FEMINA Een complet. Vleesehkoekjes. Het woord is aan... OVER OPVOEDEN. Meisjesmantel. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 6 FEBR. 1930 Dichters hebben gedichten gemaakt op onze halsjes, en schilders hebben er h*m penseel aan gewijd. En op het oogenblik z&n het de minder poëtisch doch niet minder knns^ zinnig aangelegde tailleurs in de groote modehuizen, die er hun aandacht aan beste den. Aan onze hals bedoel ik, of eigenlijk, aan den vorm van dat deel van onze Japonnen, dat gewoonlijk met „hals" wordt aangeduid. En dat is belangrijker dan men zou denken De een staat een punthals beter dan een ronde of een vierkante. En dat komt, omdat een andere ,hals" in de japon iemands hals langer of korter kan doen schijnen. Over het alge meen kan men zeggen, dat lichte kraagjes enz. van dunne, teere stofjes, zooals we tegen woordig veel zien, bijna altijd iets aardigs vriendelijks aan het figuur geven. En boven dien iets jeugdigs. De donkere japon, zonder kraag, glad langs den hals past het best bij een tenger, donker z.g. sprekend gelaat. De sjaalkraag wordt op allerlei wijzen neel veel toegepast, en vormt vaak het middelpunt van de heele japon Dikwijls worden de uit einden door een breede speciale gesp ge- rTh« CUr. 4t fjonlttri haald (gesp is eigenlijk het woord niet, het is feitelijk alleen maar een ring, die veel weg heeft van een platten servetring). Ook ziet men veel geplooide, geplisseerde. driekanten jabots, die van oen punthals naar beneden vallen, speciaal op blouses en gewone dage- lijksche japonnetjes, die, hoe eenvoudig ze overigens ook mogen zijn, er bijzonder door worden opgefleurd. Een andere methode is, m plaats van een kraagje, een rechte band van een andere stofe, of van dezelfde stof doch van een andere kleur, te gebruiken. Dit is weer een weinig „strenger", doch kan ook heel leuk staan, vooral als het een geborduurd tres is, dat men tegenwoordig kant en klaar kan koopen. Het plaatje laat een paar „haisen" zien. Luiks een japonnetje van mosgroene wollen crêpe de chine, met een ingezet halsje van lichtbruine georgette. Dan een bedrukt zijden japon met sjaalkraag, aan de uitein den afgezet met de kleuren van de bedrukte zijde. Rechts een eenvoudig jurkje van blauw met-witte wollen stof met-een kraagje van wit piqué. In den regel bestaat een complet uit een japon met een mantel, maar af en toe wijkt men wel eens van deze gewoonte af en ver vangt men de japon door een rok met een blouse, zooals met het hier afgebeeld model het geval is. Een tweede bijzonderheid is het materiaal waaruit mantel en rok gemaakt zijn: havannabruine breitschwantz, het dure modebont bij uitnemendheid. De groote soe pelheid van dit bont gedoogde, dat men in het voorpand van den rok een door godets verwijd paneel heeft kunnen zetten. De kraag en de zoom van mouwen en mantel zijn ge garneerd door marterbont. De blouse is van ivoorkleurig crêpe de chine, heeft een smal staand kraagje en een rij stof overtrokken knoopen langs de naden van het schuine borstpaneel, benevens een aantal bolle knoop jes als sluiting der mouwen. Het onderste gedeelte is licht gedrapeerd en in de linkerheup voorzien van een strik. Ten slotte merke men op, hoe een groote overeenkomst tusschen japon, mantel en blouse is verkregen door de schuine naden der paneelen op alle drie onderdelen te her halen. Door ook den hood van breitschwantz te nemen heaft men wel een vee- ..compleet", maar vooral ook uiterst chic complet gekre gen. Wil men het wat bescheidener aanleggen, dan is bruin -, ruige tweed ook zeer geschikt voor dit model. Wanneer men plooien in een rok perst, perst dan altijd van onder naar boven, over de h#..ele oppervlakte van de plooi, om uitzak ken van de plooien te voorkomen. Hoe men de kleuters bezig houdt. EEN HENGELSPEL. Een aardig gezelschapspelletje Is het wel bekende hengelspel. Het kartonnen bassin wordt midden op de tafel geplaatst, de kleu ters er om heen gesahaard en héél voorzich tig mogen zij om beurten hengelen. En dan het spannende oogenblik, het ophalen der vischjes. Wat zal het zijn, een visch met een hoog of een laag nummer of slechts een waardeloos voorwerp. Elk vischje draagt dus een nummertje, zoodat degene, die het hoog ste aantal punten heeft behaald het spelle tje gewonnen heeft. Wanneer wij een kijkje in de speelgoedkast van menig kind nemen, zal ons oog ook op het vischjesspel vallen. Maar voor de kleintjes, die dit spelletje niet kennen, zullen wij er nu eens gauw zelf één ln elkaar maken. Wij beginnen met het bassin. Een oude, tamelijk hooge doos doet hiervoor dienst. De deksel wordt er af genomen en den bodem haalt men er uit. Aan den buitenkant wordt de doos beplakt en wil men het bassin er een beetje gezellig laten uitzien dan teekent men een paar aardige vischjes er op. De randjes worden gekleurd of met een linnen bandje beplakt. Nu volgen de vischjes, waarvan U naar eigen verkiezing een groot of een klein aan tal kunt maken. Moeder teekent op stevig papier een paar verschillende vischjes, de kleuter mag deze uitknippen en daarna de vischjes kleuren. De mond van het vischje wordt voorzien van een omgebogen speldje, dat dus als haakje dienst doet. Aan den anderen kant wordt het nummertje gezet. Eén van de vischjes krijgt natuurlijk het cijfertje 0, terwijl een waardeloos voorwerp, b v. een uitgeknipte schoen in dit bassin ook niet kan ontbreken. Houten vlceschpennen doen dienst voor hengeltjes. Deze worden geverfd, een touwtje wordt er om gebonden en aan het eind van dit touwtje wordt een magneetje bevestigd. Het touwtje wordt niet te kort genomen, zoodat de kleuters gemakkelijk kunnen hen gelen. Het modelletje is in de Tijdingzaal van ons blad te vinden. Een lekker hapje bij de boterham! Op 1.2 pond vleeschresten neemt men 1 ei, een paar fijn gewreven koude aardappelen of een snee oud brood, peper, zout, noot, paar lepels Jus of melk, theelepeltje maggi- aroma, 2 platte eetlepels boter of vet en wat paneermeel. Het vleesch hakt of maalt men fijn, werkt het goed dooreen met het in de melk of jus, geweekte brood, den eierdooier, zout en kruiden. Van dit deeg maakt men balletjes, slaat die wat plat, doopt ze in het eenigermate los geklopte eiwit, wentelt ze door paneermeel en bakt ze in de heete koe kenpan met het dampende vet of lichtbruin gebraden boter rondom bruin en lekker knappend. Fijn bij de boterham! De Kinderen Een jongetje van 5 jaar wandelt met va der en moeder. Het ziet een lijkstoet en wil weten wie „er in ligt". Moeder,,'k Weet niet wie er begraven wordt". Jongetje: ,jDus er is iemand in?" En met een er boven op. ..Wat leuk. Als ik dan in den hemel ben. rijden ze hier nog met den wagen". De meisjes spelen MoedertjeEr moet nog een vader zijn. Hij wordt gevonden maar voldoet niet. Hoe raken ze hem kwijt zonder hem al te zeer te grieven? Meisje„Weet je iaat je doen moest vader, je moest eens een reis naar Indië maken. Maar deiüc er aan, dat je dan heel lang weg- blijft". Vader wordt met een rijtuig bespannen n.ct vier paardenr.aar de boot gebracht. Kleuter: (Naar aanleiding van een opmer king over beleefdheid) ,JM\jn moeder is ook altijd zoo beleefd tegen mij. Ze schenkt me altijd hel eerste thee in". RTXH Luxe en modern schoeisel. Onze grootmoeders droegen natuurlijk ook luxieuse schoenen op haar manier al waren er waarschijnlijk ook bij, die nooit een schoen aan haar voeten gehad hebben. Wat in onze dagen volstrekt geen schande meer is. Maar die dure schoenendraagsters dan, hadden toch een eenigszins anderen smaak dan de tegenwoordige vrouw. Ze zouden stel lig den modernen schoen hogst onpractisch gevonden hebben en er misschien even stellig een week lang onophoudelijk in gestruikeld zijn aleer er behoorlijk m te kunnen loopen. Gevolg: ontwrichte enkels en geschaafde knieën, een slecht humeur.... en een echt genoot of vader, die weigerde langer de hoo ge schoenenrekeningen te betalen. Waar de man glad gelijk in zou hebben gehad, want de prijs van een luxe paar schoenen anno 1930 beteekende vijftig jaar geleden een klein kapitaaltjeOngetwijfeld waren de hoog- geschachte stappers van grootmoeder gemak kelijk in het dragen: op de breede hakken zwikte ze niet, de kleine teen deed haar nimmer pijn en als er eens een knoopje af vloog hinderde dat niet, want er zaten er nog massa's aan, die dezelfde diensten ver richtten als het verdwenene. Zoodat men ge neigd is zich af te vragen of de moderne schoen nog wel deugden heeft, die zélfs maar in de schaduw kunnen staan van de door de tegenwoordige jeugd zoo verguisde groot moederlijke laarzen. Het antwoord zou al hee1 verschillend luiden naar gelang het kwam van een Haagsch jong meisje of de ijverige presidente van een landelijk breikransje, om dat volgens professor Einstein alles be trekkelijk is Het jonge meisje zal zonder twijfel een ontzaggelijke reeks goede hoedanigheden aan haar hyper-elegante schoentjes ontdekken: waarmee we tegelijk reeds een dezer goede hoedanigheden aanstipten: elegantie. Op dit punt zouden we heel wat typische bijzonder heden kunnen aanhalen. Zoo bijvoorbeeld de avondmodellen waarvan we er bijgaand een afbeelden. Er bestaat hierin zoo'n groote ver scheidenheid, dat onze zoo juist gememo reerde grootmoeders alleen hiervan reeds zouden duizelen en men voor elk avondtoilet een bijpassende schoen kan vinden De meeste avondschoentjes zijn tegenwoordig van satijn, fluweel, brocaat of broderie. De modellen van verguld of verzilverd leer wor den weinig meer gemaakt. Een merkwaardig heid *is vooral, dat men de schoen laat samengaan met een tasch, zooals ook op de teekening te zien is. Als materiaal werd hier vóór %nousseline lamee gebruikt, afgezet met effen gouden strooken, zwart omboord. De hak heeft het zoogenaamd Spaansche model, dat meer en meer bezig is den Louis XV- vorm te verdringen. Doordat men zich in avondtasschen nog altijd inspireert op Oos- tersche motieven. vooral Perzische on dervinden, door de ensemble-manie, de schoe nen daar den invloed van, wat naar onze meening ze niet ten goede komt. Ze maken daardoor een overgecultiveerden en zelfs ver- weekelijkten indruk. Onze bewondering voor den middag- en ochtendschoen is dan ook heel wat grooter, doordat verfijning hier met eenvoud gepaard gaat.. Het meest kan men dit zeggen van het ochtendschoeisel. Men ziet hierin stevige, so lide modellen, met vrij lage hakken en een voudige gespen als sluiting. Versieringen ko men er niet aan voor, tenzij in den vorm van een geperforeerd randje langs naden of zoomen. Soms gebruikt men er twee kleuren leer voor: bruin en beige. Aan de meer spor tieve modellen komt ook dit zelfs niet voor, maakt men de hakken zoo laag als van een heerenschoen en de zolen van rubber. In middagmodellen kan men iets meer fan tasie ontdekken, doordat men graag van twee en meer kleuren leer gebruik maakt. Deze kleuren vormen soms felle contrasten, zooais ook op bijgaande teekening te zien is, waar hot materiaal voor schoen, ceintuur en tasch uit wit en zwart leer bestaat en op sommige plaatsen voorzien is van een ingeperste en gearceerde verslering. Toch moet men wel in het oog houden, dat de meest gedistingeer de schoenen door meer soberheid uitmunten dan ons model, dat we eigenlijk plaatsen om te laten zien hoe groote luxe men in schoenen tracht te verwezenlijken. Men kleze daarom bij voorkeur een schoen vooral ln den win ter van fijn donker bruin of zwart leer, zonder of met heel eenvoudige découpurc bij den aanzet van het wreefbandje, een niet te hooge Spaansche hak en sluiting op een enkel knoopje. Het eeuwige opvoeden van klein en groot. Opvoeding wat beteekent het eigenlijk. hoort men sommigen wel eens zeggen, de aard zit er bij de geboorte al volledig in, en of de ouders of opvoeders daartoe nu iets goeds of iets slechts bijdragen, doet er in het karakter zeer weinig toe. Anderen meenen weer. dat de vorming van het gemoed van een mensch volkomen af hangt van de opvoeding die het krijgt, en zij omringen het jonge kind met al hun op voedende zorgen, en laten het geen oogenblik geheel onder hun systeem vandaan gaan. Beide gevallen hebben wel dom: hun een zijdigheid ongelijk: de eersten omdat elke kir.deraard. hoe uitgesproken hij ook bestaat, toch nog hiaten heeft, die door de opvoe ding in de Jeugd moeten worden aangevuld. En de anderen, omdat het gevaarlijk is, kin deren in een mode! te willen persen dat de ouders of opvoeders passend vinden en dat tien tegen een niet bij 't. karakter hoort. Het gevolg kan wel eens zijn, dat de volwassen kinderen, die onder de zorgende hand der ouders eindelijk uitkomen, omdat het niet an ders kan, met zichzelf geen raad weten, hun eigen opvoeding geheel opnieuw ter hand ne men waardoor er maar al te vaak niet veel van terecht komt. Wanneer wij het over opvoeden hebben, bedoelen wij daar dan ook het geven van lei ding, het vormen van een kinderziel mee. Maar wat er buiten die bewuste opvoeding nog onbewust bij komt, is dikwijls bijna nog belangrijker dan het opvoeden van kinderen. „Men is nooit te oud om te leeren" dat is van sommige een soort van lijfspreuk ge worden. Maar daarmee bedoelen wij niet zich zelf, doch alle anderen, die in hun oogen zoo'n dringende behoefte er aan hebben, om opgevoed te worden .Deze menschen zijn steeds aan 't opvoeden en onderwijzen: zij spreken, ln eigen oogen tenminste, orakeltaal, en wan neer de anderen nu maar zoo wijs zijn, vooral goed naar hen te luisteren, zal het hun wél gaan in de wereld. Kinderen voeden elkaar op, heet het, en het is waar dat zij elkaar inschikkelijkheid en zelfbeheersching leeren: een kind dat zich nooit naar de anderen schikken wil, en een keel opzet als het zijn zin niet krijgt, laten zij links liggen of zij lachen het uit. Maar nog oneindig veel meer probeeren de volwas senen elkaar op te voeden! De critiek van kinderen op elkaar ls meestal niet malsch, en zij zeggen, waar het op staat, waarmee het dan ook verder afgeloopen is. Volwassenen echter zijn veel omzichtiger in hun open lijke critiek. zij laten het geval echter niet los en komen er vaak lederen keer weer op terug, tot vervelens toe. Zoo wordt er aan ieders opvoeding soms openlijk, soms achter zijn rug om, nog gewerkt door anderen die het meenen bij het rechte eind te hebben. Over het algemeen komt dit veel voor bij oudrs tegenover hun kind, dat ook al een volwassen mensch is. In hem zien zij echter nog steeds het kind. dat zorg en op voeding noodig heeft, dat alle ervaring mist, ook wanneer het zijn sporen in het leven reeds verdiend heeft. Ook komt dit natuur lijk wel voor bij ouders, die meenen dat al leen hun Jeugd het bij het rechte eind had, en dat de wereld het gelukkigst zou zijn, wanneer die toestand gehandhaafd zou kun nen blijven. Omgekeerd komt het daarentegen ook meer malen voor: de kinderen meenen. dat de ouders te ouderwetsch zijn. en zij willen nog aan de opvoeding werken van menschen die hun levenshoogtepunt al voorbij zijn. Dat is niet alleen een onbegonnen maar ook een on- noodig werk. en toch komen er menigmaal botsingen uit voort, die vermeden hadden xunnen worden en toch tot niets leiden. Een ander soort van opvoeders ziin weer zij. die de opvoeding van allerlei ouders te genover hun kinderen critiseeren en die zelf geen kinderen hebben: dat zijn de beste «tuurlui die aan wal staan, en evenals der gelijke stuurlieden die bet altijd beter weten en dat aan ieder vertelten die in de buurt komt, willen zulke buten staand *rs-in-de- oovoeding hun wijsheid ook altild luchten. En daar geen enkel kindervergrijo uit ziln verband gelicht kan worden, kan het ook niet. op zichzelf beoordeeld worden: het past in het groote geheel. Dan zijn er ook weer. die niets over hun kant kunnen laten gann. en die van het wel wat re'fgenoecvame denkbeeld uitgaan, dat wat zij bedacht hebben, een ander wel over h«fc hoofd gezien zal hebben. Die echter op zijn tijd ook wel weer een opme-king van een ander verdragen, wanneer die op zijn plaats is. Er zijn ook nog at*i!d mannen, die vrouwen als onmondige k'nderen muonen te moeten behandelen: zij neeeoren alles wat met de vrouwenbeweeine heeft te maken gehad in te laatste tientalten van jaren, en meenen dat een vrouw net zoo m'n een auto kan be sturen. als dat zil boksen kan leeren. Om van haar verstandeliike vermogens ln hun oog dan roe maar niet eens te snreken. Tenslotte is er nog een categorie van men schen. die uitgaan van het denkbeeld dat 'eder ander niets weet. en zil zelf alles. Dat zijn de pedanten, die misschien alleen maar zoo'n groot denkbeeld van zichzelf hebben op één speciaal gebied, bijvoorbeeld oo dat van hun werkkring, maar die daarin dan ook rondweg onuitstaanbaar zijn. Wanneer men belangstellend informeert naar iets uit. dat ■meciale vak, schepen zij zich in voor zooiets als een heel college, en zij zetten de zaak uit een van den bodem af, alsof de ander voor het eerst zlln hersens eens in werking laat komen Zelfs als zulke menschen belangwek kende dingen zouden kunnen vertellen, ver- teztn zij op den duur toch hun gehoor., om dat zij zoo vervelend v^iCïlen. Al deze „onvoeden ie" menschen en wie maakt zichzelf wel nooit eens schuldig aan zooiets doen de conclusie trekken, dat vol wassenen nog meer ..opvoedkunde" hebban aan te hooren dan kinderen: wanneer kin deren er genoeg van hebben, luisteren zij niet meer, en de eigenwijshei"» van andere kinde ren snijden zij kort en stoed af met een: zeur toch niet zoo! Maar wij volwassenen hooren elkaar uit beleefdheid aan, denken hetzelfde als de kinderen, maar de goede manleren be letten ons, ons hart te luchten. Wanneer zulke dilettant-opvoeders zich eens in den toestand van het „slachtoffer" wisten te verplaatsen, wat zouden zij dan schrikken van hun eigen oraatjes. En vermoedelijk zouden zij er al heel spoedig het zwijgen too doen. E. E. J.—P. Gehakt. Aardappelen. Gedroogde Pruimen. Havermoutpannekoek. Behandel het gehakt op de bekende wijze, en maak van de aardappelen, die vooruit ge kookt zijn, op de bekende wijze aardappel- purée. Besmeer een vuurvast schoteltje met boter, doe er de purée in, bestrooi den bovenkant met paneermeel, leg er wat klontjes boter op cn bak het schoteltje in den oven. Zet de pruimen den vorigen avond te weeken ln water, zet ze met het water op, een citroenschilletje, suiker naar smaak en wat bessensap, kook ze hierin gaar, schep ze uit het vocht- en bind dit met wat aange mengde sago. Giet de saus over de pruimen in de schaal. Voor het dessert wordt een dag tevoren het beslag gemaakt van: 50 gr. havermout. 60 gr. tarwebloem, 4 dL. melk. Wat zout. Laat dit beslag 24 uur staan en bak er dan in boter twee pannekoeken van. Leg ze op een verwarmden schotel en strooi er bruine suiker tusschen en overheen. Dien de pan nekoeken zoo warm mogelijk op. Bal-Masque Costuums. Carnaval, bal-masqué, Pierrots. Pierret tesEen dag en een halve nacht van dwaasheidWaar talloozen hun vreugde aan hebben en anderen verachtelijk hun schouders voor ophalen. Waar velen diep in onderduikelen en spoedig weer bovensparte- len en enkelen wel eens nooit weer van aan de oppervlakte komenvandaar de ver- achtelijk-hun-schouders-ophalenden Ondertusschen, en Jas van alle zede- preekjes, zijn Pierrots en Pierrettes eigenlijk stom-vervelende personages. Jaar in, jaar uit treft men ze aan en altijd weer in wit en zwart en a'tijd weer met een zwart calotje op het hoofd en dtijd weer met een breeden geplooiden kraag, wijde broekspijpen of een wel wat erg kort rokjeDat wordt verve lend; en getuigt niet van de vindingrijkheid van den drager of de draagster. Wenden we ons hier dus van af. Maar we kunnen ons wenden zooveel we willen, een werkelijk ori gineel costuum zien we niet. Het ls alles haremdames, misses 1930, Chineezen en Vo- lendammers, nu nog maar niet gesproken van de apaches en hun ..melden" en de ultra- vervelende domino's- Wel ziet men waren huizen in de groote steden pogingen wa^cn met iets anders voor den dag te komen, maar meestal blijken dat niet meer dan kwistig met kleuren opgetuigde variaties op bekende voorstellingen te zijn. Een Mexicaansche broek met een ingezette punt van een andere kleur, een geweldig groote hoed of een on symmetrische rok met veel linten, bolletjes of paillettes. En vooral decolleté's, korte rok ken en een maskerEn ondertusschen blijven Pierrots en Pierrettes, los van alle zedepreekjes, eigenlijk stomvervelende per sonages en de gedecolleteerde Juffrouwen met korte rokken en een masker niet min der.... Mantels voor heel Jonge meisjes m^n in geen geval opvallen door een bijzonderen opschik. Daarom vooral kozen wij dit model ter plaatsing. Als stof werd een roodbruine velours de laine genomen, een tint die heel donkerblonde of zwarte meisles voel slaat. Opossum diende voor den kraag en de man chetten. Op de belde voorpanden zien we een eenvoudige garnecring van tres in dezelfde kleur als de stof van den mantel. Men kicze bij dit model een roodbruin vilthoedje. waar op een randje geborduurd ls in dezelfde kleur zijde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 13