H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN ST ADSNIEUWS —cs DRANKWET - HERZIENING. DE MOEILIJKE REIS HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 20 FEBRUARI 1930 (Nadruk Terboden; auteursrecht yoorbehouden). Amy van Hoven. jong. journaliste, opende de deur van-de fiat, die zij bewoonde en be trad haar gezellig ingerichte kamers. Na haar ihoed en mantel afgedaan te hebben, maakte ze haar kapsel voor den spiegel wat in orde, poederde zich en ging toen theewater op zetten. Tien minuten later in een clubfauteuil geïnstalleerd, theeblad naast zich plus blikje toiscu-is en een doos bonbons van een vriend, (dien ze vervelend en opdringer.g vond), ver slond ze. met een sigaret tuaschen de lippen, een artikel in het avondblad, dat gewijd was aan Piëtro Tossini, hét groote cello-gcnje, den Italiaan, die heeL1 Europa en ook de wereld daarbuiten, in beroering bracht. In het bericht werd vermeld. dat Tossini voor nemens was a-s. Zaterdagavond een eerste concert te geven in de hoofdstad, gevolgd door nog enkele avonden, om daarna Pa-ijs ten tweeden male met eenige gastvoor3tel lingen te vereeren. Opgewonden sprong Amy overeind en bekeek voor de zoo vee lste maal de uitgebreide collectie foto's, die zij van Tossini bezat en die in een grooten waaier vorm aan den wand prijkte. „Nu zal Ek hem toch eindelijk eens in leven den lijve aanschouwen", fluisterde ze, de foto, die haar het liefst -was, streelend. Dien avond kreeg ze bezoek van een vriendin, die haar aanraadde hem te gaan inteviewen. „Voor jou, als journaliste,0 staat de heele wereld openkind, maak er toch gebruik van." was haar meening. Maar Amy wuifde af werend met de hand en verzekerde lachend, die eer aan anderen te laten. Zij had een plan gemaakt, waarin ze haar vriendin niet deelen liet, nóch er iets van loslaten zou. Het behoefde alleen nog maar ui- gewerkt te worden en ze was bijna zeker van haar suc ces. Den eersten avond waarop Tossini zou op treden, reed Amy in avondtotllet naar het concertgebouw. De auto waarin ze had plaats genomen, stelde zich in de rij achter tien tallen andeTe auto's en schoof langzaam, telkens één opschuivend, tot voor den in gang. Nadat ze haar sortie in de vestière bad afgegeven, leidde een suppoost haar naar de vooraf besproken loge. De tijd, die nog verloopen moest, voordat ,,de groote Man", zooals Amy hem In stilte altijd noemde, zou optreden, besteedde ze met zich in het spiegeltje van haar poeder doosje critlsch te bekijken en zich wat ,.bij te werken". Daarna nam ze haar omgeving eens op en haar hart jubelde bij het zien der honderdtallen bezoekers, die allen voor „hem" gekomen waren. Ze voelde zich als had ze eentg recht op -hom. Las ze niet gretig alle berichten over hem en wist zij niet precies In welke steden hij iederen avond concerteerde? Verheugde zij zich niet in zijn grootste suc cessen en triomphen als was hij van haar? Toen hij een oogenblik later opkwam, voer er een schok door -de menigte heen. Men verhief zich enthousiast, men applaudisseerde, heoren stampten met de voeten, dames wier pen haar fijn geparfumeerde kanten zak doekjes en corsagefleurs aan zijn voeten en hij boog en lachte maar en boog weer, telken male. Dan greep hij naar zijn inrtrument en een doodsche stilte trad ©ogenblikkelijk in. Het spel. dat hij gaf. was zóó subliem, zóó bezield, dat de menigte in de zaal ternauwer nood durfde ademhalen en toen de laatste tonen waren wegges'orven, brak er een ware ovatie los. Groote bloemstukken, geschenken van vrienden en vereerders, werden binnen gebracht en hij, hij lachte en boog weer en raapte de bloemen van enthousiaste dames op en bracht ze aan zijn lippen. Duizelig liet Amy zich door de dringende menschenmassa voortstuwen en droomerig viel ze neer in de zachte kussens der auto. Den heelen weg zag ze slechts een donkeren, bezoelden kop, hoorde ze niets dan den wonder lijk meeslependen klank van zijn instrument, en haar lippen prevelden vele malen lief kozend zijn naam. Toen de auto voor haar huis stopite, be taalde ze den chauffeur, «die de deur voor haar geopend had en glipte onhoorbaar naar binnen. Boven gekomen knipte ze het elek trische licht aan, deed haar sortie af en zette water op voor een warmen wij.ngroc. Toen liep ze op haar schrijftafel toe en Petite zich ervoor neer. Uit een der laden nam ze een vel'etje teer lila postpapier met enve- lome en begon een briefje aan hem. Ze schreef hoe ze hem bewond»rde. hoe Het Antwoord. ze veel van hem afwist, zijn heelen levens loop kende, hoe zijn concert ver boven haar verwachtingen geweest, was en of ze, op een door hem vast te stellen uur, eens kennis mocht komen maken om hem persoonlijk van zijn leven te hooren vertellen, van zijn triomphen enzeker ook, in den beginne, van zijn moeilijkheden. Ze deed het briefje vergezeld gaan van haar portret met handieekening en daaronder: „journaliste". Voor den spiegel bekeek ze zich en ze wist dat deze brief zijn doel niet zou missen. Ze was mooi, iedereen zei het haar. zelfs haar vriendinnen en haar vele, vele vrienden, die haar verwenden met bloemen, bonbons en uitgangetjes. Ook dezen avond was ze meegevraagd naar het Tossiniooncert, doch ze had „hem" alléén willen zien, niet afgeleid willen worden door anderen, haar eersten indruk niet vertroebeld willen zien door moge lijke op- of aanmerkingen. Voor ze zldh den volgenden morgen naar haar werkzaamheden begaf, liep 23e eerst een bloemenmagazijn binnen en bestelde er een kostbaar bloemstuk met het verzoek, dit te willen bezorgen met den brief aan het op de enveloppe vermelde adres. Dien dag leefde ze gewoon in een roes en vele der komende dagen eveneens, want het zoo vurig verbelde antwoord stelde haar ge duld op zware proef. Tot, op een morgen, haar hart klopte hoor baar. zag ze tuschen de brieven naast haar ontbijtbordje 'n groot couvert met monogram P. T. Met trillende vingers scheurde ze den omslag open en haar slapen bonsden toen ze het antwoord las: Geachte Mejuffrouw, Uw sohrijven had mijn volle belangstelling. Voor uw bloemen veelmaals dank. Overstelp: den laatsten tijd door foto's wil ik de col lectie niet verder uitbreiden, waarom ik hier bij uw portret retourneer: mogelijk dat u sr t.z.t. een betere bestemming voor vindt. Tot mijn leedwezen moet ik ditmaal van alle interviews afzien. Hoogachtend, de secretaris Miller. Even bleef ze staren op het koude epistel, niet begrijpend, gekrenkt tot in 't diepst van haar ziel. Was dat de man, dien ze tot haar afgod had gemaakt, had ze aan hem zooveel stille melsjesdxoomen gewijd? Wreede ontgoocheling. In blinde woede rukte ze dan zijn foto's van den wand, wierp ze in het vuur, zag hoe ze tot asch verteer den. Toen lachte ze fel op. „Cynicus", stiet ze uit, „cynicus". Toen het vuur zijn vernielingsproces vol bracht had, herwon ze haar kalmte, kleedde zich en liep de frissche morgenlucht in, neuriënd het refrein van haar Lievelingslied: „Wo bist du geblleben, du köstliohe Zeit, Ihr Traume der Jugend, wie liegt ihr so weit". MARSKRAMER BESTOLEN. Op verzoek van den Commissaris van Politie alhier is te Enschedé aangehouden de 27- jarige loodgieter J. R. A. D., wonende :e Delft, die zich op 3 Januari jJ. had schuldig gemaakt aan diefstal van een kistje met kleine koopwaren ten nadeele van een logeer gast in een logement ie Haarlem. De aan gehoudene bekende. Hij had de gestolen voorwerpen in Amsterdam verkocht- De man is hier in verzekerde bewaring gesteld. CHRIST.-IIIST. JONGEREN. Mr. Dr. J. Schokking hoopt Vrijdagavond in Hotel „Lion d' Or" voor de groep Haarlem van de Ohrist.-Hist. Jongeren-Organisatie te spreken over het onderwerp: „De beteekenis van onze Constitutie". Mej. D. Vermeer zal deze bijeenkomst met zang opluisteren. ROZEKRÜÏSFRS OENOOTSCIMP. Op Vrijdagavond 21 dezer zal voor het Rozekruisers Genootschap in het gebouw Bakenessergracht 13, de heer J. Leene spre ken over: „De mystieke beteekenis van edel gesteenten in den Biibel". Jantje (tot den Zondag schoolonderwijzer Maar meester, als de menschen nu in een bodemloozen put gestopt worden, waar moe ten ze dan op staan?" (Humorist). HET PARKEEREN VAN AUTO'S. AANWIJZING DER PARKEER TERREINEN. Thans is de wijziging van de Algemeene Politieverordening, waartoe de raad 4 weken geleden besloot, afgekondigd. De politie kan evenwel de nieuwe bepalin gen Inzake het verwijzen van auto's naar parkeerterreinen, nog niet toepassen, omdat B. en W. eerst de parkeerterreinen moeten aanwijzen. Indertijd hebben wij al medege deeld. dat overwogen werd om het parkeeren aan te wijzen het. verhoogde gedeelte van de Groote Markt, de Nassaulaan en de Ged. Oude Gracht tusschen Groote Houtstraat en Kleine Houtstraat. SPOOR- EN TRAMWEGPERSONEEL. Door de af deeling Haarlem van de Nederl. Vereeniging van Spoor- en Tramwegperso neel werd Dinsdagavond in het gebouw „Het Blauwe Kruis" de Jaarvergadering gehouden onder voorzitterschap van den heer J. D. Mulder. In zijn openingswoord deelde, de voorzitter mede, dat het ledental thans 1011 bedraagt. Bij de extra uitkeering, welke aan het per soneel verstrekt werd, heeft het bestuur een inzameling gehouden voor het gezin Beckers te Maastricht, die f 52.60 opbracht, terwijl reeds eerder aan de plaatselijke centrale al daar een bedrag is gegeven als resultaat van een inzameling. Hierna kwam in behandeling het jaar verslag van den secretaris, den heer H. van den Berg. welk verslag evenals dat van den penningmeester, den heer P. Klingens met algemeene stemmen werd goedgekeurd. Bij de bestuursverkiezing werd de voor zitter met een groote meerderheid van stem men herkozen, evenals de bestuurders P. de Vries. A. de Vries, N. de Kruijf, J. Roos en de penningmeester P. Klingens, terwijl in de plaats van den H. Kneijnsberg. die geen candidatuur meer kon aanvaarden W. H. Bouter werd gekozen. Voor de sluiting deelde de voorzitter nog mede dat Vrijdag a.s. een vergadering zal plaats vinden, waar de heer Edo Fimmen als spreker zal optreden en voorts dat binnen kort de tooneelvereeniging „Vooruitgang" op nieuw een uitvoering voor de leden zal geven waar de heer P. Schmidt als spreker zal op treden. TIE NIETJWE ZIEKTEWET. Nog altijd is niet bekend, op welken da tum alle artikelen van de nieuwe Ziektewet in werking treden. De wet zelf treedt 1 Maart as. in werking, maar met enkele artikelen zal dit eerst la ter geschieden, totdat er een besisslng over genomen is. zooals o.a. art. 48, dat vermoe delijk eerst van kracht wordt als de Zie kenfondswet zal zijn afgekondigd èn art. 124. dat eerst aan het eind van dit jaar in wer king treedt. Toen we bij den Raad van Ar beid eenige nadere inlichtingen wilden in winnen, kon men ons nog niet meedeelen, of ziekengeld al dadelijk na 1 Maart uitge keerd zal worden of drie dagen later, en ook nog niet op welke wijze de contröle zal wor den uitgeoefend. Hierover moe+en nog eeni ge besprekingen paats hebben. Maar een be slissing ls spoedig te wachten; ook over de vraag wat er gebeurt met iemand, die voor 1 Maart ziek werd en dit in Maart nog is. De bedoeling is om het voor de werkge vers zoo gemakkeijk mogelijk te maken. De aanmelding van ziektegevallen moet ge schieden per formulier, die de werkgever in een minimum van tijd in voorraad kan krij gen. De premiebetaling geschiedt bij den Raad van Arbeid niet in voorschot. Die wordt tweemaal per jaar vastgesteld naar aanlei ding van de loonlijsten. We komen hierop spoedig nader terug. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per re?el. STOFZUIGERHUIS MAERTEN5 BARTELJORISSTRA AT 16 TFI FFOON 107r« HOBBY VLOER WRIJVERS f125.- VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1552 WANTEN Baby wordt wakker besluit om de familie nog wat te laten rusten hij kan zich nog wel een tijdje met duimzuigen oe- zig.icuden hé. wat is dat nou? Wanten! misschien kan hij er door. heen zuigen neen, dat ls toch niet je dat en hij kan ze ook niet af krijgen, want ze zijn vast gebonden hij had nooit vermoed dat zijn bloedeigen moeder hem zoo zou behandelen enfin, het is nog geen vijf uur, maar ze hebben het dan toch ook alleen aa zichzelf te wijten. (Nadruk verboden). Plaatselijke keuze. Winkelverkoop. V ennootschapsvergunningen. Op 9 Juni 1927 werd door den toenmaligen Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid een ontwerp-Drankwet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend, hetwelk ten slotte niet in openbare behandeling is ge komen. In de Memorie van Antwoord, betref fende de Staatsbegrooting 1930, deelde de opvolger van Minister Slotemaker de Bruine mede, dat hij het aanhangige wetsontwerp niet ongewijzigd wenschte te handhaven en bij schrijven van 22 Januari 1930 werd dan ook een „Nadere nota van wijzigingen" inge diend. De voorgestelde wijzigingen zijn van ingrijpenden aard en behelzen in hoofdzaak drie punten. Zoo wordt het voorstel tot invoe ring van plaatselijke keuze teruggenomen, geen verbod voorgesteld, van verkoop per flesch van zwak-alcohollsche dranken in winkels, waarin ook in andere artikelen nering wordt gedreven, terwijl nadere voor zieningen worden voorgesteld met betrekking tot de z.g. vennootschapsvergunningen. Het eerste voorstel niet-invoering van plaatse lijke keuze motiveert de Minister door op te merken, dat deze aangelegenheid bij af zonderlijk wetsontwerp aan de orde gesteld zöu moeten worden, doch de Minister is „vooralsnog niet bereid daartoe over te gaan" m. a.w. van invoering van plaatselijke keuze is van dezen bewindsman niets te verwach ten. Wat den verkoop van zwak-alcoholische dranken in winkels betreft, wijst de Minister er op, dat deze verkoop, onder zekere omstan digheden een schaduwzijde kan hebben, doch op zichzelf niet van dien aard is, dat een verbod uitgevaardigd moet worden, waar door eenerzijds de belangen van tal van middenstanders in het gedrang zouden ko men. anderzijds een zekere looo in het leven geroepen zou worden naar vergunningszaken om zulk een drank te verschaffen, die 00 zich zelf een niet-eevaarlijk een of mi'*'iel is. Daarbij komt nog dat er waarborgen zijn o.m. door een voorgestelde aanvulling in dien zin, dat het verboden is drank in winkels aanwe zig te hebben, te verstrekken of het gebruik er van toe te laten, anders dan in gesloten flesschen, kannen, kruiken of vaten. Wat de derde wijziging betreft, blijkt de Minister van oordeel, dat kan worden toege laten, dat voor restaurants en dergelijke in richtingen een vennootschapsvergunning geldt, omdat in den regel dan de geldelijke kracht om de inrichting op een zeker peil te brengen en te houden aanwezig is. Het spreekt bijna wel van zelf, dat deze Nota veel stof heeft doen opwaaien. De tegen standers van Plaatselijke keuze verheugen zich natuurlijk over den gang van zaken en zien een zekeren „dwang" afgewend. Daar tegenover wijzen de voorstanders er 00, da^ het hunne bedoeling niet is een nationaal „verbod" uitgevaardigd te zien. doch daar een drankverbod 1nv®vo°rd te krtl°en. waar de bevolking er zelf om vraagt. Deze zal dus ia „vrijheid" beslissen. Over den z.g. winkelverkoop bestaat evenmin een eensiuiaend oordeel. De vele midaen- standsbedrijven, welke reeds jaren lang een niet onbelangrijk gedeelte van hun omzet in den verkoop van dranken vinden, zouden door een verbod ernstig gedupeerd worden en deze kunstmatige debietbeperking moeilijk kunnen verdragen. Daarbij komt nog, dat aan de hand van statistische gegevens aangetoond kan worden, dat het drankgebruik hier te lande sterk is afgenomen, terwijl van toene mend bier- en wijngebruik, ondanks het vrij- zijn van den winkelverkoop, geen sprake is, In het café- en restaurantbedrijf staat men gematigd onverschillig tegenover dezen win kelverkoop. Een gedeelte dezer bedrijven is van oordeel, dat deze verkoop het bezoek aan cafés en restaurants nadeeiig zal beïnvloeden, een ander gedeelte meent, dat wie eenmaal gewoon is „flesschen" te koopen, door een verbod van „winkelverkoop" een straat ver der zal gaan en zich naar een filiaal van een wijnhandel zal begeven. Wat de kwestie der vennootschapsvergun ningen betreft, zit de zaak als volgt- Op 1 Mei 1930 zouden komen te vervallen de ver gunningen en bijzondere vergugningen van vóór 1 Mei 1904, verleend aan rechtspersonen. Een en ander is het gevolg van het uitster vingssysteem, hetwelk aan de Drankwet ten grondslag ligt. De vrees is nu ontstaan, dat het aantal vergunningen te klein zou worden en Minister Verschuur heeft daarom voorge steld het uitstervingssysteem in een niet al te snel tempo te doen verloopen, en te bepa len, dat voor restaurants en dergelijke in richtingen een vennootschapsvergunning geldt, omdat in den regel dan de geldelijke kracht om de inrichting on een zeker peil te houden aawezig is. Bij algemeenen maatregel van Bestuur zuilen normen voor deze inricn- tingen worden vastgesteld. De tegenwoordige Minister staat ten aanzien van dit punt dus niet op het standpunt van zijn voorganger. Laatstgenoemde zag de macht van „bierkapi- taal" als een groot bezwaar, eerstgenoemde denkt over de beteekenis van kapitaal om restaurants en café s van behoorlijk aanzien te verkrijgen, geheel anders. Van meer dan één zijde meent men dat Minister Verschuur niet ver genoeg gaat en met name vindt men het in die kringen een bezwaar, dat in het vervolg slechts één vergunning aan een rechtspersoon toegekend kan worden en dat de thans bestaande rechtspersonen, die meer dan één vergunning hebben, er geen vergun ningen mee- zul'en kunnen bijkrijgen. Intusschen nadert de datum van 1 Mei 1930 en met beiangstel'ing ziet men de openba e behandeling der nieuwe voorstellen tegemoet. FEUILLETON 5) Roman van HULBERT FOOTNER. Z11 had een bruin valies, een vettig bun deltje. en vierkant pak in papier gewikkeld, een Jas en en paraoluie. U zei. dat koffers verboden waren. legde zij uit. Ik had maar één valles en daar kon lk niet alles in krijgen. Een halven nacht heb ik zitten prakkezeeren hoe weinig ik maar mee kon nemen. we zullen u een koffer geven bij de Landing, zei hij. Ben lk behoo^ijk gekleed? vroeg zi) met een bl'k on zichzelf. Garth gllnilachte. Zij zag er n°rfect uit en had voor een reis door het Noorden geen betere kleed in g kunnen uitdenken. Alles is in orde. kondigde zil aan. Zij wandelden nu samen naar het postkan toor. en Garth keek nu en dan zijdelings naar ziin gezellin. Natalie's gelaat betrok een wei nig. toen zij de postkoets zag staan. Deze leek geenszins op 't voertuig, dat zij er in haar romantische verbeelding van gemaakt had. uitgezonderd de vier paarden. Eigenlijk was het niets anders dan een ooen wagen, die sinds hli gemaakt werd. nooit gewasschen was en vol stof en modder zat. Achter de koet sier bevond zich een bak voor cle mail en de postzakken en daarachter waren in de leng te van den wagen twee banken voor de reizi gers. De ingang bestond uit een treeplank aan de achterzijde. Het wachten was nu op het bevel tot ver trek. Garth Tuelp Natalie bij het instappen en klom na haar in den wagen. De oogen van den koetsier en zijn gezellen werden on middellijk gericht in groote bewondering op het meisje met de groene veeren op haar hoed. Garth was verontwaardigd en voelde zich onbehaaglijk, doch Natalie, die alles in orde bevond, liet haar handen in haar schoot vallen en keek rond, alsof zij volkomen on bewust was van haar schoonheid. Garth had Natalie in den rechterhoek ge plaatst. Eer andere reizigster had reeds de tegen overgestelde plaats Ingenomen Zij leek tegen de veertig en was groot en hoekig: haar haar was hard geel en viel In een meisjesachtige vlecht van achter naar beneden. Haar knieën raakten die van Natalie. Klokslag acht uur ging de deur van 't post kantoor open en de laatste postzak werd in den wagen geladen. Nog steeds maakte de koetsier geen aanstalten om zijn plaats in te nemen en Garth, die naarmate de minuten verstreken onrustiger werd, 6tapte uit en ging op hem toe. Goeden morgen, koetsier, zei hij. terwijl de omstanders verbaasd opkeken. Waar is het wachten op? HIJ keek Garth aan met zijn zachte blauwe oogen. Ik mag niet vertrekken zonder Nick Grylls, zei hij. Hij heeft twee plaatsen be sproken. Garth begreep, dat hij den naam van een groot man moest vernomen hebben. Wie is die mr. Grylls? vroeg Garth, zijn reporters-Instinct volgend. Die kent Nick Grylls niet! riep Paul Smileuy. de koetsier, uit. terwijl hij verbaasd den kring rondkeek. U bent zeker een vreem deling! Nick Grylls is een prachtkerel! De grootste vrijhandelaar van het Noorden, met een buitengewonen invloed op de inboorlin gen; doet met ze wat hij wil. Daar is hij al! Allemaal present! Toen Garth zijn plaats bij Natalie had in genomen, zag hij een ruwe, breedgeschou derde figuur aankomen Onder een breeden hoed zag hij een rood. brutaal en arrogant gezicht, en een paar vette lippen, die een groote sigaar op en neer rolden. Achter hem volgde een jongen, die liep te waggelen on der het gewicht van een grooten koffer. Toen hij bij den wagen kwam, liet hij een paar groote woorden los bij wijze van groet aan de omstander-s Hij nam den koffer van den Jon gen over en lieesch zich den wagen in, smeet zijn vracht tusschen de mailpakken en nam bij den koetsier plaats. De jonge inboorling sprong op de tree achter aan den wagen en een andere reiziger nam de plaats tegenover Garth in. De oude Paul knalde met de zweep en zette zijn paarden aan en de postkoets rolde weg naar het Noorden met haar bont gezelschap. Toen men door de voorstad reed, keerde de vette rug voor in den wagen zich om en het roode gezicht keek de reizieers aan. Hallo, ouwe Nell! galmde Nick. De vrouw lachte zielig. Hoe maakt u het mr. Grylls? vroeg zij op haar beurt. Prachtig hoor! riep hij. De beweging van Nick was blijkbaar alleen om Natalie een oogenblik rustig in het ge laat te kunnen zien. De brutaliteit van de kleine, zwemmende varkensoogen irriteerde Garth. Ook de jonge man tegenover hem zat dom en sullig Natalie aan te gapen. Ik gevoel me als een zeldzame vogel, fluisterde Natalie hem in het oor. Dat bent u, zei hij grimmig. Ik geloof, dat het beter is, dat u mijn naam niet uit spreekt. voegde hij er aan toe. Ik zal ook u niet bij uw naam noemen. We moeten op alle gebeurtenissen voorbereid zijn. Ik zal opletten, zei zij. Om zichzelf eenigszins te rechtvaardigen was Nick Grylls na zijnonderzoek zoo vrien delijk om zich even te schamen. Hij tracht te zijn gezicht een beleefde uitdrukking te geven; maar Garth noemde het gluren. Mooi weer voor onze reis zei hij. Allen bevestigden dit in verschillende toon aarden; ook Garth. U bent een krantenman uit New-York! zei Grvlls tot Garth. Dat is zoo! zei deze rustig. Ze hebben me verteld, dat u over het land gaat schriiven. ging Grylls verder, ter wijl hij poogde het respect en de achterdocht te onderdrukken die menschen als hij ge voelden voor den man. die schrijft. Ik kan u heel wat over de streek vertellen, sneed hij op. Garth bedankte hem. Een ongewone reis voor een dame! zei Nick weer, kennelijk zijn best doende om Na talie in hetgesnrek te betrekken. Maar in dit seizoen is iedereen op reLs. De bisschon reist comfortabel genoeg; een aparte tent voor de vrouwen. -> Zijn poging had geen succes. Natalie b*eef beminnelijk voor zich uitkijken. Oude Paul lachte hem toe met een vertrouwelijken glim lach. Waarom reist u niet naar het Oosten mr. Smlley? vroeg oude Nell ineens. Reizen? Daar heb ik eenoog van. mijn kind! zei hij. Vijf en veertig iaar ee'ed^n ving ik naar het Oosten tot W'nnlpeg, waar lk een vrouw kre^g. Ik bracht haar mee te rug in een Red Rlver-kar. Achthonderd mij len ver en niets dan vijandige Roodhuiden onderweg! Wat beteekent het reizen vandaag aan den dag? Bent u hier vandaan? vro°g Garth, die hoopte od een verhaaltje voor de Leader. Van Howard House ten westen van hier In de bergen, zei Paul. Paul is al uit den ouden tijd. zei Grylls. wien de wending, die het gesprek nam, ver veelde. Een van de eerste acht. die in Prince George de spa in den grond staken, zei de oude man trotsch. Zij hadden, nu de stad verlaten en reden. of liever hobbelden over de prairie. Het was hier geen ledige vlakte, maar een verzame ling parkachtige en toch natuurlijke wrt'ten, die werden onderbroken door groepjes wilgen en nonulieren. Natalie had nooit zulke weelderige groene partijen gezien en zulke verscheidenheid van wilde bloemen. Nu en dan passeerde men een logge hut. met een laag groen dak. Deze hut ten waren als samengegroeid met het land schap en. hoe lomp ze ook gebouwd waren, ze misstonden geensztns. Toen zij bij een van die hutten stilhielden voor het middagmaal, lette Garth nauwkeu rig op hoe Natalie haar eerste aanraking met dit wilde leven zou opvatten. Doch verre van afkeerig te zijn van zout varkensvleesch, boonen en bittere thee, at zij met veel smaak alsof dit steeds haar gerecht was geweest. Zij zal het er best afbrengen, dacht hij met geruststelling. Later, toen zij een laneen tocht maakten door het zand in de volle hitte van den na middag, had Paul nlelzier in den draf van zijn paarden, Hij glimlachte als een kind bij de belangstelling, die Garth en Nafalie voor zün verhalen aan den dag legden. Terwi.j1 hij zich tot hen wendde, wees hij naar een rots, d'ï door een prachtigen pijnboom werd be kroond. en zei: Cannibal HUI. Daar h««ft e«m indiaan, St ift genaamd, zijn verbMJf gehad. Het was een groote. prachtig gesnierde kerel, een goed Tndiaan: en als ik zeg dat een ron-^M'd go^d is, dan is hij heel goed. D-we Swift had een vrouw en tien k'nderen. Hij jaagde voor ben da? en nacht. Maar on een kwaden dag werd hij krankzinnig. HU doodde zijn kinderen en at ze een voor een op. te beginnen met het jongsteMet mijn eigen oogen heb ik de asch van hun beenderen gezien. (Wordt vervolgd-).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6