BRIEF UIT BERLIJN.
BEROEMDE APRILGRAPPEN.
CAGLIOSTRO's ELIXER DER EEUWIGE JEUGD.
lie m
PEEK KLOPPENBURG
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 1 APRIL 1930
VIERDE BLAD
HOE THEODORE HOOK LONDEN VOOR DEN MAL HIELD.
door PIERRE QUIROULE,
den bekenden journalist en schrijver.
de Staten, met het grootkruis van de Orde
van Leopold. Hij werd dientengevolge in het
gevang gezet wegens het dragen van een
uniform zonder een waardigheid te bezitten.
Dit was een ernstige rechterlijke dwaling.
In deze sombere dagen had men een man,
die zooveel bijdraagt tot de internationale
vroolijkheid behoorlijk moeten beloonen,
zelfs al was een generaal-majoor van het
leger der Vereenigde Staten er belachelijk
door gemaakt.
Iemand, die een grootsche aardigheid uit
haalde en er later voldoening van had door
een koninklijke erkenning van zijn gevoel
voor humor, was de eertijds populaire ro
manschrijver en journalist Theodore Hook.
Deze herinnert ons aan de groote grappen
makerij van Berners Street van 1809, onge
twijfeld de grootste onderneming van dezen
aard, die het menschelijk vernuft ooit uit
gedacht heeft. Hook had een weddenschap
afgesloten, dat binnen een week het aardige
rustige huis van zekere mevrouw Tottenham,
tegen wie hij een wrok koesterde, het be
roemdste van Londen zou worden. De af
spraak werd gemaakt en binnen vier of vijf
dagen had hij vele honderden brieven ge
schreven en verzonden, welke bestellingen
bevatten voor alle soorten kooplieden, die
op deze sterfelijke wereld gevonden worden,
alle ter uitvoering op een bepaalden dag en
zoo mogelijk op een vastgesteld uur. Van wa
gens met steenkool en aardappelen tot boe
ken, drukwerken veeren, ijs, gelei, en bessen-
taarten, alles wat de menschheid nuttig kan
zijn, was besteld bij een leger van elkaar
beconcurreerende firma's uit alle hoeken van
de stad.
Wij kunnen ons er slechts een flauw be
grip van vormen wat een verwarring, opeen-
hooping en tumult er dien dag geweest is
voor het huis van mrs Tottenham. Tot de
„dramatis personae" heeft Hook er later
zelden of nooit op gezinspeeld. Hij zag er
niets in om de komst van den Lord Mayor
en diens kapelaan te bewerkstelligen, die hij
uitnoodigde om een bekentenis op zijn
doodsbed te komen hooren van een gemeen
teraadslid, dat verduisteringen gepleegd had,
maar hij heeft later maar in het vergeetboek
laten raken, dat hij zich niet minder vrij
heid had veroorloofd tegenover den presi
dent van de Bank of England, den voorzitter
van de Oost-Indische Compagnie, den hoofd
commissaris van politie ep bovendien den
Aartsbisschop van Canterbury en Zijne Ko
ninklijke Hoogheid den opperbevelhebber-
generaal. Zij allen gaven gehoor aan den
oproep, daar er een hartroerend beroep was
gedaan op alle religieus en vaderlandslie
vend gevoel, dat zij bezaten. Wij weten niet
of zij allen in Berners Street kwamen, maar
de militaire nauwgezetheid en de in het
karmozijn gekleede lakeien van den hertog
van York brachten dezen in elk geval op de
plaats des gevechts, nog voor het tijdstip,
waarop de verbazing van de arme weduwe
was overgegaan in woede en wanhoop. Bui
ten den kring van Hook en zijn vertrouwden
werd de zaak echter heel ernstig opgevat.
Furieus was de woede van dokters en me
dicijnmeesters, aan sommigen waarvan
kostbare uren ontroofd waren Advocaten,
onderwijzers In alle takken van wetenschap,
mannelijk zoowel als vrouwelijk, kapoers,
kleermakers, volksredenaars, parlementsle
den en philantropen waren allen evenzeer
het slachtoffer geworden en zongen allen
even hard hun woede uit in alle denkbare
toonaarden. Maar de tastbare materieele
schade was allerminst om te lachen. Er was
een algemeene en vreeselijke ineenstorting
van glaswerk geweest van porcelein, clave-
cimbels en wanden van voertuigen. Menig
paard viel om nooit meer op te staan. Bier
vaten en wijnvaten waren door een losgebro
ken menigte straffeloos omgekeerd en leeg
gedronken. Het was een goede dag geweest
voor de zakkenrollers, terwijl er een algeheel
gejoel en geroep was om opsporing van den
bedrieger en vernieler in het groot.
En de heele zaak was een buitenkansje
voor de pers.
Later heeft Hook's waar talent voor het
bedenken van grappen de aandacht getrok
ken van den Prins-regent, en de wijste van
alle prinsen ordineerde, dat er voor hem ge
zorgd moest worden. Dat was eigenlijk de
beste mop van alle. Hij werd benoemd tot
algemeen-schatbewaarder van Maritius. Ze
ker is. dat nooit tevoren of daarna zulk een
betrekking ls vervuld, door iemand van der
gelijke capaciteiten, maar dit was de vrij
heid. waarmee de wereld ln die dagen werd
geregeerd.
(Nadruk verboden).
Pierre Quiroule.
De eerste April is reeds driehonderd jaar
en meer gereserveerd door de dwazen dezer
wereld. Dit is een wijze en weldadige be
schikking en als zoodanig is zij in alle landen
steeds in eere gehouden sinds het Fransche
Hof van Henri IV voor het eerst de gewoon
te publiekelijk invoerde.
Zeer zeker wordt de dag niet zoo van gan-
scher harte meer gevierd als van ouds.
Grappen en aardigheden in het algemeen
worden in deze verlichte tijden' ernstiger op
genomen en beschouwd als iets min of meer
goedkoops. Zich te amuseeren met iets, waar
een medeschepsel om lijdt, wordt beschouwd
als barbaarsche practijken. Toch moet onze
mensehelijkheid niet in uitersten vervallen.
Lachen heeft nog nooit iemand kwaad ge
daan en wanneer dwazen er onder lijden uit
gelachen te worden, laat hen lijden. Want
dwazen zijn er altijd, maar goede grappen
hebben wij niet alle dagen. Laten wij de da
gen, dat dit wel zoo is in eere houden en in
het bijzonder ons voordeel doen met den eer
sten April, om onze lachspieren te oefenen,
opdat zij niet verstijven.
En daar het er nu eenmaal de dag voor is,
is het niet te onpas om het eens te hebben
over Aprilgrappen en de scheppers daarvan.
Grootsch opgezette aardigheden stammen
reeds uit de grijze oudheid. Zoo was er de
dief, die Rhampsinitus, koning van Egypte,
die inderdaad een zeer onnoozel vorst moet
geweest zijn, bedroog. En wat gebeurde er?
De voor den gek gehouden koning verhief
den dief tot den knapsten man van zijn Ko
ninkrijk en gaf hem zijn dochter ten huwe
lijk Dan was er ook Empedocles, die zijn
verblinde volgelingen wijs maakte, dat hij
ten hemel varen zou en die inderdaad den
volgenden dag verdween zonder een spoor
achter te laten. Maar kort daarna had een
uitbarsting van de Etna plaats en men zag
een der sandalen van den wijze in den lava
stroom, zoodat men achter de grap kwam.
Hier is het evenwel noodig om in het be
lang van de publieke moraal een waarschu
wend woord te laten hooren. Tusschen den
grappenmaker en den bedrieger is een he
melsbreed verschil en wij moeten erkennen,
dat Empedocles tot de laatsten behoorde. En
dit was ook het geval met Cagliostro, den
aarts-bedrieger, die in de achttiende eeuw
eenigen tijd de meest besproken man van
Europa was.
Cagliostro werd rijk door de opbrengst
van zijn elixer der eeuwige jeugd. De Graaf
(want die titel verleende hij zich), placht
plechtiglijk te verklaren, dat hij anderhalf
honderd jaar oud was en zijn vrouw, die
slechts twintig was, placht allerbeminne
lijkst te zinspelen op een imaginairen zoon.
die een veteraan was onder de Hollandsche
zee-officieren. Zijn s^chtoffers vertrouwden
hem onvoorwaardelijk, zoowel om zijn elixer
als om zijn onschatbaar waardevolle „vijf
hoek". waarmede hij zeide, ..de erfzonde te
kunnen afschaffen!" Maar de dag der ver
antwoording was nabij. Te St. Petersburg
werd hij aan de kaak gesteld door den na
tuurkundige van keizerin Catharina. in Pa
rijs werd hij betrokken in het groote hals
snoer-schandaal en in de Bastille geworpen,
in Londen werd hij wegens schulden ver
volgd en naar de vloot verbannen, te Rome
onderging hij een lijfstraf wegens vrijmetse
larij en hij stierf er in de vesting San Leone.
Er is reden om te vreezen dat Louis de
Rougemont, de Fransche ontdekker, evenzoo
slechts een bedrieger was Maar de grootste
bedrieger onder de ontdekkingsreizigers, dr.
Johnson's vriend George Psalmanazar zelfs
niet uitgesloten, was dr. Cook, die beweerde
den Noordpool ontdekt te hebben in 1909.
Het bloote feit van het bestaan van de ex
peditie was niet bekend voor zij ten einde
was. Hoe het zij. Cook werd een pomilaire
held. tot er berichten over een ze'fde on
derneming kwamen van dr. Peary E°n felle
discussie vólgde en hef eevo'g was, dat Cook's
apr.rnraken we^en afvew^^n.
Dit waren echter zuivere en rij
kunnen als zoodarre n;et in één a^em ee-
nonmd worden met s'eohnne O'*o die
jaren veleden gestorven is Ot^o's grootsere
gran was rr'et o<v<nron'-oliik. Zün voorbeeld
was de 0"cferfrijke escapade van den Duit-
«cnen bedrievor. die in de scboone da^en
van voor den oor'og de un'form van een
DuPsch kapite'n aanlok en een gedeelte
der troeoen van het Dnitsriie leger inspec
teerde met veel plechtigheden en groot ver
toon.
In 1919 kwam Otto, die deed of hij een lid
van den Belgischen Ger.eralen Staf was.
naar Coblenz, het toenmalige hoofdkwartier
van het. bezettingsleger der Vereenigde Sta
ten, hield inspectie en decoreerde, op ver
zoek van den Koning der Belgen, naar hij
voorgaf, generaal-majoor H. T. Allen, den
bevelhebber van de weermacht der Vereenig-
GRATIE VOOR BANNELINGEN IN
BOVEN-DIGOEL.
DIT JAAR EEN DERTIGTAL?
Verleden jaar. na de eerste gratleverlee-
ning, heeft de regeering aan de hoofden van
gewestelijk bestuur advies gevraagd over ge-
interneerden te Digoel. Mede aan de hand
der kenbaar gemaakte gevoelens werden de
„verzoenlijken" streng geobserveerd. Na zeer
scherpe en langdurige controle door den ge
zaghebber te Digoel komt nu, naar de „Java-
Bode" verneemt, weer een kleine groep ia
aanmerking voor gratie. De hierop betreK-
king hebbende stukken zijn thans in behan
deling. zoodat niet uitgesloten is. dat in het
midden van dit jaar een aantal van ongeveer
30 personen teruggezonden zal worden,
schrijft „Het Volk"
RAD'O-TF' rro^TE MET
SCHEPEN.
EEN ZENDER TF. «CHFVENINGEN IN
AANBOUW.
Het tijdschrift „Radio-Wereld" deelt
mede. dat binnenkort ook in Nederland proe
ven zullen worden genomen met radio-tele-
fonie tusschen Oceaanschepen en tolefoou- 1
abonné's; voor dit doel is reeds een zender te
Scheveningen-Haven in aanbouw.
SLECHTS 2 SOLLICITANTEN
NAAR DEN AMSTERDAMSCHEN
SCHOUWBURG-
De K. V. „Het Nederlandsch
Tooneel" en „Het Amster-
damsch Tooneel".
WAT SAALBORN EN VERBEEK ZICH
VOORSTELLEN TE BRENGEN.
De gelegenheid tot solliciteeren naar de
bespeling van den Stadsschouwburg te Am
sterdam is thans gesloten. Twee combinaties
hebben hun sollicitaties ingediend, namelijk
de combinaties Louis Saalborn-Dirk Verbeek,
onder den naam van Koninklijke Vereeni-
ging Het Nederlandsch Tooneel en de com
binatie Eduard VerkadeAlbert van Dalsum
onder den naam „Het Amsterdamsch Too
neel".
Uit den sollicitatiebrief van Saalborn cit-ee-
ren wij het belangrijkste.
Er blijkt allereerst uit, dat de raad van be
heer van de Kon. Vereenlging Het Neder
landsch Tooneel, waarvan Saalborn thans
directeur is geworden met Dirk Verbeek,
bestaat uit: P. E. Tegelberg, mr. C. D. Salo-
monson, mevrouw J. van AmmersKüller,
R. Boissevaln, dr. P. C. Boutens, prof. dr. H.
Brugmans, mevrouw DelpratVetfa, P. van
Leeuwen Boomkamp, mej. G. Mirandolle, F.
Mijnssen, F. Schmidt Degen er, dr. J. F. M.
Sterck, mevrouw Top van RhijnNaeff,
mevrouw A. P. J. den TexDikkers, mr. Jan
den Tex en J. W. F. Werumeus Buning (ge
delegeerd commissaris).
De motiveering van de sollicitatie ver
meldt. dat de Kon. Ver. Het Nederlandsch
Tooneel indertijd den Stadsschouwburg te
Amsterdam heeft moeten verlaten, aange
zien het gemeentelijk subsidie te gering was.
Nu het gemeentelijk subsidie gebracht is op
het bedrag van f 100.000, dat dr. Willem
Roy aards noodig achtte, heeft zij gemeend,
haar werkzaamheden weer te moeten voort
zetten en reeds het verzoek gericht tot H. AL
de Koningin, om haar subsidie in het belang
der Nederlandsche tooneelkunst weer be
schikbaar te stellen.
Over het repertoire wordt gezegdDe Kon.
Vereenlging Het Nederlandsch Tooneel zal
in den Stadsschouwburg in staat zijn, haar
standaard-repertoire zoowel van klassieke als
moderne voorstellingen opnieuw tot leven te
brengen in een bezetting van welhaast alle
hoofdrollen door de spelers, die ze indertijd
creëerden. In dit verband worden o.a. ge
noemd Vondel's Gijsbrecht van Amstel; het
groote Shakespeare repertoire; Molière's Ge
leerde Vrouwen en Misanthrope; Goethe's
Faust, Büchner's Danton's Dood, Teirlinck's
Ik dien; verder o.a. Mile de la Seigllère, Mijl
palen, Oud Heidelberg enz.
Met de benoeming van den heer Louis
Saalborn tot artistiek leider en directeur
weet de Kon. Vereeniging den artistieken
waarborg te bezitten voor een zoowel klas
siek als modern levend hoogstaand reper
toire en voor het streven naar voldragen, in
eigen tijd staande, gezonde tooneelkunst.
Wat Dirk Verbeek betreft, wijst de Kon.
Vereeniging er op, dat hij een aantal voor
aanstaande jonge kunstenaars en kunstena
ressen van algemeen erkende reputatie om
zich vereenigt.
Betoogd wordt, dat er diepere overeen
stemming is tusschen het werk der groepen
Saalborn en Verbeek. Belden gaan bij hun
arbeid uit van het „stuk", dat zij trachten
zoo sterk en homogeen mogelijk te bezetten.
Na een uitweiding over de moderne op
vatting van regie, concludeert de brief, dat
de tooneelspelers achter Saalborn en Ver
beek staan.
De kern van het gezelschap bestaat, behal
ve uit de heeren Saalborn en Verbeek, uit dé
dames Vera Bondam, Minny ten Hove, Mag-
da Janssens, B. Ranucci-Beckman, Jacque
line RoyaardsSandberg en de heeren L.
Chrispijn, J. Gobau, Cees Laseur, E. van
Praag en O. Tourniaire. Als regisseurs zullen
optreden L. Saalborn, mevrouw Ranucci
Beekman, L. Chrispijn en E. van Praag. Als
gast van de Kon. Ver. zal optreden mevr.
Else Mauhs (zooals men weet wordt mevr.
Mauhs ook genoemd onder de vooraanstaan
de krachten van Verkade) die zich voor
een tijdperk van vijf maanden heeft ver
bonden voor het spelen van tenminste twee
rollen. In principe hebben Nel Bronger en F.
Lensvelt zich bereid verklaard, mede te wer
ken voor de monteefing en costumeering van
daarvoor in aanmerking komende stukken.
Deze kern verzekert naar de meening der
Kon. Vereeniging een gehalte van groot re
pertoire, gelijk zij dat vroeger in den Stads
schouwburg tot vertooning bracht. De kern
kan bovendien uitgebreid worden met die
spelers, die thans voorwaardelijk en alleen
met het oog op de sollicitatie verbonden
mochten zijn aan andere gezelschappen.
De Kon. Vereenlging wijst er dan op, dat
door inschakeling tusschen het gezelschap
en het gemeentebestuur van een artistiek
en financieel hecht commissariaat het be
staan der Kon. Vereeniging gewaarborgd
wordt.
De Koninklijke Vereenlging zegt tenslotte
meer stabiliteit te kunnen bieden dan de
vaste bespeler van den Stadsschouwburg tot
nu toe deed. o.a. daar alle spelers contracten
hebben geteekend voor drie jaar.
Andere dan de twee genoemde sollicitaties
zijn niet ingekomen.
TH. HAASNOOT T
Te Katwijk aan Zee is Zaterdag plotse
ling overleden. 56 jaar oud. de heer Thomas
Haasnoot, eer. bekend reeder aldaar, die
van de oprichting van de Reedersvereeniging
voor de Nederlandsche haringvisscherij af
deel heeft uitgemaakt van het hoofdbestuur
dier vereeniging, jarenlang als penning
meester en sinds verleden jaar als vice-voor-
z;:ter. Hij was tevens bestuurslid van de Kat-
wijksche reederljvereeniging Vuurbaak.
De begrafenis zal Woensdagmiddag te Kat
wijk aan Zee plaats hebben.
COMENTLS-HULDE TE NAARDEN.
Zondag hebben de Amsterdamsche en
Naardensche Comeniusvereenlglngen op
plechtige wijze den geboortedag van den
paedagoog herdacht. Er werd een krans ge
legd op het graf te Naarden. Hierbij waren
tegenwoordig de Tsjechische consul te Am
sterdam, de heer Kokès en de directeur van
het Ministerie van Binnenlandsche Zaken
te Praag, dr. V. Joachim.
Verschillende toespraken werden gehou
den.
Nationalistisch gedoe
Praagsche taai-spektakel.
(Van onzen correspondent.)
de Kunst. Het
Berlijn, 25 Maart.
Een incident in de schoon e stad Praag,
waar een Duitsche zangvereentging der. eer
waard: gen tachtigjarigen staatspresident
Masaryck door de opvoering van Beethoven's
Negende met het slotkoor huldigen wilde en
de chauvinistische kranten elschten, dat so
listen en koor den Tsjechischen tekst zouden
zingen, heeft weer eens heel wat storm in
een waterglas veroorzaakt! De zaak is tame
lijk kleinzielig en zou op zichzelf niet de
moeite van het navertellen waard zijn. in
dien niet de dingen dieper zater dan men
uit dit enkele op zichzelf staande geval zou
afleiden.
In de eerste plaats dan, wat er eigenlijk
gebeurd is;
Berlijn is sinds tientallen Jaren een mid
delpunt. de Dultschers meenen zelfs het
middelpunt van het muzikale leven der
menschheid. Dat laatste moge eenlgszlns
overdreven zijn; een feit is het, dat Berlijn
steeds een zeer bijzondere attractie voor
muziekmenschen gebleven is, al heeft het
zijn peil van vóór den oorlog dan ook nog
altijd niet kunnen bereiken. Drie opera's
hebben we hier op het oogenbllk nog. al zal
waarschijnlijk een der drie binnenkort ge
sloten moeten worden; en het aantal concer
ten is zoo groot-, dat de kranten drie tot vlei
critici noodig hebben, die eiken avond op pad
zijn en per avond drie en meer concerten
achter elkander bezoeken moeten om ten
minste over het allervoornaamste kort te
kunnen berichten.
Is het wonder dat het in zulk een stad we
melt van bultenlandsche kunstenaars, ook
van zulke, die vast aan de operagezelschap
pen verbonden zijn? Ik ken hier Amerlkaan-
sche, Tsjechische. Poolsche, Russische, Zuid-
Slavische, ja zelfs Turksche en Spaansche
zangers en zangeressen, en steeds heeft ock
Nederland voor allereerste operakrachten in
Duitsche diensten zorg gedragen. Er zijn
hier nu eenmaal mogelijkheden voor buiten
landers, die slechts door de groote opera's in
de Vereenigde Staten geëvenaard worden.
Duitscb is geen al te lastige taal en voor zan
gers van professie, die zich in teksten der lie
deren van Schubert en Schumann. Wolff en
Brahms, de tallooze Duitsche oratoria, bal
lade's en aria's, de groote schat van opera's
en operette's hebben moeten verdiepen, ze
ker even vertrouwd als de eigen moedertaal.
Te allen tijde hebben ln Duitschland bul
tenlandsche operazangers, in de eerste plaats
de Italianen, die als gasten optraden, hun
eigen taal gezongen. En herinner ik mij goed
dan hebben wij in Nederland ook nimmer
er iets op tegen gehad, dat in Nederland
sche opera's, Fransch, Engelsch, Italiaansch
of Duitsch gezongen werd, al dadelijk niet,
omdat men niet mag verwachten, dat zan
gers en zangeressen voor deze gelegenheid
even onze taal van buiten leeren!
De Duitscher is op dit gebied steeds min
stens zoo tolerant geweest als de Nederlan
der. Totdat.de oorlog kwam. En hij naar
de andere zijde overdrijven ging. Sindsdien
spreekt men hier niet meer van telefoon
maar van Fernsprecher, niet meer van tele
graaf maar van Ferndrucker, station werd
Bahnhof, Blllett werd Fahrkarte, en zoolang
de vijandelijkheden voortduurden slaagde
men er ook in den Duitscher Kraftdroschke
in plaats van auto, fernmündllch in plaats
van telefonisch, Rundfunk in plaats van
radio te laten zeggen. Het Café Piccadilly op
den Potzdammerplatz werd Kaffee Vater-
land (en is het nog heden)Kortom, een
Duitsch „A.N.V." zou er van vreugde eenige
meters hoog bij ln de lucht gesprongen zijn.
Thans is men intusschen weer tolerant ge
worden en mogen buitenlandsche namen en
omschrijvingen weer gelijkwaardig naast de
Duitsche gebruikt worden, tenzij men in
chauvinistische kringen, onder de rechtschc
Duitschers komt, die onverzoenlijk gebleven
zijn en boos kijken als er in de tram naast
hen Fransch of Engelsch gesproken wordt
Erger echter dan deze onverzoenlijken zijn
de burgers der na den oorlog ontstane nieu
we staten, in de eerste plaats de Polen en de
Tsjechen, die om van hun standpunt gezien
wellicht verdedigbare motieven nu eenmaal
van het Duitsch. de taal die althans wat
de Tsjechische Republiek betreft aan de
tijden der onderdrukking herinnert, niets
willen weten. Al doet zich het merkwaardige
geval voor dat zij zich alleen maar in die taal
voor den buitenlander, die hun land bezoekt,
verstaanbaar kunnen maken!
Ik heb de laatste jaren herhaaldelijk Praag
en Warschau bezocht, en steeds weer de er
varing opgedaan, dat men daar tergeefsche
moeite doet. zich behalve dan in zeer
goede kringen bijvoorbeeld in het En
gelsch of in het Fransch uit te drukken en
behoorlijk antwoord te krijgen. En altijd weer
wisten de brave Tsjechen of Polen geen an
deren uitweg dan te vragen: „Sprechen Sie
vielleicht Deutsch?". Om dan met een zucht
van verlichting in felllooos Duitsch het ge
sprek voort te zetten en daar dan verder
maar liever bü te blijven.
Owee echter, wanneer het nationale pres
tige er een rol bij speelt!
Tsjechische nationalistische bladen, die
Duitschland nu eenmaal niet luchten kun
nen, wonden zich tot kookhitte op. toen zij
vernamen, dat het slotkoor van Beethoven's
Negende met Dultschen tekst zou ge
zongen worden, ofschoon die tekst van nie
mand minder dan Schiller ls. die tot de uni-
verseele genieën moet gerekend worden en
die evenals Beethoven bezit der geheele
menschheid, dus ook der dappere Tsjechen
blijft. Er schijnt inderdaad van deze onster
felijke woorden een Tsjechische vertaling te
bestaan. De tenor, een Zuldslaaf, die aan de
stedelijke opera te Berlijn verhonden is, kon
dien tekst niet zingen, omdat hy nu eenmaal
geen woord Tsjechisch verstaat. De sopraan
echter, eveneens aan een Berlijnsche opera
verbonden, is zelf Tsjechische, wilde eerst
in het Duitsch zingen, maar zwichtte ten
slotte voor den druk der openbare meening
en voor het feit, dat ook bas en bariton en
alt Tsjechen waren. Zoodat tenslotte de na
tionalisten gedeeltelijk hun zin kregen, met
uitzondering van het koor. dat nu eenmaal
uit Tsjechische staatsburgers van Duit-
schen stam bestaat, en den tenor, die zijn
woorden in deFransche taal vormde. Een
ratjetoe, dat aan Beethoven en Schiller zeker
niet ten goede gekomen is! De dirigent ten
slotte was ook al een Tsjech en bovendien
sinds twintig Jaren kapelmeester aan de
staatsopera ln Berlijn. En waar men hem
niet verwijten kon. voor een bepaalde taal
voorkeur gehad te hebben, maakte men hom
in Duitsche nationalistische kringen ten
minste het verwijt, dat hij, in Duitschland
zijn brood verdienend, niet geweigerd had
onder zulke omstandigheden het concert te
leiden. Daarbij niet bedenkend, dat het geen
gewoon concert was maar een hulde aan den
ouden Staatspresident, dien men had willen
huldigen en voor wlen deze plotselinge herrie
toch al pijnlijk genoeg moet geweest zijn.
Ten slotte is het een ..moeilijk geval", een
onderwerp voor de kletstafel, en kan men er
zich in gaan verdiepen, wie eigenlijk de
grootste fout gemaakt heeft. Om den lezer
aan stof te helpen, wil ik er hier bij vertel
len, dat de opwinding in Duitschland even
groot is als in de Tsjechische republiek, en
dat de dirigent en de beide zangers voorloO»
pig. in afwachting van nadere gegeven^
door den Intendant der gezamenlijke Ber
lijnsche opera's geschorst zijn. Maar ook
hier in Berlijn loopen dc meeningen ten
zeerste uiteen. Vele bladen veroordeelen alle
Instanties. De zangvoroeniging in Praag, die
ondanks de onderdrukking van het Duitsche
element den staatspresident heeft willen
eeren en nog wel met een werk van Duitsche
origine, de Tsjechische nationalisten, die
hoe zij ook oordeelen. in dit geval uit beleefd
heid tegenover een hulde van hun president
den mond hadden moeten houden, den
dirigent, die niet geweigerd heeft, bij zulk
een verwarring der talen en een zoo onar
tistieke opvatting het stokje er bij neer to
leggen, en ten slotte zanger en zangeres,
die aan een Duitsche onderneming verbon
den zijn en een Duitsch kunstwerk ook in
het Duitsch hadden behooren te zingen.
Maar er zyn ook andere Duitsche bladen,
die de belde zangers, vooral de zangeres, die
nu eenmaal Tsjechische ls. volstrekt niet
veroordeelen en het volkomen begrijpelijk
vinden, dat deze dame in haar eigen vader
stad, voor eigen landgenooten niet ln een
vreemde taal gezongen heeft, vooral waar zij
wist. dat die taal zich daar in de allergroot
ste onpopulariteit mag verheugen.
Wat zou de .lezer ln zulk een geval gedaan
hebben?
De Dultschers en de Tsjechen intusschen
winden zich op, maken er een politiek geval
van en staan weer eens verder dan ooit van
elkander af. Mij wil het voorkomen, dat het
chauvinisme ln zulke gevallen wel wat erg
ver gedreven wordt en dat deze nieuwe staten
vergeten, dat juist zij niet een op taal
gebied absoluut geheel doch een mengelmoes
van taalgebieden vormen, waardoor zij voor
alsnog het recht missen zich op te winden
over taalminderheden, die in de kunst zoo
nu cn dan de aandacht komen vragen. Bij
alle bewondering voor Dvórfik en Smetana,
voor Scharwenka en Krenek ze zijn geen
Beethovens ei! hun tekstdichters waren geen
Schillers. Tegenover deze reuzen ls dit gedoe
zoo kleinzielig, dat het tenslotte den geheelen
strijd terugbrengt tot een blamage voor de
nationalisten al d'.er kleingeestige naties, die
meenen. dat de aarde om hun hoofdstad en
de cultuur der menschheid om hun kunste
naars draalt.
H. v.B.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Ti
T«
mW",
DB KL EP. DPR MAK ER II
VOO»
BETE R WERK
MA ATKLEEDING
Ter bespoediging en voor het gem
van bofmngttebbcaden venoeken «ij
voor dc V schillende af leringen v
ons dagb'ad dc volgende numm-r:
te bollen:
Voor berichten en andere m~derte<
lingen of vragen voor dc Redactie: 106.,.
Voor dc Hoofdredactie: 15054;
Voor advertenties, abonnementen en
bezorging: 10721:
Voor aangelegenheden van de direc
tie; 13082.