HAARLEM'S DAGBLAD BUITENLAND Rusland en de wereld. Groeiend verzet in Rome, Parijs, Londen en Mexico. De sovjet-gezant in Mexico gearresteerd. DINSDAG II FEBRUARI 1930 VIERDE BLAD HET ZEGELEN VAN CASSABONS. De publieke opinie wordt wakker geschud. En Moskou zwijgt.... HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. Gisteren hebben wij een uitvoerig verslag gegeven van den brief van den Paus, naar aanleiding van de fanatieke bestrijding van den godsdienst in Sovjet Rusland. Een reeds lang verwachte actie is 'hiermede ingezet. In genóemden brief wordt onder anderen ge zegd dat het onmogelijk is onder deze om standigheden te onderhandelen over diplo matieke betrekkingen tusschen den Vaticaan- staat en Moskou. En voorts valt de Paus in de scehrpste bewoordingen het menschonteerend bedrijf in Sovjet-Rusland aan. Uit Moskou wordt nu gemeld, dat men al daar in politieke kringen de meening-is toe gedaan dat, wanneer het Vaticaan een der gelijke houding ten opzichte van sovjet-Rus land aanneemt, het herstel der diplomatieke betrekkingen tusschen Moskou en het Vati caan niet mogelijk is. De oproep van den Paus is een poging om zich in de binnen- landsche aangelegenheden der Russische po litiek te mengen. Verder wordt verklaard, dat de veldtocht tegen de kerk ondanks het pro test van den Paus zal worden voortgezet. Men hoopt, dat het Verbond van Goddeloozen er in zal slagen, binnen den tijd van twee Jaar alle kerkelijke gemeenten in Rusland te doen ontbinden. Men verwacht, dat de sovjet-re geering in een officieele verklaring stelling zal nemen tegen den oproep van den Paus. Een ander officieus antwoord had men niet kunnen verwachten. Het zal echter de moeite waard zijn te wachten op het ant woord dat Stalin officieel zal doen geven. Het zou ons zelfs niet verwonderen wanneer dit antwoord veel gunstiger zou luiden. Tenzij de Moskou'sche leiders a tort et a travers den blinden weg vervolgen willen. Zij zullen echter rekening moeten houden met de elle oppositie die zich gereedelijk van alle kanten kenbaar maakt. De publieke opinie in Duitschland is reeds wakker geschud. En geland heeft een les gehad, toen de „Daily Worker" 'n propagandistischen oproep tto de Engelsche arbeiders richte en hiermede het zoo juist geteekende verdrag tusschen Enge land en Sovjet-Rusland, schond. In Frankrijk is het al precies eender. Het grootste gedeelte van de Parijsche bevolking zou niets liever zien, dan dat Dowgalewski over de grens werd gezet. Het geval Koetjepof wreekt zich! En bijkans de geheele publieke opinie keert zich terecht, of ten onrechte, tegen de Sovjet ambassade. Doch tot overmaat van ramp voor Moskou komen er thans bovendien sensationeele be richten uit Mexico: NEW-YORK, 10 Febr. (V. D.) Naar gemeld wordt heeft op last van het Mexicaansche Ministerie van Oorlog te Vera Cruz de ar restatie plaats gehad van Makar, den Ge zant van Sovjet-Rusland. Hij zou in arrest worden gehouden tot het geval van den bom aanslag op den Mexicaanschen president der Republiek geheel zal zijn opgehelderd. De autoriteiten nemen aan, dat de Sovjet-gezant van den aanslag kennis moet hebben gedra gen. Bij een huiszoeking, die verricht werd in het Russische Gezantschap, te Mexico-City, werd een ambtenaar van Mexicaansche na tionaliteit in hechtenis genomen. De Gezant Makar was Zaterdag reeds met zijn echtge- noote te Vera Cruz aangekomen, vanwaar hij voornemens was via Frankrijk naar Sovjet- Rusland terug te keeren. In weerwil van de protesten werd de verzegelde diplomatieke bagage opengebroken en nauwkeurig onder zocht. Nadere bijzonderheden ontbreken nog. Raadselachtig ten aanzien van al deze ge beurtenissen is de houding van Moskou. Want het begint thans argwaan te wekken dat van dt zijde van regeering nog geen enkel posi tief dementi is afgekondigd. Aan officieuze ontkenningen ontbrak het niet, doch offi cieel heeft de opperste leiding het zwijgen nog niet verbroken! L. A. Een brief van den Belgischen koning. BRUSSEL, 10 Febr. (VD.) In een brief aan minister-president Jaspar, bestemd voor publicatie in de bladen, protesteert koning Albert tegen geruchten die de ronde doen. inzake de samenstelling van het ministerie Lophen in 1918 en de belachelijke en kwaad aardige rol die deze legende hem laten spelen. De koning zegt in dit schrijven, dat hij de plicht heeft de eer te beschermen van hen, die er van beschuldigd worden, beloofd te hebben op te komen tegen diverse practijken en het recht te hebben zijn waardigheid ais staatsman en staatshoofd te beschermen. Verder stelt de koning dan vast: lste: dat Cooreman vastbesloten was af te treden, zoodra de regeering zou zijn terug gekeerd; 2de: dat hij, zoowel als de koningin zich door contact met de bevrijde bevolking voor het einde der vijandelijkheden hebben kunnen overtuigen van de vaderlandslievende gezind heid der bevrijde en niet-bevrijde bevolkingen: 3de: dat men hem nooit heeft gesproken over mogelijke onlusten; 4de: dat het ministerie-de la Croix is kun nen worden samengesteld, overeenkomstig de grondwettige gebruiken na overleg met*de verschillende partijen en nadat de goed keuring van hei parlement was verkregen. Plechtig verzekert de koning dan dat ieder andere lezing in strijd is met de waarheid. Aan het einde van zijn schrijven, verzoekt de koning Jaspar dezen brief openbaar te maken. Düsseldorfsche statistiek. Dezer dagen werd de bevolking van Düs seldorf weer eens even er aan herinnerd, dat nog altijd de dader van de moorden in die stad nietontdekt is. Donderdag werd nl. een poging gedaan om een vierjarig kind te ont voeren; een onbekende man trachtte het kind, dat op straat speelde, mee te lokken, waarin hij al vrijwel geslaagd was, toen de moeder toevallig het huis uitkwam en tus- schenbeide trad, waarop de man ijlings de vlucht nam. Dadelijk ging het gerucht, dat de man een groote gelijkenis had met den moordenaar, zooals die althans door enkele van zijn slachtoffers beschreven is. Verder ontleenen wij nog aan het Hbld.: Terwijl den laatsten tijd weinig vernomen werd van het onderzoek der justitie, heeft bovengenoemd voorval de zaak weer actueel gemaakt. Er werden eenige mededeelingen verstrekt over den arbeid van politie en justitie. Naar de correspondent van de „Köln. Z." meldt, zijn de Berlijnsche rechercheurs reeds geruimen tijd geleden naar de hoofdstad, teruggekeerd, maar zij blijven samenwerken met de speciale „moordcommissie" te Düs seldorf. Deze commissie heeft een speciaal kaart systeem samengesteld over de zaak. Deze statistiek bevat reeds ruim 10.000 kaarten. Elk spoor waarop haar aandacht werd geves tigd, heeft de commissie nagegaan. De sta tistiek is het resultaat daarvan. Er staan o.a. 4000 personen met name in vermeid, te gen wie een verdenking is gerezen; verder 3000 personen die onbekend zijn, maar nauwkeurig omschreven staan. De commissie heeft 400 brieven ontvangen, die afkomstig heeten van den moordenaar. De categorie helderzienden heeft zich grondig gebla meerd: ruim 300 hunner hebben hun krach ten beproefd, maar hun mededeelin--n wa ren alle met elkaar in strijd; men acht het onlangs door de Pruisische regeering afge kondigde verbod aan de politie om voor onderzoek gebruik te maken van de diensten van helderzienden, door de hier opgedane ervaringen volkomen gerechtvaardigd. Hon derd schriftkundigen hebben getracht op grond van de schetskaartjes en e'en brief van den moordenaar het karakter te defi- nieeren van den dader. De politie kreeg on geveer 100 brieven over de drukpers en het papier, door den moordenaar gebruikt. De statistiek bevat 700 namen van personen, uit krankzinnigengestichten ontslagen; ten slotte 50 met curiosa. De moordcommissie volgt ook alle sporen, waarop haar aandacht gevestigd wordt door het buitenland. Zij staat in contact met de recherche te Barce lona, Praag, Weenen enz. Maar het eenige resultaat dat vast staat blijft, dat de moordenaar onvindbaar is. Dowgalewski en de Fransche pers Verscheidene Fransche bladen betuigen hun ontevredenheid over het feit. dat het nu reeds veertien dagen geleden is, dat de Rus sische generaal Koetjepof verdwenen is en dat men tot nu toe nog geen spoor van hem heeft kunnen terugvinden. Vooral de „Vic- toire" bestookt met een keur van scheid woorden de Sovjet-ambassade te Parijs. Nog steeds heeft de gezant van het Russische moordregime zijn paspoort niet gekregen, schrijft het blad. De aanwezigheid van Dow galewski in de Russische ambassade is een schandaal. Nog schandaliger voor Frankrijk noemt de „Victoire" het echter, dat de Gepce het gewaagd heeft, een van zijn vijanden te ontvoeren op Franschen bodem en dat de Fransche regeering zulks gedoogt zonder de betrekkingen met dit land te verbreken. Ook de „Echo ae Paris" is ontevreden over de houding van de Fransche politie, wie zij te weinig energie bij haar onderzoek verwijt. Het is te wenschen, schrijft het blad, dat Dowgalewski en zijn vrienden spoedig het veld ruimen. Het blad geeft een voorbeeld van een geval van ontvoering, dat eveneens door de Gepoe zou zijn geschied en dat veel overeenkomst toont met het geval Koetje pof, doch dat iemand zou hebben betroffen, die zelf lid van de Gepoe was. doch zich re Parijs aan overtredingen zou hebben schul dig gemaakt. Deze man zou in een auto ge lokt zijn, met narcotische middelen zijn ver doofd en pas tot bewustzijn zijn gekomen aan boord van een Russisch stoomschip in de haven van Hamburg. In Rusland zou hU na aankomst tot tien jaar kerkerstraf öjn veroordeeld. Pacelli geïnstalleerd. Kardinaal Eugenio Pacelli is, als opvolger van kardinaal Gasparri, geïnstalleerd als kardinaal-staatssecretaris. De paus heeft Pcelli in zijn nieuwe functie ontvangen, al dus meldt een telegram der United Press aan de Tel. Kardinaal Pacelli werd in 1876 te Rome geboren en in 1899 tot priester gewijd. In 1905 werd hij pauselijk huLsprelaat. Van 19C9 1914 was hij hoogleeraar voor kerkelijke diplomatie aan de pauselijke academie der „Nobiü ecclesiastici", in 1917 titulair aarts bisschop van Sardes en nuntius te Mün- chen. Sinds 1920 was hij nuntius te Berlijn, totdat hij door zijn benoeming tot kardinaal van dezen post werd teruggeroepen. Yoegoslavië en de dictatuur. In sommige Joegoslavische politieke krin gen is men van maening, dat de dagen der dictatuur geteld zijn. Men beweert, dat reeds bij het begin der volgende begrootingsperiode dat is op 1 April, een wijziging van het re- grime zal intreden, aldus de Tel. De val der dictatuur in Spanje heeft op de toonaange vende factoren in Joegoslavië een veel die- peren indruk gemaakt, dan men uit de hou ding der pers zou opmaken. In deze leidende kringen wordt druk de vraag besproken, op welke wijze de toestand met de geringst mo gelijke schokken, geliquideerd zou kunnen worden. Men meent, dat dit door een parle- mentlooze regeering onder leiding van een burgerlijk persoon, zou kunnen geschieden. Deze regeering zou dan in den herfst alge- meene, verkiezingen voorbereiden. Als leider van een dergelijke overgangsregeering wordt de gewezen minister van Buitenlandsche Za ken, NIntsjltsj, genoemd. Natuurlijk moeten deze berichten met alle voorzichtigheid worden aanvaard, daar veel al da wensch van voormalige politici de va der hunner gedachten is. Primo's politieke voornemens. Primo de Rivera is uit Madrid vertrokken. Hij is naar San Remo gegaan, waar hij een poos zal blijven om uit te rusten. Hij heeft aan de leden van de ontbonden Nationale Vergadering een programma toe gezonden betreffende de organisatie van een politieke partij, aan het hoofd waarvan zich de gewezen ministers van de dictatuur zullen plaatsen. Deze partij zal aan de ver kiezingen deelnemen en in het parlement de dictatuur verdedigen. Chineesch-Russische onder handelingen. Het Chineesche departement van binnen- landsche zaken heeft een verklaring doen publiceeren over het Chineesch-Russische protocol van Chabarowsk waarin gezegd wordt dat de Chineesche gedelegeerde Tsai alleen opdracht had van de nationale regce- ring om te onderhandelen over de bijlegging van de uit het conflict over den Ooster spoorweg voortvloeiende quaesties en over het later houden van-een officieele conferen tie. Het op 22 December ji. te Chabarowsk onderteekende protocol behelst echter be halve de uit het conflict over den Ooster spoorweg voortvloeiende quaestie ook be paalde andere regelingen van algemeenen aard. De Chineesche gedelegeerde heeft daarmede zijn instructies overschreden. De in het protocol voorziene regeling der quaesties in verband met den Oosterspoor weg is, zoo wordt verder in de verklaring gezegd, ten uitvoer gelegd. De Chineesche regeering is ook bereid een gedelegeer de naar de officieele conferentie te Moskou te zenden en wel met het uitsluitende doel de quaestie van den Oosterspoorweg uit den weg te ruimen. Feisal-ed-Dowisj gestorven. Gemeld wordt dat de beruchte opstande lingenleider Feisal-ed-Dowisj, die zich on langs aan een Britsche patrouille overgaf, op weg naar zijn vroegere hoofdstad is over leden. De koning der Wahabieten had Feisal's uit levering gevraagd, en klaarblijkelijk werd hij ziek toen hij naar het binnenland van Ara- bië werd overgebracht. Geen groote orders van Rusland aan Engeland. Uit Moskou seint men aan de „Daily Express", dat de Russische Raad van Staats-ïndustrie en -Handel een motie heeft aangenomen, waarin hij verklaart dat de Britsche industrie geen groote orders uit Sovjet-Rusland kan verwachten zoolang niet een behoorlijke at mosfeer voor zakenrelaties is geschapen. De raad publiceert de waarschuwing dat de ver houding der conservatieven in het parlement en de herinnering aan de Arcoszaak voorzich tigheid noodzakelijk maken. De motie herin- meri er de regeering aan. dat een zoodanige staat van industrieelei ontwikkeling is ver kregen, dat de Sovjet zorgvuldig de Landen kunnen uitkiezen, waarmede zij handel zullen drijven. De raad verklaart verder, dat het b'.oote feit der hervatting van de diplomatieke betrekkingen met Groot-Brittannië zonder verdere waarborgen een onvoldoenden grond slag vormt voor het leiden van den stroom van orders naar Groot-Brittannië. Berenguers' plannen. Generaal Berenguer heeft tegenover den vertegenwoordiger van Havas te Madrid een verklaring afgelegd, waarin hij zeide: Vóór alles is het noodzakelijk, dat de poli tieke krachten in Spanje worden georgani seerd onder een constitutioneel regiem, dat de wetten eerbiedigt. Ik verwacht dat de ver schillende linksche en rechtsche groepen naar een organisatie zullen streven. De monarchis tische geest der natie begunstigt dit. Om het vertrouwen te doen terugkeeron, om de orde en het normale grondwettige regiem te her stellen, is eer. bepaalde tijd noodzakelijk, en het zou gevaarlijk zijn dien te willen verkor ten. Verschillende aanschrijvingen. Het criterium. De laatste i Op 12 Juli 1925 werd door den minis ter van Financiën een circulaire verzonden aan de Kamers van Koophandel en Fabrie ken In Nederland met inlichtingen, omtrent de toepassing der Zegelwet 1917 op cassa tions. Het was daarbij in de eerste plaats van belang uit te maken of de aanduidinz op een dergelijke bon van: „geen kwitantie", „volgbriefje alleen geldig enz.", voldoende was om ze aan den zegelplicht te onttrek ken. Uit bovengenoemde circulaire blijkt, nu, dat de vermelding „volgbriefje alleen geldig enz." de bon niet stempelt tot .'olg- brlefje, bedoeld in artikel 40 a en volgende der gewijzigde Zegelwet 1917, omdat het stuk veelal In het bezit blijft van den kooper. ter wijl een volgbriefje bij de inontvangs'.ne ming der gekochte goederen aan den ver- kooper wordt afgegeven. De minister wijst er voorts op. dat nu dit stuk wordt afgegeven aan den kooper. daarop artikel 34 I c der Zegelwet van toe passing is en dit stuk mitsdien aan zegel recht onderworpen is, indien daarop een be drag is vermeld van meer dan f 10. Zelfs de omstandigheid, dat de kooper den bon moet afgeven om de gekochte goederen in ont vangst te nemen, kan niet "ot gevolg heh- ben, dat het stuk, hetwelk naar vorm en inhoud een kwitantie is, niet als zoodanig belast zou moeten worden. Een verplich ting tot afgifte bestaat niet, want niets zou den kooper beletten om den volgenden oag in het bezit van de kwitantie, terug te ko men om het gekochte goed in ontvangst te nemen. Slechts een bon, niet anders bevattende dan de opdracht aan de afdeeling expeditie eener zaak, om bepaald daarin aangewezen goederen te laten volgen aan hem of haar, die zulk een bon aanbiedt, of die zich me', een gekwiteerden of zoo noodig behoorlijk gezegelden bon aan die afdeeling aanmeldt, kan gerangschikt worden onder de bij arti kel 40 c der wet van zegelrecht vrijgestelde stukken, indien hij overigens aan de bepa lingen van dat artikel voldoet. Voorts blijkt uit deze circulaire, dat het zelfde bereikt kan worden door al de bons uitsluitend te bezigen als contróle-maa're gel tusschen den patroon en zijn personeel, door die bons niet aan den kooper af ie ge ven, doch aan het personeel, dat met het inpakken der goederen is belast en zonder welken bon het goed niet mag worden afge leverd in dier voege, dat de bon onder het personeel dus onder de administratie der zaak blijft berusten. In dit geval is de vrij stelling van artikel 37 No. 5 der Zegelwet 1917 toepasselijk, mits van een en ancier uitdrukkelijk uit het stuk blijkt. Deze circulaire liet aan duidelijkheid wel niets te wenschen over: de origlneele bon wordt door den minister als betalingssluk bestempeld en zegelplichtig verklaard.. Bij die uitspraak heeft de handel het HET TOONEEL "GEZELSCHAP NAP DE LA MAR. FLIEREFLUITERS OPONTHOUD. In mijn eerste kritiek over de voorstelling van Flierefluiters Oponthoud te Amsterdam schreef ik, dat Nap de la Mar hoe knap artist ook niet de aangewezen acteur is voor den Flierefluiter. In de opvoering, die gisteren in den Stadsschouwburg van De Jong's stuk werd gegeven, kwam dit bijna nog sterker uit. Door ziekte heeft Nap de Ia Mar zijn rol moeten afstaan aan Walther Smit, een vrij wel onbekend acteur, die zelf wel de eerste zal zijn om in De la Mar als tooneelspeler zijn meerdere te erkennen. En zie, toch kwam het stuk gisteren in deze nieuwe bezetting veel beter tot zijn recht: Nu zagen wij Flierefluiter, den losband'gen zwerver en uitbundigen levenseenieter, den vroolijken leutigen, levenslustigen Fliere fluiter! Nap de la Mar moest dezen vagebond wel inge'ogen en sober spelen; wij genoten van de fijnheid van zijn spel, maar waren te leurgesteld omdat wij den waren Flierefluiter n'et te zien kregen! Nu stond hij midden in dit spel en de vertooning kreeg er ""leur en leven door! Want het is de Flierefluiter, die aan het tweede boek van A. M. de Jong en dus ook aan dit stuk de groote bekoring geeft. Walther Smit heeft de rol uitmuntend ge speeld, levendig, opgewekt, geestig en ook. wanneer het zijn moest, met fijn gevoel. Hij vülde het tooneel, hij bracht zijn bruisende levenslust mee op de planken en hij was toch tegelijk de philosoof met de teere gevoelens en het fijne hart! Hij wist in zijn uitbundig heid maat te houden, en had blijkbaar ge profiteerd van de lessen van zijn leermeester! Hoeveel meer kwamen thans met dezen levenslustigen zwerver de tooneelen bij Ma rianne tot hun recht! En in zijn gevoelig teer spel bij het sterfbed van den braven pastoor en het afscheid van Merijntje even aarde hij Nap de la Mar, die in deze toonee len zoo voortreffelijk was. De voorstelling van gisteren verschilde ook nog in ander opzicht met die te Amsterdam! Zoo had A. M. de Jong thans weer den „lezer" die de verschillende fragmenten met zijn toelichtenden tekst aan elkaar moet verbin den, ingevoerd. Deze heer heeft mij heal den avond gruwelijk geïrriteerd. Telkens weer, wanneer Ar. Verzijl als een „nachtwaker" met zijn electrlsch zaklantaarntje in het donker kwam opduiken, zuchtte de zaal! Want hij verbrak aldoor de stemming met zijn veel te precleuse manier van lezen! Trouwens, a! was hij als lezer de volmaakt heid nabij gekomen, dan zou hij ons gehin derd hebben. Het meest kwam dit wel uit na den dood van den pastoor en het ergste was, dat hij toen absoluut overbodig moest worden ge noemd, omdat het daarop volgend tooneel in het geheel geen toelichting verlangt- Ik begrijp niet, dat De Jong na zijn ondervin ding met „Het Verraad" weer op dien gru welijk-vervelenden lezer teruggekomen is! De Amsterdammers hebben het toch ook buiten hem kunnen stellen! Zijn wij in de provincie misschien minder vlug van begrip? Deze ellendige lezer was het storend element in de opvoering van gisteren! Ook in de decors verschilde de opvoering met ale van Amsterdam! Alleen do achter grond werd door het doek aangegeven; de De houding van den handel, stap. evenwel niet gelaten en men heeft gezocht naar een cassabon. welke niet aan zegelrecht onderworpen zou zijn. Toen men die gevonden meznde te hebben bleken er toch wede- moeilijkheden voor te komen. In tusschen bletf men ook toen nog niet stilzitten en het is vooral Mr. Grosheide, adviseur van de Vereenigmg van Grootwerk gevers in het Winkel- en Magazijnbedrijf geweest, die zich deze zaak zeer aantrok. Deze ging daarbij uit van de door den minis ter geponeerde stelling, dat de kooper voor zien van zijn cassabon. niet denaelfcien dag de goederen behoefde af te halen, maar dit ook den volgenden dag kon doen. Deze stel ling aanvaardde Mr. G. niet en de gevoerde actie had een nieuwe circulaire van den mi nister tengevolge van 19 November 1926 waarin erkend werd dat de cassabon het karakter van een kwitantie mist en op dezen grond niet zegelplichtig is. Wordt den koo per evenwel aan de paktafel met de goede ren een bon afgegeven, waarop aan de kas betaald wordt, dan Is die wel zegelplichtig. De origineele bon bedoeld is het minlste- rieele rondschrijven van 12 Juli 1925 die als kwitantie beschouwd werd, was dit dus na de circulaire van 19 November 1926 niet meer. Thans werd de doorslagbon zegel plichtig. Indien de afgifte daarvan uitslui tend geschiedt, wanneer betaling heeft plaats gevonden. Ook daarin schuilt een inconsequentie. Im mers, de doorslagbon. welke de cassa in het geheel niet passeert, kan t-och kwalijk als kwitantie gelden en is uitsluitend rullbon, welke ingepakt wordt, onverschillig of con tant wordt betaald, dan wel in rekening- courant gedebiteerd. Een derde aanschrij ving volgt van den minister, thans van 5 October lf-27, waarbij een belangrijke wijzi ging wordt gebracht in de toepassing der Zegelwet en voortaan het karakter van een stuk beslissend zal zijn voor de zegelplich- tigheld er van, welk karakter wordt bepaald door de beteekenls. welke het stuk in het onderling verkeer neeft. Op 19 November 1927 volgt daarna oen beschikking van den. minister, welke verklaarde, dat de rullbcns in groote magazijnen niet als bewijzen van betaling zijn aan te merken, waardoor rij vrij zijn van zegelrecht. Wat de minister verstaat onder cassabons. zijn niet vrij. In dien dus de kooper een bon ontvangt, waarop vermeld zijn: datum van koop, aard en hoe veelheid van het gekochte, de prijs enz., dan is deze bon niet zegelplichtig; wordt uit sluitend het betaalde bedrag vermeld dan Is de bon wel zegelplichtig. Het criterium schuilt dus in de vermelding van do ge kochte goederen. Ook daarin moet veran dering komen en het zal ten slotte zoo moe ten gaan. dat bi) wetswijziging kasregister- bons uitdrukkelijk worden vrijgesteld van zegelrecht. MOLLERUS. fReeds in een deel van de vorige oplago opgenomen.) zijwanden had men vervangen door enkel groene doeken! Een bepaald artistiek geheel vormden die groene coullse en de geschilder de achterdoeken niet bepaald, maar1 het spci beeft hot ons doen vergeten! Ciska Kromer trof mij weer door haar zui veren toon, al speelt zij Marijntje naar mijn meening in deze tweede bewerking wel wat sterk in mineur. Zij geeft enkol on uitslui tend het teere zieltje, maar dat dan ock ont- roerend mooi! Eu met Mientje Pauw necffc De la Mar ook een merkwaardig staal van zijn groot regictalent gegevn. Het is ver rassend, hoe Mientje Pam de geraffineerde behaagzucht van Blozekrlekske speelt en toch steeds kind blijft! Prachtig bijvoorbeeld, zoo ais zij als de kleine verleidster aan het siot van een der tafereelen tot Merijntje tegt; ..Maar ik krijg toch die kop met de soldaat jes!" Dat was volmaakt! Niet altijd houdt Mientje Pam haar rol zoo zuiver in den loon ais Ciska Kremer het doet. Een enkele maal valt zij er uit en voelt men te veel het aan geleerde! Maar daarnaast staan voortreffe lijke momenten, die men van een kind n.et had durven verwachten. Hans Bruning vond ik als den pastoor thans veel beter dan te Amsterdam. In de sterf scène was hij gisteren bijzonder goed, teer, gevoelig en toch nooit sentimenteel! Hij wist met zijn spel een diepen indruk op de zaal te maken. En vergeten wij ook niet n*.g een mevrouw De la Mar-Kley te noemen, die j£ zoo sappig speelt! De wetenschap dat Nap de la Mar ziek was, heeft velen zeker weerhouden Flierefluiter* Oponthoud te gaan zien, wat heel Jammer is; vooral voor Walther Smit, die ons lozen levendlgen, goeden Flierefluiter heeft ge geven! Dat h" f-n de andere spelers door net publiek gewaardeerd werden, is wel duidelijk gebleken. Het succes van De Jong's stuk vas heel den avond zeer groot en aan het ilot was het applaus wel bijzonder hartelijk. Het gezelschap van Nap de la Mar kan gerust nog eens met Flierefluiter's Oponthoud terug komen. J. B. SCHUIL. CREMATIE LIEUWE JANSEN. Een eenvoudige plechtigheid. Een enkel b.oemstuk. een hulde van eenige vrienden Jekte de kist waarin het stoffelijk overschot van den eenvoudlgen man, dlo zoovelen tot "Ajn vriend wist te maken, anar het crema- orium werd gedragen. Allereerst waren daar tijn vele vrienden van „Crcmer". Naast dc reputatie van deze vercenigingcn, bestaands uit de hecren K. Bakker. H. Bakker T Mijksenaar. p. de Wit cn J. S de Bruyn, waren aanwezig vele werkende leden. Van ce Ned. Hervormde Gemeente tc Bennebroek. weike gemeente de overledene 45 Jaar Jaar als orga nist heeft gediend, waren aanwezig ds. J. G. Lekkcrkerkcn en de heeren H. v. d. Eist, kerkvoogd cn M. Ringnalda en C. L. Haze- broek. Op verzoek van den overledene werd er bij de plechtigheid niet gesproken. Nadat de kist onder de tonen van Schubert s „Litanei" was neergelaten, dankte een familielid voor de be langstelling. OM ZE. GROEMTüE.5 DIM5DAG F1 DOMDERDAGIf ZATERDAG ifej?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 13