G. E. Mellema, wonende te Haarlem. 3. W. Lakeman, wonende to Oost-Knollen dam. Curator: Mr. W. de Rijke, wonende te' Haarlem. 4. W. H. N. Neelissen, wonende te Haarlem. Curator: Mr. M. A. van Eek, wonende te Haarlem. 5. J. A. Heins (en Zn.), wonende te Haar lem. Curator: Mr. H. O. Drilsma, te Haarlem. 6. N. J. Sondorp, wonende te Haarlem. Cu rator: Mr. J. A. P. C. ten Bokkel, wonende te Haarlem. 7. J, Verzijlberg, wonende te Haarlem. Cu rator: Mr. M. van Toulon van der Koog, wo nende te Haarlem. 8. G. J. van Geffen, wonende te Hoofddorp, Curator: Mr. F. J. D. Theyse, wonende te Haarlem. UITVOERING VAN GEWIJDE MUZIEK IN DE KLOPPERSINGELKERK. In de Gereformeerde kerk aan den Klop persingel wordt Donderdag een muziekuitvoe ring gegeven ter inleiding van het Kerstfeest en tevens ton bate van het Orgelfonds en van den uitbouw van het Kerkelijkleven. De uitvoering is aangeboden door het college van organisten, medewerking verleenen een dub bel kwartet onder leiding van den heer D. Hogenbirk Sr. en de organisten G. A. Gold- schmeding Azn., D. Hogenbirk Sr. en L. de Vries. Ds. J. C. Brussaard uit Bloemendaal zal een rede houden. Uit het Engclsch van ARCHIBALD EYRE. 22) Joseph Warden was weer spoedig op de been gescharreld en kwam opnieuw op haai toe: een stortvloed van ruwe verwenschlngen uitbrakend. Een paar minuten was er een woinig-élegante voorstelling; Lilian trachtte hem te verhinderen het. kleinood op te rapen en hij spande al zijn krachten in om haar opzij te duwen. „Wat heeft, dat hier te beteekenen?" klonk opeens een stem naast hen. Joseph Warden wierp een snellen blik over zijn schouder, maakte rechtsomkeert en koos ijlings het hazenpad. Lilian draaide zich om en stond van aan gezicht tot aangezicht metGeorge Hem- „Dat ls een vreemde geschiedenis hier", zei George. Lilian gaf geen ant-woord en Georges blik viel op den diadeem. „Wat moet dat?", vroeg hij, terwijl hij naai het kostbare voorwerp wees. Ze bleef zwegen, „Ik verzoek u vriendelijk om te spreken. U móet toch in staat zijn om een verklaring te geven!" „Zeker, dat ben ik ook. Ik wachtte alleen maar op toestemming. U hebt mij immers tot eeuwig stilzwijgend veroordeeld!" „Dit is geen oogenblik voor grapjes", zei George ernstig. Hij keek weer naar den diadeem. „Arm kind", mompelde hij. Lilian glimlachte opgewekt. „U en ik, meneer Hemmings zijn getuige van iets dat nog niet veel menschen hebben gezien. Weet u wat ik bedoel?" „Neen". „Een diadeem van onschatbare waarde ln het stof van een landweg! Kijkt u er maar eens goed naar; u zult het niet zoo licht- nog eens in uw leven zien. Maar ten slotte is het niet eens zoo'n mooi gezicht als die wilde papavers daar!" George streek met zijn hand over het voor hoofd. „Het hindert mij om u op deze luchthartige manier te hooren praten. Ik kan me niet. voorstellen dat dat écht is". „Waarom zou myn opgewekte toon niet echt zijn?" „Vraag het me niet. U bent immers in het bezit van den gestolen diadeem". „Gelukkig wel. Maar u zag dat ik er voor moest vechten". „Bedoelt u", vroeg George met een glimp van hoop, „dat u hem aan dien gemeenen vent afgenomen hebt?" „Neen. hij had hem bijna van mij afge nomen! Ik ben vreeselijk dankbaar dat- u op het uiterste oogenblik op het tooneel bent verschenen". Ze stond voor hem met een stralenden glimlach op haar knap, fijn gezicht-, zoo frisch en aantrekkelijk als een jong meisje maar zijn kan. Hij keek naar haar met een bezwaard hart. „Ik kan het niet verdragen om te moeten denken dat u bent wat u bent", zei hij na een lange stilte en er klonk een gesmoorde snik ln zijn stem. „Wat ben ik dan?" „Dus u ontkent het niet?" „Neen", Lilian dacht dat hij zinspeelde op het gebeurde op Leamore Place en dat hij bedoelde dat hij haar een harteloos schepsel vond. „Als u maar berouw toonde „Ik héb berouw; ik voel dat ik u veront schuldiging moet vragen". „Verontschuldiging! Goeie hemel! Anders niet. Hebt u dan geen grein moraliteit?" Lilian wist niet hoe ze het had, ze gaf niet direct antwoord. „Ik geloof van wel", zei ze eindelijk, nog steeds op schertsenden toon, „maar eerlijk gezegd heb ik er nooit over nagedacht". George streek weer met de hand over het. voorhoofd. „Ik weet werkelijk niet wat ik doen moet" zei hij weifelend. „Om te beginnen zou ik den diadeem op rapen", stelde Lilian voor, „hij kan daar niet eeuwig op den weg blijven liggen". Hij deed wat hem gezegd werd en staarde er met angstige oogen naar. „Wat moet ik er mee doen?" zei hij aarze lend. „Ik kan hem u niet teruggeven". „Waarom niet?" „U zult mij toch niet tot medeplichtige van uw misdaden willen maken?" Lilian schaterde het uit in een zilveren lach. „Wat bent u vreeselijk ernstig, meneer Hemmings!" „Mijn plicht is", zei George somber, „om het aan de politie te overhandigen". „Dat ben ik niet met u eens. Dat zou aller lei onaangenaamheden tengevolge hebben". „Ik begrijp het en ik kan de gedachte niet verdragen dat u in de gevangenis zoudt ko men". Lilian lachte weer. „Maakt u zich daar maar niet ongerust over; daar is geen schaduw van kans op!" „Ik kan niet begrijpen", barstte George Hemmings uit, „hoe u de handlangster van misdadigers kan zijn en zelf een misdadigster. In manieren en uiterlijk bent u bijna een dame. „Bijna", viel Lilian hem boos in de rede. „Hebt u ook al opgemerktDe rest van den zin: „dat ik slechte manieren heb", slikte ze maar in. George nam geen notitie van haar opmer king en vervolgde: „En toch verkiest u een weg te bewandelen die u rechtstreeks naar den afgrond voert". „Geen sprake van", antwoordde Lilian. „Het is een afschuwelijk en belachelijk misverstand. Er is niets op mijn levensgedrag aan te mer ken". „Hoe kunt u verwachten dat ik' dat geloof, terwijl ik u hier aantref met het stuk van overtuiging in uw hand?" „O, dat kan ik u gemakkelijk genoeg ver klaren". „Ik ontken niet dat u heel slim bent", ant woordde George bitter, „u zult ongetwijfeld een aannemelijke verklaring hiervoor kunnen geven. Maar dit is niet het eenige. Ik ben in uw leven op verschillende punten gestuit, die een bevestiging zijn van mijn ver moedens over u". „Uw vermoedens over mij?" „Over uw levenswijze, over uw verleden en over uw tegenwoordige bezigheden". „Ik ben benieuwd om uit uw mond mijn levensgeschiedenis te hooren!" spotte Lilian. „Herinnert u zich onze eerste ontmoeting? U gebruikte mij als uw werktuig. Op uw wenk heb ik ergens ingebroken. Ongelukkigerwijs of eigenlijk gezegd gelukkig deed ik het zóó dat de bewoners wakker werden en u liet mij aan mijn lot over". „Dat is zoo", bekende Lilian. „Dat was onsportief van me. Het heeft me achteraf ook erg gespeten". „Ik kende Londen niet", zette George zijn akte van beschuldiging voort, „ik wist niet dat sommige misdadigerskringen trachtten hun slag te slaan door zich voor te doen als menschen van goeden huize. Hoe kon ik de waarheid vermoeden? U maakte niet den indruk van iemand die tot een dieven bende behoort". Lilian schudde meewarig het hoofd. Het was zeker uw eerste bezoek aan Lon den, hè?" vroeg ze. „Gelukkig dat u een vol genden keer niet zoo'n gemakkelijke prooi zult zijn!" George schonk geen aandacht aan haar spot. „Ik kon het toen niet gelooven", ging hij voort, „toen niet. en een heelen tijd daar na ook nog niet. Ik trachtte mezelf wijs te maken dat ik het slachtoffer was geworden van een misplaatste grap, maar ten slotte gingen mijn oogen toch open". „Waardoor?" „Door een gesprek tusschen u en uw tante dat ik aan het station opving. Practisch ge sproken erkende u dat uw trawanten den dia deem hadden gestolen. Ik hoorde uw tante zelfs zeggen dat ze u het kleinood wel spoe dig zou zien dragen". „Dacht u niet dat beroepsmisdadigers cea beetje meer voorzichtigheid aan den dag zou den leggen en niet luidkeels in de drukte van een stationsplein over hun ondernemingen zouden praten? Nog afgezien van de dwaas heid dat mijn tante, die jaren in Woollacom- be woont en die bij iedereen gunstig bekend staat, er iets mee te maken zou hebben. De logica van dit verweer scheen geen indruk te maken op George. Zijn eigen argumenten leken hem blijkbaar verpletterend want hij ging op denzelfden beschuldigenden toca voort: „En ten slotte vind ik u hier op den pubiie- ken weg aan het vechten met een van uw medeplichtigen om den buit". „O ja, de buit: dat spreekt natuurlijk van zelf. Dat is het juiste woord". iWordt vervolgd,!'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6