H. D. VERTELLINGEN.
FLITSEN
STADSNIEUWS
I HANDELSBLAD
FEUILLETON
De Gestolen Diadeem
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 24 DECEMBER 1929
(Nadruk vcrbodon; auteursrecht voorbehouden).
Kerstcadeaux
door O.
(Nadruk Verboden).
Eén dollar en zeven-en-tachtig cents. Dat
was alles. Drie keer telde Delia het na. Eén
dollar en zeven-en-fcachtig cents. En den
volgenden dag was het Kerstmis.
Ze woonden op een gemeubelde verdie
ping van 8 dollar per week. In de hall bene
den was een brievenbus, waar geen brief in
kon en een electrische belknop waaruit geen
menschelijke vinger meer een geluld kon te
voorschijn roepen. Er was een kaartje aan de
deur bevestigd, waarop „Mr. James Dil
lingham Young" geschreven stond.
Dat „Dillingham" was er aan toegevoegd
In een periode van welvaart toen de drager
van dien naam 30 dollar per week verdiende.
Maar als Mr. James Dillingham Young
thuiskwam, werd hij „Jim" genoemd en ten
zeerste vertroeteld door Mrs. James Dil
lingham Young, of te wel Delia.
Delia was klaar met huilen en bewerkte
daarop haar gezicht met. de poederkwast. Zij
ging voor het venster staan en keek wezen
loos naar een grijze kat die over een grijzen
muur van een grijs uitziende binnen
plaats liep. Morgen zou het Kerstmis zijn en
zij had S 1,87 om voor Jim een cadeau te
koopen. Zij had maandenlang al haar stui
vers en centen opgespaard met dit resultaat.
Met twintig dollar per week doe je niet veel.
En hun uilgaven waren grooter geweest dan
ze berekend hadden. Dat is altijd zoo.
S 1.87 om een cadeau voor Jim te koopen!
Haar Jim. Hoeveel gelukkige uren had ze
doorgebracht met plannen maken over wat
ze voor Jim koopen zou. Iets moois en bij
zonder degelijks! Ze ging van het raam weg
en bleef voor den spiegel staan. Haar oogen
schitterden, maar alle kleur was van haar
gezicht weggetrokken. Vlug trok ze haar
spelden uit haar haar, zooals het los om haar
hoofd en over haar rug viel. Nu waren er
twee dingen, waar de Dillingham Youngs ge
weldig trotsch op waren. Het eene was Jim's
gouden horloge» dat van zijn vader en zijn
grootvader geweest was; het andere was
Della's haar. En nu hing dat prachtige haat-
om Delia heen in glanzende golven. Het reik
te tot even onder haar knie en leek een
zachte, bruine mantel. Met nerveuze vingers
maakte ze het weer vlug op. Even aarzelde
zij en een paar tranen vielen op het versle
ten karpet.
Haar ouden, bruinen mantel trok ze aan,
haar ouden bruinen hoed zette ze op. En met
een schittering in haar oogen holde ze de
trappen af en de straat op. Zij stond stil bij
een uithangbord „Mm. Sofronie, Coiffeuse"
en liep hijgend de stoep op.
Wilt u mijn haar koopen? vroeg Delia
aan Mm. Sofronie.
—Ik koop haar, zei Madame. Zet je hoed
af en laat het eens zien.
Het golvende haar viel ten tweeden male
omlaag.
„Twintig dollars, zei Madame, die het haar
met vakkundige hand betast hacl.
Vooruit dan maar, zei Delia bruusk.
De volgende twee uur liep zij als op vleu
gelen. Zij snuffelde in de winkels naar een
cadeau voor Jim.
Ten slotte vond ze het. Dat was nu als
voor Jim gemaakt. Een gouden horlogeket
ting, doodeenvoudig, maar een echt fijn
ding, waardig om „het" horloge aan te beves
tigen.
„Een-en-twintig dollars kostte het en zij
ging naar huis-met acht-en-zeventig cents.
Toen Delia thuis was gekomen, zakte haar
opgewonden stemming en begon haar nuch
ter verstand een woordje te spreken.
Zij nam haar frls?».rtang en binnen veer
tig minuten was haar hoofd bedekt met
kleine krullen, die haar het uiterlijk gaven
van een ondeugenden schooljongen. Zij be
keek zichzelf lang, zorgvuldig en kritisch in
den spiegel.
Als Jim me niet doodmaakt, zei ze tegen
zichzelf, voor hij voor den tweeden keer
naar me kijkt, dan zal hij zeggen dat ik op
een balletmeisje van Coney Island lijk. Maar
wat kon lk in vredesnaam voor één dollar en
zeven-en-tachtlg cents koopen?
Om zeven uur was de koffie klaar en stond
de pan met vleesch en aardappelen achter
op de kachel.
Jim kwam nooit laat thuis. Delia hield de
ketting in haar hand en ging op den hoek
van de tafel bij de deur zitten.
Ze hoorde zijn voetstappen op de trap en
de schrik sloeg haar om 't hart.Toen ging de
deur open cn Jim versoheen. Hij zag er
mager en ernstig uit. Arme jongen, hij was
pas een-en-twintig en nu al een huishou
den! Hij moest noodlg een nieuwe overjas
hebben en hij had geen handschoenen.
Jim stond in de kamer, zoo onbeweeglijk
als een setter die zijn n~ooi ruikt. Zijn
HENRY.
oogen waren op Delia gericht en er was een
uitdrukking in, die zij niet begreep maar die
haar toch angst aanjoeg. Het was geen
woede, geen verbazing, zelfs geen afkeuring,
geen afschuw, noch een van die andere ge
voelens waarop ze geprepareerd was. Hij
bleef haar maar met- die eigenaardige uit
drukking op zijn gezicht aanstaren.
Delia schoof van de tafel af en ging naar
hem toe.
Jim, liefste, riep ze, kijk me niet op
die manier aan. Ik heb mijn haar af laten
knippen en verkocht, omdat ik Kerstmis niet
kon beleven zonder jou een cadeau te geven.
Hot zal wel weer groeien je vindt het toch
niet erg hè? Ik moest wel. Mijn haar groeit
vree&elijk hard. Zeg nu maar „Plezierige
Kerstmis", Jim en laten we gelukkig zijn. Je
hebt geen idee wat een mooi wat een
schitterend cadeau ik voor je gekocht heb.
Heb je je haar laten afknippen? stamel
de hij moeilijk, alsof dat schokkende feit nog
niet goed tot hem doorgedrongen was.
Afgeknipt en verkocht, zei Delia.. Vindt
je me nog net zoo lief als vroeger. Ik lijk toch
wel op me zelf zonder haar, hè?
Jim keek de kamer nieuwsgierig rond.
En is je haar er af?, zei hij op een ma
nier alsof hij een tikje idioot was.
Jc hoeft er niet naar te zoeken, zei
Delia. Het is verkocht, dat zei ik je al.
Het is Kerstavond, mijn jongen, wees nu lief
tegen me, want ik deed het voor jou. Het is
mogelijk dat de haren van mijn hoofd geteld
waren, ging ze met lieven ernst voort,
maar niemand kan ook vertellen hoe groot
mijn liefde voor jou is. Zal ik opdoen,
Jim?
Eindelijk scheen Jim wakker te worden.
Hij omhelsde Delia; toen nam hij een pakje
uit den zak van zijn overjas en smeet het
op tafel.
Begrijp me niet verkeerd, Dell, zei hij.
Er is niets ter wereld, geen kort geknipt haar
zelfs, dat me minder van mijn kleine vrouw
zou doen houden. Maar als je dat pakje
open maakt zul je begrijpen waarom ik zoo
van streek was.
Met vlugge vingers trok zij het touw los en
deed heb papier open. Eerst een verheugde
uitroep en toen tranen en snikken om een
steenen hart te vermurwen.
Want daar lagen; de kammen het stel
kammen, dat Delia al zoo lang in een winkel
in Broadway bewonderd had. Prachtige kam
men waren het, schildpad, met mooie stee
nen bezet, die een sieraad in het mooie haar
zouden zijn geweest.
Het waren dure kammen, dat wist zij en zij
had al zoo lang begeerd, zonder ook maar
in het minst aan de mogelijkheid te denken
om er nog eens de bezitster van te worden.
En nu waren zij van haar, maar de lokken
die zij hadden moeten versieren, waren ver
dwenen.
Maar ze hield ze als liefkoozend vast en ten
slotte was ze in staat te glimlachen en te
zeggen; Mijn haar groeit zoo gauw, Jim!
En toen sprong Delia op als een verschrik-,
te poes en riep; O, q, Jim. had zijn prach
tig, cadeau nog niet'gezien. Zij had het op de
palm van haar hand liggen. Het edélé metaal
glansde hem tegeh-
Is het geen pronkjuweel, Jim? Ik heb de
heelc stad afgeloopen om dit te vinden. Nu
kan je honderd keer per dag op je horloge
kijken zonder dat je je voor het versleten
riempje hoeft te schamen. Geef mij je hor
loge. Ik wil zien hoe het staat.
Inplaats van te doen wat hein gevraagd
werd, liet Jim zich op den divan vallen;
vouwde de handen onder zijn hoofd en glim
lachte.
Dell, zei hij, laten we onze Kerstcadeaux
een poosje wegsluiten. Ze zijn te mooi om
dadelijk gebruikt te worden. Ik heb het hor
loge verkocht om geld te krijgen voor je
kammen. Doe nu het eten maar op.
De Wijzen uit het Oosten, u weet wel, wa
ren wijze mannen wonderlijk wijze mannen
en die brachten geschenken aan het Kind
in de kribbe, de eerste Kerstgeschenken ter
wereld, geschenken voor Hem die de macht
van de Liefde en van het Offer beter begre
pen heeft dan één voor Hem en één die na
Hem komen zal. En daarom zijn de mooiste
Kerstgeschenken en het meest in Zijn
geest, waarin iets van Zijn liefde en Zijn
offervaardigheid steekt. En deze twee arge-
looze kinderen, die het mooiste en het liefste
dat ze bezaten willig offerden voor elkaar,
hebben Zijn geest en Zijn liefde beter be
grepen dan die gedachteloos geschenken
geeft, waar zijn hart buiten blijft.
AENEAS MACKAYSCHOOL.
DE OFFICIEELE OPENING.
Zaterdagmiddag had de officieele opening
plaats van de Aeneas Mackayschool aan de
Zomervaart, de derde school die onder lei
ding staat van het bestuur der vereeniging
„Groen van Prinsterer".
Behalve door tal van belangstellenden
werd deze opening bijgewoond door Mr. A.
Bruch, oud-wethouder van onderwijs en lid
van Ged. Staten; den weth- van onderw.. den
heer W. Roodenburg; den chef der af deeling
onderwijs en verkiezingen ten Stadhuize, den
heer P. Kalbfleisch; mej. M. C. Berdenis van
Berlekom, secretaresse der Commissie van
Toezicht op het L-O., predikanten der Gere
formeerde Kerk en hoofden van andere Chr.
scholen. Voorts ook door het hoofd en het
personeel der nieuwe school.
Bericht van verhindering was o.m. Inge
komen van de heeren G. H. Weustink, In
specteur en K- Brants, Hoofdinspecteur van
het L-O., die schriftelijk in hartelijke be
woordingen van hun belangstelling hadden
blijk gegeven: Ir. D.Kruyf, Directeur van het
Bouw- en Woningtoezicht alhier en Prof.
Dr. Van Schelven, bestuurslid der Vereeni
ging Groen van Prinsterer.
Nadat de voorzitter dier vereeniging, de
heer G. Wolzak, de bijeenkomst met gebed
had geopend, sprak hij de openingsrede uit.
Namens het bestuur heette spr. de aan
wezigen hartelijk wèlkom en verklaarde dat
het bestuur dankbaar was, nu deze derde
school te kunnen openen. Tusschen de ope
ning van de eerste en de tweede school lagen
30 jaren en tusschen de opening van de
tweede en de derde school slechts 6 Jaren.
Voor een vierde school zijn de grondslagen
al gelegd.
Spr. gaf een overzicht van de geschiedenis
van het ontstaan der scholen en van haar
groei. Ook deze school zal zich spoedig uit
breiden; zij voorziet in een behoefte. Bij
iedere uitbreiding van de stad moet gelegen
heid geboden worden, aan de kinderen Chr.
onderwijs te kunnen geven. Het is dan ook
het vaste voornemen der Vereeniging „Groen
van Prinsterer" rondom de stad Chr, scho
len te stichten.
Het zal bij niemand verwondering wekken
dat het bestuur den naam Aeneas Mackay
aan de school heeft willen verbinden; door
de aanneming van de Schoolwet van Mackay
toch werd de eerste stap gezet od den weg
naar rechtvaardigheid voor het Chr. onder
wijs.
Tot het hoofd der school, den heer G. H.
Wamelink, zeide spr., dat het bestuur over
tuigd is, de leiding der school aan bekwame
handen te hebben toevertrouwd. Spr.
wenschte den heer Wamelink en ook het
personeel der school toe; kracht en lust, lief
de en trouw bij den nauwgezetten arbeid die
van hoofd eh personeel met vertrouwen ver
wacht wordt.
De heer Wolzak bracht dank voor de mede
werking van het gemeentebestuur en noemde
daarbij meer in 't bijzonder den vroegeren
en den tegenwoordlgen wethouder van on
derwijs en dankte verder den architect, den
heer A. de Maaker, den opzichter den heer
Weyland en de aanneemster de firma Co-
„belens. Ook den diensten,vaii Openbare Wer
ken (inzonderheid den heer G. Smits)' en van
Bouw- en Womn^bèzicht komtdank toe
voor hun medewerking, evenals den Inspec
teur van het L.O. en de Commissie van Toe
zicht op het L.O. voor de gegeven adviezen.
Nadat spreker nog drie bewoners van het
kwartier, de hëeren Hart, De Meester en
Hulshof, gehuldigd had voor de moeite die zij
zich.gegeven hebben om den bouw dei-
school mogelijk te maken, verklaarde spr.
namens het bestuur de school voor geopend.
Hierna was het woora aan den heer W.
Roodenburg, wethouder van onderwijs. Na
mens het gemeentebestuur wenschte spr. het
bestuur geluk met. de nieuwe school, die
zeker in dit stadskwartier een goed figuur
zal maken. Goed öndenvijs is voor elke ge
meente een groote aantrekkelijkheid; het
Haarlemsche gemeentebestuur stelt het dus
op hoogen prijs, als het onderwijs in alle
scholen den toets der critiek kan doorstaan.
SpT- hoopte dat de ijver en de opgewektheid,
waarmede het personeel, ondanks moeilijke
omstandigheden in den laatsten tijd gearbeid
heeft niet zullen verflauwen en wenschte
het bestuur toe, dat het later met vreugde
zal kunnen terugzien op het besluit tot den
bouw dezer derde school.
Mej. Berdenis van Berlekom bracht de ge-
lukwenschen over van de Commissie van
Toezicht op het L.O. en sprak haar ver
trouwen uit in de leiding van het hoofd der
school, dien zij heeft leeren kennen als een
bekwaam en ijverig man met een warm hart
voor de leerlingen.
Vierde spr. was Mr. A. Bruch, die zeide dat
na de pacificatie dikwijls door Ged. Staten
quaesties moeten worden behandeld tusschen
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1528
KFRSTWFEK.
(Na,druk verboden).
gemeente- en schoolbesturen. Maar te Haar
lem doen zich dergelijke quaesties weinig
voor. Dit komt, behalve door de goede leiding
van de afd. Onderwijs door den heer Kalb
fleisch, die alles altijd uitstekend voorbereidt,
ook doordat zoowel door het gemeentebe
stuur als door de schoolbesturen te Haarlem
loyaal uitvoering aan de wet wordt gegeven;
en loyale medewerking wordt verleend. Ook
de Vereeniging „Groen van Prinsterer" heeft
altijd gestreefd naar overlegmet de over
heid. Spr. eindigde met 'het uitspreken van
zijn beste wenschen voor de school.
Namens den Kerkeraad der Ger. Kerk uitte
Ds- A.M. Boeyinga zijn vreugde over de opening
dezer 3e school. Spr- gewaagde van het con
tact tusschen kerk en school en hoopte dat
aan deze school het middel zal zijn om door
het geslacht dat hier wordt opgevoed God te
dienen.
Ds. KL G, van Smeden sprak.namens den Ker
keraad der Chr. Geref. Kerk (Haarlem-Cen
trum pn Haarlem-Noord). Spr.. zeide dat het
den Kerkeraad aangenaam is, dat met deze
school de naam Mackay verbonden is en
uitte den wensch dat de .schooi tot rijken
zegen zou zijn.
Het Hoofd dér School, de heer Wamelink,
danktevoor de v.elevriendolijke .woorden
tothoofd en' pérsohéef .der' school' gericht.
„Wij weten",-aldus spv.,' .dat, dé vreeze de»
Heeren" het begin van alle wijsheid, is en
wi.j gevoelen onze verantwoordelijkheid. Met
Gods hulp hopen wij te arbeiden aan de op
voeding der jeugd."
De heer Wofeak, die telkens allen die het
woord hadden gevoerd afzonderlijk had be
dankt, betuigde ten-slotte nog dank voor de
door het personeel aan het bestuur geschon
ken vaas ën voor het fraaie' bloemstuk van
de firma Cobeleris; waarna Ds. Boeyinga de
bijeenkomst mét dankgebed sloot.
Hierna werden ververschingen aangeboden
en bezichtigden de aanwezigen de mooie en
geheel naar de eischen des tijds ingerichte
school,
KERSTFEEST VAN „VOLKS
ZANG".
„Volkszang", de ijverige vereeniging met
een mooi doel, heeft gisterenavond in het
gebouw „Caecilia" in de Jansstraat een Kerst
feest gehouden, dat goed geslaagd is.
De bekende zaal van ;,Het Blauwe Kruis"
was-dus verwisseld voor de ruimere zaal in
„Caecilia" die. echter weinig plaatsen méer
bood, en die, zooals het op Volkszang-avon
den behoort, geheel vol was. Rood licht op
het podium, een dennetak hier en daar, een
kerstboom met kaarsen, het schiep alles di
rect reeds een gezellige, kerststemming. Het
leek wel, alsof éen erroote familie, van oude
grijze mannen tot jongens met bloote knieën
toe, daar bijeen was gekomen.
En die eerste indruk bleef, toen allen te-
zaam een van die vele, mooie, oude liederen
uit Valerius' „Gedenckclanok" zongen. De
heer M. Liirsen gaf daarna, begeleid door den
heer P. de Wit op de dwarsfluit o.a. het Alle
gro uit Mozart's fluitconcert»' waarbij hij zich
een vaardig fluitist toonde.'Een dameskwar-
tet onder leiding van de op Volkszang
avonden goed bekende mej. Betty Dijk
stra zong enkele liederen. Dat klonk heel
mooi en zuiver en de leidster bleek haar taak
terdege te verstaan.
In zooverre verschilde deze avond van de
meeste andere avonden van „Volkszang", dat
het publiek nu niet steeds zelf zong, hoewel
het zoo nu en dan toch ook wel wat te doen
kreeg, en hoe ferm en goed klonk dan b.v.
dat aardige „Liedje van den beiaardier" van
Ernil Hullebroeck.
De heer Sbnna, die als van Ouds de leiding
had, vertelde voor de pauze pog een aardig
Kerstverhaal in modernen '.'-trant. En gedu
rende de pauze had onder veel belangstelling
van .de aanwezigen een verlating plaats van
aardige en nuttige voorwerpen, die leden
gemaakt en geschonken hadden.
•Zooals wij reeds schreverri een heel goed;
geslaagde avond, en ech prettige en mooie
ook. Mooi vooral door de jnedoworking van
de verschillende zangeressen en musici op
het podium.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
ras
lil! Wil"PllilfflllfT Illllil^'llfll'lfi'llllllillllllllll 3
yiiiiiiiiiiiÉiiK
DEZE MAAND GRATIS.
g Zij, die zich thans als kwartaal-
I abonné opgeven, ontvangen het
1 Handelsblad tot 1 Januari gratis,
i Abonnement f 1-90 p. maand
I en 5.50 per kwartaal. Buiten
Amsterdam verhoogd met 20
1 cent per maand voor verzending.
I Abonnementen op te geven bij het
Bijkantoor Handelsblad
(Wensing's Alg. Advert.-Bureau)
TEMPEL1ERSSTR. 32
TELEFOON 10209
KÏSJHÏT. infnpiMMjpM
t' Mi
Uit het Engelsch van
ARCHIBALD EYRE.
27)
v I
Lilian dacht na. ,In ieder geval red ik
Lord Harlsmore", zei ze halfluid.
„Stil, houd nu toch op met dien onzin.
Kom. is het. niet de moeite waard? Vraag
ik nog eens. U kunt onmogelijk van een man
houden, die u als werktuig gebruikt heeft".
„Wie zegt toch dat ik van hem houd?"
riep Lilian ongeduldig. „Er is geen sprake
van dat ik dat doe. Het idee is eenvoudig
bespottelijk".
„Geef dan uw woord dat u hem niet weer
zult. zien".
„Ik heb geen bezwaar om dat te beloven".
ÜDat moot u mij dan zwart op wit geven".
„Ik zie niet in waarom ik u die belofte
niet geven zal", vei Lilian peinzend. „Nu ik
iedereen in moeilijkheden heb gebracht,
moet ik oov zien dat ik die weer uit den
weg rn'm. Maar toch zou zoo'n belofte wel
ee"s lastig kunnen worden".
„Fn waarom als ik Vragen mag?"
„Omdat, wc elkaar wel eens hier of daar
zouten kunnen ontmoeten".
Stel Je voor!" merkte mevrouw Hemmlngs
vol' minachting op. „Mijn zoon verkeert
heusch niet in- dezelfde families als u. Ten
minste ik vertrouw van niet".
„Ja. maar ik kon we! ecr.s binnenmeisje
zijn in een huis. waar hij op bezoek komt",
antwoordde Lilian met inwendige pret,. .Als
ik zou weigeren aan tafel te dienen, als hij
mee aanzat, zou het mijn mevrouw in moei
lijkheden brengen".
„Spaar mij dergelijk luchthartig gepraat
en laat ik maar ronduit zeggen wat lk be
doel, wat ik verlang is een belofte van u
dat u niet door slinksche middelen en ver
leidelijke trucs zult trachten om mijn zoon
tot een huwelijk met u te verleiden".
Het eerste oogenblik was Lilian te ver
bijsterd om iets te zeggen: dit was meer dan
zij verdragen kon.
„Hce durft u mij op die manier te bclee-
digen! Hoe durft u o, hoe durft u?" viel
ze eindelijk uit. ,Jk verzoek u heen te gaan.
Beloven doe ik niets meer, nu u mij op
zoo'n schandelijke manier vernederd hebt.".
Lilian liep naar de deur en trok die open.
„Ga onmiddellijk heen, anders zal ik u er
laten uitzetten!"
Mevrouw Hemmings nam bedachtzaam
haar tasch en ver-liet de kamer.
Lilian sloeg de deur achter haar dicht en
liet zich in wilde woede op aen divan neer
vallen.
HOOFDSTUK XVIÏ.
De zwarte koffer.
Mevrouw Hemmings gaf haar chauffeur
'ast om naar het politiebureau te rijden,
maar onderweg had ze al half spijt er van
dat ze dez.e opdracht had gegeven. Toen de
auto gestept, had, ging ze bleek en bevend
het bureau binnen en kwam in een scheme
rig vertrek, waar een inspecteur aan tafel
zat, bezig met de ondervraging van een dron
ken werkman, die handboeien aan had en
wiens gezicht en kleeren met bloed waren be
spat.. Opeens zag ze in gedachten haar zoon
daar ook zoo staan en met oen onderdrukten
kreet, van afschuw vloog ze het bureau uit
en naar haar auto terug.
„Ik kan niet", zei ze in zichzelf en den
chauffeur riep ze toe;
„Naar huis!"
Vóór «ij de poort van de oprijlaan van
Chorn Hall bereikt had, had ze het besluit
genomen, dat ze zonder verwijl haar broer
in vertrouwen moest nemen. Ze bleef in den
auto zitten, gaf last haar zwarten koffer
naar beneden te brengen en binnen in den
wagen bij haar neer te zetten. Daarop Het ze
zich naar het station rijden, ze wist dat er
omstreeks dezen tijd van den dag een trein
naar Londen vertrok.
Vroeg in den middag kwam mevrouw Hem
mings in de hoofdstad aan en liet zich on
middellijk in een taxi naar de woning van
haar broer brengen. Met tegenzin liet. ze den
koffer in de hall achter, terwijl ze den mi
nister in zijn studeerkamer ging opzoeken.
„O Alfjed!" riep ze aangedaan, toen ze de
kamer was binnengekomen. „O, Alfred", en
snikkend liet ze zich in een stoel neervallen.
Greville wist niet hoe hij het had.
„Beste kind, wat is er aan de hand, wat
kom jij zoo plotseling in Londen doen?"
vroeg hij verbaasd.
„Ik heb ontzettende dingen ontdekt, waar
van ik geen flauw idee heb gehad".
„Stort je hart dan maaf eens bij mij uit".
..George heeft in de gevangenis gezeten
zonder dat ik er iets van geweten heb".
„Is dat alles? Waarom heeft deze dwaze
longen Je dat verteld? Hij moet toe) .«en
kunnen begrijpen dat je daarover zou gaan
tobben".
„Ik heb de waarheid uit hem getrokken.
Anders zou hij het wel verzwegen hebben".
„Ik kan je die heele malle geschiedenis
heel gemakkelijk verklaren. Je hoeft je er
geen oogenblik zorgen over te maken, ik weet
er alles van".
„Hij heeft jou net zoo goed bedrogen als
mij. hij heeft jc immers verteldt dat. het een
grap was".
„Dat was het ook een beetje misplaat
ste grap!"
„Hij heeft je voorgelogen; het was geen
grap. Hij hoort tot een bende misdadigers!"
„Je bent er altijd sterk in geweest om
bergen te maken van molshoopen, Anna",
zei Greville kalm „Als je mijn raad opgevolgd
had en je zoon een kans gegeven had om
zich tot een man te ontwikkelen, zou dit
nooit gebeurd zijn. Een kostschool en de
universiteit zouden een kerel van hem ge
maakt hebben, maar je hebt hem zoo gru
welijk vertroeteld en met- je gouverneurs en
huisonderwijzers tot zoo'n wereldvreemden
papjongen laten worden, dat hij gemakke
lijk het slachtoffer werd van een dwaze grap.
Waarom kan hij geen ziel van zichzelf heb
ben?"
„Zijn ziel is verloren", kreunde mevrouw
Hemmings.
„Onzin, hij is een aardige en ernstige jon
gen, een beetje zoetelijk misschien, maar
met geen greintje kwaad in zich".
„Zoo ken jij hem".
„Kom Anna. schei nu toch uit. Je hebt deze
malle geschiedenis gehoord en er een gewel
dig lang touw aan vastgeknoopt".
„Dus je gelooft niet", vroeg mevrouw Hem
mings, terwijl ze haar oogen afdroogde, „dat
hij tot een bende gemeene misdadigers
hoort?"
„Ben je nu heelemaal niet goed wijs?"
„Dus dan geloof Je ook niet dat hij be
trokken kan zijn in den diefstal van den
diadeem van gravin Harlsmore?"
„Weineen".
„Kun je mij misschien dan .uitleggen, hoe
het mogelijk, is dat ik dat. ding tusschen zijn
boorden gevonden heb?"
De minister zette groote oogen op. „Wat
is dat nu weer voor onzin?"
„Tusschen. zijn boorden", herhaalde me
vrouw Hemmings somber.
„Werkelijk 'Anna, ik vrees dat je hersens
niet normaal werken".
„Hij is verleid door een slechte vrouw. Hij
heeft trouwens alles bekend én den diadeem
zit in mijn zwarten koffer";
„Heeft hij dat allemaal bekend?" vroeg
Greville. plotseling ernstig. Hij was genoeg
man van de wereld om te' weten, dat oner
varen jeugd gemakkelijk het slachtoffer is
van de listen en lagen van een vrouw en bij
vroeg zich met beklemming af of er mis
schien toch waarheid school in hot verhaal
van zijn zuster.
„Ja. hij heft een volledige bekentenis af
gelegd. Ik heb het gestolen sieraad in veilig
heid gebracht en hoewel hij het mij bijna op
zijn knieën gesmeekt heeft, ora hem den dia
deem terug te geven heb ik dat hardnekkig
geweigerd".
„Heb je werkelijk den diadeem nu in je
bezit?"
„Je kunt hem zien als je wilt".
Gevllle keek peinzend voor zich uit. „Ver
tel mij alles precies", zei hij na enkele oogen-
blikken".
Mevrouw Hemmings beeon haar verhaal.
Ze vertelde hoe ze in dezelfde coupé gereisd
had met een duurgekleede juffrouw met vrij
postige manieren. hoe zij gemerkt had dat
haar zoon „Issel" ken^e en hoe zij hem later
op een eenzamen weg in gebrek met die
vrouw had aangetroffen terwill hij iets in de
hand had, waarover hij geweigerd had In
lichtingen te geven en hoe zij later den dia
deem in zijn ladekast- gevonden had. Zij gaf
een opgesmukt relaas van zUn bekentenis
en van haar onderhoud met Lilian, maar liet
toevalligerwijze juist die bijzonderheden ach
terwege waaruit haar broer gemakkelijk Li
lian's indentiteit had kunnen vaststellen. Als
ze dat gedaan had zou dc puzzle op staan-
den voet zijn opgelost! I
Wordt vervolgd),.