FLITSEN
WALES ANTHRAGIET
VERHAAL VAN ONDERSTEUNINGSGELDEN.
EMSER-PASTILLES
FEUILLETON
De Gestolen Diadeem
G. KRAAY Co.
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 21 DECEMBER 1929
Hoe men daarover in kringen der vakbeweging denkt.
Eenige weken geleden hebben wij medege
deeld, dat in het vervolg door het Burgerlijk
Armbestuur een nauwgezet onderzoek zal
worden ingesteld naar de mogelijkheid om
verleende ondersteuningen op verwanten ge
heel of gedeeltelijk te verhalen. Hetzelfde
wordt nu ook gedaan door den dienst der
Gemeentelijke Werkloosheidsbestrijding voor
wat betreft den steun aan uitgetrokken
werkloozen toegekend. Dit verhaal is reeds
jaren mogelijk geweest, maar het werd zel
den toegepast. Daarin is nu verandering ge
komen. Reeds vele verwanten van onder
steunden hebben dit ondervonden. Zij zijn
op het bureau van het Burgerlijk Armbe
stuur genoodigd, waar getracht werd langs
minnelijken weg tot een accoord te komen.
Als de belanghebbenden geen of onvoldoen
de bereidwilligheid toonen om mede te wer
ken, zal de tu^schenkomst van den rechter
worden Ingeroepen.
Het verhaal geschiedt op grond van het
Burgerlijk wetboek. Wij ontleenen daaraan
de volgende artikelen:
376. De kinderen zijn verplicht hunne
ouders en andere bloedverwanten in de
opgaande linie, wanneer zij behoeftig
zijn. te onderhouden.
377. Schoonzoons en schoondochters
moeten insgelijks, en in dezelfde geval
len, aan hunne schoonouders onderhoud
verschaffen, doch deze verplichting
houdt op:
le. wanneer de schoonmoeder tot een
tweede huwelijk is overgegaan.
2e. Wanneer diegene der echtgenoo-
ten, door wlen de zwagerschap bestond,
en de kinderen, uit dezelfde huweüjks-
vereeniging mc-t den anderen echtgenoot
gesproten, overleden zijn.
378. De verplichtingen, welke uit de
bepalingen der twee voorgaande artike
len voortvloeien, zijn wederkeerIg.
379. Het onderhoud zal worden gere
geld naar evenredigheid der behoeften
van dengenen, die hetzelve vordert en
het inkomen van dengenen, die tot dat
onderhoud verplicht is in verband met
het getal en de hoedanigheid aergenen,
wier onderhoud volgens dit wetboek te
zijnen laste komt, anderzijds.
381. Wanneer degene, die tot het geven
van onderhoud verplicht is, Dew ijst bui
ten staat te zijn het geld daartoe ver-
eischt, op te brengen, kan de rechtbank,
na onderzoek van zaken, bevolen, dat hij
degenen, aan wien hij onderhoud ver
schuldigd is, bij zich in huis zal nemen
en aldaar van het noodige voorzien.
382. Wanneer de vader of de moeder
aanbiedt om het kind, aan hetwelk zij
onderhoud verschuldigd zijn, bij zich in
huis te voeden en te onderhouden, zijn
zij daardoor vrijgesteld van de gehou
denis om aan die verplichting op een
andere wijze te voldoen.
383. Natuurlijke en wettelijk erkende
kinderen zijn onderhoud aan hun ouders
verschuldigd.
Deze verplichting is wederkeerig.
334- Alle overeenkomsten, waarbij
zoude worden afgezien van het recht om
onderhoud te genieten, zijn nietig en
van onwaarde.
Tot zoover de artikelen.
Het ls ons gebleken, dat voor de nieuwe
maatregelen van het Burgerlijk Armbestuur
en den Werkloosheidsdlenst veel belang
stelling bestaat In de kringen der vakorga
nisatie.
Daarom hebben wij gevraagd aan een der
voormannen hoe men in die kringen denkt
over deze maatregelen.
„Het zal in hoofdzaak aldus onze zegs
man er van afhangen hoe sterk men den
maatregel van verhaal zal toepassen. Daar
over hebben wij nu nog geen gegevens. Zal
ook verhaal toegepast worden van een klein
steunbedrag?"
We kunnen ons best indenken, dat er ver
haal zal geschieden indien het ondersteuning
betreft welke wordt verstrekt aan oude men-
schen en er kinderen zijn, die met eenlgen
goeden wil, hun ouders zouden kunnen on
derhouden, maar daartoe weigerachtig blij
ven. In een dergelijk geval is het niet meer
dan logisch; doch ook hierbij komt al direct
de vraag naar voren, wanneer is de grens
aanwezig dat men ,,met eenigen goeden wil"
bijstand kan verleenen. Indien de bepaling
hiervan afhangt van den onderzoeker, welke
vanwege het Burgerlijk Armbestuur met het
onderzoek is belast, dan zal het afhangen
van het persoonlijk inzicht, wat toch zeker
verkeerd is. Het zou dan gewenschter zijn,
om een bepaalden maatstaf gebaseerd op de
belasting naar het inkomen, in te voeren.
Hoe hooger het belastbaar inkomen, hoe
hooger de verplichte bijdrage.
Zooals echter uit de verstrekte mededee-
llng tilijkt, zal het verhaal niet alleen plaats
vinden op de ondersteuning aan ouden van
dagen, maar ook op de werkloozen, wat zeker
aanleiding zal geven tot ongewenschtheden-
Hiervan eenlge voorbeelden:
Een man is eenige jaren getrouwd en
komt dan plotseling zonder werk, door welke
omstandigheden dan ook. Hij is niet geor
ganiseerd en dus ook niet verzekerd tegen
de geldelijke gevolgen bij werkloosheid, zoo
dat hij zich na eenigen tijd moet aanmelden
om ondersteuning bij het Armbestuur. Voor
zeer velen is dit al een moeilijke gang, omdat
zij weten, dat na deze aanmelding een on
derzoek volgt, zoowel door een lid van het
Burgerlijk Armbestuur, als daarna nog door
een ambtenaar van den Armenraad. Het is
niet aangenaam om met de armoede te koop
te loopen en van a tot z te moeten antwoor
den op de vragen welke worden gesteld-
Maar goed, na een korten tijd wordt de zoo
noodzakelijke ondersteuning verstrekt, maar
de ouders van den jongen man. worden aan
gesproken om bij te dragen in de ondersteu
ningsgelden. De vader moet zelf hard werken
om een weekloontje van 30,te kunnen
thuis brengen en zal van dit bedrag nu nog
moeten afstaan omdat de zoon werkloos ls.
Zal dit er niet toe leiden dat er vele mee-
ningsverschillen zullen voor komen in fa
milies. Zal aan den Jongen man, die wellicht
alles in het werk heeft gesteld om werk te
vinden maar daarin niet kon slagen, niet
spoedig het verwijt naar het hoofd geslingerd
worden, dat hij te lui is om te werken, enz.
O, zeker, men kan het standpunt innemen,
dat dergelijke meeningsverschillen van tlj-
delijken aard zijn, maar zeer spoedig zal
blijken, dat er jammerlijke gevolgen uit kun
nen voortvloeien.
Hiervan een klein staaltje. Een moeder
ontvangt een bedrag" van 5,ondersteu
ning van het B A., waarvoor de zoon, die zelf
ook slechts een weekloon van f 30,ver
dient, wekelijks 1,50 moet bijdragen. De
moeder wordt opgenomen in het ziekenhuis,
voor welke opneming zij verzekerd is en
daarvoor dus wekelijks haar premie betaal
de. Direct wordt de uit-keering van het B A.
stopgezet, maar van den zoon wordt nog
iedere week de J 1,50 van zijn weekgeld in
gehouden. Dergelijke maatregelen brengen
een wanverhouding tot stand- Men zal toch
moeten bedenken, dat de moeder in het zie
kenhuis ligt, zoodat bij het bezoek ciocr den
zoon toch verschillende onkosten worden
gemaakt, doch alsdan toch nog iedere week
1,50 wordt ingehouden, zal dit een wrevel
doen ontsta'an.
Nu nog ten slotte de vraag, of het Burger
lijk Armbestuur in de toekomst nog verdere
maatregelen zal treffen, dQor het verstrekte
steunbedrag, indien dit eventueel niet ver
haald kan worden op de ouders of de kin
deren, te verhalen als de betrokkene over
eenigen tijd weer werk heeft gekregen en
dus weer verdienste heeft.
Dit kan wel niet op grond van het Bur
gerlijk Wetboek, maar daarvoor zou een weg
te vinden zijn door aan te nemen, dat het
Burgerlijk Armbestuur aan den betrokkene
ondersteuning geeft in den vorm van een
voorschot dat later weer terugbetaald moet
worden.
Daartegen zouden de vakorganisaties zich
evenwel met kracht verzetten. Men moet
bedenken, dat een gezin van de uitkeeringen
welke vanwege het Burg. Armbestuur ver
strekt worden, lang niet kan rond komen,
daar deze uitkeering maximum 10 per
week voor man en vrouw pius 1,voor
ieder kind bedraagt. Als men er niet van
kan komen, dan is daarvan het gevolg, dat
er schulden gemaakt worden, maar vooral
dat er een buitengewone groote achterstand
in het gezin komt. Er zal een geruimen tijd
overheen gaan, voor die achterstand is inge
haald, want dat kan ook slechts met kleine
beetjes geschieden en bovendien moeten dan
ook de gemaakte schulden betaald worden.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 Cta per regel.
Het afdoende middel
tegen hoest en verkoudheid
en alle aandoeningender slijmvliezen.
PrlJ« per aluminium kokertje 60 cent.
ült het Engelsch van
ARCHIBALD EYRE.
25)
„Vraag het dan aan oom, moeder, schrijf
hem vanavond nog en vraag het hem. Ga
morgen haar de stad en vraag het hem!"
Zijn moeder liet zich in den stoel vallen.
„Wat heb ik gedaan dat mij zooicts vreese-
lijks moet overkomen?" fluisterde zij.
„Ik zweer u moeder, dat ik een nacht op
een politiebureau in de cel heb gezeten, be
schuldigd van inbraak. U hebt er telkens op
aangedrongen dat ik een verklaring zou ge
ven van mij ngedruktheld. Nu weet u mijn
geheim".
„Mijn Jongen! Mijn jongen!" kreunde zij
en verborg het gezicht in de handen.
„Nu begrijpt u zeker wel, moeder", ging
George voort, „waarom u uw bedreiging niet
kunt uitvoeren? Als zij in de gevangenis
komt. zal ik den dans ook niet ontspringen".
Eep paar minuten lang was er geen ander
geluld ln de kamer dan het snikken van me
vrouw Hemmings. George stond naai- haar te
kijken en het griefde hem diep dat hij haar
zooveel verdriet moest doen.
„Ik had het u niet willen vertellen", zei hij
eindelijk, „maar ik had nu geen keus meer".
„Heb je berouw?" vroeg zijn moeder plot
seling. terwijl ze hem aankeek.
„Oprecht berouw".
„Zul je voortaan je leven verbeteren?"
„Daar kunt u van op aan". Zijn hart klop
te wild. Was zijn toeleg gelukt?
„Zweet je me dat je Je verder niet meer
met die vrouw zult inlaten?"
Hij zweeg. „Dat kan ik niet doen", zei hij
eindelijk.
„Waarom niet?"
„Ik houd van haar".
Zijn moeder sprong op.
„Ga dan naar haar toe, dan zal ik Jullie
allebei vertrappen. Indien uw oog u ergert,
ruk het uit en werp het van u". Zij keek hem
aan met wilde oogen, die echter plotseling
verzachtten en strekte haar armen naar hem
uit. ..George, George, is dit je laatste woord?"
snikte ze.
„Ik kan niet anders", antwoordde hij vast
besloten. „Ik kan niet beloven dat ik mij niet
meer met haar zal inlaten omdat ik van
Dlan ben haar te vragen mijn vrouw te wor
den".
Zijn moeder schudde haar ineengeklemde
handen heen en weer. „Ik zou je liever dood
zien dan getrouwd met die vrouw! Zweer me
dat je van haar zult afzien, of ga naast haar
zitten in de beklaagdenbank, en kom mij
niet meer onder dëjvoogen".
„Ik geloof dat u beter deed naar bed te
gaan", zei George vriendelijk, „dit gesprek
grijot u veel te veel aan".
„We hebben altijd het hoofd 'fier rechtop
kunnen dragen. Onze naam heeft geslachten
lang in hoog aanzien gestaan. Jij bent de
eerste die dien naam bevlekt. Ik dank den
hemel dat je vader dit niet beleeft, maar o,
de last is wel zwaar om alleen te dragen!"
Zij tastte naar de deurknop en wankelde,
haar zoon sprong naar haar toe.
„Moeder, moeder, waarom hebt u geen me
delijden: zij is toch ook een vrouw net als u"
„Neen, neen", riep mevrouw Hemmings vol
afschuw, niet net als ik. ik ben niet slecht,
ik behoor niet tot een dievenbende. Laat
mijn arm los; ik kan wel alleen loopen".
George deed de deur voor haar open en
Vanzelfsprekend kan men zich indenken,
dat het Burg- Armbestuur ernstig ontstemd is
over het feit., dat er nog altijd arbeiders zijn,
die nalaten in den tijd. dat zij in de verdien
ste zijn, zich te verzekeren tegen de geldelijke
gevolgen van werkloosheid en dus bij even-
tueele werkloosheid direct ten laste der ge
meenschap komen. Zeker, daar zit iets ver
keerds in en vandaar dan ook dat reeds ver
schillende besturen hebben besloten, dat al
leen iemand ondersteuning xan krijgen als
hij zich verzekerd voor het vervolg. Kier
heeft men een dergelijke maatregel nog niet
getroffen, doch dan is het wellicht gewensch
ter om degene die weigerachtig blijven zich
zelve te verzekeren, na de eerste aanmelding
een geruimen wachttijd te doen doormaken.
Dit lijkt mij zoo besluit onze zegsman
beter, dan dat men overgaat tot den maat
regel van verhaal van ondersteuningsgelden
bij werkloosheid gegeven."
WAT IS MISHANDELEN?
HOE MEN EEN PAARD AANZET".
Op de Kleverlaan was op 11 October een
bejaarde voermansknecht bezig zijn paard
„aan te zetten". En hij zal toen niet ver
moed hebben, dat hem dit ruim twee maan
den later voohden Politierechter zou bren
gen. Dat kwam, doordat menschen op de
Kleverlaan, die den voerman aan het werk
zagen, vonden, dat dit „aanzetten" niet naar
behooren ging. Zij vonden in het optreden
van den ouden rossenbedwinger aanleiding
een agent, die ln de Marnlxstraat surveil
leerde, te gaan waarschuwen. Deze agent
kwam, zag en verbaliseerde, want hij was
toevallig vroeger vier jaren bij de huzaren
geweest, wist dus hoe je met paarden moet
omgaan en oordeelde, dat het geven van sla
gen met de vuist tegen den bek van een
paard niet de manier is om den wil van het
misschien op dat oogenblik was stijfhoofdige
dit zij toegegeven dier te breken.
De oude paardenmenner protesteerde hef
tig.
De dagvaarding sprak van „krachtige sla
gen met de vuist tegen den zijkant van den
bek", maar als je den voerman kon geloo-
ven en je kon van zijn gebaren aannemen,
dat zij aangaven hoe hij" het paard had
aangezet, dan had hij het dier slechts met
den rug van zij nu rechterhand langsc den
bek geaaid, hetgeen hij dan zeker om den
agent tegemoet te komen nog wel wilde
noemen: „een klap met de hand."
Maar van mishandeling was geen sprake
geweest. De man gaf een nauwkeurig, defini
tie van mishandelen. Mishandelen dat is
slaan met een stok of schoppen tegen het
onderlijf, maar een klap met de hand of met
de vuist („Nu erkent hij het zelf", merkte het
O.M. op), dat was toch zeker geen mishan
delen. De rechter kon bij de rijkelui infor-
meeren en bij de Dierenbescherming, zelfs bij
het Hoofd van die Dierenbescherming, of hij
ooit een paard had mishandeld. En hij was
nou 65 en van zijn tiende jaar ging hij al
met paarden om.
De agent-getuige bezag de zaak uit een
geheel ander standpunt, zooals ook wel uit
zijn procesverbaal was gebleken, maar de
karrevoarder wraakte dezen getuige abso
luut: „Zoo'n jonge agent; kan nog niet
eens een procesverbaal maken", zei hij met
onuitsprekelijke minachting, maar hij ver
gat erbij te vertellen dat hij op dien 11 den
October den 'agent had toegevoegd: „Waar
bemoei jij je mee?" en bij een volgende ont
moeting: „Ik zal je wel krijgen."
Het O. M. vroeg f 15 of 10 dagen. „Dat
neem ik niet; dan kam ik niet betalen. Ik
verdien--f 15 in de week. Waar moet i k nou
in eens f 15 vandaan halen?"
En toen de Politierechter er f 10 of 10 da
gen van maakte commentarieerde hij: ,,'t Is
nog al wat voor een klap."
En al bij de deur van de gerechtszaal
kondigde hij aan: „Dan zullen we wel 's in
appèl gaan!"
Hij zal dan bij de behandeling van zijn
zaak in tweede instantie wel doen wat hij
nu verzuimd had: „zijn" getuigen meebren
gen. Ook het Hoofd van de Dierenbescher
ming.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij: van Heemskerk,
Zijlweg 129, armbandhorloge; Smelders,
Oranjeboomstraat 159, boorden; Janssen,
Scheepmakersd'ik 61, collier; Btlatz. Gen. de
la Reijstraat 36. handschoen; Loevesteln,
Rijpstraat 31, kinderhandschoen; Janssen.
Antonlesteeg 8a, handschoen; v. Straten.
Busken Huetstraat 18, kinderhandschoenen;
Kennel Haerlem, bast. herdershond; Kennel
Fauna; bruin hondie en zwart katje; Glas.
Gen. Cronjéstraat 83, hondenhalsband; v. d.
Linde, Brederodestraat 26, portemonnaie m.
inhoud; Schouten, Godfried v. Bouillonstr.
45 rood, medaillon in étui; v. Leeuwen. Brou
wersstraat 29 zwart, idem; Tesselaar, Brede-
rodeweg 19. Santpoort, postzegels; Meinis,
v. Berensteijnstr. 43, rijwielbelastin^merk;
Zwarts. Vooruitpangstr. 81. touw; v. Rijswijk,
Kloppersingel 127, vulpenhouder.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1526
HET GEZIN AFHALEN,
Vader !s een half uur
te vroeg op het sta
tion om 2Üjn gezin af
te halen, dat uit de
stad is geweest
dwaalt rond om den
tijd te dooden
stelt zich op op het
perron waar de trein
moet aankomen
herleest den brief om
zeker te zijn. dat hii
tijd en datum goed
heeft
vergelijkt zyn hor
loge met de stations
klok en bevindt dat
«le trein vijf minuten
over tüd ls
is genegd zün gezin
persoonlijk verant
woordelijk te stellen
voor deze vertraging
gaat van zijn plaats
om na te kijken of
hy heusch wel op
het goede perron
staat
keert terug als de
trein al binnen is en
het gezin ontvangt
hem met de vraag,
waarom hy nou niet
op tüd kon komen
(Nadruk verboden).
EEN HAAGSCH BANKLOOPER
VERDWENEN.
MET ƒ18.000.
Bij een bankinstelling te 's Gravenhage
was sinds niet langen tijd in dienst zekere
E. H. F. L., 27 jaar oud en ongehuwd .Hij
moest geregeld voor zijn patroon vrij groote
bedragen innen en Donderdag werd hij uit
gezonden om f 18.000 te halen. Met dit be
drag is hij spoorloos verdwenen. Vermoed
wordt, dat hij naar het biütenamd is ge
vlucht-
De politie-radio te Hilversuf heeft Donder
dagavond zijn signalement omgeroepen, zijn
de 1.68 M. lang, voorover loopend, donker
type, scherpe neus. Hij droeg een donkeren
slappen hoed.
EEN NIEUWE KLORKENWINKEL.
Er heerscht in een klokkenwinkel altijd een
sfeer van bewegelijkheid, die gezellig aan
doet. Zoo is het ook in de heden te openen
zaak van den heer Th. W. H. Polman, Bar-
teljorisstraat 7. En bij deze vertrouwelijkheid
komt in dezen winke,l nog een warmen glans
van veel edel metaal. Want bijzonder rijk
voorzien is de zaak van brons en zilver, koper
en nikkel. Voor ieder wat hij betalen kan,
zegt de heer Polman en zoo is het inderdaad.
Er zijn dure klokken en uurwerken van heel
civielen prijs, er liggen puweelen in de eta
lage en minder kostbare sieraden. En in dit
alles is de sorteering zeer groot. De heer
Polman bezit ook een zaak in Amsterdam en
dith moge een waarborg zijn van zijn vak
kennis, die hem in staat zal stellen ook in
Haarlem met succes zaken te doen.
EEN ZOON VAN DEN TSAAR
GEARRESTEERD?
BAGDAD, 20 December. (Reuter). De Rus
sische kolonie te Bagdad verkeert volgens
een Reuterbericht in opwinding naar aan
leiding van het bericht, dat een jonge Rus,
die verklaart de eenige zoon van den laatsten
Tsaar te zijn, een week in een gevangenis
aldaar heeft doorgebracht. Hij werd gearres
teerd te Soelaimani in Koerdistan, daar hij
het land zonder paspoort uit Perzië was
binnengekomen,waarheen hij zegt te zijn
gevlucht na vele jaren in een Siberische ge
vangenis te hebben doorgebracht. De politie
liet hem gisteren vrij met de verklaring, dat
zij zijn verhaal noch kan bevestigen, noch te
genspreken.
De Tsarewïfcsj zou thans 25 jaar oud zijn,
terwijl de jonge man er niet ouder uitziet
dan 20, doch zijn gelijkenis met de Russi
sche tsarenfamilie moet verrassend zijn.
ALBERT WORDT „FLIC".
Albert, de vermaard geworden hulsknecht
van Clemenceau, die zijn meester lange jaren
heeft gediend, hem tegen ongewenschte be
zoekers beschermde en ten slotte meehielp
bij het graven van het eenzaam graf in de
Vendée, zal thans politie-agent worden, aldus
het Hbld. Hij had reeds zijn vast besluit
kenbaar gemaakt geen anderen dienst meer
te zullen aanvaarden en de verlokkende aan
biedingen van Amerikanen, die dezen histo-
rischen valet gaarne in hun huis wilden heb
ben, afgeslagen.
Thans heeft hij het aanbod van den prefect
van politie Chiappe aangenomen om „sergent
de ville" te worden. Alleen zei hij, toen de
zaak beklonken was: „Wat zou de patroon
wel zeggen als hij mij als een flic (klabak),
gekleed zou zien!"
HET MONUMENT VAN JAN TOOROP
ONTHULD.
In alle stilte is Vrijdagochtend op de R.-K_
begraafplaats aan de Kerkhoflaan te 's-Gra-
venhage het monument, geplaatst op het graf
van Jan Toorop, onthuld.
Om halftien werd in de kapel van het
kerkhof een plechtige Mis opgedragen.
Nadat de plechtigheid in de kapel was ge
ëindigd, begaf men zich naar het graf, waar
de inzegening door pasoor Berge plaats had.
Met een enkel woord dankte daarna de heer
Vital Haesaert alle aanwezigen voor hun be
langstelling en ook hen die door giften bij
gedragen hadden voor dit monument, aldus
het Hbld.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct« per regel
afm. 20 30 30 50
p. H.L. franco huis f 3.10 g
N.V. Brandstoffenhandel
Turfmarkt 10
Telef. 11088
Bestelkanfoor P. BIERENBROODSPOT
Rijksstraatweg 147 H.N. Telef. 14653
zij zocht de eenzaamheid van haar slaap
kamer op.
HOOFDSTUK XVI.
De beleedlgtog.
Mevrouw Hemmings bracht een slapeloo-
zen nacht door, hoe meer ze over de zaak
nadacht, hoe vaster ze overtuigd was dat
haar zoon de waarheid gesproken had. Het
verhaal van mevrouw de Courcy en het feit
dat hij de Jonge vrouw al kende bij hun ont
moeting aan het station Bridgeport, vormden
een bevestiging van zijn mededeelingen.
Alles was beter dan die vreeselijke onze
kerheid, vond mevrouw Hemmings en zij
besloot haar broer te telegrafeeren. Het was
niet zoo eenvoudig om het telegram op te
stellen want zij wist dat de inhoud van de
telegrammen in het stadje niet steeds ge
heim bleef. Ze kon dus moeilijk vragen of het
waar was dat haar zoon gearresteerd was
wegens inbraak. Na veel wikken en wegen
verzond ze het volgende telegram:
„G. vertelt mij, jij te huk> bent gekomen
in onaangename zaak. Is zijn eigenaardig
verhaal waar? Kan in telegram niet uitvoe
riger zijn. Betreft het voorval in Seamore
Place. Houd het voor een verzinsel. Verzoeke
telegrafisch antwoord. Anna1'.
Toen het telegram weg was. had ze rust
noch duur en het leek haar wel een eeuw te
duren eer het antwoord kwam. Toen het
er eindelijk was. opende ze de enveloppe met
bevende vingers, en wat zij las was weinig
in staat om haar gerust te stellen.
„Verhaal is waar Maar een grap, zooals
George wel verteld zal hebben. Maak je niet.
bezorgd. Uitstekend zijn moeder te vertrou
wen maar was beter geweest als hij gezwe-
gen had. Hij moet onafhankelijker worden.
Alfred".
Dus het was waar! De woorden, „maar een
een grap" hielden geen troost ln, het was
eerder een bevestiging. George had haar ver
teld dat hij het zoo aan zijn oom voorge
steld had. De laatste zin echter trof haar als
een scherpe pijl. „Hij moet onafhankelijker
worden!" Dat was hij al meer dan haar lief
was en het had hem rechtstreeks in de ar
men van een gewetenlooze misdadigster ge
voerd.
Lang was ze in tweestrijd wat ze doen
moest, maar eindelijk had ze haar besluit
genomen. Ze liet den auto voorkomen en liet
zich naar de lunchroom van juffrouw Watt
in High Street rijden. Toen de wagen voor
de banketbakkerij stopte, zei ze den chauf
feur dat hij moest aanbellen en vragen of
juffrouw Turner haar ontvangen kon.
Het dienstmeisje dat had opengedaan,
kwam Lilian de boodschap brengen.
„Zeg aan mevrouw Hemmings", zei Lilian
na even nagedacht te hebben, dat ik het be
ter vind om op het oogenblik niet met haar
te praten."
Toen dit antwoord was overgebracht aan
de bezoekster, haalde ze haar visiteboekje te
voorschijn, en schreef met bevende vingers
op een kaartje:
„Een moeder vraagt om een onderhoud".
Toen Lilian het kaartje zag voelde zij dat
ze. hoe onaangenaam het ook was, een on
derhoud niet kon vermijden. Ze ging naar de
zitkamer om mevrouw Hemmings te ontvan
gen en toen deze binnenkwam, bleek en met
onzekere bewegingen, voelde Lilian een diep
medelijden met haar opkomen.
„U ziet er vermoeid uit, mevrouw Hem
mings", zei ze, „ik hoop niet dat u ziek bent,
gaat u zitten".
„Dank u". Zij liet zich zwaar in een stoel
neervallen.
„Ik heb u gevraagd om mij te ontvangen,
juffrouw Turner, omdat ik een groot verdriet
heb; ik hoef het zeker niet uit te leggen wat
het is".
„Ik vermoed dat uw verdriet in verband
staat met uw zoon".
„Ja, het verbaast me niet dat u dat ver
moedt, het betreft mijn zoon en zijn ver
houding tot u".
Lilian kreeg een kleur. „Ik ben er niet be
wust van dat zijn verhouding t-ot mij u ook
maar de minste ongerustheid hoeft te bezor
gen".
„Mijn zoon heeft alles bekend".
.Bekend? Ik begrijp absoluut niet wat "l
bedoelt".
„Ik weet alles".
„Misschien wilt u dan ook wel zoo vrien
delijk zijn om mij op de hoogte te brengen!
„Ik had gehoopt", zei mevrouw Hemmings,
dat u zou inzien hoe nutteloos het is om uw
rol vol te houden. Ons gesprek had korter
kunnen zijn. Volkomen openhartigheid
„Is juist wat ik wensch", viel Lilian ha.ar
scherp in de rede. Zoudt u mij willen zeg
den waaraan ik de eer van uw bezoek te
ianken heb?"
Mevrouw Hemmings beheerschte zich.
.Goed, ik zal u vertellen waarom ik gekomen
ben. Gisterenavond ontdekte ik in de slaap
kamer van mijn zoon den vermisten diadeem
van Lady Harlsmore. Hij lag-in dezelfde doos
die ik in zijn handen gezien heb, onmiddellijk
na zijn onderhoud met u."
„Ja", zei Lilian, „ik heb die aan zijn hoede
toevertrouwd".
(Wordt vervolgd.),