bkfilwudsA J^cujqe (&&>cluritje6
H. D. VERTELLINGEN.
DE WEG TOT HET HART
STADSNIEUWS
HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 11 APRIL 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
Per ijlbode,
door
O. HENRY.
Het was noch de tijd van het jaar noch
de tijd van den dag om naar he. park tc
gaan; en waarschijnlijk had de jonge dame.
die op één van de banken langs het voetpad
zat niet anders gedaan dan gehoorzaamd aan
een wonderlijke impulsieve neiging om een
'beetje van de lente te genieten, die over
drie maanden haar neus om het hoekje zou
steken.
Daar zat ze, stil en in gepeinzen verzon
ken. Er lag een zekere melancholie op haar
gelaat, die van recenten datum moest zijn
want zij had den blos der jeugd nog niet
van haar wangen verjaagd, noch de resolute
uitdrukking van haar rooden mond ver
zacht.
Langs het pad, waaraan zij zat, kwam
een lange jonge man aangewandeld. Achter
hem slenterde een jongen met een koffertje.
Toen de jonge man de jonge dame zag,
werd zijn gezicht van bleek rood en vice versa.
Toen hij naderbij kwam, sloeg hij met een
mengeling van angst en vrees haar gelaat
gade. Hij liep op een kleinen afstand langs
haar heen, maar niets verried dat zij zich
bewust was van zijn tegenwoordigheid of
zelfs maar van zijn bestaan.
Een vijftigtal meters verder bleef bij plot
seling staan en ging ook op een bankje zit--
ten. De jongen zette zijn koffertje neer en
keek hem verbaasd aan. De jonge man haalde
zijn zakdoek te voorschijn en veegde zijn
voorhoofd af. Het was geen kwade zakdoek,
het was geen kwaad voorhoofd, en de jonge
man maakte den indruk, van heelemaal niet
kwaad te zijn. Hij zei tegen den jongen:
„Je moet een boodschap voor me over
brengen aan die jonge dame daar op de
bank. Zeg tegen haar dat ik onderweg ben
naar het station, om naar San Francisco te
gaan, waar ik me bij een expeditie zal vos-
gen, die voor drie Jaar naar Alaska vertrekt.
Zeg' haar, dat ik op deze wijze een laatste
poging doe om op haar gevoel voor recht
vaardigheid te werken, aangezien ze mij ver-.
boden heeft haar aan te spreken of te schrij
ven. Zeg haar, dat ik van meening ben, dat
het flagrant indruischt tegen 'haar heele
natuur, zooals ik die vermeen te kennen, om
iemand, die het niet verdiend heeft, op zulk
een wijze te behandelen. Zeg haar, dat
mocht ik in haar oogen toch tegen haar
bevelen gehandeld hebben, ik dit alleen ge,
daan heb in de hoop, dat haar stemming
jegens mij verzacht is. Ga, en breng mijn
boodschap over".
De jonge man drukte den jongen een
halven dollar in de hand. De jongen keek
hem een oogenblik met zijn heldere, pien
tere oogen aan en verdween toen op een hol.
Zonder eenige verlegenheid, alleen misschien
een beetje onzeker, stevende bij op de jonge
dame op de bank af. Hij tikte even aan
zijn vuile, gescheurde pet. De jonge dame
keek hem koeltjes aan.
„Dame", zei hij, „die vent daar op de bank
heit een boodschap voor u. Ik weit niks van
'em af, dus assie probeert met u aan te
pappe, zegget mij dan maar. dan zawwe de
pelisie d'r even bij hale. Assu 'm kent, en
de zaak is in orde, zallik 'et u segge".
De jonge dame begon eenige blijken van
belangstelling te geven.
„Een boodschap!" zei ze met een lieve
stem, waaraan een tintje ironie toch niet
vreemd was. „Nu maar ik ken den heer
in kwestie, dus ik denk niet dat het noodig
is om de politie te roepen".
„Tja", zei de jongen, terwijl hij niet zijn
schouders, maar zijn heele lichaam ophaalde,
„hij zeit dat ie zijn zaakies bij mekaar gepakt
heeft om 'm naar San Francisco te smeire.
En dan gaot ie een poossie sneeuwt)alle
gooie met de beire in Alaska. Hij zeit, dattie
u beloofd heit niet meer met u te zullen
smoeze, maar dattie d'r geen staart van
snapt".
De belangstelling, die de jonge dame in
het begin getoond had, verminderde niet. Mis
schien vond ze de stoutmoedigheid van den
man, die van plan was om in Alaska sneeuw
ballen te gaan gooien met de ijsberen, niet
onaardig. Ze keek peinzend naar een stand
beeld, dat treurig over het verlaten park
•uitkeek, en zei tegen den bemiddelaar:
„Zeg maar tegen hem, dat ik het on*
noodig oordeel hem nogmaals te vertellen
welke idealen ik sinds lang koester. Hij kent
ze, en ze zijn nog onveranderd. Eerlijkheid
en trouw staan bij mij aan de spits. Ik ver
oordeel hem niet op veronderstellingen,
maar aangezien hij erop schijnt te staan de
zaak nog eens te hooren, hoewel hij er
zich volmaakt bewust van moet zijn, zal ik
zulks doen.
Zeg hem, dat ik dien avond in de serre
FEUILLETON
Naar het Engelsch. door
J. VAN DER SLUYS.
14)
„Ik hoop dat ik u helpen kan", sprak Hi
lary vriendelijk. „Vertelt u mij maar wat er
is."
Ik weet nu op wie u lijkt. U lijkt op onze
jongste zuster, die gestorven is. U bent
eenvoudig haar evenveela. Maar hoe komt
dat? Vertel me dat alstublieft. Waarom lijkt
u zoo op mijn jongste zuster Clare?"
„Uw jongste zuster Clare?", herhaalde
Hilary stom verbaasd. „Wat toevallig dat u
een zuster had die Clare heette. De jongste
zuster van mijn moeder heette ook Clare en
moeder zei wel eens dat ik zoo sprekend op
haar leek."
„Je moeder je moeder!" mevrouw Gar
dener, die weer rustelcos de kamer op en
neer was gaan loopen, kwam weer naar
Hilary toe en hield haar arm in een stevigen
greep vast. „Hoe heette je moeder?"
„Mijn moeder is gestorven; zij heette An-
tonla, „Hilary's stem beefde onwillekeurig. Ze
was een beetje angstig voor die overspan
nen vrouw. „Antonia Donaldson."
„Is ze dood? Antonia dood?" Mevrouw
Gardener keek Hilary verwezen aan. „Ik was
er altijd zoo vast van overtuigd dat ik An
tonia zou weerzien, maar nu is ze dood." Zij
zweeg een poosje en begon toen opnieuw:
„maar nu weet ik tenminste waarom Je zoo
op Clare lijkt. Als je de dochter van Antonia
bent. ben je Clare's nichtje! Arme Clare,
zij stierf een heelen tijd voor dat allemaal
kwam om een roos voor mijn moeder te
plukken. Zeg hem, dat ik hem en Miss
Ashbur.on onder den oleander zag en dat
verdere uitleggingen volmaakt overbodig wa>
ren- Zoo en ga dat nu maar aan je im
presario vertelien".
De voeten van den jongen holden weg over
het grint. De cogen van den jongen man
keken hem bijna hongerig aan. De oogen
van den jongen straalden van ingenomen
heid over de vertrouwenspositie, die hij be
kleedde.
„De daome zeit, dasse u op heit-erdaod be
trapt heit, toen ze de serre binne kwam om
een paar blommetjes te plukke en u daar
met een aander meissie stond te flikflooie. En
ze zeit, dasse daar genoeg aan heit, en daatu
net zoo goed ophoepele kent".
De jonge man floot even zachtjes voor zich
heen, en er kwam een straal van hoop op zijn
gezicht. Zijn hand ging haastig naar zijn
binnenzak en haalde er een stuk of wat
brieven uit. Hij zocht er één uit, en gaf die
aart den jongen, tegelijk met een heusche
zilveren dollar.
„Geef dien brief aan de jonge dame", zei
hij, en zeg haar, dat volgens mij verdere
uitleggingen overbodig zijn. Zeg haar dat ik
meer vertrouwen van haar verwacht had.
Zeg haar, dat ik op haar antwoord wacht".
De bode stond weer voor de jonge dame.
„De vent zegt, datiu 'em niet zoo gauw
de punt op zijn neus had moette zette. En
dattu die brief maar liever eens moest lelze.
voor u 'em uitmaakt voor alles wat leilijk
is".
Ze maakte den brief open met een gezicht
of ze er niet veel van geloofde en las hem-
.Beste Dr. Arnold. Ik wilde u even dank
zeggen voor de vriendelijke hulp, die u mijn
dochter Vrijdagavond bewees, toen zij in
de serre bij Mrs. Waldron plotseling overval
len werd door één van haar oude flauwtes.
Zonder u, zouden wij het nu misschien zonder
haar moeten stellen. Met innige dankbaar*
beid, Robert Ashburton".
De jonge dame vouwde den brief weer
op, en gaf hem aan den jongen.
*„De vent zeit, dattie op antwoord wacht",
zei de jongen. „Wat mot ik 'em zegge?"
Haar oogen begonnen opeens te stralen,
hoewel ze nat waren van tranen.
„Zeg tegen die vent daar", zei ze met een
gelukkig lachje, „dat zijn meisje naar hem
verlangt".
NED. MIDDERNACHTZENDING.
DE TOEBEREIDING TOT HET
HUWELIJK.
In de Gereformeerde Kerk aan den Klop
persingel hield de afdeellng Haarlem der
Nederlandsclie Mlddernachtaending Woens-
dagavond een samenkomst.
Nadat de voorzitter, ds. C. J. van Paassen
deze bijeenkomst met gebed geopend had,
gaf de secretaris, de heer P. P. Harten-
el orf, een overzicht van den arbeid der ver-
eeniging in het afgeloopen jaar. Hierna
werd het woord gegeven aan dr. W. G. Har-
renstein, gereformeerd predikant en voor
zitter der afdeeling Amsterdam, die tot on
derwerp gekozen had: „De toebereiding tot
het huwelijk."
Spreker zeide, dat volgens Indiaansche op
vatting de mensch oorspronkelijk een ronde
bol was, die zich al rollende over de aarde
heen bewoog. Toen kwam de schelding tus-
schen man en vrouw en de bol werd in
tweeën gedeeld. Ieder der beide helften had
nu een geweldige taak om zich rollend voort
te bewegen, zoodat ze tenslotte elkaar weer
moesten opzoeken om door de wereld te
komen. Dit om de afhankelijkheid van man
en vrouw aan te toonen. God heeft den
mensch geschapen met een lichaam en een
zieL Er is onderscheid tusschen de manne
lijke en vrouwelijke ziel. De volkomen open
baring van de eene ziel tot de andere is het
volmaakte huwelijk. De ziel. aldus spreker,
bedient zich van het lichaam om zich te
uiten. Daarom kan dikwijls een enkele hand
druk een geheelen zielstoestand van een
mensch weergeven.
Twee gevaren zijn aan de toebereiding tot
huwelijk verbonden. Bij vele ouders is het
doel der opvoeding steeds, hun dochter zoo
gebeurde. En je bent ook mijn nicht."
„Maar", begon Hilary, maar het gelukte
haar niet den woordenstroom te stuiten.
„Kun jij me nu de rest vertellen?", ver
volgde de overspannen vrouw, „met wien
was Antonia getrouwd? Waarom heeft ze
ons allemaal hinden steek gelaten?"
„Het is toch niet zeker, dat mijn moeder
en uw zuster Antonia dezelfde persoon is",
begon Hilary weer.
„Ja, dat is wel zeker!" hield mevrouw Gar
dener vol. „Wat was de meisjesnaam van je
moeder? Waar kwam ze vandaan?"
„Merring; maar ik weet niet waar ze vroe
ger gewoond heeft. Ze heeft alleen verteld,
dat het een dorp was midden tusschen de
heidevelden en aan het einde van de dorp
straat
„Was een kleine weide met een groote
kastanjeboom in het midden;" vulde me
vrouw Gardener aan. „Wij zijn er allemaal
geboren; het dorp heet Burnanford Anto
nia en Nellie, Clare en ik. En ik ben de
eenige van de vier die overgebleven is!"
Er kwam een trek van diepe droefenis op
haar gezicht en enkele ©ogenblikken was
het doodstil in de kamer. Toen zei mevrouw
Gardener op rustigen toon;
,£n je vader? Weet je ook iets over hem?
Heeft je moeder je wel eens verteld wat er
gebeurd is?"
„Ik kan mij mijn vader niet meer herinne
ren. Hij stierf toen ik nog heel klein was."
„Is hij gestorven?" Mevrouw Gardener
keek het meisje onderzoekend aan.
„Moeder heeft me verteld, dat hij stierf
voor ik werd geboren. Ik weet alleen dat hij
John Donaldson heette."
„John Donaldson", herhaalde mevrouw
Gardener. „John Donaldson! En weet je er
verder nog wat van?"
„Ik weet, dat moeder zooveel van hem
hield, dat ze haar tehuis en alles wat ze lief
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
gauw mogelijk getrouwd te krijgen. Dit kan
natüurlijk nooit tot een Ideaal huwelijk lei
den. Het tweede gevaar komt voort uit de
hedendaagsche samenleving. Vele jonge
menschen hebben tegenwoordig de opvat
ting, dat zij het. best door de wereld kernen,
wanneer zij ongehuwd blijven, hetgeen een
ontkenning van de waarde van het huwe
lijk is. Maar meestal is dit dan ook schijn,
want heimelijk verbergt de jonge man of
vrouw de behoefte aan een gelukkig huwe
lijksleven.
De beste toebereiding tot het huwelijk
moet liggen in het voorbeeld dat de ouders
hun kinderen stellen door in goede verstand-
nouding met elkaar te leven. Spreker wees
voorts op de noodzakelijkheid der sexueele
voorlichting, die de ouders den kinderen
moeten geven, teneinde de ellende te voor
komen, die het gevolg kan zijn van een stel
selmatig domhouden. Zeer sterk sprak dr.
Harrenstein zich uit tegen het Amerikaan-
sche coëducatie-systeem, zooals dat o.a. door
Ben Lindsey verkondigd wordt. Hoe maken
we onze kinderen klaar om het gemeen
schappelijk leven in te gaan? Dit kan alleen
geschieden door het te brengen tot het
Evangelie.
Met een slotwoord van den heer Joh. J.
van Kempen werd deze samenkomst gesloten.
WAALSCHE KERK.
Gedurende de Paaschweek zullen verschil
lende diensten gehouden worden in de
Waalsche Kerk.
Op Palmzondag om 10 30 uur doop en ont
vangst van nieuwe leden en catechisanten,
met medewerking van mej. Corry Bijster
(zang). Des avonds te 8 uur: wijdingsuur,
liturgische en muzikale dienst, met mede
werking van mej. Hanna Waller Zeper
(zang)
Dinsdag 15 April te half acht speciale
jeugddienst met lichtbeelden.
Donderdag 17 April te 8 uur Heilig Avond
maal.
Vrijdag 18 April 10.30 uur: godsdienstoefe
ning en des avonds te half 8: liturgische en
muzikale dienst, zang van den heer G. Ottc
en IJmuiden's Dubbel Mannen kwartet.
Zondag 20 April 9.30: godsdienstoefening
en Heilig Avondmaal; 10.30: godsdienst
oefening. 8 uur des avonds: dankzeggings
dienst met medewerking van mej. Annie
Dijkstra (zang).
HERINGA EN WUTHRICH.
In de op 2 Mei te houden algemeene verga
dering der N.V. Technische Maatschappij
Heringa en Wutrich zal worden voorgesteld
na ruime afschrijvingen een dividend van 8
pCt. uit te keeren.
had voor hem opofferde en met hem trouw
de", antwoordde Hilary trotsch. „Tojt aan
haar laatste oogenblik heeft zij van hem ge
houden."
„En was hij het waard?"
Ik weet het niet. Ik ben bang", antwoordde
het meisje aarzelend, „ik ben bang, dat hij
moeder niet gelukkig heeft gemaakt, maar
zooals ik zei, zij heeft nooit opgehouden van
hem te houden."
„Och! Arme Antonia, arme dwaze Antonia"
zei mevrouw Gardener bitter, „en is zij nu
dood? Toen ik haar voor de laatste maal
zag, was zij zoo vroolijk en zoo knap. Ze was
de knapste van ons allemaal. Ik zie haar nog
voor me zooals zij in den tuin stond. Zij hield
zooveel van bloemen en vogels, van de groo
te heide en van den wijden hemel."
„En ze- moest in een grauwe, eentonige
straat wonen", riep Hilary hartstochtelijk
uit," het is afschuwelijk om te bedenken,
hoe ze daar gewoond heeft, terwijl haar hart
uitging naar zooiets heel anders."
„Ze heeft haar eigen bed gespreid en
moest er op liggen", klonk het scherp uit
mevrouw Gardener's mond, maar onmid
dellijk veranderde zij van toon, ..Och, dat
arme kind; laat ik zoo niet over baar spre
ken, nu ze dood is. En wat zij deed. deed zij
omdat zij zóóveel van een man hield dat zij
al het andere ervoor vergat, zijken
je die oude geschiedenis?"
Hilary schudde ontkennend het hoofd.
„Zooals ik straks al gezegd heb, weet ik
alleen, dat moeder, terwllle van mijn vader
alles opgaf; zij wilde er verder nooit over
praten."
„Wij weten het rechte er ook niet van;
maar Antonia had kennis gemaakt met een
kunstschilder, die in ons dorp kwam om er
te schilderen en mijn vader keurde die om
gang niet goed. Ik was veel jonger dan An
tonia ik bewonderde haar zooals een jon-
„JACOB VAN LENNEP".
HET JUBILEUM VAN
MEVR. CO VAN DEN BERG.
Het Maandblad van de Kon. Erk. Tooneel
vereenlglng „Jacob van Lennep" is zoo goed
als geheel gewijd aan het 12 1 2-jarig Jubileum
als toonee'.riüetiante van mevr. Co. van den
BergDe Munnik.
Op- Dinsdag 29 April a.s. heeft In den
Schouwburg aan den Jansweg een jubileum-
voorstelling plaats, waarin de jubilaresse de
rol van Truus, fabrieksmeid, vervult ls het
tooncclspel in drie bedrijven: „De Sohande"
van D. H. Scheffer.
Op de eerste pagina prijkt een portret van
mevrouw van den Berg en de penning
meester van „Jacob van Lennep",- de heer E.
Meyerink, geeft een levensbeschrijving van
de jubilaresse, waaraan wij het volgende ont-
leenen
Op 18 October 1917 kwam zij als aspirant
werkend lid bij „Jacob van Lennep". Na de
beginjaren, waarin dienst bod en-rollen enz.
haar deel waren, kreeg zij belangrijker rollen
te vervullen. Op 21 Me: 1920 kreeg zij te
Mechelen haar eersten prijs, n.l. den prijs
voor de beste bijrol. Zij vervulde verder nog
verschillende rollen, o.m. in Fata Morgana.
De Tuin der Droomen, Gebr. Kalkoen, Twee
Gelukkige Dagen, Rutherford en Zonen
(Janet), De Hofslachter (Gusti).
In „De Schande" vertolkt zij Truus, de ruwe
maar hartelijke fabrieksmeid op uitmun
tende wijze. Zij kreeg voor deze rol op den
wedstrijd te Hoogezand den eersten prijs als
beste speelster van den geheelen wed
strijd. Ook te Krommenie en Ostende kwam
zij bekroond uit den strijd.
Mevr. van den Berg is ook een niet-on-
verdiens'elijke cabaret-zangeres. Dikwijl
treedt zij in deze hoedanigheid op, ook op
liefdadigheidsavonden. Zij is in de vereeni-
ging „Jacob van Lennep" een gaarne geziene
figuur, altijd vroolijk en hulpvaardig.
Bestuur en werkende leden zullen haar
op 29 April na afloop van de voorstelling
huldigen. Vooral wordt het gewaardeerd, dat
zij 121/2 jaar trouw is gebleven aan het
vaandel van „Jacob van Lennep".
„VOORUITGANG".
Zaterdag 19 April geeft de Arbeiders Too-
neelvereeniging „Vooruitgang" in den
schouwburg Jansweg een opvoering van „De
Recruut", anti-mllitairlstische schets in één
bedrijf van A. Fenner Brockway, vertaald
door mevrouw Sanders-Herzberg en van „De
Meid" van Herman Heijermans.
MIDDENSTAND SC ENTRALE
De Middenstandscentrale voor Haarlem en
Omstreken houdt, een vergadering op Dins
dagavond 15 April.
De agenda vermeldt:
1. Opening der Vergadering.
2. Notulen der Vergadering van 22 Nov. '29.
3. Mededeelingen
4. Jaarverslag over 1929.
5. Financieel Verslag over 1929.
6. Rapport der Financ. commissie van
controle.
8. Benoeming eener nieuwe financleele con
trólecommissie.
8. Aanbieding van het door het Dagel. Be
stuur uitgebracht rapport naar aanleiding
der door de Centrale ingestelde enquête on
der den geheelen winkelstand van Haarlem,
in verband met het Winkelwerktijdenbesluit.
Bespreking van het rapport en der confe
rentie met de besturen der drie personeels-
bonden en anderen, welke daarna zal plaats
hebben
9. Het ingekomen schrijven der Groote
Houtstraatvereeniging.
10. De reorganisatievoorstellen der Ver, tot
Bevordering van het Vreemdelingenverkeer.
11. Rondvraag en sluiting.
ARROND. RECHTBANK.
UITSPRAKEN
H. K., bloemist, wonende te Lisse, „appèl
overtr. Jachtwet".
Vonnis Kantonrechter Haarlemmermeer
vernietigd en opnieuw rech'doende geappel
leerde veroordeeld tot betaling van f5 boete
subs. 5 dagen hecht. D. E„ chauffeur, wonen
de te Haarlem, „appèl overtr. Motor- en Rij-
wlelwet", vrijgesproken. P. J„ koopman, wo
nende te Haarlem, „Art. 247 W. v. S.", vier
maanden gevstraf voorw. met een p-oef tijd
van drie jaar en bijz. voorwaarde. J. K., werk
gere zuster een oudere doet en toen zij dien
avond in haar kamer schreide, was ik
vreeselljk boos op mijn vader. En op een
goeden, of beter gezegd op een kwaden dag,
ging Antonia weg en ze is niet meer terug
gekomen. En mijn moeder werd erg bleek en
stil en mijn vader ging te keer als een ra
zende en zwoer dat Antonia nooit meer over
zijn drempel zou komen."
..En hebt u haar nooit meer teruggezien?
En nooit meer iets van haar gehoord? O, ar
me moeder", klaagde Hilary, terwijl haar
oogen zich met tranen vulden.
„Neen. We hebben haar nooit teruggezien.
Nadat zij mijn moeder een paar maal ge
schreven had, zei mijn vader, dat zij niet
meer mochten correspondeeren en An
tonia verdween voorgoed uit ons leven".
„Wat ontzettend wreed!" riep Hilary on
stuimig. „Was het dan zoo verkeerd van
moeder om met dien kunstschilder te trou
wen, als zij van hem hield?"
„Ik kan je er niet meer van vertellen; ik
was zelf toen niet meer dan een kind", ant
woordde mevrouw Gardener. „Nog geen jaar
nadat ze weg was. is ons heele gezin uit
eikaar gegaan. Mijn vader *en moeder zijn
een maand na elkaar gestorven; het huis
werd verkocht, mijn zuster en ik moesten
trachten ons eigen brood te verdienen. En
toen is ons jongste zusje Clara gestorven.
Antonia was niet meer dan een herinnering
uit onze jeugd geworden; een vage herinne
ring, totdat ik jou zag. Dat ls alles. Ik ben
vreeselljk moe, je moet nu weggaan."
En op een wenk van de zuster nam Hilary
dadelijk afscheid.
Mevrouw Gardener zei verder geen woord
over de juist ontdekte bloedverwantschap.
Haar opwinding was nu heelemaal verdwe
nen, alle levendigheid was weg uit haar
oogen; ze was weer afwezig en prikkelbaar.
„Goedendag", zei ze. „En kom maar niet
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
M Stofzuigerhuis MAERTENS
mmm barteljorisstraat ia
kd Telefoon No. I07f>u
Verkoop, Verhuur, Inruilen, Reparaties.
man, wonende te Haarlem, „appèl overtr.
Jachtwet" f 15 boete subs. 15 dagen hechte
nis, met verbeurdverklaring. P. v. d. A„ ar
beider, wonende te Haarlem, .appèl overtr.
Alg. Visscherijreglement" f 10 boete subs. 10
dagen hechtenis met teruggave gebbe. W. A.
B., chauffeur, wonende tc IJmuiden, „appel
overtr. Moto:- en Rijwielwet", vonnis Kan
tonrechter Haarlem bevestigd.
WELDADIGHEIDSCONCERT.
Het batig saldo van het Weldadigheidscon
cert, gegeven door het orkest onder leiding
van Joh. Steenman. ten voordeele van het
Centraal genootschap voor Kinderherstél-
lings- en Vacantlekoionies. afdeeling Haar
lem, bedraagt ongeveer f400.
ONS LAGER ONDERWIJS.
EEN VERZOEK OM KLEINERE
KLASSEN.
De afdeeling Haarlem van den Bond van
Nederlandsche Onderwijzers heett een adres
aan het gemeentebestuur van Haarlem ge
zonden om aan te dringen op verlaging van
het maximum-aantal leerlingen van de klas
sen bij het Lager Onderwijs.
Nu zijn die maxima als volgt, gewoon tyger
onderwijs 40. 36 en 32. uitgebreid lager on
derwijs 30 en 25.
In de memorie van toelichting wordt nu
gezegd
Het zou zeker beteekenen een open deur
Intrappen, als we hier een heel betoog op
gingen zetten, om aan te toonen. dat voor
goed vruchtdragend onderwijs de klassen
niet te groot mogen zijn. Wc zijn overtuigd,
dat de geheele Raad der Gemeente Haarlem
van deze waarheid doordrongen is. Dat is
wel gebleken, toen de thans geldende se-
tallen werden vastgesteld. Door den toenma-
ligen wethouder. Mr. A. Bruch. is toen ver
klaard, dat weliswaar het getal 40 werd vast
gelegd, maar dat men zou streven naar een
maximum van 30. In de Raadszitting van
Woensdag, 19 December 1923 zeide hij:
.Burgemeester en Wethouders staan
nog steeds op liet standpunt dat het
maximum aantal leerlingen, per klasse,
dat officieel 40 ls, practisch 36 moet
zijn."
De Raad betreurde het, dat men door om
standigheden gedwongen, met het getal 40
moest komen. Die omstandigheden waren
de ondcrwijsverslechteringen door de Rljks-
regeering ingevoerd. Om die verslechterin
gen tot een minimum te beperken, heeft de
Gemeente zich groote opofferingen getroost,
waarvoor we het Gemeentebestuur nog gaar
ne hulde brengen. Onze afdeeling heeft zich
echter toen ook nog sterk tegen dat getal
40 verzet.
Langzamerhand werden de ondcrwijs
verslechteringen weer ingetrokken. De teer-
lingenschaal is verlaagd, het zevende leer
jaar Ls weer verplicht, zoodat het aantal
boventallige onderwijzers, dat voor rekening
der Gemeente komt, kleiner wordt.
Daarom vinden we het nu het geschiktste
oogenblik om het bij verordening vastge
stelde maximum aantal leerlingen per
klasse te verlagen.
Weliswaar is de gemiddelde klasse-sterkte
in Haarlem niet slecht, maar er is toch
langzamerhand een tendenz tot stijging, nu
de hergroepeering der leerlingen allengs ls
tot stand gekomen. We vinden nu reeds
ruim 20 klassen boven de 36. We wijzen bijv.
op de scholen in de Haarlemmerlledestraat.
Tetterode traat, Prins Hendrikstraat en
Oud-Schoten.
Het lijkt ons gewenscht, dat de vcrorde-
ring gewijzigd wordt, om aan die tendenz
een einde te maken.
Het behoeft zeker geen getoog, dat vooral
in de laagste klassen het getal 40 fnui
kend ls.
NIEUW PORTRET VAN DE PRINSES.
Naar V.D. verneemt heoft de Koningin
aan de schilderes Lizzy Ansingh opdracht ge
geven om het portret te schilderen van Prinses
Juliana.
terug voor Ik een boodschap stuur. Het is
veel te vermoeiend voor mij. Ik kan beter al
leen blijven; dat ls rustiger; mijn zenuwen
zijn heelemaal van streek. En terwijl deze, op
korzellgen toon gesproken woorden haar nog
in de ooren naklonken, ging Hilary de ka
mer uit naar beneden, waar Tony haar
wachtte.
HOOFDSTUK X.
DE DOKTER GAAT OP ONDERZOEK UIT.
Miles Harding was op weg naar het bui
tengoed van Sir Luke, met in zijn zak den
brief van Hilary, waarin zij hem van haar
pas ontdekte tante vertelde. Hij trachtte
zich wijs te maken, dat het wel heel verve
lend was, dat hij er met Sir Luke's zuster
over moest gaan praten en toch. terwijl hij
door de lanen en het park wandelde, verge
leek hij onbewust twee vrouwen bij elkaar:
Hilde Rcdburn met haar imponecrende
schoonheid en Anticc Der fields fijne
charme.
„Alle vrouwen zijn precies eender", hield
hij zichzelf herhaaldelijk voor. Ze houden
allemaal hartstochtelijk veel van Jagen en
als" zij hun prooi te pakken hebben, verscheu
ren zij dien! Een man die een, vrouw ver
trouwt, is wel de grootste dwaas die cr be
staat!"
„Het spijt mU. dat ik u moest lastig val
len". begon hij vormelijk, „maar ik heb een
brief van Hilary Donaldson ontvangen. Zij
schrijft mij in mijn hoedanigheid van haar
voogd, dat zij op een heel bijzondere manier
een familielid ontdekt heeft en verzocht mij
u daarvan zoo spoedig mogelijk in kennis te
stellen."
„Een familielid! Wat interessant; vertelt u
mij daar eens meer van." j
(Wordt vervolgd),
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Cu. per regel.