HAARLEM'S DAGBLAD
BUITENLAND
Rusland en de wereld.
Groeiend verzet in Rome, Parijs, Londen
en Mexico.
De sovjet-gezant in Mexico gearresteerd.
DINSDAG II FEBRUARI 1930 VIERDE BLAD
HET ZEGELEN VAN CASSABONS.
De publieke opinie wordt wakker
geschud.
En Moskou zwijgt....
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Gisteren hebben wij een uitvoerig verslag
gegeven van den brief van den Paus, naar
aanleiding van de fanatieke bestrijding van
den godsdienst in Sovjet Rusland. Een reeds
lang verwachte actie is 'hiermede ingezet. In
genóemden brief wordt onder anderen ge
zegd dat het onmogelijk is onder deze om
standigheden te onderhandelen over diplo
matieke betrekkingen tusschen den Vaticaan-
staat en Moskou.
En voorts valt de Paus in de scehrpste
bewoordingen het menschonteerend bedrijf
in Sovjet-Rusland aan.
Uit Moskou wordt nu gemeld, dat men al
daar in politieke kringen de meening-is toe
gedaan dat, wanneer het Vaticaan een der
gelijke houding ten opzichte van sovjet-Rus
land aanneemt, het herstel der diplomatieke
betrekkingen tusschen Moskou en het Vati
caan niet mogelijk is. De oproep van den
Paus is een poging om zich in de binnen-
landsche aangelegenheden der Russische po
litiek te mengen. Verder wordt verklaard, dat
de veldtocht tegen de kerk ondanks het pro
test van den Paus zal worden voortgezet. Men
hoopt, dat het Verbond van Goddeloozen er
in zal slagen, binnen den tijd van twee Jaar
alle kerkelijke gemeenten in Rusland te doen
ontbinden. Men verwacht, dat de sovjet-re
geering in een officieele verklaring stelling
zal nemen tegen den oproep van den Paus.
Een ander officieus antwoord had men
niet kunnen verwachten. Het zal echter de
moeite waard zijn te wachten op het ant
woord dat Stalin officieel zal doen geven.
Het zou ons zelfs niet verwonderen wanneer
dit antwoord veel gunstiger zou luiden.
Tenzij de Moskou'sche leiders a tort et a
travers den blinden weg vervolgen willen. Zij
zullen echter rekening moeten houden met
de elle oppositie die zich gereedelijk van alle
kanten kenbaar maakt. De publieke opinie
in Duitschland is reeds wakker geschud. En
geland heeft een les gehad, toen de „Daily
Worker" 'n propagandistischen oproep tto de
Engelsche arbeiders richte en hiermede het
zoo juist geteekende verdrag tusschen Enge
land en Sovjet-Rusland, schond. In Frankrijk
is het al precies eender. Het grootste gedeelte
van de Parijsche bevolking zou niets liever
zien, dan dat Dowgalewski over de grens
werd gezet. Het geval Koetjepof wreekt zich!
En bijkans de geheele publieke opinie keert
zich terecht, of ten onrechte, tegen de Sovjet
ambassade.
Doch tot overmaat van ramp voor Moskou
komen er thans bovendien sensationeele be
richten uit Mexico:
NEW-YORK, 10 Febr. (V. D.) Naar gemeld
wordt heeft op last van het Mexicaansche
Ministerie van Oorlog te Vera Cruz de ar
restatie plaats gehad van Makar, den Ge
zant van Sovjet-Rusland. Hij zou in arrest
worden gehouden tot het geval van den bom
aanslag op den Mexicaanschen president der
Republiek geheel zal zijn opgehelderd. De
autoriteiten nemen aan, dat de Sovjet-gezant
van den aanslag kennis moet hebben gedra
gen.
Bij een huiszoeking, die verricht werd in
het Russische Gezantschap, te Mexico-City,
werd een ambtenaar van Mexicaansche na
tionaliteit in hechtenis genomen. De Gezant
Makar was Zaterdag reeds met zijn echtge-
noote te Vera Cruz aangekomen, vanwaar hij
voornemens was via Frankrijk naar Sovjet-
Rusland terug te keeren. In weerwil van de
protesten werd de verzegelde diplomatieke
bagage opengebroken en nauwkeurig onder
zocht.
Nadere bijzonderheden ontbreken nog.
Raadselachtig ten aanzien van al deze ge
beurtenissen is de houding van Moskou. Want
het begint thans argwaan te wekken dat van
dt zijde van regeering nog geen enkel posi
tief dementi is afgekondigd. Aan officieuze
ontkenningen ontbrak het niet, doch offi
cieel heeft de opperste leiding het zwijgen
nog niet verbroken!
L. A.
Een brief van den Belgischen
koning.
BRUSSEL, 10 Febr. (VD.) In een brief
aan minister-president Jaspar, bestemd voor
publicatie in de bladen, protesteert koning
Albert tegen geruchten die de ronde doen.
inzake de samenstelling van het ministerie
Lophen in 1918 en de belachelijke en kwaad
aardige rol die deze legende hem laten spelen.
De koning zegt in dit schrijven, dat hij de
plicht heeft de eer te beschermen van hen,
die er van beschuldigd worden, beloofd te
hebben op te komen tegen diverse practijken
en het recht te hebben zijn waardigheid ais
staatsman en staatshoofd te beschermen.
Verder stelt de koning dan vast:
lste: dat Cooreman vastbesloten was af te
treden, zoodra de regeering zou zijn terug
gekeerd;
2de: dat hij, zoowel als de koningin zich
door contact met de bevrijde bevolking voor
het einde der vijandelijkheden hebben kunnen
overtuigen van de vaderlandslievende gezind
heid der bevrijde en niet-bevrijde bevolkingen:
3de: dat men hem nooit heeft gesproken
over mogelijke onlusten;
4de: dat het ministerie-de la Croix is kun
nen worden samengesteld, overeenkomstig de
grondwettige gebruiken na overleg met*de
verschillende partijen en nadat de goed
keuring van hei parlement was verkregen.
Plechtig verzekert de koning dan dat ieder
andere lezing in strijd is met de waarheid.
Aan het einde van zijn schrijven, verzoekt
de koning Jaspar dezen brief openbaar te
maken.
Düsseldorfsche statistiek.
Dezer dagen werd de bevolking van Düs
seldorf weer eens even er aan herinnerd, dat
nog altijd de dader van de moorden in die
stad nietontdekt is. Donderdag werd nl. een
poging gedaan om een vierjarig kind te ont
voeren; een onbekende man trachtte het
kind, dat op straat speelde, mee te lokken,
waarin hij al vrijwel geslaagd was, toen de
moeder toevallig het huis uitkwam en tus-
schenbeide trad, waarop de man ijlings de
vlucht nam. Dadelijk ging het gerucht, dat
de man een groote gelijkenis had met den
moordenaar, zooals die althans door enkele
van zijn slachtoffers beschreven is. Verder
ontleenen wij nog aan het Hbld.:
Terwijl den laatsten tijd weinig vernomen
werd van het onderzoek der justitie, heeft
bovengenoemd voorval de zaak weer actueel
gemaakt.
Er werden eenige mededeelingen verstrekt
over den arbeid van politie en justitie.
Naar de correspondent van de „Köln. Z."
meldt, zijn de Berlijnsche rechercheurs reeds
geruimen tijd geleden naar de hoofdstad,
teruggekeerd, maar zij blijven samenwerken
met de speciale „moordcommissie" te Düs
seldorf.
Deze commissie heeft een speciaal kaart
systeem samengesteld over de zaak. Deze
statistiek bevat reeds ruim 10.000 kaarten.
Elk spoor waarop haar aandacht werd geves
tigd, heeft de commissie nagegaan. De sta
tistiek is het resultaat daarvan. Er staan
o.a. 4000 personen met name in vermeid, te
gen wie een verdenking is gerezen; verder
3000 personen die onbekend zijn, maar
nauwkeurig omschreven staan. De commissie
heeft 400 brieven ontvangen, die afkomstig
heeten van den moordenaar. De categorie
helderzienden heeft zich grondig gebla
meerd: ruim 300 hunner hebben hun krach
ten beproefd, maar hun mededeelin--n wa
ren alle met elkaar in strijd; men acht het
onlangs door de Pruisische regeering afge
kondigde verbod aan de politie om voor
onderzoek gebruik te maken van de diensten
van helderzienden, door de hier opgedane
ervaringen volkomen gerechtvaardigd. Hon
derd schriftkundigen hebben getracht op
grond van de schetskaartjes en e'en brief
van den moordenaar het karakter te defi-
nieeren van den dader. De politie kreeg on
geveer 100 brieven over de drukpers en het
papier, door den moordenaar gebruikt. De
statistiek bevat 700 namen van personen,
uit krankzinnigengestichten ontslagen; ten
slotte 50 met curiosa. De moordcommissie
volgt ook alle sporen, waarop haar aandacht
gevestigd wordt door het buitenland. Zij
staat in contact met de recherche te Barce
lona, Praag, Weenen enz.
Maar het eenige resultaat dat vast staat
blijft, dat de moordenaar onvindbaar is.
Dowgalewski en de Fransche
pers
Verscheidene Fransche bladen betuigen
hun ontevredenheid over het feit. dat het nu
reeds veertien dagen geleden is, dat de Rus
sische generaal Koetjepof verdwenen is en
dat men tot nu toe nog geen spoor van hem
heeft kunnen terugvinden. Vooral de „Vic-
toire" bestookt met een keur van scheid
woorden de Sovjet-ambassade te Parijs. Nog
steeds heeft de gezant van het Russische
moordregime zijn paspoort niet gekregen,
schrijft het blad. De aanwezigheid van Dow
galewski in de Russische ambassade is een
schandaal. Nog schandaliger voor Frankrijk
noemt de „Victoire" het echter, dat de Gepce
het gewaagd heeft, een van zijn vijanden te
ontvoeren op Franschen bodem en dat de
Fransche regeering zulks gedoogt zonder de
betrekkingen met dit land te verbreken.
Ook de „Echo ae Paris" is ontevreden over
de houding van de Fransche politie, wie zij
te weinig energie bij haar onderzoek verwijt.
Het is te wenschen, schrijft het blad, dat
Dowgalewski en zijn vrienden spoedig het
veld ruimen. Het blad geeft een voorbeeld
van een geval van ontvoering, dat eveneens
door de Gepoe zou zijn geschied en dat veel
overeenkomst toont met het geval Koetje
pof, doch dat iemand zou hebben betroffen,
die zelf lid van de Gepoe was. doch zich re
Parijs aan overtredingen zou hebben schul
dig gemaakt. Deze man zou in een auto ge
lokt zijn, met narcotische middelen zijn ver
doofd en pas tot bewustzijn zijn gekomen
aan boord van een Russisch stoomschip in
de haven van Hamburg. In Rusland zou hU
na aankomst tot tien jaar kerkerstraf öjn
veroordeeld.
Pacelli geïnstalleerd.
Kardinaal Eugenio Pacelli is, als opvolger
van kardinaal Gasparri, geïnstalleerd als
kardinaal-staatssecretaris. De paus heeft
Pcelli in zijn nieuwe functie ontvangen, al
dus meldt een telegram der United Press
aan de Tel.
Kardinaal Pacelli werd in 1876 te Rome
geboren en in 1899 tot priester gewijd. In
1905 werd hij pauselijk huLsprelaat. Van 19C9
1914 was hij hoogleeraar voor kerkelijke
diplomatie aan de pauselijke academie der
„Nobiü ecclesiastici", in 1917 titulair aarts
bisschop van Sardes en nuntius te Mün-
chen. Sinds 1920 was hij nuntius te Berlijn,
totdat hij door zijn benoeming tot kardinaal
van dezen post werd teruggeroepen.
Yoegoslavië en de dictatuur.
In sommige Joegoslavische politieke krin
gen is men van maening, dat de dagen der
dictatuur geteld zijn. Men beweert, dat reeds
bij het begin der volgende begrootingsperiode
dat is op 1 April, een wijziging van het re-
grime zal intreden, aldus de Tel. De val der
dictatuur in Spanje heeft op de toonaange
vende factoren in Joegoslavië een veel die-
peren indruk gemaakt, dan men uit de hou
ding der pers zou opmaken. In deze leidende
kringen wordt druk de vraag besproken, op
welke wijze de toestand met de geringst mo
gelijke schokken, geliquideerd zou kunnen
worden. Men meent, dat dit door een parle-
mentlooze regeering onder leiding van een
burgerlijk persoon, zou kunnen geschieden.
Deze regeering zou dan in den herfst alge-
meene, verkiezingen voorbereiden. Als leider
van een dergelijke overgangsregeering wordt
de gewezen minister van Buitenlandsche Za
ken, NIntsjltsj, genoemd.
Natuurlijk moeten deze berichten met alle
voorzichtigheid worden aanvaard, daar veel
al da wensch van voormalige politici de va
der hunner gedachten is.
Primo's politieke voornemens.
Primo de Rivera is uit Madrid vertrokken.
Hij is naar San Remo gegaan, waar hij een
poos zal blijven om uit te rusten.
Hij heeft aan de leden van de ontbonden
Nationale Vergadering een programma toe
gezonden betreffende de organisatie van
een politieke partij, aan het hoofd waarvan
zich de gewezen ministers van de dictatuur
zullen plaatsen. Deze partij zal aan de ver
kiezingen deelnemen en in het parlement de
dictatuur verdedigen.
Chineesch-Russische onder
handelingen.
Het Chineesche departement van binnen-
landsche zaken heeft een verklaring doen
publiceeren over het Chineesch-Russische
protocol van Chabarowsk waarin gezegd
wordt dat de Chineesche gedelegeerde Tsai
alleen opdracht had van de nationale regce-
ring om te onderhandelen over de bijlegging
van de uit het conflict over den Ooster
spoorweg voortvloeiende quaesties en over
het later houden van-een officieele conferen
tie. Het op 22 December ji. te Chabarowsk
onderteekende protocol behelst echter be
halve de uit het conflict over den Ooster
spoorweg voortvloeiende quaestie ook be
paalde andere regelingen van algemeenen
aard. De Chineesche gedelegeerde heeft
daarmede zijn instructies overschreden.
De in het protocol voorziene regeling der
quaesties in verband met den Oosterspoor
weg is, zoo wordt verder in de verklaring
gezegd, ten uitvoer gelegd. De Chineesche
regeering is ook bereid een gedelegeer
de naar de officieele conferentie te Moskou
te zenden en wel met het uitsluitende doel
de quaestie van den Oosterspoorweg uit den
weg te ruimen.
Feisal-ed-Dowisj gestorven.
Gemeld wordt dat de beruchte opstande
lingenleider Feisal-ed-Dowisj, die zich on
langs aan een Britsche patrouille overgaf, op
weg naar zijn vroegere hoofdstad is over
leden.
De koning der Wahabieten had Feisal's uit
levering gevraagd, en klaarblijkelijk werd hij
ziek toen hij naar het binnenland van Ara-
bië werd overgebracht.
Geen groote orders van
Rusland aan Engeland.
Uit Moskou seint men aan de „Daily Express",
dat de Russische Raad van Staats-ïndustrie
en -Handel een motie heeft aangenomen,
waarin hij verklaart dat de Britsche industrie
geen groote orders uit Sovjet-Rusland kan
verwachten zoolang niet een behoorlijke at
mosfeer voor zakenrelaties is geschapen. De
raad publiceert de waarschuwing dat de ver
houding der conservatieven in het parlement
en de herinnering aan de Arcoszaak voorzich
tigheid noodzakelijk maken. De motie herin-
meri er de regeering aan. dat een zoodanige
staat van industrieelei ontwikkeling is ver
kregen, dat de Sovjet zorgvuldig de Landen
kunnen uitkiezen, waarmede zij handel zullen
drijven. De raad verklaart verder, dat het
b'.oote feit der hervatting van de diplomatieke
betrekkingen met Groot-Brittannië zonder
verdere waarborgen een onvoldoenden grond
slag vormt voor het leiden van den stroom
van orders naar Groot-Brittannië.
Berenguers' plannen.
Generaal Berenguer heeft tegenover den
vertegenwoordiger van Havas te Madrid een
verklaring afgelegd, waarin hij zeide:
Vóór alles is het noodzakelijk, dat de poli
tieke krachten in Spanje worden georgani
seerd onder een constitutioneel regiem, dat
de wetten eerbiedigt. Ik verwacht dat de ver
schillende linksche en rechtsche groepen naar
een organisatie zullen streven. De monarchis
tische geest der natie begunstigt dit. Om het
vertrouwen te doen terugkeeron, om de orde
en het normale grondwettige regiem te her
stellen, is eer. bepaalde tijd noodzakelijk, en
het zou gevaarlijk zijn dien te willen verkor
ten.
Verschillende aanschrijvingen.
Het criterium. De laatste i
Op 12 Juli 1925 werd door den minis
ter van Financiën een circulaire verzonden
aan de Kamers van Koophandel en Fabrie
ken In Nederland met inlichtingen, omtrent
de toepassing der Zegelwet 1917 op cassa
tions. Het was daarbij in de eerste plaats
van belang uit te maken of de aanduidinz op
een dergelijke bon van: „geen kwitantie",
„volgbriefje alleen geldig enz.", voldoende
was om ze aan den zegelplicht te onttrek
ken. Uit bovengenoemde circulaire blijkt,
nu, dat de vermelding „volgbriefje alleen
geldig enz." de bon niet stempelt tot .'olg-
brlefje, bedoeld in artikel 40 a en volgende
der gewijzigde Zegelwet 1917, omdat het stuk
veelal In het bezit blijft van den kooper. ter
wijl een volgbriefje bij de inontvangs'.ne
ming der gekochte goederen aan den ver-
kooper wordt afgegeven.
De minister wijst er voorts op. dat nu dit
stuk wordt afgegeven aan den kooper.
daarop artikel 34 I c der Zegelwet van toe
passing is en dit stuk mitsdien aan zegel
recht onderworpen is, indien daarop een be
drag is vermeld van meer dan f 10. Zelfs de
omstandigheid, dat de kooper den bon moet
afgeven om de gekochte goederen in ont
vangst te nemen, kan niet "ot gevolg heh-
ben, dat het stuk, hetwelk naar vorm en
inhoud een kwitantie is, niet als zoodanig
belast zou moeten worden. Een verplich
ting tot afgifte bestaat niet, want niets zou
den kooper beletten om den volgenden oag
in het bezit van de kwitantie, terug te ko
men om het gekochte goed in ontvangst te
nemen.
Slechts een bon, niet anders bevattende
dan de opdracht aan de afdeeling expeditie
eener zaak, om bepaald daarin aangewezen
goederen te laten volgen aan hem of haar,
die zulk een bon aanbiedt, of die zich me',
een gekwiteerden of zoo noodig behoorlijk
gezegelden bon aan die afdeeling aanmeldt,
kan gerangschikt worden onder de bij arti
kel 40 c der wet van zegelrecht vrijgestelde
stukken, indien hij overigens aan de bepa
lingen van dat artikel voldoet.
Voorts blijkt uit deze circulaire, dat het
zelfde bereikt kan worden door al de bons
uitsluitend te bezigen als contróle-maa're
gel tusschen den patroon en zijn personeel,
door die bons niet aan den kooper af ie ge
ven, doch aan het personeel, dat met het
inpakken der goederen is belast en zonder
welken bon het goed niet mag worden afge
leverd in dier voege, dat de bon onder het
personeel dus onder de administratie der
zaak blijft berusten. In dit geval is de vrij
stelling van artikel 37 No. 5 der Zegelwet
1917 toepasselijk, mits van een en ancier
uitdrukkelijk uit het stuk blijkt.
Deze circulaire liet aan duidelijkheid wel
niets te wenschen over: de origlneele bon
wordt door den minister als betalingssluk
bestempeld en zegelplichtig verklaard..
Bij die uitspraak heeft de handel het
HET TOONEEL
"GEZELSCHAP NAP DE LA MAR.
FLIEREFLUITERS OPONTHOUD.
In mijn eerste kritiek over de voorstelling
van Flierefluiters Oponthoud te Amsterdam
schreef ik, dat Nap de la Mar hoe knap
artist ook niet de aangewezen acteur is
voor den Flierefluiter. In de opvoering, die
gisteren in den Stadsschouwburg van De
Jong's stuk werd gegeven, kwam dit bijna
nog sterker uit. Door ziekte heeft Nap de Ia
Mar zijn rol moeten afstaan aan Walther
Smit, een vrij wel onbekend acteur, die zelf
wel de eerste zal zijn om in De la Mar als
tooneelspeler zijn meerdere te erkennen. En
zie, toch kwam het stuk gisteren in deze
nieuwe bezetting veel beter tot zijn recht:
Nu zagen wij Flierefluiter, den losband'gen
zwerver en uitbundigen levenseenieter, den
vroolijken leutigen, levenslustigen Fliere
fluiter!
Nap de la Mar moest dezen vagebond wel
inge'ogen en sober spelen; wij genoten van
de fijnheid van zijn spel, maar waren te
leurgesteld omdat wij den waren Flierefluiter
n'et te zien kregen! Nu stond hij midden in
dit spel en de vertooning kreeg er ""leur en
leven door! Want het is de Flierefluiter, die
aan het tweede boek van A. M. de Jong
en dus ook aan dit stuk de groote bekoring
geeft.
Walther Smit heeft de rol uitmuntend ge
speeld, levendig, opgewekt, geestig en ook.
wanneer het zijn moest, met fijn gevoel. Hij
vülde het tooneel, hij bracht zijn bruisende
levenslust mee op de planken en hij was toch
tegelijk de philosoof met de teere gevoelens
en het fijne hart! Hij wist in zijn uitbundig
heid maat te houden, en had blijkbaar ge
profiteerd van de lessen van zijn leermeester!
Hoeveel meer kwamen thans met dezen
levenslustigen zwerver de tooneelen bij Ma
rianne tot hun recht! En in zijn gevoelig
teer spel bij het sterfbed van den braven
pastoor en het afscheid van Merijntje even
aarde hij Nap de la Mar, die in deze toonee
len zoo voortreffelijk was.
De voorstelling van gisteren verschilde ook
nog in ander opzicht met die te Amsterdam!
Zoo had A. M. de Jong thans weer den „lezer"
die de verschillende fragmenten met zijn
toelichtenden tekst aan elkaar moet verbin
den, ingevoerd. Deze heer heeft mij heal den
avond gruwelijk geïrriteerd. Telkens weer,
wanneer Ar. Verzijl als een „nachtwaker"
met zijn electrlsch zaklantaarntje in het
donker kwam opduiken, zuchtte de zaal!
Want hij verbrak aldoor de stemming met
zijn veel te precleuse manier van lezen!
Trouwens, a! was hij als lezer de volmaakt
heid nabij gekomen, dan zou hij ons gehin
derd hebben.
Het meest kwam dit wel uit na den dood
van den pastoor en het ergste was, dat hij
toen absoluut overbodig moest worden ge
noemd, omdat het daarop volgend tooneel
in het geheel geen toelichting verlangt- Ik
begrijp niet, dat De Jong na zijn ondervin
ding met „Het Verraad" weer op dien gru
welijk-vervelenden lezer teruggekomen is!
De Amsterdammers hebben het toch ook
buiten hem kunnen stellen! Zijn wij in de
provincie misschien minder vlug van begrip?
Deze ellendige lezer was het storend element
in de opvoering van gisteren!
Ook in de decors verschilde de opvoering
met ale van Amsterdam! Alleen do achter
grond werd door het doek aangegeven; de
De houding van den handel,
stap.
evenwel niet gelaten en men heeft gezocht
naar een cassabon. welke niet aan zegelrecht
onderworpen zou zijn.
Toen men die gevonden meznde te hebben
bleken er toch wede- moeilijkheden voor te
komen. In tusschen bletf men ook toen nog
niet stilzitten en het is vooral Mr. Grosheide,
adviseur van de Vereenigmg van Grootwerk
gevers in het Winkel- en Magazijnbedrijf
geweest, die zich deze zaak zeer aantrok.
Deze ging daarbij uit van de door den minis
ter geponeerde stelling, dat de kooper voor
zien van zijn cassabon. niet denaelfcien dag
de goederen behoefde af te halen, maar dit
ook den volgenden dag kon doen. Deze stel
ling aanvaardde Mr. G. niet en de gevoerde
actie had een nieuwe circulaire van den mi
nister tengevolge van 19 November 1926
waarin erkend werd dat de cassabon het
karakter van een kwitantie mist en op dezen
grond niet zegelplichtig is. Wordt den koo
per evenwel aan de paktafel met de goede
ren een bon afgegeven, waarop aan de kas
betaald wordt, dan Is die wel zegelplichtig.
De origineele bon bedoeld is het minlste-
rieele rondschrijven van 12 Juli 1925 die
als kwitantie beschouwd werd, was dit dus
na de circulaire van 19 November 1926 niet
meer. Thans werd de doorslagbon zegel
plichtig. Indien de afgifte daarvan uitslui
tend geschiedt, wanneer betaling heeft
plaats gevonden.
Ook daarin schuilt een inconsequentie. Im
mers, de doorslagbon. welke de cassa in het
geheel niet passeert, kan t-och kwalijk als
kwitantie gelden en is uitsluitend rullbon,
welke ingepakt wordt, onverschillig of con
tant wordt betaald, dan wel in rekening-
courant gedebiteerd. Een derde aanschrij
ving volgt van den minister, thans van 5
October lf-27, waarbij een belangrijke wijzi
ging wordt gebracht in de toepassing der
Zegelwet en voortaan het karakter van een
stuk beslissend zal zijn voor de zegelplich-
tigheld er van, welk karakter wordt bepaald
door de beteekenls. welke het stuk in het
onderling verkeer neeft. Op 19 November
1927 volgt daarna oen beschikking van den.
minister, welke verklaarde, dat de rullbcns
in groote magazijnen niet als bewijzen van
betaling zijn aan te merken, waardoor rij
vrij zijn van zegelrecht. Wat de minister
verstaat onder cassabons. zijn niet vrij. In
dien dus de kooper een bon ontvangt, waarop
vermeld zijn: datum van koop, aard en hoe
veelheid van het gekochte, de prijs enz., dan
is deze bon niet zegelplichtig; wordt uit
sluitend het betaalde bedrag vermeld dan Is
de bon wel zegelplichtig. Het criterium
schuilt dus in de vermelding van do ge
kochte goederen. Ook daarin moet veran
dering komen en het zal ten slotte zoo moe
ten gaan. dat bi) wetswijziging kasregister-
bons uitdrukkelijk worden vrijgesteld van
zegelrecht.
MOLLERUS.
fReeds in een deel van de vorige oplago
opgenomen.)
zijwanden had men vervangen door enkel
groene doeken! Een bepaald artistiek geheel
vormden die groene coullse en de geschilder
de achterdoeken niet bepaald, maar1 het spci
beeft hot ons doen vergeten!
Ciska Kromer trof mij weer door haar zui
veren toon, al speelt zij Marijntje naar mijn
meening in deze tweede bewerking wel wat
sterk in mineur. Zij geeft enkol on uitslui
tend het teere zieltje, maar dat dan ock ont-
roerend mooi! Eu met Mientje Pauw necffc
De la Mar ook een merkwaardig staal van
zijn groot regictalent gegevn. Het is ver
rassend, hoe Mientje Pam de geraffineerde
behaagzucht van Blozekrlekske speelt en toch
steeds kind blijft! Prachtig bijvoorbeeld, zoo
ais zij als de kleine verleidster aan het siot
van een der tafereelen tot Merijntje tegt;
..Maar ik krijg toch die kop met de soldaat
jes!" Dat was volmaakt! Niet altijd houdt
Mientje Pam haar rol zoo zuiver in den loon
ais Ciska Kremer het doet. Een enkele maal
valt zij er uit en voelt men te veel het aan
geleerde! Maar daarnaast staan voortreffe
lijke momenten, die men van een kind n.et
had durven verwachten.
Hans Bruning vond ik als den pastoor thans
veel beter dan te Amsterdam. In de sterf
scène was hij gisteren bijzonder goed, teer,
gevoelig en toch nooit sentimenteel! Hij wist
met zijn spel een diepen indruk op de zaal
te maken. En vergeten wij ook niet n*.g een
mevrouw De la Mar-Kley te noemen, die
j£ zoo sappig speelt!
De wetenschap dat Nap de la Mar ziek was,
heeft velen zeker weerhouden Flierefluiter*
Oponthoud te gaan zien, wat heel Jammer
is; vooral voor Walther Smit, die ons lozen
levendlgen, goeden Flierefluiter heeft ge
geven! Dat h" f-n de andere spelers door net
publiek gewaardeerd werden, is wel duidelijk
gebleken. Het succes van De Jong's stuk vas
heel den avond zeer groot en aan het ilot
was het applaus wel bijzonder hartelijk. Het
gezelschap van Nap de la Mar kan gerust
nog eens met Flierefluiter's Oponthoud terug
komen.
J. B. SCHUIL.
CREMATIE LIEUWE JANSEN.
Een eenvoudige plechtigheid. Een enkel
b.oemstuk. een hulde van eenige vrienden
Jekte de kist waarin het stoffelijk overschot
van den eenvoudlgen man, dlo zoovelen tot
"Ajn vriend wist te maken, anar het crema-
orium werd gedragen. Allereerst waren daar
tijn vele vrienden van „Crcmer". Naast dc
reputatie van deze vercenigingcn, bestaands
uit de hecren K. Bakker. H. Bakker T
Mijksenaar. p. de Wit cn J. S de Bruyn, waren
aanwezig vele werkende leden. Van ce Ned.
Hervormde Gemeente tc Bennebroek. weike
gemeente de overledene 45 Jaar Jaar als orga
nist heeft gediend, waren aanwezig ds. J.
G. Lekkcrkerkcn en de heeren H. v. d. Eist,
kerkvoogd cn M. Ringnalda en C. L. Haze-
broek.
Op verzoek van den overledene werd er bij
de plechtigheid niet gesproken. Nadat de kist
onder de tonen van Schubert s „Litanei" was
neergelaten, dankte een familielid voor de be
langstelling.
OM ZE. GROEMTüE.5
DIM5DAG F1
DOMDERDAGIf
ZATERDAG ifej?