WEL EN WEE UIT MIJN WERKKRING.
wicks
DE OORLOG TEGEN DE MISDAAD.
MILLIOENEN-HEEREN
DE VERKEERSAGENT.
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Kroephoest
DE VERSIERDE KLEINE HOUTSTRAAT.
DE PORTRETTENVERZAMELING VAN SCOTLAND YARD.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 4 APRIL 1930
(NIEUWE SERIE)
Ze zeggen wel eens, dat wij verkeersagen
ten een zenuwachtig baantje hebben, zoo
vertelde de verkeersagent, maar ik kan u
zeggen dat i k op post nooit last van m'n
zenuwen heb. Natuurlijk moet je precies
weten, wat je bij verschillende gevallen te
doen en te laten hebt en hoe ver je gaan
kunt. vooral ook in verband met het Wetboek
van Strafvordering. En beleefd zijn tegenover
het publiek, ook al is dit wel eens niet be
leefd tegenover den verkeersagent. Je moet
je nooit laten gaan. Kalm blijven en voort;
durend een overzicht hebben van het ge=
heele verkeersbeeld is voor den verkeersagent
een eerste vereischte. Voor ons geldt in de
eerste plaats: blijf baas over jezelf en je
blijft het ook van het verkeer.
Zekerer z ij n verkeersagenten, die
bij voorbeeld na een jaar hinder krijgen
van hun zenuwen- Maar dat komt dan, dunkt
mij, door dat him het noodige inzicht in het
verkeer ontbreekt. En misschien zijn zij ook
wel niet voldoende op de hoogte met de
wettelijke bepalingen waarmede zij dagelijks
te maken hebben. Dit geeft natuurlijk on
zekerheid van optreden en zenuwachtigheid.
Die agenten worden dan teruggeplaatst naai
den gewonen dienst of wel zij vragen uit
eigen beweging die terugplaatsing aan.
Maar ik beweer dat in onze Kollandsche
steden, ieder verkeersagent, die goed voor
zijn taak berekend is, élke kruising alléén
aan kan, met medewerking van de bestuur
ders. U moet natuurlijk niet nemen een
drukte als op de Potsdammer Platz, in Ber
Üjn, waar lk ook wel eens een kijkje geno
men heb. Dat kan één man niet af. Maar
zulke geweldig drukke punten hebben wij
in ons land niet.
Of wij het goed met het publiek kunnen
vinden? Over t algemeen werkt het
r ij d e n d publiek buitengewoon mee, met
uitzondering van het wielrijdend publiek.
Die wielrijders bezorgen ons dikwijls een ge
weldigen last. Zij denken maar al te vaak,
dat zij alles mogen. Zij komen aanrijden,
krijgen een stopteeken en stoppen dan ook....
jawel: een eind over de streep heen. Staat
ergens een auto in de wachtende file, zij
kruipen er vóór. En overal laveeren zij zig-
zagsgewijze doorheen. De loopjongens of
liever: de fietsjongens zijn berucht in
dit opzicht: zij rijden woester dan ae meeste
gewone wielrijders. Maar daar staat weer
tegenover dat zij veel routine hebben en
vlug als water en behendig op de fiets
eijin.
Kleine aanrijdingen met het „oprijden",
onmiddellijk nadat het verkeer door ons in
een zekere richting vrij gegeven wordt, komen
dan ook herhaaldelijk voor: een auto zal bij
voorbeeld juist oprijden, een wielrijder
'kruipt er vóórKrats, daar gaat weer een
spat/bordje. Is de aanrijding van ernstiger
aard, dan krijg je natuurlijk het opmaken
van procesverbaal, als er bepaald van schuld
sprake is of althans het opmaken van een
rapport voor de civiele vordering die zal wor
den ingesteld.
Procesverbaal maken wij, verkeersagenten
niet zoo heel vaak. Maar worden onze
teekens met moedwil genegeerd, dan laten
wij toch niet met ons spotten, dat spreekt
vanzelf. Het gebeurt echter ook wel, dat de
menschen de teekens niet begrijpen, of ver
keerd rijden, omdat zij uit een andere plaats
komen. In zulke gevallen treden wij niet
dadelijk zoo gestreng op. Een goed verkeers
agent moet weten te geven en te nemen
Dat opmaken van proces-verbaal brengt
cme nog op iets anders. Wij doen het liefst
zoo weinig mogelijk. Weet u waarom? Je
leest wel eens en ik heb het zelf ook wel
ondervonden dat het publiek de taak van
den verkeersagent overneemt als deze zijn
werk gedurende eenigen tijd in den steek
moet laten, omdat hij proces-verbaal moet
opmaken, namen en adi essen van getuigen
imoet noteeren of iets dergelijks. Ik stel voor
op dat het publiek in zulke gevallen altijd
van goeden wille is en werkeliijk de bedoe
ling heeft, het verkeer in goede banen te
houden. Maar de menschen deden toch waar
lijk beter, zich buiten de verkeersregeling
te houden, want zij doen het altijd .fout'.
Als het. zoo gemakkelijk was als zij denken,
hoefden wij het immers niet te leeren? Dan
konden onze superieuren ons wel zóó. zonder
e enige voorbereiding, de straat opsturen! Ik
zeg u en dat blijkt ook wel al uit wat ik
u verteld heb dat verkeersagent zijn. een
vak is, dat geleerd moet worden als elk ander
vak.
Ik heb het eens gehad, dat een ontwikkeld
man, een onderwijzer, voor verkeersagent
was gaan spelen omdat lk mijn po9t even
moest verlaten. Toen ik terugkwam was hij
zennuwachtig en blijkbaai doodop en hij
zei: „Ik ben blij dat u er weer bent! De
jongens op school kan ik wel baas blijven,
maar het verkeernog niet!"
Bovendien: gesteld dat er eens door ven
keerd optreden van zoo'n „vrijwilliger" een
ongeluk gebeurde, dan liep hij nog de kans
zich straf op den hals te halen wegens het
veroorzaken van een ongeval! Neen, de leeken
doen veel beter, zich niet met het verkeer te
bemoeien!
Zooeven klaagde ik over de wielrijders. Nog
veel ernstiger klacht moet ik echter inbrengen
tegen de voetgangers. Van hen ondervinden
wij a! zeer weinig medewerking. Zij loopen
mees'al gewoon door, als de verkeersagent,
met de hand een teeken geeft-, dat het ver
keer verandert. Er zijn er niet veel, die
ook maar éénige aandacht aan de teekens
van den verkeersagent schenken.
De vrouw en het verkeer? Hoe ik daar
over denk? Het gaat tegenwoordig beter; véél
beter. Een enkelen keer denken sommige
dames nog wel eens dat ze privilegiën ten
ouzichte van het verkeer hebben, waarop de
heeren der schepping geen aanspraak kunnen
maken en trachten ze met een lachje van
den man der wet gedaan te krijgen wat hij
aan de heeren nooit zcu toestaan, maar de
verkeersagent is daartegen zwaar gehar;
nast en de houding der vrouwen ten opzichte
van het verkeer is dan ook geheel veranderd
sinds ze duidelijk gezien en begrepen hebben
dat er geen sprake van bevoorrechting is en
ze met de mannen absoluut over één kam
geschoren worden. Van de damesau-tomobi-
listen hebben wij dan ook niet den min
sten last. zoo mogelijk geven zij ons nóg
minder moeite dan haar mannelijke col
lega's.
Wel is het waar dat bij een aanrijding
de vrouwen over het algemeen eerder de
kluts kwijt raken dan de mannen; over 't
algemeen, want ook mannelijke automobi
listen verliezen bij een aanrijding dikwijls
niet alleen het stuur over hun auto, maar
ook over hun zenuwen!
Een eigenaardig feit is het, dat de ver
keersagent 's Maandags altijd de meeste
moeite ondervindt bij de uitoefening van zijn
taak. 't Is of vooral de bestuurders van
vrachtautos op Maandag eerst weer aan het
verkeer moeten wennen, na den rustdag.
Maar overigens ik heb het al gezegd is
ae medewerking van de bestuurders in het
rijdend verkeer, groot, zoowel van de be
stuurders der vrachtauto's als van die van
luxe-auto's.
Veel hinder ondervinden wij nog van de
handkarren: die kunnen niet vlug genoeg
uit den weg komen en geven daardoor dik
wijls aanleiding tot verkeersstremming. Ge=
lukkig gaat ook dit „kleine vrachtverkeer"
steeds meer met motorische kracht: de hand»
wagen verwijnt langzamerhand van de
straat.
De emotie van een aanrijding een
ernstige of een minder ernstige onder
vindt de verkeersagent gemiddeld ééns per
week. De wonderlijkste buitelingen zie je de
menschen daarbij maken, 'k Heb het eens
meegemaakt dat een jongen kwam aan-
loopen met een groote doos. Een auto reed
hem in flinke vaart aan (door de schuld van
den jongen die niet opgelet had). Jongen
en doos vlogen op den radiateur; hij kwam
met het hoofd op de doos terecht, mankeerde
niets en liep hard wvg. zo-odra hij weer
grond onder zich voelde, blijkbaar bang voor
een bekeuring. De doos had gelukkig zijn val
gebroken. Een dame die, zooals wij dat noc-
men, „door het stopteeken heen" gereden
was en zoo in botsing kwam met een andere
auto, heb ik ook door den schok over den
radiateur heen zien slaan, zonder dat zij
eenig letsel kreeg.
Het is een pre. tig vak, dat van verkeers
agent; lk geloof wel dat allen het met ple--
zier uitoefenen. En hoe ontwikkelder wij op
ons terrein zijn, hoe beter. Wij hoeten ons
op de hoogte houden van de wetten, waar
mede wij te maken hebben en met ae wij
zigingen. die daarin worden aangebracht-
Wij moeten dus de praktijk èn de theorie
onder de knie hebben. Het lijkt mij ook
zeer eewenscht dat de verkeersagent zelf
autorijden kan. Hij is dan des te beter in
staat billijk tegenover fouten van automo.
bilisten op te treden.
J. C. E.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
wordt meestal in een kwartier onderdrukt
door keel en borst met de verdamper de
zalf Vieks VapoRub in te wrijven, ten
nachtelijke aanval kan wor
den voorkomen door dere
behandeling tegen bedtijd
toe te passen.
v VapoRub
Een kijkje in de straat, die vooral in de avonduren een buitengewoon mooien indruk
maakt.
(Reeds ln een deel van de vorige oplage opgenomen.)
HOE MISDADIGERS WORDEN
OPGESPOORD
Door R. THTRSTON IIOPKINS. schrijver
van „De verlokkingen van Londen".
Het misdadig Londen, dat werkzaam is op
het gebied van diefstal, moord en oplichting,
is even interessant als dat andere Londen,
dat maar al te vaak het slachtoffer van mis
dadigers wordt. De „bekwaamste" schelmen
in de geheele wereld voelen zich tot Londen
aangetrokken, omdat die stad zoo groot is
en zoo fabelachtig rijk. Het Londensche
West End zit vol misdadigers: zij zijn sinds
1914 veel „beschaafder" geworden. Wij heb
ben nu den misdadiger, die officier is ge
weest in den wereldoorlog en in het leger
veel geleerd heeft. Hij gaf gedurende den
oorlog chea.ues uit op zijn bankrekening,
waarop hij niets meer te vorderen had en
later wijdde hij zijn aandacht aan fraude
van vee! ernslcer aard. Ook behoort een vrij
groot aantal Zuid-Amerikanen en Grieken
tot het gilde. Het is een gemakkelijke ma
nier om in je levensonderhoud te voorzien.
totdat Scotland Yard er de ucht van krijgt.
Het is gemakkelijk te begrijpen, waarom de
misdadiger het West End geschikter oordeelt
voor zijn practijken dan de City. In dat
stadsgedeelte zijn nl. alle groote reisbureaux,
scheepvaartkantoren en buitenlandsche
banken.
Amerikanen en rijke bezoekers uit alle
deelen der wereld zijn altijd aanwezig in de
bekende winkelstraten, met goedgevulde
portefeuilles in hun zakken.
Een kassier in een Londensche bankinstel
ling mag nooit, ook niet maar voor één se
conde, zijn waakzaamheid laten verslappen.
De misdadiger van Londen zal op alle moge
lijke manieren trachten hem een kool te
stoven.
Vervalschte cheques zijn de gewoonste mid
delen waarvan de oplichter gebruik maakt.
Zij kunnen in verschillende soorten verdeeld
worden. Het gevaarlijkst voor de kassiers
zijn de échte cheques die uit een brievenbus
gestolen worden en waarin daarna op zeer
handige wijze een of meer veranderingen
zijn aangebracht, natuurlijk altijd in het
voordeel van den vervalscher. Deze laat de
cheque daarna aanbieden door een hand
langer.
De totaal valsche cheque ls dikwijls ook
moeilijk door den kassier van een echte te
onderschelden.
Het komt voor. dat zulk een cheque gewoon
wordt uitbetaald. Wanneer de kassier het
zeer druk heeft en zeer veel menschen op
hun beurt staan te wachten en- de rekening
houder goed voor zijn geld is, heeft de op
lichter de meeste kans. zijn doel te berei
ken. Duizenden cheques gaan op zoo'n dag
door de handen van den kassier en één en
kele vervalschte gaat dan gemakkelijk mee.
Eenige maanden geleden ontving ik een
briefje van een hotel, waarin mij om een
blanco cheque werd gevraagd. Het hand
schrift van het briefje was dat van een zeer
rijk cliënt en daar de zaak dus in orde scheen
verzond ik de cheque.
Later od denzelfden dag kwam iemand,
met de officieele uniformpet van het hotel
op, de cheque, die nu met 150 pond sterling
was ingevuld, presenteeren. Toevallig stond
op het credit der deposito-rekening van den
betrokken cliënt op dat odfcenblik slechts
een klein bedrag, zoodat de betaling niet on
middellijk kon plaats hebben. Ik vroeg den
aanbieder van de cheque even in de wacht-
(Van onzen Parijschen correspondent).
Iets wat men zich honderd maal per dag
afvraagt: hoe kómen al die menschen aan
het geld! Als je zoo tegen het apéritif-uurtje
langs het café-terras komt zie Je allemaal
heeren en dames achter dure drankjes zit
ten en dezelfde individuen vinden wij den
volgenden dag weer op dezelfde plaats, maar
werken doen zij blijkbaar niet. Zijn het alle
maal renteniers? Het is bijna niet mogelijk!
Men moet tegenwoordig wel een enorm ka
pitaal bezitten om van de rente te kunnen
leven. En ik ben dan ook altijd er het ant
woord op schuldig gebleven, wanneer ik mij
zelf deze vraag stelde. Ik zal niet zeggen
dat het allemaal inbrekers en oplichters zijn,
maar dat er een hoop duistere elementen
onder hen schuilen dat is zeker! Er zijn
bookmakers, clandestiene gidsen en min of
meer louche commissieloonjagers bij, wier
bestaan nader onderzoek vreest.
Van tijd tot tijd ontdekt de politie In deze
„uitgaande kringen" individuen, die maar
het best aan de circulatie kunnen worden
onttrokken.
In de maand November JL *"?rd de politie
van het XIe Arrondissement tienmaal ge
waarschuwd, dat er een Inbraak had plaats
gehad. Op een Zaterdagavond zelfs waren
twee verschillende appartementen in de Rue
Godefroy Cavaignac door ongewenschte gas
ten bezocht en behalve geld en sieraden,
was uit één van die appartementen ook het
trouwboekje van den bewoner medegenomen.
Op de geforceerde deuren vond men duide
lijk de sporen van een licht gehavend breek
ijzer en hieruit maakten de rechercheurs
dan ook op, dat het altijd weer dezelfde in
brekers waren, die zich aan het misdrijf
schuldig maakten. Maar verder had men
ook niet de minste aanwijzing wie de schul
digen konden zijn. In de maand daarop was
het in het Vle en XlVe Arrondissement, dat
men van dezelfde heeren 's nachts bezoek
kreeg.
Een bankier in de Rue Rambuteau kreeg
op 26 December bezoek van een keurig ge
kleed jongmensch, die twee Defensie-bonnen
ter verkoop aanbood. Om zich te legitimeeren
toonde hij een trouwboekje ten name van
een zekeren Bal, benevens een brief van Mr.
Chambon, notaris in Melun, waarin deze
laatste zeiae: Hierbij stuur ik u de effecten,
welke van de erfenis van uw oom komen.
Wetend hoe voorzichtig men moet zijn met
onbekende cliënten telefoneerde de bankier
voor alle zekerheid naar Melun om te weten
of daar een notaris Chambon bestond. De
cliënt was ondertusschen een beetje onge
duldig geworden en zei: Ik kom dadelijk te
rug. maar ik heb geen cigaretten meer bij
mij en zal ze even gaan koopen. Hij had
blijkbaar lont geroken, want hij keerde niet
meer terug en liet het trouwboekje, den brief
van den notaris en voor 30.000 francs aan
Defensie-bonnen achter.
De bankier waarschuwde onmiddellijk de
politie en de nummers van de achtergelaten
bonnen correspondeerden precies met die
welke ontvreemd waren ln de Rue Saint
Placide. Het trouwboekje vooral maakte een
onderwerp van nauwkeurig onderzoek uit en
het bleek op den technischen dienst, dat de
naam vervalscht was en dat het afkomstig
was van een bewoner in de Rue Godefroy
Cavaignac. Helaas kon de bankier maar een
vrij vaag signalement van zijn bezoeker ge
ven. zoodat het onderzoek hierop hokte.
Enkele dagen geleden nu, vernam de re
cherche, dat verschillende gestolen effecten
verkocht waren in een bank n de Rue Vi-
vienne door een zekgren Tockaret, die 85 Rue
de Rome, als zijn adres had opgegeven. Hij
had eveneens valsche papieren overgelegd en
o.a. een valschen brief van Mr. Fortuné, no
taris in Villefranche-sur-Mer. De politie had
nu een draad in handen en men begon Toc
karet op te sporen.
In de Rue de Rome was hij natuurlijk on
bekend, maar door de fiches en het signa
lement, dat men van hem had, kwam men
te weten dat Tockaret eigenlijk Tock heette
en dat hij een kamertje had gehuurd in een
klein hotel in de Rue de Rocher. Het hotel
werd nauwkeurig gesurveilleerd en 's avonds
zag men inderdaad Tock naar buiten komen
en een taxi aanroepen. Men besloot hem ln
hechtenis te nemen na eerst te hebben na
gegaan waar hij naar toe ging. De auto werd
achtervolgd en meneer Tock. monocle in het
oog en in een prachtige smoking gekleed,
stapte uit voor een deftige club bij de Etoile,
waar hij binnen ging De rechercheurs be
sloten geduldig te wachten tot meneer weer
buiten kwam en zij werden wel beloond,
want na eenigen tijd verliet Tock zijn club
weer, thans in gezelschap van een anderen
gentleman, eveneens in eveningdress gesto
ken, Roche, een ouden bekende van de po
litie. In een oogwenk waren beide heeren
ingerekend en op het ccmmissariaat onder
vraagd. bekenden zij de Inbraken in de di
verse Parijsche arrondisssmenten. Dat zij
handig waren en hun „vak" terdege ver
stonden. bleek wel uit een bekentenis, dat
zij op 12 Maart in twee verschillende huizen
ln twee verschillende straten met succes
hadden geopereerd en dat dit alles bij elkaar
niet langer dan één uur had geduurd. Tij
dens het verhoor waren andere rechercheurs
er op uit getrokken om huiszoeking te doen
bij de twee gevangenen. Het resultaat was
overtuigend. Men vond allerlei inbrekerswerk
tuigen en o.a. het breekijzer, dat de typische
sporen had nagelaten op de verschillende
deuren twee zwaar geladen revolvers en
eveneens een groot aantal effecten, die nog
niet te gelde waren gemaakt.
Toen nu de commissaris Roche en Tock
ondervroeg over de inbraak in de Rue Sant-
Placide, vertelden de heeren. dat zij daaraan
onschuldig waren, maar dat het het werk
was van een zekeren Bonnefoy. een kame
raad. Weer werden de fiches geconsulteerd
en men vond. dat genoemde Bonnefoy bij
voorkeur 's nachts de chicste restaurants en
dancings bezocht. Onmiddellijk werden pos
ten uitgezet en zoo vond men in een groot
restaurant op de Place des Ternes het ge
noemde heerschap in gezelschap van een
dame en eerst toen het revolverschot klonk,
achtte Bonnefoy het het wijst om zich over
te geven en dat was eerst dc goede vangst!
In de taxi bood het stelletje Bonnefoy-
Gilberte Gérard den inspecteurs een bedrag
van 100.000 francs aan om hen te laten ont
snappen. Op het commissariaat ondervraagd,
kwam men allerlei typische bijzonderheden
te weten. Zoo kwam men er achter, dat de
gentleman-inbreker juist bezig was met het
oprichten van een groot detective-bureau in
Parijs. In October jl. bracht Bonnefoy een
nachtelijk bezoek aan een appartement in
de Rue des Pyrenées. maar daar ging dc
deur open en de eigenlijke bewoner trad bin
nen. Geen oogenbllk verloor de Inbreker zijn
koelbloedigheid. Hij trok uit zijn Jaszak een
blauw-wit-roode sjerp te voorschijn en zelde:
Ik ben de commissaris van politie en men
heeft mij zoo juist gewaarschuwd, dat er bij
u ingebroken is, wacht u even opdat ik bij
de concierge kan vragen of zij de onge
wenschte bezoekers heeft gezien. Natuurlijk
zag men „meneer de commissaris" niet meer
terug.
Een huiszoeking gedaan bij Bonnefoy le
verde voorts verrasende resultaten op Me
neer bewoonde in gezelschap van Gilberte
Gérard een prachtig luxueus Ingericht ap
partement in de Avenue Niel. Een heele
vrachtauto was noodlg om alle gestolen voor
werpen, welke men daar vond, naar de Cité
te vervoeren. Er waren kisten vol bontman
tels en sieraden, voorts voor 331.000 francs
aan baar geld en nog eens voor 250 000 francs
aan effecten. Alles afkomstig van diefstallen.
In de vier maanden dat Bonnefoy, Gilberte
Gérard, Tock en Roche samen opereerden
hebben zfj meer dan 30 appartementen be
zocht en het totaal van hun buit wordt op
ettelijke millioenen geschat. Gezamenlijk had
den zij een prachtige villa bij Tours gekocht
om daar als grands seigneurs de aanstaan
de zomer-vacantie door te brengen met Weib
und Gesang.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
kamer te gaan. Tot mijn verbazing rende
hij toen plotseling het gebouw uit. Natuur
lijk was de cheque vervalscht en toen wij bij
het hotel in quaestle informeerden, bleek
onze cliënt daar geheel onbekend te zijn.
Maar toen een detective zich aan het hotel
vervoegde voor het onderzoek, zocht een van
de portiers al een paar uur naar zijn uni
formpet. die spoorloos verdwenen was!
De vervalscher was bij Scotland Yard be
kend als zeer „bekwaam ln zijn vak" en was
nog niet lang geleden uit de gevangenis ont
slagen. De aanwezigheid van zijn portret in
de portretten-verzameling van de politie
maakte dat hU spoedig gearresteerd werd.
Ik herkende hem in een van de albums en
24 uur later was hU achter slot en grendel.
Een bezoek aan de portretten-verzameling
van Scotland Yard loont zeer de moeite. Ge
wordt binnengeleid in een groote kamer,
met boekenplanken, hoog boven elkaar langs
de vier muren, waarop geheele bataljons in
bruin leder gebonden albums liggen, elk be
vattend 1000 foto's, die de beeltenis der mis
dadigers geven „en face" en „en profile".
Maar dit is slechts één van de kamers, die
de middelen bevat ter bestrijding van de
misdaad; de geheele verzameling is onder
gebracht in vele kamers en gangen, die be
vatten: fotographieën, vingerafdrukken, ver
slagen van misdaden en beschrijvingen van
allen, die twee of meermalen zijn veroor
deeld.
Ik moest eens op de afdeellng vervalschers
zijn en in de albums maakte ik kennis met
de merkwaardigste collecties gezichten die
men zich maar kan voorstellen. En dan de
afwisselende kleeding! Velen waren gekleed
in de uniform van officier en er waren ook
heel wat. heeren in de kleeding van den
geestelijken stand. Een van de eerste foto's
waarop mijn oog bleef rusten was dat van
iemand, die een flinke depositorekening had
bij de bank. waaraan ik als kasser verbon
den was. Onwillekeurig floot ik even tus-
schen de tanden.
„Ziet u een kennis?' vroeg de detective die
mij vergezelde en die een uiterlijk had. even
argeloos en onschuldig als dat van een brie
venbesteller ten plattelande.
Ik legde uit. hoe Ik met dezen heer in aan
raking was gekomen.
„Zulke dingen gebeuren hier vaak", zeide
de detective. „Het is heelemaal niet onge
woon, dat de menschen hier in onze albums
personen vinden, met wie zij zelfs in nauwe
relatie staan".
Het Uitvoerend Departement van Scotand*
Yard beschikt over een „dooden-galerij", een
gruwelijk fotographisch overzicht van alle
lijken die ln Londen zijn en worden gevon
den. Dit Departement heeft een zeer veel
zijdige taak: het publiceert lijsten van ge
stolen auto's en van gestolen goederen in
het algemeen. Het geeft vergunningen uit
aan marskramers en heeft het toezicht op
de telefoon, de telegraaf en den draadloo-
zen dienst van de geheime politie. Dit depar
tement is ook verantwoordelij k voor de tucht
en de goede uitvoering van de bepalingen,
waaraan die politie onderworpen Ls.
Behalve de gewone misdadigerslijst. geeft
Scotland Yard verschillende kranten uit die
betrekking hebben op de wereld van de
misdaad. De „Politic-Courant" verschijnt
twee maal per week en wordt gezonden aan
alle polltiebureaux ln Engeland en aan de
voornaamste Europeesche polltiebureaux.
Deze krant bevat beschrijvingen van misda
digers. die de politie In de afgeloopen dagen
werk hebben gegeven en van de wijze waar
op zij hun practijken uitvoeren. Verder foto's
van vervalschte cheques. Instrumenten om
brandkasten open te breken en van vrouwen
die ln nauwe relatie staan met de broeder
schap der misdadigers.
Een andere publicatie heet: de WekeHJk-
sche Lijst van gewoonte-misdadigers. De
ambtenaren van de Engelsche gevangenis
sen zenden aan deze courant wekelijks een
lijst van misdadigers die spoedig vrij zullen
komen. Daarbij wordt ook opgegeven zijn
nummer in dc portretten-verzameling met
bijzonderheden betreffende den tak van mis
daad. waarvan hij in 't bijzonder zijn werk
pleegt te maken. Wanneer nu bijvoorbeeld
een serie autodiefstallen geconstateerd wordt
ln een zeker district en de Wekelljksche Lijst
vermeldt dat een auto-dief pas in dat deel
van het land de vrijheid herkregen heeft, is
het voor de politie gemakkelijk, zich te over
tuigen dat de onlangs vrij gekomen dief niet
bij de zaak betrokken ls, vóórdat zij verder
gaat zoeken.
(Nadruk verboden).
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per rcgcL
DB KLEEDFRMAKER11
VOO»
BP.TE R WERK
maatkleeding!