H
D
H. D. VERTELLINGEN.
BALANS - OP
WEILL
Bontwerkers - Dameskleederniakers
FEUILLETON
De Gestolen Diadeem
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 8 JANUARI 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
Bohémiens
door
NANCY MORRISON.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL
B4RTELJ0RISSTR. 26-23
Stella Mahony begaf zich naar het groote.
rijk gemeubelde atelier, waar ze zich met
haar gasten onderhield. Van alle kanten
wenschte men haar en George geluk. „En
wat een prachtige cadeaux hebben jullie ge
kregen; zulke echt-artlstleke dingen!"-
Velen waren Jaloersch op haar en begrepen
niet, dat een man als George haar juist tot
vrouw begeerde.
„Zij zal nooit een huishouden kunnen be
sturen met zoo'n staf van personeel. Denk
maar eens aan het leven, dat ze tot nu toe
geleid heeft. Een zwervers-bestaantje in
kleine haven-logementen met dien schelm
van een man van haar".
Fanny Graham, schilderes van naam, vond
gelegenheid Stella even alleen te spreken,
en begon dadelijk op gemaakt lieven toon:
„Beste Stella, George zal een pracht echt
genoot zijn, en wat een mooi huis krijg je
in Mayfair. Maar hoe zul je het klaar spelen
hem te helpen in zijn politieke carrière? Ik
hoop maar, dat hij geen verkeerde keus heeft
gedaan".
Stella glimlachte flauwtjes en antwoord
de: „Wat een onzin, Fanny! Het is heusch
gemakkelijker een goede gastvrouw te wor
den, dan een goede schilderes. Mijn werk
zal nooit boven het middelmatige uitsteken,
dat weet je. Maar je weet ook, dat ik heerlijk
koken kan!"
„Je zou veel beter kunnen schilderen, als
Je maar wou; je bent te lui", zei Fanny.
„Dat is het niet- Ik ben te rusteloos; als
lk wat meer werk, zal het wel veranderen".
Een andere dame voegde zich bij haar;
het was een nicht van George Burfield, die
veel op hem geleek wat figuur betrof en
den vorm van neus. Zij had juist het laatste
deel van het gesprek gehoord.
„Grappig je te hooren praten van „werk",
nu je gaat trouwen met George. Andere
vrouwen zouden eerder spreken van een
„romance" of een „droom"; hierbij keek zij
vaag in de richting van een jong meisje
met rood haar, dat bezig was de cadcuux te
bewonderen.
„En waar Is George nu?", vroeg zij. „Ik
dacht, dat hij vanavond wel hier zou zijn".
Stella luisterde even aandachtig.
„Kijk", zei ze, „daar komt hij Juist; ik hoor
ïijn correcten stap".
Glimlachend en zelfbewust schreed George
de zaal door naar Stella; onderweg sprak
hij even met enkele kennissen. Het langst
praatte hij met Molra Gameron, het rood
harige meisje, dat hij tot in bijzon-de riK» len
een Jacht beschreef, dat hij dien middag
had gezien.
Bij Stella gekomen vroeg hij: „Is het een
prettige avond?", en voor ze nog antwoorden
kon, ging hU voort: „Ik hoop, dat je het
goed vindt; ik heb een violist binnengehaald
om de stemming erin te houden. Hij speeldo
vóór de deur, niet al te slecht, en ik be
loofde hem tien gulden als hij ons een uurtje
wilde bezig houden".
Stella glimlachte. zonder veel belang
stelling te toonen in het geval.
„Goed hoor", zei ze. „Laat hem liever in
den tuin spelen, of op het terras; het is
hier zoo vol. HIJ zal toch geen hoeden of
Jassen wegnemen?"
Toen George naar bulten was gegaan zei
zij togen Fanny:
„Hij is lief, vind Je niet?" Dit noemt hij
nu ..Bohémien". Soms is hij dol op iets aparts.
Maar helaas niet heel vaak!"
„Wat scheelt jou?", vroeg Fanny boos.
Wat zachter ging zij voort: „Ik geloof dat
die nicht van George gelijk heeft; als je
George niet liefhebt, waarom trouw je dan
met hem?"
„Och, je begrijpt me niet. Ik hou heusch
veel van George, maar ik weet niet wat ik
heb vanavond. Het ligt zeker aan mijn stem
ming!"
Zij Het Fanny alleen en voegde zich bij
eenige andere gasten.
„Ik wed om een gulden met je", zei ze
tot Molra, „dat de violist een van deze drie
dingen zal spelen: Salut d'Amour, Humorefjque
of Cavatina van Raff".
Een oogenbllk later klonken dè tonen van
de viool door de zaal.
„Je hebt je weddenschap verloren, Stella",
zei Molra lachend; ,,'t ls wel afgezaagd, maar
je hoort het niet vaak op do viool spe
len".
Maar Stella zei niets. Terwijl de heerlijke
melodie tot haar doordrong, was zij met
haar gedachten vèr weg van het feest. Zij
voelde zich thans bevrijd van den druk. waar
onder zij sedert maanden had geleefd. Zij
zag zich in gedachten terug ln de schamele
haven-logementen in Southampton, Liver
pool, Hull, die allemaal gelijk waren; dóór
zong Tim zijn liedjes voor haar met zijn diepe
stom. En hij eindigde steeds met het lied.
l'it het Engelsch van
ARCHIBALD EYRE.
38)
„O, dat vind ik geen prettig idee, heelo-
maal niet", riep Lilian. „Neemt u mij niet.
kwalijk, maar gesteld dat lord Harlsmore
George op den verkeerden weg bracht? Ge
steldO. ik ben overtuigd dat Lord
Harlsmore heelemaal geen goed gezelschap
voor hem is. Het spijt me dat ik het zoo on
omwonden zeggen moet".
„Het zou zoo goed zijn voor Augustus".
„Maar slecht voor George. Oik kan het
niet- goed vinden".
„Maar kindje, lk geloof niet dat het in de
bedoeling lag om Jouw toestemming te vra
gen".
Lilian werd vuurrood. ..Natuurlijk niet.
Waar bemoei ik me eigenlijk mee; ik heb
er niets mee te maken. Maar
„Meneer Gcvlllc vindt het plan heel ver
standig. Hij zegt dat het op beiden een uit
stekende uitwerking zal hebben
..Zelfs meneer Greville vergist zich wel eens"
zei Lilian halsstarrig. ..Een heel jaar!"
„Maar er is een moeilijkheid".
dat de violist thans speelde:
„Oh, Shenandoah, I'm going to leave you,
On away, you rolling river,
Oh, Shenandoah, I'm going to leave you,
Away I'm bound to go,
Cross the wide Missouri.
Dit lied had hij altijd gezongen, vóór hij
haar verliet. En hos vaak had hij haar ver
laten! Soms bleef hij wel meer dan een jaar
weg, om lange reizen te maken. Als hij haar
niet zoo dikwijls in den steek had gelaten
en dat was niet noodig geweest, als hij zijn
betrekking behouden had maar wat gaf
het, om daaraan te denken! Zij warcri wettig
gescheiden en zij stond op het punt te her
trouwen met George, den keurigen, soliden en
knappen George.
Als die viool nu maar eens ophield al
die h.'.inneringen pijnigden haar.
Het was of de vlolist haar gedachten had
geraden; de muziek zweeg. Maar meteen zong
een mooie bariton:
„t Is three long years since last I saw
you;
On away, you rolling river
Toen nam de viool de rmflodie weer over.
„Hij maakt een fout", merkte Moira op,
„het is niet „drie", maar „zeven" jaar!"
„Niet waar, hij heeft gelijk, het ls drie!",
zei Stella. Zij verliet daarop de zaal en be
gaf zich naar bulten.
Ze leunde tegen den muur en keek naar
Tim; hij was nog steeds dezelfde, alleen zijn
haren begonnen aan de slapen te grijzen.
Toen het lied uit was, zei ze tegen hem,
zoodat ieder het hooren kon: „Wilt u hier
even binnen gaan, dan zal ik een kop koffie
voor u halen".
Toen ze alleen waren, vroeg ze koel:
„Is dit je nieuwste bezigheid: vioolspelen?"
Het antwoord luidde even kalm:
„Neen. Ik doe dit reeds sinds eenige Jaren
in diverse music-halls. Alleen vanavond
speelde ik hier buiten, om jou weer te zien".
„Waarom? Wat wil je?"
„Ik wil jou. Wil Je bij me terugkomen,
Stella?"
Stella werd doodsbleek.
„Je schijnt te vergeten, dat we gescheiden
zijn".
„Dat doe ik niet. Ik heb Je drie jaar ge
leden laten gaan, omdat Je zei, dat je iemand
anders liefhad. Toen ik eentge weken geleden
in New York hoorde, dat Je niet hertrouwd
was, nam ik het besluit naar je toe te komen.
En hier ben ik nu. Thans kan ik je bewij
zen, dat ik in staat ben lang in één betrek
king te blijven.
„Kijk", zei hij een blad papier uit zijn
portefeuille halend, „dit is een contract voor
drie jaar met de Beaumont musichalls als
violist. Eerst Londen, dan de provincie en
ten slotte de koloniën. Wat zeg je daarvan,
Stella? Nu zal ik je nooit weer alleen achter
laten! Overal waar ik heenga, ga jij met me
mee. Zoo'n leven moet je wel aanstaan, want
Jij hebt, net als ik, een zwervers-natuur!"
Stella wist niet of ze lachen of weenen
moest.
„Je lijkt wel gek. Drie Jaar blijf Je onzicht
baar en dan kom je Ineens terug, denkt er
niet eens aan, dat we gescheiden zijn, en
wilt, dat ik je volg op een reis door het
heele Brltsche Rijk!"
Tim keek haar diep ln de oogen.
„Als je wilt, kunnen we natuurlijk her
trouwen. We zullen nar Liverpool, Plymouth,
Cardiff en al die plaatsen gaan, waar we
vroeger samen geweest zijn; we nomen onzen
intrek in dezelfde logementen!"
„En denk je werkelijk, dat ik het doen
zal?"
„Ik hoop het. En waarom zou je het nu
niet metoen doen? Is er niemand, die de
leiding van het verstoorde feest over kan
nemen? Kleed je aan en pak eenige nood
zakelijke dingen bij elkaar; in dien tijd zal
ik de tien gulden verdienen, die dat onbe
nullige ventje' met de monocle mij gegeven
heeft".
„De jonge man met de monocle", stamelde
Stella, „zou morgen mijn echtgenoot
zijn!"
Eén oogenbllk keek Tim haar verbijsterd
aan. Toen schudde hij het hoofd en zri
glimlachend:
„Neen, Stella, dat ls geen man voor Jou;
met hem zou je nooit gelukkig worden. Jij
hebt een bohémien noodig, zooals ik".
Stella's oogen schitterden.
„Zal lk komen zal lk?"
Tim nam zijn viool op en speelde zacht
jes de eerste tonen van een Czardas
„Maak voort, lieveling", zei hij.
„Aha!"
„Augustus weigert zich door meneer Hem-
mings te laten opvoeden. Hij werd haast grof
toen ik er op aandrong. Daarom heb ik me
neer Hemmings laten komen en hem ge
vraagd zijn uiterste best te doen om Augus
tus tot andere gedachten te brengen".
„Geeft lord Harlsmore ook redenen op?"
„Ja, hij vindt meneer Hemmings een kwast
en hij heeft hem dat onomwonden gezegd.
Ik zei toen dat het beter was een kwast te
zijn dan een dief. Maar meneer Hemmings
was heelemaal niet boos om Augustus' on
hebbelijk optreden; hij stelde voor dat ik
weg zou gaan, zoodat hij de zaak onder vier
oogen met mijn zoon bespreken kon. Toen
ben ik maar naar Jou toe gegaan".
Lilian sprong op. „Ik moet George spre
ken", stamelde ze. „Het gevaar is te groot.
George kent de wereld niet voldoende".
Lady Harlsmore hinkte naar haar toe. „Ik
geloof dat het Augustus' eenige kans is", zei
ze met iets smeekend in haar stem. „Meneer
Hemmings ls een oprechte, eerlijke jongen en
geen zwakkeling, daarvan ben ik overtuigd.
Ik herken een man als ik er een ontmoet".
„Niemand kan hooger dunk van George
Hemmings hebben als ik", zei Lilian met een
schittering in haar oogen.
„En toch denk .ie dat mijn jongen, die ne
gentien is. hem op het verkeerde pad kan
brengen?"
Liüan zweeg. „Het ls tenslotte mijn zaak
niet", zei ze na een lange pauze.
LANGS DE STRAAT
Vergane Grootheid.
Vliegende Hollanders en autopeds jakker
den over het breede trottoir met de groote
steenen.
De kinderen speelden „ongelukkie", nü
eens waren het twee autopeds, die tegen el
kaar opvliegen, dan weer liet een „voet
ganger" een vliegende Hollander tegen zich
aanrijden, 't Was een wedstrijd, wie de mees
te ongelukken maakte. Ook de ziekenauto,
die de gevallenen vervoeren moest, ontbrak
niet.
Voorzichtig werden de gevallen stakkers op
een home-made vliegenden wagen merk
Sunlight) gelegd, en langzaam vervoerd.
Maar toén kwam er iets veel mooiers!
Een hoog opgeladen luxe-vuilniswagen was
het, die zich moeizaam voortsleepte door de
straat.
De jeugd begroette hem met gejuich, want
het was werkelijk een bijzondere last, die hij
dit- keer vervoorde.
't Was een wonderlijk mooi bouwwerk, een
architectonisch meesterstuk.
De vuilnismannen hadden kans gezien een
toren op tc bouwen van kerstboomen en dit
wekte de bewondering van de kinderen, die
hun „wagens" in den steek lieten en achter
de vuilnisauto aanjoelden.
Langzaam schoof hij voort, als een zegekar
in een optocht.
Toen de wagen over den spoorweg hob
belde bleek de revolutie-bouw van den toren
en vier kerstboomen zakten, zakten van hun
hoogte en daalden neder op de aarde.
De vuilnismannen reden in onschuld ver
der, geloovende in de hechtheid van hun
meesterwerk.
En de jochies juichten. Drie sleepten ze er
mee, naar het trottoir, voor de vierde was
geen tijd meer, want Juist gingen de spoor-
boomen dicht.
Even later reed ratelend een trein over den
achtergebleven boom.
De jochies vonden het prachtig, dat ze zoo
maar een echt ongeluk voor hun oogen za
gen geschieden.
„Jongens, dat kunnen wij ook", riep er een.
En toen werden de kerstboomen in hun
ongelukkie-spelletje opgenomen.
Moeizaam schoven de karretjes over de
krakende takken, die niet zoo heel lang ge
leden nog schitterden met engeienhaar en
kaarsjes.
VAND.
SPIRITISTISCHE VEREENIGING
„HARMONIA".
LEZING VAN DEN HEER J. S. JENSEN.
Men schrijft ons:
Op Vrijdag 10 Januari 's avonds 8 uur zal
in de groote zaal van den Protestantenbond,
Vestestraat, voor de Vereeniging van Spiri
tisten „Harmonia" een lezing worden gehou
den met lichtbeelden, door den heer J. S.
Jensen, uit Kopenhagen.
De heer Jensen die thans 56 Jaar oud is
bezocht van 18881896 als „internationaal
auditor" van het Leger des Heils verschillen
de landen van Europa, o.a. Holland. Na zich
in 1897 te Kopenhagen te hebben gevestigd,
richtte hij in 19Ö8 de Deensche Spiritisten-
vereeniging op en gedurende 4 jaren was hij
secretaris van de Deensche „Society for Psy
chical Research", wier president Dr. Chr.
Winther, professor aan de polytechnische
school te Kopenhagen is.
Jensen gaf vele spiritistische boeken uit
waarvan „Het land der schaduwen van Mme.
d'Esperance" wel het meest bekende is.
Onder de mannen die in de internationale
Spiritistische beweging een belangrijke taak
vervullen is de heer Jensen zeker een der
voornaamste. Jensen leidt zijn onderzoekin
gen geheel in streng wetenschappelijken zin
en beschikt over vele gegevens.
Op 7 Januari spreekt hij in Den Haag, 9
Januari in Rotterdam en op 10 en 13 Januari
ln Haarlem en Utrecht.
Het onderwerp zijner lezing is: „Mme
d'Esperance", het beroemde materialisatie -
medium, dat hij persoonlijk heeft gekend.
Veel van wat nooit over dit medium is ge
publiceerd zal de heer Jensen mededeelen.
Hij zal ook een serie nog nooit vertoonde
lichtbeelden laten zien.
De lezing welke in de Engelsche taal zal
worden uitgesproken wordt vertaald in het
Hollandsch door den heer P. Goedhart, oud
directeur eener Rijks H.B.S. te 's-Graven-
hage, die voor Haarlem geen onbekende is.
Dat na het optreden van Sir Arthur Conan
Doyle in Holland nu weer een der voorman
nen der internationale spiritistische bewe
ging Holland bezoekt, bewijst wel dat de be
langstelling ook hier, als elders, groeiende is.
SNEL VERBAND
Voor de eerste hulp%'oreeniging „Snelver-
bar.d" zal op Vrijdag 10 Januari een lering
met lichtbeelden gehouden worden door den
heer G. Seubring, den Haarlemschen wereld
reiziger.
De lezing heeft plaats in het gebouw van
de Jonge Manaen-vereeniging, Lange Marga-
rethastraat, en heeft tot onderwerp: „het
verleenen van eerste hulp bij ongelukken bij
de Kaffers en Boschjesmannen in Midden-
Af rika".
„Dat weet ik nog zoo net niet", merkte lady
Harlsmore lachend op. „Ik mag me vergis
sen. maar ik geloof dat George Hemmings in
een buitengewoon goed blaadje bij jou staat".
Lilian stamelde een ontkenning, maar de
plotselinge vuurroode blos op haar gezicht
logenstrafte haar woorden.
„En waarom ook niet?" vroeg lady Harls
more opgewekt, „als je Augustus toch niet
wilt- hebben?" Ze trok het meisje naar zich
toe en kuste haar innig.
HOOFDSTUK XXITI.
De goede afloop.
Toen lady Harlsmore vertrokken was, bleef
Lilian een minuut of vijf in diep gepeins ver
zonken zitten. Eindelijk veegde ze haar oogen
af en nam haar naaiwerk weer op. Werktui
gelijk naaide ze er een paar steken aan.
„Een heel jaar", mompelde ze.
Ze stond plotseling op. liep rusteloos de
kamer door. doch even daarna hervatte ze
haar arbeid.
Een half uur later werd er weer gebeld en
Lord Tom werd binnengelaten.
Lilian kwam hem tegemoet. ..Zoo Tommy,
ben Jij daar? Zc stak hem hartelijk de hand
toe.
„Ik had gehoord dat je er weer was", zei
hij opgewekt.
„Ja. ik bon er weer. ga zitten. Wil je thee?"
„Nee, dank je, dat betcekent dat we ge-
ONZE VERKEERSAGENTEN.
VRAAGBAKEN?
Een lezer schrijft ons:
„Op de drukste punten der stad staan ver
keersagenten die op meer dan loffelijke wijze
hun plicht doen. Vraagt een voorbijganger
een verkeersagent naar den weg (en dat mag
volgens de politieverordening), dan moet hij
antwoord geven. Het gevolg is, dat hij het
verkeer moet stop zetten. Ik heb dit meer
malen kunnen zien met de belachelijke ge
volgen daarvan.
De fout ligt natuurlijk bij het publiek, maar
de hoofdschuldige blijven de autoriteiten die
zoo iets in geen geval moesten tolereeren in
1930 in een stad van ongeveer 120.000 inwo
ners".
Wij hebben over deze klacht inlichtingen
gevraagd aan den Commissaris van Politie.
De heer E. H. Tenckinck verklaarde, dat de
verkeersagenten niet verplicht rijn om in
lichtingen aan het publiek te geven. Als het
verkeer het evenwel toelaat doen zij het zoo
veel mogelijk. Het verkeer wordt evenwel
nooit voor dat doel stopgezet. Het is ook
meermalen voorgekomen, dat een verkeers
agent het te druk had om inlichtingen te ge
ven, waarom hij den vrager naar een ande
ren agent verwees.
AANBESTEDING.
Door den architect Nic. J. Nijman te Heem
stede is aanbesteed het uitbreiden der R.-K.
School te Sloten.
Ingeschreven werd door:
M. J. Kok, Buitenveldert f 22264.
Gebrs. Segers, Haarlem f 21000.
A. Voordouw, Zwammerdam f 209000.
J. H. Keyzer, Amsterdam f 20600.
J. Vooges, Heemstede f 20250.
H. J. Koenen, Sloten f 20100.
Venhoven en Evers, Heemstede f 20100.
Gebr. v. d. Putten, Heemstede f 19995.
C. A. M. Jonckbloedt, Heemstede f 19921.
J. Philips, Haarlem f 18500.
F. Philips, Haarlem f 18390.
Venhoven en v. d. Ven, Vogelenzang f 17495.
DE GOEDKOOPE SAM VAN DEVENTER.
In ons nummer van 3 December plaatsten
wij een mededeeiing over „de goedkoope Sam
van Deventer". Volgens inlichtingen om
thans door den Commissaris van Politie ver
strekt. was de redactie niet volkomen juist.
Het is in het belang der partijen de juiste
toedracht der zaak te vermelden. Deze is:
„Eenige Haarlemsche winkeliers hebben bij
den Commissaris van Politie te Haarlem een
klacht ingediend tegen „De man van Deven
ter „de goedkoope Sam", die reclame had ge
maakt voor Vlaamscli Kloosterlinnen. De
klacht hield in dat deze waar zoogenaamd
Congo-linnen zou zijn, dus een bijna waar
deloos product. Het is gebleken, dat de aan
vankelijk door deskundige Haarlemsche
winkeliers verstrekte inlichtingen niet juist
waren, daar bedoelde stof niets met Congo-
linnen te maken had en zoogenaamd half
linnen was, waarvan de door genoemden
koopman gevraagde prijs niet te hoog was.
Een en ander is door den Rijksvezeldienst te
Delft onderzocht. Hierop heeft „De Man van
Deventer" bedoelde winkeliers in rechten
aangesproken, doch de Rechtbank te Haar
lem heeft hem zijn eiseh ontzegd".
OPMERKINGEN VAN LEZERS.
DE VEERDIENST ENKHUIZEN-STAVOREN.
De heer J. v. d. B. zendt ons eenige opmer
kingen over de spoorboot-en EnkhuizenSta
voren. Inzender meent dat de veiligheid op
die booten te wenschen overlaat en dringt
aan op de aanschaffing van zwemvesten,
gevuld met kapok of kurk goed over het dek
verdeeld en voor ieder gemakkelijk bereik
baar.
Tot zoover deze klacht, die wij overbrach
ten aan den Inspecteur van den Stoomboot-
Veerdienst te Enkhuizen.
Deze schreef ons daarna het volgende:
„Naar aanleiding van het telefoongesprek
dat ik heden met u voerde kan ik u mede
deelen dat zich aan boord der Veerbooten
van den Stoomboot Veerdienst Enkhuizen-
Stavoren de navolgende brandblusch- en red
dingmiddelen bevinden:
4 reddingbooten met complete inventaris.
1000 reddinggordels (zwemvesten).
6 reddingboeien.
6 brandslangen a 15 M. met koperen kop
pelingen en straalpijpen.
stoord zullen worden door heen en weer loo-
pende bedienden. Ik wil eens rustig met je
praten".
Zij gingen zitten cn zij nam haar werk
weer ter hand.
„Je schijnt het druk te hebben", zei hij
na oen oogenblik van stilte. „Wat maak je?"
„Schorten voor Jane", legde Lilian uit. ,.Ik
ben van plan mij voortaan als een echte
vrouw te gedragen en alle lichtzinnigheid,
loslippigheid en brutaliteit aan den kant te
zetten evenals alle kennissen, die een slech
ten invloed op me hebben".
„Hoor ik daar ook bij?" vroeg de jonge
man.
„Ik ben bang van wel". Lilian zuchtte. „Ik
zal je erg missen, Tom. maar je bent heusch
niet ernstig genoeg: ik geloof niet dat je
geschikt gezelschap bent voor een jong meis
je dat naar vrouwelijke deugden streeft".
„Jij moet er toch altijd een of ander ideaal
op na houden, Lilian", zei hij. „Maar ik heb
ook een ideaal en vandaag ben ik gekomen
om te zien of dat verwezenlijkt kan worden"
Lilian aarzelde een oogenbllk, toen keek
ze hem aan.
„Wat voor ideaal is dat dan?"
„Jij".
„Ik ben geen ideaal".
„Je bent m tf n ideaal. Lilian, liefste. Je
hebt gezegd dat ik na zes maanden mocht
terugkomen. Ik weet dat die termijn nog niet
om is. maar ik kan niet langer wachten".
Dc schort viel haar uit de vingers,
1 waterleidingpijP over de geheele lengte
van het schip met gelegenheid tot aankoppe-
peling van brandslangen op 5 plaatsen. In
iedere afdeeling voor passagiers twee extine-
teurs met reseve ladingen".
STADS-BIBLIOTHEEK EN
LEESZAAL.
STATISTIEK OVER 1929.
De Stads-Bibliotheek en Leeszaal ontving
in het jaar 1929 overdag 63996 bezoeken en
's avonds 44860, totaal 108856 (vorig jaar
107124). Uitgeleend werden in 1929: 89628
boeken (vorig jaar 91564).
JAARBOEKJE EVANG. LTJTH. GEMEENTE.
Wij ontvingen het Jaarboekje voor 1930
van de Evang. Luthersche Gemeente alhier.
Herinnerd wordt aan het feit dat het
Wees- en Oudeliedenhuis der Ev. Luth. Ge
meente, Westerhoutpark hoek Wagenweg, op
ee nder laatste dagen van 1930 vijf en twin
tig jaar zal hebben bestaan.
Uit de geschiedenis van het Weeshuis wordt
het een en ander medegedeeld., waarna eeni
overzicht volgt over het jaar 1929.
En verder bevat het boekje, dat verlucht
is met afbeeldingen van een interieur van
de kerk, en een groepfoto van Regenten en
Regentessen van het Wees- en Oude Lieden -
huis, veel informatie betreffende alle instel
lingen der Evang. Luthersche gemeente en
wat daarmede in verband staat.
AANBESTEDING.
Een mil li oen straatklinkers.
De directeur van Openbare Werken heeft
heden aanbesteed de levering van 1.000.000
stuks Waalstraatklinkers.
Er waren acht inschrijvers. Ingeschreven
werd door:
Van der Leest, voor: 200.000 stuks tegen'
f 25.25 per duizend; 300.000: f 28.50; 300,000
f 28.50, 300.000 f 28.50, 300.000 f 32.50 en
300.000 f 32 50.
Door Smits en Reinders voor 300.000 f 33.25;1
300.000 f 33.25, 200.000 f 34.25, 200.000 f 34.25
en 300.000 f 38.25.
Door Philippo voor 350.000 f 33.25.
Door Gebr. v. Hasselt voor 1.000.000 f 33.45*
Door De Steenwerf voor 250.000: f 32.50.
Door N.V. Luiten voor: 200.000 f 31.75,
200.000 f 31.50, 500.000 f 33.75, 500.000 f 29.25,
200.000 f 32 en 450.000 f 36.
Door H. C. v. Meeuwen voor: 200.000 f 34.80*
120.000 f 33, 100.000 f 31, 100.000 f 30.50,
100.000 f 34.90, 100.000 33.15, 120.000 f 33.25 en
250.000 f 33.
Door De Jonge voor: 600.000 f 33, 100.000'
f 27, 150.000 f 30, 250.000 f 29 en 300.000 f 28,
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij:
Van Dijk, Delftstraat 28 zwart, regen-
broekspijp; Jansen, Waldeck Pyrmontstraat
7, bril; van Wijngaarden, Celebesstraat 13,
geld; Meijer, Jaeobstraat 7, ceintuur; Heeres,
Roosveldstraat 13, étui met schrijfbehoeften,
Bureau van Politie, Smedestraat, hand
schoen; Bos, Begijnhof 14, handbescher
mers; Piens, Boeresteeg 28 a zijstuk van een
ledikant; Roest, Teding van Berkhoutstraat
28, groen muts; Bakkum, Oudeweg 8 B,
spoorwoning 13, portemonnaie met Inhoud;
Wit, Cornelissteeg 7, pet; Meilof, Vrouwehek
straat 117, rijwielbelastlngmerk; Brongers,
Lindenstraat 44, Teddybeer; Monsma, Esch-
doorustraat 39, sleutels; Roos, Gortestraat 5,
sierhanger; Wesseling, Jan van Nieuwenhui-
zenstraat 22, vulpenhouder.
EXCURSIE VAN DEN VEGETARIëRSBOND.
De afdeeling Haarlem van den Ned. Vege
tariërs Bond houdt Zondag 12 Januari een
excursie naar de duinen van de Amsterdam-
sche Waterleiding bij Bentveld onder leiding
van den heer C'. Sipkes.
Vertrek voor wandelaars om 9 uur Wil-
sonsplein; de tram vertrekt om 9.45 van de
Tempeliersstraat.
OriZE GROEMTJE3
l=OlM5DAG
DOM DERDA3
i= ZATERDAG 1
0
gji
G
„Het spijt mij stamelde ze. „Als- ik dat
gezegd heb, was het omdat ik verwachtte dat
je dan met meer verlangen zou om terug te
komen. Neen Tom. ik ben verder van je ver
wijderd dan ooit".
„Ik zal blijven hopen", zei hij met een po
ging om zijn teleurstelling te verbergen.
„Niets zal me ontmoedigen. Ik kom terug".
„Er is absoluut geen hoop".
Er was iets in haar stem dat hem deed
ontstellen.
„Meen je dat in ernst?"
„Ja".
„Is er een ander?" vroeg hij met een plot
selinge vlaag van jalouzie.
„Misschien".
Tom stond op. „Ik weiger om te gelooven
dat je dit ernstig meent, Lilian. Een paar
weken geleden heb je me nog gezegd dat er
geen ander was".
„Dat is al zoo lang geleden. Tosn was het
waar. O. Tom. kijk niet zoo ongelukkig!"
Hun gesprek werd gestoord doordat er nog
eens gebeld werd.
„Ik beschouw dit niet als Je laatste ant
woord, laat ik je dat zeggen", zei Tom op
beslisten toon. Hij dook naar zijn hoed.
Op dat oogenblik ging de deur open en
George Hemmings werd binnengelaten. Hij
bleef een beetje zenuwachtig bij de deur
opening staan. Lilian bloosde hevig en keer
de zich vlug naar Tom.
(Slot yolgts,