BRIEVENBUS
Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Af deeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG-
ZEEMAN, Marnixstraat 20.
(In de bus gooien zonder aan
bellen.)
WEND ADat raadsel was ook
onvindbaar. Natuurlijk reken ik het
ook niet mee.
JAAP S. Die kleine slager is
nog geen groote slager geworden. En
hij zou 't misschien heel jammer
vinden, als ik zijn schuilnaam weg
gaf. Zet nu de volgende week den
anderen naam maar onder je werk.
PRINSES LIBELEE. 'k Hoop.
dat Jij ook heerlijke Kerstdagen hebt
gehad. Heeft de kerstboom mooi ge
brand? Wat zal die kTans mooi ge
weest zijn. Is de theemuts nog klaar
gekomen?
W. L. - - Als je bemerkt, dat 't be
ter is tot den vorlgcn toestand te
rug te koeren, zou lk 't zeker doen.
Ik kan me begrijpen, dat je heel wat
administratie hebt gehad.
DE SCHIPPERIN. Uit Italië
kroeg ik een kaart van de oude
Schipper in. waar ik heel blij mee
was. Als ze thuis komt, moet je er
haar namens mij maai* eens harte
lijk voor bedanken. Is zus soms al
thuis? Ik vind het een alleraardigst
Wee. dat je haar met een muziek
stuk wilt verwelkomen.
INTERIEUR. Wat hob Je aller
aardigst postpaoier. Zijn er ver-
schillende sprookjes bij? Draag je
alle dagen de wollen handschoenen?
DE KLEINE VIOLIST. Ja jon
gen. de dagen van het oude Jaar zijn
geteld. Ik geloof, dat 1929 voor jul
lie een goed jaar ls geweest. Van
harte hoop ik. dat 1030 Jullie veel
geluk en voorsooed mag brengen.
BLO ZE KRIEKSKE. Wat pret
tig voor grootmoeder, dat de familie
uit Bussum op haar verjaardag over-
pracltig cadeau "gctëiofêfèfi. "ffft
Je er niet van? Hoe was het Kerst
feest van de Zondagsschool? En heb
Je Zondag een prettig dagje ln Am
sterdam gehad? Heb Je met de
mooie pop van Je nichtje mogen
Spelen0
MEVR. v. d. L—D. Hartelijk
dank voor uw vriendelijken Kerst
groet. Ik hoop, dat de Kerstdagen
voor U ook gezegende dagen zijn ge
weest.
W. v. d. L. Ik ben heel be
nieuwd te vernemen, hoe jij je kerst
dagen hebt doorgebracht. Al merken
we het nog niet dadelijk, toch is het
zoo. dat de dagen lengen. De zon
krijgt meer kracht, 't Wordt lich
ter Ik hoop ook voor Jou, Jongen.
Heb je thuis kerstmis gevierd. Zie ik
Je som. Zaterdagavond on Vrienden
kring? Ik zou daar komen vertellen
en 'k vijirf het altijd prettig beken
den te zien. vooral zoo'n oude ge
trouwe.
RIEKJE en JOOP v. d. St.
Jullie r.ijii hartelijk welkom. GezeUIg
dat jullie zoo di"ht tn mijn buurt
wonen. Willen jullie ook een schuil
naam hebben? 't Is niet noodlg hoor.
DENAPPELTJE. Kind. wat heb
JIJ me alleraardigst verrast met dat
mooie kerstbakje, 't 8taat zoo vroo-
ltjk op o' tafel en nu moet lk telkens
aan mijn kleinen donanpel denken.
Je vost en mutsje bracht ik naar de
Lichthoeve. Ga daar zelf maar eens
een kijkje nemen. Wat heb JIJ toch
veel schatten van Sint gekregen.
Heb je de chaatsen nog even onder
gehad? Heeft de kerstboom mooi ge
brand? Wil je moedor ook hartelijk
bedanken.
MARTETJE Maak maar eens
een voorraad raadsels voor me.
Daar heb ik nooit te veel van. Heb
Je geen pUr. meer ln Je been? Mag je
er nu weer gewoon op loepen?
GERARD TEN H. Jij moet me
toch eens schrijven, hoe Jullie in
Duitschland Kerstmis hebben ge
vierd. Lag er sneeuw? Het hoort zoo
bij Kerstmis. Hoe was Je rapport?
Waren ze er thuis tevreden over'
DRAAITOL. Hartelijk dank
voor dat snoezige kerstbakje. Ik was
er heel erg blij mee. Hoe heb Jij je
Kerstdagen doorgebracht? Is tante
Jo nog over geweest?
MOEDERS GROOTSTE HULP.
1 Was natuurlijk voor Jullie allen
een groote teleurstelling, toen op
Kerstmorgén de sneeuw wco- ver
dwenen was. Nog heel hartelijk ge
feliciteerd met moeders verjaardag.
Heb Je moeder op dien dag flink ge
holpen?
BLOEMEND AALSTERT JE. Zijn
er veel kinderen op de Gymnastiek-
vereenlging? Is er net zoo lang va-
cantle als van school? Toch fijn he,
dat je even schaatsen hebt kunnen
rijden. Was het Kerstfeest van de
Zondagsschool mooi? En hoe was het
Kerstfeest in het Ziekenhuis?
BALLENBREISTERTJE. Heb Je
fijne vacantiedagen achter den rug?
Heeft Jullie kerstboom mooi ge
brand? Je rapport was maar prach
tig. Ik merk wel, dat Je meer kunt
dan ballen breien. Ben je al aan den
schrijfwedstrijd begonnen? Ik hoop
voor Je dat je van den winter ie
schaatsen nog eens noodig hebt. Wat
hebben Jullie een mooi cadeau aan
Je onderwijzer gegeven.
POESENMOEDERTJE en ROOD
KAPJE. Wat hebben jullie veel
kerstcadeautjes gekregen. Staat de
kerstboom er nog?
BOERINNETJE. Ja hoor, lk zaJ
je schuilnaam trouw bewaren, ook
al doe je eens een poosje niet mee.
Je hebt een reuze-lange vacantie. Ik
hoop, dat 't met moeder steeds be
ter mag gaan. Je raadsels zijn goed.
Je hebt snoezig postpapier. Wees er
maar een beetje zuinig op. Heb je
genoeglijke kerstdagen gehad?
ZEVENSTER. Heb Je ook een
fijne vacantie? Wat ben jij toch ook
een knappertje met Je 5 negens oo je
rapport. Blijf maar zoo door gaan.
De winter ls eigenlijk nog maar net
begonnen, dat we kunnen nog
sneeuw en lis genoeg krijgen. Heb je
al keus gemaakt uit de wedstrijd-
opgaven?
DAMIAATJE. 't Doet me plezier,
dat je in je schik bent met Joost
Bosch boom. Jammer hè, dat de
sneeuwpret zoo gauw voorbij was.
Ben Je ni de vacanMedagen flink op
geschoten aan de das van zus?
DE KLEINE KAPITEIN. Ja, tk
Elspeet een mooi boek zou°^™Fen
Aardig, dat moeder het ook heeft ge
lezen. Leest de juffrouw het oo
school nog voor? Dat zou gezellig
wezen. Heb je heerlijke Kerstdagen
gehad?
HET TIMOREESJE. 't Hindert,
niets, of je eens een raadsel hvat
zitten. Je Ingezonden raadsels zijn
goed.
DUrZENDSCHOONT.TE. Harte-
'ilk dank voor je beeldige kerstkaart.
Wat mooi hè zoo'n sneeuwland-
schao?
DOCTOR MYSTERO Wel jam
mer, dat je zoo weinig tijd voor lezen
hebt. Lezen Ls zoo'n genot en tevens
een middel om ie te ontwikkelen. De
'vchaatsenrUderiJ is voor Jullie he
laas van korten duur geweest. Wat
heb je het er kranig afgebracht met
den winter-wedstrijd. Ik vond ie
teekening heel mooi. Leuk. dat Ge
rard al zoo aardig raat babbelen.
DROOMKONINKJE. Glijden ls
ook fijn. maar moeder zal misschien
wel zeggen, dat het verkeerd is voor
ie schoenen. Nog heel hartéllik ge
feliciteerd met moeders venaaiilag.
Hoe ls Je vacant Ie geweest?
ALBA. Die Baron van Münch-
hausen is een echte granjas. Ik denk
dat Je bij 't lezen dikwijls hebt moe
ten lachen.
RANGEERDERTJE. Heb je
flinke opruiming gehouden in de va
cantie? Ja, dat was een reuze teleur
stelling, dat de ijsbaan ooen was en
de vorst afscheid nam. Maar. 't ls
nog lang geen Lente, hoor! Heb Je
alle dagen prettig met Je Mecano ge
spoeld? Wat zal de kraan dikwijls ge
draald hebben!
TEEKEN AARSTER. Hartelijk
dank voor je goede wenschen. Tk
hoop, dat ze in vervulling moeren
gaan. De witte Kerstmis kwam een
dag te vroeg, hè? 'k Ben maar blij,
dat Je de Rubriek een prettige af
wisseling vindt voor sombere dagen.
Is de teekenwedstrijd niet wat voor
Jou? Fijn, dat vader en moeder te-
.vredon waren over je raono-t.
JUFFERTJE SCHRIJFGRAAG.
Dat was nog eens een echte groote
vacantlebrief. Het sleetje is helaas
maar van korten dienst geweest, hè?
Heb Je toch gezellige kerstdagen ge
luid? Hebben jullie mooie kerstlied les
gezongen bij de plano? Je rapport
zag er goed uit,. Dat was alweer een
nak van 't hart. hè? Ik begrijp niet.
dat je onvoldoende voor gymnastiek
hebt. Ik dacht, dat dat nooit gege
ven werd. Dat kan een volgend keer
gemakkelijk een paar cijfers meer
worden. Doe Je aan den teekenwed
strijd mee?
KERSTROOSJE. Ja, ik zag wel,
dat je je best had gedaan, 't Gaat
maar wat goed met je raadsels op
lossen. Heeft het Ker9tnoosje vroo-
lijk opgebloeid in de Kerstdagen?
ZOMERBLOEMPJE. Heb je ook
genoeglijke Kerstdagen gehad? Ik
wens oh je ook een heel goed einde
van 't jaar toe.
VERGEET MIJ NIETJE. 't Gaat
kranig met je raadsels. Ben je al aan
het opstel over den Winter begon
nen. Je kunt er in de vacantie nu
rustig aan werken. Als je zooveel van
opstellen-maken houdt, zul je het
zeker wel goed doen.
ROZENKNOPJE. Heb lil ook
eenoeglittce kerstdagen gehad? Heeft
de kerstboom mooi gebrand? Dus jij
vond Jij het ook Jammer, dat sneeuw
en ijs verdwenen waren. Nu je zult
de eenige zijn geweest, die er zoo
over dacht. Broer mag de kleine
Voetballer heeten, De kleine Chauf
feur is er al.
MICHIEL DE RUYTER. Dat kan
hpst een vlaamsche gaai zijn geweest
Het is zoo'n mooi glanzend vogeltje.
De vleueels zijn blauwachtig en de
borst wijnrood, 't Is een slim dier
tje. Hij zorgt in den Herfst al voor
den winter. Hier en daar in 't bosdh
heeft hij onder de dorre blaren wat
voedsel neergelegd. Eikels, beuke-
noten, hazelnoten. In dezen tijd
zoekt hij de geheime plekjes on. Het
gebeurt natuurlijk wel eens, dat een
ander hem voor is geweest. De ek
ster ls hem vaak te slim af.
KERSTKLOKJE. Zijn vader en
moeder nog naar Londen geweest?
Dan zullen ze Jullie zeker wel ver-
feilen. hoe de Rngelschman Kerstmis
viert. Dat is weer even anders dan
bij ons. Misschien hebben ze ook wel
kalkoen gegeten en plumpudding.
yADTns Je rnoogt best onder
teekenen met Je eigen naam.
W. BLOMBERG—ZEEMAN.
Marnixstraat 20.
Haarlem, 28 December 1929.
POSTZEGELRUBRIEK
TSJECHO-SLOWAKIJE
40 A
s&A
S*A
/pf-
ja A
/fA
JOA
40 A
óaA
j At--
jAa
yAt
Ter gelegenheid van de herden
king van 't 10-jarlg bestaan der re
publiek verscheen ln 1928 een prach
tig uitgevoerde serie met gezichten
uit verschillende plaatsen o.a. 30
heller (zwart het oude slot Gratz
bij Troppar.). 40 heller (roodbruin
het raadhuis te Lentschau), 50
heller (groen de nieuwe telefoon
centrale in Praag-Zlzkov), 60 heller
(roodoranje gezicht op Jasinja
(Körösmezö), de oostelijkste stad der
republiek in Karpathorusland), 1
kroon (karmiju het slot Frauen-
berg ln Zuid-Rohemen)', 1 ler. 20
(lila het Velehrad naar een schil
derij), 2 kronen (ultramarijn da
St. Peter-kathedraal in Brünn), 2
kr. 50 (blauw de Hooge Tatra), 3
kronen (grijsbruin president Ma-
sarijik) en 5 kronen (violet gezicht
op de Teynkerk in Praag en links
de toren van het stadhuis). Grootte
van de vakjes 2.8 bij 3.3 c.M., voor de
2, 3 en 5 kronen 3.3 bij 2.8 c.M.
In 1929 verschenen de lagere
waarden ln een nieuwe teekening.
voorstellende het rijkswapen. Het zijn
20 heller (rood), 25 heller (groen),
30 heller (lila) en 40 heller (bruin).
Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.4 cM.
Bij de herdenking van Winccslaus
I, hertog van Bohemen, die 1000 jaar
geleden stierf, verscheen in 1929 een
herinneringsserie. De motieven zijn
ontleend aan schilderijen, voorstel
lende episoden uit zijn veelbewogen
leven. Op de zegeLs zijn de jaartallen
9291929 vermeld. De waarden zijn:
50 heller (groen), 60 heller (grijs-
violet), 2 kronen (blauw Stichting
der kerk St. Vitus), 3 kronen (bruin)
en 5 kronen (lila beiide laatste St.
Winceslaus' marteldood). Grootte
van de vakjes 3.3 bij 2.8 c.M.
In 1929 verscheen nog de 2 kr. 50
(blauw) ln nieuwe teekening, met
het Nationaal Museum en het stand
beeld van Winceslaus, ter ver gan
ging van de 2 kr. 50 (Karlstein
zie serie 1926). Grootte van 't vakje
2.8 bij 2.4 c.M.
Nieuwe deelnemers:
94. G. Ellem, Tamarindestraat 11.
95. Monderman, Amsterdamstr. 32.
97. Evert v. Offeren, Schotersin
gel 89A.
104. Martin Mulder, Pijnboom
straat 72.
106. Dirk Bos, Indischestraait 44.
108. Piet Veen, Zijlweg 288.
109. Gerard v. d. Nieuwenhof, J.
Nieuwenhuizenstraat 13 rood.
Van No. 94 en 95 was de naam
niet duidelijk of onvolledig. Hier
over krijg ik zeker nog wel bericht.
S.
Rustenburgerlaan 23.
1 JANUARI 1930.
..Wat is dat?" vroeg kleine Lien,
„Moeder, hebt U 't wel gezien?
Al de blaadjes zijn er af
Van het bock dat U mij gaf!"
„Eerst nog was het boordevol,
't Stond van blaadjes heelemaal bol,
Maar nu lk hot hebben mag
Blijft er zelfs niet eene dag!"
„Maar m'n kind, dat is toch klaar,
't Is het einde van het Jaar!
Anders gaf ik Jou toch niet,
't Boek waar men den dag op zien!
Morgen komt daar ln dien hoek
Weer een nieuw ka lend er-boek.
Een Januari is weer daar:
Het begin van 't nieuwe jaar!
IN DE LICHTWEEK
Een Jongen roept een taxi aan en
vraagt aan den chauffeur: „Wat
kost het, als Je me naar den Dam
rijdt?"
„Een rijksdaalder, Jongeheer,"
antwoordt de chauffeur,
„Laat mij dan maar eens achter
't stuurrad zitten, dan breng ik je
er voor twee kwartjes," antwoordt
de jongen gewiekst.
BIJVOEGSEL
VRIJDAG 27 DECEMBER 1929
No. .158
AAN ALLEN!
Van harte hoop lk, dat jullie allen
gezellige Kerstdagen achter den rug
hebben. Misschien heeft er ln menig
huis een kerstboom gebrand, met
vele stralende kaarsjes. Men viert
nergens gezelliger kerstfeest dan
thuis in het bekende woonvertrek
met de mensehen om ons heen, die
ons 't liefst zijn. Zoo ls 't straks ook
op den Oudejaarsavond.
Ieder volk viert op eigen wijze
dergelijke feesten, 's Lands wijs 's
Lands eer, zegt het spreekwoord.
Daar dacht ik aan, toen ik hoorde,
hoe b.v. in Weenen Kerstmis is ge
vierd. Vóór ze het feest vieren ln den
hulselijken kring, gaan ze met kleine
kerstboompjes naar buiten, naar de
kerkhoven. Op de graven van lieve
dooden zetten zij een boompje neer
en steken de kaarsjes aan. Ook heb
ben zij brood of zaad bij zich voor de
vogels, die hongerig langs de paden
zwerven. Dan gaan ze huiswaarts en
ontsteken den kerstboom en zingen
hun kerstliederen.
Ten slotte zetten zij zich aan het
kerstmaal, waarvan de hoofdschotel
uit karper bestaat. De vrouw des
huizes neemt dc blaas van den kar
per en werpt die tegen het plafond.
Blijft de karper eraan kleven, dan
zal 't nieuwe jaar geluk aan het. ge
zin brengen. Aan vrienden en goede
bekenden worden geschenken ge
stuurd, zooals bij ons op St. Nicolaas.
De winkels in Weenen zijn nu ex
tra-mooi geëtaleerd. Zondag vóór en
Zondag na Kerstmis zijn alle win
kels geopend. Men spreekt dan van
zilveren en gouden Zondag. Gedu
rende de Kerstdagen zijn schouw
burgen en bioscopen gesloten.
De versiering van .de kerstboomen
geschiedt net als bij ons. Tot Drie
Koningen blijven de boomen staan.
Dan worden ze met den bijl bewerkt
cn verdwijnen in den kachel.
Vroeger liicld men in Weenen om
trent Kerstmis ook nog wel de klop
jachten. Deze bestaan thans nog in
Zuid-Duitschland. Op zulke avon
den trekken de kinderen langs de
huizen en kloppen aan vensters en
deuren om iets te mogen ontvangen.
Dan zingen ze:
Klop, klop, klop.
Wie klopt er aan mijn huis?
Klop, klop, klop,
Het ls Sint-Nicolaas.
Deze klopjachten zijn waarsohljn-
lljk nog een overblijfsel uit den tijd
van de oude Germanen. Ze vierden
dan twaalf nachten lang hun mid
winterfeest. Het eindigde met den
Dertiendag of Driekoningendag. De
Twentenaar blaast nog heden ten
dage op zijn midwinterhoorn. Liefst
doet hij dat over een waterput om
dat het geluld zich dan verder voort
plant. Ook het lulden der klokken ls
waarschijnlijk nog een overgenomen
gebruik uit oude, oude. tijden. En
onze voorkeur voor de roodc kleur ln
deze dagen moet daaruit voortsprui
ten, dat rood ons denken doet aan
morgen- cn avondrood, dus aan zon
netinten. Dat de zon voor ons maar
schijnen mag, buitenshuis, maar
vooral binnenshuis.
W. B.—Z.
EEN WOELIGE OUDEJAARSAVOND.
Cotjc was een meisje van nauwe
lijks drie en half jaar, heel lief en
ook heel aardig om te zien, maar
tevens erg bij de hand. Nu, gelukkig
ls dit laatste niet zoo erg, als het
maar niet betcekent: brutaal. En dat
was Cotjc gelukkig niet» Zij was het
eenige kindje van haar ouders. Wel
had zij een broer gehad, maar die
was dood. Daar wist Cot Je echter
niets meer van, natuurlijk: zij was
ook nog te klein!
Het was de laatste dag van het
Jaart 31 December dus. Cotje wist
nog wel niet precies wat dat betee-
kendo, maar zij begreep toch wel.
dat er des avonds een feestje zou
zijn, thuis. Daar had zU vader van
hooren spreken en bovendien was
zij bijna den geheelen middag met
haar moeder ln de keuken geweest
en moedor had een massa lekkere
dingen gebakken. Cotje had al een
snoepje vooraf mogen nemen
Wie komen er nu vanavond,
moes. vroeg het kleine ding nieuws
gierig.
Alleen groote menschen, Cotje.
Oom cn tante, grootvader cn groot
moeder en nog een paar meer.
O, zei Cotje spijtig, mag ik dan
opblijven?
JU mag opblijven tot alle men
schen er zijn en je gezien hebben,
maar dan moet je naar bod!
Klein Cotje stond een beetje op
haar hakjes te draaien en dacht na.
Tot alle menschen er zijn. had moes
gezegd. Hoe laat zou dat zUn? ZU
moest er meer van weten cn daarom
vroeg zij met haar hoo?c stemmetje:
Hoe laat komen alle menschen
dan!
Dat weet lk niet prec'es. lachte
moc3, maar in leder geval heel
laat. veel te laat voor Jou eigen-
UJk.
Moes begreep natuurlUk wel wat
haar kindje weten wilde maar zij
vond het verstandiger om verder
maar niets meer te zeggen. En dat
was maar goed ook, want Cotje was
al meer dan tevreden. Heel laat im
mers, had moes gezegd en lveel laat
opbiytfen was erg prettig. Tenminste
voor een klein meisje!
Maar de gaston kwamen noot zoo
erg laat als je zou denken. Om kwart
over acht kwamen grootmoeder en
grootvader en die waren de laatsten.
En Cotje moest natuurlijk de ronde
doen, zooals dat heet. BIJ alle ooms
en tantes zat zU even op de knie en
door iedereen werd zij eens lekker
aangdiaald en geknuffeld. Het meest
door grootvader natuurlijk, daar was
zU altijd dolletjes mee. En waarem
pel, hij had weer wat meegebracht
ook. die opa. Een doosje chocolade
sigaretten
Daar, rook ook maar eens. Cotle
zei hij. Je bent wel oen meisje maar
een goed sigaretje zal ook wel sma
ken.
En of het haar smaakt. In een wip
waren vier sigaretjes heelemaal op.
zoodat moeder het maar het beste
vond tusschenbeide te komen ora de
rest in veiligheid te brengen. Voor
morgen, weet je.
Om kwart voor negen bracht
grootvader klein Cotje naar bed. Het
was hoog tUd voor haar, maar Ja, het
is ook maar eenmaal ln het Jaar
oudejaarsavond hè? Grootvader
bromde haar nog een heeleboel leuke
dingen in het oor en ook beloofde
die lieverd haar nog dat hij al zijn
oliebollen voor haar zou bewaren.
Maar dan moest zij ook direct gaan
slapen, zie Je! Cotje beloofde het.
En heusch, eerlijk, zU wilde ook
wel gauw gaan slapenmaar zij
kon het niet. Verbeeld je ook zoo-
iets. Daar beneden in de kamer vlak
ouder haar waren een heeleboel
groote menschen bijeen cn die maak
ten een pret van jewelste. Telkens
schoot een van de mannen in den
lach en dan dreunde de zwa^e stem
door het huis en ook als de vrouwen
lachten kon Cotje het goed hooren.
Het arme kind kon niet slapen, hoo
graag zij het ook wilde. ZU vond het
natuurlijk ook wel prettig naar het
lachen te luisteren, want dat is al
tijd leuk, maar zU had grootvader
beloofd snel onder zeil te gaan. An
ders kreeg zij de oliebollen niet
Het werd laier en later en zoo
naderde langzamerhand, dat bijzon
dere oogenblik, dat iedereen, zijn ge-
hecle leven lang, altijd slechts met
eenige ontroering doorleeft: oude
jaarsavond twaalf uur. Nog een paar
minuten en hei jaar zou tot de ge
schiedenis behooren
De menschen beneden dachten
niet anders of Cotje sliep. ZU had
den er geen flauw vermoeden van,
dat het kind klaar wakker was en
mot spanning lag te luisteren naar
al de geluiden die van beneden tot
haar doordrongen. Oom Hendrik had
wel even gezegd: „zouden we niet
even gaan kijken?" maar dadelUk
had moeder geantwoord „Neen. hoor
we zouden haar misschien Juist wak
ker maken. ZU slaapt alttjd dade
lijk en zU was ook vanavond zoo
moe!"
Nu dan. ging oom Hendrik
voort, de revolvers Jongens!
En daar kwamen de schietwapens
voor den dag. De ooms gingen „het
Jaar uitsohieten" zooals dat heet.
Misschien heb je ook al eens ge
hoord, dat geknal van revolverscho
ten op oudejaarsavond en anders
moet jc er dezen keer maar eens op
letten. Het ls een oude gewoonte en
de ooms van Cotje hielden ook wel
van het grapjeOm even voor
twaalf ging het gezelschap naar bul
ten. En (oen van de kerktorens de
eerste slag van twaalf viel zond oom
Hendrik het eerste schot dc lucht in.
En dc andere ooms volgden het voor
beeld. terwUl zU elkaar tevens een
zalig nieuwjaar wcnschten. Uit veto
straten in dc buurt klonken nu ook
de schoten op en overal kwamen er
menschen naar buiten
Even naar het pleintje, hoor.
riepen zU en op een drafje holden zij
de straat uit naar het pleintje, dat
bij het kruispunt lag. Voor vijf mi
nuutjes zou men de pret daar voort
zetten. Het klonk leuk, al die scho
ten tegelijk cn ook Cotje's familie
ging er even heen
Maar Cotje had alles gehoord en
bU het vallen van de eerste schoten,
bulten, schrok zij hevig. Maar toen
zij vlak daarop het gelach der groote
menschen hoorde, werd zij nieuws
gierig. Wat zou dat nu zijn. Pang.
pang. van alle zijden klonk het nu.
En o. wat was er een pret.
Slapen kon zij niet. dat bestond
nlcL met al dat rumoer. Snel gleed
zij uit haar bedje en vlug trippelde
zij dc trap af. Even. heel even maar.
wilde zij ook wat zien. Moeder en
vader zouden wel niet kwaad zUn en
als zij aan grootvader vertelde, dat
zij toch niet .Japen kon, kreeg zij
misschien toch wei z!Jn oliebollen.
Grootvader was altijd zoo lief voor
haar
Maar de kamer was leeg. Wat was
dat nu? Er brandde licht, de stoelen
stonden in een kring, een schaal met
lekker gebak midden op de tafel,