H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN FEUILLETON De Gestolen Diadeem EERSTE KAMER HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 9 JANUARI 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden)* De kalme jongeling. Vrij naar GEORGE AURIOL. Zijn gezicht was rose en absoluut zonder uitdrukking. HIJ was zóó hard gegroeid, dat al zijn klee- ren hem te nauw waren geworden. Voorts was hij 20 jaren oud, en had dus den leeftijd die ecu gewone jongeman gebruikt om met jeug dige dwaasheden te beginnen. Maar bij hem was 't anders. HIJ was twintig jaar gewor den, zonder hieraan iets te kunnen verande ren. Dat was op zijn gezicht te lezen, dat mild was, en kalm .als in zijn jeugd. Het vertoonde een treffende gelijkenis met een foto, die hem tentoonstelde als bolle baby van zes maan den. Uiterlijk v/as hij dezelfde gebleven en ook zijn innerlijk was rustig, als van een kind. Geen kalmer mensch wandelde op de aardbol rond. dan deze bolle bleeke Jongeman uit Luxemburg. Hij heette Jean Broggaert. Ik had beloofd hem een baantje te be zorgen in Parijs, en daar ik den drang in me voelde, om den zelfgcnoegzamen jongeman op te voeden, zond ik hom met een aanbeve ling naar mijn vriend Papiilon. Ais die niet in staat was hem uit zijn even wicht te brengen, zou Jean Broggaert wel gedoemd zijn, zijn leven ln absolute kalmte cn rust te slijten. Papilion was alleen in zijn kamer, toen Jean Broggaert binnenkwam. Jean nam zijn hoed af. „Ik ben do Jongeman, mijnheer, die u is aanbevolen. Ik ben gekomen „Allemachtig", schreeuwde Papiilon. „Ik kan wel zien, dat je geen negentig bent. Daarom moet Je mc dan vertellen dat je een jongeman bent. Denk je, dat ik blind ben? Wel, wat wilde jc eigenlijk?" „Ik ben gekomen, ik ben gekomenneem me niet kwalijk, ik heb hier een brief „Een brief! Waar zie jc me eigenlijk voor aan? Voor een maanzieke? Denk Je soms, dat ik geen brief van een zak kolen kan on derschelden? Ik kan heusch wel zien, dat dat een brief Is. Geef hier, en houd je mond. Je moet eerst denken voor Je spreekt. Vooruit zeg wal je wilt". „Ik hoop, dat ik geschikt ben voor het werk, uw firma is. „Wat wil je zeggen? Wat ls er op mijn firma te zeggen? Vooruit, spreek, ik wacht. Laat me je opinie omkent mijn firma eens hooren". „Ik geloof mijnheer, dat uw firma „Wat, wat, wat wil Jc zeggen? Vooruit dan! Praat niet zoo oni de dingen heen. Wat ge looft u van mijn firma?" „Ik wil u heusch niet onaangenaam zijn, mijnheer, maar misschien begrijpt u niet vol komen „Denk je, dot ik gek ben?" „Nee mijnheer, ik wilde aooiets absoluut niet beweren, maar ik denk dat u bezig is „Hou maar op, ja verveelt me. Ik dacht het al, zoodra Je binnenkwam, want je ziet er uit als een uilskuiken. Denk maar niet dat ik bang voor je ben. Ik heb aan de Krim gevochten. Hebt u ook aan de Krim gevoch ten? Nee hè! Daar zie je ook niet naar uit. Begrijp me goed, ik ben er de man niet naar. om met me te laten spelen. Mijn naam is Pa piilon, Aristide Papiilon". „Maar mijnheer, ik weet zeker, u moet zich vergissen. Ik denk „Denken? Denkt u dat Ik het niet bij het rechte einde heb? Waarom zegt u niet direct: Je ilegt het? Let een beetje jaeter op uw woor den, mijnheer. De politie is hjer vrijwel naast de deur". „Ik wilde u n'et bcleedlgen mijnheer, maar mijnheer Auriol „Mijnheer Auriol Ls een vripnd van me, geen woord over hem! Ik kan een deugniet als u niet toestaan ook maar iofcs over hem te zeggen in mijn bijzijn! Niets, begrijpt u!" „Mijnheer Auriol gaf me „Hij gaf je niets, dat is een leugen". „Hij gaf me een brief voor u". „Een brief, waar is die"*" „Op uw schrijftafel, mijnheer". „Nu is 't genoeg! Ik wtl niet hebben, dat cr iemand aan mijn schrijftafel komt. Laat me eens kijken, wat erin staat". (Hij opent den brief). „O, je wilt hier als klerk komen werken?" „Juist mijnheer". „Waarom zeg je dat dan niet eerder? In- plaats van hier te staan kwaken als een jonge eenci! Je maakte me haast doof. Ik haat op scheppers, denk daaraan". (StllteL „Zoo. verander je Je toon nu een klein beetje. Als 't maar tijd wordt! Hier. ga zitten. Zoo dadelijk zul ik je vertellen, wat je zult moeten doen". Met deze woorden verliet Papiilon zijn kan toor, om zijn kassier enkele opdrachten te geven. Juist op dit oogenblik kwam ik binnen en wilde weer weggaan, toen ik mijn vriend Pa piilon niet zag. Toen ik echter mijn protégé zag zitten, ging ik naar hem toe en vroeg hem: „Wel. heb je het baantje geknegen?" „Ja mijnheer", antwoordde Jean en zijn gezicht was roriger en rustiger dan ooit. „Ik denk, dat ik vandaag wel zal moeten beghv nen". „En denk je. met mijnheer Papiilon te kunnen opschi ten?" „O ja, zeker", was 't roze antwoord van den jongeman uit Luxemburg. „Ik heb hem slechts een pr.ar minuten gezien, maar hij lijkt me erg aardig en vriendelijk". Mijn vriend Papilion kermende, begreep ik dat Jean Broraert Inderdaad een bijzonder kalme jongeman moest zijn en ik verliet het kantoor, in de zekerheid dat hij niet te redden was en rozig zóu sterven, zooals hij geleefd had. BEGRAFENIS VAN DEN HEER TIJO H. VAN EEGHEN. Zeer groot was gisterenmiddag de belang stelling bij de begrafenis van den heer Tijo H. van Leghen op de algemeene begraaf plaats te Bloemendaal. zooals wij gisteren reeds in 't kort meldden. Velen uit de krin gen van het Christelijk onderwijs cn van den handel waren naar den doodenakkcr tus- schen de grauwe duinen gekomen om af scheid te nemen van hem. die zich zijn ge- heele leven gewijd heeft aan het Christelijk onderwijs, er wareu delegaties van directie cn curatoren der Vrije Universiteit, van cu ratoren van het Gereformeerd Gymnasium te Amsterdam, van de Vcreeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs, van de Christelijke Werkverschaffing voor hulpbe hoevende blinden, van het Studentencorps der Vrije Universiteit, van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, van de Noord-Holland - sche Maatschappij van Levensverzekering, enz. on. de oud-ministers H. Colijn, A. W. F. Idenburg, Van Dijk cn mr. Simon de Vries, de heeren mr. G. H. A. Grosheide, G. Wolzak, Jhr. dr. M. F. van Lennep, ds. M. van Grieken, ds. Klinkenberg, mr. L. M. de Jong Schou wenburg. G. D. Crommeiln, baron Van Heem stra, en vele anderen. In de aula, die geen plaats kon bieden aan al de aanwezigen, voerde allereerst Zijne Excellentie A. W. F. Idenburg het woord na mens directeuren, curatoren en den senaat der Vrije Universiteit en namens bestuur en curatoren van het Gereformeerd Gymnasium te Amsterdam. Spreker herdacht met welk een liefde cn trouw clc thans overledene zoo vele jaren alle stichtingen waaraan hij op de een of andere wijze verbonden was, dien de. Nog onlangs was hij gezond en wel ln ons midden, diep ontroerd waren wij, toen we zijn overlijden vernamen, maar naast onze droefheid moet er dankbaarheid zijn voor God die ons hem gaf, die hem bekwaamde cn sterkte. Woorden van troost, van ver trouwen op God, sprak do heer Idenburg tenslotte. Dc lieer K. van den Berg, hoofd der Keu- cheniusschool te Amsterdam zclde, dat hier een kort woord van dankbare herinnering en diepe erkentenis voor wat de heer Van Eeghen voor deze school ls geweest, niet mocht ontbreken. Van zijn persoon ging een stille invloed Uit op het gëheele leven in de schooL Spreker herdacht, hoe de heer Van Eeghen met koninklijke waardigheid zijn gaven schonk, vooral in den tijd, toen het Christelijk onderwijs nog geheel op den steun van particulieren was aangewezen. Met hem gaat een schat aan dienende liefde heen, en spreker wil God dank zeggen voor al wat Hij In hem aan de school heeft geschonken. Na het waardoerend en diep^vertroostend woord van den heer Idenburg wilde ds. M. van Grieken liever zwijgen, doch namens de hoofdcommissie van het Christelijk Natio naal Onderwijs wilde hij toch ook niet ach terblijven ora te getuigen van de dankbaar heid die haar vervult jegens den heer Van Eeghen aan wien de commissie zoo veel te danken heeft. Namens 150 blinden, namens bestuur en directeur van de Christelijke Vereenigüig voor hulpbehoevende blinden, voerde vervol gens mr. L. M. de Jong Schouwenburg het woord. Hij herdacht hoe de heer Van Eeghen steeds met raad en daad gesteund liad, hoe hij een vertroostend woord kon spreken, hoe hij bijna steeds met bestuur en blinden en kele dagen voor Kerstmis samen kwam, en ook eenige weken geleden nog ln hun midden vertoefde. Zijn plaats, aldus spreker, zal moeilijk vervuld kunnen worden, zijn nage dachtenis zal in hooge eere blijven. De Gereformeerde predikant uit Zandvoort, ds. N. A. Waaning, die namens kerkeraad en gemeente sprak, zeide dat het allen een eer was, den thans overledene broeder van Eeghen ie mogen noemen. Zijn persoon trad ons steeds tegemoet, én zijn liefde, aldus spreker. Hij voelde zich verbonden met het volk Gods en in zijn leven ln gemeenschap met God lag de kracht van den overledene. Gezamenlijk zongen de aanwezigen Psalm 25 vers 7. Hierna werd de kist grafwaarts gedragen, en, toen de kist in de groeve was neergela ten, sprak een zwager van den overledene, de heer H. W. van Marie Jr. nog eenige woor den ter herdenking van den heer Tijo H. van Eeghen. Ds. Waaning bad tenslotte het Onzo Vader. l*it het Engelsch van ARCHIBALD EYRE. 38) „Gaat u heusch weg, lord Dunneford? Doe mijn hartelijke groeten aan uw moeder cn uw zusters" Toen wendde ze zich tot George. „Wat vriendelijk van u om mij te komen opzoeken". Lilian maakte geen aanstalten om de twee jongelui aan e'.kuar voor te stellen. Tom staarde den bezoeker zoolang aan dat het bijna onbeleefd was. al lag er eenige veront schuldiging in het feit dat George een blauw oog had. Eindelijk boog Tom koel tegen Lilian en wandelde de kamer uit. Wat is er met u gebeurd, meneer Hem- mings?" vroeg Lilian vriendelijk, vol belang stelling. 4 George bedekte zijn eenc oog met- de hand. jfcewt u me niet kwalijk dat ik zoo kom opzoeken, maar ik vertrek morgen uit Engeland en het was mijn eonlge kans om u nog te zien". „Hebt u.... hebt u.... een ongeluk ge had?" „Een ongeluk kan men het eigenlijk niet noemen. Ik ben opeens door iets geraakt. Het was mijn eigen schuld dat Ik onverhoeds ben gekwetst". Hij draalde er zoo om heen dat Lilian maar niet verder vroeg. ..Tn leder geval stel ik het erg op prijs dat u mij goedendag komt zeggen". Haar stem beefde een beetje. „Ik wilde niet vertrekken zonder u nog ge sproken te hebben". „U gaat op reis als Lord Harlsmore's op voeder. niet waar?" vroeg Lilian haastig. J-ady Harlsmore was een uur geleden hier en ze vertelde dat het een idee van haar was. Maar ze was bang dat er een kink in den kabel was gekomen". „Dat leek eerst ook zoo, maar het is nu toch in orde". ..Waar ls Lord Harlsmore op het oogen blik?" vroeg Lilian plotseling. „In zijn bed een plotselinge ongesteld heid'. „Niets ernstigs, hoop ik?" „O, neen. HIJ heeft moeite met opstaan cn KANTONGERECHT. Kunstbespiegeling. Sinds de bepaling bestaat, dat men om de bezwaarlijkheden van een rechtsvervolging te vermijden deze kan afkoopen, wanneer men de Nederlandsche staatswetten of gemeente verordeningen heeft overtreden, zit er in die overtreding iets niet te ontkennen specula tiefs. De vraag is namelijk, wat voordeeliger zal zijn, de aikoop of het afwachten van een veroordeeling, met het recht om zich te verdedigen. Wij willen van onze lezers niet veronderstellen, dat zij allen voor het Kan tongerecht zullen verschijnen, maar het kan den beste overkomen, het ongeluk van een overtreding te begaan ligt in een klein hoekje en het wordt wekelijks vertoond, dat de on schuldigste en met de beste bedoelingen be zielde menschen voor den magistraat ver schijnen, omdat zij iets deden, dat bij een hun onbekende wet verboden is, of zij zelfs maar alleen iets nalieten, dat voorgeschreven is bij een wet. die zij, gelijk ieder, behoorden van buiten te kennen. Zoo mogen zij in de kleine greep, die wij deden uit de veroordeelingen van den eersten morgen voor het Kantongerecht in het nieu we jaar een kleine handleiding vinden van de over het algemeen geldende boeten, hoewel wij toegeven, dat er weinig peil op te trekken is, omdat de Kantonrechter ontvankelijk ls voor vele invloeden. Zoo werd iemand, die te Velsen, toen er een auto-ongeluk was gebeurd en or veel auto's langs den kant van den weg stonden, reden waarom een veldwachter tot voorzichtigheid aanmaande, toch was doorgereden, op grond van artikel 22 der Motor- en Rijwielwet, 't in gevaar brengen van de veiligheid op den weg, veroordeeld tot 10. boste of tien dagen hechtenis. Veel hangt ook af van hot optreden van de verdachten voor het hekje. Dezen morgen wa ren het ingetogen, kalme verdachten, dis de kantonrechter te berechten had. Een leerling van de Suikerschool te Amsterdam had op een rijwiel zonder licht gereden Hij veront schuldigde zich met te zeggen, dat hij onbe wust zonder licht reed. Het OM. lichtte toe, dat de jongen dit wel meer deed. De jongen beleed ook dit berouwvol en kreeg drie gulden boete. Een andere jongen had een derden jongen vervoerd op een rijwiel, dat gelijk de wet het uitdrukt „kennelijk voor niet meer dan één persoon" was ingericht. Er zaten twee steppen en een bagagedrager op het rijwiel, maar dit is kennelijk niet voldoende. De jongen be kende volmondig, dat hij dit wel wist, en kwam er af met twee gulden of twee dagen- Weer een andere jongen had zijn fiets voor het postkantoor laten staan, zonder dat deze bewaakt was. De kantonrechter zag de moei- lenkheid in, om wanneer je een huis binnen gaat voor een oogenblik, toch je flets te laten bewaken, doch wanneer er een slot op de flets is, geldt deze ook als bewaakt. Het nood lot wilde, dat de jongen een slot had, maar dat hij den sleutel er van verloren had. Be helve dat hij een nieuwen sleutel moet koo- pen krijgt hij twee gulden boete te betalen, als hij tenminste geen twee dagen zelf be waakt wil worden door iemand, die met meer dan één sleutel vervaarlijk kan rammelen. Ernstiger dan het niet hebben van een klokslot op een fiets is het ontbreken van goede en onafhankelijk van elkaar werkende remmen op een auto. Dat kost tien gulden, tenminste aan iemand uit Hillegom, die zich bereid verklaarde voor goede remmen te zul len gaan zorgen. Een onaangename verordening is nog steeds die, waarbij het te Velsen verboden is, om honden te laten losloopen. Iemand wiens honden zich op helwennemerplein te IJmui- den in vrijheid bewogen stond wegens dit hoogst onwettig gedrag van zijn honden te recht. Hij trachtte nog op juridisch listige wijze te ontkomen, door te zeggen, dat de dagvaarding van „honden" sprak en het maar „hondjes" waren, doch het hielp hem weinig. Van meer belang was aai, de hondjes hem ontglipt waren, voordat lnj ze grijpen kon. De kantonrechter zag de moeilijkheden in. die dit meebracht. De inwoner van Velsen heeft zich reeds her haaldelijk tot den burgemeester gewend, met het verzoek om de lastige verordening in te trekken. Dat dit niets geholpen heeft ver wonderde het O. M. niet. omdat niet de bur gemeester doch de Raad zoo'n verordening moet intrekken. De ambtenaar gaf echter in overweging om bi> de volgende verkiezingen slechts op candldaten de stemmen, die blijk gegeven hebben vóór de vrijheid der Velsen- sche honden te zijn. De ambtenaar vroeg een boete van een gulden en de kantonrechter vond deze straf noch te licht noch te zwaar. Een zwerver, die door de politie gezocht wordt, heeft zich in een logement te LJmui- den op Liebermannsche wijze onder een val- schen naam laten inschrijven. Hij moet daar voor twee gulden betalen, hetgeen hij als een voorschot kan beschouwen op de straf die hem te wachten staat. Tenslotte was er een banketbakker in Haar lem, die het op Oudejaarsdag zoo druk had, dat hij 4 arbeiders in den rusttijd liet werken en 1 na den wettelijken arbeidstijd. Omdat de kantonrechter begreep, dat de banketbak ker het dien dag moeilijk had. kwam hij er af met vijf boeten van een gulden, terwijl het O.M. vijf maal drie gulden gevraagd had. De banketbakker was zeer verheugd. UITSPRAKEN. P. M. C. liet als bestuurder met een motor rijtuig over een weg of rijwielpad rijden, zonder dat hem een rijbewijs voor het bestu ren van een motorrijtuig als waarmede over den weg of rijwielpad wordt gereden is afge geven door den Commissaris der Koningin in de provincie 3 subs. 3 dagen hechtenis. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1534 De minuut, die een eeuw lykt AU je, juist wanneer de baby ingedut is, een zwaar groot boek van de armleuning van je stoel stoot. (Nadruk verboden). G. E- G. overtreding der Motor- en Rijwiel- wet 1 subs 1 dag hechtenis. J. D. idem 10 subs. 10 dagen hechtenis. E. K. het te Bloe mendaal als bestuurder van een motorrijtuig overschrijden de maximum door B. en W. aangegeven snelheid ten aanzien van een der binnen de bebouwde kommen gelegen wegen 10 subs- 10 dagen hechtenis. B. K. J. E. het te Haarlem als bestuurder van een rijwiel, kennelijk ingericht voor slechts één persoon, daarop een ander persoon medevoeren 2 subs. 2 dagen hechtenis. P. J. A. het te Haar lem als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede op den openbaren weg rijden met een snelheid van meer dan 30 K.M. per uur 10 subs. 10 dagen hechtenis. Ch. L. H. M. overtreding van het Motor- en Rijwielregle ment 3 subs. 3 dagen hechtenis. N. E. C. M. het in staat van dronkenschap de orde ver storen 10 subs. 10 dagen hechtenis. J. W. ter B. overtreding der Motor- en Rijwielwet 15 subs. 15 dagen hechtenis. C. P. R. over treding der Motor- en Rijwielwet 15 subs. 15 dagen hechtenis- J. van N. idem, vervallen verklaring van het verzet tegen het vonnis dd. 18 September 1929. P. J. S. overtreding der drankwet 25 subs. 25 dagen hechtenis. A. R. het naar zijn naam gevraagd, een val- schen naam opgeven 15 subs. 15 dagen hechtenis. OUDERCOMMISSIE SCHOLEN 36 EN 37. De ouders van leerlingen der scholen 36 en 37 zijn uitgenoodigd voor ©en ouderavond te houden op Woensdag 15 Januari in de Gym nastiekzaal der school Soendastraat. De agenda vermeldt: „Eenige bedenkingen tegen het Dalton-onderwijs", lezing te hou den door den heer W. Koudstaal, onderwijzer aan school 36 en „een praatje over steenkool" te houden door den heer J. W. van Proosdy, voorzitter Ou der commissie school 37. Toe lichting door lichtbeelden. GUNNING. B. en W. van Haarlem brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het bouwen van een opzichterswoning met kantoor, berg plaats en rijwielenberging op de Algemeene Begraafplaatsen aan de Kleverlaan hoek Schoterweg te Haarlem en het verrichten van glas en verfwerken ten behoeve van de bovenbedoelde woning met toebehooren, waarvan de openbare aanbesteding heeft plaats gehad op 16 December 1929 door hen is gegund als volgt: Perceel I: aan J. Brc- voord te Haarlem voor f 11.500 en perceel II: aan IJ. de Jong te Haarlem voor f 472. JUBILEUM C. VLUG. Op den 13en Januari hoopt de heer C. Vlug, Asterstraat 16, den dag te herdenken waarop hij vóór 40 jaren in dienst trad bij de Fa. Wed. J. L. Zuurendonk en Zn., alhier. VIJFTIG JAAR VRACHTRIJDER. Woensdag vierde de heer H. C. Koster den dag dat hij 50 jaar vrachtrijder ls. De heer Koster, die thans een vrachtrijderij heeft aan de Lange Poellaan liet den dag onopgemerkt voorbijgaan. 8 Januari. De vergadering van Dinsdagavond er heeft op die Dinsdagavonden niets an ders plaats dan regeling van werkzaamheden! heeft niet zoo heel veel korter geduurd, dan de vergadering van Woensdag, toen de Senaat slechts bijeen kwam om met alge meene stemmen een suppletoire Waterstaats- begrooting aan te nemen, die den luchtvaart- 1 dienst van het departement zelfstandig maakt om leiding te geven, waar dat noodig is. Alleen Jhr. van Citters heeft eenige be schouwingen aan het ontwerp gewijd. Be schouwingen, welke aanvingen met een door bravo's uit de Kamer onderstreepte hulde aan degenen, die administratief en technisch de Indische vliegdiensten hebben mogelijk gemaakt, uitgevoerd en tot een groot succes opgevoerd. Begrijpelijk, dat de minister deze hulde van regeeringswege heeft gehonoreerd. Hij voegde delvaan echter nog iets heel be langrijks toe: hij uitte de verwachting, dat de onderhandelingen met Engeland over het voortzetten van de luchtvaarten naar Indië spoedig, en met goeden uitslag, zouden ten einde gevoerd zijn. De heer Van Citters sprak over een vraag, die onlangs ook door den heer v. d. Bilt ge steld is, de vraag over het op de beste wijze mogelijk maken van nachtvluchten over ons land. Minister Reymer deelde thans op dit punt mede, dat spoedig de weg der vliegtui gen van de Duitsche grens bij Enschedé naar Schiphol en Waalhaven en vandaar naar de Schelde verlicht zal worden. En voorts, dat er soortgelijke plannen zijn voor de 30 KM.- route, die de vliegtuigen van Berlijn naar Brussel over ons Limburg nemen. De Senaat is tot nadere bijeenroeping uit eengegaan. INTIMUS. DE BEVOLKING VAN HAARLEM. IN 1929 MET 1668 VERMEERDERD. Van het Bevolkingsregister ontvingen wij gegevens betreffende den loop der bevolking in 1929, waaraan wij het volgende ontlcenen. Op 31 December 1928 bestond de bevolking uit 54989 m., en 60.508 vr. Tottaai 115.497. Zij vermeerderde in 1929 met 791 m. en 877 vr., totaal 1668, zoodat zij op 31 December 1923 bestond uit: 55.780 m., 61.385 vr., totaal 117.165. Door geboorte nam de bevolking ln 1929 tos met 1067 m-, 1001 vr.. totaal 2068. Door overlijden verminderde de bevolking met 564 m., 589 vr., totaal 1153. In de gemeente vestigden zich 4020 m. 4939 vr., totaal 8959 en uit de gemeente vertrok ken 3732 m., 4474 vr., totaal 8206- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cta. per regel. STOFZUIGERHUÏS MAERTENS BARTELJORISSTRAAT 16 TELEFOON 10756 HOBBY VLOER WRIJVERS f 125.— zitten gaan". „O." riep Lllion. Haar blik viel weer op het blauwe oog van den bezoeker. „Was het moeilijk om zijn tegenstand te overwinnen?" George glimlachte. „Ik heb al mijn overredingskracht aange wend en hij is het nu roerend eens met zijn moeders voorstel. Ket spijt hem nu vreeselijk dat hij tegenwerpingen heeft gemaakt". „Arme lord Harlsmore!" zuchtte Lilian. „U zult het met mij eens zijn," zei George haastig, „dat een jongen van dien leeftijd zijn moeder moet gehoorzamen. Ik verheug me op de taak om lord Harlsmore op te voe den om zijn zedelijk bewustzijn te wek ken, dat nu blijkbaar nog sluimert". „Op welken leeftijd is men niet moer ver plicht zijn moeder te gehoorzamen?" vroeg Lilian met iets vroolijks-boosaardigs in haar stem. George aarzelde tot hij Lilian's blik op ving, toen lachte hy. „Het is een feit dat ik Harlsmore graag mag lijden. Het. speet me erg toen ik hoorde hoe lichtzinnig hy geweest was en ik heb heel graag het aanbod van rijn moeder aan genomen om zyn vriend en opvoeder te worden. Had ik geen gelijk?" „O, zeker", Lilian was nu volkomen gerust dat George zich niet door zyn pupil op het slechte pad zou laten brengen. „Maar u zult een moeiüjke taak hebben". „Moeiiyk of niet, ik za! hem volbrengen". „Biyft u een Jaar weg?" „Ja, een jaar". „Een heel jaar!" „Het gaat gauw genoeg voorby'. „Voor u misschien, maar niet voor my". George kwam een stap dichter by. „Lilian „U begrijpt my verkeerd", zei Lilian vlug. „Ik moet ook een jaar lang opgevoed worden. Maar in mijn geval is het vrywlllig. Mijn stiefmoeder heeft strenge principes en ik ral haar vragen om mU op te voeden en te vor men. Ik heb nooit de zorg van een moeder gekend en ik ben in 't wild opgegroeid. Maar u kent zelf myn fouten veel te goed. Als u over een jaar terug komt, zult u me erg ver anderd vinden". George fronste licht de wenkbrauwen. „Ik verlang heelemaal niet dat u veran dert". „U zult toch zeker niet willen ontkennen dat het noodig is?" George aarzelde. „Ik zou het liefst willen dat u blijft zooals u bent". „Het is wreed om zoo iets te zeggen Dat brengt mijn plannen in de war. U meent het toch niet echt wat u zegt?" „Tot u in mijn leven kwam, was ik een evbarmeiyke vent. Mijn liefde voor jou heeft een man van mij gemaakt". ..Myn liefde voor jou", flapte Lilian uit, „heeft my de oogen geopend voor mijn eigen fouten". „Houd je dan van me?" riep George. „Dat wilde ik niet zeggen". „Maar je hebt het gezegd!" „Ja en het is waar. O George, ik houd zoo ontzettend veel van je". „En wil je op me wachten?" „Myn heele leven als het moest". Hij nam haar in zyn armen. „Als het noodig is dat je opgevoed wordt, wat ik overigens ontken, 33 er maar één mensch ter wereld die voor die taak bere kend is". „O. George, je mag me niet kussen. Wie bedoel je?" „Ik bedoel mezelf!" EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6