H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN STADSNIEUWS I HANDELSBLAD FEUILLETON De Gestolen Diadeem HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 24 DECEMBER 1929 (Nadruk vcrbodon; auteursrecht voorbehouden). Kerstcadeaux door O. (Nadruk Verboden). Eén dollar en zeven-en-tachtig cents. Dat was alles. Drie keer telde Delia het na. Eén dollar en zeven-en-fcachtig cents. En den volgenden dag was het Kerstmis. Ze woonden op een gemeubelde verdie ping van 8 dollar per week. In de hall bene den was een brievenbus, waar geen brief in kon en een electrische belknop waaruit geen menschelijke vinger meer een geluld kon te voorschijn roepen. Er was een kaartje aan de deur bevestigd, waarop „Mr. James Dil lingham Young" geschreven stond. Dat „Dillingham" was er aan toegevoegd In een periode van welvaart toen de drager van dien naam 30 dollar per week verdiende. Maar als Mr. James Dillingham Young thuiskwam, werd hij „Jim" genoemd en ten zeerste vertroeteld door Mrs. James Dil lingham Young, of te wel Delia. Delia was klaar met huilen en bewerkte daarop haar gezicht met. de poederkwast. Zij ging voor het venster staan en keek wezen loos naar een grijze kat die over een grijzen muur van een grijs uitziende binnen plaats liep. Morgen zou het Kerstmis zijn en zij had S 1,87 om voor Jim een cadeau te koopen. Zij had maandenlang al haar stui vers en centen opgespaard met dit resultaat. Met twintig dollar per week doe je niet veel. En hun uilgaven waren grooter geweest dan ze berekend hadden. Dat is altijd zoo. S 1.87 om een cadeau voor Jim te koopen! Haar Jim. Hoeveel gelukkige uren had ze doorgebracht met plannen maken over wat ze voor Jim koopen zou. Iets moois en bij zonder degelijks! Ze ging van het raam weg en bleef voor den spiegel staan. Haar oogen schitterden, maar alle kleur was van haar gezicht weggetrokken. Vlug trok ze haar spelden uit haar haar, zooals het los om haar hoofd en over haar rug viel. Nu waren er twee dingen, waar de Dillingham Youngs ge weldig trotsch op waren. Het eene was Jim's gouden horloge» dat van zijn vader en zijn grootvader geweest was; het andere was Della's haar. En nu hing dat prachtige haat- om Delia heen in glanzende golven. Het reik te tot even onder haar knie en leek een zachte, bruine mantel. Met nerveuze vingers maakte ze het weer vlug op. Even aarzelde zij en een paar tranen vielen op het versle ten karpet. Haar ouden, bruinen mantel trok ze aan, haar ouden bruinen hoed zette ze op. En met een schittering in haar oogen holde ze de trappen af en de straat op. Zij stond stil bij een uithangbord „Mm. Sofronie, Coiffeuse" en liep hijgend de stoep op. Wilt u mijn haar koopen? vroeg Delia aan Mm. Sofronie. —Ik koop haar, zei Madame. Zet je hoed af en laat het eens zien. Het golvende haar viel ten tweeden male omlaag. „Twintig dollars, zei Madame, die het haar met vakkundige hand betast hacl. Vooruit dan maar, zei Delia bruusk. De volgende twee uur liep zij als op vleu gelen. Zij snuffelde in de winkels naar een cadeau voor Jim. Ten slotte vond ze het. Dat was nu als voor Jim gemaakt. Een gouden horlogeket ting, doodeenvoudig, maar een echt fijn ding, waardig om „het" horloge aan te beves tigen. „Een-en-twintig dollars kostte het en zij ging naar huis-met acht-en-zeventig cents. Toen Delia thuis was gekomen, zakte haar opgewonden stemming en begon haar nuch ter verstand een woordje te spreken. Zij nam haar frls?».rtang en binnen veer tig minuten was haar hoofd bedekt met kleine krullen, die haar het uiterlijk gaven van een ondeugenden schooljongen. Zij be keek zichzelf lang, zorgvuldig en kritisch in den spiegel. Als Jim me niet doodmaakt, zei ze tegen zichzelf, voor hij voor den tweeden keer naar me kijkt, dan zal hij zeggen dat ik op een balletmeisje van Coney Island lijk. Maar wat kon lk in vredesnaam voor één dollar en zeven-en-tachtlg cents koopen? Om zeven uur was de koffie klaar en stond de pan met vleesch en aardappelen achter op de kachel. Jim kwam nooit laat thuis. Delia hield de ketting in haar hand en ging op den hoek van de tafel bij de deur zitten. Ze hoorde zijn voetstappen op de trap en de schrik sloeg haar om 't hart.Toen ging de deur open cn Jim versoheen. Hij zag er mager en ernstig uit. Arme jongen, hij was pas een-en-twintig en nu al een huishou den! Hij moest noodlg een nieuwe overjas hebben en hij had geen handschoenen. Jim stond in de kamer, zoo onbeweeglijk als een setter die zijn n~ooi ruikt. Zijn HENRY. oogen waren op Delia gericht en er was een uitdrukking in, die zij niet begreep maar die haar toch angst aanjoeg. Het was geen woede, geen verbazing, zelfs geen afkeuring, geen afschuw, noch een van die andere ge voelens waarop ze geprepareerd was. Hij bleef haar maar met- die eigenaardige uit drukking op zijn gezicht aanstaren. Delia schoof van de tafel af en ging naar hem toe. Jim, liefste, riep ze, kijk me niet op die manier aan. Ik heb mijn haar af laten knippen en verkocht, omdat ik Kerstmis niet kon beleven zonder jou een cadeau te geven. Hot zal wel weer groeien je vindt het toch niet erg hè? Ik moest wel. Mijn haar groeit vree&elijk hard. Zeg nu maar „Plezierige Kerstmis", Jim en laten we gelukkig zijn. Je hebt geen idee wat een mooi wat een schitterend cadeau ik voor je gekocht heb. Heb je je haar laten afknippen? stamel de hij moeilijk, alsof dat schokkende feit nog niet goed tot hem doorgedrongen was. Afgeknipt en verkocht, zei Delia.. Vindt je me nog net zoo lief als vroeger. Ik lijk toch wel op me zelf zonder haar, hè? Jim keek de kamer nieuwsgierig rond. En is je haar er af?, zei hij op een ma nier alsof hij een tikje idioot was. Jc hoeft er niet naar te zoeken, zei Delia. Het is verkocht, dat zei ik je al. Het is Kerstavond, mijn jongen, wees nu lief tegen me, want ik deed het voor jou. Het is mogelijk dat de haren van mijn hoofd geteld waren, ging ze met lieven ernst voort, maar niemand kan ook vertellen hoe groot mijn liefde voor jou is. Zal ik opdoen, Jim? Eindelijk scheen Jim wakker te worden. Hij omhelsde Delia; toen nam hij een pakje uit den zak van zijn overjas en smeet het op tafel. Begrijp me niet verkeerd, Dell, zei hij. Er is niets ter wereld, geen kort geknipt haar zelfs, dat me minder van mijn kleine vrouw zou doen houden. Maar als je dat pakje open maakt zul je begrijpen waarom ik zoo van streek was. Met vlugge vingers trok zij het touw los en deed heb papier open. Eerst een verheugde uitroep en toen tranen en snikken om een steenen hart te vermurwen. Want daar lagen; de kammen het stel kammen, dat Delia al zoo lang in een winkel in Broadway bewonderd had. Prachtige kam men waren het, schildpad, met mooie stee nen bezet, die een sieraad in het mooie haar zouden zijn geweest. Het waren dure kammen, dat wist zij en zij had al zoo lang begeerd, zonder ook maar in het minst aan de mogelijkheid te denken om er nog eens de bezitster van te worden. En nu waren zij van haar, maar de lokken die zij hadden moeten versieren, waren ver dwenen. Maar ze hield ze als liefkoozend vast en ten slotte was ze in staat te glimlachen en te zeggen; Mijn haar groeit zoo gauw, Jim! En toen sprong Delia op als een verschrik-, te poes en riep; O, q, Jim. had zijn prach tig, cadeau nog niet'gezien. Zij had het op de palm van haar hand liggen. Het edélé metaal glansde hem tegeh- Is het geen pronkjuweel, Jim? Ik heb de heelc stad afgeloopen om dit te vinden. Nu kan je honderd keer per dag op je horloge kijken zonder dat je je voor het versleten riempje hoeft te schamen. Geef mij je hor loge. Ik wil zien hoe het staat. Inplaats van te doen wat hein gevraagd werd, liet Jim zich op den divan vallen; vouwde de handen onder zijn hoofd en glim lachte. Dell, zei hij, laten we onze Kerstcadeaux een poosje wegsluiten. Ze zijn te mooi om dadelijk gebruikt te worden. Ik heb het hor loge verkocht om geld te krijgen voor je kammen. Doe nu het eten maar op. De Wijzen uit het Oosten, u weet wel, wa ren wijze mannen wonderlijk wijze mannen en die brachten geschenken aan het Kind in de kribbe, de eerste Kerstgeschenken ter wereld, geschenken voor Hem die de macht van de Liefde en van het Offer beter begre pen heeft dan één voor Hem en één die na Hem komen zal. En daarom zijn de mooiste Kerstgeschenken en het meest in Zijn geest, waarin iets van Zijn liefde en Zijn offervaardigheid steekt. En deze twee arge- looze kinderen, die het mooiste en het liefste dat ze bezaten willig offerden voor elkaar, hebben Zijn geest en Zijn liefde beter be grepen dan die gedachteloos geschenken geeft, waar zijn hart buiten blijft. AENEAS MACKAYSCHOOL. DE OFFICIEELE OPENING. Zaterdagmiddag had de officieele opening plaats van de Aeneas Mackayschool aan de Zomervaart, de derde school die onder lei ding staat van het bestuur der vereeniging „Groen van Prinsterer". Behalve door tal van belangstellenden werd deze opening bijgewoond door Mr. A. Bruch, oud-wethouder van onderwijs en lid van Ged. Staten; den weth- van onderw.. den heer W. Roodenburg; den chef der af deeling onderwijs en verkiezingen ten Stadhuize, den heer P. Kalbfleisch; mej. M. C. Berdenis van Berlekom, secretaresse der Commissie van Toezicht op het L-O., predikanten der Gere formeerde Kerk en hoofden van andere Chr. scholen. Voorts ook door het hoofd en het personeel der nieuwe school. Bericht van verhindering was o.m. Inge komen van de heeren G. H. Weustink, In specteur en K- Brants, Hoofdinspecteur van het L-O., die schriftelijk in hartelijke be woordingen van hun belangstelling hadden blijk gegeven: Ir. D.Kruyf, Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht alhier en Prof. Dr. Van Schelven, bestuurslid der Vereeni ging Groen van Prinsterer. Nadat de voorzitter dier vereeniging, de heer G. Wolzak, de bijeenkomst met gebed had geopend, sprak hij de openingsrede uit. Namens het bestuur heette spr. de aan wezigen hartelijk wèlkom en verklaarde dat het bestuur dankbaar was, nu deze derde school te kunnen openen. Tusschen de ope ning van de eerste en de tweede school lagen 30 jaren en tusschen de opening van de tweede en de derde school slechts 6 Jaren. Voor een vierde school zijn de grondslagen al gelegd. Spr. gaf een overzicht van de geschiedenis van het ontstaan der scholen en van haar groei. Ook deze school zal zich spoedig uit breiden; zij voorziet in een behoefte. Bij iedere uitbreiding van de stad moet gelegen heid geboden worden, aan de kinderen Chr. onderwijs te kunnen geven. Het is dan ook het vaste voornemen der Vereeniging „Groen van Prinsterer" rondom de stad Chr, scho len te stichten. Het zal bij niemand verwondering wekken dat het bestuur den naam Aeneas Mackay aan de school heeft willen verbinden; door de aanneming van de Schoolwet van Mackay toch werd de eerste stap gezet od den weg naar rechtvaardigheid voor het Chr. onder wijs. Tot het hoofd der school, den heer G. H. Wamelink, zeide spr., dat het bestuur over tuigd is, de leiding der school aan bekwame handen te hebben toevertrouwd. Spr. wenschte den heer Wamelink en ook het personeel der school toe; kracht en lust, lief de en trouw bij den nauwgezetten arbeid die van hoofd eh personeel met vertrouwen ver wacht wordt. De heer Wolzak bracht dank voor de mede werking van het gemeentebestuur en noemde daarbij meer in 't bijzonder den vroegeren en den tegenwoordlgen wethouder van on derwijs en dankte verder den architect, den heer A. de Maaker, den opzichter den heer Weyland en de aanneemster de firma Co- „belens. Ook den diensten,vaii Openbare Wer ken (inzonderheid den heer G. Smits)' en van Bouw- en Womn^bèzicht komtdank toe voor hun medewerking, evenals den Inspec teur van het L.O. en de Commissie van Toe zicht op het L.O. voor de gegeven adviezen. Nadat spreker nog drie bewoners van het kwartier, de hëeren Hart, De Meester en Hulshof, gehuldigd had voor de moeite die zij zich.gegeven hebben om den bouw dei- school mogelijk te maken, verklaarde spr. namens het bestuur de school voor geopend. Hierna was het woora aan den heer W. Roodenburg, wethouder van onderwijs. Na mens het gemeentebestuur wenschte spr. het bestuur geluk met. de nieuwe school, die zeker in dit stadskwartier een goed figuur zal maken. Goed öndenvijs is voor elke ge meente een groote aantrekkelijkheid; het Haarlemsche gemeentebestuur stelt het dus op hoogen prijs, als het onderwijs in alle scholen den toets der critiek kan doorstaan. SpT- hoopte dat de ijver en de opgewektheid, waarmede het personeel, ondanks moeilijke omstandigheden in den laatsten tijd gearbeid heeft niet zullen verflauwen en wenschte het bestuur toe, dat het later met vreugde zal kunnen terugzien op het besluit tot den bouw dezer derde school. Mej. Berdenis van Berlekom bracht de ge- lukwenschen over van de Commissie van Toezicht op het L.O. en sprak haar ver trouwen uit in de leiding van het hoofd der school, dien zij heeft leeren kennen als een bekwaam en ijverig man met een warm hart voor de leerlingen. Vierde spr. was Mr. A. Bruch, die zeide dat na de pacificatie dikwijls door Ged. Staten quaesties moeten worden behandeld tusschen VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1528 KFRSTWFEK. (Na,druk verboden). gemeente- en schoolbesturen. Maar te Haar lem doen zich dergelijke quaesties weinig voor. Dit komt, behalve door de goede leiding van de afd. Onderwijs door den heer Kalb fleisch, die alles altijd uitstekend voorbereidt, ook doordat zoowel door het gemeentebe stuur als door de schoolbesturen te Haarlem loyaal uitvoering aan de wet wordt gegeven; en loyale medewerking wordt verleend. Ook de Vereeniging „Groen van Prinsterer" heeft altijd gestreefd naar overlegmet de over heid. Spr. eindigde met 'het uitspreken van zijn beste wenschen voor de school. Namens den Kerkeraad der Ger. Kerk uitte Ds- A.M. Boeyinga zijn vreugde over de opening dezer 3e school. Spr- gewaagde van het con tact tusschen kerk en school en hoopte dat aan deze school het middel zal zijn om door het geslacht dat hier wordt opgevoed God te dienen. Ds. KL G, van Smeden sprak.namens den Ker keraad der Chr. Geref. Kerk (Haarlem-Cen trum pn Haarlem-Noord). Spr.. zeide dat het den Kerkeraad aangenaam is, dat met deze school de naam Mackay verbonden is en uitte den wensch dat de .schooi tot rijken zegen zou zijn. Het Hoofd dér School, de heer Wamelink, danktevoor de v.elevriendolijke .woorden tothoofd en' pérsohéef .der' school' gericht. „Wij weten",-aldus spv.,' .dat, dé vreeze de» Heeren" het begin van alle wijsheid, is en wi.j gevoelen onze verantwoordelijkheid. Met Gods hulp hopen wij te arbeiden aan de op voeding der jeugd." De heer Wofeak, die telkens allen die het woord hadden gevoerd afzonderlijk had be dankt, betuigde ten-slotte nog dank voor de door het personeel aan het bestuur geschon ken vaas ën voor het fraaie' bloemstuk van de firma Cobeleris; waarna Ds. Boeyinga de bijeenkomst mét dankgebed sloot. Hierna werden ververschingen aangeboden en bezichtigden de aanwezigen de mooie en geheel naar de eischen des tijds ingerichte school, KERSTFEEST VAN „VOLKS ZANG". „Volkszang", de ijverige vereeniging met een mooi doel, heeft gisterenavond in het gebouw „Caecilia" in de Jansstraat een Kerst feest gehouden, dat goed geslaagd is. De bekende zaal van ;,Het Blauwe Kruis" was-dus verwisseld voor de ruimere zaal in „Caecilia" die. echter weinig plaatsen méer bood, en die, zooals het op Volkszang-avon den behoort, geheel vol was. Rood licht op het podium, een dennetak hier en daar, een kerstboom met kaarsen, het schiep alles di rect reeds een gezellige, kerststemming. Het leek wel, alsof éen erroote familie, van oude grijze mannen tot jongens met bloote knieën toe, daar bijeen was gekomen. En die eerste indruk bleef, toen allen te- zaam een van die vele, mooie, oude liederen uit Valerius' „Gedenckclanok" zongen. De heer M. Liirsen gaf daarna, begeleid door den heer P. de Wit op de dwarsfluit o.a. het Alle gro uit Mozart's fluitconcert»' waarbij hij zich een vaardig fluitist toonde.'Een dameskwar- tet onder leiding van de op Volkszang avonden goed bekende mej. Betty Dijk stra zong enkele liederen. Dat klonk heel mooi en zuiver en de leidster bleek haar taak terdege te verstaan. In zooverre verschilde deze avond van de meeste andere avonden van „Volkszang", dat het publiek nu niet steeds zelf zong, hoewel het zoo nu en dan toch ook wel wat te doen kreeg, en hoe ferm en goed klonk dan b.v. dat aardige „Liedje van den beiaardier" van Ernil Hullebroeck. De heer Sbnna, die als van Ouds de leiding had, vertelde voor de pauze pog een aardig Kerstverhaal in modernen '.'-trant. En gedu rende de pauze had onder veel belangstelling van .de aanwezigen een verlating plaats van aardige en nuttige voorwerpen, die leden gemaakt en geschonken hadden. •Zooals wij reeds schreverri een heel goed; geslaagde avond, en ech prettige en mooie ook. Mooi vooral door de jnedoworking van de verschillende zangeressen en musici op het podium. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel ras lil! Wil"PllilfflllfT Illllil^'llfll'lfi'llllllillllllllll 3 yiiiiiiiiiiiÉiiK DEZE MAAND GRATIS. g Zij, die zich thans als kwartaal- I abonné opgeven, ontvangen het 1 Handelsblad tot 1 Januari gratis, i Abonnement f 1-90 p. maand I en 5.50 per kwartaal. Buiten Amsterdam verhoogd met 20 1 cent per maand voor verzending. I Abonnementen op te geven bij het Bijkantoor Handelsblad (Wensing's Alg. Advert.-Bureau) TEMPEL1ERSSTR. 32 TELEFOON 10209 KÏSJHÏT. infnpiMMjpM t' Mi Uit het Engelsch van ARCHIBALD EYRE. 27) v I Lilian dacht na. ,In ieder geval red ik Lord Harlsmore", zei ze halfluid. „Stil, houd nu toch op met dien onzin. Kom. is het. niet de moeite waard? Vraag ik nog eens. U kunt onmogelijk van een man houden, die u als werktuig gebruikt heeft". „Wie zegt toch dat ik van hem houd?" riep Lilian ongeduldig. „Er is geen sprake van dat ik dat doe. Het idee is eenvoudig bespottelijk". „Geef dan uw woord dat u hem niet weer zult. zien". „Ik heb geen bezwaar om dat te beloven". ÜDat moot u mij dan zwart op wit geven". „Ik zie niet in waarom ik u die belofte niet geven zal", vei Lilian peinzend. „Nu ik iedereen in moeilijkheden heb gebracht, moet ik oov zien dat ik die weer uit den weg rn'm. Maar toch zou zoo'n belofte wel ee"s lastig kunnen worden". „Fn waarom als ik Vragen mag?" „Omdat, wc elkaar wel eens hier of daar zouten kunnen ontmoeten". Stel Je voor!" merkte mevrouw Hemmlngs vol' minachting op. „Mijn zoon verkeert heusch niet in- dezelfde families als u. Ten minste ik vertrouw van niet". „Ja. maar ik kon we! ecr.s binnenmeisje zijn in een huis. waar hij op bezoek komt", antwoordde Lilian met inwendige pret,. .Als ik zou weigeren aan tafel te dienen, als hij mee aanzat, zou het mijn mevrouw in moei lijkheden brengen". „Spaar mij dergelijk luchthartig gepraat en laat ik maar ronduit zeggen wat lk be doel, wat ik verlang is een belofte van u dat u niet door slinksche middelen en ver leidelijke trucs zult trachten om mijn zoon tot een huwelijk met u te verleiden". Het eerste oogenblik was Lilian te ver bijsterd om iets te zeggen: dit was meer dan zij verdragen kon. „Hce durft u mij op die manier te bclee- digen! Hoe durft u o, hoe durft u?" viel ze eindelijk uit. ,Jk verzoek u heen te gaan. Beloven doe ik niets meer, nu u mij op zoo'n schandelijke manier vernederd hebt.". Lilian liep naar de deur en trok die open. „Ga onmiddellijk heen, anders zal ik u er laten uitzetten!" Mevrouw Hemmings nam bedachtzaam haar tasch en ver-liet de kamer. Lilian sloeg de deur achter haar dicht en liet zich in wilde woede op aen divan neer vallen. HOOFDSTUK XVIÏ. De zwarte koffer. Mevrouw Hemmings gaf haar chauffeur 'ast om naar het politiebureau te rijden, maar onderweg had ze al half spijt er van dat ze dez.e opdracht had gegeven. Toen de auto gestept, had, ging ze bleek en bevend het bureau binnen en kwam in een scheme rig vertrek, waar een inspecteur aan tafel zat, bezig met de ondervraging van een dron ken werkman, die handboeien aan had en wiens gezicht en kleeren met bloed waren be spat.. Opeens zag ze in gedachten haar zoon daar ook zoo staan en met oen onderdrukten kreet, van afschuw vloog ze het bureau uit en naar haar auto terug. „Ik kan niet", zei ze in zichzelf en den chauffeur riep ze toe; „Naar huis!" Vóór «ij de poort van de oprijlaan van Chorn Hall bereikt had, had ze het besluit genomen, dat ze zonder verwijl haar broer in vertrouwen moest nemen. Ze bleef in den auto zitten, gaf last haar zwarten koffer naar beneden te brengen en binnen in den wagen bij haar neer te zetten. Daarop Het ze zich naar het station rijden, ze wist dat er omstreeks dezen tijd van den dag een trein naar Londen vertrok. Vroeg in den middag kwam mevrouw Hem mings in de hoofdstad aan en liet zich on middellijk in een taxi naar de woning van haar broer brengen. Met tegenzin liet. ze den koffer in de hall achter, terwijl ze den mi nister in zijn studeerkamer ging opzoeken. „O Alfjed!" riep ze aangedaan, toen ze de kamer was binnengekomen. „O, Alfred", en snikkend liet ze zich in een stoel neervallen. Greville wist niet hoe hij het had. „Beste kind, wat is er aan de hand, wat kom jij zoo plotseling in Londen doen?" vroeg hij verbaasd. „Ik heb ontzettende dingen ontdekt, waar van ik geen flauw idee heb gehad". „Stort je hart dan maaf eens bij mij uit". ..George heeft in de gevangenis gezeten zonder dat ik er iets van geweten heb". „Is dat alles? Waarom heeft deze dwaze longen Je dat verteld? Hij moet toe) .«en kunnen begrijpen dat je daarover zou gaan tobben". „Ik heb de waarheid uit hem getrokken. Anders zou hij het wel verzwegen hebben". „Ik kan je die heele malle geschiedenis heel gemakkelijk verklaren. Je hoeft je er geen oogenblik zorgen over te maken, ik weet er alles van". „Hij heeft jou net zoo goed bedrogen als mij. hij heeft jc immers verteldt dat. het een grap was". „Dat was het ook een beetje misplaat ste grap!" „Hij heeft je voorgelogen; het was geen grap. Hij hoort tot een bende misdadigers!" „Je bent er altijd sterk in geweest om bergen te maken van molshoopen, Anna", zei Greville kalm „Als je mijn raad opgevolgd had en je zoon een kans gegeven had om zich tot een man te ontwikkelen, zou dit nooit gebeurd zijn. Een kostschool en de universiteit zouden een kerel van hem ge maakt hebben, maar je hebt hem zoo gru welijk vertroeteld en met- je gouverneurs en huisonderwijzers tot zoo'n wereldvreemden papjongen laten worden, dat hij gemakke lijk het slachtoffer werd van een dwaze grap. Waarom kan hij geen ziel van zichzelf heb ben?" „Zijn ziel is verloren", kreunde mevrouw Hemmings. „Onzin, hij is een aardige en ernstige jon gen, een beetje zoetelijk misschien, maar met geen greintje kwaad in zich". „Zoo ken jij hem". „Kom Anna. schei nu toch uit. Je hebt deze malle geschiedenis gehoord en er een gewel dig lang touw aan vastgeknoopt". „Dus je gelooft niet", vroeg mevrouw Hem mings, terwijl ze haar oogen afdroogde, „dat hij tot een bende gemeene misdadigers hoort?" „Ben je nu heelemaal niet goed wijs?" „Dus dan geloof Je ook niet dat hij be trokken kan zijn in den diefstal van den diadeem van gravin Harlsmore?" „Weineen". „Kun je mij misschien dan .uitleggen, hoe het mogelijk, is dat ik dat. ding tusschen zijn boorden gevonden heb?" De minister zette groote oogen op. „Wat is dat nu weer voor onzin?" „Tusschen. zijn boorden", herhaalde me vrouw Hemmings somber. „Werkelijk 'Anna, ik vrees dat je hersens niet normaal werken". „Hij is verleid door een slechte vrouw. Hij heeft trouwens alles bekend én den diadeem zit in mijn zwarten koffer"; „Heeft hij dat allemaal bekend?" vroeg Greville. plotseling ernstig. Hij was genoeg man van de wereld om te' weten, dat oner varen jeugd gemakkelijk het slachtoffer is van de listen en lagen van een vrouw en bij vroeg zich met beklemming af of er mis schien toch waarheid school in hot verhaal van zijn zuster. „Ja. hij heft een volledige bekentenis af gelegd. Ik heb het gestolen sieraad in veilig heid gebracht en hoewel hij het mij bijna op zijn knieën gesmeekt heeft, ora hem den dia deem terug te geven heb ik dat hardnekkig geweigerd". „Heb je werkelijk den diadeem nu in je bezit?" „Je kunt hem zien als je wilt". Gevllle keek peinzend voor zich uit. „Ver tel mij alles precies", zei hij na enkele oogen- blikken". Mevrouw Hemmings beeon haar verhaal. Ze vertelde hoe ze in dezelfde coupé gereisd had met een duurgekleede juffrouw met vrij postige manieren. hoe zij gemerkt had dat haar zoon „Issel" ken^e en hoe zij hem later op een eenzamen weg in gebrek met die vrouw had aangetroffen terwill hij iets in de hand had, waarover hij geweigerd had In lichtingen te geven en hoe zij later den dia deem in zijn ladekast- gevonden had. Zij gaf een opgesmukt relaas van zUn bekentenis en van haar onderhoud met Lilian, maar liet toevalligerwijze juist die bijzonderheden ach terwege waaruit haar broer gemakkelijk Li lian's indentiteit had kunnen vaststellen. Als ze dat gedaan had zou dc puzzle op staan- den voet zijn opgelost! I Wordt vervolgd),.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6