iehoojmheidsj
Gezellige modesnufjes
Over fluweel en kant.
TWEE COMPLETS,
RECEPT.
Hoe men de kleuters
bezighoudt.
De jeugd vasthouden.
Onze tijd is er een van vele schoonheids-
middeltjes: we worden er letterlijk mee over
stroomd.
Twintig jaar geleden was het een heele
bijzonderheid, toen we lazen, dat we van een
bepaald soort zeep een „leliënblanken huid"
konden krijgen, maar in dezen tijd praten
we allemaal over de „schoolgirl-complexion"
oftewel de schoolmeisj cs-teint over het
verfraaien van het uiterlijk door poeder,
rouge, lippenstift en oogenzwart, óver de
middeltjes om slank te worden of te blijven,
en al dergelijke dingen.
Laten wij beginnen met voorop te stellen,
dat onze tijd niet zooveel slechter en ver-
dorvener is dan de vorige, maar de vrouwen
zijn met haar middelen om het uiterlijk
schoon te verhoogen, openhartiger gewor
den. Tegenwoordig zal geen enkele vrouw er
meer over denken, haar mooi gegolfd lok-
kenhoofd voor iets anders door te laten gaan
dan voor een kunstmatig bewerkte perma
nente golf, terwijl vroeger menige vrouw of
zelfs menig jong meisje liaar krullen voor
echt liet doorgaan, terwijl alle mogelijke krul-
tangen en de noodige kapperskennis noodig
waren om de lokkenpracht in het fatsoen te
krijgen en te houden.
Geheimzinnig werd er omgesprongen met
al die, overigens vaak vrij-onschuldige ma-
nietjes om er behoorlijk uit te zien, terwijl
de uitdrukking toiletgeheimen bewijst, hoe
angstvallig verborgen dit alles moest blij
ven.
Wie denkt er tegenwoordig nog over dat-
een valsch gebit een schande zou zijn? Pret
tig is 't natuurlijk niet, maar de mopjes
die erover gemaakt werden, doen ons nu toch
wel als zeer ouderwetsch aan. En waarom
vond men het een schande omdat men
meende, dat het de mogelijke aanbidders zou
afschrikken, de aanbidders waarvan er een
het jonge meisje moest verlossen van die
kwelgeest aller kwelgeesten: het oude-vrij-
sterschap.
Wij zeggen nu: als een man niet genoeg
van eèn meisje houdt, dat hij over zoo'n
kleinigheid heen kan stappen, dan is zijn ge
negenheid toch ook niet veel waard
Smokkelen met leeftijd, illusies van dikke
haardossen wekken met allerlei valsche rol
letjes, te kleine schoenen dragen, te hooge
hakjes, en nog veel meer van dergelijke be
driegerij tj es komen bij de meeste jonge meis
jes van dezen tijd niet meer voor. Integen
deel, menigeen wil best weten, dat zij rouge
gebruikt om haar bleeke wangen wat bij te
werken, en gebruikt haar schoonheidsmid
deltjes in het openbaar, onder het oog van
iedereen. Nu nog daargelaten of men voor
of tegen deze hulpmiddeltjes is, mijns inziens
is daar de slaapkamer of het toilet goed voor,
evenals het ergerlijke haarkammen dat som
migen doen en waarbij de losse haren in 't
rond stuiven. Dat is bepaald onaest-hetisch,
maar het is een overdrijving van de open
hartigheid waarmee de vrouwen van tegen
woordig haar uiterlijk verzorgen.
Een gevaar is daar natuurlijk alweer aan
verbonden: dat door al die openhartigheid
de kwestie van het uiterlijk al te veel op den
voorgrond wordt geschoven, terwijl het toch
maar een bijkomstig belang is.
Waren echter onze grootmoeders erg ge
heimzinnig met liaar schoonheidsmiddeltjes,
ze waxen er in dien tijd toch wel degelijk,
en wanneer wij ze nu weer in handen krijgen
moeten we schateren om de naïvieteit ervan.
Wat vindt u tenminste van dit volgende: om
den vorm van den mond te verbeteren, zoo-
dat deze klein en rond werd, moest men maar
vaak de welbekende woorden „pruimpjes en
prisma's" zeggen, terwijl ronde, mollige
wangen verkregen werden doorbellen
blazen 1
Zeer gewenscht voor het krijgen van een
snoezig mondje maar overigens erg on
gepast voor een jongedame was het fluiten
met den mond, een bezigheid die zeer in het
geheim moest plaats hebben.
Wie op levendige oogen was gesteld, moest
deze vaak heen en weer draaien ter verster
king van de oogspieren, en levendige oogen
waren weer kenmerkend voor de jeugd.
Al deze schoonheidsmiddeltjes beoogen
slechts één doel: jong blijven, schijnbaar
tenminste.
Het is de afkeer van den ouderdom die
velen ertoe heeft aangezet, iets te beden
ken waardoor zij er tenminste uiterlijk aan
zouden kunnen ontsnappen.
Nu mag het waar zijn, dat er tegenwoordig
meer gedaan wordt-, om de jeugd te behouden
dan vroeger, maar toch waren zij er vijftig
jaar geleden ook lang niet vreemd aan. En
onze tijd heeft er een ding zeker mee ge
wonnen: ds sport, die een aanzienlijk deel bij
draagt tot het jong blijven der menschen en
die daarbij niets kunstmatigs of gewilds heeft
Veerkrachtige gang, stevig figuur, frissche
wangen, en dan allerlei karaktereigenschap
pen, zooals: tegen het verlies kunnen, zelf-
beheersching aankweeken, snel kunnen han
delen, hulpvaardig zijn, dat zijn alle eigen
schappen die aangekweekt worden in de
sport, en die van zoetelike, handwerkende,
bakvisschen van vroeger stevige, frissche
meisjes van tegenwoordig heeft gemaakt.
Intusschen kunnen wij nu wel lachen om
de naïve toiletgeheimpjes, die zooeven ge
noemd werden uit grootmoeders tijd, onze
eigen kindskinderen zullen vermoedelijk de
onze, die soms zoo geweldig ernstig worden
opgevat, even komiek ouderwetsch en naïef
vinden.
Om de jeugd te behouden, moet men zijn
leeftijd aanvaarden. Dat klinkt nu wel ais
een paradox, maar iemand van veertig jaar.
moet er niet willen uitzien als een meisje van
twintig, maar werkelijk als een vrouw van
veertig. Ze kan daarbij elegant zijn, frisch
en zeer aantrekkelijk, maar dat alles ligt dan
meer aan lxaar innerlijk, dan aan haar uiter
lijk. Wie op haar veertigste jaar twintig wil
schijnen, is een stumperd, zoowel uiterlijk
als innerlijk, wie haar leeftijd aanvaardt is
een aantrekkelijke vrouw, ook al is de eerste
jeugd er geheel af. Want elke leeftijd kan
aantrekkelijk zijn, als zij maar oprecht is!!
E. E. J.—P.
Aspergesoep.
Haas. -c t .-
Aardappelen.
Appelmoes.
Citroenpudding.
Trek bouillon voor de soep, zeef deze, voeg
er een blikje aspergepunten bij, een. theele
peltje zeer fijngehakte peterselie er door
roeren en dan de soep dadelijk opdienen.
Wasch de gelardeerde haas zorgvuldig,
snijd kop en voorpoten eraf, zout en peper
hem en braad hem minstens twee en een
half uur in een goed gesloten braadslee met
verschillende kruiden en boter bruin en
gaar. Bedruip het vleesch vaak. Maak de jus
af met een scheutje water, peper, zout, soja,
het bloed van den haas en een scheut roo-
den wijn. Leg de haas op een verwarmden
schotel, na hem eerst gesneden en weer in
het model gelegd te hebben, en garneer het
geheel met stijve appelmoes aan de eene zij
de, en kleine gekookte aardappeltjes aan de
andere.
Neem voor den pudding:
1 1/2 citroen.
75 gr. suiker.
9 gr. gelatine (4 1/2 blaadje).
1/4 L. room.
Schil de citroenen zeer dun, laat ze in 1
d.L. water langzaam aftrekken, los in dit
vocht gelatine en suiker op na de schillen
eruit genomen te hebben, voeg het sap erbij
en laat dit wat bekoelen. Klop den room
stijf, schep het vocht er voorzichtig door, laat
den met koud water omgespoelden pudding
den pudding wat stijf worden en doe ze in
vorm.
VOOR DE WINTERFEESTDAGEN:
GEVULDE GANS.
Vooral onze zusters ln Amerika, en Enge
land houden ervan, om een feest-vogel, als
gans of kalkoen op een smakelijke wijze te
vullen, waarvoor dikwijls kastanjes gebruikt
worden- Hoe men een gans of kalkoen voor
het braden bereidt en in de braadslee legt,
is bekend genoeg. Een goed middel voor het
vulsel kan daarom welkom zijn. Zoo neemt
men dan op 1 pond kastanjes 1/2 pond var
kensgehakt. 3 afgestreken eetlepels boter, 2
flinke sneden oud brood zonder korst, 3
maatjes bouillon (bijv. 2 blokjes op 3 kopjes
kokend water) en verder vat zout, peper en
nootmuskaat, Ten einde de kastanje makke
lijk te kunnen pellen, kruist men ze aan het
breede gedeelte in en laat ze in ruim water
ongeveer drie kwartier koken, totdat de
schillen en ook de bruine vliesjes aan den
binnenkant gemakkelijk loslaten. Dan pelt
men ze en wrijft de gepelde kastanjes fijn-
Vervolgens mengt men er de boter door en
laat er onder voortdurend roeren een niet
te hoog vuur zooveel van den bouillon in* op
nemen als voor het vormen van een soepele
puree noodig is. Het brood wordt in de rest
van den bouillon geweekt- Nu werkt men de
kastanjepuree, het brood en het varkensge
hakt tot een gelijk mengsel dooreer), dat men
naar smaak kruidt met peper, nootmuskaat
en zout. Men kan ook, indien men dat liever
heeft, het varkensgehakt vervangen door
een geklutst el. Maar dan moet men wat
minder bouillon gébruiken, opdat het vulsel
niet te slap wordt. En vóórdat men nu den
vogel in de braadslee doet, brengt men een
flinke hoeveelheid van het, vulsel in de in
wendige lichaamsholte. Dc gans zal dan
naar alle waarschijnlijkheid nog meer bij
de huisgenoot-en in don smaak vallen dan
anders 1
Neem op 1 konijn 80 gram botef, 1/2 L.
water- en 2 maggi bouillonblokjes, 60 gram
bloem, 1 ui, laurierblad, 3 kruidnagelen, thee
lepeltje peper, 3 eetlepels azijn- Men verdeelt,
het konijn in 4 pooten, géspleten kop, rug
in zessen gehakt, wrijft ze in met zout en
braadt ze in een geëmailleerd ijzeren potje
in de botor rondom mooi bruin. Dan de stuk
ken vleesch uit de pan nemen. Bij de over
gebleven boter doet men de fijngesnipperde
uit, en de bloem, en laat beide lichtbruin
worden om er langzamerhand de in water
opgeloste bouillonblokjes door te roeren. De
saus door laten koken, kruiden en azijn erin
doen en dan het vleesch er minstens nog een
uur in laten stoven en gaar laten worden. Lau
rierblad en nagelen uit de saus halen.
EHeine onderdeelen bij de kleeding zijn
tegenwoordig van veel belang.
Parijs brengt een enorme collectie détails
welke een alleraardigst geheel vormen met
het geheele toilet.
Het vilthoedje behoudt zijn populariteit,
we kunnen het bijna het geheele jaar door
dragen. Het model alleen is veranderd: men
vei-bergt de oogen niet meer, de rand wordt
niet over het geheele voorhoofd getrokken,
doch men zet den hoed zéér brutaal achter
over, zoodat het voorhoofd en daarmede een
ondeugende haarlok vrij blijft!
Ze zijn laag in den hals soms uitloopend in
een breeden plooi of golvend gewerkten rand.
Het haar wordt plotseling weer in zijn groei
gestremd. Men laat het niet geheel meer
groeien, maar kortwiekt het. Het mag even
wel niet glad in een scheiding gelegd zijn.
Het blijft een gekruld, fantasie kapsel, dat
gerust in den hals een massa geestige krul
letjes mag vertoonen. Die krulletjes zijn juist
de aantrekkelijkheid van het moderne kapsel
en het voorhoofd of de wang ermee versierd,
verhoogt de bekoorlijkheid.
Alleraardigst staan ook de tulbandhoedjes
van slap fluweel bij de krul-kapseltjes, en
een geestig gezichtje kan er zoo bekoorlijk
en pittig door worden, dat het iedereen op
valt.
Artistieke bijoux zijn erg gewild, armban
den van porseleinen bloemen, halskettingen
en armbanden van dof metaal zijn „de"
groote vogue.
Handschoenen zijn zeer luxleus van uit
voering, de bloemen-broderie op het kapje
is soms overeenstemmend met de versiering
van het taschje of van de shawl.
De namiddag-taschjes zijn veelal van wol.
met zijden motieven verlevendigd- Deze mo
tieven vindt men terug in de hoedgarneering,
de shawl en de ceintuur.
De allernieuwste corsage, welke gedragen
wordt voor het diner of de soirée is een toef
natuurlijk gekleurde Oost-Indische kers.
Voorwaar een bekoorlijke en aantrekkelijke
bouquet, welke bij elk toiletje met succes ge
dragen kan worden.
Een goed middel om marmer van vet en
vuil te ontdoen is het volgende- Maak een
papje van terpentijn en krijt en laat dat
een minuut, of wat op het marmer liggen.
Daarna afwasschen met warm zeepsop. Tea
slotte met schoon, koud water afdoen.
HAARtEM'S jL^ B* Jk/jH YkJ DONDERDAG
DAGBLAD jf Jj 19 DEC. 1929
Hoe „lang" in het algemeen de mode ge
worden is, toont ons duidelijk dit moderne
mantelcostuum. Een rok, die een stuk order
de knie valt en reeds in het nauwe gedeelte
der taille, begint, terwijl de mantel zeker 15
a 20 centimeter langer is dan we de laatste
jaren gewend zijn. Als stof diende marine
blauw laken, langs de zoomen der revers en
de manchetten afgezet met. zwarte tres. Deze
zelfde tres komt als een kleine rechthoek
uit de beide zakken te voorschijn. Vier zil
veren knoopen garneeren den rok, die ove
rigens door een drietal stolpplooien (voor de
bovenste helft gesloten) verwijd is. De blouse
is van witte crêpe de chine. Men drage bij
dit costuum een zwarten hoed of een in de
zelfde donkerblauwe kleur.
kunnen kleine kraaltjes ons helpen, de mond
bestaat uit een rood draadje en baard- en
oogharen worden weer door watten gevormd.
De oogharen w,orden op het flanellen lapje
vastgelijmd. Verder krijgt het mannetje een
puntmuts en cape van rood crêpe papier,
belde met een rand watten afgezet. De cape
is slechts een langwerpige strook, die van
boven wordt. lügerlmpeld
Nu het- Kerstmannetje nog gevuld en de
kleuter zal met bet geschenk zeer gelukkig
zijn. Het modelletje is in de Tijdingzaal van
ons blad te zien.
W. R.
No- 416.
We toonden reeds eerder aan, dat de mode
gekenmerkt wordt door zeer verschillende
aspecten. We zien dat ook weer in deze mo
dellen, die beide een complet van een man
tel met een japon voorstellen.
No. 410 is een ensemble van gemengde
grijze en groene wol. doch waarvan het
bovendeel der japon van lichtgrijze crêpe de
chine is. Hoewel het eigenlijke rokgedeelte
zeer laag is aangezet, heeft de robe den
prinsessevorm (dus met een hooge aanslui
tende taille). Van de twee strooken, die de
halsopening omgeven, is de onderste gegar
neerd met een strik. Geheel onderaan, vlak
boven het begin van den rok zien we enkele
dwarse plooitjes, waarop in het midden met
stof overtrokken knoopjes geplaatst zijn.
De mantel is gegarneerd met grijs lang
harig bont en heeft een grijze lak-celntuur.
No. 417.
Ziehier een ander, maar fraaier geheel. Er
zit meer lijn in en een moeilijker coupe; het
is eleganter. De stof voor mantel en rok is
zwart laken, waarbij natuurlijk wit voor het
bovendeel der japon gekozen is. Dit witte
bovendeel heeft een strook over het midden
van den voorkant, van boven bekroond door
een strik. De rok bestaat uit een aantal naar
boven smaller wordende strooken, terwijl de
geheele japon den prinsessevorm heeft. Bij
deze lijn sluit de mantel zich nauv keurig
aan. Langs z'n zoomen zijn breede strooken
gezet, die gedeeltelijk bedekt worden door
randen zwart kortharig bont-
O, wat praten we eigenlijk van de „nieuwe"
mode en van de „nieuwste creaties", en het
„nieuwe seizoen" en de .nieuwste" model
lenHet is toch feitelijk telkens het oude
liedje op een nieuwe wijs. En zelfs dat nog
niet eens altijd. Voor me ligt een modeplaat
je van een zekere modefirma., en het draagt
tot titel „Lente en Zomer 1923". Cm te laten
zien, dat het voor deze schoone seizoenen is,
staan er prachtige roode en gele en paarse
tulpenvelden op, als achtergrond. Cp den
voorgrond een jong paar, naar de „nieuwste"
mode gekleed: lente en zomer 1923. Zes jaar
geleden dus. En in die zes jaar zijn een
twaalftal „seizoenen" voorbijgegaan,
kijkdaar bevinden we ons haast weer
op hetzelfde punt, als zes jaar geleden. Hoor,
wat er op dat „oude" plaatje staat: een japon
met zeer wijde rok (net als nu), onregelma
tige rand van onderen, in punten afhangend
(net als nu), taille op de natuurlijke plaat*
(net als nu), mouwen los en zeer wild van
onderen (wat nu ook wel gebeurt, al is het
gros op het oogenblik meest lang en nauw
sluitend) de roodbruine jongedame op detee-
kening heeft een lang-haar-kapsel (zooals nu
weer velen dragen). .Wat er dan anders was
dan nu: wel, de hoed was wat grooter met
een breeden rand, de ceintuur zeer breed,
terwijl we nu heel smalle ceintuurtjes zien-
Maar anders.En nu, in dit winterseizoen,
zien we ook weer veel velours jurkjes met
kant gegarneerd, net als tien, twintig jaai
terug. De teekening geeft een paar voor
beelden ervan. Van links naar rechts een
jurkje van lichtjoode velours, met stiksels op
het lijfje en het klokrokje, kraagje en man
chetjes van oude kant; nummer twee. van
zwarte velours de soie. manchetjes en kraag
(van achteren gestrikt) van ivoorkleurige
kant; nummer drie van bruin velours, lijfje
apart aan den rok gezet, die van achteren
lager valt dan van voren. De onderkant van
de mouwen, het plastron en net kraagje zijn
van beige zijden kant. Voor de eerste japon
is 4 meter stof. voor de tweede en de derde
elk 41/2 meter van 1 m^ter breed noodig.
Voor Spritskoekjes neemt men op 1/2 pond
tarwebloem 11/4 ons boter, idem suiker, 1 ei.
1/2 theelepeltje bakpoeder, wat vanillemerg
of geraspte citroenschiL Boter en suiker
roert men samen tot een zalfachtig mengsel,
doet het. el erbij, om'er daarna langzamer
hand de bloem bij te voegen, waardoor de
bakpoeder on het smaakje gemengd zijn. Het
goed glad bewerkte deeg doet. men ln oen
boterspuit- Daarmee spuit men de koekjes
op een geboterd bakblik, op cenigen afstand
van elkaar, waarna men ze tenslotte, in een
matig wannen oven goudbruin bakt.
HET KERSTMANNETJE.
Met stralende gezichtjes en zich uitrekkend
op de teentjes, ziet men de kleuters voor de
etalages kijken, en zij zijn één en al bewon
dering voor de prachtige Kerstultstallingen.
Vooral die leuke kerstmannetjes met die
aardige roode manteltjes hebben een groote
aantrekkingskracht. Wat zouden zij graag
zoo'n Kerstmannetje bezitten cn dan liefst
moet. het popje ook nog een zoete inhoud,
bevatten.
Welnu Moeders, U kunt zeer gemakkelijk
aan dien wensch voldoen, door zelf voor de
kleuters een Kerstmannetje te maken en dat
ook werkelijk met heerlijke Kerstkransjes of
andere chocoiaadjes vullen. Het Kerstman
netje, dat U hier op de afbeelding ziet. zit
heel gemakkelijk in elkaar en bestaat slechts
uit. een langwerpig kartonnen kokertje, wit
en rood crêpe papier en een kleine hoeveel
heid watten.
In het kartonnen kokertje maakt men een
bodempje, daarna wordt het kokertje met
wit crêpe papier bekleed; de buitenkant
wordt geheel beplakt, terwijl de b'nnenkant
er meer voor de hand wordt ingeschoven. Op
dit kokertje past het hoofdje, dat dus als
deksel dienst doet. Het hoofdje levert, altijd
een kleine moeilijkheid op; het is ook wer
kelijk niet gemakkelijk een gezichtje te vor
men, maar met. een beetie goeden wil gaat
bet. best- Een kleine hoeveelheid watten
geeft de grootte van het. gezichtje aan. voor
het neusje wordt een kleine verhooging ge
maakt. Het geheel woidt met een flanellen
lapje omgeven; de plooitjes worden er zoo
goed mogelijk uitgestreken. Voor tie oogjes
Het Is volstrekt geen kwestie meer of de
avondrobe lang of kort zal zijn. Zonder twij
fel is lang de mode, maar tusschen lang en
lang bestaat verschil. Het Parijsche mode
huis Patou maakt al haar avondjaponnen
tot op de voeten reikend, maar het heeft
meerdere collega's, die daar niet aan denken
en voortgaan met den ongclijken rokzoom,
die van voren wat hooger is, met langere
punten op zij en van achteren- Een dergelijk
model zien we ook hier. Het is van een licht
bois de rose crêpe satin en ecru kant voor
den eleganten berthekraag. De ceintuur is
aan den voorkant gegarneerd met twee ges
pen van strass.