HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 5 FEBRUARI 1930
EEN ABNORMALE JANUARI-MAAND IN DE
VOLKENBONDSSTAD.
Een maand met veel conferenties en geen sneeuwstormen en
„bise". De half mislukte steenkolenconferentie. De zit
ting der opiumcommissie. Afrika en Azië klagen Europa
aanDe „Commissie van Dertien" voor de reorganisatie van
het Volkenbondssecretariaat. Het nieuwe geschil tusschen
Bolivia en Paraguay.
Genève, 1 Febr. 1930.
Januari is dit jaar in de Volkenbondsstad
geheel anders verloopen dan andere jaren.
Meestal ls het ln Januari te Genève niet te
harden van de koude. Niet, dat de tempera
tuur zoo buitengewoon laag pleegt te zijn,
doch de „bise", een bijtende Noordenwind, die
■wanneer hij eenmaal te Genève ls aangeko
men, er naar gelang van zijn stemming
steeds drie, zes of negen dagen blijft, heeft in
de maand Januari ln den regel een voorkeur
voor veelvuldige en langdurige bezoeken. En
wanneer het dan gelijktijdig sneeuwt, wat
in Januari in de Volkenbondsstad ook niet
zeldzaam is, dan is het werkelijk heel wat
aangenamer onder een 5 graden lagere
temperatuur ln het windstille Bern te ver
toeven dan in een sneeuwjacht langs den
in de andere Jaargetijden zoo lieflijken Quai
Wilson naar het Volkenbondssecretariaat
te wandelen
Dit jaar was er echter nóch bise, nóch
sneeuw. Het was een abnormaal zachte
maand, waarbij men alleen over de afwe
zigheid van de zon te klagen had, die welis
waar op den Salève boven Genève in vollen
glans te genieten was, doch door een „zee
van mist", zooals men hier zegt, Genève niet
bereiken kon. De abnormale mildheid van
het weder was des te welkomer, omdat ook
wat den Volkenbond betreft, de maand
Januari even abnormaal was als uit meteo
rologisch oogpunt. Terwijl meestal in Ja
nuari alleen de opiumcommissie zich opoffert
om, weer en wind trotseerend. in de tweede
helft der maand haar jaarlijksche zitting
aan te vangen, hadden wij thans van 6 Ja
nuari af, voortdurend bijeenkomsten vanVol-
kenbondsorganenVolkenbondsraad, econo
misch comité, financieel comité, landbouw
deskundigen, voorbereidende steenkolen-
conferentie, commissie voor de reorganisa
tie van het volkenbondssecretariaat, opium
commissie, zij allen kwamen in Januari al
hier bijeen en verheugden zich over het ge
lukkig samentreffen van twee abnormale
verschijningen ln Januari: aangenaam we
der en drukke arbeid.
De voorbereidende steenkolenconferentie,
die na de door mij reeds behandelde 58ste
zitting van den Volkenbondsraad wel de be
langrijkste Januari-bijeenkomst te Genève
geweest is, is zooals de telegrammen reeds
lang geleden vermeld hebben, met een halve
mislukking geëindigd. De conferentie heeft
weliswaar verklaard dat de tijd aangekomen
Ls voor een internationale regeling van den
arbeidstijd in de mijnen, doch het bleek on
mogelijk ook zelfs maar een meerderheid
van één stem te verkrijgen voor één van de
vele voorstellen betreflende den duur van
den arbeidstijd. Deze onmogelijkheid, om
een .ge overeenstemming omtrent den duur
van den arbeidstijd te verkrijgen, stond
zoodanig ln tegenstelling tot de eerst uitge
sproken verklaring, dat deze kwestie rijp is
voor een internationale regeling, dat het
waarlijk niet te verwonderen was, dat de
Belgische rcgeeringsgedelegeerde aan het
slot der conferentie, toen ook de laatste be
middelingsvoorstellen, om tot de een of an
dere aanbaveLing inzake den arbeidsduur te
lcomcn, wederom verworpen waren, de vraag
stelde, of de conferentie nu ook het bevesti
gend advies over de wenschelijkheid van een
behandeling der kwestie reeds op de inter
nationale arbeldsconferentie van Juni aan
slaande wel kon handhaven.
De vraag van den Belgischen vertegen
woordiger bracht een oogenblik verwarring
in de conferentie. Het scheen, alsof Monseig
neur Nolens gelijk zou krijgen, die reeds op
den eersten dag der conferentie gewaar
schuwd had tegen het streven van den Di
recteur van het internationale arbeidsbureau
Albert Thomas, om deze voorbereidende con
ferentie al het werk te laten doen, wat van
de internationale arbeidsconferentie in Juni
zal worden verwacht, nl. het oplossen van
alle twistvragen over den inhoud der te ma
ken conventie inzake den arbeidstijd der
mijnwerkers. Beid uw tijd! riep mgr. Nolens
aan Albert Thomas toe. Laten wij nu eerst
beslissen, dat de kwestie internationaal moet
geregeld worden! dan kunnen wij in Juni de
bijzonderheden der regeling bespreken. De
echo, die de vraag van den Belgischen
rcgeeringsgedelegeerde in het laatste uur
der conferentie verwekte, had bijna tot re
sultaat, wat Mgr. Nolens vreesde, dat het
gevolg van den al te groofen ijver van Albert
Thomas zou kunnen zijn. Doch op het aller
laatste oogenblik schrok men toch terug voor
een negatief advies, waardoor alle arbeid van
14 dagen vergeefsch zou zijn geweest, en
hield men vast aan de wenschelijkheid van
een bespreking der kwestie op de arbeids
conferentie van Juni, zooals de Volkenbonds
vergadering op aandringen van minister
Graham gewenscht had. De arbeldsconfe
rentie moet nu maar trachten een uitweg te
vinden uit de meenlngsverschlllen inzake den
arbeidsduur. Waar vier regeeringen jnèt de
werkgevers den acht-urigen arbeidsdag voor
de mijnwerkers wenschten en vier andere
regeeringen mèt de mijnwerkers den arbeids
dag van 7 1 2 uur wenschten met desnoods
een overgangstijd van 7 3/4 uur per dag, zijn
de Inzichten niet zoo van elkander verwij
derd, dat een overeenstemming reeds van
te voren onmogelijk moet worden geacht!
Ook de opiumcommissie van den Volken
bond, die voor de derde maal in tien jaren
den Nederlandschen gedelegeerde Van Wet-
tum tot voorzitter koos, hoeft dit jaar een
belangrijke taak. Zij moet een plan ont
werpen voor de beperking van de wereldfa-
bricage van morfine, heroine, cocaine en an
dere gevaarlijke verdoovende middelen tot
die hoeveelheid, die noodig is voor de voor
ziening in de wereldbehoefte aan deze mid
delen voor medische en wetenschappelijke
doeleinden.
Na een algemeene discussie hierover heeft
de commissie een ondercommissie benoemd
voor de uitwerking van een plan. In af
wachting van de uitkomsten van het werk
dier ondercommissie hebben intusschen reeds
eenige discussies over de tegenwoordige
praktijken plaats gevonden, di* opnieuw
leerden, hoe noodzakelijk het is, dat heel
wat minder morfine, enz. zal worden voort
gebracht dan tot dusverre.
Het. waren ditmaal de vertegenwoordigers
der niet-Europeesche landen, die tot den
aanval overgingen en aantoonden, hoe hun
land lijdt onder de overproductie der Euro-
peesche morfine-en-cocaine-fabrieken. Ge
neraal Russell Pasja, de uit Cairo naar Ge
nève gereisde vertegenwoordiger der Egyp
tische regeering, en Woo Kal Seng, de
nieuwe vertegenwoordiger van China in de
opiumcommissie, hadden weinig vriendelijks
aan Europa te zeggen. Terwijl de regeerin
gen van Engeland en Nederland (de onze
eerst sedert een paar jaren na de ontdek
kingen van den ongeoorloofden handel der
chemische fabriek Naarden met buitenlan
ders in China) door een streng toezicht op
den uitvoer van de producten hunner fabrie
ken geen reden tot klachten gaven en ook
Duitschland er ditmaal vrij goed afkwam,
hadden de regeeringen van Frankrijk en
Zwitserland heel wat harde woorden te slik
ken voor hun onvergeeflijke slapheid bij de
naleving der Geneefsche opiumconventie van
1925, waardoor het mogelijk is, dat men op
iederen hoek van een straat in China zich
natuurlijk tegen grof geld! een dosis
morfine in de hand kan laten stoppen, en
dat in Egypte niet minder dan 500.000 bur
gers als verslaafd aqn verdoovende midde
len te beschouwen zijn, vooral verslaafd aan
heroine, dat misschien van al dat geest en
lichaam-sloopende „witte vergift" nog het
allerverderfelijkst werkt. Eén troost kregen
wij, die onder al die gerechtvaardigde aan
klachten van Egypte en China tegen de mis
dadige geldmakerij van Europeesche fabrie
ken waarlijk weinig reden hadden op ons
oude werelddeel trotsch te zijn, nl. dat den
volgenden dag de gedelegeerde van Britsch-
Indië dergelijke aanklachten tegen Japan
uitbracht! Zoodat het kwaad van de vergif
tiging der Oostersche volkeren met verdoo
vende middelen geen monopolie althans voor
Europa is! En nog dezen troost konden wij
mede naar huls nemen: dat de openbare be
spreking van dergelijke klachten in de
oplumcoinmLssie toch niet zonder uitwer
king blijft. Geen land wil gaarne leder jaar
gebrandmerkt worden als een der ergste
verspreiders van dit vergift! Zoo verzekerden
de gedelegeerden van Frankrijk en Zwitser
land ons thans, dat hun wetgeving nu zoo
verbeterd is, dat herhalingen ran de door
Egypte en China gewraakte praktijken niet
meer mogelijk zijn. En de Japansche gedele
geerde gaf ook al de verzekering, dat gedu
rende vier jaren de vervaardiging van co
caine met 10 pet. jaarlijks zal verminderd wor
den, waardoor aan de gevaarlijke overpro
ductie, waardoor de cocaine een uitweg in den
ongeoorloofden handel vindt, een einde zal
worden gemaakt.
In de laatste dagen der maand hebben
nog twee gebeurtenissen van zich doen spra
ken: de bijeenkomst der „commissie van der
tien" voor de reorganisatie van het secreta
riaat van den Volkenbond en van het inter
nationale arbeidsbureau om de veelvuldige
telegrammenwisseling tusschen den Volken
bond en de regeeringen van Bolivia en Para
guay.
Over het werk der commissie van 13, die
den Pool Sokal tot voorzitter heeft, is nog
niets te vermelden. Zij vergadert achter
dubbel-gesloten deuren. Den geheelen dag
staat zelfs een wachter voor de deur, om
lederen buitenstaander te weren. Dit is een
maatregel, die vermoedelijk niet tegen de
journalisten of het gewone publiek gericht
ls, voor wie deze commissie volstrekt niet
een bijzondere bekoring heeft. De voorzorgs
maatregel schijnt meer genomen met het
oog op de hoogere ambtenaren van den Vol
kenbond zelf, die gewoonlijk tot vergade
ringen, ook achter gesloten deuren, wel
toegang hebben, en dus, te goeder of te
kwader trouw, wel eens lust zouden kunnen
hebben hier binnen te loopen, waar de dis
cussies voor een belangrijk deel hun eigen
wel en wee betreffen. De commissie heeft
echter besloten, dat alleen Sir Eric Drum
mond persoonlijk aanwezig zal mogen zijn.
De telegrammenwisseling over het nieuwe
Chaco-incldent tusschen Paraguay en Boli
via heeft hier maar matige belangstelling ge
wekt. Heel gevaarlijk scheen de toestand
van den aanvang af niet. Het nut van het
bestaan van den Volkenbond kwam ook dit
maal weder duidelijk aan den dag. Beide
landen wisten, dat iedere agressieve daad
onmiddellijk door de tegenpartij aan den
Volkenbond zou worden getelegrafeerd en
door den Bond aan de geheele wereld bekend
gemaakt. Deze wetenschap legde beide par
tijen een groote voorzichtigheid op, daar
geen van beiden als de vredestoorder wilde
komen bekend te staan. Zoo ging van de
openbaarheidspolltiek van den Volkenbond
een groote preventieve werking ten goede
uit. Slechts één oogenblik bestond er bij de
Volkenbondsjournalisten eenige ongerust
heid. Terwijl zij Zaterdagmiddag een verga
dering te Montreux hielden, werd uit Genève
getelefoneerd, dat de regeering van Para
guay een telegram zou opgevangen hebben
van den chef van den generalen staf van
Bolivia, waarbij hij den commandant der
vierde divisie zou bevolen hebben de voorbe
reiding van een „algemeen offensief'. Dit
klonk nogal bedenkelijk. Gelukkig bleek den
volgenden morgen, dat degene, die het tele
foongesprek met Genève gevoerd had, ver
keerd had verstaan. Geen „offensive", doch
alleen nog een „avance" (voorwaarts gaan)
moest worden voorbereid, hetgeen heel wat
onschuldiger kan zijn!
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK.
BOUWTERREINEN.
B. en W. stellen aan den gemeenteraad
voor de volgende bouwterreinen te verkoopen:
1363 M2. aan de Dr. Schaepmanstraat aan
de N.V. bouw- en aannemersbedrijf „Per-
severo", tegen f 11 per M2„ om daarop 11
woonhuizen en een winkelhuis met boven
woning te bouwen.
555 M2. aan de Van der Meerstraat aan
M. A. Scheffers. tegen f 15 per M2. om daar
op 4 woonhuizen te bouwen.
Aan J. Bennik 410 M2. aan den Midden
weg tegen f 13 per M2. om daarop 4 woon
huizen te bouwen.
DE MARNIX-SCHOOL IN
NOORD-HAARLEM.
DE OFFICIEELE INGEBRUIKNEMING.
Onder zeer moeilijke omstandigheden werd
al gedurende vijf maanden les gegeven in de
Marnix-School, de nieuwe Christelijke Lagere
School ln de Van Egmondstraat, terwijl er
nog druk gebouwd werd. maar nu is Dins
dagavond de school, die thans geheel gereed
te. officieel in gebruik genomen in tegen
woordigheid van een buitengewoon groot
aantal belangstellenden, onder wie waren ae
wethouder van Onderwijs, de heer W. Roo-
denburg. de Inspecteur van het L. O. de heer
G. H. Weustink, de heer P. Kalbfleisch, chef
der afdeeling Onderwijs ten Stadhuize en
de heer L. C. Dumont, de onlangs afgetreden
Directeur van Openbare Werken.
Nadat gezamenlijk Psalm 103 vers 1, ge
zongen was, opende Ds. CL J. van Paassen
de bijeenkomst met gebed, waarna spr., als
voorzitter der „Vereeniging tot stichting en
instandhouding van scholen met den Bijbel
in Haarlem en omstreken", in een toespraak
de moeilijkheden schilderde, waarmede het
personeel in het begin te kampen had en
dank bracht aan de verschillende autoritei
ten en personen, door wier mede- en samen
werking de totstandkoming der school moge
lijk is geworden: B. en W. van Haarlem, in
zonderheid den wethouder van Onderwijs, de
heeren Dumont, en Kalbfleisch, het bestuurs
lid van bovengenoemde vereeniigng Ds. M. G.
Blauw, Ned. Herv. predikant in Noord-Haar
lem; het hoofd der school den heer J. Schreu-
der en allen die met hem arbeiden, mevrouw
Schreuder, die haar man zoo dapper heeft
terzijde gestaan en zelfs tijdelijk haar oude
taak van onderwijzeres weer heeft opgevat;
den architect den heer J. C. Slagter en de
aannemers, de Gebrs. De Vries.
Dit is nu de 5e school der Vereeniging in
Groot-Haarlem en de 2e in de Kerkelijke Ge
meente Schoten. In September werd begon
nen met 100 leerlingen, nu zijn er reeds 178.
Spr. eindigde met. den wensch dat de
school tot zegen zal zijn voor het opkomend
geslacht.
Hierna sprak de wethouder van Onderwijs.
De heer Roodenburg wenschte als vertegen
woordiger van het college van B. en W. de
vereeniging geluk met de totstandkoming van
deze mooie school. Het gemeentebestuur stelt
belang in en heeft belang bij het bouwen
van goede scholen. De gemeente ziet gaarne,
dat de door haar voor het onderwijs beschik
baar gestelde bedragen goed besteed worden.
Spr. prees de aangename samenwerking
met het schoolbestuur, dat altijd er naar ge
streefd heeft, het onderwijs op hoog peil te
houden. Deze reeds betrekkelijk oude ver
eeniging is in haar werk nog jong:
Met woorden van gelukwensch tot de
ouders, den architect, het hoofd der school en
het personeel endigde spr. „Moge God uw
werk zegenen", aldus de heer Roodenburg
„en moogt gij nog lang werken in het be
lang van de Haarlemsche jeugd!"
De heer Weustink sprak eveneens woorden
van hartelijken gelukwensch. Spr. trok een
vergelijking tusschen het onlangs te water
gelaten schip „MamLx van St. Aldegonde"
en deze Marnix-School. Toen de reeders het
schip dien naam gaven, zullen zij in de eer
ste plaats aan het stoffelijke hebben gedacht;
zij die deze school doopten hebben gedacht
aan geestelijke waarden.
In 't bijzonder wenschte spr. het hoofd der
school toe, dat hij al zijn idealen verwezen
lijkt zal zien.
De heer Sloos bracht namens de ouders het
bestuur hulde en dank, ih 't bijzonder Ds.
Blauw.
Het hoofd, de heer Schreuder, hield een
toespraak, waarin hij dank bracht aan het
bestuur en de ouders voor het hem geschon
ken vertrouwen en aan het personeel voor
den steun in de moeilijke beginmaanden on
dervonden. Voorts aan zijn collega's, die
hem hier zoo hartelijk zijn tegemoetgetreden,
aan den heer Pijzelman, hoofdcommies der
afd. Ondex-wijs en aan den Inspecteur.
De naam Marnix vertegenwoordigt een
program, waarnaar spr. volgens zijn beste kun
nen hoopt te handelen. „Moge de school haar
naam met eere dragen en moge God ons
sterken, om daaraan mede te werken!"
Namens het personeel bood daarna de heer
J. Versluis den heer Schreuder een bloemen
mand aan. hem prijzende voor de aangename
•wijze, waarop hij leiding geeft en met zijn
pei-sonee! omgaat.
Nadat Ds. van Paassen nog had medege
deeld dat de penningmeester van het Hoofd
bestuur, de heer Smit, te Amsterdam, even
als de voorzitter van den Kerkeraad, verhin
derd was voerde Ds. M. G. Blauw, bestuurs
lid en voorzitter van den Kerkeraad der Ned.
Herv. Gemeente Schoten, het woord.
Spr. bracht den dank van den Kerkeraad
aan de Vereeniging over, vestigde de aan
dacht op den grooten bloei der scholen van
de Vereeniging en uitte den wensch, dat
spoedig een 3e school noodig zal zijn. Ds.
Blauw hoopt dat het personeel zich met alle
bracht aan zijn taak zal geven en sprak het
hoofd der school nog afzonderlijk toe.
Nadat de aanwezigen gezamenlijk Gez. 180
vers 1 gezongen hadden, sloot Ds. Blauw de
bijeenkomst met dankgebed.
In een pauze bezichtigden de aanwezigen
het mooie schoolgebouw.
De bijeenkomst werd opgeluisterd met een
fluitsolo van den heer De Zwart (door den
heer Schreuder op het orgel begeleid) en de
voordracht van eenige verzen door den heer
Zwankhuizen.
POLITIE HAARLEM.
Uit een magazijn te Nijmegen is vermist- een
hoeveelheid nieuwe kleeding, bestaande uit 3
jongens winterjassen, 2 heerenjekkers, 20 kin
derpakjes, 13 kinder jekkers, 7 damesmantels,
4 kindermantels, 16 heerenwinterjassen, 39
janonnen, 32 regenjassen en 23 costuums. De
vermissing dier goederen is gelegen tusschen
Augustus 1929 en 15 Januai'i 1930.
Zij, die hieromtrent inlichtingen kunnen
verstrekken, worden verzocht zich tot den
Commissaris van Politie te Nijmegen te wen
den.
De bi'igade-commandant der Koninklijke
Marechaussee te Steenbergen waarschuwt
niet in te gaan op relaties of correspondentie
van Willem Verschuren, wonende te Dintel-
oord, Wilhelminaweg 273.
Momenteel zoekt hij relatie met adverteer
ders, die een betrekking zoeken, en voorheen
maakte hij veel slachtoffers onder personen,
die geld wilden bekomen zonder borgen, op
zijn advertentiën.
MIDDELBAAR ONDERWIJS.
Dr. H. van Erp, leeraar in Chemie aan het
Gemeente-Lyceum te Haarlem, verzoekt,
wegens het bereiken van den pensioengerech
tigden leeftijd in Mei a.s., hem uit boven-
aangeduide betrekking ontslag te verleenen,
ingaande 1 September 1930.
ZANDVOORTSCHE CAUSERIE.
De a.s. raadszitting. Een belangrijke agenda.
Geen gemeentelijke radio-distributie. Dit jaar nog
geen volksbaden. Verhooging huren gemeente,
woningen, De winkelsluiting. De nieuwe wet
houder.
Donderdag, 5 Februari as. komt de Raad
voor het eerst ln 1930 bijeen en de raadsleden
krijgen een belangrijke en lange agenda door
te werken, terwijl men aan het slot „even"
een plaatsvervanger voor den heer Padt zal
kiezen.
Zooals wij zeiden is de agenda belangrijk;
B. en W. doen bovendien een aantal minder
belangrijke mededeelingen. Zoo wordt bijv.
medegedeeld, dat B. en W. meenen niet me.
voorstellen te moeten komen tot oprichting
eener gemeentelijke radiocentrale maar dat de
exploitatie aan een particulier zal moeten
worden opgedragen.
We herinneren er in dit vei<band aan, dat
eenige maanden geleden bij de behandeling
van een verzoek om concessie voor een radio-
centrale, waarbij B. en W. adviseerden daar
op niet in te gaan, de Raad besloot het ver
zoek aan te houden en B. en W. op te dragen
een onderzoek in te stellen naar de mogelijk
heid van gemeentelijke exploitatie.
B. en W. hebben terzake blijkbaar een on
derzoek ingesteld en zijn daarbij dan tot de
conclusie gekomen, rekening houdende met-
het feit dat de Raad wel een radiocentrale
wil toestaan, dat het beter is* dat de exploi
tatie aan een particulier wordt opgedragen.
Of hierbij financieele overwegingen een rol
hebben gespeeld weten we niet, maar het laat
zich aanzien dat de raad in meerderheid B.
en W. wel zal volgen.
Toch zouden we wel eens een financieele
en commercieele berekening hebben willen
zien van gemeentelijke exploitatie. Er zijn
n-1. den laatsten tijd eenige gemeenten die een
dergelijke instelling zelf exploiteeren, bijv.
Arnhem en Den Bosch en voorstanders voor
gemeentelijke exploitatie beweren dat dit
laatste voordeeliger is en voor de gemeenten
nog winsten op kan leveren tevens.
Wellicht dat de voorstanders van gemeente
lijke exploitatie cijfers bezitten en we zijn
wel nieuwsgierig of deze in het eventueele
debat naar voren zullen worden geschoven.
Een andere belangrijke mededeéling is, dat
er volgens B. en W. dit jaar nog weinig
kon komen van de volksbadinrichting aan
het strand. Een mededeeling die zeker in
breeden kring en ver buiten onze gemeente,
groote teleurstelling zal veroorzaken. B. en
W. deelen n.l. mede, dat de onderhandelingen
met 's Zomers Buiten, nog niet geëindigd zijn,
onderhandelingen waarbij het gaat over de
garantie van een bepaald aantal baden tegen
een nader te noemen prijs, en dus niet over
'aet samen exploiteeren van deze badinrichting
zoodat het dus niet de bedoeling schijnt te
zijn een gemengd bedrijf te stichten.
Echter deze onderhandelingen zijn niet het
belangrijkste argument tot nieuw uitstel.
Het volgend jaar loopen de contracten n.l.
af met de overige badexploltanten en B. en
W- meenen nu juist te handelen tijdens den
duur der loopende contracten het volksbad
niet tot stand te brengen, omdat de pachters
daarmede geen rekening hebben kunnen
houden bij hun inschrijving. Een redeneering
die zeker steekhoudend kan worden genoemd
al willen we er onmiddellijk aan toevoegen
dat het ons wel wat duister is dat dit argu
ment nu geldt en niet ongeveer 2 jaar geleden
-oen B. en W. zelf de stichting van het volks
bad-hebben voorgesteld en hun voorstel heb
ben zien aangenomen, gegolden heeft. Maar
hoe jammer we dit nieuwe uitstel op zich zelf
ook vinden, ook wij zijn natuurlijk van mee
ning, dat als de Icopende contracten zich
er tegen verzetten het gemeentebestuur daar
op geen inbreuk mag maken- Vooral over
heidslichamen hebben aangegane overeen
komsten te eerbiedigen.
Voor de bewoners der gemeentewontngen
aan de 1' Amlstraat, Hulsmanstraat, Hobbe-
mastraat, Jan Steenstraat, Koningstraat, Van
Ostadestraat en Prinsesseweg is er een min
der aangename boodschap, en wel deze, dat op
aandrang der Regeering de huren dezer
woningen geleidelijk verhoogd moeten worden
met een niet onaanzienlijk bedrag.
B. en W. stellen nu voor de verhoogde huren
in verschillende étapes te doen ingaan en
wel op 1 Mei as. het eerste gedeelte van f 0.40
per week.
Hoewel toegegeven zal moeten worden dat
de huren voor verschillende woningen laag
zijn te noemen, is verhooging van den huur
prijs voor de bewoners altijd een minder pret
tige boodschap. De Raad zal echter moeilijk
anders kunnen doen, dan aan den aandrang
der Regeering tegemoet komen, omdat het
Rijk de geldschieter is geweest.
Een ander niet minder de belangstelling
trekkend onderwerp is het voorstel van B.
en W. om te komen tot een verordening
op ae winkelsluiting. Het voorstel van B. en
W. bevat een regeling voor den zomer en voer
den winter.
In den winter zullen, bij aanneming van
het voorstel van B. en W., de winkels op werk
dagen om 8 en op Zaterdagen om 10 uur ge
sloten moeten zijn. Een speciale sluiting op
den Zondag wordt niet voorgeschreven.
Gedurende de Zomermaanden zuilen de-
winkels tot 12 uur 's avonds geopend mogen
blijven. Dit voorstel zal wel heftig verzet uit
lokken.
De verschillende organisaties der belang
hebbenden hebben hun meeningen kenbaar
gemaakt en feitelijk kon niemand zich _net
de voorgestelde regeling vereenigen. De win
keliers willen bijv. alleen een sluitingsuur
ia het winterseizoen, de organisaties van de
bedienden bepleiten de verordening te doen
aansluiten bij het ontwerp winkelsluiting, het
welk binnenkort in de Kamers der Staten-
Generaal in behandeling zal komen en waar-
In de Regeering voorstelt een sluit in f om 8
uur op werkdagen en 10 uur op den Zater
dag verplicht te stellen.
Verder verzoeken deze organisaties een mid
dagsluiting, waartegen de andere belangheb
benden zich weer sterk verzétten.
We hebben een vorige maal naar aanleiding
van de bepalingen van het werktijdenbesluit
reeds onzen opmerkingen gemaakt en we zijn
zeer belangstellend naar datgene wat de Raai
tenslotte zal besluiten.
En dan tenslotte krijgen we de verkiezing
van een nieuwen wethouder, waarnaar we
allen met zoo'n groote belangstelling uit
zien.
Niemand kan naar wij meenen op het
oogenblik voorspellen hoe de uitslag zal zijn.
Allerlei verrassingen zijn zeker mogelijk. Naar
onze opvatting is de situatie zoo, dat als de
heer Padt wilde, hij opnieuw gekozen zou
worden. Men behoeft de uitingen van de raads
leden in het gesprek met een onzer verslag
gevers maar na te gaan om de juistheid
van deze opmerking bevestigd te zien. Ais de
heer Padt wil dan zal hij zeker kunnen zijn
van de stemmen van de heeren Elf fers, Koning
v. d. Meije, Zwaan, Termes en wellicht op
die van den heer Forrer, al is deze laatste
stem minder zeker dan die van de andere
genoemde heeren. Dat is de meerderheid van
den Raad, want ook al zou de heer Forrer
niet weer opnieuw op den heer Padt stem
men, dan zal hij zeer zeker zijn stem niet
uitbrengen op een der andere heeren. Daar
voor waren zijn uitlatingen aan onzen ver
slaggever te positief.
Een dergelijk stemmencijfer kan o.i. geen
der andere candidaten halen. De heeren Mole
naar en Siegers zijn beiden candidaat en of
bijv. bij een herstemming tusschen de heeren
Molenaar en Padt de heeren Gunther en Geers
op den heer Molenaar zouden stemmen is oi.
aan gerechten twijfel onderhevig.
Als echt-er de heer Padt zich een herbenoe
ming niet mocht laten welgevallen, dan is
mogelijk dat er een wethouder wordt benoemd
met een stem of 4, omdat wellicht een be
langrijk aantal leden zich dan aan de stem
ming zal onttrekken, althans blanco zal stem
men.
Zou dan wellicht de heer Koning de
„lachende derde" worden?.
We weten het niet. Zeker is echter, dat wel
duidelijk gebleken is dat men gemakkelijker
een wethoudersc-risis veroorzaakt, dan haar in
een zoo heterogeen-samengestelden Raad tot
oplossing brengt.
Wanneer worden we te Zandvoort ook in
politiek opzicht verstandig?
Het belang onzer gemeente eischt dit van
ons allen, zonder eenige uitzondering.
Er zijn velen, die van ganscher harte willen
medewerken Zandvoort vooruit te brengen.
Maar eensgezind optreden in ongeveer alle
belangrijke zaken ontbreekt, helaas.
Toch zullen we elkander hebben te vin
den! En spoedig!
Moge de wethouderscrisis ons dit nog eens
duidelijk voor oogen gesteld hebben.
HAARLEMSCHE WERELD-
REIZIGERS TERUG.
Ruim zeven jaar geleden ontvingen we op
ons redactiebureau bezoek van drie heeren
en een dame, die voornemens waren per auto
een tocht door Afrika te maken. Zij ver
zochten ons een stukje over de door hen te
maken reis in ons blad op te nemen, maar
omdat het aantal van dergelijke verzoe
ken indertijd heel groot was. vroegen we hun,
nog eens op ons kantoor terug te komen, als
zij de reis volbracht hadden.
En ze hebben woord gehouden. Dinsdag
middag meldden ze zich bij ons aan, na een
reis van 47.000 K.M. te hebben afgelegd. Die
reis schijnt ze geen kwaad gedaan te heb
ben, want ze zagen er welvarend en ge
bruind uit. De leider van de expeditie is
de Haarlemmer Gerbr. Wijdenes. In zijn ge
zelschap waren zijn echtgenoote mevr. A. C.
WijdenesHoogstraten en de heeren J. van
Deventer en H. Haus. Dit gezelschap heeft
op de groote reis, die ruim zeven jaar ge
duurd heeft, elkanders lief en leed gedeeld.
De leider deelde ons mede, van den Com
missaris van Politie vergunning te hebben
gekregen om met hun Studebaker, waarmee
zij de reis volbracht hebben, een paar we
ken door de Haarlemsche straten te toeren
en boekjes, waarin hun reisavonturen be
schreven zijn, te verkoopen. Hij hoopt zóó
veel geld bijeen te krijgen, dat hij met zijn
gezelschap ln begin April een tweede expe
ditie kan maken en ditmaal naar midden-
Azië. Ten bewijze, dat ze inderdaad overal
geweest waren, liet de heer Wijdenes ons
twee dikke folianten zien, die vol zaten met
krantenknipsels, stempels van politie-bu-
reaux, diplomaten en bladen uit alle landen,
waar ze doorgetrokken zijn.
Blijkens hun reisbeschrijving ging de tocht
van Nederland door België, Luxemburg.
Frankrijk, Zwitserland, Italië, Spanje, Por
tugal, Marokko, Algiers, Tunis. Tripolis, door
de Sahara naar Belgisch Congo, Kaapstad,
Transvaal, Duitsch-Griekenland, Oostenrijk
Tsjecho-Slowakije, Polen, Litauen, Zweden,
Noorwegen, Denemarken en Duitschland. In
Afrika bleven zij twee jaren en hebben
daar steeds in een tent onder den blooten
hemel geslapen, waar zij vaak last hadden
van wilde dieren, giftige slangen en waar
zij ook met zware ziekten te kampen had
den. Eens werden zij door een wilden volks
stam overvallen, waarbij zij veel ontberingen
leden. Wie wat meer van hun interessante
avonturen weten wil, moet dezer dagen maar
hun boekje koopen. Ze zijn aan hun eigen
aardige kleed ing, die veel overeenkomst met
een padvinderscostuum heeft, gemakkelijk
te herkennen.
Als het gezelschap naar Azië gaat, wil het
trachten in het land van Thibet door te
dringen. Het doel van deze nieuwe reis is
het onderzoeken der zeden en gewoonten
van de Boeddhistische monniken. En voor
wetenschappelijke doeleinden wil het gezel
schap zooveel mogelijk foto's maken. Als
reismakker neemt het een hond mee, die ook
de reis naar Afrika meegemaakt heeft.
HET EEUWFEEST VAN
„ZANG EN VRIENDSCHAP",
DE ONTVANGST DOOR HET
GEMEENTEBESTUUR.
De burgemeester deelt aan de raadsleden
mede, dat Burgemeester en Wethouders op
Donderdag 20 Februari 1930. des namiddags
te 4.30 uur ten Stadhuize officieel zullen ont
vangen de vereeniging Koninklijke Lieder
tafel „Zang en Vriendschap", alhier, ter ge
legenheid van de herdenking van het honderd
jarig bestaan dier liedertafel.
Het nodigt de raadsleden uit bij die ont
vangst tegenwoordig te zijn.
ONTSLAG GEVRAAGD.
De heer F. F. Popraa. hoofd der school
voor uitgebreid lager onderwijs, letter A, ver
zoekt hem met ingang van 1 Maart 1930 eervol
uit zijn betrekking te ontslaan, zulks om
gezondheidsredenen.