BUITENLAND Londensche Conferentie. Macdonald ontvangt in Downingstreet. LETTEREN EN KUNST MUZIEK AGENDA HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 30 JANUARI 1930 TWEEDE BLAD De plenaire zitting. Vaststelling van een agenda. De beteekenis van een lunch. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. De laatste berichten omtrent de Londen sche vlootconf eren tie gewagen van de be langstelling voor de plenaire zitting, van he den, die in Saint James Palace zou worden gehouden. Nadat Mac Donald als president der con ferentie het woord zou hebben gevoerd, zou den de leiders der andere delegaties hun standpunten uiteenzetten en zou worden overgegaan tot de samenstelling van een commissie, welke zal bestaan uit twee verte genwoordigers van iedere delegatie. Ook de agenda zou vastgesteld worden. Langzamerhand is dan een einde gekomen aan de voorbereidende besprekingen. Men is aan de samenstelling van de agenda toe, doch in de onder-onsjes en apartjes zullen vooralsnog belangrijker besluiten genomen worden, dan in de plenaire zittingen. Zoo geeft MacDonald vandaag in Downingstreet een lunch, voor de chefs der delegaties en hunne dames. Doch karakteriseerend voor de beteekenis van deze lunch zal de aanwe zigheid van Lord Grey, Runciman en Snow- den zijn. Lord Grey en Runciman nu behooren tot de Liberale groep die zich fel tegen Lloyd George heeft gekeerd. Iedereen zal zich de scherpe en ontactische rede herinneren van Lord Grey, waarin deze Lloyd George aan viel om het beheer van het partij fonds. Lord G-rey toonde aan welke schier onoverbrug bare scheidingslijn er tusschen zijn aanhan gers en de Liberale groep Lloyd George, ligt. MacDonald nu schijnt Lord Grey en Run ciman in Downingstreet uitgenoodigd te heb ben omdat hij op hun groep schijnt te willen rekenen, als straks MacDonald's beleid in het parlement ter sprake wordt gebracht. Zoo heeft ook de aanwezigheid van Sncwden een bepaalde beteekenis. Er gaan geruchten dat er oneenigheden in het kabinet bestaan ten aanzien van de financieele politiek. Snowden eischt naar bekend is om financieele re denen sterkere bezuiniging dan MacDonald zal kunnen bereiken. Den goeden wil van den premier ten spijt. In Liberale en Conservatieve kringen ver wijt men Snowden roekeloosheid, roekeloos heid die ten doel heeft de balans sluitend te maken. Het is bekend, dat voor de beslechting van dergelijke kwaadaardige geschillen, thé's, lunches, en diners, belangrijker zijn dan plenaire vergaderingen. De toestand in Spanje. De incidenten. PARIJS. 29 Jan. (B.T.AHet „Journal" publiceert in zijn laatste editie een telegram uit Madrid, gedateerd half drie 's nachts, waarin wordt gezegd, dat de hevige betoo gingen in Madrid toenemen. De studenten trekken door de straten der stad, oproerige kreten slakend. Een groote menigte, welke voor het paleis is samengeschoold, roept „Weg met de dictatuur, leve de republiek!" Om één uur kwam het tot botsingen tus schen de politie en de studenten, toen deze de bureaux der Patriottische Unie en die der Federatie van Katholieke Studenten wa ren binnengedrongen. Te Barcelona hadden dezelfde betoogin gen plaats en riepen de studenten: „Leve de republiek!" Er werden schoten gelost. Tal van arbeiders hadden zich bij de studenten aangesloten. Zes werden gewond, van wie één ernstig. Om twee uur 's nachts werden de uitge putte politie-agenten door leden der bur gerlijke garde, met karabijnen gewapend, vervangen. Berenguer's leven. Generaal Berenguer, die in 1873 werd ge boren en dus zeven en vijftig jaar oud is. is een bekende figuur in het Spaansche poli tieke en militaire leven der laatste tien ja- ren. Berenguers naam is ten nauwste verbon den met het noodlottig débécle der Spaan sche troepen in Marokko in 1921, toen Abd el Krim het leger van generaal Silvestre bij Anoeal feitelijk in de pan hakte. SUvestre pleegde zelfmoord om de schande der ne derlaag niet te overleven; Berenguer. te dien tijde Spaansche hooge commissaris in Ma rokko, werd teruggeroepen en voor den krijgsraad gedaagd. Hij werd ter dood ver oordeeld, doch door den koning spoedig bege nadigd. Later bleek dat het geheele proces tegen Berenguer op touw was gezet om den ko ning te redden, die feitelijk verantwoordelijk was voor de catastrofe in Marokko. Hij was het die den bevelhebber had aangeraden zich niet te storen aan de bevelen van „die ezels" (bedoeld waren de toenmalige mi nisters). maar te toonen. „dat hij een man was". Silvestre was van deze aansporing het slachtoffer geworden. De officieele commissie van politici, die op eigen initiatief een onderzoek naar de verantwoordelijkheid instelde, had het tele gram van den koning, waarin deze fatale woorden aan generaal Silvestre werden ge richt, in het dossier aangetroffen, aldus 't Hbld. Nimmer echter werd de Cortes in de gelegenheid gesteld het dossier te bespre ken. De staatsgreep van Primo maakte dit onmogelijk. Eenlge jaren later werd Berenguer met het opperbevel over de Spaansche strijd krachten in Marokko belast, waar hij met de Fransche troepen samenwerkte, hetgeen tot de pacificatie "van het Rifgebied leidde. Graaf de la Mortera, zoon van wijlen den minister-president Maura, heeft een lang durig onderhoud gehad met generaal Be renguer, wien hij zijn medewerking, in den ruimsten zin, toezegde. Berenguer begaf zich om 11 u«r naar het koninklijk paleis, ten einde met den koning van gedachten te wisselen. Hij verklaarde, dat zijn stappen ten gunste van de samenstel ling van een kabinet een snel verloop hebben. Havas meldt uit Madrid: Graaf Romano- nes, de voormalige premier, heeft zich in bevredigenden zin over den politieken toe stand uitgelaten. Hij gelooft dat de houding des konings de monarchistische gevoelens bij alle Spanjaarden zal versterken. Generaal Berenguer is wel de geschiktste persoonlijk heid voor het minister-presidentschap, en zijn benoeming beteekent de eerste schrede naar het herstel van den normalen toestand. Een terugkeer tot den vóór de overneming van het bewind door Primo de Rivera be staan den toestand, zou onmogelijk zijn. Nie mand zal den nieuwen minister-president zijn medewerking kunnen onthouden. Vermoedelijke ministers. MADRID, 29 Jan. (B.T.A.) In goed inge lichte kringen noemt men de namen van de volgende personen, die deel zullen uitmaken van de nieuwe ministerieele combinatie: ge neraal Berenguer, president van den Minis terraad en Leger: kolonel Marzo (thans hoofd van de politie), Binnenlandsche Za ken; de hertog van Alva. Openbaar Onder wijs; Estrada (oud-minister), Justitie; Ga briel Maura, Openbare Werken; Sangro Ros d'Olano, Arbeid: Cambo, Financiën. Men overweegt opheffing van de portefeuille van Economie. De oud-ministers. MADRID, 29 Jan. (B.T.A.) Generaal Primo de Rivera en alle oud-ministers, met uitzon dering van generaal Martinez Anido, kwamen op het departement van Oorlog bij een tot het houden van een gedachtenwisseling. Primo had van tevoren geconfereerd met de kapi teins-generaal van Madrid en Catalonië en den directeur-generaal van de burgerwacht. De voorloopige samensteUing van het nieuwe ministerie. MADRID, 29 Jan, (V. D.) De definitieve samenstelling van het nieuwe kabinet is er van afhankelijk, of de vroegere minister van financiën Cambo dit ministerie thans weer op zich wil nemen of niet. Cambo stelt den eisch, dat de bijzondere economische maat regelen van de dictatuur worden afgeschaft. De overige ministerlijst is als volgt samenge steld Handel etc.: Leopoldo Ma tos. Buitenlandsche Zaken: Conzales Hontoria. Arbeid: Pedro Sangro. Vlootzaken: admiraal Ribera. Onderwijs: hertog van Alba. Ooenbare Werken: graaf Mortera. Minister van binnenlandsche zaken: gene raal Marzo. De overige ministersplaatsen zijn nog on bezet. De Fascistische jonge vrouwen. Het Orderblad van de Fascistische Partij meldt, dat bij de viering van de fascistische Drie Koningen, voor het eerst de fascistische jonge vrouwen, de Giovani Fasciste, hun in trede te Rome hebben gedaan. Deze vrouwen organisatie omvat de meisjes van 18 tot 22 jaar. die lid geweest zijn van de Giovani Itaiiane, en heeft een zuiver opvoedkundig en menschlievend karakter. In deze vier jaar moeten de jonge vrouwen er zich op voorbe reiden goede moeders te worden en hun bij drage te leveren in de goede werken en de opvoedende taak van de nieuwe geslachten. De Giovani Fasciste zullen eenvoudige cur sussen in huishoudkunde en in maatschap pelijk werk volgen. De minister-president heeft zijn instemming betuigd met deze nieuwe uiting van ijver van de partij en zijn bewondering uitgesproken voor de eenvoudige en sierlijke uniform van de organisatie, aldus de NR.C. Tot zoover het bericht in het Orderblad. Ter aanvulling diende, dat er tot dusver alleen fascistische meisjesorganisaties bestonden, de Picolle Itaiiane voor kinderen van 6 tot 12 en de Giovani Itaiiane voor meisjes van 13 tot 18 jaar, min of meer overeenkomende met de balilla (8 tot 14 jaar) en de tranguardisti (14 tot 18 jaar) voor de jongens- Voor de meisjes is daarbij nu deze nieuwe organisatie voor de jonge vrouwen gekomen, een over gangsstadium naar de fasci femminile, de organisatie der volwassen vrouwen. Een der gelijke „overgangsorganisatie" is ook al eens voor de Jongen& bepleit., 'die nu dadelijk bij de intrede van hun 19ae levensjaar overgaan tot de partij en de militie, wat wel wat jong is naar sommiger meening. Voor zoover ons bekend is, heeft dat plan tot dusver echter nog geen vasten vorm aangenomen. Ward Hermans in het nauw? De Belgische eerste minister Jaspar ant woordde op de interpellatie van Ward Her mans, dat de Kamer hem terecht verwijten, zou doen en dat hij zichzelf onrecht zou doen indien hij uitvoerig antwoordde op Hermans' Interpellatie, die een samenweefsel van leugens en bedreigingen was. Spreker herinnerde er aan, dat in Maart 1929 de valschheid der bewuste documenten in de Kamer werd be wezen. Teen had een onderzoek plaats gehad en werden sancties genomen. De zaak was daarmee afgeioopen en Jaspar begreep niet. waarom men op de zaak terugkwam, want Hermans' rede hield geen steek, zij bestond uit niets anders dan „plaisanteries". Van meer belang zou zijn te verenemen, welk aan deel interpellant heeft gehad in de publicatie der brochure „Jan Terzake" geteekend, over de Belgische franc-tireurs, en waarin in strijd met de waarheid het bestaan der franc- tireurs tijdens den oorlog wordt volgehou den. Hermans interrumpeerde hier den eersten minister en zei, dat hij bereid was ook over deze quaestie te interpelleeren aldus het Hbld. .waarop een hevig rumoer onder de aanwezige Kamerleden ontstond. De een ver weet Hermans raar met de waarheid om te springen, de ander meende, dat Hermans de Vlaamsche bevolking beleedigde, die onder de verdrukking der Duitschers heeft geleden. Jaspar maakte handig van de gelegenheid gebruik om de vaderlandsliefde van het Vlaamsche volk te roemen en besloot zijn rede met erop te wijzen, dat de ministers der drie groote partijen herhaaldelijk hebben bevestigd, dat het Fransch-Belgisch militair accoord uitsluitend een defensief karakter heeft, dat het de Belgische souvereiniteit vol komen eerbiedigt, en dat Vandervelde daar aan nog had toegevoegd, dat het in het kader van het accoord van Locarno was. Van dervelde meende zelfs, dat het absurd zou zijn het te publiceeren. Deze uiteenzetting zoo besloot Jaspar, is niet voor den interpel lant, doch voor he: publiek bestemd. De katholiek Feuillien kwam daarna aan het woord. Hij wilde meedeelen, hoe Hermans in betrekking met Frank Heine was gekomen waarop deze hem toesnauwde, dat spreker daar niets van wist. Een ander Kamerlid verweet Hermans een handlanger van Duitschland en Nederland to zijn, waarop Feuillien weer aan het woord kon komen om te betoogen, dat hij na de brochure omtrent de franctireurs niet meer kon twijfelen of Hermans stond met Duitsch land in betrekking. Tumult en scheldwoorden volgden hierop, waarop Hermans op verzoek van Vandervelde tot de orde wordt geroepen omdat hij Feuillien een falsaris had genoemd. Feuillien antwoordde: Hermans leest geen uittreksels uit de brochure, doch interpreteert ze op zijn manier. Er ontstond daarop een groot tumult, waar bij de verwijten en scheldwoorden niet van de lucht waren, waaruit men nog kon opmaken dat Hermans voorstelde een commissie van onderzoek te benoemen, voor welke hij wenschte te verschijnen, om de juistheid der beweringen in de brochure nopens de franc- tireurs te bewijzen, waarop de vergadering werd geschorst. PAEDAGOGISCHE LIEDERENAVOND. VOLKSUNIVERSITEIT. De heer Frans Vink, toonkunstenaar in Den Haag, stelde zich beschikbaar by de be zoekers der Volksuniversiteit in te leiden het lied, zooals dit door alle tijden heeft geklon ken. Zooals het prospectus aangeeft, is het doel, door inleidende besprekingen en ver klarende ontleding van de uit te voeren kunstwerken den hoorder voor te bereiden tot wezenlijk verstaan, en alzoo tot diepere waardeering en hooger kunstgenot. En zoo had dan de Haagsche toonkunstenaar zich de medewerking verzekerd van zijn stadge noot den heer Constant v. d, Elshoudt, die ons heel den avond, waar het pas gaf, de aria of het lied voordroeg, dat als uitgangspunt had gediend van het gesproken woord. Wij waren zoo fortuinlijk, in den bariton te ontmoeten een zanger die naast een aange naam stemgeluid beschikt over een uiterst gecultiveerd orgaan, zoodat de veelal zware opgaven, de aria's van Monteverde, van Gluck, van Bach en Handel, Haydn en Mo zart en tenslotte een van Beethoven met ais bekroning Wagner's Monolog (der „Wahn- monolog") uit der Meistersinger alle tot een gelukkige oplossing werden gevoerd. Wat de heer Frans Vink als verontschul diging meende te moeten aanvoeren, nl. dat zonder een „klein beetje geschiedenis" niet wel de ontwikkeling der zangkunst was te verstaan en hij dus die geschiedenis niet geheel kon negeeeren, mocht wel een der meest In teressante punten heeten van zijn betoog. De groei van het lied in zijn epische, zijn lyri sche, zijn dramatische vormgeving werd uit eengezet. terwijl in het bijzonder de aan dacht uitging naar de lyriek, die in waar heid de ziel is van het geheel, wijl zij naar beide zijden heen bezielend is. Men kan dus spreken van het lyrisch epos zoowel als van de lyrische dramatiek. Na een moment te hebben stilgestaan bij het zuiver vocalisme, met als uitlooper cie coloratuurzang, kwam naar voren de betee kenis, de waarde die wij hebben te hechten aan de uitbeelding van het woord. Het zij allereerst zóó gecomponeerd, dat het ver staanbaar wordt, en althans zijn geestelijken zin krijgt-. Da: de moderne componls: dit veelal beter begrijpt dan die ui: de oudste school, zal duidelijk zijn. maar evenzeer is de klacht gegrond, hoe bijwijlen de muziek realistisch-naturalistisch wordt en zich dus isoleert van het woord. Bij Monteverde iS noch het een. noch het ander. Monteverde's aria dan „Lasciatemi morire" (uit de opera „Ariane") diende als uitgangspunt der muzikaal-dichterlijke be schouwingen; spreker las in zuiver Floren- tijnsche uitspraak den tekst en gaf die zoo veel als doenlijk was woordelijk terug in onze taal. Met opzet stond spreker lang stil bij den drie-vorm van het lied. van de aria, ook als hij later op den avond Handels aria uit Giulio Cesare aan bespreking onderwierp; hoe het allereerst was: de muzikale stijl, die bij de z.g. ..da capo"-aria vroeg om het we derom sluiten van den cirkelgang, veel meer nog dan het dichterlijk woord. De muzikale styleeringsmethode bij Bach (Matth. passie: Gerne will ich mich bequemen), was tevens onderwerp van fijnzinnige bespreking; men lette op den Torculus bij „gerne", die, dit zij in parent'nesi gezegd, hier even zinrijk werkt als in het Gregoriaansch. Dan was Gluck, de groote hervormer, aan het woord met de aria uit „Elena e Paride". De zanger, die uitnemend de kunst van uit beelden verstaat, duldde zfnrijk aan, hoe de clamatorisch juist hier elk woord staat op de juiste plaats. Hier lyriek, maar met een de clamatorisch juiste aanvoeling van den tekst. Ook heel even wordt in deze aria („O del mio dolce ardor") de coloratuur het voortvo- caliseeren op een lettergreep, zooals de oude Gregorianen hierin onovertroffen meesters waren aangewend; omdat het woord dit Doktor Stromer, genaamd Auerbach, stichtte in 1530 de bekende Leipziger Bierstube ,Auer- bac'rïs KeilerDe kelder is dus thans 400 jaar oud. Goethe heeft Auerbach's kelder een onsterfelijken naam gegeven door de vermelding van dit milieu in „Faust". Goethe was overigens stamgast tn den Melder". vroeg (le plu liete soeranze). Geleidelijk be landden we nu bij de „toonschildering" (Haydns aria „Schon eilet froh") om ten slotte in Mozart Leporello-aria een kostelijk muzikaal samentreffen te vinden van wat door de greote voorgangers was voorbereid. Dan diende ten lest Hans Sach's „Wahn- monolog". en de scherpe tegenstelling Beck- messer (als droogstoppelaar in de tabulatuur) en Walter (als zanger van lente en liefde) als bewijs, hoe In het Wagner-drama geen plaats meer is voor den alouden cirkelgang, de „da capo"-arla; de monoloog is integen deel één groote voortstuwing. De bespreking van het Leidmotlf moest begrijpelijkerwijze wel tot een vluchtige aanduiding beperkt blijven. In die beperking nu toonde zich terecht de meester. Want niet zoodra had de heer Frans Vink ondergaan den machtigen invloed van zijn onderwerp, of hij raakte er aldra door begeesterd. Dat hij toen nog den logischen gang van zijn betoog zoo knap ten einde voerde, doordat hij uit de veelheid zijner stof slechts de hoofdgrepen van zijn betoog bij eenbracht en bijeen hield, mocht mede als oorzaak gelden, waardoor men hem in zijn gedachtengang zoo gaarne en zoo willig volgde. Deze lezingen, die door medewerking van den zanger Constant v. d. Elshoudt en de vaardige klavierkunst van den musicus Frans Vink tevens tot concerten worden, die ook in dit opzicht glansrijk den toets der kritiek kunnen doorstaan, mochten zeker de belang stelling trekken waarop zij recht hebben. Het aantal toehoorders voor de nog volgende vier avonden moge zich minstens verdubbelen. Woensdag a.s. volgen de liederen van Schubert en van Schumann. G. J. KALT. LEDENCONCERT DER H.O.V. Een avond zonder gewichtigheid, maar toch belangrijk: twee eerste uitvoeringen en Theo van der Pas als solist. Geen wonder dat de zaal buitengewoon goed bezet was. De werken die de H. O- V. voor het eerst op haar programma had, waren Mo zart's Ouverture voor „der Schauspieldirec- tor" en Schubert's groote Symphonle in C. Beide werken mogen als een aanwinst van beteekenis voor het repertoire der H.O-V. geboekt worden. De fijne, geestig bewerkte Ouverture werd met goede klankverdeeling en superieure vaardigheid gespeeld; wij hopen haar nog vaak op de programma's te zien. Wat de uitvoering der „groote C dur" van Schubert aangaat, dienen er voorzeker nog heel wat puntjes op de i-tjes van het reuzen werk gezet te worden. De stemming van het koper liet nog al eens te wenschen over en het klankoverwicht was nog niet steeds zóó dat alles tot zijn recht kwam. Maar als men in aanmerking neemt welk een korten tijd tot voorbereiding de H.O.V. zich heeft kun nen gunnen moet men verbaasd staan ovei het resultaat dat Woensdagavond bereikt werd. Het was haast onbegrijpelijk en bewijst de routine die het orkest bezit en de toewij ding waarmee de leden zich aan dit werk gegeven hebben. Het resultaat was te opmer kelijk omdat Van Beinum de tempi grooten- deels aan den snellen kant nam, wat met het oog op de lengte en de vele herhalingen wen- schelijk mag heeten, maar de duidelijkheid der uitvoering wel eens in den weg staat. Ik wil dus voor ditmaal volstaan met een com pliment aan het orkest voor hetgeen het reeds bereikte en een woord van hulde aan den leider voor het kiezen van het heerlijke werk, dat naar we hopen een standaard- repertoire der H.O.V. zal worden. Theo van der Pas speelde met de eminente pianistische eigenschappen, die wij reeds meermalen roemden, het tweede piano concert van Chopin. Ik voor mij houd niet vee! van Chopin concerten, die wel heele reeksen mooi klinkende pianofiguren bevat ten, maar welker inhoud den grooten con- certvorm slechts met behulp van muzikale houtwol en turfmolm vermag te vullen, en waarvan de orkestpartij grootendeels zonder belangrijke schade weggelaten zou kunnen worden. Toch worden zij wegens de dank bare pianopartij nog vrij veel gespeeld en gaarne gehoord. Ook het succes van v. d. Pas was enorm: vier keer werd hij teruggeroepen, een bewijs dat ook bombastloosspel bij de hoorders ingang kan vinden. Zijn vertolking was een voorbeeld van geacheveerd piano spel; als Chopinspeler schijnt hij mij noch tans niet een uitverkorene: zijn opvatting schijnt me te sterk metrisch geaccentueeri, te weinig soepel, te prozaïsch. Deze salon achtige muziek vraagt wat meer vrijheid, dweperij, parfum. Ondanks dat. heb ik voor het spel van v. d. Pas groote bewondering, maar ik hoor het liever in andere werken, dan die van Chopin. K. DE JONG. VALSCHE TITIAAN GELEVERD VOOR 150.000 MARK? EEN NEDERLANDER VERDACHT. In verband met de zwendelarijen bij ds „Bank für Deutsche Beamte" te Berlijn, waar van de krach het gevolg was van buiten sporig hooge beleeningen van minderwaardige schilderijen, wordt gemeld, dat het onder zoek der Justitie heeft uitgewezen, dat de laatste Jaren talrijke in Nederland en België vervalschte schilderijen naar Duitschland zijn gegaan. Thans is naar aanleiding hiervan een ge rechtelijk onderzoek ingesteld tegen een Nederlandsch kunthandelaar, die aan een in dustrieel in West-Dultschiand voor 150.000 Mark een valsche Titiaan heeft geleverd, meldt de Tel. Bij het schilderij was een omvangrijk attest gevoegd, dat van een bekend Engelsch. kunsthistoricus afkomstig heette te zijn en waarin werd verklaard, dat. het schilderij uit een bekende Londensche collectie kwam. Later bleek ook dit attest op een vcrvalsching te berusten. Vooral te Keulen en Dusseldorp zijn talrijke falsificaties aan den man gebracht. Het onderzoek wordt nog voortgezet. Heden; DONDERDAG 30 JANUARL Stadsschouwburg: Russisches Künstler- Theater. Zwetnoff's „Arlekin", 8 uur. Teyler's Stichting, Spaarne: Volksuniver siteit. Cursus A. F. J. Portlelje, 8.15 uur. Palace. „Submarine". Tooneel: The Joh» Alex Brothers. 8.15 uur. Luxor-Theater: „Musette", Tooneel: Pol- ly-Dassy Co. en Renore en Partner, 8 15 u. Rembrand-Theater: „Mahasoetjl". Tooneel; The Franklin Co-, 7 en 9.15 uur. Heemstede: Raadhuis; Gemeenteraad. 8 u. VRIJDAG 31 JANUARI. Stadsschouwburg: Het Schouwtooneei: „Elias weet het beter", 8 uur. Schouwburg Jansweg. „Rose Marie", 8.15 n. De Nijverheid, Jansstraat 85: Volksuniver siteit. Cursus Ds. A. R. de Jong, 8.15 uur. Remonstrantenhuis. Wilhelminastraat 22: Volksuniversiteit. Cursus Prof. Romano Nob. Guarnieri, 8.15 uur. Bioscoopvorstellingen, nieuw programma- Teyler's Museum. Spaarne 16 Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags. toegang vrij. Amsterdam: R. A. I.-tentoonstelUng 10—5 en 8—10 uur. Prinses Ileana van Roemenië heeft zich met den tweeden zoon van den vorst von Pless Graaf von Bochberg und Fürstenstein verloofd. Prinses Ileana met haar lievelingspaarden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 5