H. D. VERTELLINGEN.
FLITSEN
STADSNIEUWS
DE MOEILIJKE REIS
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 18 FEBRUARI 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
Op het land
door GUY DE MAUPASSANT.
De twee hutten stonden naast elkaar, onder
aan een heuvel, niet ver van een klein bad
plaatsje. De twee mannen werkten hard om
van het armoedige beetje, dat de grond op
bracht, hun kinderen groot te kunnen bren
gen. Ze hadden er allebei vier. En voor de
deuren van de huisjes krioelde het troepje den
heelen dag door elkaar. De twee oudsten
waren zes en de twee jongsten zoowat vijftien
maanden; de huwelijken en geboorten hadden
elkaar in die twee huisjes in bijna dezelfde
volgorde opgevolgd.
De twee moeders wisten hun eigen kinde
ren ternauwernood In den hoop terug te vin
den, en de twee vaders haalden ze heelemaai
door elkaar. De acht namen dansten door hun
hoofd en rakten met elkaar in de war; en als
*ij er één wilden roepen moesten ze dikwijls
drie maal raden vóór ze de goede hadden.
In het eerste huisje, gerekend vanaf het
station van Rolleport, woonde de familie Tu-
vache, die drie dochters en één zoon had, in
het andere de Vallins, met één dochter en
drie zoons.
En zoo leefden ze daar, allesbehalve weel
derig, van soep, aardappelen en frissche lucht.
Om zeven uur 's morgens, om twaalf uur en
om zes uur 's avonds riepen de moeders hun
kroost bij elkaar om te eten, aooals een gan
zenhoeder zijn ganzen bij elkaar jaagt. En
dan zaten ze, van de oudste af, aan de houten
tafel, die glom van ouderdom. De kleinste
hummel kon er ternauwernood met zijn mond
boven uit komen. Een bord met in water
geweekt brood, wat gekookte aardappelen, een
halve kool en drie uien werd voor hen neer
gezet, en ze aten, tot ze genoeg hadden. De
kleinste werd door moeder zelf gevoerd. Als
er 's Zondags een stuk vleesch in de pot ge
kookt werd, Juichte iederen en zei vader, ter
wijl hij zorgvuldig elk hapje p-oefde: „Dat
ssou lk wel alle dagen willen hebben."
Op een middag in de maand Augustus bleef
ccn rijtuigje plotseling voor de twee huisjes
stil staan, en een jonge vrouw, die zelf de
teugels hield, zei tegen den heer naast haar:
„O, Henrl. kijk eens. wat, een hoop kin
deren! Wat zijn ze heerlijk, zooals ze daar In
het stof ravotten."
Hij zelde niets; hU was gewoon aan die uit
roepen van bewondering, die hem nog meer
pUn deden, omdat hij ze by na als een verwijt
voelde.
De jonge vrouw zei weer:
„O, ik moet ze even omhelzen? Wat zcu
lk er graag één van willen hebben; de aller
kleinste".
En ze sprong uit het rijtuig en liep naar
de kinderen toe, nam er één, een klein
Tuvacheje, in haar armen en kuste hem
hartstochtelijk op zUn vuile wangen, op zijn
stoffige blonde krulharen, op zijn knuistjes,
die wanhopig worstelden om weer los te
komen.
Toen stapte ze weer in -en reed weg. Maai
de volgende week kwam ze terug, ging zelf
midden tusschen hen op den grond zitten,
nam de hummel op schoot, stopte hem koekjes
toe, gaf de andere bonbons; speelde met hen
of ze zelf een kleine kwajongen was, terwUl
haar man geduldig zat te wachten in zijn
rijtuig.
Ze kwam nog eens terug, maakte kennis
met de ouders, en verscheen ten slotte leieren
dag, met haar zakken boordevol met snoepe
rijen en losse stuivers-
Ze heette Madame Henri d'Hubières.
Toen ze op een morgen weer kwam, stapte
haar man mee uit; en zonder stil te staan
bU het kleine grut, dat niet in het minst meer
verlegen voor haar was, ging ze het huisje
binnen.
Ze waren er alle twee bezig hout te hakker,
om de soep te koken, richtten zich verbaasd
op, schoven stoelen aan en wachtten. Toen be
gon de jonge vrouw, met een s'em, die trilde
en haar een paar keer heelemaai begaf:
..Beste menschen, ik ben binnen .gekomen
omdat ik jullie wilde vragenomdat ik
Jullie kleine Jongen 200 graag.mee wilde
nemen".
Het tweetal wist van pure verbouwereerd
heid niets te antwoorden.
Ze haalde diep adem en hernam:
„We hebben geen kinderen; we zUn alleen.
m(jn man cn lkWe zouden goed op hem
passenvinden jullie het goed?"
Dc vrouw begon het eerst te begrijpen
wat ze bedoelde.
„Wou u onze Chariot hebben? Waarachtig
niet. voor geen geld".
Monsieur d'Hubières kwam tusschenbelde
„MUn vrouw heeft de zaak niet goed duide
lijk gemaakt. WU willen hem aannemen, maar
hU mag dikwUls bU u komen. Als hU tot een
flinken jongen opgroeit, en dat zal toch zeker
wel, zullen wU hem alles nalaten. Als wij
later misehien nog eens kinderen zouden
mogen krijgen, zou hU eerlUk zijn deel krijgen.
Maar als het eens verkeerd mocht loopen, zal
hU op zUn één en twintigste jaar een som
van twintigduizend francs ineens uitgekeerd
krUgen, die we nu dadelijk voor hem by een
notaris zullen deponeeren. En we hebben ook
aan u gedacht, tot aan uw dood zult u een
rente van honderd francs in de maand krijgen.
Begrijpt u het allemaal goed?"
De vrouw was woedend opgestaan.
„Zou u willen, dat we onze Chariot ver
kochten? Niks ervan; u moest u schamen o:n
zulke dingen aan een moeder te durven
vragen! Nooit van zUn leven niet! Het zou me
een schandaal zUn!"
De man zei niets, en staarde ernstig na
denkend voor zich uit; maar ten slotte knikte
hij zijn vrouw goedkeurend toe.
Madame d'Hubières barstte in snikken uit,
wendde zich tot haar man, en zei snikkend
als een kind, dat gewoon is al zijn wenschen
vervuld te zien:
„Ze willen niet, Henrl, ze willen niet!"
Ze deden nog een laatste poging.
„Maar beste menschen, denk toch aan de
toekomst van het kind, aan zijn geluk, aan...."
De boerin viel hem woedend in de rede:
„We denken overal aan, en we willen niet....
Ga weg, jullie, en pas op als ik jullie hier
nog eens zie. Dat- ze je zoo maar je kind
kunnen willen afpakken!"
Toen zei Madame d'Hubières door haar
tranen heen, met de vasthoudendheid van
een verwend en bedorven vrouwtje:
„Maar die andere kleine jongen is toch niet
van u?"
Tuvache zei:
„Nee, die is van de buren; die kunt u nog
probeeren te krijgen als u wilt".
En hij ging het huisje weer binnen, waar
rijn vrouw nog woedend aan het tieren was.
De Vallins zaten aan tafel, en kauwden
langzaam de groote stukken brood op, die ze
zuinigjes bestreken met een beetje boter aan
de punt van een mes, dat ze pikten van een
bord. dat tusschen hen in stond.
Monsieur d'Hubières herhaalde zUn voorstel,
maar met meer aandrang.
De twee menschen hieven hun hoofd al
op om nee te knikken; maar toen ze hoorden,
dat ze honderd francs ln de maand zouden
krUgen, dachten ze nog eens na en keken
elkaar weifelend aan.
Een poos lang zelden ze niets.
Eindelijk vroeg het vrouwtje:
„Wat vin jij ervan, man?"
HU zei peinzend:
„Ik vind het nog zoo gek niet".
Toen begon Madame d'Hubières, die brand
de van ongeduld, te" vertellen van de toe
komst van den jongen, van het geld, dat
hU later allemaal krijgen zou.
De man vroeg:
„Belooft u ons die twaalfhonderd frcfccs
rente bij den notaris?"
Monsieur d'Hubières antwoordde:
„Ja zeker, desnoods morgen al".
De vrouw zei peinzend:
„Honderd francs in de maand, dat is nie1
genoeg voor onzen jongen; dat kind zou in
een paar jaar mee kunnen werken; honderd-
.wintig francs".
Madame d'Hubières knikte dadelijk toe
stemmend; en omdat ze het kind dadelijk
mee wilde nemen, liet ze honderd francs
achter, terwijl haar man de overeenkomst
schriftelijk bevestigde. De burgemeester en
een buurman werden geroepen en dienden
als getuigen.
En het vrouwtje nam met een stralend en
giimlaoh het brullende kind mee. zooals men
een vurig begeerde kostbaarheid uit een winkel
wegdraagt.
De Tuvaches stonden in hun deur en keken
haar zwijgend na, met misschien een beetje
•en gevoel van spijt, omdat ze geweigerd
hadden.
Daarna werd er zoo goed als niet meer over
den kleinen Jean Vallln gesproken. De ouders
gingen iedere maan d hun honderd twintig
francs bU den notaris halen; en ze hadden
ruzie met hun buren, omdat vrouw Tuvache
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cta per regel
OP GEFN STUKKEN NA HETZFI FDE al« gewoon bruinbrood, is:
ARR'S
OUTBROOD
niets deed dan bun verwijten en scheldwoor
den naar hun hoofd gooien, en aan leder,
die het maar hooren wilde, vertelde, dat je
geen mensch meer moest zyn als je Je eigen
kind verkocht, dat het een schandaal, een
schreeuwend onrecht was.
En dikwijls nam ze haar kleinen Chariot
In haar armen, en riep hem liefkoazend toe.
alsof hU het heelemaai begreep:
„Moeder heeft je niet verkocht, hè jongen;
moeder heeft haar kleine schat niet ver
kocht. Moeder verkoopt haar kinderen niet,
hè? Moeder is niet rUk, maar moeder verkoopt
ook haar kinderen niet".
En jaren en jaren lang gaf ze zoo haar
afkeuring te kennen op de drempel van haar
deur, zoodat de buren het goed konden
hooren. Vrouw Tuvache was zichzelf lang
zamerhand een beetje gaan verheerlijken
tegenover de heele buurt, omdat ze haar
Chariot niet verkocht had. En de menschen
zeiden van haar:
„Vervelend is ze, maar ja, ze is een goeie
moeder geweest".
De kinderen namen haar woorden over, en
toen Chariot acht.ien was, was hU zoo door
drongen van die woorden, die hU uitten treure
gehoord had, dat hU zich een beetje boven
zUn vrienden verheven ging voelen, omdat ze
hem in zUn jeugd niet verkocht hadden.
De Vallins hadden het niet slecht, dank rij
hun maandelijksche rente. En dat maakte
de woede van de Tuvaches, die nog steeds in
armoede rond ploeterden, er niet minder op.
Hun oudste zoon moest onder dienst. De
tweede stierf, Chariot bleef alleen met zUn
ouden vader achter onn voor zyn moeder en
zUn twee oudere zusters te zorgen.
HU was één en twintig, toen op een dag
een prachtig rijtuig stil hield voor de twee
huisjes. Een jonge .man, met een gouden
horloge aan een gouden ketting, stapte eruit.,
en hielp toen een oude dame met wit haar.
De oude dame zei tegen hem:
„Daar is het, mUn jongen, het tweede
huisje".
En hij ging het armoedige hutje van de
Vallis binnen of hU er thuis hoorde.
De oude vrouw was bezig schorten te was-
sohen, de man dommelde bU de kachel. Ze
keken alle twee op en de jonge man zei tegen
hen:
„Dag vader, dag moeder".
ZU stonden verschrikt op. De vrouw liet
van ontroering haar stuk zeep in het wate:
vallen en stamelde:
„Ben jy dat, mijn jongen? Ben jij dat,
mUn kind?"
HU nam haar in zUn armen en omhelsde
haar, terwUl hU maar steeds herhaalde.
„Dag moeder". En de vader zei maar,
zijn gewonen kalmen toon:
.3en je daar terug, Jean?" Alsof hy hem
een maand geleden voor het laatst geaien
had.
Zoodra ze een beetje op hun gemak waren,
wilden de ouders meteen de straat op om
hem te vertoonen. HU moest mee naar den
burgemeester, naar de buren, naar den
pastoor, naar den meester.
Chariot stond op den drempel van hun huis
en zag hen voorby gaan.
's Avonds, onder het eten, zei hU:
„Jullie moeten ook gek rijn geweest om ze
dat Jong van Vallin te laten nemen!"
Zijn moeder herhaalde koppig:
„Ik verkoop mUn kinderen niet!"
De vader zei niets.
De zoon hernam:
„Mooie boel om zoo opgeofferd te wor
den!"
Toen zei de oude Tuvache nijdig:
„Welja, ik zou .er ons een verwijt var.
maken!"
En de jongen, heftig:
„Ja natuurlijk, egoïsten dat jullie rijn.
Jullie drijven je eigen kinderen hun ongeluk
in. Jullie verdienen, dat ik jullie in de steek
liet!"
De vrouw zat te huilen boven haar bord.
Ze snikte in de lepels soep, zoodat de helft
van den inhoud eruit vioog:
„Van je kinderen moet je het maar heb
ben!"
En de jongen weer op ruwen toon:
„Ik zou 7eel liever niet geboren zijn dan
zoo. Als ik aan die ander denk, wo- l ik wild.
Als ik denk, dat lk dat nou had kunnen
rijn!"
Hy' stond op.
„Ik doe maar beter met weg te gaan, want
ik zou net jullie maar van den vroegen
ochtend tot den laten avond naar je hoofd
gooien. Maar vergeven doe ik het jullie
noo';
Zijn ouders zwegen, half huilend, half
mokkend.
Hij zei weer:
„Nee, ik zou het nooit uithouden. Dan ga
ik het maar liever ergens anders zoeken!"
Hij deec de deur open. Buiten klonk een
lawaai van stemmen. Dc Vallins vierden feest
met den verloren zoon.
Toen stampvoette Chariot, keerde zich om
naar zijn ouders, en riep:
„Boerenkinkels!"
En hy verdween in den donkeren nacht.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1551
LAKSCHOENEN
Jan informeert van
boven of hij zijn lak
schoenen aan moet
lanceert al'-e argu
menten ert.:gen en
gaat tenslotte mop
perend terug
meldt dafc hU er
maar een kan vin
den en krijgt df
boodschap cm bete;
zoeken
verschijnt weer om
te berichten dat z*
gekrompen zijn of
zcoiets. hU kan ze
hcusch niet aan*
kiijgen
moeder roept iets
terug van nonsens
en nou gauw op
schieten
rapporteert tien mi
nuten later triom
fantelijk dat er in
tweede schoen geen
veter zit
moeder roept met
onuitputtelijk geduld,
dat er nog een paar
nieuwe in de boven
ste la ligt
verschijnt tenslotte,
zegt iets over pijn
aan zijn voeten,
maar zwijgt verder,
als hij moederis b ik
opvangt.
(Nadruk verboden).
BAZAR VAN DEN PROTESTANTENBOND
HAARLEM-NOORD.
Ten bate van de afdeeling Haarlem-
Noord van den Nederlandschen Protestan
tenbond wordt 27 en 28 Februari en 1 Maart
's middags en 's avonds in het gebouw van
dien bond Berkenstraat 10 een bazar ge
houden.
OVERNEMING VAN GRONDEN.
Ten einde het mogelijk te maken dat de
straten gelegen ten Oosten van de Timor-
straat en ten Noorden van de reeds geprojec
teerde Zaanenstraat, aan laatstgenoemde
straat aangesloten kunnen worden, zijn met
het Kerkbestuur van de Parochie van de H.
Liduina, alhier, onderhandelingen gevoerd
óver de overdracht aan deze gemeente van
aan dat kerkbestuur toebehoorende gronden,
gelegen aan de Zaahenstjraat naWj de Timor-
straat.
Genoemd kerkbestuur heeft zich thans be
reid verklaard de beide perceelen bouwgrond
groot pl.m. 315 M2. aan de gemeente te ver-
koopen voor den prUs van f 8 per M2. en aan
de gemeente om niet. met de bestemming van
apenbaren weg in eigendom over te dragen
pl.m. 480 M2. met de bepaling dat de kos
ten van overdracht van de gronden voor
rekening der gemeente komen, achten het in
belang der gemeente om op vorengenoemde
aanbieding in te gaan.
EERSTE ZITTING VAN HET CONSULTATIE
BUREAU VOOR ALCOHOLISME.
Het Medisch-Maatschappelijk Consultatie-
Bureau voor Alcoholisme, te Haarlem en Om
streken is thans met zyn voorbereidende
werkzaamheden gereed gekomen.
Dinsdagavond wordt te 8 uur de eerste
zitting in dit nieuwe stadium gehouden in
het gebouw van den Geneeskundigen Dienst,
Kenaupark 6, waar voortaan lederen Dinsdag
avond op het genoemd uur zitting zal wor
den gehouden, zoowel voor alcoholpatiënten
als voor hen, die advies en voorlichting ver
langen om'rent patiënten.
Het Bureau staat onder leiding van de
hoeren J. H. Varekamp, adjunct-directeur van
het Consultatiebureau voor Alcoholisme te
Amsterdam en P. Volger.
Men hoopt, dat onze stadgenooten deze nut-
ige instelling zullen steunen, opdat thans
de arbeid rustig kan worden wyvt<r«wt.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
t 60 Cta. per regeL
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJORiSST RA AT 16
TELEFOON 10756
VAMPYR STOFZUIGERS f 98.^
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bU:
Brand, Anjelierstraat 9, boeken; Bureau
van Politie, Smedestraat, bal; v. d. Pol, Voor-
tlngstraat 2, doos met inhoud; Bureau van
Politie, Smedestraat, autodop; Spaans, Nagt-
zaamjpleln 5, nagelgarnituur; Jansen, Am-
sterdamschevaart 38, handschoen; Kollaard,
Oranjeboomstraat 102, handschoen, 3ureau
van Politie, Smedestraat, handschoen;
Dreyer, Lange Vlamingstraat 7 rood, hand
schoen; Stelma Hoof manstraat 12, hand
schoen; Wiggerman, Kogelstraat 10, hand
schoen; v. Huis, Oranjestraat 135, hand
schoen; Hardenbelt, Lange Annastraat 26,
handschoen: Draisma, Kennemerstraat 10,
handschoenTanis, Brouwersstraat 20, hon
denpenning; Kennel Fauna, hond (Groenen-
daeler), NieuwenhuUzen, v. Loostraat 23, wit
te poedel; Overdyk, Tugelastraat 25, koffer
tje met voetbal; Kennel Fauna, zwarte kat,
gebracht door: Schonebeek. Overtonstraat
10, Schutte, Vooruitgangstraat 121 rood. oor
knopje; Smink, Medanstraat 3, portemonnaie
met inhoud; Kelting, Overbeldtweg 1 Sant
poort, portemonnaie met inhoud; Van Dijk
Hagestraat 27, portemonnaie met inhoud;
Jansen, Amsterdamschevaart 39, rywielbe-
lastingmerk; v. Huizen, Ged. Raamgracht 47,
rywielbelastingmerk; Venneer, le Vooralt-
gangstraat 119, rozenkrans; Blom, Gier
straat 34, schoen; Pardoen, Gen. de la Rey'-
straat 47, kindertaschje met inhoud; Goo-
sens. Potgieterstraat 5, taschje met inhoud;
Versteijnen, Ged. Schalkburgergracht 97, vul
pen.
„JACOB VAN LENNEP".
De Kon. Erk. Tooneelvereeniging „Jacob
van Lennep" zal voor haar leden heden
avond in den Schouwburg aan den Jans-
weg opvoeren: „Blyspel firma".
In dit blyspel van drie bedryven is de rol
verdeeling als volgt:
Dr. Adolf Hart.mann. de heer A. v. Hemert,
Paul Horst, de heer Huib Tuninga, Gagel-
rnann, oom van Paul, de heer G. Renting,
Wally, zyn nicht, mevr. B. Lineeman. Kate
Forster, mevr. D. Tuninga, Flora Unger,
actrice, mevr. A. Groeneweg. Duifje, kamer-
verhuurster, mevr. J. Bouwmeester, Robert
Schwarz, de heer A. Snoeks en Wilckow,
Theateragent e.d. de heer v. Zandbeden.
Deze tooneelvoorstelling zal gevolgd wor
den door een bal
FEUILLETON
Roman van
HULBERT FOOTNER.
3)
Garth telegrafeerde uitvoerig naar rijn
blad en vrosg toestemming om te mogen
gaan en zoodoende mooie copy te verzamelen
in het Noorden. Hij kreeg een kort antwoord,
dat hem toegestaan werd gedurende twee
maanden van de courant weg te blijven voor
eigen risico en kósten, en met de belofte, dat
men tegen passenden prijs zUn copy zou
betalen, in zoover deze voor het blad ge
schikt zou zijn. Dit was juist wat hU noodig
had: een vrijheid van twee maanden. Toen
hij het bericht ontving, had de excursie juist
Prince George verlaten om huiswaarts te
koeren. Garth stapte uit aan het eerstvol
gende station en keerde terug. HU haalde den
bisschop in, toen deze op het punt stond naar
de landing te vertrekken en beloofde hem.
dat hU drie dagen later zou volgen. Intus-
schen ging hU er op uit om een uitrusting
te koopen.
Den avond van den dag. die volgde op
Garth's lunch in het restaurant van Papps.
stond hU in zijn hotelkamer op een echte
mannenmanler zyn pakken te maken als
voorbereiding voor zUn vertrek naar de Noor-
delUke wouden.
Zelfs een kind had kunnen zien, dat hU
over iets peinsde HU dacht niet aan den ro-
mantischen tocht, die vóór hem lag. Het
vooruitzicht, dat hem de laatst* dagen zoo
bekoorlUk toescheen, had op den dag. dat
Jiet werkelijkheid zou worden, rijn aantrek
kingskracht verloren. HU had voor 't oogen-
blik gaarne een voorwendsel gevonden, zUn
reis te kunnen uitstellen en wat meer geld
te kunnen uitgeven in Panp's restaurant. Het
waren een paar blauwe oogen. die zyn vrede
verstoord hadden en hU was hoogst onte
vreden over zUn houding aan de lunch van
den vorigen dag.
Wat by toe-n eigeniyk had moeten zeggen,
was hem thans volkomen duldelUk en nu
zocht hy naar een gelegenheid om deze nieu
we zienswijs» in praktilk te brengen.
Den gebeelen middag had h\j in Papp's
etablissement doorgebracht, spiedend naar
den ingang om te voorkomen dat de blauwe
oogen plotseling een van de hoekjes zouden
binnen zweven. Maar de oogen kwamen het
vertrek niet verlichten. HU was er zeker van,
dat hU haar zou vinden als hU drie dagen
'anger in Prince Georce had kunnen blijven.
Maar, helaas! de wekelljksche postkoets naar
het Noorden vertrok morgen en de bisschop
wachtte hem aan de Landing. Bovendien
wachtte de Leader ginds in New-York op
verhalen en niet op studies over blauwe
oogen.
Een klop op de deur onderbrak zUn over-
nelnzingen en hij was niet weinig verbaasd,
toen hU een briefje ontving van een jongen,
die te kennen gaf dat hU op antwoord moest
wachten. Het briefje zat in een dikke vier
kante enveloppe. Het adres was geschreven
met- een groote hoekige vrouwelUke hand.
Garth scheurde de enveloppe open met
een flauwe hoop. maar de eerste woorden
stelden hem reeds volkomen teleur.
Zou mr. Garth Pevensey, aldus het
briefje, zoo goed willen zUn om een oude
dame het genoegen te doen haar hedenavond
in het Bristol Hotel te bezoeken? Mrs Mabyn
zal op hem wachten in de spreekkamer; en
daar het een voor haar uiterst belangrijke
zaak betreft, vertrouwt rij, dat hU haar niet
zal teleurstellen, en hoe laat het ook worden
zal, hU zal worden verwacht.
Garth stuurde den jongen weg met de
boodschap, dat hy den brief persoonlyk zou
beantwoorden. TerwUl hli rijn kleeren in
orde bracht, dacht hy: Waarlijk, iemand's
avonturen beginnen zoodra hij van huis ver
trekt.
Natuurlijk was zUn nieuwsgierigheid groot,
maar het bUvoegliik naamwoordje in het be
gin van bet briefje, ontnam hem alle hoop
op een Interessante gebeurtenis.
De spreekkamer van hotel Bristol bevond
zich op de eerste verdieping. Garth bleef
even bil dc deur staan en keek de kamer
rond. Zy leek hem leeg totdat hy heel ach
terin twee figuren ontwaarde. De eene, die
hU geheel zien kon, was een oude dame in
een gemakkeliiken stoel gezeten. ZU was in
het zwart gekleed en was een zwakke kleine
vrouw. Garth veronderstelde, dat zU de
schrUfster van het briefje was. De andere
figuur, eveneens een vrouw, was gedeeltelUk
'n de nis van het vaam verscholen. Zij stond
bU het raam. hield met een hand het gordUn
opzij en keek de straat op. ZU keerde haar
hoofd om. om tot de oude dame te spreken,
waarop Garth's hart bonsde in zUn boezem.
De kamer geurde en de kandelaars begon
nen te zingen; dat heldere profiel, dat slanke
figuur kon niemand in Prince George toebe-
hooren dan héér! HU vloeide over van geluk
en kon zUn oogen nauwelijks gelooven. Op
hetzelfde oogenblik wenschte hy, dat hij wat
meer zorg had besteed aan rijn ulterlUk en
dat hU de dames niet zoo lang had laten
wachten.
De jonge dame zag hem in de schaduw van
de deur staan en trad op hem toe.
Mr. Pevensey? begon zy op koel-vracen
den toon Toen hield zij plotseling op en het
bloed schoot haar naar het hoofd.
UI riep rij uit met een stem, die te zacht
was om door de oude dame gehoord te wor
den. O! ik wist niet. ik had nooit kunnen ver
onderstellen, dat u het was!
Garth ergerde zich lichtelijk en een soort
naUver op zichzelf kwam bij hem op.
Waarom liet zy" me roenen, als zij niet
wist dat ik het was? dacht hy.
Wat moet u van me denken? vroeg ze
met bedroefde stem.
Ik begrijp bet niet. zei Garth hulpeloos.
Het is mijn gewoonte niet om alleen
restaurants te bezoeken, zei ze. Maar het
hotel hier is zoo slecht. U moet wel denken,
dat ik een lichtzinnig persoontje ben.
Dat denk ik niet, zei Garth lomp.
Zy glimlachte.
Goed, zei ze. Dan hoef ik geen vrees te
hebben.
Natalie! riep de oude dame met een
lichte ergernis in haar stem.
Kom. ik zal u aan mrs. Mabyn voor
stellen. zei ze en ging hem voor.
Dit is mr. PevenseyMrs. Mabyn,
zei ze.
De oude dame keek Garth onderzoekend
aan en Garth nam haar belangstellend op.
ZU stak haar smalle gerimpelde hand uit en
zei:
Hoe gaat het u? Gaat u zitten.
Ik heet Natalie Bland, legde het meisje
verder uit, terwUl hU rich weder in de ven
sternis terugtrok, Mrs. Mabyn en ik reizen
samen.
Die lieve Natalie is een dochter voor me.
fluisterde mrs. Mabyn.
Dc twee vrouwen wisselden een blik, die
Garth niet begreep. HU keek naar Natalie en
meende in haar te zien: geduld, genegenheid
en misschien een weinig vermaak maar er
zat. iets achter, iets grimmigs en beslists en
een zweem van opstandigheid.
MUn echtgenoot was Canon Mabyn. be
stuurder van de Christ's Church Kathedraal
*e Mil'erton. On'ario, tot aan rijn dood, zeide
mrs. Mabvn zacht.
Garth mompelde iets om aan te toonen,
dat hii passend onder den indruk was.
U komt uit New-York, naar ik meen,
zeide mrs. Mabyn.
Garth knikte bevestigend.
Dat zegt de courant althans, merkte zij
op. Natuurlijk ken ik weinig Amerikanen,
maar misschien hebben wij gemeenschappe
lijke vrienden. Zy hield even op by wijze van
uitnood i ging.
Zullen wij mr. Pevensey liever uitleggen,
waarom wij hem gevraagd hebben hier te
komen? onderbrak Natalie rustig.
Lieve Natalie, mr. Pevensey wilde mij
juist vertellen over zUn vrienden, antwoord
de mrs. Mabyn op een toon van vriendeiyke
tegensuraak.
Garth begreep, wat de o^'e dame be
doelde.
Mijn vader, zei hU. luitenant ter zee
Raymond Pevensey, werd gedood by een
kruitontnloffing on de ammunitieboot Ar-
kadelnhia, twaalf jaar geleden.
Hemel, hos verschrlkke'Uk, fluisterde de
oude dame op sympathieken toon.
Ik ben nog van verre verwant aan de
Buhannons te Richmond en de MMnwa'rinvs
uit Philadelph'a. ging Garth verder in de
hoop haar te believen.
Er was destUds een Milnwa'rtng in
Chelsea by mijn man. merkte mrs. Mabvn on.
VermoedelUk mUn oud-oom. zeide hU.
In dit deel van de wereld is er verder nie
mand. die mU kent behalve de bisschop van
Miwasa
Ik verzoek u. ga niet verder, mr. Pe
vensey zeide mrs. Mabyn. Het. enkele feit,
dat de bisschop u heeft uitgenoodigd hem
te vergezellen, is tenslotte voldoende. Zij
wende zich tot het meisje Je kunt verder
gaan, Natalie, (Wordt vervolgd.)