H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN BIOSCOOP FEUILLETON De Gestolen Diadeem HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 2 JANUARI 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). De Vreemde Schrijfster. naar het Fransch door HENRY DE FORGE. Twee jaar vóór den oorlog schreef het be roemde tijdschrift „Optima" een prijsvraag uit, waaraan alleen vrouwen mochten mee dingen. De „Prix-Optlma" een prijs van vijf - duizend francs, werd, tot groote verbazing van de heele letterkundige wereld, toegekend aan een manuscript, dat onder motto was ingezonden door een vrouw, die nog nooit te voren iets gepubliceerd had. De roman, getiteld: „Allo!.... mon coeur!" was met algemeene stemmen bekroond, iets dat nog nooit gebeurd was. De schrijfster was Julie Ledent, een eenvoudige telefo niste. Men bestormde het huis van Julie Ledent. Maar dat scheen haar niet aan te staan. Zij ontving tenminste niemand. Een vermetel journalist wist toch haar portret te bemach tigen, na een groote fooi aan den concierge van haar woning gegeven te hebben. Het verscheen in de kranten en men ontdekte toen, dat deze nieuwe romanschrijfster heel jong en heel bekoorlijk was. Ze had een prachtige goudblonde haardos, diepe, don kere oogen en een grappig klein wipneusje. Maar niemand slaagde er in, haar te in terviewen. Zelfs per telefoon smeekte men haar om een onderhoud, doch altijd ver geefs. Dit alles deed de nieuwgierigheid naar haar persoontje natuurlijk steeds toenemen. Men wist, dat ze jong en knap was. Waarom dan die terughoudendheid en geheimzinnig heid? De critleken waren schitterend, toen haar roman eindelijk in „Optima" werd gepu bliceerd, en de recensenten hielden lange beschouwingen over het vreemde verschijn sel: een romanschrijfster van zóó groote be scheidenheid. Het geval Julie Ledent, hield Iedereen bezig. Het stroomde huwelijksaanzoeken op het telefoonbureau Wagram, men deed ze haar zelfs door de telefoon. Maar zij gaf nooit antwoord, wanneer men haar opbelde. Men bood haar contracten aan als cabaret- artiste en filmster. Een schitterende loop baan opende zich voor haar. Ook op het telefoonkantoor werd haar een betere positie aangeboden. De minister be moeide zich er persoonlijk mee en plaatste haar over naar het bureau te Belleville, waardoor zij de belangrijke post van „Inlich tingen" kreeg te vervullen. Zij mocht hiervan niemand iets vertellen Julie Ledent bleef dezelfde accurate tele foonjuffrouw, die zij altijd geweest was. Ze veranderde niets aan haar levenswijze en antwoordde zelfs niet op alle schitterende aanbiedingen, die haar gedaan waren. Na een jaar was het heele werk In „Opti ma" verschenen en de vijfduizend francs werden haar uitbetaald. Z- zond het heele bedrag naar den minister met het verzoek om het te gebruiken voor het zuigelingen- gesticht. Zij vroeg den directeur van de pos terijen om er geen ruchtbaarheid aan te go- ven. Omdat dit een zaak was, die alleen haar aanging en waarvoor ze niemand verant woording schuldig was, Aan den minister schreef ze, dat „Allo mon coeur!" haar eenige roman zou zijn en dat zij de eenvoudige tele- lonlste wenschte te blijven, die ze was. En Julie Ledent werd vergeten. Enkele Jaren daarna trouwde ze met een marskramer uit de provincie, en ze kreeg veel kinderen. wat misschien meer waard is dan het schrijven van veel romans. Vele jaren later ontmoette ik haar toeval lig weer. nu madame Martineau Breed rn vriendelijk zat. zc in haar winkeltje achter de toonbank. Daar wij gemeenschappelijke fa milieleden hadden, nam ik de vrijheid, haar dikwijls te bezoeken. En zij vertelde mij de waarheid over het bekroonde boek. Toen ik voor het eerst de geschiedenis aan roerde, en haar zei, dat ik de roman inder tijd had gelezen en heel mooi gevonden, was Zij zichtbaar ontroerd. Daar ik nieuwsgierig was om te weten welk geheim er achter stak begon ik er telkens weer over. En ein delijk stortte zij haar hart voor mij uit. „Wat doet het er nu nog toe, wanneer ik de waarheid vertel", zei ze. „Niemand denkt immers meer aan mij". Plotseling vroeg ze: „Kent u den beroem den schrijver, die onder het pseudoniem ..Leviathan" schrijft?" t „Ja zeker. Hij schrijft de meest verschil lende soorten van romans. En dat heeft zijn reden „En dat heeft z'n reden! Inderda^." ,.U bent blijkbaar op de hoogte van de practijken van dezen letterkundigen slaven handelaar! Al zijn romans Iaat hij schrijven door arme auteurs, die door hem betaald worden. Maar welke betrekking is er tus- schen u en dat Individu?" „Een heel nauwe betrekking! Ik zal het u uitleggen. Op het bureau Wagram had ik da gelijks van tien tot twaalf dienst op de lijn van den heer „Leviathan". „Nu en?" ,;Wel, daardoor kwam ik volledig op de hoogte van een van zijn streken. Een straat arme schrijver dicteerde hem een prachtig onderwerp voor een roman. Laten we hem meneer Dinges noemen. Ik begreep direct dat hij tot over zijn ooren in de schulden stak. De groote „Leviathan", die op deze manier al heel veel romans gepubliceerd had, waardoor zijn naam gemaakt was, kocht nu een tot in de kleinste bijzonderheden uitge werkt schema voor een roman, die hij wilde noemen: „Répond mon coeur!" of iets dergelijks. lederen dag, precies in de uren, dat ik dienst laad, beide „Leviathan" Dinges op, die hem dan dicteerde wat hij den vorigen dag geschreven had. Meestal het uitgewerkte schema voor één hoofdstuk. Ik had de heele roman gevolgd, en twijfel de er niet aan, hoe die zou afloopen. Ze voerden door de telefoon lange twist gesprekken over de betaling, en er werden zelfs bittere verwijten gedaan, die Leviathan" zich kalm naar het hoofd liet slingeren, waardoor ik een kijk kreeg op deze wijze waarop hij zijn beroemheid verworven had. Het avontuurlijke van deze zaak sleepte mij mee. Ik maakte op mijn eigen mani-ir een roman van de afgeluisterde intrige. Toen het op papier stond leek het me nogal goed. En de menschen, wie ik het liet. lezen, von den het prachtig. Ik zocht een titel. Ik verzon er één, die geleek op de zijne, maar in telefoontermen „Allo mon coeur!" Dat was een prachtig idee voor een telefoonjuffrouw. Jong en overmoedig als lk was, vond ik het een prachtige grap: iemand die misbruik maakte van anderen, het gras voor de voe ten wegmaaien. hem te beletten, deze laatste streek te volvoeren en zich te tooien met een andermans veeren. En ik heb de vermetelheid gehad! Ik legde vlug de laat ste hand aan mijn boek en zorgde ervoor dat alle personen en beschrijvingen veranderd werden. Alleen de intrige bleef. Een beroem de Intrige! Juist werd de ,,Optima"-prijsvraag uitge schreven. In drie nachten schreef ik het heele manuscript over en stuurde het weg op den laatsten dag vóór de sluiting van de prijsvraag. De rest is u bekend. Ik heb geen sou behouden van wat de ro man opbracht. Men vond mij een dwaas, maar u weet nu de reden. „Leviathan" heeft niet geprotesteerd. En Dinges ook niet. „Wat is deed was inderdaad niet eerlijk, maar ik heb niemand in den weg gestaan, want ik hem nooit meer iets geschreven. En ik geloof dat ik den beroemden schrijver, die teerde op het talent van anderen, er een goede les mee gegeven heb. Maar daar huilt baby om zijn melk. Meneer excuseert me wel?" VAN DEN WAL IN DE SLOOT. Een Incasseerder te Hoogeveen ls Maandag avond met een met f 600 zwaar beladen geld zak aan het stuur van zijn fiets, de richting kwijt geraakt. Hij kwam aan het slingeren, waardoor de geldzak met inhoud in de vaart is terecht gekomen. Na lang baggeren ls Dinsdagmorgen op f 30 na het verlorene te ruggevonden. Men hoont deze f30 ook nog te vinden, schrijft de N.R.Ct. NUTSSPAARBANK TE HAARLEM. Vergelijkend overzicht over December 1929- 1928. Aantal behandelde posten 15698 (v.j.k 14063) aantal inlagen 11332 (v.j. 102661; aantal te rugbetalingen 4366 (v.j. 3797); ingelegd f 516.428.08 1 2 'v.j. f 482,633.83 1/2)terugbe taald f 497,537,80 'v.j. f 425.510.77); meer ingelegd f 18,890.28 1 2. (v.j. f 57,123.06 1,2); aantal nieuwe boekjes 305 (v.j. 2771, aantal afbetaalde boekjes 123 (v.j. 133>; spaarbus- Jes op 97 December 1929 in omloop 2733. Geledigd in December 1929: 183 busjes met tot.aal f 3240.99. Aantal kluisloketten ver huurd op 31 December 1929: 207. „De man met het ijzeren masker" en die met den zonnigen glim lach. Palace begint het Nieuwe Jaar met een nieuw programma en brengt als hoofdnum mer een nieuwe film van Douglas Fairbanks. En wat voor een film. Vrijelijk bewerkt naar „Twintig jaar later" van Alexander Dumas maakte United Artists weer eens zoo'n genoeglijke rolprent, waarin de man met den zonnigen glimlach als van ouds naar hartelust en met bravour kan schermen en springen en klauteren, zoo'n film die je boeit, die door primitieve effecten je pakt, je gezond laat lachen. En Fairbanks heeft de groote gave je met een ouwe truc er toch weer eens even fijn Cüsschen te ne men Deze film speelt in den tijd toen om het minste geringste de degens gekruist werden, toen de vier musketiers samen vochten, sa men dolle streken uithaalden, samen jong waren. Lodewijk XIII kreeg een zoon, maar volgens het verhaal was het een tweeling en terwijl de eene helft opgroeide om den troon te bestijgen leefde de andere in Spanje en wisten maar enkelen van zijn bestaan af. Wraakzuchtige samenzweerders wilden den anderen zoon op den troon helpen en den eersten verduisteren, hun snoode plan geluk te en de „man met het ijzeren masker" zuchtte op een kasteel aan zee. Maar de vier musketiers waren er ook nog enelf acten lang krijgt Douglas Fairbanks gelegenheid om te vechten, te springen, te klauteren, avon turen te beleven, op 't nippertje aan den dood te ontsnappen en ons kostelijk bezig te hou den. Tot ook hij, d'Artagnan, voor de glorie van Frankrijk tol moet betalen en roemrijk sneeft. Het is een onderhoudende film, boeiend als zoo'n oude avonturenroman kan zijn, goed van regie, prettig vlot, soms mooi van foto en enscéneering. En Fairbanks is natuurlijk weer buitengewoon verrassend. Als variéténummer krijgt men een dans paar te zien. dat een apachendans en een acrobatischen dans ten beste geeft. ZAANDAM'S RAAD CONTRA DEN KANTONRECHTER. TE VER GAANDE BEMOEIINGEN MET POLITIE-ZAKEN? De Tel. meldt uit Zaandam: „Enkele weken geleden heeft de kanton rechter een ambtelijk schrijven gericht tot den commissaris van politie, waarin hij de opmerking maakte, dat de verkeersbrigade onder den tegenwoordlgen leider niet zoo ac tief optreedt ten aanzien van verkeersover tredingen als onder den vorigen leider, het geen hem gebleken was zoowel door eigen ondervinding als door klachten welke bij hem binnenkomen, alsmede door het feit, dat veel minder processen-verbaal ten gevolge van verkeersovertredingen worden opgemaakt. „Dit schrijven van den kantonrechter heeft de commissaris van politie in de agenten - wacht opgehangen ter kennisneming van de agenten. „Naar- aanleiding hiervan heeft in de Maandagavond gehouden raadsyj^gaderlng de heer Van Doorn, namens de s.-d. raads fractie een interpellatie gehouden, waarbij afkeuring werd uitgesproken over de houding van den kantonrechter en ook de daad van den commissaris van politie aan critiek werd onderworpen. Inlerpellant richtte tot B. en W. de vraag of zij bereid zijn met den com missaris te overleggen dat in het vervolg dergelijke brieven voor kennisgeving worden aangenomen. „Burgemeester Ter Laan wees er in zijn antwoord op. dat noch B. en W„ noch de Raad. noch hij zelf iets met de zaak uit staande hebben, omdat het hier betreft een schrijven van den kantonrechter aan den. commissaris van de rijkspolitie, een schrij ven alzoo van den eenen rijks-ambtenaar aan den anderen. Spreker meende zich te moeten onthouden van het uiten van zijn meening omtrent de houding van beide amb tenaren. „Bij de verdere besprekingen werd zoowel van soc.-dem. als van de z.g. burgerlijke zijde sterke afkeuring uitgesproken over het be doelde schrijven, waarin men zag een aan sporing om zooveel mogelijk processen-ver- baal op te maken, en welke nimmer de taak van een rechtsprekend ambtenaar kan zijn. Ook meende men dat door dit schrijven het prestigen van den tegenwoordigen leider der verkeersbrigade ernstig wordt geschaad. „Het resultaat was. dat de motie tegen den kantonrechter met 13 tegen 8 stemmen werd aangenomen". VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1531 ZONDAG. Vader is blij dat het Zondag is; nu kan hij verschillende kleine reparaties in huis even in orde maken zoekt naar een ha mer beseft dat hij den ge- heelen dag nog voor zioh (heeft en dus best even eerst de krant kan lezen kijkt nog eens ter loops naar den ha mer en begint dan een gesprek met zijn buurman over den politieken toestand vindt den hamer maar concludeert dat hij zoo kort voor het koffiedrinken toch weinig meer kan be ginnen neemt na den maal tijd een korte rust en besluit een eindje te gaan wandelen om niet den heelen dag thuis te zitten komt terug, haalt den hamer en ont moet toevallig een boek dat hij nog niet gelezen heeft en dat noodig naar den eige naar terug moet en gaat naar bed met het vaste voornemen om den volgenden Zondag die kleinighe den even in orde te maken. (Nadruk verboden). HET BRONGEBOUW. THANS EEN SCHIKKING TE VERWACHTEN? Het ls bekend dat de gemeente Haarlem al jaren aan het procedeeren is met de Maat schappij tot exploitatie van Staalwaterbron- nen over de vraag of de concessie-voorwaar den worden nagekomen. De eigenlijke rechts handelingen zijn al meer dan een jaar op geschort, omdat de partijen alsnog onder handelingen begonnen zijn om te trachten tot een minnelijke schikking te komen. De gemeente zou dan een zeker bedrag aan de maatschappij geven en daartegenover eige naresse worden van het Brongebouw en de vaste goederen die in den tuin zijn opgetrok ken. De grond is zooals men weet van de ge meente, hij was indertijd in erfpacht gege ven. De onderhandelingen vorderden den laat sten tijd heel langzaam. In de afdeelingen van den gemeenteraad waar de begrooting voor 1930 besproken werd, is reeds de vraag gesteld hoe het toch staat met deze quaestie. Een duidelijk antwoord werd daarop niet verkregen. Wij vernemen nu evenwel, dat het de be doeling van ons gemeentebestuur en zijn rechtsgeleerden raadsman Mr. R. C. Bakhui zen v d. Brink is om te trachten met spoed tot een beslissing te komen. De zaak wordt nu evenwel vertraagd doordat de Mij tot ex ploitatie van staalwaterbronnen nog geen rechtsgeleerde heeft aangewezen om Jhr. Mr F. W. van Styrum, die haar belangen be hartigde, te vervangen. Het staat nog niet vast welke plannen de gemeente met het Brongebouw en den tuin heeft. Indertijd is in den raad het denkbeeld geopperd om de concerten van de H. O. V., die thans in den Hout. gegeven worden, maar daar minder tot hun recht komen door de storende omgeving, in den Brontuin te ge ven. Er zijn zelfs plannen geopperd om het gebouw en den tuin te moderniseeren, opdat een loonende exploitatie als centrum van openbare vermakelijkheden mogelijk zal zijn. PERSONALIA. Tot boekhouder-oeconoom in het St.-Elisa beth's of Groote Gasthuis is benoemd de heef J. Steenhuis te Groningen. MISDAAD OF ONGEVAL? GEWONDE VROUW TE RIJSWIJK GEVONDEN. Maandag zag de heer B. te Rijswijk een vrouw op het trottoir voor zijn woning lig gen, zekere mej. G. A. 4ne hevig uit een hoofdwonde bloedde. Even te voren had B. een man gezien die zich over het lichaam van de vrouw heenboog. doch wegliep toen B. naderde. De vrouw werd naar het politie bureau gebracht, waar bleek, dat zij onder den invloed van sterken drank verkeerde. Een arts die spoedig aanwezig was, consta teerde een diepe hoofdwonde. Het bleek dat een slagader geraakt was. Daar de politie misdaad vermoedde, is onderzocht in wiens gezelschap de juffrouw den avond heeft doorgebracht. Als gevolg hiervan is den zelfden nacht nog aangehouden zekere C. de B., die ook onder den invloed van sterken drank verkeerde, meldt de Tel. Deze oiit- kende echter iets van de verwonding der vrouw af te weten. Hoewel zulks niet waar schijnlijk is, wordt het mogelijk geacht, 'dat de vrouw op een punt van het Ijzeren hek is gevallen. FAILLISSEMENTEN. Door de arrondissements-rechtbank te Haarlem zijn dc volgende faillissementen uitgesproken op Dinsdag 31 December 1929: 1. M. v. d. Duin. melkventer, wonende te IJmuiden. Bakkerstraat 28. Curator Mr. A. A. van der Flier, wonende te IJmuiden. 2. A. Jansma. bouwer, wonende te Over- veen Oranje Nassaulaan 132. Curator Mr. F. A. Davidson, wonende te Haarlem. 3 P. Rikkelman, fabrieksarbeider, wonende te Wormer Curator Mr. Dekhuyzen, wonen de te Zaandam. 4. J. Hendriks, kapper en winkelier in si garen. wonende te Vijfhuizen. Curator Mr. F. A. Davidson, wonende te Haariem. 5. de N V. Bouw en Handel-Maatschappij „Alcestis" gevestigd te Haarlem, Zuider Bui ten Spaarne 166. Curator Mr. A. Bruch, wo nende te Haarlem. 6. de N V. Bouw- en Exploitatie Maatschap pij „Elandsberg" te Haarlem. Zuider Buiten Spaarne 166 Curator Mr. A. Bruch, wonende te Haarlem. Rechter-Commissarl# in al deze faillissementen Mr. A. L. M. van Berckel. Vernietigd werd het faillissement van: W. Tros, wonende te Hoofddorp. Curator Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink, wonende te Haarlem. Uit het Engelseh van ARCHIBALD EYRE. 33) „Zij gaat naar de politie om ons allebei te laten arresteeren", ging Lilian onverstoor baar voort. „Ik vlucht en u doet hetzelfde. Zij lachte. „Wat bespottelijk en toch ook wat tragisch! Wat zal het einde zijn?" „Uw spottende toon hindert mij buiten gewoon". zei George verontwaardigd. „Ik had gehoopt dat. u berouw zoudt toonen. Het. was mijn bedoeling u een helpende hand toe te steken, maar u schijnt vast besloten om mijn hulp te weigeren en geeft er de voorkeur aan om een reeks van dwaasheden te verzin nen. waarover u zelf het lachen niet laten kunt". Lilian werd opeens ernstig. „Het is gewoon om wanhopig te worden. Ik zit u verklaringen en uitleggingen te ge ven dat ik er heesch van word en u wilt mij maar niet gelooven. U gelooft geen woord van wat ik zeg. U hebt zich in het hoofd ge zet dat ik een beroepsmisdadigster ben en van dat denkbeeld bent. u met geen vier paarden van af te brengen". „De feiten spreken te duidelijke taal". „U gaat naar uw oom, ik ken uw oom heel goed. Hij is een vriend van mijn vader en mij- Laten we samen naar hem toe gaan, dan zal hij bevestigen, wat ik gezegd heb". George schudde ongeloovig het hoofd. „Ik geloof niet dat u mijn oom kent. u zegt maar wat Misschien zou ik onder gelijke omstan- dh'heder. hetzelfde doer, als u. U zoudt wcr- kr'Mk beter doen door aan den eenigen wa ren' vriend die u hebt, oen volledige beken tenis af te leggen". „Wie is dat?" „Ik zelf", Lilian leunde met een gebaar van wanhoop achterover in de kussens. „U maakt me dol!" zuchtte ze. Er was even een pijnlijke stilte. Na een paar minuten, die eindeloos sche nen te duren, zei Lilian: „Beantwoord mij één vraag. Mag ik met u meegaan naar uw oom?" „Geen sprake van. Het heeft geen zin. Ik geloof eenvoudig niet dat u hem kent en er zit misschien wel een of ander truc achter uw verzoek. Laat alles maar aan mij over". „Dus u weigert mij mee te laten gaan naar uw oom?" „Ja". „Dank u. Dan weet lk wat mij te doen staat". „Wat bent u dan van plan?" „Zelf naar uw oom te gaan. Het Is belache lijk van u oni mij dat. te willen verbieden. Een taxi brengt mij er gauw genoeg heen. En ik kan net zoo goed aanbellen aan het huis van uw oom als u dat kunt. Twintig mi nuten nadat ik in Londen ben zal ik dat doen". „U zult niet toegelaten worden". „Ik zal net zoo lang aandringen tot de huisknecht mij binnen laat. Misschien was hij in zijn Jonge jaren zelf wel een inbre ker!" „Als u zich op die manier toegang ver schaft. bewerkt u uw eigen ondergang". „Ik wil u vóór zijn, meneer Hcmmings. Het ligt in uw bedoeling om uw oom leugens te verteller". „Hoe zegt u?" „Ja. leugens, niets dan kinderachtige leu gens. Denkt- u dat lk u daarmee kalm uw gang zal laten gaan?" „Pardon, ik begrijp u niet goed", klonk het koud. ..Georgeneem me niet kwalijk, ik be doel meneer Hcmmings mijn gedrag is niet te verdedigen. Maar soms komt wijsheid uit dwaasheid voort. Toen wij elkaar het eerst ontmoetten, was u jong, en neem me niet kwalijk dat ik het zoo zeg zoo groen als gras. Sedert dien bent u achter den boe zelaar van uw moeder weggeloopen, hebt in de cel gezeten, bent heler van gestolen goederen geworden en hebt uw nette, zacht zinnige manieren vergeten. Waarom is dit allemaal gebeurd? Uit boosaardigheid? Ge looft u mij dat ik mij niet zooveel moeite zou hebben getroost, als ik in mijn hart niet iets voor u gevoeld en mij daarom geërgerd had aan het feit dat zoo'n aardige jongen zoo zoetsappig én onbenullig was. U zult mij mijn gedrag wel nooit, vergeven, maar toch groeit uit al deze narigheid iets goeds voor u. U kruipt nu niet meer achter uw moeders boe zelaar terug. Tot haar verbazing en die van u zelf bent u een man geworden". De trein stopte aan een tusschenstation en twee dames kwamen de coupé binnen. „Ik ga maar naar een rookcoupé", zei George. „Dag juffrouw Turner." Hij nam zijn hoed af en stepte met veel vertoon van waardigheid uit-. De tranen sprongen Lilian in de oogen en zc veegde zc snel weg met haar zakdoek. „Geen man kan echt houden van de vrouw, die hem heeft beschoolmeesterd", dacht ze. HOOFDSTUK XX. Bij Mr. Greville. Met een schok was Lilian tot öe ontdek king gekomen clat zij George werkelijk graag mocht lijden. Hij was eigenlijk ook niet zwak: door zijn onervarenheid en goedhartigheid maakte hij wel dien indruk, maar ais men hem beter leerde kennen, bleek dit maar schijn. Was zij zelf vrij van blaam? Zou een werkelijk aardig meisje gehandeld hebben als zij? De '-""en rolden haar over de wangen. Zij was eigenwijs en lichtzinnig geweest en had van heel weinig fijn gevoel blijk gegeven, welk recht had zij om zich tot opvoedster van - n ander op te werpen? En zij kwam tot de overtuiging, dat het thans vóór alles haar plicht was om zichzelf en haar mede-slacht offers te bevrijden uit het warnet, waarin ze zaten verschrikt. Toen dc trein in Londen arriveerde, was zij de eerste die op het perron stond. Ze sprong in een taxi en beloofde den chauf feur een extra fooi als hij voortmaakte. Ze kwam aan het huis van den minister en bel de hard. bang dat George zou komen op dagen vóór ze binnen was. „Geef mijn kaartje aan meneer Greville", hijgde ze tegen den bediende die haar open deed. „en zeg hem dat ik hem graag oogen- blikkclijk wou spreken. Zeg vooral dat het heel dringend is". "c wachtte ongeduldig tot de man terug kwam met een uitnoodiging om hem naar meneer Greville's studeerkamer te volgen. Toen r\' het vertrek binnenkwam met meer vaart aan behoorlijk was, stond Greville van zijn schrijftafel op om haar te begroeten. „Dit is een prettige verrassing", zei hij vriendelijk. „De vrienden in Londen hebben je erg gemist. Ik kwam Tommy vanmorgen tegen en hij is ontroostbaar". „O ja?" vroeg ze onverschillig, „het spijt mij, „maar ik kom u lastig vallen voor ern stiger dingen dan Tommy. Ik wilde u alleen maar komen vertellen dat het allemaal uw schuld is!" „Zonder twijfel is het mijn schuld, maar wat eigenlijk?" ,.U hebt mij gevraagd om hem op te voe den: u hebt mij de belofte afgeperst dat ik mijn best zou doen". „Wie opvoeden?" „Wel, George, uw neef". „Mijn neef!" Hij staarde zijn bezoekster aan en zijn lippen krulden zich veelbetee- kenend. „Zoo, zoo, dus je hebt meneer George opgevoed! En wat is het resultaat?" Lilian ging zitten. Zij nam haar zakdoekje uit haar tasch en veegde haar oogen af. „Ik ben bang, dat het heel gauw met onze vrijheid gedaan zal zijn". De minister liet zich met een onceremo- nieelen plof in Zijn bureaustoel vallen. „Wel allemachtig", riep hij uit, „dat. ik daar niet direct aan gedacht heb! Dat jij in Woolia- combe bij je tante logeerde!" Dus jij bent het geweest!" „Ik? Wat ben ik geweest?" „Heb jij den laatsten tijd ook kostbare ju- wellen gevonden?" „O. dus u weet alles", riep Lilian verheugd. „Dat doet me plezier! Ik vond het al zoo moeilijk om u alles uit te leggen". „Jij hebt mijn jongen, onschuldigen en braven neef verleid om zich te voegen bij een gemeene inbrekersbende, waartoe jij ook be hoort!" „Juist. U bent goed op de hoogte." zei Li lian tevreden. „Weet u ook wie de andere leden zijn?" „Neen". „Meneer Warden". „Wie is dat?" „Dat is een paardenhandelaar met hart- veroverende manieren. Verder mijn lieve oude tante in Woollacombe en mijn vader. Stel u voor dat mijn vader een diadeem steelt!" „Zijn ze dat allemaal?" „Ja. behalve George. Ik fcoop dat u niet boos bent. dat lk u niet tot lid van de orde geproclameerd heb, maar als u soms lust heb....?" „Neen, dank je". -"- tit vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6