DE SCHIMMEN VAN HET LEVEN.
HET NACHTASYL, EN HET
OUDE HUIS
WIL.WANT
'x WEET. DATDE^i
0VERW1NNING\
IS AAN HEN DIE If
WILLEN I
c
j
AGENDA
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 22 FEBRUARI 1930
TWEEDE BLAD
et Oude Huis staat er al eeuwenlang.
Er zdjn meer gebouwen in Holland,
die zoo oud zijn. Er zijn er zelfs nog
ouder. Maar geen kan zooveel
menschenleed binnen zijn zware muren ge
kend hebben als dit. Als het Huis spreken
kon.
Eerst was het Dol- en Pesthuys, later heette
het Buitengasthuis. Toen stond het langen
tijd leeg en werd verwaarloosd, tot Amster
dam het aan Jonker en zijn vrouw voor hun
nobel werk afstond. Het werd de groote Toe
vlucht der Onbehulsden.
Er is altijd in dit Oude Huis geleden, maar
er is ook altijd in gepoogd, om de lijders te
helpen. Daarom moet het, zijn, dat er geen
beklemmende sfeer heerscht in zijn groote
holle zalen en zolders.
Van buiten gezien is het een somber, mas
saal, vierkant gebouw. Het is streng en grijs.
Het heeft iets weemoedigs, maar niet afstoo-
tends, want het is zoo mooi van lijn en in
deeling. Het is als een statige burcht van die
oude architectuur van eeuwen her, die in een-
voudigen opzet zulke prachtige resultaten
wist te bereiken.
De toegang is meer dan leelijk. Van de
drukke, rommelige, stijllooze Overtoom, ty
pisch voorbeeld van de altijd-verstoorde ver
houdingen van een gedempte gracht, waar
de huizenrijen in een soort kille 'verlatenheid
verwijderd blijven van de te breede straat,
gaat ge de tweede Constantijn Huygsnsstraa'
in. Die is heel erg. Bovendien staat er nu
een groot blok huizen uit den ergsten tijd
leeg, natuurlijk vol gebroken ruiten. Dit
moet verbouwd worden voor uitbreiding van
het aangrenzende Wilhelminagasfchuis. Het
is als een wonderlijke ironie: dat blok hoo-
ge leege huizen, vlak bij de Toevlucht voo:
Onbehuisden.
Dan komt ge aan een leelijke latten-schut-
t-ing, waarop de straat doodloopt. Er zijn
poorten in, er is een portiersloge. Dan een
voorplein, met boomen, 'waarachter statig
het Oude Huis verrijst, geweldig in zijn
machtige hoogte en breedte. Maar overal er
omheen, vlak naast elkaar, staan de leelijke
houten ziekenbarakken van de gemeente
Prachtig zou het Huis zijn als het nog op
zijn groote open vlakte verrees, door groen
omgeven. Nu is alles er rommelig tegen op
gedrongen. Alleen in het front is er wat
ruimte. Daar staat het monument voor Jon
ker en zijn vrouw, beiden al jaren geleden
gestorven. Maar ge moet heen en weer loo-
pen tusschen de barakken, bij bouwsels en
schuttingen om een uitzicht op het groote
Huis te krijgen.
Het is bouwvallig. De vroegere jaren van
verwaarloozing hebben ook dit sterke bouw
werk teveel aangetast. Het zal gesloopt wor
den, en het groote werk der Onbehuisden zal
een tijdelijke Toevlucht moeten vinden eer
nieuwe gebouwen ervoor verrijzen zullen. De
oude reus kraakt in zijn gebinten, de zij
muren zijn erg uitgeweken, er zijn zware
balken die tot molm verworden zijn en niets
meer dragen. Het Oude Huis kreuntniet
onder al het leed dat het gekend heeft, maar
onder de tientallen jaren van verlatenheid
die het, een generatie geleden, ondermijnden
Dit had niet zoo hoeven te zijn, als men toer
meer doorzicht getoond had.
Daarvan vertelt m'1 de directeur van de
Mannen-Afdee'ing. Wij vinden hem in eer
klein kantoortje achter ln het H'ils eer
kantoortje, afgeschut in een holle ptfzhuis-
ruimte, waarin getimmerd en gezaagd en ge
sjouwd wordt, waarin stille, allemaal ietwa*
schuw-schijnende, allemaal ietwat-geboger
loopende mannen aan het werk zijn. Het is
geen gewone bedvijvigheid, niet de levendige
pittige arbeid van een gewoon bedrijf. Het is
anders vreemd stil, onwezenlijk. En toch
zijn zij allen voortdurend bezig.
Wij overvallen den heer J. C. Gestman
min of meer, maar hij is dadelijk bereid om
ons alles te laten zien en te vertellen. Aan
hem is niets onwezenlijks. Een stoere, ste
vige, levenslustige Hollander, sterk en zelf
bewust, die houdt van dit moeilijke werk me'
zijn vele teleurstellingen en eindelooze com
plicaties ..anders was 't niet vol te hou
den" verzekert hij met overtuiging en die
een g-oote bewondering koestert voor zijn
hoofddirecteur, den heer G. H. Honing. Een
détail dat u interesseeren moet, van
wege de yeldzsamheid van dit verscbilnsel, en
omdat het dadelijk de zekerheid gee't
Hier wordt dus hard en met enthousiasme
gewerkt. Hier leven frlssche kracht en toe-
wiidlng.
Dat is overal zoo. in leder bedrijf of in
stelling. waar ge gulle woorden van bewonde
ring over den hoofdleider hoort.
Eerst brengt onze geleider ons naar het
Nachtasyl voor de mannen. Dat is een leelijke
iage barak achter het Groote Huis. Het heeft
een lagen ingang naar een kaal gangetje,
met een blinde deur aam het eind, waarboven
door R. P.
met teekeningen van Herman Heuff.
een wit carton met een spreuk in groote
zwarte letters hangt.
Links is een kil waohthokje, met een groote
spuwbak, vol zand, middenin. Daar wachten
de dakloozen die, van een kaart van de politie
voorzien, zich komen melden voor onderdak
in het asyl. Daarnaast een allereenvoudigste
badinrichting. En rechts de slaapzaal, het
eigenlijke asyl dus.
Geen oord van onderwereld-romantiek,
zooals Maxim Gorki het in Rusland gevonden
en beschreven heeft, zooals Berlijn die toe-
vluchten kent. Een lange, lage ruimte, met
strakke rijen lage bedden: ijzeren kribben
met het eenvoudigste beddengoed erin, op een
steenen vloer. Twee kachels verwarmen haar.
Het is sober, tot het allersoberste. De stich
ting heeft het niet royaal, moet woekeren
met 'haar inkomsten. Hier komen de zwei-vers
en de schipbreukelingen des levens, die g-e
strand zijn door eigen schuld of door het
noodlot, die vluchten naar de politie om een
dak boven het hoofd, een bescherming al
thans tegen koude en regen. Zij komen hier
en zijn in deze zaal slechts een nummer. Er
heerscht de strikste discipline. Eerst moeten
zij een bad nemen. Dan krijgen zij het ge-
stichts-nachthemd en kunnen te ruste gaan.
Er mag geen woord gesproken worden in die
zaal. Alleen hoesten, geritsel, gekraak van een
krib verbreekt er de stilte. Doordat de polltie-
kaart vereischt wordt komen nachtelijke
rechercheurs-bezoeken er zelden voor. De
politie weet wie zij erheen zendt. Dat is na
tuurlijk de beste toestand voortdurende
politiebezoeken aan het asyl zouden alleen
onrust geven. Dit is sterk, systematisch, disci
plinair georganiseerd. En 's nachts liggen daar
die tientallen ongeiukkigen, zwijgend. Velen
die er voor het eerst zijn kunnen niet. slapen,
maar zij hebben warmte en een dak boven
het hoofd, 's Morgens om zeven uur moeten
zij opstaan, zich kleeden, ontbijten en bij
den directeur verschijnen, die hun geval on
derzoekt, met een ambtenaar voor de nazorg.
Zij krijgen .goeden raad. Zij worden soms
naar hun eigen woonplaats teruggezonden.
Zij kunnen hier maar enkele nachten ver
blijven. Sommigen, wier geval daartoe aanlei
ding geeft, worden opgenomen in het inter
naat in het groote Huis. Daar kunnen zij
dan werken voor hun kost en inwoning, voor
kleeding en wat zakgeld.
Gang in het Nachtasyl.
Het Nachtasyl vertegenwoordigt het kort
ste stadium van het groote werk. Er liggen
soms zeventig menschen in. Op lange rijen
liggen zij, 's nachts, in het duister dat geladen
:s met hun leed, in de lange, lage doos met
den rooden steenen vloer
Vlak buiten het asyl is er een soort, schuur
Daar staan groote pakken geperst papier,
er liggen vodden overal. Er staat een
hydraulische machine om het papier te per
sen. Drie mannen, allen weer zoo aarzelend
en gebogen, schijnen er doelloos te bewegen.
Vooruit jongens", zegt de directeur vrien
delijk, „pak maar aan! Er mogen wel een
paar pakken méér geperst worden!"
Zij kijken even op. Eén mompelt iets, dof.
Dan komen zij weer wat in actie.
Wij gaan het Huis in, naar het internaat
en klimmen langs een groote, breede trap
met uitgeholde treden naar een holle cantine-
zaal. Enkele mannen zi.ten en staan daar.
Die hebben niets te doen, maar het lijkt- nog
minder. Zij bewegen nauwelijks, zij schijnen
in een soort trance te verkeeren. Er is er
een die over een stoelleuning hangt, dof
omlaag starend op het kale tafelblad. Hij
blijft roerloos als wij binnenkomen en langs
hem gaan. Er Is geen expressie in zijn ge
zicht. Hij lijkt maar half te leven. Heuff
heeft dit later uit geheugen geteekend
niet hém, maar zijn schim.
De man die wachtte.
Een ander ligt met het hoofd voorover op
tafel. Hij slaapt niet. Hij beweegt even loom.
Twee slaan er bij den kachel, stil, schijn
baar zonder elkaar of ons te zien- Eén maar
spreekt: zacht, toonloos en erg onderdanig,
met „directeur" om de twee woorden, tot
onzen geleider. Die antwoordt op zijn stevi-
gen, hartelijken toon, maar het lijkt nauwe
lijks effect te hebben. De ander blijft vaag
en toonloos.
Verder gaan wij, en het is of wij voortbe
wegen tussohen schimmen. Zij schijnen nog
maar half te leven, die „wrakken op de
levenszee" zooals de traditioneele term hen
noemt. Misschien s'.elt u zich iets hevigs, fels,
romantisch voor van zoo'n gezelschap ge-
declasseerden. Het tegendeel is waar. In hun
moedeloosheid, hun onderworpenheid, hun
gebogen houding, schijnen zij allen hetzelfde
Ge merkt geen verschil in leeftijden op, als
ge tusschen hen doorgaat. Geen verschil in
expressie ook, en nauwelijks zelfs verschil in
uiterlijk. Dat is juist het benauwende, het
aangrijpende van die groep: de grauwe een
tonigheid, de doffe geslagenheid. Een Vin
cent van Gogh zou hen hebben kunnen schil
deren zoodat het door de ziel zou snijden.
Het snijdt door de ziel als ge hen ziet.
Hun afdeelings-directeur beent stevig, pit
tig,af en toe een vrooüjk krachtig woord
sprekend, tusschen hen door Ge kunt u
voorstelen hoe zijn persoonlijkheid eiken dag
tusschen hen doorwaait als een frissche bries
van gezonden levenslust. En hoe weinigen
kan het nog baten!
Hij spreekt in korte woorden over de ein
delooze moeilijkheden van Nazorg- en Re-
classeeringswerk, beide aan het instituut ver
bonden. Er is zooveel aan verbonden. Dit
werk is steeds verder uitgegroeid. Er is ook
het Jongenshuis op de Prins Hendrikkade, het
Observatiehuis voor Jongens in de Vosmaer-
straat, de Stichting Jeannette-Oord (voor
meisjes boven veertien jaar) te Houten. Alle
maal instellingen van de Vereeniging Hulp
voor Onbehuisden. Het heele werk kost nu
zoowat. drie ton per jaar, waarvan de ge
meente Amsterdam de helft aan subsidie
geeft. Geweldige bedragen moeten aan giften
bijeengebracht worden: dat eischt ook alweer
bijzondere organisatie.
Wij zijn nu op de slaapzalen, met einde
looze rijen gelijk- en gelijkvormige geel
houten ledikanten, onder even eindelooze
reeksen zware dakbalken. Heuff heeft dit
ook geteekend. Het is een en al monotonie
van rechte lijnen. Er staat een stille man
eentonig te werken, schoon te maken. Hij
is weer net als de anderen.
De directeur zegt: „Er zijn menschen bij
die uit de laagste lagen der samenleving
zijn voortgekomen, die haast niets geleerd
hebben. Er zijn anderen die hun drie vreem
de talen spreken. Er zijn er met. academische
studies achter zich. Er zijn er die namen
dragen, die een uitstekenden klank in den
lande hebbenWat wilt u? Allemaal ge
derailleerd. Soms hopeloos- Meestal zichzelf
naar de weerga geholpen. Geen zelfrespect
meer, geen cultuurah. als ze dat kwijt
zijn, als hun cultureele Ik gebroken is, dan
belanden ze hier, komen met hun kaart aan
't NachtasylEn dan begin je te onder
zoeken, te praten, te probeeren
„Zit er meer eerzucht, meer wil om er boven
op te komen, in de menschen van „goeden
komaf', van intellec-tueele ontwikkeling0"
„Neen. Niet meer dan ln de anderen. En ze
passen zich hier ook aan. Het aanpassings
vermogen van een mensch is ongeloofe-
ïyk".
Wij zijn even in het Nachtasyl voor
vrouwen geweest. Er zit maar één vrouwtje,
een jonge moeder, met een baby van enkele
maanden. Het kind is ziek en hoest telkens
schor. Hier is alles wit en stil, maar toch
veel vriendelijker dan in het mann-asyl. De
vrouwenhand verraadt "zich, er is zelfs iets
van gezelligheid. Een stille zuster glijdt langs
ons.
Later zien we allerlei werk door mannen
verrichten. Wij komen voorbij den smid. den
timmerman, den schoenmaker. Hun werk is
allemaal voor de inrichting zelf, want zij
wil niet concurreeren op eenige arbeidsmarkt.
Alleen het Liefdewerk Oud Papier en de
kachelhoutjes-in-bossen gaan naar buiten
Dat levert geen bezwaar op.
Prachtig Is de binnenplaats, geheel om
sloten door het Huis. Hier kunt ge onbelem
merd de schoonheid van die strenge oude
architectuur bewonderen. En er is veel mooi
rood en bru'n in dc dakpannen, vee! kleur
ook in den steen. Midden op het plein onder
de boomen, staat een pompgebouwtje mei
een groote ouderwetsche lantaarn b^/enop.
Heuff's schildersoog is er dadelijk door ge
fascineerd.
Slaapzaal in het Internaat.
Het slot van het bezoek is tenslotte wel
dadig, omdat wij op de kinderafdeeiingen
komen. Daar is geen monotonie, geen ge
broken wil, geen gebogen hoofd. Daar bloeit
krachtig jong leven, bijtijds onttrokken aan
een gevaarlijke omgeving die het zou kunnen
verstikken. Daar is alles hoop en vertrouwen.
De jongensafdeelingen zijn vol jolig rumoe:
er wordt „gekoolkikt". écht, met- een groote
prop papier met 'n touw erom. De directeur
wordt er blij begroet. Zusters hebben er haar
handen mee vol, de orde te bewaren.
De meisjes-afdeelir.g geeft zelfs een won
derlijk mooi tafereeltje.
Want daar zitten wel een twintig kleine
meisjes bij elkaar, in kleine groene stoeltjes,
haar avondpap te eten. Eén zuster is erbij-
Zacht lamplicht schijnt erop uit de zware
balkenstructuren van den zolder, en de
kleine meisjes zijn er zoo teer en frisch en
blozend onder, in die grimmige, zware oude
omgeving die zooveel leed heeft geborgen.
eeuwenlangAlles is hier proper, zooals
trouwens overal in het reusachtige gebouw,
en de kleine meisjes zien er onberispelijk
netjes uit. De directeur zegt een vroolljk
woord, en een heele rij lachende snuitjes
wordt naar ons opgeheven. Dan lepelen de
kleintjes weer ijverig verder aan haar pap.
He: tafereeltje is zoo wonderlijk mooi van
teerheid en frischheid onder die zware bal
ken, dat Heuff en ik er stil van zijn. Het
heeft het licht, de schemering, de kleur, het
leven van een Gerard Dou. En ook is het
in blij en ontroerend contrast met de stille
schimmen in die zaal daar benedendc
schimmen van de mannen, die gebroken
zijn
Het zegt duidelijk en helder: Laat u niet
ontmoedigen, het Leven is groot en mooi en
vol belofte.
Ik geloof dat dit het slot moet zijn-
DE ONEENIGHEID IN DE NED
REISVEREENIGING.
RUMOERIGE VERGADERING IN
DEN HAAG.
De afdeellng Den Haag van de Nederland-
sche Reisvereeniging heeft Donderdagavond
in de groote zaal van den Dierentuin een
druk bezochte vergadering gehouden, waar
in o.a. het conflict in de vereeniging en In
het bijzonder de Barcelona-reis ter sprake
kwam, meldt de Tel. Na een dikwijls rumoe
rige discussie, werd ten- slotte een motie
aangenomen, die op de algemeene vergade
ring, welke op 1 Maart te Utrecht wordt ge
houden, zal worden voorgesteld. Gevraagd
wordt een grondig onderzoek naar de geste
der leiders en de financiën der N. R. V. Ver
der eischt de motie benoeming van een com
missie van drie deskundigen, onafhanke
lijke personen en geen hoofdbestuursleden,
die ten allen tijde gelegenheid zullen krij
gen, de bescheiden in te zien en het recht
zullen hebben zich andere leden te assu-
meeren. Verder moet de commissie de be
voegdheid hebben zich door een accountant
te laten bijstaan. De motie vraagt ten slotte
dat elk der afdeelingen van Amsterdam,
Rotterdam en Den Haag. op een afdeelings-
vergadering één commissielid zal benoemen
en dat het rapport der commissie volledig
zal worden gepubliceerd.
Over de vergadering schrijft het blad
voorts:
De Barcclonareis.
Een zeer scherp debat heeft zich over de
leiding der bekende Barcelonareis en Oriëiit-
reis ontsponnen, waarbij de algemeene voor
zitter der N.R.V., mr. M. J. v. d. Flier en dc
heer R. van Waard, lid van het hoofdbestuur
en voorzitter der commissie voor de zeerei
zen zeer fel tegenover elkander stonden.
De eerste spreker mr. M. J. v. d. Flier,
wees op de aan het licht gekomen feiten bij
de Barcelona-ceis en critiseerde ernstig het
feit. dat vier van de zes leiders niet hadden
geschroomd hun dames gratis te laten mee
reizen. wat hij in strijd noemde met de
Toynbee-gedachte, die bij de Reisvereeniging
behoort voor te zitten. Wordt hiermede ge
broken, dan is het met de vereeniging ge
daan en spreker verklaarde, als hiertegen
geen stelling wordt genomen, zich zeker uit
de N. R. V. te zullen terugtrekken. Daarna
viel spr. heftig de leiding van den heer Van
Waard bij de Oriëntreis aan die ook hier
bij niet geschroomd heeft te trachten voor
zijn vrouw een vrijbiljet te krijgen. Daar de
heer Van Waard dit ontkend heeft overlegde
de heer v. d. Flier thans aan de vergadering
de schriftelijke bewijsstukken, waaruit bleek,
dat- de heer Van W. bij de directie der N.R.V.
pogingen in die richting had laten aanwen
den. (Helsch gefluit en rumoer.) Ten slotte
verdedigde snreker zich tegen de beschul
diging. dat hij eens gedurende een weekend
naar Londen met de „Rijndam" met zijn
vrouw en kinderen gratis had meegereisd.
De leiding had hem toen uitgenoodlgd, maar
omdat spr. zijn Zaterdagmiddagen en Zon
dagen steeds in zijn gezin doorbrengt en
hierin geen verandering wilde brengen, üad
men hem toen met zijn gebeele gezin uit-ge-
noodigd. Dit was nu het eenige wat men
tegen sprekers beleid in de twintig jaar. dat
hij geheel belangeloos zijn kracht-en aan de
N.R.V. heeft gegeven, heeft kunnen inbren
gen (Daverend applaus.)
Vervolgens sprak de heer R van Waard,
die begon met het omvangrijke werk te
schetsen, dat de commissie voor de zeereizen
steeds geheel belangeloos heeft gedaan. Bij
de zeereizen naar Noorwegen gingen tw*y>
dames officieel als leidsters mee en de com
missie had, volgens spr., volmacht om dames
krachten voor niets mee te nemen. Dit was
dan tevens een compensatie voor wat som
mige echtgenooten van de leiders krijgen, die
zooveel van hun tijd voor het werk der zee
reizen gaven en waarbij ook de dames dik
werf assisteerden. Dat bij de Barcelonareis
vier leiders hun dames gratis hadden mee
genomen, lag in de bevoegdheid der commis
sie. Spr. bleef ontkennen. dat hij by de
oriëntreis buiten zijn boekje was waan en
verklaarde, wat de reis van mr. v d F!i?r met
zUn gezin betreft dat deze zelf voor zijn fa
milie gratis nassage zou hebben gevraagd.
Mr. v. d. Flier: U liegt! (rumoer en geha
mer).
6pr. eindigde met op te merken, dat hij
geen enkel onderzoek schuwt, (applaus).
Hierna sprak o.a. nog het hoofdbestuurs
lid de heer J. G. Beurs uit Utrecht, lid der
commissie van onderzoek Ln de Barcelona
reis, die verklaarde, dat het hoofdbestuur
nooit bekend is geweest met het door den
heer Van Waard beweerde feit, dat dames
van leiders op zeereizen gratis mochten mee
genomen worden, als de commissie dit ver
koos. Dit drulscht geheel in tegen
de gedachte der N. R. V. en was
dan ook nooit by andere reizen toegepast.
Spr. was van meening, dat de N.R.V. ziek is
en de wonde plekken zonder aanzien des per-
soons zoo spoedig mogelijk moeten worden
uitgesneden, (toejuichingen)
OUDE VROUW IN DEN HAAG
OVERREDEN.
Het slachtoffer overleden.
Vrijdagochtend ls op de Prinsengracht in
Den Haag ter hoogte van de Lange Beesten
markt een ongeluk met doodelijken afloop
gebeurd, meldt het Hbld.
Een tramwagen van iyn 13, komende van
de Brouwersgracht reed daar waar zich
naast de baan een verhoogd trottoir bevindt,
op welk trottoir een bejaarde vrouw liep
achter de rij marktkramen. De bestuurder
zag de vrouw en hield daarmee rekening.
Plotseling echter, nauweiyks twee meter voor
de tram. wilde de vrouw oversteken; het
tramgebel had zU biykbaar niet gehoord.
Een aanrydlng kon toen niet meer worden
voorkomen: de vrouw werd door den baan-
schuiver gegrepen. Toen de tram stilstond
lag zy tusschen den voorkant van den baan-
schulver vóór de wieien.
De G. G. D. vervoerde de vrouw, die een
schedelbreuk en verschillende kneuzingen
had bekomen naar het Gem. Ziekenhuis aan
den Zuidwal, waar zy na aankomst is over
leden.
ZATERDAG 22 FEBRUARI.
Stadsschouwburg: „De blauwe oog en vaa
den Keizer", 8 uur.
Palace: „Dich hab lch geliebt". Toonoel: 4
Osiris. 2y30 en 8.15 uur.
Luxor Theater: „Venus in Rok". Tooneel:
The Hendersons en Clown Freddyal, 2.30 on
8 15 uur.
Rembrandt Theater: „Melodie des Her-
zens". Tooneel: Svetlanoff, 2.30, 7 en 915 uur
ZONDAG 23 FEBRUARI.
Stadsschouwburg. Fritz Hlrsch Operette.
„Wenn der weisse Fllcder blüht," 8 uur.
Schouwburg Jansweg: „De Big van het
1.68ste", 8 15 uur.
Gem. Concertzaal. Gezelschap Jacq. van
Byievclt: „O. Yes, Kitty". 8 uur.
Namiddar-cocert H. O. V. o. I. van Ed. vaa
Bei num. 2.30 uur.
Gebouw Bloemhof. Kinderoperette .JDe
Tooverring". 7.30 uur.
Remonstrantenhuls, Wilhelminastraat 22.
Ver. van Soiritisten „Harmonia", wydlngs-
morgen, 10.30 uur.
Gebouw „Caecflia", Jansstraat 50. Cursus
vergadering Ver. „De Dageraad", 10.30 uur
v.m.
Bioscoopvoorstellingen van 2 uur af.
MAANDAG 24 FEBRUARI.
StadsschouwburgAbonnementsvooratel-
lin*. 2e serie. .Beschuit met Muisjes". 8 u.
Gem. Concertzaal. Ned. Chr. Reisvereeni
ging. Filmavond „De Eeuwige Stilte". 8 15 u.
Gebouw Protestantenbond. Voo* rraette
ledenvergadering Ned. Reisvereen., 8 uur.
Gebouw Theosofia, Nassauplrin 8: Alg.
Ned. Vrouwen Vredebond. Ko Borsten: ,.De
Vrede van de Daad". 8 uur.
Bioscoopvoorstellingen.
Dagelyks: Waag. „Kunst zy ons Doel". Ten
toonstelling Limburgsche Kunstkring.
Teyler's Museum, Spaarae 16. Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan-*
dag-, toegang vrij, 1