DE SCHIMMEN VAN HET LEVEN. HET NACHTASYL, EN HET OUDE HUIS WIL.WANT 'x WEET. DATDE^i 0VERW1NNING\ IS AAN HEN DIE If WILLEN I c j AGENDA HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 22 FEBRUARI 1930 TWEEDE BLAD et Oude Huis staat er al eeuwenlang. Er zdjn meer gebouwen in Holland, die zoo oud zijn. Er zijn er zelfs nog ouder. Maar geen kan zooveel menschenleed binnen zijn zware muren ge kend hebben als dit. Als het Huis spreken kon. Eerst was het Dol- en Pesthuys, later heette het Buitengasthuis. Toen stond het langen tijd leeg en werd verwaarloosd, tot Amster dam het aan Jonker en zijn vrouw voor hun nobel werk afstond. Het werd de groote Toe vlucht der Onbehulsden. Er is altijd in dit Oude Huis geleden, maar er is ook altijd in gepoogd, om de lijders te helpen. Daarom moet het, zijn, dat er geen beklemmende sfeer heerscht in zijn groote holle zalen en zolders. Van buiten gezien is het een somber, mas saal, vierkant gebouw. Het is streng en grijs. Het heeft iets weemoedigs, maar niet afstoo- tends, want het is zoo mooi van lijn en in deeling. Het is als een statige burcht van die oude architectuur van eeuwen her, die in een- voudigen opzet zulke prachtige resultaten wist te bereiken. De toegang is meer dan leelijk. Van de drukke, rommelige, stijllooze Overtoom, ty pisch voorbeeld van de altijd-verstoorde ver houdingen van een gedempte gracht, waar de huizenrijen in een soort kille 'verlatenheid verwijderd blijven van de te breede straat, gaat ge de tweede Constantijn Huygsnsstraa' in. Die is heel erg. Bovendien staat er nu een groot blok huizen uit den ergsten tijd leeg, natuurlijk vol gebroken ruiten. Dit moet verbouwd worden voor uitbreiding van het aangrenzende Wilhelminagasfchuis. Het is als een wonderlijke ironie: dat blok hoo- ge leege huizen, vlak bij de Toevlucht voo: Onbehuisden. Dan komt ge aan een leelijke latten-schut- t-ing, waarop de straat doodloopt. Er zijn poorten in, er is een portiersloge. Dan een voorplein, met boomen, 'waarachter statig het Oude Huis verrijst, geweldig in zijn machtige hoogte en breedte. Maar overal er omheen, vlak naast elkaar, staan de leelijke houten ziekenbarakken van de gemeente Prachtig zou het Huis zijn als het nog op zijn groote open vlakte verrees, door groen omgeven. Nu is alles er rommelig tegen op gedrongen. Alleen in het front is er wat ruimte. Daar staat het monument voor Jon ker en zijn vrouw, beiden al jaren geleden gestorven. Maar ge moet heen en weer loo- pen tusschen de barakken, bij bouwsels en schuttingen om een uitzicht op het groote Huis te krijgen. Het is bouwvallig. De vroegere jaren van verwaarloozing hebben ook dit sterke bouw werk teveel aangetast. Het zal gesloopt wor den, en het groote werk der Onbehuisden zal een tijdelijke Toevlucht moeten vinden eer nieuwe gebouwen ervoor verrijzen zullen. De oude reus kraakt in zijn gebinten, de zij muren zijn erg uitgeweken, er zijn zware balken die tot molm verworden zijn en niets meer dragen. Het Oude Huis kreuntniet onder al het leed dat het gekend heeft, maar onder de tientallen jaren van verlatenheid die het, een generatie geleden, ondermijnden Dit had niet zoo hoeven te zijn, als men toer meer doorzicht getoond had. Daarvan vertelt m'1 de directeur van de Mannen-Afdee'ing. Wij vinden hem in eer klein kantoortje achter ln het H'ils eer kantoortje, afgeschut in een holle ptfzhuis- ruimte, waarin getimmerd en gezaagd en ge sjouwd wordt, waarin stille, allemaal ietwa* schuw-schijnende, allemaal ietwat-geboger loopende mannen aan het werk zijn. Het is geen gewone bedvijvigheid, niet de levendige pittige arbeid van een gewoon bedrijf. Het is anders vreemd stil, onwezenlijk. En toch zijn zij allen voortdurend bezig. Wij overvallen den heer J. C. Gestman min of meer, maar hij is dadelijk bereid om ons alles te laten zien en te vertellen. Aan hem is niets onwezenlijks. Een stoere, ste vige, levenslustige Hollander, sterk en zelf bewust, die houdt van dit moeilijke werk me' zijn vele teleurstellingen en eindelooze com plicaties ..anders was 't niet vol te hou den" verzekert hij met overtuiging en die een g-oote bewondering koestert voor zijn hoofddirecteur, den heer G. H. Honing. Een détail dat u interesseeren moet, van wege de yeldzsamheid van dit verscbilnsel, en omdat het dadelijk de zekerheid gee't Hier wordt dus hard en met enthousiasme gewerkt. Hier leven frlssche kracht en toe- wiidlng. Dat is overal zoo. in leder bedrijf of in stelling. waar ge gulle woorden van bewonde ring over den hoofdleider hoort. Eerst brengt onze geleider ons naar het Nachtasyl voor de mannen. Dat is een leelijke iage barak achter het Groote Huis. Het heeft een lagen ingang naar een kaal gangetje, met een blinde deur aam het eind, waarboven door R. P. met teekeningen van Herman Heuff. een wit carton met een spreuk in groote zwarte letters hangt. Links is een kil waohthokje, met een groote spuwbak, vol zand, middenin. Daar wachten de dakloozen die, van een kaart van de politie voorzien, zich komen melden voor onderdak in het asyl. Daarnaast een allereenvoudigste badinrichting. En rechts de slaapzaal, het eigenlijke asyl dus. Geen oord van onderwereld-romantiek, zooals Maxim Gorki het in Rusland gevonden en beschreven heeft, zooals Berlijn die toe- vluchten kent. Een lange, lage ruimte, met strakke rijen lage bedden: ijzeren kribben met het eenvoudigste beddengoed erin, op een steenen vloer. Twee kachels verwarmen haar. Het is sober, tot het allersoberste. De stich ting heeft het niet royaal, moet woekeren met 'haar inkomsten. Hier komen de zwei-vers en de schipbreukelingen des levens, die g-e strand zijn door eigen schuld of door het noodlot, die vluchten naar de politie om een dak boven het hoofd, een bescherming al thans tegen koude en regen. Zij komen hier en zijn in deze zaal slechts een nummer. Er heerscht de strikste discipline. Eerst moeten zij een bad nemen. Dan krijgen zij het ge- stichts-nachthemd en kunnen te ruste gaan. Er mag geen woord gesproken worden in die zaal. Alleen hoesten, geritsel, gekraak van een krib verbreekt er de stilte. Doordat de polltie- kaart vereischt wordt komen nachtelijke rechercheurs-bezoeken er zelden voor. De politie weet wie zij erheen zendt. Dat is na tuurlijk de beste toestand voortdurende politiebezoeken aan het asyl zouden alleen onrust geven. Dit is sterk, systematisch, disci plinair georganiseerd. En 's nachts liggen daar die tientallen ongeiukkigen, zwijgend. Velen die er voor het eerst zijn kunnen niet. slapen, maar zij hebben warmte en een dak boven het hoofd, 's Morgens om zeven uur moeten zij opstaan, zich kleeden, ontbijten en bij den directeur verschijnen, die hun geval on derzoekt, met een ambtenaar voor de nazorg. Zij krijgen .goeden raad. Zij worden soms naar hun eigen woonplaats teruggezonden. Zij kunnen hier maar enkele nachten ver blijven. Sommigen, wier geval daartoe aanlei ding geeft, worden opgenomen in het inter naat in het groote Huis. Daar kunnen zij dan werken voor hun kost en inwoning, voor kleeding en wat zakgeld. Gang in het Nachtasyl. Het Nachtasyl vertegenwoordigt het kort ste stadium van het groote werk. Er liggen soms zeventig menschen in. Op lange rijen liggen zij, 's nachts, in het duister dat geladen :s met hun leed, in de lange, lage doos met den rooden steenen vloer Vlak buiten het asyl is er een soort, schuur Daar staan groote pakken geperst papier, er liggen vodden overal. Er staat een hydraulische machine om het papier te per sen. Drie mannen, allen weer zoo aarzelend en gebogen, schijnen er doelloos te bewegen. Vooruit jongens", zegt de directeur vrien delijk, „pak maar aan! Er mogen wel een paar pakken méér geperst worden!" Zij kijken even op. Eén mompelt iets, dof. Dan komen zij weer wat in actie. Wij gaan het Huis in, naar het internaat en klimmen langs een groote, breede trap met uitgeholde treden naar een holle cantine- zaal. Enkele mannen zi.ten en staan daar. Die hebben niets te doen, maar het lijkt- nog minder. Zij bewegen nauwelijks, zij schijnen in een soort trance te verkeeren. Er is er een die over een stoelleuning hangt, dof omlaag starend op het kale tafelblad. Hij blijft roerloos als wij binnenkomen en langs hem gaan. Er Is geen expressie in zijn ge zicht. Hij lijkt maar half te leven. Heuff heeft dit later uit geheugen geteekend niet hém, maar zijn schim. De man die wachtte. Een ander ligt met het hoofd voorover op tafel. Hij slaapt niet. Hij beweegt even loom. Twee slaan er bij den kachel, stil, schijn baar zonder elkaar of ons te zien- Eén maar spreekt: zacht, toonloos en erg onderdanig, met „directeur" om de twee woorden, tot onzen geleider. Die antwoordt op zijn stevi- gen, hartelijken toon, maar het lijkt nauwe lijks effect te hebben. De ander blijft vaag en toonloos. Verder gaan wij, en het is of wij voortbe wegen tussohen schimmen. Zij schijnen nog maar half te leven, die „wrakken op de levenszee" zooals de traditioneele term hen noemt. Misschien s'.elt u zich iets hevigs, fels, romantisch voor van zoo'n gezelschap ge- declasseerden. Het tegendeel is waar. In hun moedeloosheid, hun onderworpenheid, hun gebogen houding, schijnen zij allen hetzelfde Ge merkt geen verschil in leeftijden op, als ge tusschen hen doorgaat. Geen verschil in expressie ook, en nauwelijks zelfs verschil in uiterlijk. Dat is juist het benauwende, het aangrijpende van die groep: de grauwe een tonigheid, de doffe geslagenheid. Een Vin cent van Gogh zou hen hebben kunnen schil deren zoodat het door de ziel zou snijden. Het snijdt door de ziel als ge hen ziet. Hun afdeelings-directeur beent stevig, pit tig,af en toe een vrooüjk krachtig woord sprekend, tusschen hen door Ge kunt u voorstelen hoe zijn persoonlijkheid eiken dag tusschen hen doorwaait als een frissche bries van gezonden levenslust. En hoe weinigen kan het nog baten! Hij spreekt in korte woorden over de ein delooze moeilijkheden van Nazorg- en Re- classeeringswerk, beide aan het instituut ver bonden. Er is zooveel aan verbonden. Dit werk is steeds verder uitgegroeid. Er is ook het Jongenshuis op de Prins Hendrikkade, het Observatiehuis voor Jongens in de Vosmaer- straat, de Stichting Jeannette-Oord (voor meisjes boven veertien jaar) te Houten. Alle maal instellingen van de Vereeniging Hulp voor Onbehuisden. Het heele werk kost nu zoowat. drie ton per jaar, waarvan de ge meente Amsterdam de helft aan subsidie geeft. Geweldige bedragen moeten aan giften bijeengebracht worden: dat eischt ook alweer bijzondere organisatie. Wij zijn nu op de slaapzalen, met einde looze rijen gelijk- en gelijkvormige geel houten ledikanten, onder even eindelooze reeksen zware dakbalken. Heuff heeft dit ook geteekend. Het is een en al monotonie van rechte lijnen. Er staat een stille man eentonig te werken, schoon te maken. Hij is weer net als de anderen. De directeur zegt: „Er zijn menschen bij die uit de laagste lagen der samenleving zijn voortgekomen, die haast niets geleerd hebben. Er zijn anderen die hun drie vreem de talen spreken. Er zijn er met. academische studies achter zich. Er zijn er die namen dragen, die een uitstekenden klank in den lande hebbenWat wilt u? Allemaal ge derailleerd. Soms hopeloos- Meestal zichzelf naar de weerga geholpen. Geen zelfrespect meer, geen cultuurah. als ze dat kwijt zijn, als hun cultureele Ik gebroken is, dan belanden ze hier, komen met hun kaart aan 't NachtasylEn dan begin je te onder zoeken, te praten, te probeeren „Zit er meer eerzucht, meer wil om er boven op te komen, in de menschen van „goeden komaf', van intellec-tueele ontwikkeling0" „Neen. Niet meer dan ln de anderen. En ze passen zich hier ook aan. Het aanpassings vermogen van een mensch is ongeloofe- ïyk". Wij zijn even in het Nachtasyl voor vrouwen geweest. Er zit maar één vrouwtje, een jonge moeder, met een baby van enkele maanden. Het kind is ziek en hoest telkens schor. Hier is alles wit en stil, maar toch veel vriendelijker dan in het mann-asyl. De vrouwenhand verraadt "zich, er is zelfs iets van gezelligheid. Een stille zuster glijdt langs ons. Later zien we allerlei werk door mannen verrichten. Wij komen voorbij den smid. den timmerman, den schoenmaker. Hun werk is allemaal voor de inrichting zelf, want zij wil niet concurreeren op eenige arbeidsmarkt. Alleen het Liefdewerk Oud Papier en de kachelhoutjes-in-bossen gaan naar buiten Dat levert geen bezwaar op. Prachtig Is de binnenplaats, geheel om sloten door het Huis. Hier kunt ge onbelem merd de schoonheid van die strenge oude architectuur bewonderen. En er is veel mooi rood en bru'n in dc dakpannen, vee! kleur ook in den steen. Midden op het plein onder de boomen, staat een pompgebouwtje mei een groote ouderwetsche lantaarn b^/enop. Heuff's schildersoog is er dadelijk door ge fascineerd. Slaapzaal in het Internaat. Het slot van het bezoek is tenslotte wel dadig, omdat wij op de kinderafdeeiingen komen. Daar is geen monotonie, geen ge broken wil, geen gebogen hoofd. Daar bloeit krachtig jong leven, bijtijds onttrokken aan een gevaarlijke omgeving die het zou kunnen verstikken. Daar is alles hoop en vertrouwen. De jongensafdeelingen zijn vol jolig rumoe: er wordt „gekoolkikt". écht, met- een groote prop papier met 'n touw erom. De directeur wordt er blij begroet. Zusters hebben er haar handen mee vol, de orde te bewaren. De meisjes-afdeelir.g geeft zelfs een won derlijk mooi tafereeltje. Want daar zitten wel een twintig kleine meisjes bij elkaar, in kleine groene stoeltjes, haar avondpap te eten. Eén zuster is erbij- Zacht lamplicht schijnt erop uit de zware balkenstructuren van den zolder, en de kleine meisjes zijn er zoo teer en frisch en blozend onder, in die grimmige, zware oude omgeving die zooveel leed heeft geborgen. eeuwenlangAlles is hier proper, zooals trouwens overal in het reusachtige gebouw, en de kleine meisjes zien er onberispelijk netjes uit. De directeur zegt een vroolljk woord, en een heele rij lachende snuitjes wordt naar ons opgeheven. Dan lepelen de kleintjes weer ijverig verder aan haar pap. He: tafereeltje is zoo wonderlijk mooi van teerheid en frischheid onder die zware bal ken, dat Heuff en ik er stil van zijn. Het heeft het licht, de schemering, de kleur, het leven van een Gerard Dou. En ook is het in blij en ontroerend contrast met de stille schimmen in die zaal daar benedendc schimmen van de mannen, die gebroken zijn Het zegt duidelijk en helder: Laat u niet ontmoedigen, het Leven is groot en mooi en vol belofte. Ik geloof dat dit het slot moet zijn- DE ONEENIGHEID IN DE NED REISVEREENIGING. RUMOERIGE VERGADERING IN DEN HAAG. De afdeellng Den Haag van de Nederland- sche Reisvereeniging heeft Donderdagavond in de groote zaal van den Dierentuin een druk bezochte vergadering gehouden, waar in o.a. het conflict in de vereeniging en In het bijzonder de Barcelona-reis ter sprake kwam, meldt de Tel. Na een dikwijls rumoe rige discussie, werd ten- slotte een motie aangenomen, die op de algemeene vergade ring, welke op 1 Maart te Utrecht wordt ge houden, zal worden voorgesteld. Gevraagd wordt een grondig onderzoek naar de geste der leiders en de financiën der N. R. V. Ver der eischt de motie benoeming van een com missie van drie deskundigen, onafhanke lijke personen en geen hoofdbestuursleden, die ten allen tijde gelegenheid zullen krij gen, de bescheiden in te zien en het recht zullen hebben zich andere leden te assu- meeren. Verder moet de commissie de be voegdheid hebben zich door een accountant te laten bijstaan. De motie vraagt ten slotte dat elk der afdeelingen van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. op een afdeelings- vergadering één commissielid zal benoemen en dat het rapport der commissie volledig zal worden gepubliceerd. Over de vergadering schrijft het blad voorts: De Barcclonareis. Een zeer scherp debat heeft zich over de leiding der bekende Barcelonareis en Oriëiit- reis ontsponnen, waarbij de algemeene voor zitter der N.R.V., mr. M. J. v. d. Flier en dc heer R. van Waard, lid van het hoofdbestuur en voorzitter der commissie voor de zeerei zen zeer fel tegenover elkander stonden. De eerste spreker mr. M. J. v. d. Flier, wees op de aan het licht gekomen feiten bij de Barcelona-ceis en critiseerde ernstig het feit. dat vier van de zes leiders niet hadden geschroomd hun dames gratis te laten mee reizen. wat hij in strijd noemde met de Toynbee-gedachte, die bij de Reisvereeniging behoort voor te zitten. Wordt hiermede ge broken, dan is het met de vereeniging ge daan en spreker verklaarde, als hiertegen geen stelling wordt genomen, zich zeker uit de N. R. V. te zullen terugtrekken. Daarna viel spr. heftig de leiding van den heer Van Waard bij de Oriëntreis aan die ook hier bij niet geschroomd heeft te trachten voor zijn vrouw een vrijbiljet te krijgen. Daar de heer Van Waard dit ontkend heeft overlegde de heer v. d. Flier thans aan de vergadering de schriftelijke bewijsstukken, waaruit bleek, dat- de heer Van W. bij de directie der N.R.V. pogingen in die richting had laten aanwen den. (Helsch gefluit en rumoer.) Ten slotte verdedigde snreker zich tegen de beschul diging. dat hij eens gedurende een weekend naar Londen met de „Rijndam" met zijn vrouw en kinderen gratis had meegereisd. De leiding had hem toen uitgenoodlgd, maar omdat spr. zijn Zaterdagmiddagen en Zon dagen steeds in zijn gezin doorbrengt en hierin geen verandering wilde brengen, üad men hem toen met zijn gebeele gezin uit-ge- noodigd. Dit was nu het eenige wat men tegen sprekers beleid in de twintig jaar. dat hij geheel belangeloos zijn kracht-en aan de N.R.V. heeft gegeven, heeft kunnen inbren gen (Daverend applaus.) Vervolgens sprak de heer R van Waard, die begon met het omvangrijke werk te schetsen, dat de commissie voor de zeereizen steeds geheel belangeloos heeft gedaan. Bij de zeereizen naar Noorwegen gingen tw*y> dames officieel als leidsters mee en de com missie had, volgens spr., volmacht om dames krachten voor niets mee te nemen. Dit was dan tevens een compensatie voor wat som mige echtgenooten van de leiders krijgen, die zooveel van hun tijd voor het werk der zee reizen gaven en waarbij ook de dames dik werf assisteerden. Dat bij de Barcelonareis vier leiders hun dames gratis hadden mee genomen, lag in de bevoegdheid der commis sie. Spr. bleef ontkennen. dat hij by de oriëntreis buiten zijn boekje was waan en verklaarde, wat de reis van mr. v d F!i?r met zUn gezin betreft dat deze zelf voor zijn fa milie gratis nassage zou hebben gevraagd. Mr. v. d. Flier: U liegt! (rumoer en geha mer). 6pr. eindigde met op te merken, dat hij geen enkel onderzoek schuwt, (applaus). Hierna sprak o.a. nog het hoofdbestuurs lid de heer J. G. Beurs uit Utrecht, lid der commissie van onderzoek Ln de Barcelona reis, die verklaarde, dat het hoofdbestuur nooit bekend is geweest met het door den heer Van Waard beweerde feit, dat dames van leiders op zeereizen gratis mochten mee genomen worden, als de commissie dit ver koos. Dit drulscht geheel in tegen de gedachte der N. R. V. en was dan ook nooit by andere reizen toegepast. Spr. was van meening, dat de N.R.V. ziek is en de wonde plekken zonder aanzien des per- soons zoo spoedig mogelijk moeten worden uitgesneden, (toejuichingen) OUDE VROUW IN DEN HAAG OVERREDEN. Het slachtoffer overleden. Vrijdagochtend ls op de Prinsengracht in Den Haag ter hoogte van de Lange Beesten markt een ongeluk met doodelijken afloop gebeurd, meldt het Hbld. Een tramwagen van iyn 13, komende van de Brouwersgracht reed daar waar zich naast de baan een verhoogd trottoir bevindt, op welk trottoir een bejaarde vrouw liep achter de rij marktkramen. De bestuurder zag de vrouw en hield daarmee rekening. Plotseling echter, nauweiyks twee meter voor de tram. wilde de vrouw oversteken; het tramgebel had zU biykbaar niet gehoord. Een aanrydlng kon toen niet meer worden voorkomen: de vrouw werd door den baan- schuiver gegrepen. Toen de tram stilstond lag zy tusschen den voorkant van den baan- schulver vóór de wieien. De G. G. D. vervoerde de vrouw, die een schedelbreuk en verschillende kneuzingen had bekomen naar het Gem. Ziekenhuis aan den Zuidwal, waar zy na aankomst is over leden. ZATERDAG 22 FEBRUARI. Stadsschouwburg: „De blauwe oog en vaa den Keizer", 8 uur. Palace: „Dich hab lch geliebt". Toonoel: 4 Osiris. 2y30 en 8.15 uur. Luxor Theater: „Venus in Rok". Tooneel: The Hendersons en Clown Freddyal, 2.30 on 8 15 uur. Rembrandt Theater: „Melodie des Her- zens". Tooneel: Svetlanoff, 2.30, 7 en 915 uur ZONDAG 23 FEBRUARI. Stadsschouwburg. Fritz Hlrsch Operette. „Wenn der weisse Fllcder blüht," 8 uur. Schouwburg Jansweg: „De Big van het 1.68ste", 8 15 uur. Gem. Concertzaal. Gezelschap Jacq. van Byievclt: „O. Yes, Kitty". 8 uur. Namiddar-cocert H. O. V. o. I. van Ed. vaa Bei num. 2.30 uur. Gebouw Bloemhof. Kinderoperette .JDe Tooverring". 7.30 uur. Remonstrantenhuls, Wilhelminastraat 22. Ver. van Soiritisten „Harmonia", wydlngs- morgen, 10.30 uur. Gebouw „Caecflia", Jansstraat 50. Cursus vergadering Ver. „De Dageraad", 10.30 uur v.m. Bioscoopvoorstellingen van 2 uur af. MAANDAG 24 FEBRUARI. StadsschouwburgAbonnementsvooratel- lin*. 2e serie. .Beschuit met Muisjes". 8 u. Gem. Concertzaal. Ned. Chr. Reisvereeni ging. Filmavond „De Eeuwige Stilte". 8 15 u. Gebouw Protestantenbond. Voo* rraette ledenvergadering Ned. Reisvereen., 8 uur. Gebouw Theosofia, Nassauplrin 8: Alg. Ned. Vrouwen Vredebond. Ko Borsten: ,.De Vrede van de Daad". 8 uur. Bioscoopvoorstellingen. Dagelyks: Waag. „Kunst zy ons Doel". Ten toonstelling Limburgsche Kunstkring. Teyler's Museum, Spaarae 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan-* dag-, toegang vrij, 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 5