VOND Een film van Zuid-Laren. DETROIT, DE AUT0M0BIELSTAD. ZATERDAG 25 JANUARI 1930 BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD VIJFDE BLAD Een product van d? Haarlemsche N. V. Multifilm, vervaardigd door CHR. POINTL. ivfmü r- gs. ;7ï£kt.x•"yimrrm' m Fotomontage uit de Jilm Zuid-Laren. De wanhopige pogingen die een aantal ja ren geleden gedaan werden om de Neder- landsche filmindustrie te doen bloeien, leden zonder uitzondering schipbreuk. Er was té veel geld noodig. Er is veel veranderd sedert dien. De moderne gedachte maakte zich meester van de film. Russische successen de den zoo iets ais een film geweten ontstaan en in kleine ateliers in Frankrijk en Duitsch- land, begon men te experimenteeren, en zoo werd na een kwart eeuw van ellende de waarachtige film geboren. Toen kreeg ook ons land zijn kans. Een kans die benut werd. Want nu kwam het aan op artisticiteit en oorspronkelijkheid, op een voud en eerlijkheid, meer dan op geld. Ivens toog aan het werk. Wijlen Aafjes deed van zich spreken en met hen anderen. Wij heb ben den arbeid van de Hollandsche filmkun stenaars getrouw gevolgd, maakten ook ge wag van de prachtige microfilms van Mol, die een internationale reputatie verwierven en kunnen thans tot ons genoegen wederom den naam van de Multifilm vermelden. De assistent van den heer Mol, de heer Chr. Pointl maakte voor Vreemdelingenverkeer een film van het beroemde dorp Zuid-Laren in Drente. Dit werk munt uit door twee eigenschap pen die nog maar al te weinig in de moderne film vereenigd zijn: eenvoud en oorspronke lijkheid. Hier is sprake van zuiver film, doch ook van, voor iedereen bevattelijke film. Zoo wel de geroutineerde filmcriticus, die geleerd heeft films te zien (de moaerne film stelt zeer hooge eischen!) als de eenvoudige van geest, die ontspanning zoekt, zullen van „Zuid-Laren" kunnen genieten. Een goed regisseur, die de knepen van het vak kent, en die iets van de Russen heeft afgekeken kan het publiek makkelijk bedot ten en in verrukking brengen met een handig gemonteerde psychologische complicatie en aldus den schijn ophouden van modern en kunstzinnig te zijn. Zoo is het in de film in de schilder èn In de schrijfkunst. De kenner heeft de trucjes en de maniertjes echter gauw door en ziet het liefst het werk zonder pretenties, dat zich klaar en door zichtig aanbiedt, zoodat men het goed van binnen en van buiten kan bekijken; inmid dels heeft de kunstenaar, die zich aldus den eisch der grootst mogelijke eenvoud stelde, zich de moeilijkste taak opgelegd. Ook Pointl is van de idee uitgegaan dat een makkelijk goedkoop succes, in het geheel geen succes is. Hij werkte dus, eenvoudig, deed geen concessies aan de filmmode en bracht iets moois tot stand. De film Zuid-Laren geeft in alle oprecht heid weer, wat het menschelijk oog gezien zou hebben. De lens van de camera heeft zich als de lens van het oog op de mooie dingen van het dorp gericht, zij dwaalde langs horizonnen, klom op langs den kerk muur, verloor zich in het perspectief van een rullen we.g, of over de golvende vlakte van het korenveld. Pointl hoewel geen Hollander begreep als geen tweede de karakteristieke schoon heid van dit landschap. Deze film zou op het programma van het Amsterdamsche Liga-Theater een goed fi guur maken. L. A. EEN BELANGRIJK FILM ARCHIEF. Te Londen zal eerlang de verzameling van Will Day verkocht worden welke volgens een mededeeling van den Londenschen corres pondent van de North American Newspaper Alliance, een archief vormt betreffende de geschiedenis van de cinematografie in de laatste 35 jaar. O.m. zijn er in aanwezig de eerste film die genomen is een tooneel in Hyde Park, en de eerste film die in 't open baar vertoond is een bekend goochelaar die een kunstje met een hoed verricht. Dan zijn er films van den eersten wedstrijd om den beker van Gordon Bennett, de roeiwed- strijden te Henley van 1895 en 1899, de Der by van 1896 en de kroning van koning Geor ge. Tot de verzameling behooren ook een aantal toestellen die toen de cinematografie nog in het beginstadium van haar ontwikke ling was, gebruikt werden. KENNEMER EN WEST- FRIESCHE LEGENDEN. IV. Nog eens een Locarnaverdrag. Pepijn de Korte en Karei Martel. Stichting Klooster te Egmond. Het Kasteel vau Egmond aan den Hoef. Ontstaan van Egmond aan Zee. De vorige maal spraken, we over den naamsoorsprong van Beverwijk. Wel aardig gevonden, maar natuurlijker lijkt ons de naamsoorsprong zooals die ook door een conservenfabrlek wordt aangegeven. Daar ziet ge op de hermetisch gesloten bussen een bever aan den waterkant, sjouwend met een boomtak. In lang vervlogen eeuwen leefde ook de bever, zooals die nu nog. hoe wel zeer sporadisch in Duitschland wordt aangetroffen. Misschien vonden onze verre Germaansche voorvaderen, waar wij Bever wijk kennen een kolonie van bevers. We herinneren even aan de „wonderbare victorie bevochten op Kruisdag van 864 te Beverwijk. Hollands Graaf was natuurlijk niet tevreden en deed bekiag bij den „Keyser en Coninck van Vrankrijk Caroling Ca- lvium". De keizer trok naar Beverwijk (voor de overvaarplaats) later Velsen genoemd. Daar had een samenkomst van partijen plaats en deed de Fransche monarch de vol gende uitspraak: Aangesien dat ik, Carolus Calvus uyt Key- serlycke mildlchheyt hebbe geschoncken mijne Neve Dirck van Aquitaniën die Grae- felijckheyt van Hollant, Seeland en Vries land; ende voor Is bevinde ick sommighe Edele Heeren ende bijsonder E. Heren van Egmond daer groote recht in hebben; het- welcke onze voorvaderen Pippijn ende Ca rolus Martellus hier voor tijden geapprobeert hebben, al 'tselve begere lek mede te doen, om deze E.(dels) Heeren van Egmond een prijs te maecken in deser manieren". De heer van Egmond zou „willichlyck" aan Graaf Dirk overgeven al de jurisdictiën ((rechtsgebied) en recht, dat hij mag hebben in Holland en West-Friesland. De heer van Egmond zou echter behouden, tot eenen eeuwigen leen, de Egmonden en de dorpen Limmen, Backum, Schoorl, Warmenhuizen, Groot Haringcarspel. Huisduinen, 't Oog (Callantsoog) Oudkarspel. Krabbendam. De Jonker van Arkel zou Arkel behouden en de zoon van Wassenaar het dorp van dien naam en „de stede van Leyden." Daarenboven moest de heer van Egmond 6000 Fransche kronen schenken en op eigen kosten stichten en timmeren een „Clooster in de heerlijkheid van Egmond tot een eeuwige memorie en zaligheid des ziels van Roelant, heer Willebrands oudste zoon. Zoo kwam er te Egmond Binnen een houten klooster van de Sint Benedictusorde. De heer van Egmond deed dat in 889. Ver der moest de heer van Egmond, mijnen Neve Diderick in alles getrouw wezen als een goed vassal ende leenheer. „Dit willen wij (Keizer van Frankrijk) dat aldus geschiede. Want het ons belieft." Graaf Dirk noemde het verdrag aldus te Bevervoort gesloten een „felle soen". Hij be doelde daarmee natuurlijk een verzoening die hem door de voorwaarden zwaar viel. Volgens de legende kwam nu uit die felle soen de naam Velsen. Radboud, de vierde Heer van Egmond, de tweede van dien naam, trouwde Luonatlana. dochter van den Keizer en Koning van Frankrijk. Hij moet een wijs en zeer godsdienstig man geweest zijn, net als zijn grootvader Radboud I. Hij liet het oude huis van Rinne- gom of Rynegom afbreken en heeft een veel mooier en grooter laten bouwen vóór 880 op den Hoef, waarvan men nu nog een klein stuk ruïne ziet staan in het weiland, naast de kerk. Hij hielp zijn schoonvader, den Franschen Koning, dapper in den strijd in Italië om het Romeinsche Keizerschap, dat dezen heer van Egmond den bijnaam van den Egmond- schen Leeuw bezorgde. De stoute pogingen lukten en Carolus Calvus van Frankrijk werd door Paus Jo hannes IX gekroond. Wallingier. de zesde Heer van Egmond trouwde met Catharina, dochter van den Hertog van Glocester. Hij liet aan zee 6 huizen timmeren. Daar zette hij „zijn scha mele lieden in". Die mochten er kosteloos wonen, op conditie, dat zij „de „thlende vis zouden geven aan het Convent van Eg mond". Dat klooster had zijn bijzondere voor liefde. Ook liet hij aan zee een kleine kapel bouwen, ter eere van Sint Agnfsto- (pl.m. 960) Rijnegom heet naar den Rijn, die een Noordelijke uitmonding moet gehad hebben tuschen Petten en Kamp. Sommigen zien in het Meertje van Berkhout en de grachten van Brederode nog overblijfselen van dien ouden Rijntak, (o.a. Dr. van Eden in de Bos- schen en Duinen van Kennemerland) Rijnegom is eenige jaren de gezochte ver blijfplaats van adellijke families geweest, die evenwel later door oorlogen een veiliger woonplaats zochten en vonden bij Haarlem en in Haarlem. Men weet dat nog twee eeuwen geleden veel adellijke families woon den in de Smedestraat. WALVISSCHEN IN EEN REIZEND MUSEUM. Zooals bekend werpt de walvischvangst groote winsten af, daar de walvisch vele gangbare artikelen aan de menschheid levert. Maar nu dienen de walvisschen ook al. om de zakken te spekken van ondernemende directeuren van reizende musea, (familiaar gezegd: „kijkspellen") in Amerika. Zij worden aan de kust van Callfornië ge balsemd en daarna in een groote glazen kast gesloten. Zoo gaan die doode walvis schen ..op tournée" door Amerika en de „spullebazen" verdienen er groote sommen mee. Waarschijnlijk zullen de reusachtige die ren nu ook nog wel geschilderd worden. Een witte walvisch, bij voorbeeld, zou een groote aantrekkelijkheid vormen. Menigeen zal om dit denkbeeld glim lachen. maar het is volstrekt niet nieuw. In Amerika Is alles mogelijk. Het is nog maar pas eenige jaren geleden dat een spullebaas op het idee kwam, een zwaan rood te schilderen. Hij vertoonde dit dier aan het verwonderde publiek onder een naam, die in geen enkel boek over natuur lijke historie te vinden was-... en hü ver diende grof geld! Waarom het dan ook niet eens met een geschilderden walvisch geprobeerd?. Een millioenenstad. De tragedie van Buick. Walter Chrysler's opkomst- Ford, de onafhankelijke. De roman van Durant. De gebroeders Fisher. Autokerkhoven. (Bijzondere correspondentie.) Detroit was, toen Henry Ford enkele tien tallen jaren geleden met zijn experimenten op het gebied van den gasolinemotor begon een stille en onbeduidende nederzetting in het Noorden der Vereenigde Staten. Thans is het een stad met 114 millioen inwoners, die weergalmt van het dreunen der automo bielfabrieken en met haar drieste wolken krabbers New-York concurrentie schijnt aan te doen. Er was nog geen volledige men- schenlecftljd noodig om deze opkomst, die zonder weerga is. te bewerkstelligen. Het stuwende element was de automobiel industrie, zonder welke Detroit vermoedelijk ook thans nog een van de duizend gelijkvor mige, provinciestadjes van het Amerikaan- sche continent zou zijn. De opkomst van de automobielindustrie wordt den bezoeker in deze stad, die zonder traditie is en niettemin reeds haar geschie denis heeft, bijna „aan den lijve" duide lijk. Overal ontmoet hij bekende namen. Ford, Chevrolet, Chrysler, Packard, Dodge. Studebaker en vele anderen hebben hier hun fabrieken, die haar stichtters vermogens van millloenen opleverden, terwijl andere mannen in den concurrentiestrijd het onder spit moesten delven en in de vergetelheid verdwenen. Het. is niet zonder tragiek, dat kort geleden Buick, de contructeur van den Buickwagen in armoedige omstandigheden is gestorven, ofschoon zijn wagen toch een van de succes-artikelen der General Motors combinatie was. Buick was wel een geniaal Ingenieur, maar geen zakenman. Het heft werd hem door lieden, die meer slag van „business" hadden uit de handen gerukt. Sentimentaliteit bestaat hier niet. Wie de sterkste zenuwen en de beste bankrelaties heeft, komt er boven op en de overwonnenen verlaten zonder een kik te geven, het tour- nooiveld. De geschiedenis van de Amerikaan- sche automobielindustrie is vol verrassingen en phenomenale opkomsten. Zoo die van Walter Chrysler, die nog niet zoo heel lang geleden als kantoorbediende van een spoorwegmaatschappij in een kleine provincieplaats zat en droomde van moto ren. Hij kocht in 1905 van zijn bescheiden spaarpenningen op de automobieltentoon stelling in Chicago op afbetaling een wagen, die hij telkens weer uit elkander nam, in elkaar zette en in alle bijzonderheden be studeerde. Het gelukte hem iets later, bij Buick in de automobielindustrie vasten voet te krijgen. Verder werkte hij achtereenvol gens bij General Motors, Overland en Max well, steeds waarnemend, steeds onderzoe kend. Eindelijk, nadat hij vele jaren had toegezien, stichtte hij een eigen onderne ming. Toen in Januari 1924 de nieuwe Chryslerwagen voor het eerst op de groote automobieltentoonstelling te New-York werd geëxposeerd, meenden zijn vrienden tot hun leedwezen, dat hij vermoedelijk te laat zou komen. De room zou er door Ford en General Motors al zijn afgeschept. Zij vergisten zich. In 1925 bedroeg Chryslers productie al 250.000 wagens per jaar en zij is sindsdien nog verder gestegen. In 1928 kocht hij van de bankiers firma Dillon, Read Co. in New-York de Dodge-fabrieken, waarbij hij voor den naam alleen 70 millioen dollar oe- fcaalde. Chrysler heeft thans door den bouw van een wolkenkrabber van 62 verdiepingen te New-York voor zijn opkomst een steenen gedenkteeken geplaatst. Ford, wiens financiers oorspronkelijk de gebroeders Dodge waren geweest, tot zij in 1914 een eigen wagen ter markt brachten, had twee foutieve starts bij zijn loopbaan. In 1909, in een crisistijd, wilde de onderne- mingslustige Durant deFordfabrieken koopen. Ford die destijds twijfelde aan zijn toekomst verwierp dit denkbeeld niet. De transactie mislukte alleen, doordat de bankiers Du rant het door hem gevraagde crediet van 8 millioen dollar niet gaven. De zaak van Ford is zoo veel niet waard, zeiden zij. Thans wordt Ford op 1 1/2 milliard getaxeerd. Ford is zijn eigen heer en meester. In 1920 kocht hij al zijn deelgenooten uit, waarbij bleek, dat hun aanvankelijk kapitaal in de 17 jaren van het bestaan der maatschappij niet on aanzienlijk was vermeerderd. De tegenwoor dige Amerikaansche senator Couzen b.v., die als jeugdig advocaat met 2400 dollar aan de zaak van Ford had deelgenomen, kreeg in 1920 ongeveer 30 millioen uitbetaald. Het streven van Ford was, zich van vreemde controle geheel vrij te maken, om, zonder met buitenstaanders rekening te hoeven houden, zijn ten deele utopische denkbeel den in daden te kunnen omzetten. Een andere figuur, die altijd weer fasci- neerend aandoet, is Durant. Oorspronkelijk loopjongen in een kruidenierswinkel, verkoo- per in een sigarenwinkel en employé bij een gemeentelijke waterleiding, ging hij op 25- jarigen leeftijd over naar het automobielbe drijf. Hij verwierf de controle over Buiek en stichtte in 1908 de General Motors Cor poration. Begaafd met ijzeren energie, ver baasde hij zijn medewerkers, doordat hy vaak van 7 uur 's morgens tot 1, 2, 3 uur des nachts doorwerkte. Een commercieele vergis sing kostte hem in 1910 zijn positie bij Gene ra! Motors. Hij trok zich aanvankelijk terug, kocht echter kort daarop een kleine auto mobielfabriek, waarin een onbekende inge nieur, Chevrolet genaamd, een wagen fabri ceerde. Nadat hij deze zaak in korten tijd had opgekalefaterd, begaf hij zich, een keu rig gefriseerde balans in de actentasch naar de du Ponts te Wilmington. Hier werd, met hulp van John Raskob, den toenmaligen par ticulieren secretaris van Pierre S. du Por.t en lateren president van het financieel co mité der Genera! Motors, in alle stilte be sloten. de General Motors Corp. aan te koo pen. Midden 1916 kondigde Durant de ver baasde zakenwereld aan. dat hij de meerder heid van de aandeelen General Motors in zijn bezit had. Zegevierend hernam hij het voor zitterschap van de maatschappij, dat hem destijds was ontnomen, om echter reeds na vier jaren, toen de algemeene economische crisis ook de General Motors in moeilijk heden bracht, opnieuw afstand te doen. Wel verre van de lier aan de wilgen te hangen, stichtte hij de Durant-fabrieken en speelde Henry Ford. terloops de oude avonturier als groot- speculant een hoofdrol in de eerste onlangs op zoo drastische wijze ten einde gekomen bull-market aan de New-Yorksche beurs. De Chevrolet-fabrieken echter, die door hem bij de General Motors kwamen, ontwikkelden zich in den tijd, die volgde zoodanig, dat zij als eenige op het gebied van den goedkoopen wagen Ford ernstige concurrentie konden aandoen. In de eerste negen maanden van 1929 bestreek Ford 33 en Chevrolet 11% van. de totale Amerikaansche automobielpro ductie. Hand In hand met de ontwikkeling van General Motors tot domlneerende onderne ming der automobielindustrie ging de op komst van de zeven Fisher Brothers. Hun vader bezat een smederij en wagenmakerij in een klein stadje van den staat Ohio. In 1908 stichtten zij de Fisher Body Corpora tion, die zich bezighield met het bouwen van carosserieën. De Corporation werd later een van de essentieele bestanddeelen van Gene ral Motors en had 15 Jaren na haar stichting reeds 50.000 arbeiders aan het werk. De zeven gebroeders Fisher zitten echter thans allen in leidende functies der verschillende fabrie ken, die deel uitmaken van het General Mo tors Concern. Zij breidden met de toeneming van haar groei haar werkkring uit van het zuivere productieproces tot de financiering, tot welk doel zij een financieringsmaatschap pij met een kapitaal van 1 H2 milliard dollar stichtten. In Detroit legt het indrukwekken de Fisher Building, een zakengebouw, waar in zich o.m. een geheel naar motieven, die ontleend zijn aan de Maya-cultuur. Ingericht bioscooptheater bevindt, dat 3000 toeschou wers kan bevatten, getuigenis af van hun macht en roem. De reiziger, die Detroit nadert door de wijde vlakten van den staat Michigan, waar vroeger de Indianen hun leven rekten, be seft de nabijheid van de automobtelstad voor namelijk, doordat de automobielkerkhoven In aantal toenemen. Men treft deze kerkhoven van stoffelijke overblijfselen van auto's die den sentimenteelen waarnemer tot nadenken stemmen, weliswaar overal op het Ameri kaansche continent aan; maar hier krijgt hun aspect bijzonderen nadruk. Niet ver van de Zuidelijke grens van de stad bevindt zich een bijna niet te overzien veld, waarop vele duizenden wrakken, ten deele half wegge zakt in een klein meer, hun definitieve ont binding tegemoet zien. Gehavende wagens, waarvan de herstelling de moeite niet mee.r loont, worden hier door hun eigenaren heen gereden, gedemonteerd en aan hun lot over gelaten. Daar staan ze, troosteloos, met in- gedrukten motorkap, gebogen wielen en fan tastisch opengescheurd dak- Zij zakken al lengs in den grond en zullen misschien pas over tienduizend Jaren weer de aandacht trekken, wanneer de archaeologen van een later geslacht de overblijfselen uit de 20e eeuw verzamelen (Nadruk verboden). Dr. R- HENNE. DOODELIJKE GELUIDGOLVEN. Evenals het menschelijk oog slechts in staat is een deel van het spectrum waar te nemen, namelijk de kleuren van het zicht bare licht, kan ook het oor van den mensch niet alle geluidgolven opnemen. Het kan al leen de tonen werkelijk hooren, wier aantal golven ongeveer tusschen 16 cn 30-000 ligt» Geluidgolven. waarbij de luchtdeeltjes meer dan 30.000 maal In de seconde slingeren, ken de men desniettemin reeds lang. Daarentegen is pas kort geleden de voortbrenging gelukt van geluidgolven met 750.000 slingeringen per seconde. Deze hoogfrequente golven be zitten de voor slingerende luchtdeeltjes bui tengewoon geringe golflengte van 0.44 m M. Hoe worden deze golven voortgebracht? Van het kwartskristal was bekend, dat het zich, indien het in elkaar wordt gedrukt., electrisch laadt en omgekeerd bij electrlsche lading krimpt. Door het periodiek te laden gelukte het nu. het kristal in golvingen van zeer hooge frequentie te brengen, die zich in be paalde omstandigheden aan de omringende lucht mededeelen en zich daarin als hoor bare geluidgolven verspreiden. Toevallig werd gelijk Hopwood mededeelt (Journal of sclent, instruments) waargenomen, dat kleine visschen, die binnen het bereik van dergelijke geluidgolven kwamen, gedood wer den. Verdere proefnemingen toonden aan. dat ook kikkcrvischjes omkwamen. Roodc bloedlichaampjes braken open, wanneer men ze bracht onder het bereik der golven, de in wendige structuur van planten werd ver nield, de hartwerking van een kikvorsch werd door deze „doodelljke stralen", die men bij de geluidgolven vermoedelijk niet zou hebben gezocht, stopgezet. Werd de hoogfrequente geluidstraal geleid op de oppervlakte van een vloeistof, dan werd er een krater ge vormd, waaruit vloeistof deeltjes werden om hoog geslingerd gelijk de eruptieve massa uit een kleinen vulkaan-Hield men met de hand een glazen draad in den krater, dan vertoonden zich tusschen duim en wijsvin ger brandwonden enz. Het onderzoek van deze opmerkelijke eigenschappen der hoog frequente geluidsgolven wordt voortgezet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 15