De Volkenbondsconferentie voor den T ariefwapenstilstand. Siamolse LETTEREN EN KUNST HAARLEM-NOORD. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 27 FEBRUARI 1930 VIERDE BLAD Na een week van algemeene beschouwingen. (Van onzen correspondent). Genève, 22 Februari 1930. Afgezien van de laatste zittingen der ont wapeningscommissie, waarvan men steeds tevoren algemeen aannam, dat zij tot niets goeds zouden leiden, is geen enkele andere Volkenbondsconferentie hier met zooveel onverbloemd pessimisme tegemoet gezien, als de thans begonnene over het sluiten van een wapenstilstand op tariefgebied gedurende twee of drie jaren, gedurende welk tijdvak de staten, die den wapenstilstand sluiten, hun tarieven niet zullen mogen verhoogen, noch od andere wijze den internationalen handel belemmeringen in den weg mogen leggen. Wenswaar had nog pas in September de ~Volker.bondsvergadering eenstemmig op voorstel harer tweede commissie (voor eco nomische vraagstukken) het denkbeeld van den Engelschen minister van handel Gra ham en den Belgischen minister van bui- tenlandsche zaken Paul Hymans, onder steund door Briand en Stresemann, om tot het sluiten van een tariefwapenstilstand over te gaan, goedgekeurd, doch wij weten helaas allen bij ervaring, dat er nog een heele afstand ligt tusschen een in algemee ne bewoordingen geredigeerde aanbeveling der Volksvergadering en de praktische ver wezenlijking van het denkbeeld door het slui ten en ratificeeren (dii laatste vooral niet te vergeten!) van een dienovereenkomstige con ventie De eenstemmige uitspraak der Volken bondsvergadering ten gunste van den tarief- wapenstilstand kon dus geen reden zijn, om met groot, vertrouwen de conferentie voor dit doel tegemoet te zien, toen de Fransche pers in het begin van dit jaar op een systemati sche wijze stemming tegen de conferentie be. gon te maken, ofschoon deze toch eigenlijk een eerste begin zou kunnen worden van de verwezenlijking van Briand's leuze van de Vereenigde Staten van Europa. Want men was zich in September ervan bewust geweest, dat de tariefwapenstilstand vrijwel uitslui tend tot de Europeesche staten zou moeten beperkt blijven. Dat zelfs de Franschen deze eerste poging tot een Europeesche samenwer king 00 economisch gebied reeds tevoren in discrediet trachtten te brengen, was waar lijk niet bemoedigend. De algemeene beschouwingen, die thans beëindigd zijn, hebben daarom op een vrij aangename wijze ons een verrassing bezorgd. Van de 26 vertegenwoordigde Europeesche staten (alleen Albanië ontbreekt en ook Sov jet-Rusland, voor zooverre men dit land als een Europeesche mogendheid beschouwt) hebben thans niet minder dan 22 hun ver klaring van de jongste Volkenbondsvergade ring uitdrukkelijk herhaald, dat zij bereid zijn een tariefwapenstilstand te sluiten. Daar deze verklaringen thans niet stilzwijgend ge geven werden door een willekeurigen gede legeerde in de tweede commissie der Vol kenbondsvergadering, doch in de groote meerderheid der Staten door den minister van handel of van financiën persoonlijk, hebben zij natuurlijk een grootere beteeke- riis. Alleen Bulgarije en Frankrijk hebben nog geenerlei uitlating omtrent hun stand punt gedaan. De Fransche delegatie kon dit niet doen wegens de regeeringscrisis in Frankrijk, die voor de Geneefsche tariefwa- penstilstandsconferentie wellicht juist nog te rechter tijd is uitgebroken, daar de Fransche minister van handel in het kabinet-Tardieu de heer Flandin, een beslist tegenstander van den wapenstilstand was en zijn opvol ger uit het radicale kabinet-Chautemps, de radicaal-socialist George Bonnet, die reeds herhaaldelijk aan Geneefsche conferenties heeft deelgenomen en steeds groote sym pathie voor het volkenbondswerk getoond heeft, vermoedelijk een veel meer meegaan de houding zal aannemen. Behalve Frank rijk en Bulgarije heeft ook Spanje haar oor deel nog niet beslist uitgesproken. De nieuwe Spaansche regeering was nog niet in staat geweest zich over aeze kwesue een besliste meening te vormen. Twee-en-twintig delegaties dus, die uit drukkelijk haar bereidwilligheid tot mede werking aan het sluiten van een tariefwa penstilstand hebben te kennen gegeven; drie die zich nog niet hebben uitgesproken; blijft over één, die er tegen is. De Itallaansche minister van arbeid en nijverheid Bottai heeft geenszins onder stoelen en banken ge stoken, dat Italië een tariefwapenstilstand ongunstig gezind is. Omdat daardoor, zij het cok slechts voor een paar jaren, onderbro ken zou worden de door Italië ondernomen, doch nog niet voleindigde opbouw van zijn eigen economie overeenkomstig eigen natio nale behoeften, waarvoor noodzakelijk kun nen zijn zekere verhoogingen der Invoerrech ten, teneinde enkele jonge Italiaansche on dernemingen tegen de buitenlandsche con currentie te beschermen. Ondanks het duidelijke „Neen" van den Itnüaanschen minister, dat juist op een kri tiek oogenblik kwam, toen de algemeene be schouwingen aan een tekort aan redenaars leden en verschillende delegaties klaarblijke lijk nog een afwachtende houding aannamen, is de Itallaansche weigering, die toch voor dc tegenstanders een moedgevend voorbeeld had kunnen zijn en ook wel als zoodanig be doeld was, door geen enkele delegatie nage volgd. Aan het einde der algemeene be schouwingen stond Italië geheel geïsoleerd. Wil dit zeggen, dat het succes der tariefwa- penstilstandconf eren tie dus verzekerd is? Een dergelijke conclusie zou stellig te opti mistisch" zijn. Doch het mag stellig reeds als een meevaller worden beschGuwd, dat de kaap der algemeene discussies gelukkig is omzeild en dat aan het einde der algemeene discussies iedereen er voor was, dat de con- ierentie thans in twee commissies zou gaan trachten de op bepaalde onderdeelen van het ontwerpconventie voor den dag gekomen meeningsverschlilen tot een vergelijk te breneen. Men vond blijkbaar algemeen, dat dc stemming zoodanig is. dat het de moeite loont, de discussie over de details thans ter hand te nemen. Eén der twee groote commissies, die tot ieders voldoening wederom gepresideerd wordt door den heer Colijn, wiens voortref felijk werk als voorzitter van de handelscom missie der groote economische wereldconfe rentie van 1927 en ook als voorzitter der con ferentie voor de afschaffing der in- en uit voerverboden hier nog volstrekt niet verge ten is, zal thans de verschillende artikelen der ontworpen conventie moeten gaan be spreken. Daarbij zal het dan blijken, of alle staten inderdaad de noodzakelijkheid inzien, om aan de dreigende voortdurende verhooging der in voerrechten een einde te maken. Graham, Paul Hymans en Colijn zijn de leiders van een groep van staten, ongeveer tien delega ties sterk, die inderdaad ernst willen maken met het denkbeeld van de tariefwapenst.il- scand. Deze drie staatslieden met wijden ioe- komstblik hebben dringend aanbevolen, dat de uitzonderingen op den wapenstilstand zoo schaarsch mogelijk zullen blijven. Het sluiten alleen van een wapenstilstand op papier, ter wijl daarbij zooveel uitzonderingen aan de staten worden toegestaan, dat inderdaad het protectionisme zal blijven groeien, zou werkelijk niet waard zijn allen tijd en moeiten, die de gedelegeerden zich voor deze conferentie geven! Wat zal op dezen aandrang tot de grootste zuinigheid inzake het toestaan der uitzon deringen het antwoord van de andere helft der conferentie zijn? Zullen die staten zich zooveel zelfbeperking bij het vragen van uit zonderingen opleggen, dat zij aldus toonen zullen, dat het hun ernst was met hun prin- cipieele instemmingsverklaring met de wa penstilstand-gedachte? Of zullen zij, ieder voorzich zelf, zooveel uitzonderingen verlan gen, dat de conventie daardoor practisch waardeloos zou worden? Zullen zU aldus toonen, dat zij in werkelijkheid, ondanks hun fraaie redevoeringen bij de algemeene be schouwingen, nog steeds aan tarlefsver- hoogingen blijven vasthouden? Zullen zij aldus toonen, hoeveel eerlijker en waardiger de terstond afwijzende houding geweest is van den Italiaanschen minister dan het on oprechte woordenspel van die andere delega ties, die zich voorstanders van den wapenstil stand noemen, doch inderdaad tegenstanders zijn? Zal de eerste commissie vooral bij de kwestie der uitzonderingen belangrijke be slissingen hebben te nemen, die voor het lot der conferentie van het hoogste belang zullen zijn, ook de tweede commissie heeft heeft een belangrijke taak. Deze commissie, gepresideerd door den Roemeenschen minis ter van financiën Madgearu, zal het program ma moeten opstellen voor de latere onder handelingen tusschen de regeeringen, die op den wapenstilstand zullen moeten volgen en een nog nauwere internationale samenwer king op economisch gebied tusschen de Europeesche staten, in de eerste plaats door tariefsverlagingen, zullen moeten tot stand brengen. Een grootere Europeesche markt voor de Europeesche voortbrengselenis de leuze dezer commissie. Van bijzonder belang voor den goeden af loop der conferentie zal het zijn, of het Jeze commissie gelukken zal een voldoend uitz'cht te openen op een betere samenwerking tusschen West- en Midden-Europa eenerzijds, Oost-Europa anderzijds. De Balkan Staten en ook de Baltische landen wénschen, dat West- en Midden-Europa een beter afzetge bied worden voor de landbouwproducten uit Oost-Europa. Indien West- en Midden-Euro pa bereid zoudc'i zijn hun markten open te stellen voor de Oost-Europeeschc landbouw- voortbrengselen, dan is Oost-Europa blijk baar bereid tot den wapenstilstand vrijwel zonder eenig voorbehoud toe te treden, af te zien van iedere verhooging der invoer rechten op de industrieele producten van West- en Midden-Europa en alle plannen, om zelf ook een eigen industrie te stichten, te laten varen. De Oost-Europeanen hoüden aan West- en Midden-Europa het verlokken de beeld voor oogen, dat zij daar hun in dustrieele-artikelen in veel grootere hoeveel heden zullen kunnen verknopen, mits zij de Oost-Europeesche landbouwartikelen koopen en daardoor den Oost-Europeeschen boeren stand meer welvaart bezorgen en daarvoor grootere koopkracht. De bespekingen, die over dit denkbeeld gevoerd zullen worden en die stellig bijzonder moeilijk zijn voor die landen, als Nederland en Zwitserland, die naast een belangrijke industrie ook een tal rijken boerenstand hebben, zullen misschien tot de belangrijkste discussies dezer confe rentie worden. In ieder geval is te hopen, dat een middel gevonden wordt, om de Oost-Europeesche landen te bevredigen en daardoor de confe rentie tot een succes te maken. Want- Gra ham, Hymans en Colijn hebben volkomen gelijk, wanneer zij telkens weder den gede legeerden voor oogen houden, welke groote gevaren dreigen, wanneer deze conferentie zou mislukken en aldus wellicht in alle lan den het protectionisme hoogtij zou vieren. Wanneer na de mislukking van de Volken bondspogingen, om tot een economischen vrede te komen, de tariefoorlog in geheel Europa in nog veel scherper mate dan thans zou uitbreken en ieder land zijn grenzen voor de goederen van de andere landen zou sluiten! Dr. B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. a 60 Cts. per regel. Ecd nackt-crème die de opperhuid reinigt ea hentclt INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. a 60 Cts. per regel. Hier heb ik eindelijk weer die echte pepermunt, welke mijn moeder ook steeds gebruikt.'t Is de origineele mm IfM PEPERMUNT ^VorlK Voor ergrot bij: Fa C. H S. HE1LKER, Haar'e DE DICHTER URBAIN VAN DE VOORDE TE HAARLEM. LEZING OVER MODERNE VLAAMSCHE POëZlE. Urbain van cïe Voorde, „de criticus der Vlaam sche poëzie", zooals mr. L. Ali Cohen hem in een openingswoord aan de leden voorstelde, heeft Woensdagavond voor den Haarlem- schen Kunstkring in hotel Den Hout gespro ken over „Moderne Vlaamsche Poëzie". De dichter, overgekomen uit Brussel, sprak slechts voor een beperkt publiek; Hij begon zijn, in lichtelijk Vlaamsch getinte heldere taal voorgedragen overzicht, met te teekenen het werk van Karei van de Woastijne. die aan den drempel staat van het schoon por taal der nieuwere Vlaamsche poëzie. Hij stel de naast het diep sensitieve van dezen dich ter in zijn aanvangslyriek de concreter aard van later werk, te beginnen met „Den Mod deren Man" en vergeleek dezen teerst be snaarde van de moderne dichters met Bau delaire, en concludeerde, dat zijn bundels lyriek niet die climax vertoonen, die bij an deren voorkomt-, doch dat zijn kunst zoolang er menschen zijn, die schoonheid waardeeren kunnen tot. het allerhoogste zal blijven ge rekend worden. Het lag voor de hand. dat de dichters na Karei van de Woestijne in zijn groote scha duw zouden staan. Van hen noemde de heer Van de Voorde August van Cauwelaert, omdat deze bij alle navolging toch na 1925imeer een persoonlijk accent gekregen heeft. Als de twee vooi- naamsten van dit geslacht beschouwt hij echter Jan van NUlen en Firmin van Hecke. Jan van Nijlen heeft, en dit vooral in ..Het Aangezicht der Aarde" de poëtische muzi kaliteit der Franschen nagestreefd, zijn ver zen zijn keurig, doch bleek en zonder diepen geestelijken Inhoud. Anders is de tweede, die weliswaar niet productief is, hij schreef slechts één bundel, doch wiens werk zwaar is van gedachten, in wien tot uiting komt het streng en stoïsch pessimisme, het hope loos ontgoochelde intellectualisme. Maar door de beheersching van zijn poëzie door dit al les komt hij zelden tot volmaaktheid. Tot dit geslacht behoort ook nog Karei van den Oever, die zich echter reeds ten volle ge- woroen heeft in het modernisme. Tot deze strooming overgaand vestigde de heer Van de Voorde de aandacht op de be teekenis van den wereldoorlog, die het ont staan van de verjongde dichtkunst bespoe digde, doch die tevens een ongunstigen in vloed had op de kunstverschijnselen. Spie ker noemde ten voorbeeld het dadaisme, het surrealisme. Voor individualisme kwam gemeenschaps gevoel in de plaats, algemeen werd de school van Walt Whitman gevolgd en spreker vond aanleiding om tevens een vergelijking te trekken met de „St-urm" beweging in Duitsch- land. Een der eerste vertegenwoordigers van het modernisme is Paul van Ostaven van wiens woordkunst spreker een denkbeeld gaf door te declameeren „Metaphysieze Jazz". Verder noemde de criticus de ..humanitaire" poëzie van Wies Moens, wiens beteekenis hij voorna melijk acht te liggen in zijn „Celbrieven". Wies Moens heeft, bedwelmd door succes eigen talent geforceerd, en nu na zijn vier bundels zwijgt hij. Van hem declameerde Urbain van de Voorde uit „De Boodschap" en „Landing". Een zelfde humanitaristische geest ken merkt het werk van Achilles Mussche: „De twee Vaderlanden", werk van groote idealis tische strekking, van profetisch karakter. Ten voorbeeld gaf spreker „Sirenen". Den bijna diametraal hieraan tegenover- gesteiden Marnix Gijsen plaatste spreker in zijn voordracht door aan te halen de „Lofli tanie var. Sint Franciscus van Assisië" en „De Mislezer". Bij de modernisten sluiten zich aan andere expressionisten, die min of meer hun navol gers werden, Frank van Wyngaert, en vele anderen, tenslotte ook Karei van den Oever. Toch heeft het expressionisme nog plaats gelaten voor de traditlonëele lyriek van har monische beelden en de gerezen reactie wordt belichaamd in „De Dichters van 't Fontein tje", Maurice Roelants, Richard Minne, Ka- rel Leroux en Reimond Herreman. Van hen schetste spreker Richard Minne als wel van de meest Vlaamsche essentie. En dan kan ook genoemd worden Alice Nahon, die wij makkelijk het plaatsje kun nen gunnen onder denzon, waarom zij vraagt. Eenvoud en ongekunsteldheid kenmerken haar poëzie. Tenslotte sprak Urbain van der Voorde de allerjongsten, de na 1900 geborenen, waar van de meesten zich geschaard hebben onder het modernisme, dat zij gadesloegen, toen zij In opkomst waren. Tegenover hen nam de heer Van de Voorde een houding aan van critische afwachting. In de pauze heeft mevrouw Mea Mees- Verwey twee gedichten van Urbain van de Voorde zelf voorgedragen uit zijn bundel „Het Donker Vuur", een aanvulling, zooals de se cretaris van den Kunstkring, mr. L. Ali Cohen zei, omdat de spreker een lacune had gela ten in zijn voordracht door zich zelf niet te noemen. Mr. All Cohen had aan het begin van den avend in een korte rede Jac. van Looy her dacht, door zijn beteekenis te schetsen en een nauwe kennismaking met zijn werk aan te bevelen. De vroegere Heerlijkheden. De Zwitsersche boerderij. De bewoners van Haarlem-Noord en dat zijn er meer dan 25.000! kunnen zich niet verblijden in veel natuurschoon In hun on middellijke omgeving. Het nog onbebouwde terrein bestaat vrijwel alleen uit grasland. Alleen een wandeling langs het Noorder Spaarne kan genot schenken. Toch nadert de bebouwing al steeds meer het Spaarne. zoo dat van het landelijke In de toekomst wel niet veel zal overblijven. Ons gemeentebestuur het is een lieve lingsdenkbeeld geweest van Mr. J. Gerritsz. toen hij nog slechts raadslid was, maar nu mag hij het als wethouder van Openbare Werken uitvoeren! is bezig om het stich ten van een Noorderhout voor te bereiden. Daaraan is inderdaad behoefte. De Noord-Haarlemmers willen ook graag ergens de gelegenheid hebben om volle lon gen frissche lucht te happen! In vroeger jaren, toen Schoten nog een gehuchtje was, was er veel natuurschoon. Maar van de prachtige buitens is niet veel meer dan een herinnering overgebleven. Aan den Schoterweg werd de buitenplaats „Sparenhove" gevonden, eigendom van de familie Van Sillem. Vroeger was dit niet meer dan een hofstede, maar in 1823 liet de heer Hierommus Sillem haar verbouwen te: een buitenplaats. De heer J. D. ZoCher ont- wierp een prachtig gebouw, dat met zijn trotsche kolonnade zelfs een vorstelijk aan zien had. Bovendien werd om het gebouw een mooie tuin aangelegd. Tijdgenoot en verzekerden, dat men in dien aanleg Zocher s meesterhand herkende! De „Plaats van Sil lem", zooals Sparenhove in de wandeling ge noemd werd, was In het midden der 19e eeuw een der voornaamste buitenverblijven in onze omgeving! Aan weerszijden van het mooie hoofdgebouw verhieven zich de schoonste bosschages, waartusschen de in 1857 gebouwde Scho:er- kerk, de zoogenaamde Zwitsersche boerderij en andere bouwhoeven uitkwamen en de fraaiste vergezichten opleverden. Maar in 1875 was van dit mooie bosoli niet veel meer overgebleven. Nu vinden wij er nog alleen de Zwitser sche boerderij als een herinnering aan de lang vervlogen glorie. D?ae Zwitsersche boerderij ligt achter het Haarlem-veld, er bestaan al bouwplannen voor deze gronden. Als de gemeente een breeden verkeersweg langs de Jan Gijzen- vaart gaat aanleggen, zal de bouwexploitant hier ook wel beginnen. Hoe lang zal dit Zwitsersche huis hier nog staan? Er werden aan den Schoterweg vroeger Alkmaarder- en ook wel Velserweg gehee- ten nog meer buitens gevonden. Daaronder was ook ,,'t Huis te Zaanen" Die naam doet ons denken aan de heerlijk heid van dien naam, wier bezitters vroeger een aan-,.zienlijke huizlnge" bewoonden, die bekend stond als het Huys Sanen. De Haarlemsche geschiedschrijver Allan, weet te verteilen, dat de Edelen, die den naam van Zanen voerden en om den moord op Floris V het land moesten verlaten, na hun terugkomst deze heerlijkheid gekocht hebben. Zij bouwden een kasteel, dat aan de Grafelijkheid leenroerig werd. Daarna is Zanen in het bezit geweest van andere ge slachten. In het midden der 18e eeuw was zij eerst eigendom van Mr. Jan Munter cn daarna van zijn dochter, vrouwe Margare'ha Cecilia Munter, douairière van Heer Willem Grave van Cadogan. In het midden der 19e eeuw was de plaats overgegaan aan de familie van Velsen. Eenige jaren geleden kocht de gemeente Haarlem het landgoed. Een gedeelte der gronden is al in exploitatie gebracht voor woningbouw. Het oude huis wordt opgeknap- en zal dan gebruikt worden voor een fiiiaa' der Stads Bibliotheek en Openbare Lees zaal. De Heerlijkheid Zanen bevatte in haar glorietijd het gehucht Zanen- Het grondge bied werd ingesloten door de Heerlijkheid Schoten, het Spaarne. Schoterbosch en Bloe- mendaal. De oppervlakte was ongeveer 24 H.A. De bewoners van het gehucht Zanen meest R.K., behoorden tot de parochie Schoten. De kinderen gingen school te Schoten-Vlieland. Toen Schoten nog een dorpje was stond het raadhuis aan den Vergicrdenweg, nu een landwegje van dc Vogelenbuurt naar den Slaperdijk loopend. Vroeger was dit ge bouwtje als Rechthuis in gebruik. Toen Scho ten stadsche allures kreeg, werd tusschen het Schoterkwartier en het dorp Oud-Scho ten aan den Rijksstraatweg een nieuw raad huis gebouwd. Hieronder een teekenlng van het oude raadhuis, dat nu als woonhuis dienst doet. In 1828 kocht de gemeente Haarlem de buitenplaats. „Z u i d-A k e n d a m" aan den Schoterweg gelegen. In onze begraaf plaats is nog wel genecltelijk het oude bu.ten te herkennen, vooral wat de waterpartijen be treft, die evenwel In beteekenis verloren heb ben, doordat het water aan den Schoterweg moest opgeofferd worden voor de verbreeding van den weg. Akendam is de naam van een voormalig ambacht in het Baljuwschap van Brederode, hetwelk In twee deelen was gescheiden. Noord en Zuid-Akendam. Voor belde was één recht bank benoemd. De 7 heerlijkheden waaruit dc vroegere ge meente Schoten cn Gehuchten bestond, wa ren van Haarlem komende, Zuid-Akendam, H oog e woerd, Schoterbosch, Zanen. Schoten, Schoiervlieiaaid en Noord-Akendam. De heerlijke rechter, die In 1888. 1701, 1722, 1724, 1758 cn 1776 door de regeering gekocht waren voor f 146.800. brachten bij den verkoop in 1855 slechts f 3405 op! De gemeente Haarlem heeft Zuid-Akendam aangekocht als begraafplaats omdat tijdens onze vcreenlging met het Fransche Keizerrijk het Keizerlijk decreet, waarbij het begraven in kerken werd afgeschaft, ook hier worden toegepast. Daarom werd in het Bolwerk, be westen de voormalige Nieuwpoort (waar nu ongeveer de Kennemerbrug Ls) een provislo- neele gedistingeerde begraafplaats aangeligd, waarvan evenwel slechts gedurende korten tijd gebruik gemaakt is. want nadat op 10 Dec- 1813 het iaa;ste lijk aldaar ter aarde be steld was, begon men 3 dagen later weer in de Groote Kerk te begraven. Dit duurde voort tot 1842. toen werden de reeds vroeger ge maakte verordeningen omtrent het begraven van lijken binnen de kom der gemeente, op nieuw van kracht verklaard. Er moest dus °en begraafplaats worden aangelegd buiten de stad. Daartoe werd de hofstede Akendam op den hoek van de Kleverlaan en den Scho terweg aangekocht, alsook het buitenverblijf „Zuid-Akendam" en het daarbij behoorende bosch en weiland. De eigenaar de heer J. D. Zocher kreeg er f 12000 voor De grondprlj'^cn waren dus een eeuw geleden nog niet hoog. Op 1 Juni 1842 werd de begraafplaats aan den Schoterweg I11 gebruik genomen. Nabij de Kleverlaan stond het buiten van den heer J J. Korthals .het Klooster", ge noemd naar het klooster der Reguliere Ka nunniken, dat omstreeks 1407 gesticht ls. Dit klooster was indertijd ook bekend als het Convent onser Vrouwe Visitatie buyte St. Janspoorte. Dit bulten had een mooie koepel en een schoone allée. Over het Hu!s ter Snijt en het Huls ter Kleef in een volgend artikeltje. UIT DE GEVANGENIS TE BREDA ONTSNAPT. VEROORDEELD DUITSCHER ONTKOMEN Naar de Tel. verneemt, is uit de strafge vangenis te Breda een der veroordeelden ont snapt, hetgeen Dinsdagavond omstreeks zes uur gebeurd moet zijn .De man is een Duit- scher. HIJ had de gevangeniskleeren nog aan. Of hij hulp van bul en heeft gehad, of dat aan de bewaking Iets heeft ontbroken, is niet bekend. In verband met het ingestelde onderzoek wenschte men ten aanzien van de ontvluch ting geen enkele mededeellng te doen Het voormalige raadhuis van Schoten, vroeger ook als Rechthuis in gebruik.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 13