BUITENLAND
Londensche Conferentie.
Macdonald ontvangt in
Downingstreet.
LETTEREN EN KUNST
MUZIEK
AGENDA
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 30 JANUARI 1930
TWEEDE BLAD
De plenaire zitting.
Vaststelling van een agenda.
De beteekenis van een lunch.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS.
De laatste berichten omtrent de Londen
sche vlootconf eren tie gewagen van de be
langstelling voor de plenaire zitting, van he
den, die in Saint James Palace zou worden
gehouden.
Nadat Mac Donald als president der con
ferentie het woord zou hebben gevoerd, zou
den de leiders der andere delegaties hun
standpunten uiteenzetten en zou worden
overgegaan tot de samenstelling van een
commissie, welke zal bestaan uit twee verte
genwoordigers van iedere delegatie. Ook de
agenda zou vastgesteld worden.
Langzamerhand is dan een einde gekomen
aan de voorbereidende besprekingen. Men is
aan de samenstelling van de agenda toe,
doch in de onder-onsjes en apartjes zullen
vooralsnog belangrijker besluiten genomen
worden, dan in de plenaire zittingen. Zoo
geeft MacDonald vandaag in Downingstreet
een lunch, voor de chefs der delegaties en
hunne dames. Doch karakteriseerend voor
de beteekenis van deze lunch zal de aanwe
zigheid van Lord Grey, Runciman en Snow-
den zijn.
Lord Grey en Runciman nu behooren tot
de Liberale groep die zich fel tegen Lloyd
George heeft gekeerd. Iedereen zal zich de
scherpe en ontactische rede herinneren van
Lord Grey, waarin deze Lloyd George aan
viel om het beheer van het partij fonds. Lord
G-rey toonde aan welke schier onoverbrug
bare scheidingslijn er tusschen zijn aanhan
gers en de Liberale groep Lloyd George, ligt.
MacDonald nu schijnt Lord Grey en Run
ciman in Downingstreet uitgenoodigd te heb
ben omdat hij op hun groep schijnt te willen
rekenen, als straks MacDonald's beleid in het
parlement ter sprake wordt gebracht. Zoo
heeft ook de aanwezigheid van Sncwden een
bepaalde beteekenis. Er gaan geruchten dat
er oneenigheden in het kabinet bestaan ten
aanzien van de financieele politiek. Snowden
eischt naar bekend is om financieele re
denen sterkere bezuiniging dan MacDonald
zal kunnen bereiken. Den goeden wil van den
premier ten spijt.
In Liberale en Conservatieve kringen ver
wijt men Snowden roekeloosheid, roekeloos
heid die ten doel heeft de balans sluitend te
maken.
Het is bekend, dat voor de beslechting van
dergelijke kwaadaardige geschillen, thé's,
lunches, en diners, belangrijker zijn dan
plenaire vergaderingen.
De toestand in Spanje.
De incidenten.
PARIJS. 29 Jan. (B.T.AHet „Journal"
publiceert in zijn laatste editie een telegram
uit Madrid, gedateerd half drie 's nachts,
waarin wordt gezegd, dat de hevige betoo
gingen in Madrid toenemen. De studenten
trekken door de straten der stad, oproerige
kreten slakend. Een groote menigte, welke
voor het paleis is samengeschoold, roept
„Weg met de dictatuur, leve de republiek!"
Om één uur kwam het tot botsingen tus
schen de politie en de studenten, toen deze
de bureaux der Patriottische Unie en die
der Federatie van Katholieke Studenten wa
ren binnengedrongen.
Te Barcelona hadden dezelfde betoogin
gen plaats en riepen de studenten: „Leve
de republiek!" Er werden schoten gelost. Tal
van arbeiders hadden zich bij de studenten
aangesloten. Zes werden gewond, van wie
één ernstig.
Om twee uur 's nachts werden de uitge
putte politie-agenten door leden der bur
gerlijke garde, met karabijnen gewapend,
vervangen.
Berenguer's leven.
Generaal Berenguer, die in 1873 werd ge
boren en dus zeven en vijftig jaar oud is. is
een bekende figuur in het Spaansche poli
tieke en militaire leven der laatste tien ja-
ren.
Berenguers naam is ten nauwste verbon
den met het noodlottig débécle der Spaan
sche troepen in Marokko in 1921, toen Abd
el Krim het leger van generaal Silvestre bij
Anoeal feitelijk in de pan hakte. SUvestre
pleegde zelfmoord om de schande der ne
derlaag niet te overleven; Berenguer. te dien
tijde Spaansche hooge commissaris in Ma
rokko, werd teruggeroepen en voor den
krijgsraad gedaagd. Hij werd ter dood ver
oordeeld, doch door den koning spoedig bege
nadigd.
Later bleek dat het geheele proces tegen
Berenguer op touw was gezet om den ko
ning te redden, die feitelijk verantwoordelijk
was voor de catastrofe in Marokko. Hij was
het die den bevelhebber had aangeraden
zich niet te storen aan de bevelen van „die
ezels" (bedoeld waren de toenmalige mi
nisters). maar te toonen. „dat hij een man
was". Silvestre was van deze aansporing het
slachtoffer geworden.
De officieele commissie van politici, die
op eigen initiatief een onderzoek naar de
verantwoordelijkheid instelde, had het tele
gram van den koning, waarin deze fatale
woorden aan generaal Silvestre werden ge
richt, in het dossier aangetroffen, aldus 't
Hbld. Nimmer echter werd de Cortes in de
gelegenheid gesteld het dossier te bespre
ken. De staatsgreep van Primo maakte dit
onmogelijk.
Eenlge jaren later werd Berenguer met
het opperbevel over de Spaansche strijd
krachten in Marokko belast, waar hij met de
Fransche troepen samenwerkte, hetgeen tot
de pacificatie "van het Rifgebied leidde.
Graaf de la Mortera, zoon van wijlen den
minister-president Maura, heeft een lang
durig onderhoud gehad met generaal Be
renguer, wien hij zijn medewerking, in den
ruimsten zin, toezegde.
Berenguer begaf zich om 11 u«r naar het
koninklijk paleis, ten einde met den koning
van gedachten te wisselen. Hij verklaarde,
dat zijn stappen ten gunste van de samenstel
ling van een kabinet een snel verloop hebben.
Havas meldt uit Madrid: Graaf Romano-
nes, de voormalige premier, heeft zich in
bevredigenden zin over den politieken toe
stand uitgelaten. Hij gelooft dat de houding
des konings de monarchistische gevoelens bij
alle Spanjaarden zal versterken. Generaal
Berenguer is wel de geschiktste persoonlijk
heid voor het minister-presidentschap, en
zijn benoeming beteekent de eerste schrede
naar het herstel van den normalen toestand.
Een terugkeer tot den vóór de overneming
van het bewind door Primo de Rivera be
staan den toestand, zou onmogelijk zijn. Nie
mand zal den nieuwen minister-president
zijn medewerking kunnen onthouden.
Vermoedelijke ministers.
MADRID, 29 Jan. (B.T.A.) In goed inge
lichte kringen noemt men de namen van de
volgende personen, die deel zullen uitmaken
van de nieuwe ministerieele combinatie: ge
neraal Berenguer, president van den Minis
terraad en Leger: kolonel Marzo (thans
hoofd van de politie), Binnenlandsche Za
ken; de hertog van Alva. Openbaar Onder
wijs; Estrada (oud-minister), Justitie; Ga
briel Maura, Openbare Werken; Sangro Ros
d'Olano, Arbeid: Cambo, Financiën. Men
overweegt opheffing van de portefeuille van
Economie.
De oud-ministers.
MADRID, 29 Jan. (B.T.A.) Generaal Primo
de Rivera en alle oud-ministers, met uitzon
dering van generaal Martinez Anido, kwamen
op het departement van Oorlog bij een tot het
houden van een gedachtenwisseling. Primo
had van tevoren geconfereerd met de kapi
teins-generaal van Madrid en Catalonië en
den directeur-generaal van de burgerwacht.
De voorloopige samensteUing
van het nieuwe ministerie.
MADRID, 29 Jan, (V. D.) De definitieve
samenstelling van het nieuwe kabinet is er
van afhankelijk, of de vroegere minister van
financiën Cambo dit ministerie thans weer
op zich wil nemen of niet. Cambo stelt den
eisch, dat de bijzondere economische maat
regelen van de dictatuur worden afgeschaft.
De overige ministerlijst is als volgt samenge
steld
Handel etc.: Leopoldo Ma tos.
Buitenlandsche Zaken: Conzales Hontoria.
Arbeid: Pedro Sangro.
Vlootzaken: admiraal Ribera.
Onderwijs: hertog van Alba.
Ooenbare Werken: graaf Mortera.
Minister van binnenlandsche zaken: gene
raal Marzo.
De overige ministersplaatsen zijn nog on
bezet.
De Fascistische jonge
vrouwen.
Het Orderblad van de Fascistische Partij
meldt, dat bij de viering van de fascistische
Drie Koningen, voor het eerst de fascistische
jonge vrouwen, de Giovani Fasciste, hun in
trede te Rome hebben gedaan. Deze vrouwen
organisatie omvat de meisjes van 18 tot 22
jaar. die lid geweest zijn van de Giovani
Itaiiane, en heeft een zuiver opvoedkundig en
menschlievend karakter. In deze vier jaar
moeten de jonge vrouwen er zich op voorbe
reiden goede moeders te worden en hun bij
drage te leveren in de goede werken en de
opvoedende taak van de nieuwe geslachten.
De Giovani Fasciste zullen eenvoudige cur
sussen in huishoudkunde en in maatschap
pelijk werk volgen.
De minister-president heeft zijn instemming
betuigd met deze nieuwe uiting van ijver van
de partij en zijn bewondering uitgesproken
voor de eenvoudige en sierlijke uniform van
de organisatie, aldus de NR.C.
Tot zoover het bericht in het Orderblad. Ter
aanvulling diende, dat er tot dusver alleen
fascistische meisjesorganisaties bestonden, de
Picolle Itaiiane voor kinderen van 6 tot 12
en de Giovani Itaiiane voor meisjes van 13
tot 18 jaar, min of meer overeenkomende met
de balilla (8 tot 14 jaar) en de tranguardisti
(14 tot 18 jaar) voor de jongens- Voor de
meisjes is daarbij nu deze nieuwe organisatie
voor de jonge vrouwen gekomen, een over
gangsstadium naar de fasci femminile, de
organisatie der volwassen vrouwen. Een der
gelijke „overgangsorganisatie" is ook al eens
voor de Jongen& bepleit., 'die nu dadelijk bij
de intrede van hun 19ae levensjaar overgaan
tot de partij en de militie, wat wel wat jong
is naar sommiger meening. Voor zoover ons
bekend is, heeft dat plan tot dusver echter
nog geen vasten vorm aangenomen.
Ward Hermans in het nauw?
De Belgische eerste minister Jaspar ant
woordde op de interpellatie van Ward Her
mans, dat de Kamer hem terecht verwijten,
zou doen en dat hij zichzelf onrecht zou doen
indien hij uitvoerig antwoordde op Hermans'
Interpellatie, die een samenweefsel van leugens
en bedreigingen was. Spreker herinnerde er
aan, dat in Maart 1929 de valschheid der
bewuste documenten in de Kamer werd be
wezen. Teen had een onderzoek plaats gehad
en werden sancties genomen. De zaak was
daarmee afgeioopen en Jaspar begreep niet.
waarom men op de zaak terugkwam, want
Hermans' rede hield geen steek, zij bestond
uit niets anders dan „plaisanteries". Van
meer belang zou zijn te verenemen, welk aan
deel interpellant heeft gehad in de publicatie
der brochure „Jan Terzake" geteekend, over
de Belgische franc-tireurs, en waarin in
strijd met de waarheid het bestaan der franc-
tireurs tijdens den oorlog wordt volgehou
den.
Hermans interrumpeerde hier den eersten
minister en zei, dat hij bereid was ook over
deze quaestie te interpelleeren aldus het
Hbld. .waarop een hevig rumoer onder de
aanwezige Kamerleden ontstond. De een ver
weet Hermans raar met de waarheid om te
springen, de ander meende, dat Hermans de
Vlaamsche bevolking beleedigde, die onder de
verdrukking der Duitschers heeft geleden.
Jaspar maakte handig van de gelegenheid
gebruik om de vaderlandsliefde van het
Vlaamsche volk te roemen en besloot zijn
rede met erop te wijzen, dat de ministers
der drie groote partijen herhaaldelijk hebben
bevestigd, dat het Fransch-Belgisch militair
accoord uitsluitend een defensief karakter
heeft, dat het de Belgische souvereiniteit vol
komen eerbiedigt, en dat Vandervelde daar
aan nog had toegevoegd, dat het in het
kader van het accoord van Locarno was. Van
dervelde meende zelfs, dat het absurd zou
zijn het te publiceeren. Deze uiteenzetting
zoo besloot Jaspar, is niet voor den interpel
lant, doch voor he: publiek bestemd.
De katholiek Feuillien kwam daarna aan
het woord. Hij wilde meedeelen, hoe Hermans
in betrekking met Frank Heine was gekomen
waarop deze hem toesnauwde, dat spreker
daar niets van wist.
Een ander Kamerlid verweet Hermans een
handlanger van Duitschland en Nederland
to zijn, waarop Feuillien weer aan het woord
kon komen om te betoogen, dat hij na de
brochure omtrent de franctireurs niet meer
kon twijfelen of Hermans stond met Duitsch
land in betrekking. Tumult en scheldwoorden
volgden hierop, waarop Hermans op verzoek
van Vandervelde tot de orde wordt geroepen
omdat hij Feuillien een falsaris had genoemd.
Feuillien antwoordde: Hermans leest geen
uittreksels uit de brochure, doch interpreteert
ze op zijn manier.
Er ontstond daarop een groot tumult, waar
bij de verwijten en scheldwoorden niet van de
lucht waren, waaruit men nog kon opmaken
dat Hermans voorstelde een commissie van
onderzoek te benoemen, voor welke hij
wenschte te verschijnen, om de juistheid der
beweringen in de brochure nopens de franc-
tireurs te bewijzen, waarop de vergadering
werd geschorst.
PAEDAGOGISCHE LIEDERENAVOND.
VOLKSUNIVERSITEIT.
De heer Frans Vink, toonkunstenaar in
Den Haag, stelde zich beschikbaar by de be
zoekers der Volksuniversiteit in te leiden het
lied, zooals dit door alle tijden heeft geklon
ken. Zooals het prospectus aangeeft, is het
doel, door inleidende besprekingen en ver
klarende ontleding van de uit te voeren
kunstwerken den hoorder voor te bereiden
tot wezenlijk verstaan, en alzoo tot diepere
waardeering en hooger kunstgenot. En zoo
had dan de Haagsche toonkunstenaar zich
de medewerking verzekerd van zijn stadge
noot den heer Constant v. d, Elshoudt, die
ons heel den avond, waar het pas gaf, de aria
of het lied voordroeg, dat als uitgangspunt
had gediend van het gesproken woord. Wij
waren zoo fortuinlijk, in den bariton te
ontmoeten een zanger die naast een aange
naam stemgeluid beschikt over een uiterst
gecultiveerd orgaan, zoodat de veelal zware
opgaven, de aria's van Monteverde, van
Gluck, van Bach en Handel, Haydn en Mo
zart en tenslotte een van Beethoven met ais
bekroning Wagner's Monolog (der „Wahn-
monolog") uit der Meistersinger alle tot een
gelukkige oplossing werden gevoerd.
Wat de heer Frans Vink als verontschul
diging meende te moeten aanvoeren, nl. dat
zonder een „klein beetje geschiedenis" niet
wel de ontwikkeling der zangkunst was te
verstaan en hij dus die geschiedenis niet geheel
kon negeeeren, mocht wel een der meest In
teressante punten heeten van zijn betoog. De
groei van het lied in zijn epische, zijn lyri
sche, zijn dramatische vormgeving werd uit
eengezet. terwijl in het bijzonder de aan
dacht uitging naar de lyriek, die in waar
heid de ziel is van het geheel, wijl zij naar
beide zijden heen bezielend is. Men kan dus
spreken van het lyrisch epos zoowel als van
de lyrische dramatiek.
Na een moment te hebben stilgestaan bij
het zuiver vocalisme, met als uitlooper cie
coloratuurzang, kwam naar voren de betee
kenis, de waarde die wij hebben te hechten
aan de uitbeelding van het woord. Het zij
allereerst zóó gecomponeerd, dat het ver
staanbaar wordt, en althans zijn geestelijken
zin krijgt-. Da: de moderne componls: dit
veelal beter begrijpt dan die ui: de oudste
school, zal duidelijk zijn. maar evenzeer is
de klacht gegrond, hoe bijwijlen de muziek
realistisch-naturalistisch wordt en zich dus
isoleert van het woord.
Bij Monteverde iS noch het een. noch het
ander. Monteverde's aria dan „Lasciatemi
morire" (uit de opera „Ariane") diende als
uitgangspunt der muzikaal-dichterlijke be
schouwingen; spreker las in zuiver Floren-
tijnsche uitspraak den tekst en gaf die zoo
veel als doenlijk was woordelijk terug in onze
taal. Met opzet stond spreker lang stil bij
den drie-vorm van het lied. van de aria, ook
als hij later op den avond Handels aria uit
Giulio Cesare aan bespreking onderwierp;
hoe het allereerst was: de muzikale stijl, die
bij de z.g. ..da capo"-aria vroeg om het we
derom sluiten van den cirkelgang, veel meer
nog dan het dichterlijk woord. De muzikale
styleeringsmethode bij Bach (Matth. passie:
Gerne will ich mich bequemen), was tevens
onderwerp van fijnzinnige bespreking; men
lette op den Torculus bij „gerne", die, dit zij
in parent'nesi gezegd, hier even zinrijk werkt
als in het Gregoriaansch.
Dan was Gluck, de groote hervormer, aan
het woord met de aria uit „Elena e Paride".
De zanger, die uitnemend de kunst van uit
beelden verstaat, duldde zfnrijk aan, hoe de
clamatorisch juist hier elk woord staat op de
juiste plaats. Hier lyriek, maar met een de
clamatorisch juiste aanvoeling van den tekst.
Ook heel even wordt in deze aria („O del mio
dolce ardor") de coloratuur het voortvo-
caliseeren op een lettergreep, zooals de oude
Gregorianen hierin onovertroffen meesters
waren aangewend; omdat het woord dit
Doktor Stromer, genaamd Auerbach, stichtte in 1530 de bekende Leipziger Bierstube ,Auer-
bac'rïs KeilerDe kelder is dus thans 400 jaar oud. Goethe heeft Auerbach's kelder een
onsterfelijken naam gegeven door de vermelding van dit milieu in „Faust". Goethe
was overigens stamgast tn den Melder".
vroeg (le plu liete soeranze). Geleidelijk be
landden we nu bij de „toonschildering"
(Haydns aria „Schon eilet froh") om ten
slotte in Mozart Leporello-aria een kostelijk
muzikaal samentreffen te vinden van wat
door de greote voorgangers was voorbereid.
Dan diende ten lest Hans Sach's „Wahn-
monolog". en de scherpe tegenstelling Beck-
messer (als droogstoppelaar in de tabulatuur)
en Walter (als zanger van lente en liefde)
als bewijs, hoe In het Wagner-drama geen
plaats meer is voor den alouden cirkelgang,
de „da capo"-arla; de monoloog is integen
deel één groote voortstuwing. De bespreking
van het Leidmotlf moest begrijpelijkerwijze
wel tot een vluchtige aanduiding beperkt
blijven.
In die beperking nu toonde zich terecht de
meester. Want niet zoodra had de heer Frans
Vink ondergaan den machtigen invloed van
zijn onderwerp, of hij raakte er aldra door
begeesterd. Dat hij toen nog den logischen
gang van zijn betoog zoo knap ten einde
voerde, doordat hij uit de veelheid zijner stof
slechts de hoofdgrepen van zijn betoog bij
eenbracht en bijeen hield, mocht mede als
oorzaak gelden, waardoor men hem in zijn
gedachtengang zoo gaarne en zoo willig
volgde.
Deze lezingen, die door medewerking van
den zanger Constant v. d. Elshoudt en de
vaardige klavierkunst van den musicus Frans
Vink tevens tot concerten worden, die ook in
dit opzicht glansrijk den toets der kritiek
kunnen doorstaan, mochten zeker de belang
stelling trekken waarop zij recht hebben. Het
aantal toehoorders voor de nog volgende vier
avonden moge zich minstens verdubbelen.
Woensdag a.s. volgen de liederen van
Schubert en van Schumann.
G. J. KALT.
LEDENCONCERT DER H.O.V.
Een avond zonder gewichtigheid, maar
toch belangrijk: twee eerste uitvoeringen en
Theo van der Pas als solist. Geen wonder dat
de zaal buitengewoon goed bezet was.
De werken die de H. O- V. voor het
eerst op haar programma had, waren Mo
zart's Ouverture voor „der Schauspieldirec-
tor" en Schubert's groote Symphonle in C.
Beide werken mogen als een aanwinst van
beteekenis voor het repertoire der H.O-V.
geboekt worden.
De fijne, geestig bewerkte Ouverture werd
met goede klankverdeeling en superieure
vaardigheid gespeeld; wij hopen haar nog
vaak op de programma's te zien.
Wat de uitvoering der „groote C dur" van
Schubert aangaat, dienen er voorzeker nog
heel wat puntjes op de i-tjes van het reuzen
werk gezet te worden. De stemming van het
koper liet nog al eens te wenschen over en
het klankoverwicht was nog niet steeds zóó
dat alles tot zijn recht kwam. Maar als men
in aanmerking neemt welk een korten tijd
tot voorbereiding de H.O.V. zich heeft kun
nen gunnen moet men verbaasd staan ovei
het resultaat dat Woensdagavond bereikt
werd. Het was haast onbegrijpelijk en bewijst
de routine die het orkest bezit en de toewij
ding waarmee de leden zich aan dit werk
gegeven hebben. Het resultaat was te opmer
kelijk omdat Van Beinum de tempi grooten-
deels aan den snellen kant nam, wat met het
oog op de lengte en de vele herhalingen wen-
schelijk mag heeten, maar de duidelijkheid
der uitvoering wel eens in den weg staat. Ik
wil dus voor ditmaal volstaan met een com
pliment aan het orkest voor hetgeen het
reeds bereikte en een woord van hulde aan
den leider voor het kiezen van het heerlijke
werk, dat naar we hopen een standaard-
repertoire der H.O.V. zal worden.
Theo van der Pas speelde met de eminente
pianistische eigenschappen, die wij reeds
meermalen roemden, het tweede piano
concert van Chopin. Ik voor mij houd niet
vee! van Chopin concerten, die wel heele
reeksen mooi klinkende pianofiguren bevat
ten, maar welker inhoud den grooten con-
certvorm slechts met behulp van muzikale
houtwol en turfmolm vermag te vullen, en
waarvan de orkestpartij grootendeels zonder
belangrijke schade weggelaten zou kunnen
worden. Toch worden zij wegens de dank
bare pianopartij nog vrij veel gespeeld en
gaarne gehoord. Ook het succes van v. d. Pas
was enorm: vier keer werd hij teruggeroepen,
een bewijs dat ook bombastloosspel bij de
hoorders ingang kan vinden. Zijn vertolking
was een voorbeeld van geacheveerd piano
spel; als Chopinspeler schijnt hij mij noch
tans niet een uitverkorene: zijn opvatting
schijnt me te sterk metrisch geaccentueeri,
te weinig soepel, te prozaïsch. Deze salon
achtige muziek vraagt wat meer vrijheid,
dweperij, parfum. Ondanks dat. heb ik voor
het spel van v. d. Pas groote bewondering,
maar ik hoor het liever in andere werken,
dan die van Chopin.
K. DE JONG.
VALSCHE TITIAAN GELEVERD
VOOR 150.000 MARK?
EEN NEDERLANDER VERDACHT.
In verband met de zwendelarijen bij ds
„Bank für Deutsche Beamte" te Berlijn, waar
van de krach het gevolg was van buiten
sporig hooge beleeningen van minderwaardige
schilderijen, wordt gemeld, dat het onder
zoek der Justitie heeft uitgewezen, dat de
laatste Jaren talrijke in Nederland en België
vervalschte schilderijen naar Duitschland
zijn gegaan.
Thans is naar aanleiding hiervan een ge
rechtelijk onderzoek ingesteld tegen een
Nederlandsch kunthandelaar, die aan een in
dustrieel in West-Dultschiand voor 150.000
Mark een valsche Titiaan heeft geleverd,
meldt de Tel.
Bij het schilderij was een omvangrijk
attest gevoegd, dat van een bekend Engelsch.
kunsthistoricus afkomstig heette te zijn en
waarin werd verklaard, dat. het schilderij uit
een bekende Londensche collectie kwam. Later
bleek ook dit attest op een vcrvalsching te
berusten.
Vooral te Keulen en Dusseldorp zijn talrijke
falsificaties aan den man gebracht. Het
onderzoek wordt nog voortgezet.
Heden;
DONDERDAG 30 JANUARL
Stadsschouwburg: Russisches Künstler-
Theater. Zwetnoff's „Arlekin", 8 uur.
Teyler's Stichting, Spaarne: Volksuniver
siteit. Cursus A. F. J. Portlelje, 8.15 uur.
Palace. „Submarine". Tooneel: The Joh»
Alex Brothers. 8.15 uur.
Luxor-Theater: „Musette", Tooneel: Pol-
ly-Dassy Co. en Renore en Partner, 8 15 u.
Rembrand-Theater: „Mahasoetjl". Tooneel;
The Franklin Co-, 7 en 9.15 uur.
Heemstede: Raadhuis; Gemeenteraad. 8 u.
VRIJDAG 31 JANUARI.
Stadsschouwburg: Het Schouwtooneei:
„Elias weet het beter", 8 uur.
Schouwburg Jansweg. „Rose Marie", 8.15 n.
De Nijverheid, Jansstraat 85: Volksuniver
siteit. Cursus Ds. A. R. de Jong, 8.15 uur.
Remonstrantenhuis. Wilhelminastraat 22:
Volksuniversiteit. Cursus Prof. Romano Nob.
Guarnieri, 8.15 uur.
Bioscoopvorstellingen, nieuw programma-
Teyler's Museum. Spaarne 16 Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan
dags. toegang vrij.
Amsterdam: R. A. I.-tentoonstelUng 10—5
en 8—10 uur.
Prinses Ileana van Roemenië heeft zich met den tweeden zoon van den vorst von Pless
Graaf von Bochberg und Fürstenstein verloofd. Prinses Ileana
met haar lievelingspaarden