DE PLEIDOOIEN IN DE STR AFZAAK-LIEBERMANN. Het woord is aan Het Belangrijkste. 47e Jaargang No. 14300 Verschijnt dagelijks, behalve on Zon- en Feestdagen Dinsdag 4 Februari 1930 HAARLEM S DAGBLAD DIRECTEUREN: J. C. PEEREBOOM EN P. W. PEEREBOOM. UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM ABONNEMENTEN: per week 0.2754, met Geïllustreerd Zondagsblad /0.32 Per 3 maanden: Haarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der gemeente) 3-5754- Franco per post door Nederland ƒ3.8754. Losse nummers ƒ0.06. GeilL Zondagsblad per 3 maanden 0-5754, franco per post. Bureaus: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12 Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122, 12713 Postgiro No. 38810 ADVERTENT1EN: 1—5 regels 1.75, elke regel meer 0-35. Reclames 0.60 per regeL Reductie bij abonnement. Vraag en Aanbod 1regels /O.óOt elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrond. dubbele prijs. Onze Groentjes (Dinsdag^ Donderdag en Zaterdag) 14 reg. ƒ0.25. elke regel meer 0.10. uitsl. a contant. Gratis Ongevallenverzekering voor Weekabonnés. Uitkeeringen: Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f 400.-, Duim f 250.-, Wijsvinger f 150.-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreak f 100. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWAALF BLADZIJDEN. EERSTE BLAD ERNSTIGE AANVARING TIJDENS MIST OP DE ZUIDERZEE. Vrachtboot en veerpont loopen zware averij op. GEEN PERSOONLIJKE ONGELUKKEN Maandagmiddag omstreeks half twee had bij het Kcoyzand, 4 K.M. buiten het Krab bersgat een ernstige aanvaring plaats tus- schen de vracht- en passagiersboot „Prins Hendrik", op weg van Harlingen naar Am sterdam en de veerpont „Leeuwarden" van de Holandsche Spoorweg Mij. op weg van Enkhuizen naar Stavoren. De kapitein van de „Prins Hendrik", de heer G. J. de Jong uit Dokkum die al jaren lang op deze route vaart, had in verband met den buitenge woon dikken mist order gegeven op halve kracht te varen en geregeld den misthoorn te laten werken. Er werd goed koers gehou den op den misthoorn van het Krabbersgat af. De signalen van de stoompont werden reeds eenigen tijd gehoord doch plotseling kreeg de Prins Hendrik" de stoompont recht vooruit en ofschoon deze twee korte stooten gaf en de „Prins Hendrik met volle kracht achteruit sloeg, was een botsing onvermij delijk. Aan stuurboordzijde werd de stoompont middenscheeps geraakt. De geheele kop van de „Prins Hendrik" werd van af den water spiegel in elkaar gedrukt. Het water stond oogenblikkelijk voor de waterdichte schotten, maar direct gevaar was er niet. De geheele inventaris van den hofmeester was totaal vernield. De kachel en al het gereed gemaakte eten raakte over den vloer terwijl de lading door elkaar werd geworpen. Er waren 20 passagiers aan boord voor Amsterdam die door elkaar werden gewor pen doch gelukkig geen letsel bekwamen. Toch werd het raadzaam geacht om de pas sagiers op de stoompont over te zetten; waar na de Pr. Hendrik op eigen kracht naar Enk- huizen terugkeerde en aan het „Hoofcl" lig plaats koos. De boot zal naar een werf moe ten ter reparatie. De passagiers vertrokken per trein naar Amsterdam. De veerboot met kapitein Goos keerde eveneens naar Enk huizen terug. De boot bleek ook ernstig be schadigd te zijn. De reeling is voor een groot deel verbrijzeld en onder de waterlijn is een scheur van 38 c.M. Het groote ruim staat vol water. Belde kapiteins ver,klaarden dat de dikke mist die bij Enkhuizen hing, de oor zaak is van de botsing. REGENDROOGTE. Gister ls de nieuwe poging Ook helaas weer niet geslaagd En de regenfabricage Is nu voor een poos verdaagd, Als de lente in het land is, Laat ons zeggen omstreeks Maart, Gaat men weer aan het verwekken Van den regen „merk Veraart". Het is droevig, het leek gister, Juist een heel geschikte dag, Toch werd d' uitslag van den neerslag Weer een droeve tegenslag; Men hoopt slechts dat de geleerde Niet terneergeslagen is, Ook al blijkt dat regenmaken Als een kunst een trage is; Zonder wolk en als er mist is En als t koud is, lukt het niet, Verder is het weinig merkbaar. Als 't al regent dat het giet, Kan het wezen dat men enkel Het succes verwachten mag, Op een warmen, zwaarbewolkten, Net nog drogen zomerdag? 'k Ben volslagen leek in deze Hoogere regenpolitiek, Maar ik vind het (met excuses) Wel een beetje droogkomiek. P. GASUS. „Liebermann was te goeder trouw." MR. DUYS SPREEKT VIER UUR. Reeds meldden wij gisteren een en ander over het pleidooi van Mr. Kokoski voor het Amsterdamsche Gerechtshof in de zaak Lie bermann gehouden. Wij zetten hier het ver slag voort: Spr. herhaalt: bij de transactie van 25 Juni 1927 konden Liebermann en Möhring meenen dat er iets behoorlijks geschiedde. Accoun tant Smits en de beide advocaten Mrs. Schür- man en Van Gigch teekenden mee en hier door was Liebermann gerustgesteld.. Tot het juridische gedeelte van zijn plei dooi komende wijst pl. erop dat de procureur- generaal het zich al heel gemakkelijk heeft gemaakt door te volstaan met een beroep op het arrest in de zaak WoltmanMöhring. Möhring heeft trans als getuige onder eeöc verklaard, dat hij niet geweten heeft dat door zijn handelingen de crediteuren bena deeld werden. Nu het Hof de serieuse intenties der Atlas plannen aanneemt, moet het dus ook aan nemen, het gelooven van Möhring in deze plannen en daarmede ook dat Möhring niet op 25 Juni te kwader trouw heeft gehandeld, zooals het Hof in zijn arrest WoltmanMöh ring wèl aanneemt. De veroordeeling van Möhring heeft pl. dan ook als een grievend onrecht gevoeld, Woltman zelf heeft tegen over Mr. Muller Massis dit na zijn veroor deeling verklaard dat hij op 25 Juni 1927 niet te kwader trouw was. Bezien in het nieuwe licht dat op deze zaak is gevallen, zal het wellicht mogelijk zijn dat het Hof zeggen zal: we hebben ons ten aanzien van Möhring vergist! De procureur-generaal wil Lieber mann veroordeeld zien wegens uitlokken, echter zal dan bewezen moeten worden dat de verdachte al de personen, die voor hun medewerking aan het dilect niet gemist kon den worden, bewogen heeft het strafbare feit te plegen. Pleiter geeft vervolgens een „bloemlezing" van de dagvaarding en constateert dat in rechten geenszins vaststaat, dat alles, wat Mr. Van Gigch bij de verschillende transac ties heeft gedaan, is geschied in overleg en met medeweten van Liebermann. Is er op 25 Juni geen uitlokking aanwezig, van mede plichtigheid blijkt heelemaal niets. Het op 25 Juni in het gebouw aanwezig zijn kan toch niet als zoodanig gelden! Aangezien het ruim half één is geworden breekt pl. zijn pleidooi af om gelegenheid te geven tot pauzeeren. Vóór echter de zitting geschorst wordt, ondervraagt de president Liebermann nogmaals op verschillende eenigszins duistere punten. Ook Möhring wordt nog even voor het hekje geroepen. Na de heropening der zitting om twee uur vervolgt Mr. Kokosky zijn pleidooi. Ook op de andere punten, betoogt pl., zal geen veroor deeling kunnen volgen. Noch het doen ple gen, noch de verduistering is bewezen; Möh ring pleegde geen delict en dies vervalt het aan Liebermann ten laste gelegde. Dit geldt ook ten aanzien van dat deel der tenlasteleg ging, waarin van bedriegelijke bankbreuk gesproken is.Wat dit punt betreft, is Möhring door het Hof vrijgesproken. Geruimen tijd staat pl. vervolgens stil bij de transactieKok en de transactie„Ma- raboe"; zoo lang hierbij Möhring's kwade trouw niet is aangetoond, zal ten deze ook nimmer een veroordeeling van Liebermann kunnen volgen. Na ook de subsidiaire tenlastelegging in het kort te hebben besproken komt pl. tot het laatste deel der dagvaarding, n.l. die betref fende de overname van de aandeelen der „Veendammer" door Paardenkooper. Won derlijk is dat de steller der dagvaarding hier plotseling de „Discontobank" als volwaardig beschouwt. Pl. is van meening dat het O. M. hier niet ontvankelijk is, omdat Liebermann's uitlevering niet voor dit feit is gevraagd. Gaarne zou pl. zien dat het Hof Lieber mann van rechtsvervolging ontsloeg, liever zou het hem echter zijn, indien Liebermann door het Hof werd vrijgesproken op grond dat zijn kwade trouw niet is komen vast te staan. Liebermann waande zich een goed finan cier. die in zelfoverschatting zijn plannen uit voerbaar en wettelijk toelaatbaar achtte, daarbij steunend op de adviezen van zijn Een kijkje op Oberstdorf, de wintersportp laats in de Beiersche Alpen, waar de koning in en prinses Juliana eenigen tijd zullen doorbrengen. raadslieden. Hij heeft gefaald omdat hij de kracht miste, zijn plannen tot uitvoer te brengen. Pleiooi van Mr. Duijs. Vervolgens vangt omstreeks kwart voor vier Mr. J. E. W. Duijs zijn pleidooi aah. Men moet niet aannemen dat pl. accoord zou gaan met hetgeen Liebermann en de zij nen hebben gedaan, wanneer pl. zoo meteen met kracht en klem zal betoogen dat deze verdachte niet gestraft zal kunnen worden. Is men het met dergelijke manipulaties niet eens dan zal de strafwet gewijzigd moeten worden. Over het strafbare, niet over het mo reel toelaatbare, zal pl. hebben te spreken. Met groote antipathie heeft pl. zich met deze zaak ingelaten, toen hij haar bestudeerde heeft hij wel 50 maal gedacht dat Lieber mann hem te pakken had, steeds heeft Lie bermann hem echter weer zoo weten te over tuigen dat pi. zich gewonnen moest geven. PI. wijst er met nadruk op. dat hij na de maanden van worsteling en arbeid, aan deze zaak gewijd, tot de conclusie is gekomen dat Liebermann niet alleen niet te kwader trouw, doch te goeder trouw is geweest. Als het Hof zijn kwade trouw aanneemt laat het Hof dan eens al de brieven in het dossier lezen zouden deze allemaal maar kunstmatig in elkaar zijn gezet met be hulp dus van allen die meewerkten voor het geval het eens tot een strafvervolging mocht komen? Dat is toch te absurd om van te spreken! Indien het Hof de goede trouw aanneemt, blijven er kleine puzzles bestaan; echter zou het pl. reeds tot voldoening stemmen indien hij het Hof zou kunnen doen twijfelen. Vijftien jaren lang is Liebermann in zaken geweest, zonder dat ook maar iemand ooit aan zijn eerlijkheid getwijfeld heeft. Wij heb ben hier te doen met een volkomen eerlijk man, die vlak bij zich tonnen en tonnen had om te stelen. Zou hij wat hij in vijftien jaren zonder moeite had kunnen nemen, thans ge nomen hebben met het gebruik maken van een moeilijk en Ingewikkeld apparaat? Zegt het aan het Hof ook niets dat pl. zelf als eerlijk man overtuigd Is van Liebermann's onschuld, een overtuiging, welke, naar pl. bekend is. ingaat tegen de opinie in het ge heele land? Zegt het niets dat hoogstaande mannen als mr. Giltay Veth en mr Marchant overtuigd zijn dat Liebermann bij een ver oordeeling onrecht wordt gedaan? Daarom is pl. verheugd dat juist dit Hof over Lieber mann oordeelen zal. omdat dit Hof den zede lijken moed zal hebben om recht te doen zooals het behoort. Liebermann is zoo lang hij niet in Hol land was de kop van Jut geweest; nu hij hier is, is wel duidelijk gebleken dat hij niet de slimme, Joodsche. Poolsche millioengoo- chelaar is, die de Hollanders fascineerde. Integendeel, er is vrijwel geen Hollander ge weest, die niet met Liebermann in aanra king komende, getracht heeft om hem, on parlementair gezegd, te „flesschen". En voor aan stonden daarbij in de rij de advocaten, die thans nog op vrije voeten rondloopen. Zeker, de transactie is mislukt, maar als allen werden vervolgd, wier handelstransacties mislukt zijn, zou men den woningbouw wel kunnen stopzetten en alleen tot het bouwen van gevangenissen kunnen overgaan, (ge lach). Met nadruk wijst pl. er vervolgens op dat het faillissement door de justitie is gecre- eerd om een straf delict te krijgen; de justitie deed dat tegen de belangen der pandbrief- houders in. Uitvoerig staat pl. dan stil bij de verschil lende onderhandelingen welke over den ver koop van de „Veendammer" zijn gevoerd, waarbij hij met nadruk laat uitkomen, dat van eenig opzet en kwade trouw van den kant van Liebermann geen sprake is geweest. Indien Lieberman schuldig is, zou den ook de anderen die meewerkten, schul dig zijn, dus ook de notaris, de advocaten en de commissarissen, o.w. mr. Kortenoever, die door de Rechtbank is vrijgesproken! Pres.: „Dat kan ik niet helpen!!" (Hilari teit). Pl. leest vervolgens een schrijven d.d. 8 Juni 1927 van mr. van Gigch aan Liebermann voor, waaruit blijkt, dat mr. van Gigch voor het eerst tot betaling met activa heeft ge adviseerd. Pres.: Jammer, dat U pas nu daarmee komt! Mr. Duys: Ja. maar als U mr. van Gigch er over ondervraagd had, zou hij zich tóch op zijn ambtseed beroepenof eigenlijk niet op art. 218, maar op art. 219. volgens welke een getuige zich verschoonen kan. wanneer hem anders een strafvervolging zou kunnen dreigen (beweging). En na een paar dagen schreef mr. van Gigch aan mr. Kortenoever, vernomen te hebben van Liebermann, dat de oorspronke lijke transactie van de baan was. 't Is wel heel kras. de Nederlandsche advocaat ad viseerde den vreemdeling en de laatste alleen wordt vervolgd! Ook bij de transacties Kok en Van Dam is van kwade trouw geen sprake. Wel walgt spr. van de anderen, die bij elke transactie geld uit Liebermann's zak tracht ten te kloppen, zooals mr. van Gigch dat deed, die de publieke opinie nog durft trot- seeren en In den Schouwburg op de eerste rij gaat zitten. Als men Liebermann's goede trouw wil be kijken, laat men dan rekening houden met zijn Russische mentaliteit, met het feit, dat hij onder het tsarisme is opgegroeid, in ont zag voor en opzien tegen alles wat titels heeft en uniformen draagt! Van deze mentaliteit Lou Lichtveld: Negentig procent van de HoUandsche bin- nenhuis-romannetjes van onze schrijvende dames zijn volkomen waardeloos als bijdra gen tot eert nieuwe en eigentijdsche littera tuur. en zijn op de Europeesche boeken markt van een doorslaande .inferioriteit. Het zal velen moeite kosten in te zien hoe nood zakelijk het is afstand te doen van dit zoo genaamd eigen genre, en nog meer moeite zal het hun kosten om er zich daadwerkelijk van los te maken. Want dit bekrompen, tus- schen zelfgenoegzaamheid en chauvinisme ingedijkte genretje is het eenige geredde Staatsschuldbrief je uit heel den prachtigen brand van onze zoogenaamde „nationale herleving" ten tijde der Romantiek. hebben vele gewetenlooze lieden een schande lijk misbruik gemaakt. De procureur-generaal heeft een woord ge wijd aan de kleine spaarders, zegt pleiter verder, maar dat gebeurt alleen tegen Salo mon Liebermann. Wij hebben de Laatste jaren tal van staaltjes gehad van valsche balansen en geknoei met prospecti; men denke slechts aan de namen Boaz Bank, Robaver en Hol!. Lloyd. Bij deze lichamen dacht de justitie niet aan ingrijpen, integendeel heeft men hemel en aarde bewogen om strafklachten ingetrokken te krijgen. Vele menschen, die hierbij betrokken zijn geweest, loopen thans met mooie baantjes rond en dragen ridder orden! Dat één van hen er niet in is geslaagd om Curasao tegen roovers te beschermen, acht pl. geen wonder (beweging en gelach). Door iedereen geplukt, is Liebermann als een opgejaagd hert neergedrukt; waarbij hij zocht naar een uiterlijk middel van verzet. Hij wilde een ridderorde hebben, en nauwe lijks rook het „stel" dat om hem rondsprong zulks of één van deze lieden, mr. van Gigch, poogde er munt uit te slaan In dit verband leest spr. een brief voor, welken mr. van Gigch 14 dagen voor Liebermann's arrestatie aan laatstgenoemde heeft geschreven en waarin mr. van Gigch f 5000 vraagt om-Liebermann aan een Montenegrinnsche orde te helpen. Met nadruk wijst spr. er tenslotte op, dat Liebermann niet is gevlucht om zich aan straf te onttrekken. Toen hij zag dat anderen werden gearresteerd heeft hij op advies van zijn advocaten het land verlaten, die tot hem gezegd hadden: berg je zoolang op en zie dat je gedaan krijgt dat je vrijwillig komen kan. Mocht het bij het Hof wat pl. niet ge looft tot een veroordeeling van Liebermann komen, dan zijn er tal van omstandigheden waarmede het Hof bij het bepalen van de strafmaat zeer zeker rekening zal moeten houden. Mocht het Hof Liebermann vrijspreken hetgeen pl. vurig hoopt dan acht pl. ook dit Hof in staat om ronduit te verklaren dat ook Möhring onrecht is geschied. Wanneer een Hof zich tegen de publieke opinie in de weelde kan veroorloven om Liebermann vrij te spreken, dan is het wel het Amsterdamsche, aldus besluit mr. Duys te half zeven zijn pleidooi, waarvan het uitspreken bijna vier uren geduurd heeft. HEVIGE BOMAASLAG TE CHICAGO. BERLIJN, 3 Febr. (VD.) Naar het „Acht Uhr Abendiblatt" uit Chicago verneemt heeft aldaar heden een nieuwe bomaanslag plaats gehad. welke inderdaad de kroon zet op do misdadigo terreur, die de Chicagosc-he onder wereld den laatsten tijd heeft uitgeoefend. Dit keer zijn drie winkelzaken opgeblazen. De ontploffing was zoo hevig, dat de uitwer king in het geheele stadsdeel merkbaar was. De straten waren onmiddellijk na de explosie gevuld met schreeuwende mannen, vrouwen en kinderen. Wonder boven wonder schijnen er geen menschenlevens te betreuren te zijn De ingestorte gebouwen zijn één groote puin hoop. GEVECHTEN IN CHINA. DE TOESTAND ZEER ERNSTIG. LONDEN, 4 Febr. (N.T. A.) Naar gemeld wordt hebben gisteren in China tusschen de opstandelingen en de regeeringstroepen zeer bloedige gevechten plaats gehad. In totaal zouden 1000 personen gedood of gewond zijn bij gevechten in de nabijheid van Woet- schau. De toestand in China wordt als zeer ernstig beschouwd. De scheepvaart moes: gedeeltelijk worden stopgezet. Een generaal zoek. Het mi/sterie-Koet)cpof. Een zonderling bericht uit Amsterdam. 3e blad, 4e pag.) De strijd tegen het gif. (De Geneefsche Opiumcommissie aan den arbeid). (3e blad, 4e pag.) Een belangrijke dag in Londen Vlootcon- f er en tie). (3e blad, 4c pag.) De strafzaak Liebermann. (Ie blad, le pag.) ARTIKELEN, enz. R. P.: De Veendammer. (le blad, le pag.) R. P.: De man van de poppenkast. Keilen- bach, Hoofdonderwijzer en artist. (Met teekeningen van Herman Heuff). (2c blad lc pag.) J. C. P.: Om Ons Heen: Het tooneel en zijn tegenstrevers. 3e blad, 2e pag.) Jhr. J. C. MollerusDc Nederlandsche export in 1929. (3e blad, 2e pag.) Wijzigingen in de organisatie van het Leger des Heils. Een interview met generaal Higgtns. (3e blad, 2e pag.) (Voor de laatste berichten zie men de 2è pag. van het Eerste Blad). HAARLEM, 4 Februari. De Veendammer. Maandag hebben mr. Fr. Kokosky en mr. J. E. W. Duys voor Liebermann gepleit In de beruchte Veendammer affaire. Vrijdag a.s. zullen nog eenige getuigen opnieuw door heb Hof gehoord worden, en de re- en duplieken worden gehouden. De behandeling van deze geruchtmakende zaak voor het Hof ls dus bijna ten einde. Voor wie niet tot de insiders van de zaak behooren, dus voor allen die zich niet door den berg van processtukken hebben heenge- worsteld en getracht, de mentaliteit te be grijpen van do vele lieden die er bedenke lijke rollen in gespeeld hebben, ls het vrijwel onmogelijk gebleken om uit dezen chaos van financieel gemodder wijs te worden. Niette min heeft het publiek er genoeg feiten en zekerheden uit opgedaan, om ernstig gealar meerd te zijn. En met reden. Er zijn getuigen verschenen, die hebben moeten verklaren dab zij eigenlijk maar domweg. In goed vertrou wen op namen en reputaties, tot bepaalde dingen hadden medegewerkt. Er was Óen ge tuige die zei: „Ik dacht dat het wel goed moest zijn omdat er een advocaat en een notaris bij waren", waarop mr. Duys op merkte: „U mag wel oppassen", en er ln de zaal gelachen werd. De bewuste getuige was Inderdaad klaar blijkelijk geen man van buitengewone schranderheid, maar ik moet bekennen dat dat gelach, en die opmerking van den ver dediger, mij getroffen hebben als verschijn selen van een miserabelen toestand. Eenvoudige menschen, die ln den regel met flnancieele zaken van z.g. ..grooten" opzet niets uitstaande hebben, behalve dat zij er als pandbriefhouders, aandeelhouders of obligatiehouders bij betrokken zijn. verwach ten dat zij op een advocaat of een notaris kunnen vertrouwen. De titel, de positie, do ambtseed die de man heeft afgelegddat alles boezemt hen eerbied in. Die menschen zijn voor hen degenen dio den weg kennen door de ingewikkelde mazen der wetgeving. Zij hebben eerbied voor hun kennis, zij verwachten daartegenover, door hen eerlijk en loyaal voorgelicht te worden. Zij moeten als het adviezen en rechtskundige hulp geldt, daarvoor stevig betalen, maar dat begrijpen zij en zijn zij bereid te aanvaarden, als zij daartegenover op rechtvaardige behan deling kunnen rekenen. Zij verwachten hoog staande menschen te vinden: gentlemen. On der gentlemen verstaan zij niet slechts man nen met goede manieren, in nette pakken, voorzien van titels en een hoog Inkomen, maar bovenal een hoog staand karakter en een volledig besef van de verantwoordelijkheid die de positie oplegt aan dengeen die haar vervult. In de eerste plaats behoort daar wel toe De Marnixschool in Noord-Haarlem. De nieuwe Christelijke Lagere School in Noord-Haarlem, de Marnixschool aan de Van Egmondstraat wordt heden geopend. De school maakt deel uit van een complex van kerkelijke gebouwen, dat in de toekomst in deze buurt ten Westen van den Rijksstraat weg zal verrijzen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 1