H D H. D. VERTELLINGEN. BALANS - OP WEILL Bontwerkers - Dameskleederniakers FEUILLETON De Gestolen Diadeem HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 8 JANUARI 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). Bohémiens door NANCY MORRISON. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL B4RTELJ0RISSTR. 26-23 Stella Mahony begaf zich naar het groote. rijk gemeubelde atelier, waar ze zich met haar gasten onderhield. Van alle kanten wenschte men haar en George geluk. „En wat een prachtige cadeaux hebben jullie ge kregen; zulke echt-artlstleke dingen!"- Velen waren Jaloersch op haar en begrepen niet, dat een man als George haar juist tot vrouw begeerde. „Zij zal nooit een huishouden kunnen be sturen met zoo'n staf van personeel. Denk maar eens aan het leven, dat ze tot nu toe geleid heeft. Een zwervers-bestaantje in kleine haven-logementen met dien schelm van een man van haar". Fanny Graham, schilderes van naam, vond gelegenheid Stella even alleen te spreken, en begon dadelijk op gemaakt lieven toon: „Beste Stella, George zal een pracht echt genoot zijn, en wat een mooi huis krijg je in Mayfair. Maar hoe zul je het klaar spelen hem te helpen in zijn politieke carrière? Ik hoop maar, dat hij geen verkeerde keus heeft gedaan". Stella glimlachte flauwtjes en antwoord de: „Wat een onzin, Fanny! Het is heusch gemakkelijker een goede gastvrouw te wor den, dan een goede schilderes. Mijn werk zal nooit boven het middelmatige uitsteken, dat weet je. Maar je weet ook, dat ik heerlijk koken kan!" „Je zou veel beter kunnen schilderen, als Je maar wou; je bent te lui", zei Fanny. „Dat is het niet- Ik ben te rusteloos; als lk wat meer werk, zal het wel veranderen". Een andere dame voegde zich bij haar; het was een nicht van George Burfield, die veel op hem geleek wat figuur betrof en den vorm van neus. Zij had juist het laatste deel van het gesprek gehoord. „Grappig je te hooren praten van „werk", nu je gaat trouwen met George. Andere vrouwen zouden eerder spreken van een „romance" of een „droom"; hierbij keek zij vaag in de richting van een jong meisje met rood haar, dat bezig was de cadcuux te bewonderen. „En waar Is George nu?", vroeg zij. „Ik dacht, dat hij vanavond wel hier zou zijn". Stella luisterde even aandachtig. „Kijk", zei ze, „daar komt hij Juist; ik hoor ïijn correcten stap". Glimlachend en zelfbewust schreed George de zaal door naar Stella; onderweg sprak hij even met enkele kennissen. Het langst praatte hij met Molra Gameron, het rood harige meisje, dat hij tot in bijzon-de riK» len een Jacht beschreef, dat hij dien middag had gezien. Bij Stella gekomen vroeg hij: „Is het een prettige avond?", en voor ze nog antwoorden kon, ging hU voort: „Ik hoop, dat je het goed vindt; ik heb een violist binnengehaald om de stemming erin te houden. Hij speeldo vóór de deur, niet al te slecht, en ik be loofde hem tien gulden als hij ons een uurtje wilde bezig houden". Stella glimlachte. zonder veel belang stelling te toonen in het geval. „Goed hoor", zei ze. „Laat hem liever in den tuin spelen, of op het terras; het is hier zoo vol. HIJ zal toch geen hoeden of Jassen wegnemen?" Toen George naar bulten was gegaan zei zij togen Fanny: „Hij is lief, vind Je niet?" Dit noemt hij nu ..Bohémien". Soms is hij dol op iets aparts. Maar helaas niet heel vaak!" „Wat scheelt jou?", vroeg Fanny boos. Wat zachter ging zij voort: „Ik geloof dat die nicht van George gelijk heeft; als je George niet liefhebt, waarom trouw je dan met hem?" „Och, je begrijpt me niet. Ik hou heusch veel van George, maar ik weet niet wat ik heb vanavond. Het ligt zeker aan mijn stem ming!" Zij Het Fanny alleen en voegde zich bij eenige andere gasten. „Ik wed om een gulden met je", zei ze tot Molra, „dat de violist een van deze drie dingen zal spelen: Salut d'Amour, Humorefjque of Cavatina van Raff". Een oogenbllk later klonken dè tonen van de viool door de zaal. „Je hebt je weddenschap verloren, Stella", zei Molra lachend; ,,'t ls wel afgezaagd, maar je hoort het niet vaak op do viool spe len". Maar Stella zei niets. Terwijl de heerlijke melodie tot haar doordrong, was zij met haar gedachten vèr weg van het feest. Zij voelde zich thans bevrijd van den druk. waar onder zij sedert maanden had geleefd. Zij zag zich in gedachten terug ln de schamele haven-logementen in Southampton, Liver pool, Hull, die allemaal gelijk waren; dóór zong Tim zijn liedjes voor haar met zijn diepe stom. En hij eindigde steeds met het lied. l'it het Engelsch van ARCHIBALD EYRE. 38) „O, dat vind ik geen prettig idee, heelo- maal niet", riep Lilian. „Neemt u mij niet. kwalijk, maar gesteld dat lord Harlsmore George op den verkeerden weg bracht? Ge steldO. ik ben overtuigd dat Lord Harlsmore heelemaal geen goed gezelschap voor hem is. Het spijt me dat ik het zoo on omwonden zeggen moet". „Het zou zoo goed zijn voor Augustus". „Maar slecht voor George. Oik kan het niet- goed vinden". „Maar kindje, lk geloof niet dat het in de bedoeling lag om Jouw toestemming te vra gen". Lilian werd vuurrood. ..Natuurlijk niet. Waar bemoei ik me eigenlijk mee; ik heb er niets mee te maken. Maar „Meneer Gcvlllc vindt het plan heel ver standig. Hij zegt dat het op beiden een uit stekende uitwerking zal hebben ..Zelfs meneer Greville vergist zich wel eens" zei Lilian halsstarrig. ..Een heel jaar!" „Maar er is een moeilijkheid". dat de violist thans speelde: „Oh, Shenandoah, I'm going to leave you, On away, you rolling river, Oh, Shenandoah, I'm going to leave you, Away I'm bound to go, Cross the wide Missouri. Dit lied had hij altijd gezongen, vóór hij haar verliet. En hos vaak had hij haar ver laten! Soms bleef hij wel meer dan een jaar weg, om lange reizen te maken. Als hij haar niet zoo dikwijls in den steek had gelaten en dat was niet noodig geweest, als hij zijn betrekking behouden had maar wat gaf het, om daaraan te denken! Zij warcri wettig gescheiden en zij stond op het punt te her trouwen met George, den keurigen, soliden en knappen George. Als die viool nu maar eens ophield al die h.'.inneringen pijnigden haar. Het was of de vlolist haar gedachten had geraden; de muziek zweeg. Maar meteen zong een mooie bariton: „t Is three long years since last I saw you; On away, you rolling river Toen nam de viool de rmflodie weer over. „Hij maakt een fout", merkte Moira op, „het is niet „drie", maar „zeven" jaar!" „Niet waar, hij heeft gelijk, het ls drie!", zei Stella. Zij verliet daarop de zaal en be gaf zich naar bulten. Ze leunde tegen den muur en keek naar Tim; hij was nog steeds dezelfde, alleen zijn haren begonnen aan de slapen te grijzen. Toen het lied uit was, zei ze tegen hem, zoodat ieder het hooren kon: „Wilt u hier even binnen gaan, dan zal ik een kop koffie voor u halen". Toen ze alleen waren, vroeg ze koel: „Is dit je nieuwste bezigheid: vioolspelen?" Het antwoord luidde even kalm: „Neen. Ik doe dit reeds sinds eenige Jaren in diverse music-halls. Alleen vanavond speelde ik hier buiten, om jou weer te zien". „Waarom? Wat wil je?" „Ik wil jou. Wil Je bij me terugkomen, Stella?" Stella werd doodsbleek. „Je schijnt te vergeten, dat we gescheiden zijn". „Dat doe ik niet. Ik heb Je drie jaar ge leden laten gaan, omdat Je zei, dat je iemand anders liefhad. Toen ik eentge weken geleden in New York hoorde, dat Je niet hertrouwd was, nam ik het besluit naar je toe te komen. En hier ben ik nu. Thans kan ik je bewij zen, dat ik in staat ben lang in één betrek king te blijven. „Kijk", zei hij een blad papier uit zijn portefeuille halend, „dit is een contract voor drie jaar met de Beaumont musichalls als violist. Eerst Londen, dan de provincie en ten slotte de koloniën. Wat zeg je daarvan, Stella? Nu zal ik je nooit weer alleen achter laten! Overal waar ik heenga, ga jij met me mee. Zoo'n leven moet je wel aanstaan, want Jij hebt, net als ik, een zwervers-natuur!" Stella wist niet of ze lachen of weenen moest. „Je lijkt wel gek. Drie Jaar blijf Je onzicht baar en dan kom je Ineens terug, denkt er niet eens aan, dat we gescheiden zijn, en wilt, dat ik je volg op een reis door het heele Brltsche Rijk!" Tim keek haar diep ln de oogen. „Als je wilt, kunnen we natuurlijk her trouwen. We zullen nar Liverpool, Plymouth, Cardiff en al die plaatsen gaan, waar we vroeger samen geweest zijn; we nomen onzen intrek in dezelfde logementen!" „En denk je werkelijk, dat ik het doen zal?" „Ik hoop het. En waarom zou je het nu niet metoen doen? Is er niemand, die de leiding van het verstoorde feest over kan nemen? Kleed je aan en pak eenige nood zakelijke dingen bij elkaar; in dien tijd zal ik de tien gulden verdienen, die dat onbe nullige ventje' met de monocle mij gegeven heeft". „De jonge man met de monocle", stamelde Stella, „zou morgen mijn echtgenoot zijn!" Eén oogenbllk keek Tim haar verbijsterd aan. Toen schudde hij het hoofd en zri glimlachend: „Neen, Stella, dat ls geen man voor Jou; met hem zou je nooit gelukkig worden. Jij hebt een bohémien noodig, zooals ik". Stella's oogen schitterden. „Zal lk komen zal lk?" Tim nam zijn viool op en speelde zacht jes de eerste tonen van een Czardas „Maak voort, lieveling", zei hij. „Aha!" „Augustus weigert zich door meneer Hem- mings te laten opvoeden. Hij werd haast grof toen ik er op aandrong. Daarom heb ik me neer Hemmings laten komen en hem ge vraagd zijn uiterste best te doen om Augus tus tot andere gedachten te brengen". „Geeft lord Harlsmore ook redenen op?" „Ja, hij vindt meneer Hemmings een kwast en hij heeft hem dat onomwonden gezegd. Ik zei toen dat het beter was een kwast te zijn dan een dief. Maar meneer Hemmings was heelemaal niet boos om Augustus' on hebbelijk optreden; hij stelde voor dat ik weg zou gaan, zoodat hij de zaak onder vier oogen met mijn zoon bespreken kon. Toen ben ik maar naar Jou toe gegaan". Lilian sprong op. „Ik moet George spre ken", stamelde ze. „Het gevaar is te groot. George kent de wereld niet voldoende". Lady Harlsmore hinkte naar haar toe. „Ik geloof dat het Augustus' eenige kans is", zei ze met iets smeekend in haar stem. „Meneer Hemmings ls een oprechte, eerlijke jongen en geen zwakkeling, daarvan ben ik overtuigd. Ik herken een man als ik er een ontmoet". „Niemand kan hooger dunk van George Hemmings hebben als ik", zei Lilian met een schittering in haar oogen. „En toch denk .ie dat mijn jongen, die ne gentien is. hem op het verkeerde pad kan brengen?" Liüan zweeg. „Het ls tenslotte mijn zaak niet", zei ze na een lange pauze. LANGS DE STRAAT Vergane Grootheid. Vliegende Hollanders en autopeds jakker den over het breede trottoir met de groote steenen. De kinderen speelden „ongelukkie", nü eens waren het twee autopeds, die tegen el kaar opvliegen, dan weer liet een „voet ganger" een vliegende Hollander tegen zich aanrijden, 't Was een wedstrijd, wie de mees te ongelukken maakte. Ook de ziekenauto, die de gevallenen vervoeren moest, ontbrak niet. Voorzichtig werden de gevallen stakkers op een home-made vliegenden wagen merk Sunlight) gelegd, en langzaam vervoerd. Maar toén kwam er iets veel mooiers! Een hoog opgeladen luxe-vuilniswagen was het, die zich moeizaam voortsleepte door de straat. De jeugd begroette hem met gejuich, want het was werkelijk een bijzondere last, die hij dit- keer vervoorde. 't Was een wonderlijk mooi bouwwerk, een architectonisch meesterstuk. De vuilnismannen hadden kans gezien een toren op tc bouwen van kerstboomen en dit wekte de bewondering van de kinderen, die hun „wagens" in den steek lieten en achter de vuilnisauto aanjoelden. Langzaam schoof hij voort, als een zegekar in een optocht. Toen de wagen over den spoorweg hob belde bleek de revolutie-bouw van den toren en vier kerstboomen zakten, zakten van hun hoogte en daalden neder op de aarde. De vuilnismannen reden in onschuld ver der, geloovende in de hechtheid van hun meesterwerk. En de jochies juichten. Drie sleepten ze er mee, naar het trottoir, voor de vierde was geen tijd meer, want Juist gingen de spoor- boomen dicht. Even later reed ratelend een trein over den achtergebleven boom. De jochies vonden het prachtig, dat ze zoo maar een echt ongeluk voor hun oogen za gen geschieden. „Jongens, dat kunnen wij ook", riep er een. En toen werden de kerstboomen in hun ongelukkie-spelletje opgenomen. Moeizaam schoven de karretjes over de krakende takken, die niet zoo heel lang ge leden nog schitterden met engeienhaar en kaarsjes. VAND. SPIRITISTISCHE VEREENIGING „HARMONIA". LEZING VAN DEN HEER J. S. JENSEN. Men schrijft ons: Op Vrijdag 10 Januari 's avonds 8 uur zal in de groote zaal van den Protestantenbond, Vestestraat, voor de Vereeniging van Spiri tisten „Harmonia" een lezing worden gehou den met lichtbeelden, door den heer J. S. Jensen, uit Kopenhagen. De heer Jensen die thans 56 Jaar oud is bezocht van 18881896 als „internationaal auditor" van het Leger des Heils verschillen de landen van Europa, o.a. Holland. Na zich in 1897 te Kopenhagen te hebben gevestigd, richtte hij in 19Ö8 de Deensche Spiritisten- vereeniging op en gedurende 4 jaren was hij secretaris van de Deensche „Society for Psy chical Research", wier president Dr. Chr. Winther, professor aan de polytechnische school te Kopenhagen is. Jensen gaf vele spiritistische boeken uit waarvan „Het land der schaduwen van Mme. d'Esperance" wel het meest bekende is. Onder de mannen die in de internationale Spiritistische beweging een belangrijke taak vervullen is de heer Jensen zeker een der voornaamste. Jensen leidt zijn onderzoekin gen geheel in streng wetenschappelijken zin en beschikt over vele gegevens. Op 7 Januari spreekt hij in Den Haag, 9 Januari in Rotterdam en op 10 en 13 Januari ln Haarlem en Utrecht. Het onderwerp zijner lezing is: „Mme d'Esperance", het beroemde materialisatie - medium, dat hij persoonlijk heeft gekend. Veel van wat nooit over dit medium is ge publiceerd zal de heer Jensen mededeelen. Hij zal ook een serie nog nooit vertoonde lichtbeelden laten zien. De lezing welke in de Engelsche taal zal worden uitgesproken wordt vertaald in het Hollandsch door den heer P. Goedhart, oud directeur eener Rijks H.B.S. te 's-Graven- hage, die voor Haarlem geen onbekende is. Dat na het optreden van Sir Arthur Conan Doyle in Holland nu weer een der voorman nen der internationale spiritistische bewe ging Holland bezoekt, bewijst wel dat de be langstelling ook hier, als elders, groeiende is. SNEL VERBAND Voor de eerste hulp%'oreeniging „Snelver- bar.d" zal op Vrijdag 10 Januari een lering met lichtbeelden gehouden worden door den heer G. Seubring, den Haarlemschen wereld reiziger. De lezing heeft plaats in het gebouw van de Jonge Manaen-vereeniging, Lange Marga- rethastraat, en heeft tot onderwerp: „het verleenen van eerste hulp bij ongelukken bij de Kaffers en Boschjesmannen in Midden- Af rika". „Dat weet ik nog zoo net niet", merkte lady Harlsmore lachend op. „Ik mag me vergis sen. maar ik geloof dat George Hemmings in een buitengewoon goed blaadje bij jou staat". Lilian stamelde een ontkenning, maar de plotselinge vuurroode blos op haar gezicht logenstrafte haar woorden. „En waarom ook niet?" vroeg lady Harls more opgewekt, „als je Augustus toch niet wilt- hebben?" Ze trok het meisje naar zich toe en kuste haar innig. HOOFDSTUK XXITI. De goede afloop. Toen lady Harlsmore vertrokken was, bleef Lilian een minuut of vijf in diep gepeins ver zonken zitten. Eindelijk veegde ze haar oogen af en nam haar naaiwerk weer op. Werktui gelijk naaide ze er een paar steken aan. „Een heel jaar", mompelde ze. Ze stond plotseling op. liep rusteloos de kamer door. doch even daarna hervatte ze haar arbeid. Een half uur later werd er weer gebeld en Lord Tom werd binnengelaten. Lilian kwam hem tegemoet. ..Zoo Tommy, ben Jij daar? Zc stak hem hartelijk de hand toe. „Ik had gehoord dat je er weer was", zei hij opgewekt. „Ja. ik bon er weer. ga zitten. Wil je thee?" „Nee, dank je, dat betcekent dat we ge- ONZE VERKEERSAGENTEN. VRAAGBAKEN? Een lezer schrijft ons: „Op de drukste punten der stad staan ver keersagenten die op meer dan loffelijke wijze hun plicht doen. Vraagt een voorbijganger een verkeersagent naar den weg (en dat mag volgens de politieverordening), dan moet hij antwoord geven. Het gevolg is, dat hij het verkeer moet stop zetten. Ik heb dit meer malen kunnen zien met de belachelijke ge volgen daarvan. De fout ligt natuurlijk bij het publiek, maar de hoofdschuldige blijven de autoriteiten die zoo iets in geen geval moesten tolereeren in 1930 in een stad van ongeveer 120.000 inwo ners". Wij hebben over deze klacht inlichtingen gevraagd aan den Commissaris van Politie. De heer E. H. Tenckinck verklaarde, dat de verkeersagenten niet verplicht rijn om in lichtingen aan het publiek te geven. Als het verkeer het evenwel toelaat doen zij het zoo veel mogelijk. Het verkeer wordt evenwel nooit voor dat doel stopgezet. Het is ook meermalen voorgekomen, dat een verkeers agent het te druk had om inlichtingen te ge ven, waarom hij den vrager naar een ande ren agent verwees. AANBESTEDING. Door den architect Nic. J. Nijman te Heem stede is aanbesteed het uitbreiden der R.-K. School te Sloten. Ingeschreven werd door: M. J. Kok, Buitenveldert f 22264. Gebrs. Segers, Haarlem f 21000. A. Voordouw, Zwammerdam f 209000. J. H. Keyzer, Amsterdam f 20600. J. Vooges, Heemstede f 20250. H. J. Koenen, Sloten f 20100. Venhoven en Evers, Heemstede f 20100. Gebr. v. d. Putten, Heemstede f 19995. C. A. M. Jonckbloedt, Heemstede f 19921. J. Philips, Haarlem f 18500. F. Philips, Haarlem f 18390. Venhoven en v. d. Ven, Vogelenzang f 17495. DE GOEDKOOPE SAM VAN DEVENTER. In ons nummer van 3 December plaatsten wij een mededeeiing over „de goedkoope Sam van Deventer". Volgens inlichtingen om thans door den Commissaris van Politie ver strekt. was de redactie niet volkomen juist. Het is in het belang der partijen de juiste toedracht der zaak te vermelden. Deze is: „Eenige Haarlemsche winkeliers hebben bij den Commissaris van Politie te Haarlem een klacht ingediend tegen „De man van Deven ter „de goedkoope Sam", die reclame had ge maakt voor Vlaamscli Kloosterlinnen. De klacht hield in dat deze waar zoogenaamd Congo-linnen zou zijn, dus een bijna waar deloos product. Het is gebleken, dat de aan vankelijk door deskundige Haarlemsche winkeliers verstrekte inlichtingen niet juist waren, daar bedoelde stof niets met Congo- linnen te maken had en zoogenaamd half linnen was, waarvan de door genoemden koopman gevraagde prijs niet te hoog was. Een en ander is door den Rijksvezeldienst te Delft onderzocht. Hierop heeft „De Man van Deventer" bedoelde winkeliers in rechten aangesproken, doch de Rechtbank te Haar lem heeft hem zijn eiseh ontzegd". OPMERKINGEN VAN LEZERS. DE VEERDIENST ENKHUIZEN-STAVOREN. De heer J. v. d. B. zendt ons eenige opmer kingen over de spoorboot-en EnkhuizenSta voren. Inzender meent dat de veiligheid op die booten te wenschen overlaat en dringt aan op de aanschaffing van zwemvesten, gevuld met kapok of kurk goed over het dek verdeeld en voor ieder gemakkelijk bereik baar. Tot zoover deze klacht, die wij overbrach ten aan den Inspecteur van den Stoomboot- Veerdienst te Enkhuizen. Deze schreef ons daarna het volgende: „Naar aanleiding van het telefoongesprek dat ik heden met u voerde kan ik u mede deelen dat zich aan boord der Veerbooten van den Stoomboot Veerdienst Enkhuizen- Stavoren de navolgende brandblusch- en red dingmiddelen bevinden: 4 reddingbooten met complete inventaris. 1000 reddinggordels (zwemvesten). 6 reddingboeien. 6 brandslangen a 15 M. met koperen kop pelingen en straalpijpen. stoord zullen worden door heen en weer loo- pende bedienden. Ik wil eens rustig met je praten". Zij gingen zitten cn zij nam haar werk weer ter hand. „Je schijnt het druk te hebben", zei hij na oen oogenblik van stilte. „Wat maak je?" „Schorten voor Jane", legde Lilian uit. ,.Ik ben van plan mij voortaan als een echte vrouw te gedragen en alle lichtzinnigheid, loslippigheid en brutaliteit aan den kant te zetten evenals alle kennissen, die een slech ten invloed op me hebben". „Hoor ik daar ook bij?" vroeg de jonge man. „Ik ben bang van wel". Lilian zuchtte. „Ik zal je erg missen, Tom. maar je bent heusch niet ernstig genoeg: ik geloof niet dat je geschikt gezelschap bent voor een jong meis je dat naar vrouwelijke deugden streeft". „Jij moet er toch altijd een of ander ideaal op na houden, Lilian", zei hij. „Maar ik heb ook een ideaal en vandaag ben ik gekomen om te zien of dat verwezenlijkt kan worden" Lilian aarzelde een oogenbllk, toen keek ze hem aan. „Wat voor ideaal is dat dan?" „Jij". „Ik ben geen ideaal". „Je bent m tf n ideaal. Lilian, liefste. Je hebt gezegd dat ik na zes maanden mocht terugkomen. Ik weet dat die termijn nog niet om is. maar ik kan niet langer wachten". Dc schort viel haar uit de vingers, 1 waterleidingpijP over de geheele lengte van het schip met gelegenheid tot aankoppe- peling van brandslangen op 5 plaatsen. In iedere afdeeling voor passagiers twee extine- teurs met reseve ladingen". STADS-BIBLIOTHEEK EN LEESZAAL. STATISTIEK OVER 1929. De Stads-Bibliotheek en Leeszaal ontving in het jaar 1929 overdag 63996 bezoeken en 's avonds 44860, totaal 108856 (vorig jaar 107124). Uitgeleend werden in 1929: 89628 boeken (vorig jaar 91564). JAARBOEKJE EVANG. LTJTH. GEMEENTE. Wij ontvingen het Jaarboekje voor 1930 van de Evang. Luthersche Gemeente alhier. Herinnerd wordt aan het feit dat het Wees- en Oudeliedenhuis der Ev. Luth. Ge meente, Westerhoutpark hoek Wagenweg, op ee nder laatste dagen van 1930 vijf en twin tig jaar zal hebben bestaan. Uit de geschiedenis van het Weeshuis wordt het een en ander medegedeeld., waarna eeni overzicht volgt over het jaar 1929. En verder bevat het boekje, dat verlucht is met afbeeldingen van een interieur van de kerk, en een groepfoto van Regenten en Regentessen van het Wees- en Oude Lieden - huis, veel informatie betreffende alle instel lingen der Evang. Luthersche gemeente en wat daarmede in verband staat. AANBESTEDING. Een mil li oen straatklinkers. De directeur van Openbare Werken heeft heden aanbesteed de levering van 1.000.000 stuks Waalstraatklinkers. Er waren acht inschrijvers. Ingeschreven werd door: Van der Leest, voor: 200.000 stuks tegen' f 25.25 per duizend; 300.000: f 28.50; 300,000 f 28.50, 300.000 f 28.50, 300.000 f 32.50 en 300.000 f 32 50. Door Smits en Reinders voor 300.000 f 33.25;1 300.000 f 33.25, 200.000 f 34.25, 200.000 f 34.25 en 300.000 f 38.25. Door Philippo voor 350.000 f 33.25. Door Gebr. v. Hasselt voor 1.000.000 f 33.45* Door De Steenwerf voor 250.000: f 32.50. Door N.V. Luiten voor: 200.000 f 31.75, 200.000 f 31.50, 500.000 f 33.75, 500.000 f 29.25, 200.000 f 32 en 450.000 f 36. Door H. C. v. Meeuwen voor: 200.000 f 34.80* 120.000 f 33, 100.000 f 31, 100.000 f 30.50, 100.000 f 34.90, 100.000 33.15, 120.000 f 33.25 en 250.000 f 33. Door De Jonge voor: 600.000 f 33, 100.000' f 27, 150.000 f 30, 250.000 f 29 en 300.000 f 28, GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: Van Dijk, Delftstraat 28 zwart, regen- broekspijp; Jansen, Waldeck Pyrmontstraat 7, bril; van Wijngaarden, Celebesstraat 13, geld; Meijer, Jaeobstraat 7, ceintuur; Heeres, Roosveldstraat 13, étui met schrijfbehoeften, Bureau van Politie, Smedestraat, hand schoen; Bos, Begijnhof 14, handbescher mers; Piens, Boeresteeg 28 a zijstuk van een ledikant; Roest, Teding van Berkhoutstraat 28, groen muts; Bakkum, Oudeweg 8 B, spoorwoning 13, portemonnaie met Inhoud; Wit, Cornelissteeg 7, pet; Meilof, Vrouwehek straat 117, rijwielbelastlngmerk; Brongers, Lindenstraat 44, Teddybeer; Monsma, Esch- doorustraat 39, sleutels; Roos, Gortestraat 5, sierhanger; Wesseling, Jan van Nieuwenhui- zenstraat 22, vulpenhouder. EXCURSIE VAN DEN VEGETARIëRSBOND. De afdeeling Haarlem van den Ned. Vege tariërs Bond houdt Zondag 12 Januari een excursie naar de duinen van de Amsterdam- sche Waterleiding bij Bentveld onder leiding van den heer C'. Sipkes. Vertrek voor wandelaars om 9 uur Wil- sonsplein; de tram vertrekt om 9.45 van de Tempeliersstraat. OriZE GROEMTJE3 l=OlM5DAG DOM DERDA3 i= ZATERDAG 1 0 gji G „Het spijt mij stamelde ze. „Als- ik dat gezegd heb, was het omdat ik verwachtte dat je dan met meer verlangen zou om terug te komen. Neen Tom. ik ben verder van je ver wijderd dan ooit". „Ik zal blijven hopen", zei hij met een po ging om zijn teleurstelling te verbergen. „Niets zal me ontmoedigen. Ik kom terug". „Er is absoluut geen hoop". Er was iets in haar stem dat hem deed ontstellen. „Meen je dat in ernst?" „Ja". „Is er een ander?" vroeg hij met een plot selinge vlaag van jalouzie. „Misschien". Tom stond op. „Ik weiger om te gelooven dat je dit ernstig meent, Lilian. Een paar weken geleden heb je me nog gezegd dat er geen ander was". „Dat is al zoo lang geleden. Tosn was het waar. O. Tom. kijk niet zoo ongelukkig!" Hun gesprek werd gestoord doordat er nog eens gebeld werd. „Ik beschouw dit niet als Je laatste ant woord, laat ik je dat zeggen", zei Tom op beslisten toon. Hij dook naar zijn hoed. Op dat oogenblik ging de deur open en George Hemmings werd binnengelaten. Hij bleef een beetje zenuwachtig bij de deur opening staan. Lilian bloosde hevig en keer de zich vlug naar Tom. (Slot yolgts,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6