De Volkenbondsconferentie voor den
T ariefwapenstilstand.
Siamolse
LETTEREN EN KUNST
HAARLEM-NOORD.
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 27 FEBRUARI 1930
VIERDE BLAD
Na een week van algemeene beschouwingen.
(Van onzen correspondent).
Genève, 22 Februari 1930.
Afgezien van de laatste zittingen der ont
wapeningscommissie, waarvan men steeds
tevoren algemeen aannam, dat zij tot niets
goeds zouden leiden, is geen enkele andere
Volkenbondsconferentie hier met zooveel
onverbloemd pessimisme tegemoet gezien, als
de thans begonnene over het sluiten van een
wapenstilstand op tariefgebied gedurende
twee of drie jaren, gedurende welk tijdvak
de staten, die den wapenstilstand sluiten,
hun tarieven niet zullen mogen verhoogen,
noch od andere wijze den internationalen
handel belemmeringen in den weg mogen
leggen. Wenswaar had nog pas in September
de ~Volker.bondsvergadering eenstemmig op
voorstel harer tweede commissie (voor eco
nomische vraagstukken) het denkbeeld van
den Engelschen minister van handel Gra
ham en den Belgischen minister van bui-
tenlandsche zaken Paul Hymans, onder
steund door Briand en Stresemann, om tot
het sluiten van een tariefwapenstilstand
over te gaan, goedgekeurd, doch wij weten
helaas allen bij ervaring, dat er nog een
heele afstand ligt tusschen een in algemee
ne bewoordingen geredigeerde aanbeveling
der Volksvergadering en de praktische ver
wezenlijking van het denkbeeld door het slui
ten en ratificeeren (dii laatste vooral niet te
vergeten!) van een dienovereenkomstige con
ventie
De eenstemmige uitspraak der Volken
bondsvergadering ten gunste van den tarief-
wapenstilstand kon dus geen reden zijn, om
met groot, vertrouwen de conferentie voor dit
doel tegemoet te zien, toen de Fransche pers
in het begin van dit jaar op een systemati
sche wijze stemming tegen de conferentie be.
gon te maken, ofschoon deze toch eigenlijk
een eerste begin zou kunnen worden van de
verwezenlijking van Briand's leuze van de
Vereenigde Staten van Europa. Want men
was zich in September ervan bewust geweest,
dat de tariefwapenstilstand vrijwel uitslui
tend tot de Europeesche staten zou moeten
beperkt blijven. Dat zelfs de Franschen deze
eerste poging tot een Europeesche samenwer
king 00 economisch gebied reeds tevoren in
discrediet trachtten te brengen, was waar
lijk niet bemoedigend.
De algemeene beschouwingen, die thans
beëindigd zijn, hebben daarom op een vrij
aangename wijze ons een verrassing bezorgd.
Van de 26 vertegenwoordigde Europeesche
staten (alleen Albanië ontbreekt en ook Sov
jet-Rusland, voor zooverre men dit land als
een Europeesche mogendheid beschouwt)
hebben thans niet minder dan 22 hun ver
klaring van de jongste Volkenbondsvergade
ring uitdrukkelijk herhaald, dat zij bereid
zijn een tariefwapenstilstand te sluiten. Daar
deze verklaringen thans niet stilzwijgend ge
geven werden door een willekeurigen gede
legeerde in de tweede commissie der Vol
kenbondsvergadering, doch in de groote
meerderheid der Staten door den minister
van handel of van financiën persoonlijk,
hebben zij natuurlijk een grootere beteeke-
riis. Alleen Bulgarije en Frankrijk hebben
nog geenerlei uitlating omtrent hun stand
punt gedaan. De Fransche delegatie kon dit
niet doen wegens de regeeringscrisis in
Frankrijk, die voor de Geneefsche tariefwa-
penstilstandsconferentie wellicht juist nog te
rechter tijd is uitgebroken, daar de Fransche
minister van handel in het kabinet-Tardieu
de heer Flandin, een beslist tegenstander
van den wapenstilstand was en zijn opvol
ger uit het radicale kabinet-Chautemps, de
radicaal-socialist George Bonnet, die reeds
herhaaldelijk aan Geneefsche conferenties
heeft deelgenomen en steeds groote sym
pathie voor het volkenbondswerk getoond
heeft, vermoedelijk een veel meer meegaan
de houding zal aannemen. Behalve Frank
rijk en Bulgarije heeft ook Spanje haar oor
deel nog niet beslist uitgesproken. De nieuwe
Spaansche regeering was nog niet in staat
geweest zich over aeze kwesue een besliste
meening te vormen.
Twee-en-twintig delegaties dus, die uit
drukkelijk haar bereidwilligheid tot mede
werking aan het sluiten van een tariefwa
penstilstand hebben te kennen gegeven; drie
die zich nog niet hebben uitgesproken; blijft
over één, die er tegen is. De Itallaansche
minister van arbeid en nijverheid Bottai
heeft geenszins onder stoelen en banken ge
stoken, dat Italië een tariefwapenstilstand
ongunstig gezind is. Omdat daardoor, zij het
cok slechts voor een paar jaren, onderbro
ken zou worden de door Italië ondernomen,
doch nog niet voleindigde opbouw van zijn
eigen economie overeenkomstig eigen natio
nale behoeften, waarvoor noodzakelijk kun
nen zijn zekere verhoogingen der Invoerrech
ten, teneinde enkele jonge Italiaansche on
dernemingen tegen de buitenlandsche con
currentie te beschermen.
Ondanks het duidelijke „Neen" van den
Itnüaanschen minister, dat juist op een kri
tiek oogenblik kwam, toen de algemeene be
schouwingen aan een tekort aan redenaars
leden en verschillende delegaties klaarblijke
lijk nog een afwachtende houding aannamen,
is de Itallaansche weigering, die toch voor
dc tegenstanders een moedgevend voorbeeld
had kunnen zijn en ook wel als zoodanig be
doeld was, door geen enkele delegatie nage
volgd. Aan het einde der algemeene be
schouwingen stond Italië geheel geïsoleerd.
Wil dit zeggen, dat het succes der tariefwa-
penstilstandconf eren tie dus verzekerd is?
Een dergelijke conclusie zou stellig te opti
mistisch" zijn. Doch het mag stellig reeds als
een meevaller worden beschGuwd, dat de
kaap der algemeene discussies gelukkig is
omzeild en dat aan het einde der algemeene
discussies iedereen er voor was, dat de con-
ierentie thans in twee commissies zou gaan
trachten de op bepaalde onderdeelen van het
ontwerpconventie voor den dag gekomen
meeningsverschlilen tot een vergelijk te
breneen. Men vond blijkbaar algemeen, dat
dc stemming zoodanig is. dat het de moeite
loont, de discussie over de details thans ter
hand te nemen.
Eén der twee groote commissies, die tot
ieders voldoening wederom gepresideerd
wordt door den heer Colijn, wiens voortref
felijk werk als voorzitter van de handelscom
missie der groote economische wereldconfe
rentie van 1927 en ook als voorzitter der con
ferentie voor de afschaffing der in- en uit
voerverboden hier nog volstrekt niet verge
ten is, zal thans de verschillende artikelen
der ontworpen conventie moeten gaan be
spreken.
Daarbij zal het dan blijken, of alle staten
inderdaad de noodzakelijkheid inzien, om aan
de dreigende voortdurende verhooging der in
voerrechten een einde te maken. Graham,
Paul Hymans en Colijn zijn de leiders van
een groep van staten, ongeveer tien delega
ties sterk, die inderdaad ernst willen maken
met het denkbeeld van de tariefwapenst.il-
scand. Deze drie staatslieden met wijden ioe-
komstblik hebben dringend aanbevolen, dat
de uitzonderingen op den wapenstilstand zoo
schaarsch mogelijk zullen blijven. Het sluiten
alleen van een wapenstilstand op papier, ter
wijl daarbij zooveel uitzonderingen aan de
staten worden toegestaan, dat inderdaad
het protectionisme zal blijven groeien, zou
werkelijk niet waard zijn allen tijd en
moeiten, die de gedelegeerden zich voor
deze conferentie geven!
Wat zal op dezen aandrang tot de grootste
zuinigheid inzake het toestaan der uitzon
deringen het antwoord van de andere helft
der conferentie zijn? Zullen die staten zich
zooveel zelfbeperking bij het vragen van uit
zonderingen opleggen, dat zij aldus toonen
zullen, dat het hun ernst was met hun prin-
cipieele instemmingsverklaring met de wa
penstilstand-gedachte? Of zullen zij, ieder
voorzich zelf, zooveel uitzonderingen verlan
gen, dat de conventie daardoor practisch
waardeloos zou worden? Zullen zU aldus
toonen, dat zij in werkelijkheid, ondanks hun
fraaie redevoeringen bij de algemeene be
schouwingen, nog steeds aan tarlefsver-
hoogingen blijven vasthouden? Zullen zij
aldus toonen, hoeveel eerlijker en waardiger
de terstond afwijzende houding geweest is
van den Italiaanschen minister dan het on
oprechte woordenspel van die andere delega
ties, die zich voorstanders van den wapenstil
stand noemen, doch inderdaad tegenstanders
zijn?
Zal de eerste commissie vooral bij de
kwestie der uitzonderingen belangrijke be
slissingen hebben te nemen, die voor het
lot der conferentie van het hoogste belang
zullen zijn, ook de tweede commissie heeft
heeft een belangrijke taak. Deze commissie,
gepresideerd door den Roemeenschen minis
ter van financiën Madgearu, zal het program
ma moeten opstellen voor de latere onder
handelingen tusschen de regeeringen, die op
den wapenstilstand zullen moeten volgen en
een nog nauwere internationale samenwer
king op economisch gebied tusschen de
Europeesche staten, in de eerste plaats door
tariefsverlagingen, zullen moeten tot stand
brengen.
Een grootere Europeesche markt voor de
Europeesche voortbrengselenis de leuze
dezer commissie.
Van bijzonder belang voor den goeden af
loop der conferentie zal het zijn, of het Jeze
commissie gelukken zal een voldoend uitz'cht
te openen op een betere samenwerking
tusschen West- en Midden-Europa eenerzijds,
Oost-Europa anderzijds. De Balkan Staten
en ook de Baltische landen wénschen, dat
West- en Midden-Europa een beter afzetge
bied worden voor de landbouwproducten uit
Oost-Europa. Indien West- en Midden-Euro
pa bereid zoudc'i zijn hun markten open te
stellen voor de Oost-Europeeschc landbouw-
voortbrengselen, dan is Oost-Europa blijk
baar bereid tot den wapenstilstand vrijwel
zonder eenig voorbehoud toe te treden, af
te zien van iedere verhooging der invoer
rechten op de industrieele producten van
West- en Midden-Europa en alle plannen,
om zelf ook een eigen industrie te stichten,
te laten varen. De Oost-Europeanen hoüden
aan West- en Midden-Europa het verlokken
de beeld voor oogen, dat zij daar hun in
dustrieele-artikelen in veel grootere hoeveel
heden zullen kunnen verknopen, mits zij de
Oost-Europeesche landbouwartikelen koopen
en daardoor den Oost-Europeeschen boeren
stand meer welvaart bezorgen en daarvoor
grootere koopkracht. De bespekingen, die
over dit denkbeeld gevoerd zullen worden
en die stellig bijzonder moeilijk zijn voor die
landen, als Nederland en Zwitserland, die
naast een belangrijke industrie ook een tal
rijken boerenstand hebben, zullen misschien
tot de belangrijkste discussies dezer confe
rentie worden.
In ieder geval is te hopen, dat een middel
gevonden wordt, om de Oost-Europeesche
landen te bevredigen en daardoor de confe
rentie tot een succes te maken. Want- Gra
ham, Hymans en Colijn hebben volkomen
gelijk, wanneer zij telkens weder den gede
legeerden voor oogen houden, welke groote
gevaren dreigen, wanneer deze conferentie
zou mislukken en aldus wellicht in alle lan
den het protectionisme hoogtij zou vieren.
Wanneer na de mislukking van de Volken
bondspogingen, om tot een economischen
vrede te komen, de tariefoorlog in geheel
Europa in nog veel scherper mate dan thans
zou uitbreken en ieder land zijn grenzen voor
de goederen van de andere landen zou
sluiten!
Dr. B. DE JONG VAN BEEK EN DONK.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
a 60 Cts. per regel.
Ecd nackt-crème
die de opperhuid
reinigt ea
hentclt
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
a 60 Cts. per regel.
Hier heb ik eindelijk weer
die echte pepermunt, welke
mijn moeder ook steeds
gebruikt.'t Is de origineele
mm IfM
PEPERMUNT
^VorlK
Voor ergrot bij: Fa C. H S. HE1LKER, Haar'e
DE DICHTER URBAIN VAN DE
VOORDE TE HAARLEM.
LEZING OVER MODERNE VLAAMSCHE
POëZlE.
Urbain van cïe Voorde, „de criticus der Vlaam
sche poëzie", zooals mr. L. Ali Cohen hem in
een openingswoord aan de leden voorstelde,
heeft Woensdagavond voor den Haarlem-
schen Kunstkring in hotel Den Hout gespro
ken over „Moderne Vlaamsche Poëzie".
De dichter, overgekomen uit Brussel, sprak
slechts voor een beperkt publiek; Hij begon
zijn, in lichtelijk Vlaamsch getinte heldere
taal voorgedragen overzicht, met te teekenen
het werk van Karei van de Woastijne. die
aan den drempel staat van het schoon por
taal der nieuwere Vlaamsche poëzie. Hij stel
de naast het diep sensitieve van dezen dich
ter in zijn aanvangslyriek de concreter aard
van later werk, te beginnen met „Den Mod
deren Man" en vergeleek dezen teerst be
snaarde van de moderne dichters met Bau
delaire, en concludeerde, dat zijn bundels
lyriek niet die climax vertoonen, die bij an
deren voorkomt-, doch dat zijn kunst zoolang
er menschen zijn, die schoonheid waardeeren
kunnen tot. het allerhoogste zal blijven ge
rekend worden.
Het lag voor de hand. dat de dichters na
Karei van de Woestijne in zijn groote scha
duw zouden staan.
Van hen noemde de heer Van de Voorde
August van Cauwelaert, omdat deze bij alle
navolging toch na 1925imeer een persoonlijk
accent gekregen heeft. Als de twee vooi-
naamsten van dit geslacht beschouwt hij
echter Jan van NUlen en Firmin van Hecke.
Jan van Nijlen heeft, en dit vooral in ..Het
Aangezicht der Aarde" de poëtische muzi
kaliteit der Franschen nagestreefd, zijn ver
zen zijn keurig, doch bleek en zonder diepen
geestelijken Inhoud. Anders is de tweede, die
weliswaar niet productief is, hij schreef
slechts één bundel, doch wiens werk zwaar
is van gedachten, in wien tot uiting komt
het streng en stoïsch pessimisme, het hope
loos ontgoochelde intellectualisme. Maar door
de beheersching van zijn poëzie door dit al
les komt hij zelden tot volmaaktheid.
Tot dit geslacht behoort ook nog Karei van
den Oever, die zich echter reeds ten volle ge-
woroen heeft in het modernisme.
Tot deze strooming overgaand vestigde de
heer Van de Voorde de aandacht op de be
teekenis van den wereldoorlog, die het ont
staan van de verjongde dichtkunst bespoe
digde, doch die tevens een ongunstigen in
vloed had op de kunstverschijnselen. Spie
ker noemde ten voorbeeld het dadaisme, het
surrealisme.
Voor individualisme kwam gemeenschaps
gevoel in de plaats, algemeen werd de school
van Walt Whitman gevolgd en spreker vond
aanleiding om tevens een vergelijking te
trekken met de „St-urm" beweging in Duitsch-
land.
Een der eerste vertegenwoordigers van het
modernisme is Paul van Ostaven van wiens
woordkunst spreker een denkbeeld gaf door
te declameeren „Metaphysieze Jazz". Verder
noemde de criticus de ..humanitaire" poëzie
van Wies Moens, wiens beteekenis hij voorna
melijk acht te liggen in zijn „Celbrieven".
Wies Moens heeft, bedwelmd door succes
eigen talent geforceerd, en nu na zijn vier
bundels zwijgt hij. Van hem declameerde
Urbain van de Voorde uit „De Boodschap" en
„Landing".
Een zelfde humanitaristische geest ken
merkt het werk van Achilles Mussche: „De
twee Vaderlanden", werk van groote idealis
tische strekking, van profetisch karakter. Ten
voorbeeld gaf spreker „Sirenen".
Den bijna diametraal hieraan tegenover-
gesteiden Marnix Gijsen plaatste spreker in
zijn voordracht door aan te halen de „Lofli
tanie var. Sint Franciscus van Assisië" en „De
Mislezer".
Bij de modernisten sluiten zich aan andere
expressionisten, die min of meer hun navol
gers werden, Frank van Wyngaert, en vele
anderen, tenslotte ook Karei van den Oever.
Toch heeft het expressionisme nog plaats
gelaten voor de traditlonëele lyriek van har
monische beelden en de gerezen reactie wordt
belichaamd in „De Dichters van 't Fontein
tje", Maurice Roelants, Richard Minne, Ka-
rel Leroux en Reimond Herreman. Van hen
schetste spreker Richard Minne als wel van
de meest Vlaamsche essentie.
En dan kan ook genoemd worden Alice
Nahon, die wij makkelijk het plaatsje kun
nen gunnen onder denzon, waarom zij vraagt.
Eenvoud en ongekunsteldheid kenmerken
haar poëzie.
Tenslotte sprak Urbain van der Voorde
de allerjongsten, de na 1900 geborenen, waar
van de meesten zich geschaard hebben onder
het modernisme, dat zij gadesloegen, toen zij
In opkomst waren. Tegenover hen nam de
heer Van de Voorde een houding aan van
critische afwachting.
In de pauze heeft mevrouw Mea Mees-
Verwey twee gedichten van Urbain van de
Voorde zelf voorgedragen uit zijn bundel „Het
Donker Vuur", een aanvulling, zooals de se
cretaris van den Kunstkring, mr. L. Ali Cohen
zei, omdat de spreker een lacune had gela
ten in zijn voordracht door zich zelf niet te
noemen.
Mr. All Cohen had aan het begin van den
avend in een korte rede Jac. van Looy her
dacht, door zijn beteekenis te schetsen en een
nauwe kennismaking met zijn werk aan te
bevelen.
De vroegere Heerlijkheden.
De Zwitsersche boerderij.
De bewoners van Haarlem-Noord en dat
zijn er meer dan 25.000! kunnen zich niet
verblijden in veel natuurschoon In hun on
middellijke omgeving. Het nog onbebouwde
terrein bestaat vrijwel alleen uit grasland.
Alleen een wandeling langs het Noorder
Spaarne kan genot schenken. Toch nadert de
bebouwing al steeds meer het Spaarne. zoo
dat van het landelijke In de toekomst wel
niet veel zal overblijven.
Ons gemeentebestuur het is een lieve
lingsdenkbeeld geweest van Mr. J. Gerritsz.
toen hij nog slechts raadslid was, maar nu
mag hij het als wethouder van Openbare
Werken uitvoeren! is bezig om het stich
ten van een Noorderhout voor te bereiden.
Daaraan is inderdaad behoefte.
De Noord-Haarlemmers willen ook graag
ergens de gelegenheid hebben om volle lon
gen frissche lucht te happen!
In vroeger jaren, toen Schoten nog een
gehuchtje was, was er veel natuurschoon.
Maar van de prachtige buitens is niet veel
meer dan een herinnering overgebleven.
Aan den Schoterweg werd de buitenplaats
„Sparenhove" gevonden, eigendom van
de familie Van Sillem. Vroeger was dit niet
meer dan een hofstede, maar in 1823 liet de
heer Hierommus Sillem haar verbouwen te:
een buitenplaats. De heer J. D. ZoCher ont-
wierp een prachtig gebouw, dat met zijn
trotsche kolonnade zelfs een vorstelijk aan
zien had. Bovendien werd om het gebouw
een mooie tuin aangelegd. Tijdgenoot en
verzekerden, dat men in dien aanleg Zocher s
meesterhand herkende! De „Plaats van Sil
lem", zooals Sparenhove in de wandeling ge
noemd werd, was In het midden der 19e eeuw
een der voornaamste buitenverblijven in onze
omgeving!
Aan weerszijden van het mooie hoofdgebouw
verhieven zich de schoonste bosschages,
waartusschen de in 1857 gebouwde Scho:er-
kerk, de zoogenaamde Zwitsersche boerderij en
andere bouwhoeven uitkwamen en de fraaiste
vergezichten opleverden.
Maar in 1875 was van dit mooie bosoli niet
veel meer overgebleven.
Nu vinden wij er nog alleen de Zwitser
sche boerderij als een herinnering aan de
lang vervlogen glorie.
D?ae Zwitsersche boerderij ligt achter het
Haarlem-veld, er bestaan al bouwplannen
voor deze gronden. Als de gemeente een
breeden verkeersweg langs de Jan Gijzen-
vaart gaat aanleggen, zal de bouwexploitant
hier ook wel beginnen.
Hoe lang zal dit Zwitsersche huis hier nog
staan?
Er werden aan den Schoterweg vroeger
Alkmaarder- en ook wel Velserweg gehee-
ten nog meer buitens gevonden.
Daaronder was ook ,,'t Huis te Zaanen"
Die naam doet ons denken aan de heerlijk
heid van dien naam, wier bezitters vroeger
een aan-,.zienlijke huizlnge" bewoonden, die
bekend stond als het Huys Sanen.
De Haarlemsche geschiedschrijver Allan,
weet te verteilen, dat de Edelen, die den
naam van Zanen voerden en om den moord
op Floris V het land moesten verlaten, na
hun terugkomst deze heerlijkheid gekocht
hebben. Zij bouwden een kasteel, dat aan de
Grafelijkheid leenroerig werd. Daarna is
Zanen in het bezit geweest van andere ge
slachten. In het midden der 18e eeuw was zij
eerst eigendom van Mr. Jan Munter cn
daarna van zijn dochter, vrouwe Margare'ha
Cecilia Munter, douairière van Heer Willem
Grave van Cadogan. In het midden der 19e
eeuw was de plaats overgegaan aan de familie
van Velsen.
Eenige jaren geleden kocht de gemeente
Haarlem het landgoed. Een gedeelte der
gronden is al in exploitatie gebracht voor
woningbouw. Het oude huis wordt opgeknap-
en zal dan gebruikt worden voor een fiiiaa'
der Stads Bibliotheek en Openbare Lees
zaal.
De Heerlijkheid Zanen bevatte in haar
glorietijd het gehucht Zanen- Het grondge
bied werd ingesloten door de Heerlijkheid
Schoten, het Spaarne. Schoterbosch en Bloe-
mendaal. De oppervlakte was ongeveer 24
H.A. De bewoners van het gehucht Zanen
meest R.K., behoorden tot de parochie
Schoten. De kinderen gingen school te
Schoten-Vlieland.
Toen Schoten nog een dorpje was stond
het raadhuis aan den Vergicrdenweg, nu een
landwegje van dc Vogelenbuurt naar den
Slaperdijk loopend. Vroeger was dit ge
bouwtje als Rechthuis in gebruik. Toen Scho
ten stadsche allures kreeg, werd tusschen
het Schoterkwartier en het dorp Oud-Scho
ten aan den Rijksstraatweg een nieuw raad
huis gebouwd.
Hieronder een teekenlng van het oude
raadhuis, dat nu als woonhuis dienst doet.
In 1828 kocht de gemeente Haarlem de
buitenplaats. „Z u i d-A k e n d a m" aan den
Schoterweg gelegen. In onze begraaf
plaats is nog wel genecltelijk het oude bu.ten
te herkennen, vooral wat de waterpartijen be
treft, die evenwel In beteekenis verloren heb
ben, doordat het water aan den Schoterweg
moest opgeofferd worden voor de verbreeding
van den weg.
Akendam is de naam van een voormalig
ambacht in het Baljuwschap van Brederode,
hetwelk In twee deelen was gescheiden. Noord
en Zuid-Akendam. Voor belde was één recht
bank benoemd.
De 7 heerlijkheden waaruit dc vroegere ge
meente Schoten cn Gehuchten bestond, wa
ren van Haarlem komende, Zuid-Akendam,
H oog e woerd, Schoterbosch, Zanen. Schoten,
Schoiervlieiaaid en Noord-Akendam.
De heerlijke rechter, die In 1888. 1701, 1722,
1724, 1758 cn 1776 door de regeering gekocht
waren voor f 146.800. brachten bij den verkoop
in 1855 slechts f 3405 op!
De gemeente Haarlem heeft Zuid-Akendam
aangekocht als begraafplaats omdat tijdens
onze vcreenlging met het Fransche Keizerrijk
het Keizerlijk decreet, waarbij het begraven
in kerken werd afgeschaft, ook hier worden
toegepast. Daarom werd in het Bolwerk, be
westen de voormalige Nieuwpoort (waar nu
ongeveer de Kennemerbrug Ls) een provislo-
neele gedistingeerde begraafplaats aangeligd,
waarvan evenwel slechts gedurende korten
tijd gebruik gemaakt is. want nadat op 10
Dec- 1813 het iaa;ste lijk aldaar ter aarde be
steld was, begon men 3 dagen later weer in
de Groote Kerk te begraven. Dit duurde voort
tot 1842. toen werden de reeds vroeger ge
maakte verordeningen omtrent het begraven
van lijken binnen de kom der gemeente, op
nieuw van kracht verklaard. Er moest dus
°en begraafplaats worden aangelegd buiten
de stad. Daartoe werd de hofstede Akendam
op den hoek van de Kleverlaan en den Scho
terweg aangekocht, alsook het buitenverblijf
„Zuid-Akendam" en het daarbij behoorende
bosch en weiland. De eigenaar de heer J. D.
Zocher kreeg er f 12000 voor De grondprlj'^cn
waren dus een eeuw geleden nog niet hoog.
Op 1 Juni 1842 werd de begraafplaats aan
den Schoterweg I11 gebruik genomen.
Nabij de Kleverlaan stond het buiten van
den heer J J. Korthals .het Klooster", ge
noemd naar het klooster der Reguliere Ka
nunniken, dat omstreeks 1407 gesticht ls. Dit
klooster was indertijd ook bekend als het
Convent onser Vrouwe Visitatie buyte St.
Janspoorte. Dit bulten had een mooie koepel
en een schoone allée.
Over het Hu!s ter Snijt en het Huls ter
Kleef in een volgend artikeltje.
UIT DE GEVANGENIS TE BREDA
ONTSNAPT.
VEROORDEELD DUITSCHER
ONTKOMEN
Naar de Tel. verneemt, is uit de strafge
vangenis te Breda een der veroordeelden ont
snapt, hetgeen Dinsdagavond omstreeks zes
uur gebeurd moet zijn .De man is een Duit-
scher. HIJ had de gevangeniskleeren nog aan.
Of hij hulp van bul en heeft gehad, of dat
aan de bewaking Iets heeft ontbroken, is
niet bekend.
In verband met het ingestelde onderzoek
wenschte men ten aanzien van de ontvluch
ting geen enkele mededeellng te doen
Het voormalige raadhuis van Schoten, vroeger ook als Rechthuis in gebruik.