FLITSEN WALES ANTHRAGIET VERHAAL VAN ONDERSTEUNINGSGELDEN. EMSER-PASTILLES FEUILLETON De Gestolen Diadeem G. KRAAY Co. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 21 DECEMBER 1929 Hoe men daarover in kringen der vakbeweging denkt. Eenige weken geleden hebben wij medege deeld, dat in het vervolg door het Burgerlijk Armbestuur een nauwgezet onderzoek zal worden ingesteld naar de mogelijkheid om verleende ondersteuningen op verwanten ge heel of gedeeltelijk te verhalen. Hetzelfde wordt nu ook gedaan door den dienst der Gemeentelijke Werkloosheidsbestrijding voor wat betreft den steun aan uitgetrokken werkloozen toegekend. Dit verhaal is reeds jaren mogelijk geweest, maar het werd zel den toegepast. Daarin is nu verandering ge komen. Reeds vele verwanten van onder steunden hebben dit ondervonden. Zij zijn op het bureau van het Burgerlijk Armbe stuur genoodigd, waar getracht werd langs minnelijken weg tot een accoord te komen. Als de belanghebbenden geen of onvoldoen de bereidwilligheid toonen om mede te wer ken, zal de tu^schenkomst van den rechter worden Ingeroepen. Het verhaal geschiedt op grond van het Burgerlijk wetboek. Wij ontleenen daaraan de volgende artikelen: 376. De kinderen zijn verplicht hunne ouders en andere bloedverwanten in de opgaande linie, wanneer zij behoeftig zijn. te onderhouden. 377. Schoonzoons en schoondochters moeten insgelijks, en in dezelfde geval len, aan hunne schoonouders onderhoud verschaffen, doch deze verplichting houdt op: le. wanneer de schoonmoeder tot een tweede huwelijk is overgegaan. 2e. Wanneer diegene der echtgenoo- ten, door wlen de zwagerschap bestond, en de kinderen, uit dezelfde huweüjks- vereeniging mc-t den anderen echtgenoot gesproten, overleden zijn. 378. De verplichtingen, welke uit de bepalingen der twee voorgaande artike len voortvloeien, zijn wederkeerIg. 379. Het onderhoud zal worden gere geld naar evenredigheid der behoeften van dengenen, die hetzelve vordert en het inkomen van dengenen, die tot dat onderhoud verplicht is in verband met het getal en de hoedanigheid aergenen, wier onderhoud volgens dit wetboek te zijnen laste komt, anderzijds. 381. Wanneer degene, die tot het geven van onderhoud verplicht is, Dew ijst bui ten staat te zijn het geld daartoe ver- eischt, op te brengen, kan de rechtbank, na onderzoek van zaken, bevolen, dat hij degenen, aan wien hij onderhoud ver schuldigd is, bij zich in huis zal nemen en aldaar van het noodige voorzien. 382. Wanneer de vader of de moeder aanbiedt om het kind, aan hetwelk zij onderhoud verschuldigd zijn, bij zich in huis te voeden en te onderhouden, zijn zij daardoor vrijgesteld van de gehou denis om aan die verplichting op een andere wijze te voldoen. 383. Natuurlijke en wettelijk erkende kinderen zijn onderhoud aan hun ouders verschuldigd. Deze verplichting is wederkeerig. 334- Alle overeenkomsten, waarbij zoude worden afgezien van het recht om onderhoud te genieten, zijn nietig en van onwaarde. Tot zoover de artikelen. Het ls ons gebleken, dat voor de nieuwe maatregelen van het Burgerlijk Armbestuur en den Werkloosheidsdlenst veel belang stelling bestaat In de kringen der vakorga nisatie. Daarom hebben wij gevraagd aan een der voormannen hoe men in die kringen denkt over deze maatregelen. „Het zal in hoofdzaak aldus onze zegs man er van afhangen hoe sterk men den maatregel van verhaal zal toepassen. Daar over hebben wij nu nog geen gegevens. Zal ook verhaal toegepast worden van een klein steunbedrag?" We kunnen ons best indenken, dat er ver haal zal geschieden indien het ondersteuning betreft welke wordt verstrekt aan oude men- schen en er kinderen zijn, die met eenlgen goeden wil, hun ouders zouden kunnen on derhouden, maar daartoe weigerachtig blij ven. In een dergelijk geval is het niet meer dan logisch; doch ook hierbij komt al direct de vraag naar voren, wanneer is de grens aanwezig dat men ,,met eenigen goeden wil" bijstand kan verleenen. Indien de bepaling hiervan afhangt van den onderzoeker, welke vanwege het Burgerlijk Armbestuur met het onderzoek is belast, dan zal het afhangen van het persoonlijk inzicht, wat toch zeker verkeerd is. Het zou dan gewenschter zijn, om een bepaalden maatstaf gebaseerd op de belasting naar het inkomen, in te voeren. Hoe hooger het belastbaar inkomen, hoe hooger de verplichte bijdrage. Zooals echter uit de verstrekte mededee- llng tilijkt, zal het verhaal niet alleen plaats vinden op de ondersteuning aan ouden van dagen, maar ook op de werkloozen, wat zeker aanleiding zal geven tot ongewenschtheden- Hiervan eenlge voorbeelden: Een man is eenige jaren getrouwd en komt dan plotseling zonder werk, door welke omstandigheden dan ook. Hij is niet geor ganiseerd en dus ook niet verzekerd tegen de geldelijke gevolgen bij werkloosheid, zoo dat hij zich na eenigen tijd moet aanmelden om ondersteuning bij het Armbestuur. Voor zeer velen is dit al een moeilijke gang, omdat zij weten, dat na deze aanmelding een on derzoek volgt, zoowel door een lid van het Burgerlijk Armbestuur, als daarna nog door een ambtenaar van den Armenraad. Het is niet aangenaam om met de armoede te koop te loopen en van a tot z te moeten antwoor den op de vragen welke worden gesteld- Maar goed, na een korten tijd wordt de zoo noodzakelijke ondersteuning verstrekt, maar de ouders van den jongen man. worden aan gesproken om bij te dragen in de ondersteu ningsgelden. De vader moet zelf hard werken om een weekloontje van 30,te kunnen thuis brengen en zal van dit bedrag nu nog moeten afstaan omdat de zoon werkloos ls. Zal dit er niet toe leiden dat er vele mee- ningsverschillen zullen voor komen in fa milies. Zal aan den Jongen man, die wellicht alles in het werk heeft gesteld om werk te vinden maar daarin niet kon slagen, niet spoedig het verwijt naar het hoofd geslingerd worden, dat hij te lui is om te werken, enz. O, zeker, men kan het standpunt innemen, dat dergelijke meeningsverschillen van tlj- delijken aard zijn, maar zeer spoedig zal blijken, dat er jammerlijke gevolgen uit kun nen voortvloeien. Hiervan een klein staaltje. Een moeder ontvangt een bedrag" van 5,ondersteu ning van het B A., waarvoor de zoon, die zelf ook slechts een weekloon van f 30,ver dient, wekelijks 1,50 moet bijdragen. De moeder wordt opgenomen in het ziekenhuis, voor welke opneming zij verzekerd is en daarvoor dus wekelijks haar premie betaal de. Direct wordt de uit-keering van het B A. stopgezet, maar van den zoon wordt nog iedere week de J 1,50 van zijn weekgeld in gehouden. Dergelijke maatregelen brengen een wanverhouding tot stand- Men zal toch moeten bedenken, dat de moeder in het zie kenhuis ligt, zoodat bij het bezoek ciocr den zoon toch verschillende onkosten worden gemaakt, doch alsdan toch nog iedere week 1,50 wordt ingehouden, zal dit een wrevel doen ontsta'an. Nu nog ten slotte de vraag, of het Burger lijk Armbestuur in de toekomst nog verdere maatregelen zal treffen, dQor het verstrekte steunbedrag, indien dit eventueel niet ver haald kan worden op de ouders of de kin deren, te verhalen als de betrokkene over eenigen tijd weer werk heeft gekregen en dus weer verdienste heeft. Dit kan wel niet op grond van het Bur gerlijk Wetboek, maar daarvoor zou een weg te vinden zijn door aan te nemen, dat het Burgerlijk Armbestuur aan den betrokkene ondersteuning geeft in den vorm van een voorschot dat later weer terugbetaald moet worden. Daartegen zouden de vakorganisaties zich evenwel met kracht verzetten. Men moet bedenken, dat een gezin van de uitkeeringen welke vanwege het Burg. Armbestuur ver strekt worden, lang niet kan rond komen, daar deze uitkeering maximum 10 per week voor man en vrouw pius 1,voor ieder kind bedraagt. Als men er niet van kan komen, dan is daarvan het gevolg, dat er schulden gemaakt worden, maar vooral dat er een buitengewone groote achterstand in het gezin komt. Er zal een geruimen tijd overheen gaan, voor die achterstand is inge haald, want dat kan ook slechts met kleine beetjes geschieden en bovendien moeten dan ook de gemaakte schulden betaald worden. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 Cta per regel. Het afdoende middel tegen hoest en verkoudheid en alle aandoeningender slijmvliezen. PrlJ« per aluminium kokertje 60 cent. ült het Engelsch van ARCHIBALD EYRE. 25) „Vraag het dan aan oom, moeder, schrijf hem vanavond nog en vraag het hem. Ga morgen haar de stad en vraag het hem!" Zijn moeder liet zich in den stoel vallen. „Wat heb ik gedaan dat mij zooicts vreese- lijks moet overkomen?" fluisterde zij. „Ik zweer u moeder, dat ik een nacht op een politiebureau in de cel heb gezeten, be schuldigd van inbraak. U hebt er telkens op aangedrongen dat ik een verklaring zou ge ven van mij ngedruktheld. Nu weet u mijn geheim". „Mijn Jongen! Mijn jongen!" kreunde zij en verborg het gezicht in de handen. „Nu begrijpt u zeker wel, moeder", ging George voort, „waarom u uw bedreiging niet kunt uitvoeren? Als zij in de gevangenis komt. zal ik den dans ook niet ontspringen". Eep paar minuten lang was er geen ander geluld ln de kamer dan het snikken van me vrouw Hemmings. George stond naai- haar te kijken en het griefde hem diep dat hij haar zooveel verdriet moest doen. „Ik had het u niet willen vertellen", zei hij eindelijk, „maar ik had nu geen keus meer". „Heb je berouw?" vroeg zijn moeder plot seling. terwijl ze hem aankeek. „Oprecht berouw". „Zul je voortaan je leven verbeteren?" „Daar kunt u van op aan". Zijn hart klop te wild. Was zijn toeleg gelukt? „Zweet je me dat je Je verder niet meer met die vrouw zult inlaten?" Hij zweeg. „Dat kan ik niet doen", zei hij eindelijk. „Waarom niet?" „Ik houd van haar". Zijn moeder sprong op. „Ga dan naar haar toe, dan zal ik Jullie allebei vertrappen. Indien uw oog u ergert, ruk het uit en werp het van u". Zij keek hem aan met wilde oogen, die echter plotseling verzachtten en strekte haar armen naar hem uit. ..George, George, is dit je laatste woord?" snikte ze. „Ik kan niet anders", antwoordde hij vast besloten. „Ik kan niet beloven dat ik mij niet meer met haar zal inlaten omdat ik van Dlan ben haar te vragen mijn vrouw te wor den". Zijn moeder schudde haar ineengeklemde handen heen en weer. „Ik zou je liever dood zien dan getrouwd met die vrouw! Zweer me dat je van haar zult afzien, of ga naast haar zitten in de beklaagdenbank, en kom mij niet meer onder dëjvoogen". „Ik geloof dat u beter deed naar bed te gaan", zei George vriendelijk, „dit gesprek grijot u veel te veel aan". „We hebben altijd het hoofd 'fier rechtop kunnen dragen. Onze naam heeft geslachten lang in hoog aanzien gestaan. Jij bent de eerste die dien naam bevlekt. Ik dank den hemel dat je vader dit niet beleeft, maar o, de last is wel zwaar om alleen te dragen!" Zij tastte naar de deurknop en wankelde, haar zoon sprong naar haar toe. „Moeder, moeder, waarom hebt u geen me delijden: zij is toch ook een vrouw net als u" „Neen, neen", riep mevrouw Hemmings vol afschuw, niet net als ik. ik ben niet slecht, ik behoor niet tot een dievenbende. Laat mijn arm los; ik kan wel alleen loopen". George deed de deur voor haar open en Vanzelfsprekend kan men zich indenken, dat het Burg- Armbestuur ernstig ontstemd is over het feit., dat er nog altijd arbeiders zijn, die nalaten in den tijd. dat zij in de verdien ste zijn, zich te verzekeren tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid en dus bij even- tueele werkloosheid direct ten laste der ge meenschap komen. Zeker, daar zit iets ver keerds in en vandaar dan ook dat reeds ver schillende besturen hebben besloten, dat al leen iemand ondersteuning xan krijgen als hij zich verzekerd voor het vervolg. Kier heeft men een dergelijke maatregel nog niet getroffen, doch dan is het wellicht gewensch ter om degene die weigerachtig blijven zich zelve te verzekeren, na de eerste aanmelding een geruimen wachttijd te doen doormaken. Dit lijkt mij zoo besluit onze zegsman beter, dan dat men overgaat tot den maat regel van verhaal van ondersteuningsgelden bij werkloosheid gegeven." WAT IS MISHANDELEN? HOE MEN EEN PAARD AANZET". Op de Kleverlaan was op 11 October een bejaarde voermansknecht bezig zijn paard „aan te zetten". En hij zal toen niet ver moed hebben, dat hem dit ruim twee maan den later voohden Politierechter zou bren gen. Dat kwam, doordat menschen op de Kleverlaan, die den voerman aan het werk zagen, vonden, dat dit „aanzetten" niet naar behooren ging. Zij vonden in het optreden van den ouden rossenbedwinger aanleiding een agent, die ln de Marnlxstraat surveil leerde, te gaan waarschuwen. Deze agent kwam, zag en verbaliseerde, want hij was toevallig vroeger vier jaren bij de huzaren geweest, wist dus hoe je met paarden moet omgaan en oordeelde, dat het geven van sla gen met de vuist tegen den bek van een paard niet de manier is om den wil van het misschien op dat oogenblik was stijfhoofdige dit zij toegegeven dier te breken. De oude paardenmenner protesteerde hef tig. De dagvaarding sprak van „krachtige sla gen met de vuist tegen den zijkant van den bek", maar als je den voerman kon geloo- ven en je kon van zijn gebaren aannemen, dat zij aangaven hoe hij" het paard had aangezet, dan had hij het dier slechts met den rug van zij nu rechterhand langsc den bek geaaid, hetgeen hij dan zeker om den agent tegemoet te komen nog wel wilde noemen: „een klap met de hand." Maar van mishandeling was geen sprake geweest. De man gaf een nauwkeurig, defini tie van mishandelen. Mishandelen dat is slaan met een stok of schoppen tegen het onderlijf, maar een klap met de hand of met de vuist („Nu erkent hij het zelf", merkte het O.M. op), dat was toch zeker geen mishan delen. De rechter kon bij de rijkelui infor- meeren en bij de Dierenbescherming, zelfs bij het Hoofd van die Dierenbescherming, of hij ooit een paard had mishandeld. En hij was nou 65 en van zijn tiende jaar ging hij al met paarden om. De agent-getuige bezag de zaak uit een geheel ander standpunt, zooals ook wel uit zijn procesverbaal was gebleken, maar de karrevoarder wraakte dezen getuige abso luut: „Zoo'n jonge agent; kan nog niet eens een procesverbaal maken", zei hij met onuitsprekelijke minachting, maar hij ver gat erbij te vertellen dat hij op dien 11 den October den 'agent had toegevoegd: „Waar bemoei jij je mee?" en bij een volgende ont moeting: „Ik zal je wel krijgen." Het O. M. vroeg f 15 of 10 dagen. „Dat neem ik niet; dan kam ik niet betalen. Ik verdien--f 15 in de week. Waar moet i k nou in eens f 15 vandaan halen?" En toen de Politierechter er f 10 of 10 da gen van maakte commentarieerde hij: ,,'t Is nog al wat voor een klap." En al bij de deur van de gerechtszaal kondigde hij aan: „Dan zullen we wel 's in appèl gaan!" Hij zal dan bij de behandeling van zijn zaak in tweede instantie wel doen wat hij nu verzuimd had: „zijn" getuigen meebren gen. Ook het Hoofd van de Dierenbescher ming. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: van Heemskerk, Zijlweg 129, armbandhorloge; Smelders, Oranjeboomstraat 159, boorden; Janssen, Scheepmakersd'ik 61, collier; Btlatz. Gen. de la Reijstraat 36. handschoen; Loevesteln, Rijpstraat 31, kinderhandschoen; Janssen. Antonlesteeg 8a, handschoen; v. Straten. Busken Huetstraat 18, kinderhandschoenen; Kennel Haerlem, bast. herdershond; Kennel Fauna; bruin hondie en zwart katje; Glas. Gen. Cronjéstraat 83, hondenhalsband; v. d. Linde, Brederodestraat 26, portemonnaie m. inhoud; Schouten, Godfried v. Bouillonstr. 45 rood, medaillon in étui; v. Leeuwen. Brou wersstraat 29 zwart, idem; Tesselaar, Brede- rodeweg 19. Santpoort, postzegels; Meinis, v. Berensteijnstr. 43, rijwielbelastin^merk; Zwarts. Vooruitpangstr. 81. touw; v. Rijswijk, Kloppersingel 127, vulpenhouder. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1526 HET GEZIN AFHALEN, Vader !s een half uur te vroeg op het sta tion om 2Üjn gezin af te halen, dat uit de stad is geweest dwaalt rond om den tijd te dooden stelt zich op op het perron waar de trein moet aankomen herleest den brief om zeker te zijn. dat hii tijd en datum goed heeft vergelijkt zyn hor loge met de stations klok en bevindt dat «le trein vijf minuten over tüd ls is genegd zün gezin persoonlijk verant woordelijk te stellen voor deze vertraging gaat van zijn plaats om na te kijken of hy heusch wel op het goede perron staat keert terug als de trein al binnen is en het gezin ontvangt hem met de vraag, waarom hy nou niet op tüd kon komen (Nadruk verboden). EEN HAAGSCH BANKLOOPER VERDWENEN. MET ƒ18.000. Bij een bankinstelling te 's Gravenhage was sinds niet langen tijd in dienst zekere E. H. F. L., 27 jaar oud en ongehuwd .Hij moest geregeld voor zijn patroon vrij groote bedragen innen en Donderdag werd hij uit gezonden om f 18.000 te halen. Met dit be drag is hij spoorloos verdwenen. Vermoed wordt, dat hij naar het biütenamd is ge vlucht- De politie-radio te Hilversuf heeft Donder dagavond zijn signalement omgeroepen, zijn de 1.68 M. lang, voorover loopend, donker type, scherpe neus. Hij droeg een donkeren slappen hoed. EEN NIEUWE KLORKENWINKEL. Er heerscht in een klokkenwinkel altijd een sfeer van bewegelijkheid, die gezellig aan doet. Zoo is het ook in de heden te openen zaak van den heer Th. W. H. Polman, Bar- teljorisstraat 7. En bij deze vertrouwelijkheid komt in dezen winke,l nog een warmen glans van veel edel metaal. Want bijzonder rijk voorzien is de zaak van brons en zilver, koper en nikkel. Voor ieder wat hij betalen kan, zegt de heer Polman en zoo is het inderdaad. Er zijn dure klokken en uurwerken van heel civielen prijs, er liggen puweelen in de eta lage en minder kostbare sieraden. En in dit alles is de sorteering zeer groot. De heer Polman bezit ook een zaak in Amsterdam en dith moge een waarborg zijn van zijn vak kennis, die hem in staat zal stellen ook in Haarlem met succes zaken te doen. EEN ZOON VAN DEN TSAAR GEARRESTEERD? BAGDAD, 20 December. (Reuter). De Rus sische kolonie te Bagdad verkeert volgens een Reuterbericht in opwinding naar aan leiding van het bericht, dat een jonge Rus, die verklaart de eenige zoon van den laatsten Tsaar te zijn, een week in een gevangenis aldaar heeft doorgebracht. Hij werd gearres teerd te Soelaimani in Koerdistan, daar hij het land zonder paspoort uit Perzië was binnengekomen,waarheen hij zegt te zijn gevlucht na vele jaren in een Siberische ge vangenis te hebben doorgebracht. De politie liet hem gisteren vrij met de verklaring, dat zij zijn verhaal noch kan bevestigen, noch te genspreken. De Tsarewïfcsj zou thans 25 jaar oud zijn, terwijl de jonge man er niet ouder uitziet dan 20, doch zijn gelijkenis met de Russi sche tsarenfamilie moet verrassend zijn. ALBERT WORDT „FLIC". Albert, de vermaard geworden hulsknecht van Clemenceau, die zijn meester lange jaren heeft gediend, hem tegen ongewenschte be zoekers beschermde en ten slotte meehielp bij het graven van het eenzaam graf in de Vendée, zal thans politie-agent worden, aldus het Hbld. Hij had reeds zijn vast besluit kenbaar gemaakt geen anderen dienst meer te zullen aanvaarden en de verlokkende aan biedingen van Amerikanen, die dezen histo- rischen valet gaarne in hun huis wilden heb ben, afgeslagen. Thans heeft hij het aanbod van den prefect van politie Chiappe aangenomen om „sergent de ville" te worden. Alleen zei hij, toen de zaak beklonken was: „Wat zou de patroon wel zeggen als hij mij als een flic (klabak), gekleed zou zien!" HET MONUMENT VAN JAN TOOROP ONTHULD. In alle stilte is Vrijdagochtend op de R.-K_ begraafplaats aan de Kerkhoflaan te 's-Gra- venhage het monument, geplaatst op het graf van Jan Toorop, onthuld. Om halftien werd in de kapel van het kerkhof een plechtige Mis opgedragen. Nadat de plechtigheid in de kapel was ge ëindigd, begaf men zich naar het graf, waar de inzegening door pasoor Berge plaats had. Met een enkel woord dankte daarna de heer Vital Haesaert alle aanwezigen voor hun be langstelling en ook hen die door giften bij gedragen hadden voor dit monument, aldus het Hbld. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct« per regel afm. 20 30 30 50 p. H.L. franco huis f 3.10 g N.V. Brandstoffenhandel Turfmarkt 10 Telef. 11088 Bestelkanfoor P. BIERENBROODSPOT Rijksstraatweg 147 H.N. Telef. 14653 zij zocht de eenzaamheid van haar slaap kamer op. HOOFDSTUK XVI. De beleedlgtog. Mevrouw Hemmings bracht een slapeloo- zen nacht door, hoe meer ze over de zaak nadacht, hoe vaster ze overtuigd was dat haar zoon de waarheid gesproken had. Het verhaal van mevrouw de Courcy en het feit dat hij de Jonge vrouw al kende bij hun ont moeting aan het station Bridgeport, vormden een bevestiging van zijn mededeelingen. Alles was beter dan die vreeselijke onze kerheid, vond mevrouw Hemmings en zij besloot haar broer te telegrafeeren. Het was niet zoo eenvoudig om het telegram op te stellen want zij wist dat de inhoud van de telegrammen in het stadje niet steeds ge heim bleef. Ze kon dus moeilijk vragen of het waar was dat haar zoon gearresteerd was wegens inbraak. Na veel wikken en wegen verzond ze het volgende telegram: „G. vertelt mij, jij te huk> bent gekomen in onaangename zaak. Is zijn eigenaardig verhaal waar? Kan in telegram niet uitvoe riger zijn. Betreft het voorval in Seamore Place. Houd het voor een verzinsel. Verzoeke telegrafisch antwoord. Anna1'. Toen het telegram weg was. had ze rust noch duur en het leek haar wel een eeuw te duren eer het antwoord kwam. Toen het er eindelijk was. opende ze de enveloppe met bevende vingers, en wat zij las was weinig in staat om haar gerust te stellen. „Verhaal is waar Maar een grap, zooals George wel verteld zal hebben. Maak je niet. bezorgd. Uitstekend zijn moeder te vertrou wen maar was beter geweest als hij gezwe- gen had. Hij moet onafhankelijker worden. Alfred". Dus het was waar! De woorden, „maar een een grap" hielden geen troost ln, het was eerder een bevestiging. George had haar ver teld dat hij het zoo aan zijn oom voorge steld had. De laatste zin echter trof haar als een scherpe pijl. „Hij moet onafhankelijker worden!" Dat was hij al meer dan haar lief was en het had hem rechtstreeks in de ar men van een gewetenlooze misdadigster ge voerd. Lang was ze in tweestrijd wat ze doen moest, maar eindelijk had ze haar besluit genomen. Ze liet den auto voorkomen en liet zich naar de lunchroom van juffrouw Watt in High Street rijden. Toen de wagen voor de banketbakkerij stopte, zei ze den chauf feur dat hij moest aanbellen en vragen of juffrouw Turner haar ontvangen kon. Het dienstmeisje dat had opengedaan, kwam Lilian de boodschap brengen. „Zeg aan mevrouw Hemmings", zei Lilian na even nagedacht te hebben, dat ik het be ter vind om op het oogenblik niet met haar te praten." Toen dit antwoord was overgebracht aan de bezoekster, haalde ze haar visiteboekje te voorschijn, en schreef met bevende vingers op een kaartje: „Een moeder vraagt om een onderhoud". Toen Lilian het kaartje zag voelde zij dat ze. hoe onaangenaam het ook was, een on derhoud niet kon vermijden. Ze ging naar de zitkamer om mevrouw Hemmings te ontvan gen en toen deze binnenkwam, bleek en met onzekere bewegingen, voelde Lilian een diep medelijden met haar opkomen. „U ziet er vermoeid uit, mevrouw Hem mings", zei ze, „ik hoop niet dat u ziek bent, gaat u zitten". „Dank u". Zij liet zich zwaar in een stoel neervallen. „Ik heb u gevraagd om mij te ontvangen, juffrouw Turner, omdat ik een groot verdriet heb; ik hoef het zeker niet uit te leggen wat het is". „Ik vermoed dat uw verdriet in verband staat met uw zoon". „Ja, het verbaast me niet dat u dat ver moedt, het betreft mijn zoon en zijn ver houding tot u". Lilian kreeg een kleur. „Ik ben er niet be wust van dat zijn verhouding t-ot mij u ook maar de minste ongerustheid hoeft te bezor gen". „Mijn zoon heeft alles bekend". .Bekend? Ik begrijp absoluut niet wat "l bedoelt". „Ik weet alles". „Misschien wilt u dan ook wel zoo vrien delijk zijn om mij op de hoogte te brengen! „Ik had gehoopt", zei mevrouw Hemmings, dat u zou inzien hoe nutteloos het is om uw rol vol te houden. Ons gesprek had korter kunnen zijn. Volkomen openhartigheid „Is juist wat ik wensch", viel Lilian ha.ar scherp in de rede. Zoudt u mij willen zeg den waaraan ik de eer van uw bezoek te ianken heb?" Mevrouw Hemmings beheerschte zich. .Goed, ik zal u vertellen waarom ik gekomen ben. Gisterenavond ontdekte ik in de slaap kamer van mijn zoon den vermisten diadeem van Lady Harlsmore. Hij lag-in dezelfde doos die ik in zijn handen gezien heb, onmiddellijk na zijn onderhoud met u." „Ja", zei Lilian, „ik heb die aan zijn hoede toevertrouwd". (Wordt vervolgd.),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10