H. D. VERTELLINGEN.
FLITSEN
ST ADSNIEUWS
—cs
DRANKWET - HERZIENING.
DE MOEILIJKE REIS
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 20 FEBRUARI 1930
(Nadruk Terboden; auteursrecht yoorbehouden).
Amy van Hoven. jong. journaliste, opende
de deur van-de fiat, die zij bewoonde en be
trad haar gezellig ingerichte kamers. Na haar
ihoed en mantel afgedaan te hebben, maakte
ze haar kapsel voor den spiegel wat in orde,
poederde zich en ging toen theewater op
zetten. Tien minuten later in een clubfauteuil
geïnstalleerd, theeblad naast zich plus blikje
toiscu-is en een doos bonbons van een vriend,
(dien ze vervelend en opdringer.g vond), ver
slond ze. met een sigaret tuaschen de lippen,
een artikel in het avondblad, dat gewijd
was aan Piëtro Tossini, hét groote cello-gcnje,
den Italiaan, die heeL1 Europa en ook de
wereld daarbuiten, in beroering bracht. In het
bericht werd vermeld. dat Tossini voor
nemens was a-s. Zaterdagavond een eerste
concert te geven in de hoofdstad, gevolgd
door nog enkele avonden, om daarna Pa-ijs
ten tweeden male met eenige gastvoor3tel
lingen te vereeren. Opgewonden sprong Amy
overeind en bekeek voor de zoo vee lste maal
de uitgebreide collectie foto's, die zij van
Tossini bezat en die in een grooten waaier
vorm aan den wand prijkte.
„Nu zal Ek hem toch eindelijk eens in leven
den lijve aanschouwen", fluisterde ze, de foto,
die haar het liefst -was, streelend. Dien avond
kreeg ze bezoek van een vriendin, die haar
aanraadde hem te gaan inteviewen.
„Voor jou, als journaliste,0 staat de heele
wereld openkind, maak er toch gebruik van."
was haar meening. Maar Amy wuifde af
werend met de hand en verzekerde lachend,
die eer aan anderen te laten. Zij had een
plan gemaakt, waarin ze haar vriendin niet
deelen liet, nóch er iets van loslaten zou.
Het behoefde alleen nog maar ui- gewerkt te
worden en ze was bijna zeker van haar suc
ces.
Den eersten avond waarop Tossini zou op
treden, reed Amy in avondtotllet naar het
concertgebouw. De auto waarin ze had plaats
genomen, stelde zich in de rij achter tien
tallen andeTe auto's en schoof langzaam,
telkens één opschuivend, tot voor den in
gang. Nadat ze haar sortie in de vestière
bad afgegeven, leidde een suppoost haar naar
de vooraf besproken loge.
De tijd, die nog verloopen moest, voordat
,,de groote Man", zooals Amy hem In stilte
altijd noemde, zou optreden, besteedde ze
met zich in het spiegeltje van haar poeder
doosje critlsch te bekijken en zich wat ,.bij
te werken". Daarna nam ze haar omgeving
eens op en haar hart jubelde bij het zien
der honderdtallen bezoekers, die allen voor
„hem" gekomen waren. Ze voelde zich als
had ze eentg recht op -hom. Las ze niet gretig
alle berichten over hem en wist zij niet
precies In welke steden hij iederen avond
concerteerde?
Verheugde zij zich niet in zijn grootste suc
cessen en triomphen als was hij van haar?
Toen hij een oogenblik later opkwam, voer
er een schok door -de menigte heen. Men
verhief zich enthousiast, men applaudisseerde,
heoren stampten met de voeten, dames wier
pen haar fijn geparfumeerde kanten zak
doekjes en corsagefleurs aan zijn voeten en
hij boog en lachte maar en boog weer, telken
male.
Dan greep hij naar zijn inrtrument en een
doodsche stilte trad ©ogenblikkelijk in.
Het spel. dat hij gaf. was zóó subliem, zóó
bezield, dat de menigte in de zaal ternauwer
nood durfde ademhalen en toen de laatste
tonen waren wegges'orven, brak er een ware
ovatie los. Groote bloemstukken, geschenken
van vrienden en vereerders, werden binnen
gebracht en hij, hij lachte en boog weer en
raapte de bloemen van enthousiaste dames op
en bracht ze aan zijn lippen.
Duizelig liet Amy zich door de dringende
menschenmassa voortstuwen en droomerig
viel ze neer in de zachte kussens der auto.
Den heelen weg zag ze slechts een donkeren,
bezoelden kop, hoorde ze niets dan den wonder
lijk meeslependen klank van zijn instrument,
en haar lippen prevelden vele malen lief
kozend zijn naam.
Toen de auto voor haar huis stopite, be
taalde ze den chauffeur, «die de deur voor
haar geopend had en glipte onhoorbaar naar
binnen. Boven gekomen knipte ze het elek
trische licht aan, deed haar sortie af en zette
water op voor een warmen wij.ngroc.
Toen liep ze op haar schrijftafel toe en
Petite zich ervoor neer. Uit een der laden nam
ze een vel'etje teer lila postpapier met enve-
lome en begon een briefje aan hem.
Ze schreef hoe ze hem bewond»rde. hoe
Het Antwoord.
ze veel van hem afwist, zijn heelen levens
loop kende, hoe zijn concert ver boven haar
verwachtingen geweest, was en of ze, op een
door hem vast te stellen uur, eens kennis
mocht komen maken om hem persoonlijk
van zijn leven te hooren vertellen, van zijn
triomphen enzeker ook, in den beginne,
van zijn moeilijkheden.
Ze deed het briefje vergezeld gaan van haar
portret met handieekening en daaronder:
„journaliste".
Voor den spiegel bekeek ze zich en ze wist
dat deze brief zijn doel niet zou missen.
Ze was mooi, iedereen zei het haar. zelfs
haar vriendinnen en haar vele, vele vrienden,
die haar verwenden met bloemen, bonbons
en uitgangetjes. Ook dezen avond was ze
meegevraagd naar het Tossiniooncert, doch ze
had „hem" alléén willen zien, niet afgeleid
willen worden door anderen, haar eersten
indruk niet vertroebeld willen zien door moge
lijke op- of aanmerkingen.
Voor ze zldh den volgenden morgen naar
haar werkzaamheden begaf, liep 23e eerst een
bloemenmagazijn binnen en bestelde er een
kostbaar bloemstuk met het verzoek, dit te
willen bezorgen met den brief aan het op de
enveloppe vermelde adres.
Dien dag leefde ze gewoon in een roes en
vele der komende dagen eveneens, want het
zoo vurig verbelde antwoord stelde haar ge
duld op zware proef.
Tot, op een morgen, haar hart klopte hoor
baar. zag ze tuschen de brieven naast haar
ontbijtbordje 'n groot couvert met monogram
P. T. Met trillende vingers scheurde ze den
omslag open en haar slapen bonsden toen ze
het antwoord las:
Geachte Mejuffrouw,
Uw sohrijven had mijn volle belangstelling.
Voor uw bloemen veelmaals dank. Overstelp:
den laatsten tijd door foto's wil ik de col
lectie niet verder uitbreiden, waarom ik hier
bij uw portret retourneer: mogelijk dat u sr
t.z.t. een betere bestemming voor vindt.
Tot mijn leedwezen moet ik ditmaal van
alle interviews afzien.
Hoogachtend,
de secretaris Miller.
Even bleef ze staren op het koude epistel,
niet begrijpend, gekrenkt tot in 't diepst van
haar ziel. Was dat de man, dien ze tot haar
afgod had gemaakt, had ze aan hem zooveel
stille melsjesdxoomen gewijd?
Wreede ontgoocheling. In blinde woede
rukte ze dan zijn foto's van den wand, wierp
ze in het vuur, zag hoe ze tot asch verteer
den. Toen lachte ze fel op. „Cynicus", stiet
ze uit, „cynicus".
Toen het vuur zijn vernielingsproces vol
bracht had, herwon ze haar kalmte, kleedde
zich en liep de frissche morgenlucht in,
neuriënd het refrein van haar Lievelingslied:
„Wo bist du geblleben, du köstliohe Zeit,
Ihr Traume der Jugend, wie liegt ihr so
weit".
MARSKRAMER BESTOLEN.
Op verzoek van den Commissaris van Politie
alhier is te Enschedé aangehouden de 27-
jarige loodgieter J. R. A. D., wonende :e
Delft, die zich op 3 Januari jJ. had schuldig
gemaakt aan diefstal van een kistje met
kleine koopwaren ten nadeele van een logeer
gast in een logement ie Haarlem. De aan
gehoudene bekende. Hij had de gestolen
voorwerpen in Amsterdam verkocht- De man
is hier in verzekerde bewaring gesteld.
CHRIST.-IIIST. JONGEREN.
Mr. Dr. J. Schokking hoopt Vrijdagavond
in Hotel „Lion d' Or" voor de groep Haarlem
van de Ohrist.-Hist. Jongeren-Organisatie te
spreken over het onderwerp: „De beteekenis
van onze Constitutie". Mej. D. Vermeer
zal deze bijeenkomst met zang opluisteren.
ROZEKRÜÏSFRS OENOOTSCIMP.
Op Vrijdagavond 21 dezer zal voor het
Rozekruisers Genootschap in het gebouw
Bakenessergracht 13, de heer J. Leene spre
ken over: „De mystieke beteekenis van edel
gesteenten in den Biibel".
Jantje (tot den Zondag schoolonderwijzer
Maar meester, als de menschen nu in een
bodemloozen put gestopt worden, waar moe
ten ze dan op staan?"
(Humorist).
HET PARKEEREN VAN AUTO'S.
AANWIJZING DER PARKEER
TERREINEN.
Thans is de wijziging van de Algemeene
Politieverordening, waartoe de raad 4 weken
geleden besloot, afgekondigd.
De politie kan evenwel de nieuwe bepalin
gen Inzake het verwijzen van auto's naar
parkeerterreinen, nog niet toepassen, omdat
B. en W. eerst de parkeerterreinen moeten
aanwijzen. Indertijd hebben wij al medege
deeld. dat overwogen werd om het parkeeren
aan te wijzen het. verhoogde gedeelte van de
Groote Markt, de Nassaulaan en de Ged.
Oude Gracht tusschen Groote Houtstraat en
Kleine Houtstraat.
SPOOR- EN TRAMWEGPERSONEEL.
Door de af deeling Haarlem van de Nederl.
Vereeniging van Spoor- en Tramwegperso
neel werd Dinsdagavond in het gebouw „Het
Blauwe Kruis" de Jaarvergadering gehouden
onder voorzitterschap van den heer J. D.
Mulder. In zijn openingswoord deelde, de
voorzitter mede, dat het ledental thans 1011
bedraagt.
Bij de extra uitkeering, welke aan het per
soneel verstrekt werd, heeft het bestuur een
inzameling gehouden voor het gezin Beckers
te Maastricht, die f 52.60 opbracht, terwijl
reeds eerder aan de plaatselijke centrale al
daar een bedrag is gegeven als resultaat van
een inzameling.
Hierna kwam in behandeling het jaar
verslag van den secretaris, den heer H. van
den Berg. welk verslag evenals dat van den
penningmeester, den heer P. Klingens met
algemeene stemmen werd goedgekeurd.
Bij de bestuursverkiezing werd de voor
zitter met een groote meerderheid van stem
men herkozen, evenals de bestuurders P. de
Vries. A. de Vries, N. de Kruijf, J. Roos en
de penningmeester P. Klingens, terwijl in
de plaats van den H. Kneijnsberg. die geen
candidatuur meer kon aanvaarden W. H.
Bouter werd gekozen.
Voor de sluiting deelde de voorzitter nog
mede dat Vrijdag a.s. een vergadering zal
plaats vinden, waar de heer Edo Fimmen als
spreker zal optreden en voorts dat binnen
kort de tooneelvereeniging „Vooruitgang" op
nieuw een uitvoering voor de leden zal geven
waar de heer P. Schmidt als spreker zal op
treden.
TIE NIETJWE ZIEKTEWET.
Nog altijd is niet bekend, op welken da
tum alle artikelen van de nieuwe Ziektewet
in werking treden.
De wet zelf treedt 1 Maart as. in werking,
maar met enkele artikelen zal dit eerst la
ter geschieden, totdat er een besisslng over
genomen is. zooals o.a. art. 48, dat vermoe
delijk eerst van kracht wordt als de Zie
kenfondswet zal zijn afgekondigd èn art. 124.
dat eerst aan het eind van dit jaar in wer
king treedt. Toen we bij den Raad van Ar
beid eenige nadere inlichtingen wilden in
winnen, kon men ons nog niet meedeelen,
of ziekengeld al dadelijk na 1 Maart uitge
keerd zal worden of drie dagen later, en ook
nog niet op welke wijze de contröle zal wor
den uitgeoefend. Hierover moe+en nog eeni
ge besprekingen paats hebben. Maar een be
slissing ls spoedig te wachten; ook over de
vraag wat er gebeurt met iemand, die voor
1 Maart ziek werd en dit in Maart nog is.
De bedoeling is om het voor de werkge
vers zoo gemakkeijk mogelijk te maken. De
aanmelding van ziektegevallen moet ge
schieden per formulier, die de werkgever in
een minimum van tijd in voorraad kan krij
gen.
De premiebetaling geschiedt bij den Raad
van Arbeid niet in voorschot. Die wordt
tweemaal per jaar vastgesteld naar aanlei
ding van de loonlijsten.
We komen hierop spoedig nader terug.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per re?el.
STOFZUIGERHUIS MAERTEN5
BARTELJORISSTRA AT 16
TFI FFOON 107r«
HOBBY VLOER WRIJVERS f125.-
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1552
WANTEN
Baby wordt wakker
besluit om de familie nog
wat te laten rusten
hij kan zich nog wel een
tijdje met duimzuigen oe-
zig.icuden
hé. wat is dat nou?
Wanten!
misschien kan hij er door.
heen zuigen neen, dat
ls toch niet je dat
en hij kan ze ook niet af
krijgen, want ze zijn vast
gebonden
hij had nooit vermoed dat
zijn bloedeigen moeder
hem zoo zou behandelen
enfin, het is nog geen vijf
uur, maar ze hebben het
dan toch ook alleen aa
zichzelf te wijten.
(Nadruk verboden).
Plaatselijke keuze. Winkelverkoop.
V ennootschapsvergunningen.
Op 9 Juni 1927 werd door den toenmaligen
Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid
een ontwerp-Drankwet bij de Tweede Kamer
der Staten-Generaal ingediend, hetwelk ten
slotte niet in openbare behandeling is ge
komen. In de Memorie van Antwoord, betref
fende de Staatsbegrooting 1930, deelde de
opvolger van Minister Slotemaker de Bruine
mede, dat hij het aanhangige wetsontwerp
niet ongewijzigd wenschte te handhaven en
bij schrijven van 22 Januari 1930 werd dan
ook een „Nadere nota van wijzigingen" inge
diend. De voorgestelde wijzigingen zijn van
ingrijpenden aard en behelzen in hoofdzaak
drie punten. Zoo wordt het voorstel tot invoe
ring van plaatselijke keuze teruggenomen,
geen verbod voorgesteld, van verkoop per
flesch van zwak-alcohollsche dranken in
winkels, waarin ook in andere artikelen
nering wordt gedreven, terwijl nadere voor
zieningen worden voorgesteld met betrekking
tot de z.g. vennootschapsvergunningen. Het
eerste voorstel niet-invoering van plaatse
lijke keuze motiveert de Minister door op
te merken, dat deze aangelegenheid bij af
zonderlijk wetsontwerp aan de orde gesteld
zöu moeten worden, doch de Minister is
„vooralsnog niet bereid daartoe over te gaan"
m. a.w. van invoering van plaatselijke keuze
is van dezen bewindsman niets te verwach
ten. Wat den verkoop van zwak-alcoholische
dranken in winkels betreft, wijst de Minister
er op, dat deze verkoop, onder zekere omstan
digheden een schaduwzijde kan hebben, doch
op zichzelf niet van dien aard is, dat een
verbod uitgevaardigd moet worden, waar
door eenerzijds de belangen van tal van
middenstanders in het gedrang zouden ko
men. anderzijds een zekere looo in het leven
geroepen zou worden naar vergunningszaken
om zulk een drank te verschaffen, die 00 zich
zelf een niet-eevaarlijk een of mi'*'iel is.
Daarbij komt nog dat er waarborgen zijn o.m.
door een voorgestelde aanvulling in dien zin,
dat het verboden is drank in winkels aanwe
zig te hebben, te verstrekken of het gebruik
er van toe te laten, anders dan in gesloten
flesschen, kannen, kruiken of vaten.
Wat de derde wijziging betreft, blijkt de
Minister van oordeel, dat kan worden toege
laten, dat voor restaurants en dergelijke in
richtingen een vennootschapsvergunning
geldt, omdat in den regel dan de geldelijke
kracht om de inrichting op een zeker peil te
brengen en te houden aanwezig is.
Het spreekt bijna wel van zelf, dat deze
Nota veel stof heeft doen opwaaien. De tegen
standers van Plaatselijke keuze verheugen
zich natuurlijk over den gang van zaken en
zien een zekeren „dwang" afgewend. Daar
tegenover wijzen de voorstanders er 00, da^
het hunne bedoeling niet is een nationaal
„verbod" uitgevaardigd te zien. doch daar een
drankverbod 1nv®vo°rd te krtl°en. waar de
bevolking er zelf om vraagt. Deze zal dus ia
„vrijheid" beslissen.
Over den z.g. winkelverkoop bestaat evenmin
een eensiuiaend oordeel. De vele midaen-
standsbedrijven, welke reeds jaren lang een
niet onbelangrijk gedeelte van hun omzet in
den verkoop van dranken vinden, zouden
door een verbod ernstig gedupeerd worden en
deze kunstmatige debietbeperking moeilijk
kunnen verdragen. Daarbij komt nog, dat aan
de hand van statistische gegevens aangetoond
kan worden, dat het drankgebruik hier te
lande sterk is afgenomen, terwijl van toene
mend bier- en wijngebruik, ondanks het vrij-
zijn van den winkelverkoop, geen sprake is,
In het café- en restaurantbedrijf staat men
gematigd onverschillig tegenover dezen win
kelverkoop. Een gedeelte dezer bedrijven is
van oordeel, dat deze verkoop het bezoek aan
cafés en restaurants nadeeiig zal beïnvloeden,
een ander gedeelte meent, dat wie eenmaal
gewoon is „flesschen" te koopen, door een
verbod van „winkelverkoop" een straat ver
der zal gaan en zich naar een filiaal van een
wijnhandel zal begeven.
Wat de kwestie der vennootschapsvergun
ningen betreft, zit de zaak als volgt- Op 1
Mei 1930 zouden komen te vervallen de ver
gunningen en bijzondere vergugningen van
vóór 1 Mei 1904, verleend aan rechtspersonen.
Een en ander is het gevolg van het uitster
vingssysteem, hetwelk aan de Drankwet ten
grondslag ligt. De vrees is nu ontstaan, dat
het aantal vergunningen te klein zou worden
en Minister Verschuur heeft daarom voorge
steld het uitstervingssysteem in een niet al
te snel tempo te doen verloopen, en te bepa
len, dat voor restaurants en dergelijke in
richtingen een vennootschapsvergunning
geldt, omdat in den regel dan de geldelijke
kracht om de inrichting on een zeker peil te
houden aawezig is. Bij algemeenen maatregel
van Bestuur zuilen normen voor deze inricn-
tingen worden vastgesteld. De tegenwoordige
Minister staat ten aanzien van dit punt dus
niet op het standpunt van zijn voorganger.
Laatstgenoemde zag de macht van „bierkapi-
taal" als een groot bezwaar, eerstgenoemde
denkt over de beteekenis van kapitaal om
restaurants en café s van behoorlijk aanzien
te verkrijgen, geheel anders. Van meer dan
één zijde meent men dat Minister Verschuur
niet ver genoeg gaat en met name vindt men
het in die kringen een bezwaar, dat in het
vervolg slechts één vergunning aan een
rechtspersoon toegekend kan worden en dat
de thans bestaande rechtspersonen, die meer
dan één vergunning hebben, er geen vergun
ningen mee- zul'en kunnen bijkrijgen.
Intusschen nadert de datum van 1 Mei 1930
en met beiangstel'ing ziet men de openba e
behandeling der nieuwe voorstellen tegemoet.
FEUILLETON
5)
Roman van
HULBERT FOOTNER.
Z11 had een bruin valies, een vettig bun
deltje. en vierkant pak in papier gewikkeld,
een Jas en en paraoluie.
U zei. dat koffers verboden waren. legde
zij uit. Ik had maar één valles en daar kon
lk niet alles in krijgen. Een halven nacht heb
ik zitten prakkezeeren hoe weinig ik maar
mee kon nemen.
we zullen u een koffer geven bij de
Landing, zei hij.
Ben lk behoo^ijk gekleed? vroeg zi) met
een bl'k on zichzelf.
Garth gllnilachte. Zij zag er n°rfect uit en
had voor een reis door het Noorden geen
betere kleed in g kunnen uitdenken.
Alles is in orde. kondigde zil aan.
Zij wandelden nu samen naar het postkan
toor. en Garth keek nu en dan zijdelings naar
ziin gezellin. Natalie's gelaat betrok een wei
nig. toen zij de postkoets zag staan. Deze leek
geenszins op 't voertuig, dat zij er in haar
romantische verbeelding van gemaakt had.
uitgezonderd de vier paarden. Eigenlijk was
het niets anders dan een ooen wagen, die
sinds hli gemaakt werd. nooit gewasschen
was en vol stof en modder zat. Achter de koet
sier bevond zich een bak voor cle mail en de
postzakken en daarachter waren in de leng
te van den wagen twee banken voor de reizi
gers. De ingang bestond uit een treeplank
aan de achterzijde.
Het wachten was nu op het bevel tot ver
trek. Garth Tuelp Natalie bij het instappen
en klom na haar in den wagen. De oogen
van den koetsier en zijn gezellen werden on
middellijk gericht in groote bewondering op
het meisje met de groene veeren op haar
hoed. Garth was verontwaardigd en voelde
zich onbehaaglijk, doch Natalie, die alles in
orde bevond, liet haar handen in haar schoot
vallen en keek rond, alsof zij volkomen on
bewust was van haar schoonheid.
Garth had Natalie in den rechterhoek ge
plaatst.
Eer andere reizigster had reeds de tegen
overgestelde plaats Ingenomen Zij leek tegen
de veertig en was groot en hoekig: haar haar
was hard geel en viel In een meisjesachtige
vlecht van achter naar beneden. Haar
knieën raakten die van Natalie.
Klokslag acht uur ging de deur van 't post
kantoor open en de laatste postzak werd in
den wagen geladen. Nog steeds maakte de
koetsier geen aanstalten om zijn plaats in te
nemen en Garth, die naarmate de minuten
verstreken onrustiger werd, 6tapte uit en
ging op hem toe.
Goeden morgen, koetsier, zei hij. terwijl
de omstanders verbaasd opkeken. Waar is
het wachten op?
HIJ keek Garth aan met zijn zachte blauwe
oogen.
Ik mag niet vertrekken zonder Nick
Grylls, zei hij. Hij heeft twee plaatsen be
sproken.
Garth begreep, dat hij den naam van een
groot man moest vernomen hebben.
Wie is die mr. Grylls? vroeg Garth, zijn
reporters-Instinct volgend.
Die kent Nick Grylls niet! riep Paul
Smileuy. de koetsier, uit. terwijl hij verbaasd
den kring rondkeek. U bent zeker een vreem
deling! Nick Grylls is een prachtkerel! De
grootste vrijhandelaar van het Noorden, met
een buitengewonen invloed op de inboorlin
gen; doet met ze wat hij wil. Daar is hij al!
Allemaal present!
Toen Garth zijn plaats bij Natalie had in
genomen, zag hij een ruwe, breedgeschou
derde figuur aankomen Onder een breeden
hoed zag hij een rood. brutaal en arrogant
gezicht, en een paar vette lippen, die een
groote sigaar op en neer rolden. Achter hem
volgde een jongen, die liep te waggelen on
der het gewicht van een grooten koffer. Toen
hij bij den wagen kwam, liet hij een paar
groote woorden los bij wijze van groet aan de
omstander-s Hij nam den koffer van den Jon
gen over en lieesch zich den wagen in, smeet
zijn vracht tusschen de mailpakken en nam
bij den koetsier plaats. De jonge inboorling
sprong op de tree achter aan den wagen en
een andere reiziger nam de plaats tegenover
Garth in.
De oude Paul knalde met de zweep en zette
zijn paarden aan en de postkoets rolde weg
naar het Noorden met haar bont gezelschap.
Toen men door de voorstad reed, keerde
de vette rug voor in den wagen zich om en
het roode gezicht keek de reizieers aan.
Hallo, ouwe Nell! galmde Nick.
De vrouw lachte zielig.
Hoe maakt u het mr. Grylls? vroeg zij
op haar beurt.
Prachtig hoor! riep hij.
De beweging van Nick was blijkbaar alleen
om Natalie een oogenblik rustig in het ge
laat te kunnen zien. De brutaliteit van de
kleine, zwemmende varkensoogen irriteerde
Garth. Ook de jonge man tegenover hem zat
dom en sullig Natalie aan te gapen.
Ik gevoel me als een zeldzame vogel,
fluisterde Natalie hem in het oor.
Dat bent u, zei hij grimmig. Ik geloof,
dat het beter is, dat u mijn naam niet uit
spreekt. voegde hij er aan toe. Ik zal ook u
niet bij uw naam noemen. We moeten op
alle gebeurtenissen voorbereid zijn.
Ik zal opletten, zei zij.
Om zichzelf eenigszins te rechtvaardigen
was Nick Grylls na zijnonderzoek zoo vrien
delijk om zich even te schamen. Hij tracht
te zijn gezicht een beleefde uitdrukking te
geven; maar Garth noemde het gluren.
Mooi weer voor onze reis zei hij.
Allen bevestigden dit in verschillende toon
aarden; ook Garth.
U bent een krantenman uit New-York!
zei Grvlls tot Garth.
Dat is zoo! zei deze rustig.
Ze hebben me verteld, dat u over het
land gaat schriiven. ging Grylls verder, ter
wijl hij poogde het respect en de achterdocht
te onderdrukken die menschen als hij ge
voelden voor den man. die schrijft. Ik kan u
heel wat over de streek vertellen, sneed hij
op.
Garth bedankte hem.
Een ongewone reis voor een dame! zei
Nick weer, kennelijk zijn best doende om Na
talie in hetgesnrek te betrekken. Maar in
dit seizoen is iedereen op reLs. De bisschon
reist comfortabel genoeg; een aparte tent
voor de vrouwen. ->
Zijn poging had geen succes. Natalie b*eef
beminnelijk voor zich uitkijken. Oude Paul
lachte hem toe met een vertrouwelijken glim
lach.
Waarom reist u niet naar het Oosten
mr. Smlley? vroeg oude Nell ineens.
Reizen? Daar heb ik eenoog van. mijn
kind! zei hij. Vijf en veertig iaar ee'ed^n
ving ik naar het Oosten tot W'nnlpeg, waar
lk een vrouw kre^g. Ik bracht haar mee te
rug in een Red Rlver-kar. Achthonderd mij
len ver en niets dan vijandige Roodhuiden
onderweg! Wat beteekent het reizen vandaag
aan den dag?
Bent u hier vandaan? vro°g Garth, die
hoopte od een verhaaltje voor de Leader.
Van Howard House ten westen van hier
In de bergen, zei Paul.
Paul is al uit den ouden tijd. zei Grylls.
wien de wending, die het gesprek nam, ver
veelde.
Een van de eerste acht. die in Prince
George de spa in den grond staken, zei de
oude man trotsch.
Zij hadden, nu de stad verlaten en reden.
of liever hobbelden over de prairie. Het was
hier geen ledige vlakte, maar een verzame
ling parkachtige en toch natuurlijke wrt'ten,
die werden onderbroken door groepjes wilgen
en nonulieren.
Natalie had nooit zulke weelderige groene
partijen gezien en zulke verscheidenheid van
wilde bloemen. Nu en dan passeerde men een
logge hut. met een laag groen dak. Deze hut
ten waren als samengegroeid met het land
schap en. hoe lomp ze ook gebouwd waren, ze
misstonden geensztns.
Toen zij bij een van die hutten stilhielden
voor het middagmaal, lette Garth nauwkeu
rig op hoe Natalie haar eerste aanraking
met dit wilde leven zou opvatten. Doch verre
van afkeerig te zijn van zout varkensvleesch,
boonen en bittere thee, at zij met veel smaak
alsof dit steeds haar gerecht was geweest.
Zij zal het er best afbrengen, dacht hij
met geruststelling.
Later, toen zij een laneen tocht maakten
door het zand in de volle hitte van den na
middag, had Paul nlelzier in den draf van
zijn paarden, Hij glimlachte als een kind bij
de belangstelling, die Garth en Nafalie voor
zün verhalen aan den dag legden. Terwi.j1 hij
zich tot hen wendde, wees hij naar een rots,
d'ï door een prachtigen pijnboom werd be
kroond. en zei:
Cannibal HUI. Daar h««ft e«m indiaan,
St ift genaamd, zijn verbMJf gehad. Het was
een groote. prachtig gesnierde kerel, een goed
Tndiaan: en als ik zeg dat een ron-^M'd go^d
is, dan is hij heel goed. D-we Swift had een
vrouw en tien k'nderen. Hij jaagde voor ben
da? en nacht. Maar on een kwaden dag werd
hij krankzinnig. HU doodde zijn kinderen en
at ze een voor een op. te beginnen met het
jongsteMet mijn eigen oogen heb ik de
asch van hun beenderen gezien.
(Wordt vervolgd-).