BRIEVENBUS
Aan Allen
HET TAMME HERT.
EEN ARM JONGETJE
Brieven ann do Redactie van d«
Kinder-Afdeellng moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN. Marnixstraat 20.
DO RUS RIJKERS. Zoo, kom
je claar ook weer eens aanzetten. Je
hebt maar een besten verjaardag ge
had. Doet je vlieger het fijn? Welk
boek heb Je van Hillcs bons gekre
gen? En wanneer komt de fiets? Dat
is het allerprachtigste cadeau, hè?
Hoeveel oliebo len heb je wel naar
binnen gewerkt? En wat waren de
schoolkinderen ln liun nopjes, dat Jij
zoo fijn tracteeren ging. De choco
lade smaakte zeker ook lekker.
JOPIE SLIM. Wat een grappig
postpapier was dit. 't Is maar heer
lijk, dat Je met de belde ku sens k aar
bent. Iloe gaat 't nu met Roe..kopje?
Mag JIJ al weer imar school? Je heb
den MaartwodstrUd toch zeker wel
«Oiczen. Wat voor opstellenbookje be
doel Je?
POESEN MOEDERTJE en ROOD
KAPJE. Neen, 't was niets e:g, dat
jullie een paar weken vacantie heb
ben genomen. Is 't voor jullie soms
gemakkelijker om den brief naar de
Groote Houtstraat te brengen? Dat
mag best.
MARINIER mag zijn schuilnaam
houden.
BOODSCIIAPPERTJE mag zUn
schuilnaam houden..
DE KLEINE VIOLIST. Dat was
wel een wondere loop van omstandig
heden. Ik vond het niets erg hoor.
alleen oen beetje professsoraal. Als
mooier or niet geweest was, zat Je
brief mlsschcn nog ln Je b'.oc-note
MOORKOPJE. Dat Ls mooi pas
send i>oslpaplcr voor een moorkopje..
Hoe Ls 't er nu mee? Had Je tweo dik
ke wangen? Het is gelukkig
geen ernstige ziekte. Je had nu mooi
den tUd om den boekenlegger af te
maken. Is hU klaar gekomen
ALBA. Je raadsels zUn goed. Dat
is een reuze voorraad.
MOEDERS GROOTSTE HULP.
Waar heb Je het zoo druk mee? Is
moeder soms al aan den schoon
maak? 't Is maar vriendelijk van
broer, dat hU Je secretaris wou zUn.
8ANTPOORTERTJE. Dat waren
twee vliegen ln één klap. Waar werkt
Je broer? Ben Je aan 't wedstrljdwerk
begonnen? Hoe gaat 't met de ver
koudheid? De maand Maart sohUnt
altUd vcrkoudhelds-baclllen rond te
strooien.
W. L. Gefeliciteerd met Je over
gang. Laat dit laatste jaartje Je beste
jaartje zijn. Heb Je nu Je rapport?
Prettig, dat er steeds een nieuweling
bij komt. En wat een voldoening
voor Jc. dat 't programma Donaerdag
zoo keurig werd afgewerkt.
WENDA. 'k Herinner me niet.
dat Ik Jou gezien heb. Was maar
naar me toegekomen. Wat gezellig
dat moeder en tante er ook waren.
Die schoone slaapster was mooi, hè?
Die drie kleine kleuters vond lk ook
erg leuk BU welk clubje ben Je?
DE KLEINE CHAUFFEUR. Het
doet nu» plezier, dat de atlas zulke
goede diensten bowUst. Ik hoop, dat
Je or Jaren wat aan hebben zult. Heb
Je Zondag met vader ln den Hout ge
wandeld?
JUFFERTJE WILDZANG. Je raad
sels zUn goed.
PIERRE LA PEU. Komen er al
vogels ln je vogeLhulsje? Hoe oud zUn
de twoedngen? Heb Je hun voorge
lezen wat er ln hot. briefje stond Je
zult vast lung plezier hebben van
die kastanjeknoppen Wat leuk, dat
Je zelf een rotstulntje hebt gemaakt
PALLE. Dus jij weet nu de Mar
nixstraat wel goed te vinden. Is Je
fiets nl gemaakt? Wat zal dat een
mooi gezicht zUn. a s belde c lvia's
bloeien. Aardig, dat Je die auto-
speldjes verzamelt. Hoeveel mun en
heb Je al? Vraag er maar eens om
ln de Ruil-Rubrick.
HET RIETVOORNTJE. Ben Je
aan den nieuwen wedstrijd bron
nen? Ik ben benieuwd we k onder
werp Je gekozen hebt.
GRETHA cn RIKA. Jullie zUn
woikom- Zet de vo'genr'o wenk Je
schuilnamen maar oneer Je we k.
PRIMULA. 't Is a'tUd maar het
beste om 's avonds direct aan Je huis
werk te beginnen En dan zou Lk
eerst maar de sommen onderhanden
nomen. Wat zitten Julhe mooi in de
bloeiende planten.
HET ZAANDAMMERTJF. Ja
hoor, JU mag ook tante zeggen. Ik
denk, dat we allemaal wel naar de
Lente verlangen, want die maand
Maart ls toch zoo wispelturig. Was Je
verleden jaar ook aan de werktuin-
tjes?
HET VELUWSCIIE MEISJE.
Weineen, ik de nik hoelcmaal niet zoo
leelljk over Je. Als Je de gcede din
gen van een ander overneemt, is dat
nog geen na-apen.
DOORNROOSJE. Je meet goed
op de machine leeren naaien, voor je
kleedingstukkcn kunt maken Als je
goed Je best doet, komt die tijd gauw
genoeg. Is Je buffetlooper haast af?
Dat ls zeker een prettig wencje. wat
waren die kruis randjes snoezig. JU
wordt maar een knappe handwerk-
ster.
KORENBLOEM. Je raadsel is
goed. Je was er de vorige week ze
ker bij ongeluk tusschen uit geglipt,
maar bij mU sta Je opgoteekend. Wat
leuk, dat je moeder vroeger bij mU in
de klas heeft gezeten. Wat ga Je
doen, als je van school bent? Waar
om niag Je niet meer fietsen?
KRIELKIP. B«n jo al flinik aan
't werk voor den wedstrUd? JU bent
or altijd als de kippetjes bU. Breng
me je album maar eens. dan zal ik
er een versje ln schrUven.
KORSTJESKNAOER. Bedoel je
de woorden: veni, vidl, viel? Hebben
Jullie nu al tegen de chib gespeed?
't Was Woensdag niet veel weer om
te trappen Of heb JU er je niet
aan gestoord?
KONIJNTJE. Jo moogt dezen
schuilnaam houden. Je schrUft maar
wat keurig
KLEINE ULBO. JU moet Jo
maar wat op weg helpen, HIJ heeft
een aardlgen schuilnaam belacht.
Wat heb je reusachtig veel voor je
verjaardag gekregen.
WIPNEUSJE. Je vorborgen be
roepen zijn goed. Wat zal verpleeg
stertje bUI zijn geweest, toen je haar
opzocht. Als ik Je raadsels togen kom.
zal ik ze plaatsen Je mag best wat
ln je opstel over die gestrande boo
ten schrUven.
BRILLANTSTER. Als ik kan,
kom lk op die Tentoonstelling een
kUkje nemen. Prettig voor je, dat Je
kussen haast klaar ls. Wat gezellig
dat vader 's avonds uit Je prijs voor
leest.
APPELMOOTJE. WU mopperen
als het regent. Maar de buitenman
laoht ln zUn vuistje, want de grond
ls o zoo droog. Ik geloof wel, dat er
heel wat verkouden menschen zUn
ZUn Jullie thuis allemaal gezond?
APPELTJE. 't ls prettig, dat Je
nog een poosje op de Huishoud
school mag blUven Hoe meer je
weet. hoe betere betrokking je later
moet krijgen. Volgens de Leerplicht,
mag je wel van school, maar lk zou
er nog maar een jaartje opblUven.
NACHTEGAAI,TJE. HartelUk ge
feliciteerd met moeders verjaardag.
Hoe vond moeder Je handwerkje? En
hoe ver ben Jc nu met Je Jurk? Dat
ls een heel werk, hè?
VIOLETTA. Je raadsels zUn
goed. Die zuster van Jou kan maar
mooi schrUven.
EEN NAAMLOOZE schrUft. dat zU
of hU de vorige weck te laat was.
Wat Jammer, dat nu de brief wel op
tUd ls. de naam achterwege ls geble
ven.
RANGEERDERTJE. 't Doet me
genoegen, dat het boek naar Je zin
was. Wat was dat wel een vreugde
dag voor je, toen de flets arriveerde.
Kun Jc *t nu al? Zorg nu maar. dat
Je 't voor de groote vacantie geleerd
hebt, dan kun Jo heerlUk genieten.
BLOEMENDAAL8TERTJE.. Je
moogt natuurlUk wel de raadsels
van Afdeellng II oplasen, maar om
dat Je volgens Je leeftUd ln Afdee
llng I tnuLs hoort, mogen die alleen
maar meote Ion. Alle beetjes helpen.
GOUDELSJE. Als je zelf d'e
wandeling gemaakt hebt, kun Je er
het beste een opstel over maken. Je
raadsel ls goed. Je gaat met schrij
ven maar goed vooruit.
MOEDERS GROOTSTE HULP
Nu staat er wel een br lef voor Jou
in de Brievenbus. De kans om mee
te mogen loten voor een raateïloriis
is nog niet verv-ogen. PoppenJeind
mag meedoen. Ja. lk vind 't een leu
ken naam. Maak JU dan maar een
opstelletje over de Bolwerken, 't Be
hoeft niet laiu te zUn. Waarom moet
lk om de Ruil-Rubrtec dertfeen?
DROOMKONINKJE. - Nu was je
goed op tijd. Je hebt tooh al oo de
RubrlekertJoslUst ges-aan? Weke
boeken heb je te lecnl A's het mooi
weer ls, geniet dan p>ia- zooveel je
kunt van buiten-zlja 't Is vandaag
volgens den kalender het begin van
de Lente. Ik zal in de Ruil-Rubrlek
Je vraag zetten. Wat zuilen jullie
van den zomer lekker smullen van
de eigen groente.
DE KLEINE DOKTER. 't Is
maar een prettig vooruitzicht, dat JU
later allo menschen wilt heipon, die
een ongeluk hebben gekregen. Mis
schien weet je dan ook een miiddel
om te maken, dat de menschen geen
ongeluk meer krijgen.
HET TIMOREESJE. 'k Ben bUj.
dat de wedstrUd naar Je zin ls. Komt
die mevrouw heelemaal naar Haar
lem om piano-les te geven? Prettig,
dat Je ook zooveel van teekenen
houdt.
SPRINKHAANTJE. Dan kom Je
van den zomer ln mijn buurt. Deze
wedstrUd ls Juist een goede oefening
voor Je. Je moet op 't examen zeker
ook een opstel maken?
KLEIN DUIMPJE. JU hebt al
een reuze-ketting van woorden. Ik
hoop ook voor Je, dat Je ondor de
prUswlnners behoort. Wat heeft de
meester mooie cadeaux van Jullie
gekregen.
PRIKKEBEEN. Heb je nu ook
het tweede verhaal gelezen? Of had
Je er nog geen lust ln?
DOCTOR MYSTERO. Pret/Mg
Jongen, dat alles maar weer zUn
oude gang gaat. Ik kan me inden
ken. hoe blU Gerrie ls met zUn auto
Ben Je nu met den molen k'oar?
Draalt hU goed? Wanneer kunnen de
duiveneitjes uitkomen?
VERPLEEGSTERTJE. Hoe voel
je Je nu? Heb je nergens pUn meer?
Dat die kleine broer je niet nieer
kende. Heb je de das klaar? Mag Je
nu weer naar de school?
ZEVENSTER. Moet Je veel re-
peteeren voor zang? Is je kussen af?
En heb je al weer een nieuw hand
werk onder handen? Komt er veel
van Je op de tentoonstelling?
SNEEUWKLOKJE. 'k Ben bUj
kind, dat je weer bent opgeknapt.
Wat aardig, dat meneer cn mevrouw
L. door de Brievenbus gedreven wer
den om je op te zoeken. De hond kent
Je zeker al goed. Breng mU je al
bum maar eens. Oa Je ook weer naar
school?
AMICO- Twee maanden Ls nog
een heel poosje, vooral a's Je er voor
staat. Gefeliciteerd met Je oomschap
ZANGVOGELTJE. - En JU ook al
voor de tweede maal tante. Dat
klinkt deftig, Is 't een lief neef-
Je? Wat heeft hij mooie namen ge
kregen. Ben je in de Postzegel-Ru
briek? Hoe gaat 't mot Poppenver-
pleogstertje? Is de bof al over?
JAN STEEN. Je raadsels zUn
goed.
EGMONDERTJE. 't Is niet noo-
dig, dat er een enveloppe om je
briefje zit, als je maar zorgt, dat
mUn naam bulten op staat. Maak
jU dus die mooie paarse velletjes
maar eerst op.
CITROENSCHILLETJE. Als je
altUd zoo duidelUk b Uft schrUven,
mag Je altUd met potlood blUven
schrijven. Nu krijg Je ook geen vuLe
vingers, hè?
VIOOLBLOEMPJE. Prettig voor
Je, dat de juffrouw zoo tevreden
over Je werk was. Wat naar, dat
moeder weer ziek is. Ik hoop voor
jullie! dat 't leed nu weer geleden ls.
Is de bruidsjapon voor Else klaar
gekomen? *t Zal wel snoezig staan,
vooral met die b auw zijdon onder-
Jurk. 't Was niet erg. dat bovenkant
van Je papier was afgeknipt.
KONING WINTER. Je kunt
moelek een opstel over de Bolwer
ken maken, als Je er eerst niet eens
een kUkje hebt genomen. Ga er
Zondag maar eens wandelen en geef
dan Je oogen goed den kost.
VERGEET MIJ NIETJE. Hoe Ls
't met zusje? ZUn de mazelen ver
dwenen? Ze moet zeker goed eten
van dan dokter, als ze zoo mager ls.
Doe JU dan met Kruimeltje maar
mee in Afdeellng II.
KRUIMELTJE. Een keer over
slaan hindert niets. Ben Je al aan
den MaartwodstrUd begonnen? Wat
fUn hè. dat die Vergeet mU nietje
een raadselkamertje heeft. Zo zal het
misschien niet zoo heel prettig vin
den, dat ze nu gedwongen vacanJe
heeft.
ROZENKNOPJE. Vond Je het
bock zoo prachtig? Nu dat doet me
plezier. Aardig van Je, dat Je vrien
dinnetje het ook mocht lezen. Hoe
gaat het nu met grootmoeder?
DE KLEINE VOETBALLFR. 't Is
nu vl'.ogertUf hè? Maar Je laat de
voetballer er toch niet voor staan.
Kranig, dat Jullie club weer gewon/»
nen heeft. Wonen de grootoudere ln
Je buurt?
MEJ. M. C. N. Hoe gaat 't nu
met Ismene? Mag hij al uit bed? t
Doet me plezier te hooren. dat hij
zoo dol op de Rubriek ls. Als hij
praatjes gaat krijgen, zal de ziekte
zeker een goeden keer nemen, 't Is
al weer een rust, dat hij op school
zoo goed mee kan. Nu behoeft lüj
zich voor 't overgaan niet ongerust»
te maken. Van harte beterschap ge-
wenscht mot den kleinen patient.
PAASCHHAASJE. Heb je het boek
au uit? Je houdt zeker veel van Je
cwee broertjes? Kan de jongste al
loopen? Ga je straks mooie eitjes la
ie paaschwei brengen?
ELFENBLOEMPJE. Je mag best
sens vacantie nemen. De kleine Zee
man en ZwartkUkertJe mogen hun
schuilnamen houden. De drie brief
jes mogen wel in één enveloppe.
Styntje mag tot September met
Afdeellng II meedoen.
BALLENBREISTERTJE. Jij vond
het zeker wel fUn om naar tante
toe te gaan, vooral nu dat nlchtjo
er ook kwam. Knap van je om ln
dien tUd nog een kleedje te haken.
Orgelspelen ls eigenlUk nog nioel-
lUker dan pianospelen. Heb jU ook
wel eens een vlieger opgelaten? Is
het paardenleidsel nu klaar? Leer
jij GiJs nu maar lezen van de letter-
plankjes. 't Hindert niet, als je nmer
dieren dan planten hebt. Wat fUn,
dat er bU Jullie in 't bosch zooveel
narcissen groeien.
FRANS HALS. Je raadsel is goed.
NEVADA EN UITLOOPER. Ucl
schUnt wel, of de maand Maart do
hoesttUd ls. Als Johan geregeld werk
van school krUgt en 't ook geregeld
maakt, zal hij heusch niet achter
komen.
KERSTROOSJE. JU bent zeker
met frlsschen moed aan den wed
strUd begonnen. Aardig van Ran-
geerdertje, dat Je zUn prUs ook
mocht lezen. Is het slabbetje voor da
oop klaar gekomen? Wat maken
'ullie gezellige handwerkjes onder
de handwerkles.
MAGNOLIA. Voor een nleuwe-
ingetje rs 't al heel knap als Je 5
raadsels goed hebt. Wat heerlUk, dat
lullie zoo'n grooten bloementuin
hebben. Werk Je er ook wel eens
in?
FREESIA. 't Ding al wat goed met
de raadsels. Heb Je deh viieger al
eens opgelaten? Wel fijn, dat er bij
e huis zoo'n groot land ls. Een
kleine vlieger Ontmoet minder geva
ren want die antennepalen zUn een
chte strop.
A. B. C. In een kamp behoef Je
volstrekt niet uitsluitend brood te
riten. Als Jullie Jongens op eigen ge-
•cnhetd gaan kampeeren. kan lk
me voorstellen, dat 't middagpotje
erbU inschiet. Maar 'k kan me ook
begrijpen, dat er jongens zUn die
't van den zomer eens anders willen.
JAN TER H. Mieren zUn beslist
nuttige dieren. Vooral de roode
boschmler.Deze doodt in de bossch n
schadelUke Insecten. Deze sehadelU-
ke insecten belemmeren den boom-
,roeL Dus doodt geen mieren.
MARIETJE O. Je kunt wel eens
om zoon patroontje vragen ln do
{uil-Rubriek. Misschien is er een
Rubrtekertje dat 't ook heeft ge
bruikt. In het b-elboekje van Beyer
staat de waaiersteek beschreven.
DE TWEELINGZUSJES, 't Deed
me plezier wcr wat van Jullie te
ooren. 't Is goed, sturen Jullie de
raadsels maar om beurten in.
Haarlem, 21 Maart 1930
Marnixstraat 20
W. BLOMBERGZEEMAN
EEN KWAJONGENSSTREEK
Er was eens een jongen die op
straat aan een heer vroeg of hU soms
even voor hem aan een huisschel
wi de trekken, want. zoo zri de deug
niet, hU kon er zelf niet bU De h ~*r
was erg vrlcndelUk en deed wat hem
gevaagd werd. Doch niet zoodra
had hU gebeld of de Jongen rieo:
„Nu loopen, meneer, anders zijn we
er bU 1Hoe vindt Je zoo'n aap? Doe
hem maar niet na hoor, want h-t
zou kunnen gebeuren dat je van Je
vriendelUken helper een geducht
pak slaag kreeg I
BIJVOEGSEL'
ZATERDAG 22 MAART 1930
No. 170
„Is Indie 't land van de koffie of
van den peper?" vroeg me een Ru-
briekertje. die een weddenschap met
zijn broer had aangegaan. De een
had gezegd: van de koffie en de an
dere: van de peper. Wie had nu ge-
lUk? OogenschUnlUk alle twee. Kof
fie en peper groeien beide in InJië
Maar. als je spreekt over 't land van
een of ander gewas, versta Je daar
tiooh ln den regel onder 't geboorte
land. Met personen ls 't precies zoo:
met ons land bedoelen we ons ge
boorteland.
Indtë ls niet 't geboorteland van de
koffie, wel dat van den peper.
Het vaderland van de koffie ls
Abesslnlë en wel de provincie Kaffa,
waaraan de plant haar naam ont
leent. De koffiestrutken groeiden
daar oorspronkelUk ln 't wild. 't Zijn
heel mooie planten met immer groe
ne, glanzende bladen en heerlUk rui
kende witte bloesems. De vruchten
zUn vuurrood, dus Je kunt je voor
stellen welk een prachtig effect dat
geeft.
Als je nu vraagt: wie hebben het
eerst koffie gedronken? dan zUn dat
niet de Abesslnlërs, maar de Arabie
ren. Aan hen hebben we het te dan
ken, dat deze voor ons Hollanders zoo
bekende en geliefde drank, wereld
bekendheid en eigenlUk ook wereld
beroemdheid hoeft verkregen.
Eeuwen lang schUnt men de plant
als waardeloos te hebben beschouwd,
500 Jaar geleden was koffie nog to
taal onbekend. Wie 't eerst uit de
vruchten de geurige koffie hoeft be
reid. is onbekend. Er ls wel een le
gende van een Abessynisch herder,
die in de 15de eeuw leefde. ZUn scha
pen graasden ln de weiten van
Kaffa. Op zekeren nacht waren zo
zoo onrustig en maakten de geks e
spiongen. Het bleek, dat ze koffie-
struiken totaal hadden leeg gegeten.
In de nabijheid was een klooster.
Toen de monniken van den herder
dit wondere verhaal vernamen, pluk
ten zU de vruchten en brouwden
daar een drank van. Wat er ook van
waar ls, zooveel ls zeker, dat ln 't
midden van de 151e eeuw er In Ara
ble a'.om koffie werd gedronken. In
1511 was er zelfs een koffle-synole
om paal en perk aan 't koffie-drln-
ken te stellen. Men beschouwde kof
fie als een bedwelmenden drank.
In 1532 we:den in Kalro de win
ket, die koffie verkochten, geplun
derd en de eigenaren werden achter
uit rijdend op 'n ezel gezet en zoo tot
spot door de straten der stad gere
den.
En toch werd er steeds meer kof
fie gedronken.
In 1554 werden te Konstantlnopel
de eerste koffiehuizen gooiend. Van
Konstan'-lnopel uit ging het lang
zaam maar zeker door gehee, Europa.
Vooral ln Nederland wordt buiten
gewoon veel koffie gedronken. In 't
Noorden en Oosten van ons land ls
koffie de hoofddrank. In 't buiten
land ls onze Hollandsche koffie be
roemd. Dat zit hem natuurlUk niet ln
de koffie, maar ln de bereiding.
Een Hollander vindt Dultache of
Beglsche of Fransche koffie nooit
een tractatic.
Zeker wel het. liefste dier,
Zie je op dit plaatje hier!
't Is het brave, tamme hert,
Dat wat lekkers krUgt van Bertl
Met wat kleine stukjes brood.
Was 't dat Bertus d' vriendschap
sloot l
En nu roep die leuke kwant:
Zie, het hert eet uit mUn hand!
Maar, al weet vriend Bert dat niet,
Het ls heusch zoo'n kunststuk nletl
Als Je lief voor eieren bent.
ZUn ae zóó aan Je gewend!
Voor mUn hond. een prachtig beest,
Ben 'k ook altUd goed geweest!
Ligt zUn brood niet op zUn bak.
Danhaalt hU het uit mUn zak!
En treurig bedacht hij dat het nu
met zUn leventje hoe'.emaal uit was.
HU moest het eigenlUk maar weer ln
een andere stad probeeren, maar
ach, dat was weer zoo ver weg en hij
vond het urenlange loopen zoo vree
sdij k. Neen liever wilde hU probee
ren toch nog wat hier te blUven,
als de politie hem niet zag, kon hU
misschien toch nog wel eens wat aan
de menschen vragen. En er waren
ook altijd nog wel oen paar men
schen, die hem wat gaven, zon
der dat hU er om vroeg. Dat was al
meer gebeurd
Zoo peinzend liep hij een stil
straatje door en weer voelde hij hoe
moe hU was. HIJ kon bUna niet ver
der. En koud dat hU het kreeg. Poel
midden ln den zomer en dan zoo te
rillen van de koude. Het was te gek
om er over te denken. De arme jon
gen hU begreep niet dat hij hevig
koorts had. Ook de honger ging hem
nu plagen, want hU ltad nog niet
genoeg geld om zijn brood te gaan
koopen. HIJ moest er nog wat bij
bedelen, maar hij durfde niet. Daar
zag hij zoowaar weer een politie
agent. He', scheen wel of zU hem van
daag zochten
Het hoofd omlaag, duizelig en ril
lend van koorts, strompelde hU ver
der. De zolen van zUn schoenen
waren bUna geheel versleten en e
harde straatstccncn voelde hij pljn-
lUk bij eiken stap. HU voelde zich
zoo ongelukkig, dat hij eindelijk
zachtjes begon te hullen
BIJ oen der hulzen ln het stilte
straatje zag hU een portiekje met
een blauwe sloep Teneinde raad
ging hU daar zitten, met het hoofd
tegen den muur geleund. Rillend en
doodziek hurkte hU ln e.kaar cn hU
nam zich voor om daar te b Uvcn.
Wat er dan gebeuren zou, dat kon
hem niet schelen. Maar hU wl de n et
verder loopen en hU wl.de ook niet
meer bedelen. Varen op een schip
wilde hU ook niet en naar school
gaan wilde hU ook nooit meer. Niets
niets wil.1c hU nog. Hij zou alleen
maar blijven zitten op deze stoep
De torenklok soeg twaalf uur cn
het vrooüjke gebimbam golfde over
het kleine en mooie Zeeuwschc stad
je, toen er haastig een oud heertje
door het straatje aan kwam sloffen.
Verbaasd bleef het heertje staan,
toen hij een klein jongetje zielig en
doodsb.oek tegen den muur geleund
vond van het portiekhuisje. Het jon
getje zag er vreese.ijk vies cn on-
oogelUk uit, maar toch meende de
oude heer duidelUk te kunnen zien.
dat het geen gewoon zwerverskind
was
Langzaam trad hU een stapje na
der en scherp turend boog hij zich
voorover om het gezicht van het
Jo:getje wat beter t? kunnen zien.
Klos, klos. klonk het door het
straatje. Daar kwam een groote
Zeeuwschc boer -ader. Met zwa e
klompen aan r"voeten stapte hij
over de straatkeien en natuurlijk
pief ook hij staan, toen hU het
oude heertje bU het arme jongetje
zag staan.
Wat ls dat, meneer? vroeg hij
belang tellend
Dat ventje is, geloof lk heel
ziek antwoordde de oude heer.
En samen bogen zij zich opnieuw
over het jongetje....
Aan den overkant weerklonk een
helder winkelbelletje en een bakker
trad naar bulten. Ook hij moest er
het zUne van hebben
En op hetzelfde oogenbllk kwam
er een lieve Zeeuwschc vrouw net
straatje ln. Met haar kleine lage
schoentjes met glimmende gespen
trippelde zU vlug voort, want zij
moest zorgen op tijd thuis te zijn.
Weliswaar zaten er ln haar huisje
geen kinderen op haar te wachten,
maar zij moest toch maken dat haar
man wat te eten vond, als hU van
zUn werk kwam. Het had daareven
immers al twaalf uur geslagen
Maar zoo'n haast had zU niet of
zU bleef toch ook even bU het groep
je menschen staan. Met haar kleine,
heldere oogjes keek zij verbaasd
naar het slapende cn stille jongetje
dat daar zoo zielig op het stoep lo
zat neergehurkt. Een Innig m.-te-
Hjden greep haar aan, en haar lieve
vrouwenhart zei haar dade.ljk wat
zU doen moest
ZIJ drong de drie mannen opzij
en trok Karei bij den ann. Haar
tasehje met boodschappen legde zij
vlug neer en met haar nu vrijgeko
men andere hand tilde zU het bleeke
gezichtje op
Karei opende de oocen. maar o,
wat waren zU glazig. De om tante s
schrokken er van en het vrouwtje
riep uit:
Heere, Hcere, manneke, wat zUb
ge ziekt
Maar gelukkig voor Kareitjo liet
ril het niet enkel bij dien ultroen.
Met een flink gebaar trok zij
den omslagdoek van haar schoude s
en sloeg hem over het rillende cn
bevende zwervertje. En toen beurde
zU het ventje op, zich er niet aan
storend dat hU vuil en ongewas-
schen was. Met haar roode en sterke
werk-armen bracht zU Karoltjc naar
haar eigen huisje
Het ou te heertje zei niets cn de
bakker zei ook niets, mar de boer
begreep dat hij wel even heVpcn kon.
HU raapte vlug de boodschapj>en
van het vrouwtje op en ltep haar
En zoo kwam Kareltjo voor hot
eerst sedert vele weken weer in een
huiskamer cn voor het eerst ook ln
al dien tUd waren er weer een paar
menschen die voo- hem zorgden.
Maar de arme Jongen wist het n!et,
want hU was geheel versuft van
koorts en ellende
Hoe het nu verder met hem ging
en wat het Zeeuwsche vrouwtje deel
dat vertel lk Jullie de volgende woeJc
ailemaal nog haarfUn!
Onze Bibliotheek.
Eerst wend ik mU nu eens tot de
oudere lezers van onze Jeugd.
Nu de schoonmaak in 't land L%
zou lk U vriendelUk wll'en verzoek n
bij 't opruimen van boeken even om
O. B. te willen denken
Indien U mij even een boodschap
stuurt wil lk ze gaarne even laten
halen. BIJ voorbaat rr4Jn vriende
lijken dank
Voor ln Ichtlngcn voor dcc'name
aan O. B. ben ik steeds thuis: Zate--
dags van 13 uur. Alle lezrs van
Haarlem's Dagblad hebben 't recht
om lozer van O. B te worden.
W. L.