Haagsche Conferentie.
Een incident dat geen
incident was.
Verzorg uw Handen met Purol
DONDERDAG 9 JANUARI 1930
VIERDE BLAD
INTERVIEW MET BENESJ.
De toekomst van Europa.
NIEUWE POLITIEK EN ECONOMISCHE
ORGANISATIE NOODZAKELIJK.
Benesj in gesprek met minister Beelaerts.
De Tsecho-Slowaaksche minister van Bui-
teniandschc Zaken, de heer Benesj. heeft aan
eenige vertegenwoordigers van het Persbu
reau Vaz Dias Woensdagmiddag in Hotel
Bellevue te 's-Gravenhage een speciaal in
terview verleend.
Wij stellen den heer Benesj de vraag of
hij ons zijn meening wilde mededeelen om
trent de toekomst van Europa, zulks in ver
band met een artikel dat de minister on
langs over het vraagstuk der Verecnigde
Staten van Europa heeft gepubliceerd in de
Neue Freie Presse.
Het is zeer moeilijk een oordeel uit te
spreken, zoo ving de Tsechisohe diplomaat
aan over de ontwikkeling die Europa door
maakt. Ideologische concepties zijn gemak
kelijk te maken, maar daarnaast moet de
staatsman denken aan de practische politiek,
want realiteit gaat voor alles in de politiek.
Reeds het vinden van een formuleering,
waarbij concreet wordt uitgedrukt wat de
toekomst ons zal brengen, is zeer moeilijk.
Daar spr. geen prophetische uitspraak wil
geven, kan hij slechts als zijn gevoelen uit
spreken, dat wij over 50 jaar met de oplos
sing van het vraagstuk der federalisatie van
Europa wel verder zullen zijn. De groote lijn,
waarlangs de historie zich ontwikkelt, is ech
ter reds duidelijk te zien.
Ik ben er van overtuigd preciseert de
minister dat een nieuwe economische en
politieke organisatie van Europa nooclig is
en komen zal. Hoe dit precies komt is bijzaak,
maar de Haagsche conferentie, die een eco-
nomisch-financieele conferentie is. duidt er
reeds op, dat die terdege bestaat. Hoe langer
meer. gaat de politiek over in economie en
de economische quaestles komen meer en
meer in het brandpunt en zullen de politieke
vraagstukken overvleugelen. Economische
samenwerking zal een ..rapprochement" tus-
schen de staten moeten doen groeien. Daar
bij echter politiek en economie te schelden
is onmogelijk, want alle economische vraag
stukken zijn tegenwoordig verpolitiscerd. Te
voorspellen hoe de Juridische vorm der toe
komstige federatie zal zijn, is onmogelijk en
daarom is de term „Verecnigde Staten van
Europa" zeer gevaarlijk. De samenwerking
moet bovendien zoo worden geconstrueerd,
dat de nationale persoonlijkheid en de eigea
cultuur der verschillende volken gehandhaafd
blijft. Dit is absoluut, noodzakelijk. Een 2000
jarige cultuur is niet weg te rekenen. Ge
heel anders was het in Amerika en daarom
konden in Amerika ..Vereenlgde Staten" ont
staan, zooals deze in Europa wel nimmer zul
len komen.
Ondcrtusschen ging de heer Benesj
voort moet natuurlijk gezorgd worden,
dat de vredesbeweging niet stil blijft liggen.
Met voorbeelden toonde spr. daarna aan, dat
wij wat dit betreft zeer veel gevorderd zijn
tegenover 40 jaar geleden. Zoodra echter een
nieuwe generatie de gruwelen van den oor
log vergeten is, zijn wij weer achteruit en
daarom moet de herinnering aan de oorlogs
ellende levendig worden gehouden.
Daarna op de conferentie van Den Haag
komende, deelde de minister Benesj mede,
dat z.i. deze conferentie met de ontwape
ningsconferentie de laatste groote liquida
tieconferentie van na den oorlogstijd zullen
zijn en wij dan weer tot normale conferen
ties terug zullen keeren. Het slagen van de
huidige conferentie, acht spr. zeker, want de
groote mogendheden wcnschen dit. Ook de
quaesties Hongarije en zijn buren is niet zoo
moeilijk als dit wel heeft geschenen. Honga
rije kan zijn invloed op den duur niet hand
haven en moet tot practische samenwerking
met. de landen der kleine entente komen. Dan
eerst komt er teekening in de constellatie
van Contraal-Europa. Binnen enkele dagen
zullen dan ook deze quaestles wel beslist zijn,
bij welke regeling ook de optanten-quaestie
zal zijn inbegrepen. Dat de buurstaten daar
bij afstand zullen doen van hun deel van hun
vorderingen zal geen sprake kunnen zyn,
tenzij tegen behoorlijke compensatie.
Gevraagd, waarom spr. denkt, hoe de be
doelde schuldregeling op deze conferentie in
enkele dagen kan worden opgelost, terwijl
men in Genève na jarenlange discussies tot
geen enkel resultaat is gekomen, zelde de
heer Benesj. dat in den Volkenbond de re-
eeeringen als partijen in een proces tegen
over elkander staan en ieder weet hoe
lang processen kunnen duren terwijl het
in Den Haag een zuivere strijd is om he0
geld waarbij men tracht te komen tot. een
onderlinge regeling waarbij wederzijdsche
claims in compensatie moeten worden ge
bracht. Elkanders argumenten kent men nu
wel. En dan kan men het. desnoods in en
kele dagen over een afrekening eens wor
den.
Verkeerd begrepen woorden van Tardieu.
De Duitsche delegatie in eere hersteld.
Geen verdere gevolgen.
Een incident.
's-Gravenhage, 8 Jan. 1930.
Van Duitsche zijde is medegedeeld, dat in
een Havas-telegram in de Parijsche ochtend
bladen verslag :s gedaan van de zitting van
gisteren van de zes uitnoodigende mogend
heden, volgens welk telegram Tardieu in die
zitting gezegd zou hebben: Gij wilt, dat uw
plechtige verbintenissen om net Your.g-plan
uit te voeren alleen voldoende zijn om alle
panden te doen vervallen, die wij vroeger in
hand hadden. Wij hebben allen vertrouwen
in de plechtige verbintenissen der Duitsche
ministers, die hier tegenwoordig zijn. doch in
onze beraadslagingen duiken telkens mislei
dende mededeelingen op Wel eischt gij, dat
men vertrouwen in u stelt, maar gij schijnt
geen vertrouwen in u zelf te hebben. Toen er
gisteren sprake was van het definitieve ka
rakter der te sluiten overeenkomst kon men
in de algemeene discussie voortdurend be
merken. dat gij verontrustende voornemens
tot revisie koest ert. Vanmorgen was dit weer
het geval bij de bespreking der betaling van
het achterstallige in geval van een morato
rium. Hetzelfde geschiedt hedenavond weer
met betrekking tot de gereserveerde inkom
sten. Gij zegt het Young-plan te aanvaarden
en telkens wanneer de nauwkeurige uitvoe
ring daarvan is vastgelegd, zi.it gij weigerach
tig. Een dergelijke houding brengt ons er toe,
te twijfelen aan uw geschiktheid te onder
handelen. Deze vraag moet ik vroeg of laat
stellen en ik geef er de voorkeur aan dit
heden te doen, daar uw houding den grond
slag onzer onderhandelingen zou kunnen wij
zigen.
Toen de tekst van dit telegram heden
ochtend bij de Duitsche delegatie bekend
werd, heeft Curtius Tardieu om opheldering
doen vragen. Deze verklaarde het communi
qué niet gezien en niet goedgekeurd te heb
ben.
De Duitschers constateerden, dat Tardieu
niet heeft gezegd „gij hebt geen vertrouwen
in u zelf", maar „in uw betallngsmogelijk-
heid". De woorden over de geschiktheid tot
onderhandelen heeft Curtius niet gehoord
Hij heeft aan Tardieu verzocht het telegram
officieel te dementeeren. Anders zcu de
Duitsche delegatie haar consequentie trek
ken.
Omtrent het incident dat gerezen Is uit de
publicatie van het bekende Havas-telegram
is in de Duitsche persconferentie meegedeeld,
dat betreffende zekere uitlatingen die den
heer Tardieu zijn toegeschreven en die hij
tijdens de laatste zitting der commissie voor
de Duitsche herstelbetalingen zou hebben ge
daan, het volgende van Fransche zijde wordt
vastgesteld:
„Eenige Duitsche couranten hebben een
emotie aan den dag gelegd die men ove
rigens aan hun politieke richting mag toe
schrijven ten opzichte van zekere aan
minister Tardieu toegeschreven bewoordingen
in den loop van de laatste zitting van de com
missie voor de Duitsche herstelbetalingen.
In werkelijkheid, gelijk ten overvloede de
afwezigheid van elk incident in de commissie
bijeenkomst zelf bewijst-, heeft minister
Tardieu met verwijzing naar het wederzijdsch
vertrouwen, dat de debatten in Den Haag be-
heerscht, zich er toe bepaald zijn Duitsche
colleea's te wijzen op de bezwaren van een te
gerekte discussie over detail-kwesties. Hij be
toogde. dat dergelijke discussies het gevaar
met zich mee brengen de goede stemming die
voor het succes der conferentie onontbeer
lijk is. te bederven.
De Duitsche gedelegeerden, wier persoon
lijken goeden wil en activiteit als onderhande
laars Tardieu onderstreept had. onder her
innering aan de moeilijke taak, welke op
hen rust, hebben trouwens, terwijl zij hun
in de zaak zelf ingenomen standpunt hand
haafden. geen enkel protest tegen de door den
Franschen Minister-President gebezigde ter
men doen hooren.
De geheele discussie heeft van het begin tot
het einde een volkomen hartelijk karakter ge
dragen".
Naar aanleiding van dit communiqué Is in
de Duitsche perconferentie nog meegedeeld,
dat er voor de Duitsche gedelegeerden tn de
zitting geen aanleiding was op te komen tegen
de bekende woorden, daar Tardieu in de zit
ting niet heeft gezegd dat de Duitschers niet
tot onderhandelen in staat waren, maar dat
hij betwijfelde of saj het Youngplan zouden
kunnen doorzetten, wat geacht, werd betrek
king te hebben op de mogelijkheid, om het
in den Rijksdag erdoor te krijgen.
Curtius heeft hierop geantwoord, dat de
Duitsche regeering dat kan. als Duitschland
maar geen nieuwe lasten werden op opgelegd.
Tardieu heeft daarop uiting gegeven aan
zijn verbazing, waarop Moldenhauer opmerkte
dat de verwondering eerder aan de zijde der
Duitschers bestond. Curtius voegde hieraan
toe, dat. de houding der delegatie haar door
haar opvatting van plicht is voorgeschreven.
Een Duitsche minister van financiën is er
om ieder millioen voor zijn volk te redden.
Een raad van buitenstaanders.
De Vereeniging Effectenbescherming Den
Haag deelt ons mede dat zij een schrijven
richtte tot de vertegenwoordigers der mo
gendheden op de Tweede Haagsche Confe
rentie. waarvan de Nederlandsche tekst luidt
als volgt:
Excellentie. WIJ lezen in de dagbladen, dat
er door U in twee groote commissies gevormd
zijn. en wel cën ter regeling der Duitsche
schadevergoedingen en één voor de ocs'elijke
'schadevergoeding, waaronder de kwesties ge
rekend zullen worden, die verband houden
Tardieu.
met het uit elkander vallen van de oude
Donau mon archie.
Wij lezen verder, dat bij de Duitsche
schuldregeling als waarborg voor de richtige
nakoming der betalingen de keuze staat tus-
schen sancties en goede trouw bij Duitsch
land.
Onze vereeniging is geen voorstandster van
sancties, gevoelt alles van goede trouw bij
Duitschland, maar meent wat dit betreft te
moeten opmerken dat die goede trouw toch
zeker niet blijkt uit de valorisatiewet van
1925, waardoor ook buitenlandschc crediteu
ren ernstig getroffen zijn: wij vragen ons
dus ook af met deze feiten voor oogen
wat Duitschland beletten zal ook deze schul
den, in handen van buitenlanders, te valori-
seeren.
Wil Duitschland geen sancties, maar
wenscht het, dat men aan zijn goeden trouw
gelooven zal, dan dient het te beginnen met
voor vreemdelingen zijn valorisatie wel
op te heffen. Doet Duitschland dit niet. dan
valt aan zijn goede trouw niet te gelooven en
zullen de beleggers in alle landen zich ver
zetten tegen de Duitsche internationale lee
ningen volgens het plan-Youn'g.
Voor wat betreft de schuldregeling der
Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie, zoo
brengt ook hier de goede trouw mede, dat de
successie-staten het hun toegewezen aandeel
zoowel van papier- als goudleenlngen ten
volle rekenen en betalen in de pariteit van
voor den oorlog.
Mochten deze successie-staten gedurende
korteren of langeren tijd niet aan deze ver
plichtingen kunnen voldoen, dan zuilen zij
geen regeling treffen met bankiers, die den
crediteuren wordt opgedragen onder de be
dreiging. dat zij anders niets ontvangen zul
len, doch dan zullen deze debiteur-landen
zich tot den Volkenbond moeten wenden, op
dat deze door haar economische commissie
zal laten bepalen hoeveel procent der renten
der oude schulden In de drie volgende jaren,
door het debiteur-land zal worden betaald.
Nu de internationale geldhandel zulk een
groote vlucht neemt en de uitvoering van
het plan-Young zulk een intensief nerocp
zal doen op de beleggers aller landen, moet
geëischt. worden, dat eer en fatsoen bij het
aangaan van verplichtingen wordt hoog ge
houden en dat niet alleen voor leeningen eter
toekomst, doch ook voor de oude schulden-
Men moge niet vergeten, dat ook voor lan
den het spreekwoord geldt: eerlijk cuurt het
langst.
Wij meenen in het belang van het slagen
van Uw arbeid het bovenstaande onder Uw
aandacht te moeten brengen.
's-Gravenhage, 8 Jan. 1930.
Omtrent het noenmaal der journalisten,
dat Vrijdagnamiddag in het hotel de Witte
Brug zal plaats hebben, vermeldt het tijde
lijke Conferentie-blad „Bulletin des Journa
listes" nog eenige bijzonderheden.
Dr. Van Blankenstein heeft bericht ont
vangen dat de uitnoodiging tot deelneming
aan het dejeuner is aangenomen door den
Nederlandschen Minister-President en onzen
Minister van Buitenlandsche Zaken. Tevens
zijn de uitnoodigingen aangenomen door de
heeren Tardieu, Briand, Snowden, Graham,
Mosconi, Pirelli, Adaci, Nagaï, den Bonds
kanselier Schober, de heeren Benes,
Bouroff en bijna alle hoofden der
andere delegatie. Het noenmaal zal wor
den gepresideerd door den Poolschen journa
list, den here Vlasistas Oryng. den tegen-
woordigen president van de Internationale
Vereeniging van Volkenbondsjournalisten,
die heden uit Genève verwacht werd en door
don heer Paul Hymans, cere-voorzitter dier
vereeniging.
De hoofdfiguren van de Conferentie zullen
het woord voeren.
De prins in de Grafeliike zalen.
Hedenmiddag heeft Prins Hendrik, verge
zeld van zijn adjudant jhr. Laman Trip, een
bezoek gebracht aan de grafelijke zalen.
De voorzitter van het Perscomité, de here
mr. L. J. Plemp van Duiveland, en de secre
taris-generaal, de heer Dr. M. van Blanken
stein, ontvingen den Prins die te 12 uur ar
riveerde bij den ingang.
Door de Rolzaal, waar de Prins de inrich
ting van den telegraaf- en telefoondienst be
langstellend bezichtigde, begaf men zich naar
de Lairessezaal, waar het Perscomité zetelt.
Z.KH. nam hier plaats aan de bestuurstafel,
waar hij zich op de hoogte liet brengen van
den arbeid van het comité en o.a. kennis
nam van het dagelijks verschijnende ,3ulle-
tin des Journalistes". Verschillende leden van
het comité werden hier aan Z.K.H. voorgé-
steld. Vervolgens werd een bezoek gebracht
aan de hooger gelegen Weeskamer, die als
werkzaal voor de journalisten is ingericht.
Daar werden Z.K.H. een serie van de kin
derpostzegels en een serie gewone postzegels
aangeboden, alle voorzien van het stempel
der Conferentie.
Ook de Hoogerbeets-zaal, waar gewoonlijk
de Engelsche persconferenties worden gehou
den, werd bezichtigd.
Het bezoek eindigde in de zaal van den
kunstkring, ingericht als journalisten-socie-
teit, waar champagne werd aangeboden. Hier
onderhield Z.K.H. zich geruimen tijd met den
voorzitter en den secretaris-generaal van het
perscomité en enkele andere leden van dat
comité. Hij gaf uiting aan zijn bewondering
voor de inrichting en aan zijn waardeering
van de wijze waarop het comité zijn arbeid
verricht.
Te kwart voor een verliet de Prins de gra
felijke zalen.
Briand gehuldigd.
Zooals reeds is gemeld hadden verschillen
de landgenooten zich vereenigd tot een co
mité om aan den heer Briand ter gelegen
heid van diens tweede verblijf in Den Haag
als herinnering een tegeltableau aan te bie
den. Gisteravond is dit in de salons van het
Hotel des Indes geschied. Op uitdrukkelijk
verlangen van den heer Briand waren bij de
overdracht van het geschenk weinig personen
aanwezig. Behalve de comité-leden was de
Fransche gezant, de heer Kammerer, tegen
woordig, aldus het Hbld.
De voorzitter van het comité, dr. Soesman,
zeide dat vele Nederlanders behoefte gevoeld
Rebben om door middel van een geschenk
eenigszins uiting te geven aan hun bewon
dering voor den reusachtigen arbeid in het
belang van den vrede door den heer Briand
verricht. Spr. overhandigde het geschenk, een
afbeelding van het Binnenhof met het ge
bouw van de Eerste Kamer, het Torentje en
het Mauritshuis- Ds. Soesman herinnerde er
aan, dat op deze plaats de heer Briand vele
uren gewerkt heeft.
Minister Briand gaf in zijn antwoord zijn
hartelijken dank te kennen voor het ge-
schen. dat hij op hoogen prijs stelde. Hij her
innerde aan de vele moeilijkheden, welke op
de vorige bijeenkomst te overwinnen waren.
Veel steun heeft hij daarbij in Nederland
ondervonden. Met bijzondere welwillendheid
is men hem hier steeds tegemoet getreden
en spr. wilde daarvoor hartelijk dank bren
gen.
Daarna bracht minister Briand nog hulde
aan de nagedachtenis van dr. Stresemann,
doen hij een van de groote figuren noemde,
wiens dood hij in hooge mate betreurde. Hij
verklaarde ten slotte dat hij het tegel
tableau een plaatsje zou geven in zijn on
middellijke nabijheid.
Men bleef vervolgens nog eenigen tijd
bijeen.
HET VONNIS TEGEN BESSADOWSKI.
KOWNO, 8 Jan. (VD.) Naar uit Moskou
gemeld wordt, heeft heden voor het hoogste
gerechtshof van de Sovjet-Unie het proces
plaats gehad tegen den voormaligen gezant-
schapsraad van de Sowjet-Unie in Parijs,
Bessadowski. De officier van justitie las de
aanklacht voor, waarin Bessadowski beschul
digd wordt staatsgelden ten bedrage van
15.270 dollars te hebben verduisterd en geheel
te zijn overgegaan tot de vijanden van de
Sovjet-Unie. Nadat verscheidene getuigen
gehoord waren, o.a. Reisemans, die in Parijs
het onderzoek tegen Bessadowski wegens ver
duistering van staatsgelden 10 jaar gevan
genisstraf met verzwaarde eenzame opslui
ting. De rechtbank sloot zich in haar vonnis
hierbij aan.
Hierbij moet worden opgemerkt, dat Bessa
dowski ter dood veroordeeld was door het
feit, dat hij geweigerd had naar Moskou terug
te keeren en een besluit van het presidium
van de plenaire commissie der Sovjet-Unie
iederen Sovjet-beambte, die zich in het bui
tenland bevindt en die weigert naar Moskou
terug te keeren ter dood veroordeelt. Bij het
uitspreken van het vonnis werd nog vermeld,
dat de regeering tweemaal gepoogd heeft
Bessadowski te bewegen naar Moskou terug
te keeren, hetgeen Bessadowski telkens heeft
geweigerd.
DE MOORDENAAR VAN
RATHENAU BEGENADIGD.
BERLIJN, 7 Jan. (Wolffbureau). Naar ge
meld wordt is Ernst Techow, die indertijd in
verband met den moord op Rathenau werd
veroordeeld, na een gevangenschap van 7 1/2
jaar uit de strafgevangenis te Ha 11e ontsla
gen.
Een Joto van Marie-José en Umberto geno
men tijdens het voorlaatste bezoek van de
Prinses aan Rome.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 Cts. per regel
INTERVIEW MET MIRONESCO.
De Europeesche Statenbond
VERWEZENLIJKING IN ETAPPES.
EEN 100 JAAR OUDE DROOM.
Mironesco.
Door bemiddeling van de Roemeensche le
gatie te Den Haag hebben twee vertegenwoor
digers van het Persbureau Vaz Dias te Am
sterdam, Woensdag een onderhoud gehad met
den Roemeenschen Minister van Buitenland
sche Zaken, Zijne Excellentie M. Georges
G. Mironesco, voorzitter van de Roemeensche
delegatie ter Haagsche Conferentie. Gedu
rende de conferentie houdt Mironesco ver
blijf in „Hotel des Indes" en daar was het
ook, dat de Minister de beide journalisten
ontving.
Mironesco was verscheidene malen lid van
het Roemeensche Parlement, Oud-Vicepresi-
dent van den Senaat en Oud-Minister van
Onderwijs was oorspronkelijk rechtsgeleerde
en gedurende vele jaren Hoogleeraar in ae
Encyclopaedic van het Recht aan de Juri
dische Faculteit der Universiteit te Boekarest
Uit dien hoofde kent hij grondig de juri
dische en sociale verhoudingen tusschen da
verschillende volken.
Dit bedenkende, hebben zij den heer Miro
nesco verzocht zijn ideeën uit een te zetten be
treffende de mogelijkheid van de vorming
van een Europeeschen Statenbond.
Gelooft gij vroegen zij dat de Pan-
Europeesche idee, ontvouwd en nader uiteen
gezet door Stresemann en Briand practisch
uitvoerbaar is?
Zeker antwoordde de diplomaat ik
geloof dat binnen vijftig jaar Europa zal zijn.
herschapen in een Internationale Federatie.
Ik ben het volkomen eens met wijlen mijn
zeer betreurden Duitsehen collega Stresemann,
dat de volken gaan begrijpen, dat het nood
zakelijk is de politieke en economische be
langen, die maar al te dikwijls in botsing
komen, in harmonie met elkaar te brengen.
Wanneer de „Entente Cordiale" der volkeren,
ja de vrede een moreel vraagstuk is, dan is
zij ook een organisatie-vraagstuk. De groote
denkers uit het verleden, zooals Sully, Saint
Pierre en Kant hebben reeds formules voor
gesteld voor een internationale organisatie
om den vrede en het geluk der menschheid
te verzekeren, en thans is het Genève, waar
deze permanente samenwerking der volke
ren met het doel tusschen de staten onder
ling een actieve en constante samenwerking
te scheppen, wordt ontwikkeld.
Zeker zullen verscheidene eeuwen moeten
verloopen voordat deze organisatie zoo vol
maakt zal zijn, dat men zal kunnen spreken
van een wereldstaat, maar de gedachte, naar
voren gebracht door de heeren Briand en
Stresemann op het spreekgestoelte van den
Volkenbond, de zoo groot-sehe idee een fede
ralen, politieken en economisehen band te
scheppen tusschen de verschillende staten van
Europa, kan eerder verwezenlijkt worden. Het
is vanzelf sprekend, dat wanneer men dezen
Europeeschen Statenbond wil verwezenlijken
dit niet gebeurt om hem tegenover andere
werelddeelen te stellen; integendeel deze
Federatie zal dienen om de samenwerking
van ons werelddeel met de andere, vooral
Amerika, zoo gemakkelijk, innig en doelmatig
mogelijk te maken.
Met een enkelen slag de belangen van zoo
vele landen in overeenstemming brengen is
naar ik meen, onmogelijk. Er zullen dan ook
verschillende étapes moeten worden afge
legd. Er zal dus getracht moeten
worden aldus vervolgde de heer Mironesco
allereerst de zuiver economische belangen
van twee of drie naties met elkaar in over
eenstemming te brengen, bijv. die van de
Kleine Entente, vervolgens die van een vier
tal andere landen en zoo geleidelijk verder.
Op deze wijze zal men langzamerhand een
economische regionale unie in het leven roe
pen. Men zal vervolgens in den zelfden geest
in een ander gebied moeten arbeiden. Wan
neer aldus verscheidene gebieden econo
misch geharmoniseerd zullen zijn, moet men
trachten ze te vereenigen door zoo mogelijk
eerst tusschen de regionale unies een en
tente tot stand te brengen voor wat betreft
bepaalde vraagstukken. Aldus zal men gera
ken tot een zekere economische Europee
sche Federatie.
Let wel: het is absoluut noodzakelijk tot
een economische unie te komen, alvorens een
politieke unie in het leven te roepen. Om een
politieke federatie, een soort superstaat, te
stichten is het noodig dat men erin slaagt de
tradities en de nationale eigenliefde te over
winnen en te breken met de oude opvatting
van de absolute souvereiniteit van den staat.
Wanneer men eerst de economische federatie
heeft gegrondvest, wanneer de douanebar-
rières zijn verdwenen, wanneer de volkeren
inzien dat de grenzen van weleer geen men-
schen met werkelijk tegengestelde belangen
scheidden, dan zal de politieke unie binnen
korten tijd gevormd zijn. Het begrip absolute
souvereiniteit heeft sedert de vorige eeuw
reeds een weinig van zijn onaantastbaarheid
ingeboet. De oorlog en de perioden na den
oorlog hebben heele stukken van het oude
absolutisme doen afbrokkelen. Binnen enkele
decennia zal men met de internationale ge
dachte aanmerkelijk verder gekomen zijn.
De ontwikkeling der economische betrekkin
gen en die van de federalisatie zullen gesta
dig de onderlinge afhankelijkheid der
volken accentueeren. De uitvinding van de
draadlooze, de moderne transportmiddelen, de
internationale pers dragen reeds er toe bij,
geleidelijk een meer en meer gelukkige sa
menwerking tusschen de naties te scheppen.
Wanneer deze federatie gevestigd is," zal
de Europeesche economie zich ontwikkelen
in den zin van de grootst mogelijke efficien
cy: de bedrijven, uitgezonderd de gewone be
roepen zullen daar en alleen daar worden
uitgeoefend, waar men de geringste kosten
zal hebben, d.w.z. in de landen waar de
grondstoffen, die voor de productie noodig
zijn gevonden worden. In een woord: ae vrij
handels-economie, het ideaal van Adam
Smith, verwerkelijking van een reeds meer
i dan 100 jaar ouden droom.