moot EEN SELF-MADE MAN. Typograaf Soldaat Diplomaat. BIOSCOOP Dleugc'S Piano's LETTEREN EN KUNST HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 21 DECEMBER 1929 VIERDE BLAD Over enkele dagen zal de nieuwe, de 38ste Amerikaansche Gezant, geaccrediteerd bij de Fransche Regeering, zijn plechtige intrede doen in de Fransche hoofdstad. Er wacht den opvolger van Benjamin Franklin, een Rush, een Sanford, een Myron T. Herrick, een zware taak. Want de vriendschapsbanden tussohen de beide groote republieken mogen hecht zijn, Herrick's werk intact zijn geble ven, maar het geldduiveltje loert nog steeds grijnzend om een hoek. En dat heeft dan ook Hoover's keuze be paald, toen hij den 24sten Juli j.l. Walter Evans Edge aanwees als Amerikaanschen Gezant in Frankrijk. Voor de meesten is Edge een onbekende. Tevergeefs zoekt men zijn naam in gewich tige politieke delegaties op internationale conferenties. Edge heeft zoo de binnenland- sche Amerikaansche politiek verlaten, om zich op het gladde ijs der diplomatie te wa gen. Edge is in alle opzichten het type van een self-made man, wiens carrière een voor beeld is van geweldige energie. Dank zij z'n helder inzicht, initiatief en werkkracht, heeft hij zich uit een zeer bescheiden milieu opgewerkt tot den hoogen post, waartoe hij thans is geroepen. Den 20sten November 1873 in Philadelphia geboren als zoon uit een eenvoudig arbei- dersgzin, sleet hij zijn eerste levensjaren in Pleasantville in den staat New-Jersey. Het is daar, dat hij in den faubourg van Atlantic City de lagere school bezocht, tot hij op 15-jarigen leeftijd genoeg kreeg van harde houten schoolbanken en wegliep om te trachten zelf zijn kost te verdienen en zich zoodoende meer vrijheid te verwerven. Er was een plaats open als leerling-typograaf in de drukkerij van de Atlantic Revue, de oudste courant van Atlantic City. Ondanks het har de werk en de even vuile als vermoeiende baantjes welke men hem opdroeg, vond Edge toah nog gelegenheid in de avonduren en des nachts te studeeren. Zelf heeft hij ver klaard, dat vooral het lezen van couranten en van vele onbekende zaken hem prikkelde om meer te weten en anderszij ds zette de betrekkelijke armoede waarin hij leefde hem aan om te trachten zich een betere positie te veroveren. Na een jaar vond hij een plaats in een publiciteitsbureau en zoo kwam hij nader in contact met verschillende periodie ken en dagbladen. Hij was zoo handig en toonde zooveel handelsgeest te bezitten, dat hij twee jaar later, dus op 18-jarigen leeftijd, vrij gemakkelijk twee rijkaards vond, die vertrouwen in hem hadden en die het pu bliciteitsbureau kochten. Edge, wien de schoonheid en de gunstige ligging van de badplaats Atlantic City niet ontgaan wa ren, begon nu over de geheele Vereenigde Staten een geweldige reclame te maken. Het succes bleef niet uit: dagelijks, en op alle plaatsen gewezen op het voordeel van een verblijf in Atlantic City stroomden de Ame rikanen weldra naar de nieuwe badplaats en Edge stelde zich aan het hoofd van een ge weldige organisatie om Atlantic City te mo- derniseeren en de noodige vermaken te ge ven. I?ag en nacht wérkend, daarbij zeer zui nig en sober voor zichzelf, legde hij weldra zooveel geld op zij, dat hij met eigen midde len een courant kon stichten. En het publi citeitsbureau kreeg overal in Europa filialen: in Londen. Parijs, Berlijn, enz. Een tweede courant werd gekocht, om die ook in dienst te stellen voor de propaganda van Atlantic City. Terwijl de twee mannen, die hem het eerst MUZIEK. KON. LIEDERTAFEL „ZANG EN VRIENDSCHAP". Voor het eerst na zijn langdurige ziekte stond Lieven Duvosel, geheel hersteld en vol jeugdig vuur en ontembare energie, weer op het dirigeergestoelte. De wederkomst van den beminden dirigent was de gebeurtenis van dezen avond, den vóóravond van de vele die gepland zijn om Z. en V.'s eeuwfeest te her denken en dén roem der aloude liedertafel te dragen tot ver buiten onze grenzen. Maar niet alleen als koorleider is Duvosel Vrijdag avond opgetreden: ook wat hij als componist vermag heeft hij op dit concert wederom getoond. Drie liederen van hem heeft Annie Woud, voorbeeldig door Emmy van Eden ge secondeerd, uitgebeeld met al het enonne ta lent dat zij bezit, al de groote toewijding, waarmee zij zich steeds aan de door haar voor te dragen werken geeft: behoeven we te zeggen dat het resultaat schoon was? Duvosel's „Liebesweihe" doet voor de beste liederen van Rich. Strauss uit diens jonge ren tijd niet onder; de innige poëtische woor den van Hermann Wirth bleken wèl in staat den toondichter te inspireeren. „De Mulder" is geestig en raak; „in het Woud" schijnt me minder sterk toe: in deze ode aan het Woud hebben we Annie Woud meer bewon derd dan de compositie zelve. Een schrij nend beeld van oorlogsellende gaf Duvosel's muzikaal tafereel „Wereldwee", al kon des componisten klavierspel het gemis van het orkest niet vergoeden; het kwintet, de da mes Veurman en Van Tienhoven—Kauwling, de heeren Heusen, De Wilde en Valent- zong zeer goed; vooral de alt en de bas blonken uit, en de heer A. van der Velden gaf een zeer te waardeeren ondersteuning door zijn harmoniumspel. Behalve de liederen van Duvosel heeft An nie Woud ook nog een viertal liederen van Schubert voorgedragen en daarmee oor en hart verrukt. Ik houd haar voor een van de weinige uitverkorenen onder de talrijke Schubert-interpreten; zij voelt den geest van Schubert's liederen in hun meest uit een loopende verscheidenheid aan, en weet die bovendien op treffende wijze te verklan ken. Dat Emmy van Eden goed begeleidde, spreekt vanzelf. Het duet „Milenka" van Jan Blocks, ge zongen door de heeren Hansen en Hoefman had gevoegelijk achterwege kunnen blijven: wel zongen de heeren verdienstelijk, maar de zoetige compositie was als kauwgom zonder een pepermuntsmaakje en verwekte een ge voel van muzikale indigestie. Ik heb ditmaal eerst de solovoordrachten de revue laten passeeren en kom nu pas aan pie praestatles der Liedertafel, Deze had geen vertrouwen hadden geschonken, aan het hoofd van deze bladen werden geplaatst, wijdde Edge al zijn krachten aan het publi citeitsbureau. Het politieke leven moest hem wel aantrekken en in 1897 creëerde hij voor zichzelf de betrekking van „Journal-Clerk" aan den Senaat van New-Jersey, een be trekking welke hij in 1898 plotseling verliet, om zich als vrijwilliger aan te melden bij de infanterie in den oorlog tegen Spanje. Ook hier, in deze absoluut nieuwe loopbaan wist Edge zich door zijn buitengewone kwali teiten dadelijk te onderscheiden van de me nigte. Zijn helder betoog en zijn inzicht in militaire aangelegenheden trok weldra zoo zeer den aandacht van zijn chefs, dat wij hem al heel kort hierop bevorderd tot kapi- teit en tot lid van den Generalen Staf terug vinden. Na de verwikkelingen werd hij be noemd tot Commandant van de Nationale Garde. Maar deze zeldzame man had een wa re behoefte aan activiteit en toen het mili taire zich bepaalde tot feestelijkheden en re cepties vroeg Edge eervol ontslag, hetwelk hem op de meest loffelijke wijze werd ver leend. In zijn hoedanigheid van oud-Comman dant van de Garde en nog steeds als eigenaar van een zoo machtige onderneming als die van het publiciteitsbureau vond Edge den weg open liggen naar de officieele regee- ringsgebouwen. In 1901 werd hij benoemd tot secretaris van den Staat New-Jersey en drie jaar later stond hij aan het hoofd. Zijn promotie volgt nu snel: in 1909 bij de verkie zingen krijgt hij een meerderheid van bijna 8000 stemmen op zijn tegenstander van de Democratische partij en het werk door hem in die hooge positie verricht is zoo geweldig, getuigt van zooveel goed verstand, helder inzicht, initiatief en durf, dat hij in 1916 een meerderheid van 70.000 stemmen krijgt. De Republikeinsche partij zond hem. als afgevaardigde naar den Senaat der Ver eenigde Staten en tot voor kort was hij daar een van de meest geziene_ persoonlij kir eden. De belangen van de groote industrieën: pe troleum, textiel, scheepsbouw, heeft hij steeds verdedigd, en overal geholpen, waar het hem mogelijk was. Business man en „efficiency man" is hij evenals Hoover, wiens candidatuur in New- Jersey hij herhaaldelijk krachtig onder steund heeft, nadat hij had geweigerd om zichzelf candidaat te stellen voor het Presi dentschap van de Vereenigde Staten. Hoover heeft hem op het Witte Huis geroepen en hem den post van Amerikaansch Ambassa deur te Parijs aangeboden en zeer beschei den heeft Edge daarop geantwoord: „Ik weet niet of ik v/el de aangewezen persoon ben voor deze betrekking, aangezien ik hoege naamd niet op de hoogte ben van de tradi- tioneele diplomatie". Maar er is reeds het voorbeeld van Dwight Morrow en generaal Dawes, wier benoeming aantoont, dat men, sedert de schuldenkwes tie alles overvleugelt, meer belang er in ziet om Amerika in de verschillende^ Euro- peesche landen, die nog een rekening' m§t de Vereenigde Staten hebben te vereffenen, te lateit vertegenwoordigen door „allround business man", dan door balletmeesters in de internationale balzaal. Frankrijk begroet in Mr. Edge den typi- schen vertegenwoordiger van den huidigen geest van de activiteit en de realiteit van het Amerikaansche volk. HENRY A. TH LESTURGEON. gelukkigen avond. In twee nummers: „Dem Sonnengott" van Hermann Suter en „Lied des Storms" van Sem Dresden hebben ern stige déraillementen plaats gehad; in het laatste heeft de diligent zelfs moeten aftik ken en opnieuw aanvangen, wat bij men- schenheugenis nog nooit op een concert van Z. en V. is voorgekomen, en van het andere werk heeft Duvosel een gedeelte laten over- zingen- Nu zijn de moeilijkheden waarvoor Suter het zangerskoor plaatst ook wel bui tengewoon, maar een vereeniging als Z. en V. is daar onder Duvosel's leiding wel tegen opgewassen, mits de leden bedenken, dat harde studie noodig is om bij de aanstaande feestuitvoeringen met succes tegenover an dere beroemde koren in verschillende plaat sen, ook in het buitenland, in het krijt te treden en haar naam en vaan hoog te hou den. Op die met tallooze medailles en kran sen omhangen vaan mag zelfs geen denk beeldig smetje komen! „Noblesse oblige" zij haar ongeschreven zinspreuk. Een tegenwicht tegen de beide minder ge lukkig uitgevoerde werken vormden de prachtig gezongen, voor koor bewerkte Lita- nei van Schubert en het majestueus vertolk te „Groot is de Heer" van Roeske, waarvoor de in de zaal aanwezige componist een war me ovatie had in ontvangst te nemen en we zagen met instemming hoe hartelijk de grijze koorleider zijn kunstbroeder Duvosel dankte. Het programma was rijk, te rijk zelfs, over laden. Het had zeker een half uur korter kunnen zijn. Ook van het goede schaadt een teveel. We mogen den voorzitter van Z. en V-, Dr. Broese van Groenou, vragen voor de vol gende uitvoeringen dieet, of althans nauw keurige doseering voor te schrijven. Ditmaal was de maximaal dosis belangrijk overschre den en nog wel zonder!! K. DE JONG. HET TOONEEL. VARIA TE IJMUIDEN. DE BUTLER. Detective is troef! Bij het Hofstad Tooneel De Man in de Monnikspij, bij het Oost-Ne- derlandsch Tooneel Moordromance, bij Het Schouwtooneel Het Kamermeisje. bij Het Vereenigd Tooneel Dicky, bij Het Nieuw Ne- derlandsch Tooneel Kwart voor Tien, en als of dat nog niet genoeg is, wordt ook het di- lettantentooneel door de detective-ziekte aangetast en kregen wij van Cremer in Uni form, van Van Lennep Het Halssnoer en nu Donderdagavond van Varia te IJmuiden, zoo waar De Butler!. Als je zooveel dieven-historle ziet, dan moet je zoo langzamerhand wel 'n speur neus krijgen, zou je zoo denken, maar ik schijn den waren knobbel er maar niet voor te bezitten. Gisteren had ik het al weer mis, terwijl ik er toch zeker van was, dat noch de butler, noch Rob. Fttzwilliam de dader was! Maar George Fairfax? Nee, dien zou ïk heelemaal hebben vrij gepleit! Ligt dat nu aan mij? vroeg ik mezelf af. „Ben ik nu zoo'n ezel, aat ik er maar niet achter kan komen?" Ik zat bij de eerste ontdekking met be schaamde kaken, maar toen ik er even over nadacht, begreep ik toch, dat niet ik. doch Fabricius de schuldige was. Er moet toch een schakel zijn, we moeten toch aan het slot kunnen zeggen: „o ja, da's waar, daar heb ik niet op gelet!" In De Butler echter is geen enkele aanwij zing, wij vallen zóó uit de lucht, wanneer wij hooren, dat Fairfax Flying Jack is! Ja, als je op die manier doorgaat, dan kan de schrij ver wel zeggen, dat mijn oud-tante de da der is! Het zou even logisch zijn geweest, als wij tenminste nog van logica bij zoo'n stuk kunnen spreken. Maar het dient- erkend, dat het publiek in 't laatste bedrijf dat verreweg 't beste in het detective-genre is in opperste span ning verkeerde! Fabricius heeft in dit stuk twee pijlen op zijn boog durven nemen, zoo dat wij twee raadseltjes kregen op te lossen. De Butler zou een uitstekend detectivestuk zijn geworden, wanneer de inleiding niet zoo lang en ingewikkeld ware geweest! Al dat gezaag over de zaagvisschen er uit, de ge sprekken in I tot de helft teruggebracht en een klein schakelt-je er in, waardoor wij aan het slot tot de erknning komen, dat het- een lapsus van ons was niet te hebben begrepen, dat Fairfax de dader is, en het is een de tective-stuk. dat de vergelijking met andere thrillers in alle opzichten kan doorstaan! Dat Fabricius wel degelijk in dit genre wat presteert, bewijst hij met het derde bedrijf, dat- vol spanning en afwisseling is! Varia heeft er een over het algemeen uit stekende voorstelling van gegeven. In het eerste bedrijf was men er nog niet zoo in, ontbrak op het tooneel te veel de Engelsche society-sfeer, en leed het geheel min of meer aan te weinig rolvastheid van enkele spelers! Maar het ging hoe langer hoe beter, er was in de voorstelling evenals in het stuk een flinke climax en het derde bedrijf werd door Holtslag en Boeree zoo sterk en in den julsten stijl gespeeld, dat men daar waarlijk even vergat met dilettanten te doen hebben! Een zoo stevig gespeeld tooneel als tusschen deze twee dilettanten in m zien wij van lief hebbers maar zelden! Daar zat spanning in en die spanning werd bereikt met sober, in gehouden en toch steeds forsch spel! Zelden zagen wij Holtslag en Boeree beter dan in 'die knap gespeelde scène! Onze Haarlemsche vereenigingen mogen Varia die twee spelers benijden! Boeree wordt elk seizoen beter! Zijn spel was van een prettige rust, beheersclu, en beschaafd en wat slechts aan heel weinige dilet tanten gegeven is ook in zijn stille spel is hij zeer expressief! Ook Holtslag had een heel gelukkigen avond! Hij beheerschte zijn rol al evenzeer als Boeree! Uitstekend was dat verschil in optreden tegenover het kamermeisje en de Fairfaxen! Jack Roza was de butler. Hij maakte van dezen „verdachte" wel een mysterieuse figuur, en hij wist den butler ook wel aardig te spelen, maar een groot acteur leek mij Harry toch niet! Het bleef alles wat klein van proportie! Boeree en Holtslag overvleugelden hem in hun spel al te veel! Ook de heer Van den Berg kan tegen twee zulke spelers niet op !~Het- was niet ge makkelijk in James Reed, eon gepension- neerd Engelsch kolonel te herkennen, al was zijn spel dan ook niet onverdienstelijk. Mevrouw Boeree hebben wij wel èens beter gezien dan gisteren. Het was, of zij er maar niet- in kon komen, haar tekst kwam dikwijls niet over het voetlicht en ook haar spel miste de ongedwongen natuurlijkheid van anders! Maar ik erken, dat het ook de slechtst geschreven rol is in het stuk! Voor al tegen het slot wordt die Jane een wonder lijk wezen, waaraan je geen touw vast kunt knoopen! Maak er dan maai eens een mensch van, als je maar een gewone dilet tante bent! Mevrouw Roza—Peek had als de half dwaze Nancy zoo'n dame hoort er in Engelsche detective-stukken blijkbaar altijd bij een dankbaarder rol en zij speelde haar met komische verve! En een woord van spe ciale lof voor mej- St. Peek, die als het kamermeisje toonde speeltaient te bezitten! Dat was een levendig, vlot en aardig spel. De man achter de schermen de stille kracht van Varia heeft ook bij de voorbe reiding van deze voorstelling weer kranig werk geleverd! De regie van den heer Roza viel te prijzen! Vooral in het derde bedrijf klopte alles prachtig! Alleen het muzikale intermezzo hadden wij wat- korter gewenscht- De Butler had behalve na het veel te lange eerste bedrijf een flink succes, en het lijkt mij wel zeker, dat de leden van Varia er volstrekt niets op tegen hebben, als de proef met het detectivestuk nog eens herhaald wordt. J. B. SCHUIL. REMBRANDT THEATER. AI Jolson en Sonny Boy The Singing Fool. De lof van The Singing Fool is al in alle toonaarden gezongen. In groote trekken is de inhoud van deze film vrijwel aan iedereen bekend. Al Jolson. de musikale vroolijke kelner bemint met geheel zijn eerlijke hart Molly, een zangeresje. Molly heeft hoogere aspiraties, „voortaan is een kelner alleen nog maar goed om mij ie bedienenen", zooals ze zegt. Wanneer Al even wel een belangrijk engagement, aan een be kend theater krijgt, ziet Molly er haar voor deel in. Al in genade aan te nemen. Al com poneert en schrijft liedjes voor Molly waar mee ze zeer groot succes heeft. Al zelf is de lieveling van het publiek, zoodat ze in hun huwelijk groot financieel geluk hebben. Ais geluk wordt nog grooter acor zijn drie-jari- gen boy. zijn Sonny Boy. Mollv. die nooit echt van Al gehouden heeft, veelt zich hce langer hoe meer van hem verwijderen. A! veelt na tuurlijk ook die kloof, waardoor hij zich nog sterker hecht aan zijn Sonny Boy. Als na vier j.aar Molly hem verlaat, en hun jongen meeneemt-, is Al den wanhoop ten prooi, hij zinkt al lager en lager, totdat hij door Grace, een meisje, dat- altijd van hem gehouden heeft er weer bovenop wordt geholpen. Hij verbindt zich weer aan het theater waar hij zijn groote triomfen heeft gevierd en zijr. leven glijdt weer gelijkmatiger voort, al be- heerscht het verlangen naar zijn Boy zijn leven. Tot plotseling een bericht hem roept naar het ziekenhuis waar het kind ernstig ziek is. Het doodzieke kindje herkent zijn „daddy" (vadertje), strekt met zwak ge baartje zijn beide armpjes naar daddy uit en vraagt hem „zijn" liedje voor hem te zingen. Met een gelukkig lachje ligt Sonny Boy in vaders armen en luistert voor de laat ste maal naar het liedje waar hij zoo van houdt. Langzaam slaapt kindje inzijn laatste slaapmaar de vader denkt, dat hij ingesluimerd is en legt hem in zijn bedje. Hij moet naar het theater en heeft de deur al achter zich gesloten, als een doordrin gende gil van Molly hem in de kamer terug brengt- en hij de waarheid begrijpt-. Hij moet 's avonds optreden en buiten zich zelf van verdriet en wanhoop, zingt hij zijn Sonny Boy, zooals hij het nog nooit gezongen heeft. „The Singing Fool" dankt zijn succes in de eerste plaats aan het feit dat hei een Sound-film is. Was er Iemand in de zaal. die niet onder de bekoring was van Sonny Boy? Het wezen van het ventje, zijn ma niertjes en dan zijn stemmetje. Donderdag is in Haarl. Dagblad al geschreven over de in stallatie voor het vertoonen van de geluids films en over de weergave van het geluid. We herhalen hier nog even de laatste zin snede uit dat artikeltje het is goed, dat zegt alles". Daar al de aandacht gericht is op de hoofdfilm, heeft Jonny Bing die op het tooneel werkt, een vrij ondankbare taak, hij amuseert het publiek, maar de gedachte aan hem en zijn prestaties wordt direct wegge vaagd, zoodra de film aanvangt. En dat is niet zijn schuld. CINEMA PALACE. Buster Keaton in ,.De Camera man". O kostelijkste aller filmdwazenBuster Keaton! Er zijn maar weinig woorden die jouw verdiensten naar waarde kunnen schetsen. Heele volksstammen heb je in hun grauwe, grootstedelijke bestaant-je wat klein en wat fleur gegeven. En in dezen geest zou men nog een paar kolommen vol kunnen schrijven om Charlie Chaplin's broeder in de kunst Buster Kea ton den lof te doen geworden dien hij ver dient. Evenals Charlie is Keaton er in ge slaagd een zwart-en-wit-wezen op het pro jectiedoek te scheppen, dat alleen maar be staanbaar is op het doek, een wezen dat met onbegrensde argeloosheid de booze wereld tegemoettreedt en als een moderne Don- Quichotte zich in het harnas der belachelijk heid steekt en op het asphalt van den me tropolis de dolste dingen beleeft. Ook in „De Camera-man" is Buster Kea ton de belachelijke met het groote hart en de onnoozele ziel. maar de filmvoorzienig heid laat hem altijd weer op zijn pootjes te recht komen en na een reeks zeer goed ge slaagde avonturen, het- paradijs der liefde en der belooning betreden. Keaton is als steeds: Een voortreffelijk acteur, in hoogen mate geestig en onweer staanbaar grappig. Men zorge er voor dat men deze kans om zich nog eens kinderlijk te verheugen, niet voorbij laat gaan. Van het overige gedeelte van het program ma noemen we de geluidsfilm van de be roemde Revellers; een zeer goed geslaagd experiment. Op het tooneel zagen we de komische gochelaars Hermes en Coxtez, die voor een aardig intermezzo zorgen. LUXOR-THEATEH. De familie „Sport" en „Tinus, do de Kruier". Gedurende de Kerstweek wordt er in het bovengenoemde theater een mooi gevarieerd programma vertoond. De liefhebbers van sport kunnen genieten van het eerste hoofd nummer en het tweede bevat zooveel komi sche situaties, dat telkens de lach hoog op klinkt. Het- eerste hoofdnummer bevat de ge schiedenis van twee families, die elkaar al tijd op het sportveld heftig bestreden heb ben. Reeds gedurende drie generaties is dit gebeurd en steeds weer was de familie Brown als overwinnaar te voorschijn gekomen. Als een der families een baby opleidt tot voet baller, moet dit zoo spoedig mogelijk bij de Norton's ook kunnen gebeuren. De derde Norton verschijnt'in den vorm van een baby van twee pond en twee ons. En nu krijgen we de geschiedenis van Norton III, de jongen die altijd pech heeft als hij voor zijn univer siteit moet uitkomen. Maar eens weet hij toch voor zijn club de overwinning te beha len. Door dit gegeven is nog een romannetje gevlochten. Het tweede hoofdnummer is van geheel ander genre. Hier zien we een man die zoo bescheiden is dat hij, als hij er voor in de ge legenheid is, zelfs de beste betrekking niet voor zich opeischt. De vrienden van dien man zorgen voor het komische deel van dit num mer, vooral als Tinus „chef van de adeeling gevonden voorwerken" aan het station wordt. Achtereenvolgens worden door Piet en Slim „gevonden" een paar geiten, een kind, een aap, een stel konijnen, twee paarden, reizi gersbagage enz. enz. tot een paarlen hals snoer toe. Als 't halssnoer door Tinus terug gevonden wordt krijgt hij een begeerd baan tje aan den trein. Victor Mac Laglen ls een uitstekende kruier. Voorts bestaat het programma nog uit een komische 2-acter, een bezoek aan Bremen en het Journaal. Een uitstekend vacantieprogramma dat we idereen kunnen aanbevelen. EEN NIEUWE SLAGERIJ IN DE GROOTE HOUTSTRAAT. De welbekende N.V. van der Sluys' Vee- en Vleeschhandel heeft een nieuw filiaal ge opend in de Groote Houtstraat op no. 181, vlak bij de Groote Houtbrug. Het blanke vleesch hangt hier In een kraakzindelijke omgeving, lever en ham, rookvleesch en hoofdkaas zijn geborgen in glazen stofvrije vitrines en overvloedig licht, dat terugkaatst op de helder witte wanden en binnen valt door een melkglazen plafond doet alles op zijn best- uitkomen. Bedomptheid kan in de zen winkel niet heerschen want een ventila tor in het plafond vervangt elke 5 minuten 300 kubieke meter met vleeschgeur bezwan gerde lucht door versche. In deze zaak wordt het systeem toegepast: Zelf halen Ls het voordeeligst; het stelsel van bezorgen aan huis is uitgeschakeld, ten bate van de prijzen. Het vleesch dat verkocht wordt, is versch uit de eigen werkplaats in de Kleine Houtstraat. De buurt om de Groote Houtstraat zal" meenen wij, zeker priftee- ren van de aanwezigheid van de nieuwe zaak. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct« per regeL ongeëvenaard in artistieke waarde en duurzaamheid BLOEMENDAAL. SAMENWERKING VAN GEMEENTEN. OP BRANDWEERGEBIED. Donderdagavond werd in hotel Roozendaal te Overveen een vergadering gehouden van afgevaardigden van de Vrljw. Brandweer corpsen uit eenige naburige gemeenten. De geweldige brand te Middelburg, waarbij de funeste gevolgen gebleken zijn van 't ge bruiken van uiteenloopend brandblusch- materiaal in verschillende gemeenten had de Bloemendaalsche Vrijwillige Brandweer op de gedachte gebracht, maatregelen te be spreken, om zoo iets in deze omgeving on mogelijk te maken. Vandaar deze bijeen komst, die geleid werd door den heer J. D. Meeuwig, commandant der Bloemend. Vrijw. Brandweer. Voor deze vergadering waren uitgenoodigd de staven van de Haarlemsche, Zandvoorl- sclie, Hillegomsche, Velsensche en Heem- steedsche Vrijw. Brandweer. Van al deze corpsen waren één of meer afgevaardigden ter vergadering aanwezig. In zijn openingswoord zette de heer Meeu wig 't doel der bijeenkomst uiteen, n-1. maat regelen te beramen, om te komen tot onder linge hulp van verschillende gemeenten en die hulp dan ook mogelijk te maken. Hier voor za! noodig zijn, dat- (ie gebruikte mate rialen in elke gemeente, hetzij dat men werkt met schroef- of met bajonetsluiting, gebruikt kunnen worden. De heer Meeuwig wees er op, dat men door toepassing van z.g- ..verloop"- en „verbindingsstukken dit doel kan bereiken. Deze verbindingsstukken, welke een combinatie van bajonet- en sch roef sluiting mogelijk maken, komen on geveer op 25 per stuk. Met 2 van zulke stukken kan elk corps volstaan. Door middel van deze verbindingsstukken, zijn gevallen als die te Middelburg uitgesloten. Ook zal 't. noodig zijn, aldus cic heer Meeuwig, dat een commandant vrijheid heeft-, onmiddellijk uit te rukken, zonder een speciale vergunning van autoriteiten, die vaak moeilijk te berei ken zijn. waardoor veel tijd kan verloren gaan. 't doel is dus een combinatie.tot stand te brengen, die dit. beginsel voorstaat. Over deze gedachte ontstond een lang durige bespreking. Tenslotte werd een voorstel van den heer Van Keulen uit Bloemendaal aangenomen om een commissie te benoemen, welke zal trachten, de medewerking der betrokken ge meentebesturen te verkrijgen. Deze commissie bestaat uit de heeren Van den Broek (Haarlem), Wit (IJmuiden>, Meeuwig (Bloemendaal), Van den Bosch (Zandvoort). Schelling (Heemstede) cn Bos sen (Hillegom). Begin Januari zal deze commissie aan 't werk gaan. HEEMSTEDE ONDERLINGE TUÏNLIEDENVEREENIGING AERDENHOUT EN OMSTREKEN. Bovengenoemde vereeniging hield Woens dagavond een zeer drukbe:- 'te ledenverga dering in het lokaal voor Cnr. Belangen. Uit het verslag van don secretaris bleek dat het ledental steeds toeneemt en nu reeds 51 bedraagt. Van de bibliotheek wordt steeds meer ge bruik gemaakt. Uit het verslag van den penningmeester bleek een klein nadeelig saldo, dat- echter gedekt, wordt door de voordeelige saldi van vorige jaren. Als bestuursleden worden herkozen de heeren M- Bloemendaal en J. Bot-ing. Ter keuring was door den heer B. Nieuwen- huis ingezonden een prachtcollcctie Begonia Gloir de Lorraine en Witte Cyclamen, waar voor de keuringscommissie 10 punten met lof en 10 punten toekenden. Hierna de uitreiking van den wlsselbekcker waarbij den winner, den heer C. v. Iperen dank werd gebracht voor zijn vele en goede inzendingen. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te ontvangen bij: G. Tukker, Mo- lenwerfslaa 56, een hoed. Kinkhouwers. Bil- litonstraat 33, een broodzak. J. Neeskens, Molenwerfslaan 116, een zilveren armband. Opstal, Bankastraat 71, een doos met hoo gen hoed enz. C. Broertjes, Laan van Olden- barneveld 15 Haarlem, een rijwielbelasting- merk. M. N. Visser. Heerenweg 124. een nappa heerenhandschoen; de Vries, Glipper- weg. twee zakken cokes. Loohman, Haven straat 26, een leerboek. V. van Vessem, Ei kenlaan 21. een portemonnaie met inhoud. H. van Keeken, Celebesstraat 18, een glacé heerenhandschoen. Bedoen. Kerklaan 121, een gouden medaillon. Q. Schouten. Berken laan 1, een bruine glacé dameshandschoen. H. Arnoldus. Laan van Insulinde 28, een zakmes. Van Vessem, Eikenlaan 21. een zil veren armbandhorloge. Bureau van politie, Raadhuisstraat, 5 strengetjes zijde, ring m. twee sleutels en nikkelen rozenkrans. HILLEGOM. UITSLAG VEILING Donderdag werd bij afslag geveild net kof fiehuis met woning en woonhuis Molenstraat, 1 en la te Hillegom. Koopster de wed. C. P. SchramaKokkclkoren te Hillegoin vooi: ZIJLWEG 57

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 13