BRIEVENBUS Brieven aan de R edactle van de Klniier-Afdeellng moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN, MarnLxstraat 20. W. L. 'k Zal er voor zorgen, dat ik jouw briefje niet meer vergeet. Als O. B. maar op peil blijft, moet Je maar tevreden zijn. JIJ doet je best en dat ls voldoende. Hoe gaat het nu met Je? 'k Hoop, dat Je nog wat boeken zult ontvangen. M. v. d. S. Aardig, dat de kin deren elkaar voorlezen. En nog aar diger van moeder om nu hun werk maar over te nemen. Ze wa<ren er heerlijk vroeg bij. Zou R. een goed rapport thuis brengen? 't Is wel goed, dat U den Zondag voor 't Rubriek- werk houdt. WOLLY R. Je hebt Je verhaaltje zeker zien staan. Zit je ln de 2de klas van de Kweekschool? 't Ls wel een eindje uit Je buurt. Kom Je nog wel eens in den Haarlemmermeer? Zijn jullie thuis met zijn drietjes? In welke klas zit Map op de II. B. 8.? Je mag nog wel eens een verhaaltje inzenden. Veel groeten voor je ouders. BEP 8. Arme Bep, wat heb je een moeilijken tijd achter den rug. Beu je nu alleen thuis? Waar wer ken do broers? Tracht voor hen nu een lief, zorgzaam moedertje te zijn. Zoo werk je zeker ln moeders geest. Moeder tc zien lijden en niets voor haar te kunnen doen, ls toch nog veel vrceseiyker. Als 't je goed doet kind, stort dan gerust Je hart nog maar eens bij me uit. Ik herinner me. hoeveel moeder altijd van de Rubriek hield. GRASPIEPER. Ik neem 't je heelemaal n'.et kwalijk, dat Je een paar koer hebt overgeslagen. Al heb Je 1 of 2 raadsels, toch maar Instu ren. Alle beetjes heioen. ZIN IA. Je moogt dezen schuil- naam houden. Gezellig voor je, dat Je vriendin ook meedoet. Ze zal Je in 't begin wel wat op wog willen helpen. VER3EET MIJ NIETJE. Zoo zie Je al weer: de beste boodschapster is de vrouw zelf. Al Je raadsels heb Ik nu toch mee laten rekenen. En nu moet Je maar denken: vergeten is mcnschelijk. KRUIMELTJE. 'k Was blU weer eens wat van Je te hooren. JIJ dacht bij Vergeet mij nietje wordt er niets vergeten. Omdat 't bulten jullie schuld ls, zal ik de raadsels toch re kenen. JUFFERTJE WILDZANG. Waar had Je hot de vorige week zoo druk mee? Met stoelen en bulten spelen? ALBA. Die krantenmenschen kunnen maar leuke grappen beden ken. hè? Ik kan me begrijpen, dat Je hebt moeten schateren van 't lachen om Dik Trom. Die deed net, of 't olie dagen 1 April was, hè? W. v. d. L. Dat was een buiten gewoon goed opstel over Paschen. Laten we hopen, dat de Paaschdagen werkelijk Lentedagen zullen zijn. Heb Je nog ultgaansplannen? KOEKOEKSBLOEM. Je mag best eens overslaan. Leuk, dat Rid derspoor bij je in de klas zit. Wie Is 't braafste bloemetje? BLOZE KRIEKSKE. Je briefje van de vorige week heb ik niet ont vangen. Ik zal er eens naar infor- imeeren. Heb Je Zondag prettig met moeder en broer in den Hout gewan deld? Heb Je geen regenbultje ge had? SNEEUWWITJE. Dat lijkt me wel gezellig, zoo drie Rubrlekertjes ln één klas Wordt er wel eens een bab belpraatje gemaakt? Al behooren zij in AfdeelIng I, ik denk. dat ze je toch wel helpen willen met je raad sels. Om aan 't eind van de maand mee te mogen loten, moet ;e min stens 13 raadsels hebben goed gehad. Ben Je al aan het wedstrtjdwei k be gonnen? 15 April moet 't al klaar Zijn. DE KLFINE ZEEMAN. 't Is best te begrijpen. dat je iedere week geen grootfn brief kunt scnrljven. Zoodra ik Je Ingezonden raadsels tegenkom, zal Ik ze plaatsen. Je mag de vol gende week wel woer raadsels instu ren. ZWARTKIJKERTJE. Ben Je nog aan 't Wcdstrljdwerk begonnen? An ders maar wachten op een volgen den wedstrijd. ELFENBLOEMPJE. Hoe is het jnet Eikeltje? Gaat ze bU Jou op school? Heeft Stijntje nog een kran tje van Je gekregen? MIMI POESEKAT. Je raadsels zijn goed. KOEKOEKSBLOEM. Nu was Je goed op tijd Nog wel gefeliciteerd met vaders verjaardag. Jammer, dat je niet mee hebt gedaan aan den Op stellenwedstrijd. Je raadsels moeten Woensdags in mijn bezit zijn. DOCTOR MYSTERO. Heb je ook helpen schoonmaken? Je kijkt zeker alle dagen naar de kleine duif jes. Groeien ze flink? Fijn, dat de twee broers nu ieder een tuintje hebben. Ja, ik heb ook al vlinders zien zweven. VERPLEEGSTERTJE. Dat ls een goed teeken, kind, dat Je niet meer terug hoeft te komen in de Marla-Stichting. Wel jammer, dat de medicijnen niet geholpen hebben Als Jij twaalf Jaar bent, vraag Je ook maar om een tuintje. Je raadsel is goed. SNEEUWWITJE. Draak is geen dierennaam en komt dus niet in aan merking. Leuk, dat je tante uit Zand- voort alle weken onze Rubriek leest. Ls ze Maandag ook op de verjaars- partlj geweest? JANTJE M. Je bent welkom. Wat je nog niet begrijpt, vraag Je maar aan Rietvoorntje. Den ge- wenschten schuilnaam mag je hou den, maar denk er om dat je keeper met twee ee's schrijft. Gezellig, dat Rietvoorntje je overbuur is. Had moeder je briefje geschreven? HET RIETVOORNTJE. Jij bent al heelcmaal ingeburgerd, hè? Draag je alle dagen de mooie nieuwe das? Een visch met een das, dat lijkt wel grappig. Wat hebben jullie Zondag fijn gewandeld. Flink zoo, dat je je niet aan de donkere wolken hebt ge stoord. Heb Je Juffrouw Kcrkmuis gezien? Heb Je moeten lachen? 'T EPENAARTJE. Je raadsel is goed. *k Vind het niets erg, als je eens verandert van schuilnaam. Als 'b geen schuilnaam meer is, dan moet het wel. hè? HET ZAANDAMMERTJE. Ik zal 12 April eens naar Je kijken, of mis schien wel naar Je zoeken, want er zullen wel heel wat kinderen tuln- waarts gaan. Hoe staat het met je eigen tuintje? Heb je weer een nieuw plantje van Fïoralia? KORENBLOEM. Wat aardig, dat de kip Je zoo goed kent. Heb jij ook al een plantje van Floralla gekre gen? EGMONDERTJE. Nu zul Je ze ker voortaan nooit meer je naam vergeten. Je hebt immers een veel te mooien naam. KRIELKIP. Nu de zomer aan breekt, ls 't maar prettig voor Je, dat je niet meer naar Heilgymnastiek moet. En ook een goed teeken. Je bent nu zeker weer zoo recht als een kaars. APPELTJE. Je raadsels zijn goed. Wat heb jij het druk gehad. Is de schoonmaak nu achter den rug? Zitten jullie nog fijn ln de bloeme tjes? En smaakte de taart lekker? APPELMOOTJE. Ik dacht wel. dat JU in je sas zoudt zijn. Maar je moet niet zooveel lawaai maken, dat moeder er hoofdpijn van krijgt. Ik hoop. dat het boek zoo mooi ls. dat je er heusch een middag Je voetbal voor laat rusten. DUIZENDSCHOONTJE.. Na tuurlijk kon Je niet zooveel woorden vinden, want je was ln Je keus be perkt. Vast wel gefeliciteerd met moeders verjaardag. Is 't cadeau al gekocht? Als Je in mijn buurt komt, breng Je Je poesie-album maar. ZANGVOOELTJE. Hartelijk ge feliciteerd met je verjaardag, 't Is dan toch eindelijk zoo ver. De vol gende week vertel je me zeker van alles over Je cadeaux. Hebben de poppen ook feest gevierd? Zijn de scrvctrlngetjes klaar gekomen? De vlekjes worden Je vergeven. DE KLEINE VIOLIST. Je kunt wel aardig raden, maar hebt toch niet goed geraden. Jan was wel de held. 't Overdoen zou toch ook niet goed zijn geweest. Verbeeld Je. dat h!J 't dan weer eens verloren had- Zijn we 't eens? BALLENBREISTERTJE. t Doet me plezier, dat JIJ het zoo naar Je zin hebt op school. Wat prettig, dat er zoo'n mooie bibliotheek op school is. Wolk bock heb Je nu? Ga Je mor gen naar grootmoeder? Heeft vader al ve.l kievitseieren gevonden? De volgende week hoop ik den uitslag van de wedstrijden mee te deelen. ROODSTERRETJE. 'k Ben niet boos, omdat Je een poosje niet hebt geschreven. Dat ls zoo erg niet. Ik ben wel een klein beetje boos, om dat je zoo slordig gaat schrijven. Je verlangt zeker wel naar 29 April. Wat zal 't cadeau worden? DE KLEINE VOETBALLER. Hoe gaat het met Je duiven? Wat aardig, dat Opa er een hok voor heeft ge maakt. Met 't mooie weer zijn ze zeker telkens uitgevlogen. Wat voor kleur hebben ze? ROZENKNOPJE. Natuurlijk mag JIJ ook een raadsels inzenden. Stuur het de volgende week maar. Komt er al wat op van 't zaad ln je tuintje? Wat heb je al zoo gezaaid? Nu vooral maar op 't onkruid letten. VIOLETTA. Ben Je nu weer heelemaal beter? Wat heeft er aan gescheeld? Hoe is 't met je zus? Je doet toch zeker ook mee aan 't wed- strijdwerk? VERGEET MIJ NIETJE. Hoe ls nu met jou? En hoe gaat 't met moe der? Wat zal moeder geschrokken zijn, toen Je zoo huilend binnen kwam. Doet je hoofd nog pijn? En ls de bult bont en blauw geworden? Ik hoop, dat je Zondag toch mee kan zingen op de uitvoering. FRANCIS VERE. Je raadsel ls goed. EEN NAAMLOOZE zendt me een rail-aanvraag, die ik natuurlijk niet plaatsen kan. LEERGRAAG. 't Gaat al heel goed met 't oplossen van je raadsels. Je moogt do antwoorden wel beknop ter opschrijven. BLONDINE. Misschien plaats Ik deze week nog wel enkele van je grappen. Dat lijkt me een gezellig boek, Juist geschikt voor een herstel lend patientje. Je raadsel ls goed. KLEIN DULMPJE. Wat jammer, dat je zooveel kettingwoorden ver keerd hebt. Je hebt de opgave niet goed gelezen. Ik zou zeggen: stuur ze toch maar in. dan zal ik eens kij ken hoeveel goeds er overblijft. Mis schien valt 't mee. REKEL. Je raadsels zijn goed. GOUDELSJE. JIJ krijgt door onze Rubriek nog een mooie biblio theek. En je houdt veel van lezen, hè? Hoe vind je je nieuwe boek? Je raadsels zijn goed. Heb je ze zelf be dacht? GOUDSBLOEM. Misschien plaats lk deze week al'Je moppen. ROODKAPJE. Je hebt die twee brieven maar keurig geschreven. Heeft Poesenmoedertje een taschje van je gehad, om haar tec-keningen in te bewaren? Had je het zelf ge maakt? POESENMOEDERTJE. Prettig kind, dat je verjaardag zoo genoeg lijk vcrloopen ls. Je raadsel ls goed. WIELEWAAL. 'k Had in langen tijd niets van je gehoord. Ik aan me begrijpen, dat je postzegelverzame ling veel tijd kost. Heb Je er een mooi album voor? Hoeveel zitten er al ln? ZOMERBLOEMPJE. Al heb je nog zoo weinig raadsels, stuur ze dan toch maar in. Alle beetjes helpen. KERSTROOSJE. Nu niet meer ziek worden, 't Is veel te mooi weer om op bed te liggen. Was Je veel ach ter gekomen op school? Hoe is 't nu met Paaschhaasje? Vast wel gefeli citeerd met vaders verjaardag. Ik hoop, dat 't een heerlijk dagje voor Je zal worden. Heb je met moeder al een mooi cadeautje gekocht? De vol gende week schrijf je me er zeker van alles over. VICE-ADMIRAAL. Grootvader heeft een drukken tijd achter den rug, hè? Gezellig voor je. dat Je nog een zusje hebt. Hoe heet ze? Ze gaat toch zeker ook al op school? DAMIAATJE. Je raadsels zijn goed. BOTERBLOEMPJE. Je was nog wel op tijd met je raadsels. Ik ken je onderwijzeres wel. Als ik haar eens spreek, zal ik vragen, of Je een knap Boterbloempje bent. Je mag ook wel zelf raadsels maken en ze aan mij Inzenden. RADIOMONTEUR. Je hebt de raadsels kranig opgelost. Juffrouw B. ken ik niet. Voor een jongen uit de 2de klas schrijf je maar wat keu rig. Wat was dit ook snoezig post papier. ZEVENSTER. Ik was plotseling verhinderd om op de tentoonstel ling te komen. Moeder was zeker wel b'.lj. toen je mooie kussen op de divan prijkte. Is de jurk klaar gekomen? Wanneer moet je hem aan hebben? KRULLENJONGEN. Denk Jij er om. dat geschreven met soh wordt geschreven en niet met sg. En tijd eindigt op een d. En gauw moet met au en niet met ou. Gelukkig maar, dat je brief geen dictee was, andera had je er vast geen mooi cijfer voor gehad. BABBELKOUSJE. Je raadsela zfjn goed. LEZERESJE. Kom jij nog eens dien atlas bij me halen. Dat was Za terdag een heerlijk avondje voor je. Die mop wa Igenlijk wel flauw, hè? Als zoo'n humorist het vertelt, moet je er tooh om lachen. Je verlangt zeker al naar 3 Mei. MAGNOLIA. Als Je naar een; ver jaarspartijtje gaat, schiet de Ru briek er natuurlijk bij ln. Heb Je een plezierigen middag in Santpoort ge had? Stuur je woorden maar den laatsten dag in. PAASCHHAASJE. Is Je prijs naar je zin? Bevalt het je weer goed op school? Hoe is het met de oog ontsteking van je broertje? Heeft hij' er pijn aan? Moet hij nu thuis blij ven? KAREL I. Hoe vond jij Je boek? Ik zag Je oogen glinsteren van pret. GRAAF LODEWIJK. Heb Jij het boek van broer ook al gelezen? PRIMULA. Nu zal je wel eens meer groen voor je visschen halen. Wel jammer, dat dat eenige stekeltje ls doodgegaan. Gaat dat andere ste keltje al een nestje bouwen? Dat is toch zoo'n aardig gezicht. Je raadsel is goed. GOUDEN REGEN. Houd jij er de vroolijkheld maar in thuis. Je moet denken aan wat een Duitsch liedje zegt: Böse menschen slngen keinen lieder. Maar jij bent een stralend bloemetje, hè? NACHTEGAALTJE. Zou je jurk voor Paschen klaar komen? Ben je nu weer op school? Bloemetjes ver- koopen is ook wel vermoeiend, daar om raadde de dokter het zeker af. Heb je het kussen nu .aan een vrien dinnetje geleend? KONIJNTJE. Komt cr al wat op ln je tuintje? Hoe gaat 't met moe der? COR J. Heb jij ook maar eens een paar weken vacantle genomen? Dat mag wel. Kon je Guus 't wed- strijdwerk niet uitleggen? Er was toch heusch niet veel aan te begrij pen. Doe jij nu alleen mee? Denk je er aan, dat ik 15 April Je werk moet hebben. HET TIMOREESJE. 't Deed me genoegen ook weer eens wat van jou te hooren. Heb je Woensdag gezel lig bij je vriendinnetje gespeeld? Stuur maar eens zoo'n zelf gemaakt verhaaltje In. Als 't geschikt ls, zal lk het plaatsen. Wat ben je ln een mooien tijd jarig. Weet Je al, welke vriendinnen je vragen zult. SPRINKHAANTJE. Je raadsels zijn goed. 't Spijt me voor zus, dat ze zooveel woorden verkeerd had. Er stond heel duidelijk in de opgave: plant- en diernamen. Is Sprink haantje ook over dien zin heen ge sprongen? KORSTJESKNAGER. Als je 's Woensdags geen tijd hebt, moet je ook niet aan de tuintjes beginnen. Wat je begint moet je voleindigen. Ik begrijp wel. dat Je je voetbal niet vergeten kunt. In welke klas zit je nu? JUFFERTJE Schrijf graag. Ik dacht wel. dat je 't prachtig zou vin den op de bloemententoonstelling. Heb je er een goed opstel over ge maakt? Wat trof dat, dat de konin ginmoeder en de prinses er Juist waren, W. BLOMBERO—ZEEMAN Marnixstraat 20 Haarlem, 11 April 1930. LUCIFERS Dagelijks worden in de Zweedsche fabriek te Jongköping 50 mllhoen lucifers vervaardigd. In 1933 kunnen we het eeuwfeest van de lucifer vie ren. MENSCHEN EN DIEREN Op de heele wereld leven 1600 a 1800 mllüoen menschen en 1500 mil- lioen nuttige huisdieren. BIJVOEGSEL VRIJDAG 11 APRIL 1930 No. 173 Aan Allen! t Is Zondag Palm-Zondag en lk heb van sommige Rubriekertjes ge hoord, dat ze weer een Palm-Pa- sohenstok gaan versieren. Leuk, dat 't weer in gebruik komt. Als Je nu Zondag eens een kijkje kon gaan nemen in 't OveriJselsche dorpje De nekamp, dan zou je misschien mee gaan loopen in den optocht door 't dorp. Jongens en meisjes met de Zon- dagsche kleeren aan en den versier den Palmpaschenstok in de hand. 't Is wel merkwaardig, dat er juist tegen Paschen zooveel feesten zijn ln de provincie Overijsel. Straks worden ook weer karrenvrachten aangesleept yoor de Paaschvuren. Nu Zondag zie je de mooiste stok ken met de kukclhaantjes ln 't mid den en daarom heen de broodkran- sen. In iedere streek is weer een andere Palmpaschenstok. overal prijkt er frisch groen aan, ten teeken dat de natuur ontwaakt is. Dan mo gen ook de versierselen en lekker nijen niet ontbreken. Molentjes en vlaggetjes van gekleurd papier, kra kelingen of krentebollcn. Ook si naasappelen en mooie glimmende bellefleurs prijken wel onder 't haan tje. 't Haantje van krentenbrood of ander deeg moet in den top. Is de palm het zinnebeeld van overwin ning. de haan verkondigt, dat het v.eer licht Ls geworden en de duis ternis is geweken. En de kinderen loopen vroolijk met hun Palm-Paasch en zingen: Haenlien op ien stokkien Bedelt um len brokkien, Bedelt um ien stukkien brood Aenders gaet mlen haentien doodl In sommige streken heeft men een zwaantje in plaats van een haantje. Ook heeft 'men aan 't uiteinde van den stok wel eens een dwarsstok ge spijkerd, waarop men een krans van brooddeeg heeft gehangen. Die kra keling, in Overijsel zegt men krèke- Bng is dan nog versierd met slingers of ketting van gekleurd papier. Hoe bonter, hoe mooier. Dan zingen ze ook wel dit liedje: Palm, Palmpasc-hen, De koetjes, die gaan grazen. De schaapjes ln de wel Als het Paasch ls, krijgen wij een el In mijn jeugd zongen we nog een ander liedje: Palm, Palmpaschen! Hel Koerei! Nog een Zondag, Dan krijgen wij een eL Eén ei is geen ei Twee cl ls een half el. Drie el is een paaschel. Koerei ls afkomstig van een Grlek<"*h voord, dat ontferming bc- teekent. Misschien zijn er onder jul lie die als padvinder of padvindster Zondag een Palmpaschenstok naar een onzer ziekenhuizen brengen. Ik ge'.cof zeker, dat die Palmpaschen stok dan een tooverstokje van vreug de zal zijn. W. B.—Z. Het hongerige vogeltje. 't Puddinkje van witte gries. Was wel smakelijk, vond Lies. Hap voor hap eet zij maar voort, Niemand komt er die haar stoortI Toch, een zwaluw, slank en zwart, Voelt den honger als een smart. Gaarne zou hij 't willen wagen, Om aan Liesje Iets te vragen. Maar hij weet toch heusch niet hoe, En kijkt daarom hong'rig toel Liesje eet haar buikje rond, Zet dan 't schaaltje op den grond.... Maar, nog ligt iets op den schaal. Juist genoeg voor 'n vogelmaal. Zwaluw schudt wat met zijn kop Enslikt fluks de kruimpjes op! Hoe het arme jongetje rijk werd. Op 'n goeden avond bracht hij ech ter 'n paar plankjes mede van zijn werk. En daarmee ging tij na 't eten stilletjes naar den zolderEven later hoorde Sientje beneden oen zaag knarsen en een hamer kloppen. Het was haar man, die speelgoed ging maken voor het kleine kereltje dat in hun huis zou komen Toen aoo de eerste dag kwam, dat Slentje haar Jongen in het ziekenhuis mocht bezoeken, pakte zij al vroeg alles wat zij gemaakt had in een mandje. Een half uur te vroeg stap te zij al op de stoomtram, die haar naar Middelburg moest brengen en ook veel te vroeg belde zij aan. Maar toch deed men haar open en liet men haar binnen. Alleen mocht zij niet dadelijk naar de ziekenzaal toe, maar beduidde haar de zuster, dat zij eerst even bij den directeur moest komen. En zoo betrad zij verlegen en een beetje bang slecht nieuws tc zul len hooren, het stemmige vertrek, waar de directeur in zijn langen wiWen doktersjas aan een tafel zat. Maar de directeur was heel vrien delijk voor haar. Hij gaf haar een stoel en toen zij eenmaal op haar ge mak zat begon hij alles te vertellen. Kareltje was al een stuk beter en had hem verteld wat er met zijn ouders en zijn zusje gebeurd was. Rn nu hoorce Sientje het versclirlkke- lijke verhaal ook. Het vrouwtje beefde van ontzetting. Dat er aoo iets ergs met het jongetje gebeurd was had zij niet vermoed, maar het was alsof zij nu nog veel meer van hem moest houden En vrouwtje, zei de directeur eindelijk, nu moet U eens zeggen wat ge wilt-. Het ventje heeft blijkbaar geen familie meer of misschien ook wel, dat weet lk niet, maar ln ieder geval, wilt gij hom als pleegkind heb ben. dan moet ge het mij nu zeggen. Sientje knikte. Ja. dat wiMe zij Goed, zei de dokter, gaat dan nu maar naar hem toe, dan zal ik die zaak voor U wel in orde maken! En vriendelijk bracht hij haar naar de zaal waar Karei Lag ZIJ wist nu hoe hij heette want de dok ter had het haar verteld; maar zij kende hem niet meer terug, toen zij hem in zijn bedje zag zitten, zoo was hij veranderd. Ach. wat zag hU er lief en knap uit en wat waren zijn wangen weer dik en wat had hij een leuk kleurtje Verlegen keken Sientje en Karel tje elkaar aan, want nu pas bleek dat zij elkaar heelemaal niet kenden. Maar de directeur bracht hen gauw tot elkaar. Kijk eens Karei, dit Ls nu Je pleegmoedertje voortaan. BIJ haar kom Je ln huis en zij zal voor je zor gen hoor! Wel, hoe vind Je dat? Dan behoef Je niet meer op str.iat te zwerven en te bedelen, dan krijg Je weer een thuis mot een vader en een moeder en alles wat je noodig hebt jongen! Even was het nog vreemd, maar toen Sientje eenmaal haar schatten voor den dac gehaald had en al lea aan Kareltje liet zien waren zij snel goede maatjes. Blij liet Karei de mooie kleeren door zijn handen gaan en blij ook beloofde Karei dat hij gauw beter zou worden en thuis zou komen. En zoo werd hij weer rijk! Niet aan geld maar aan geluk! Zijn lieve pleegouders verzorgden hem alsof hij hun eigen kind was en zij maakten dat hij opgroeide tot een flinke en brave man, die hun zelf weer tot een heerlijken steun werd toen zij eenmaal oud en zwak geworden waren. We kunnen in onze groentcaN deeling ook reeds vroeg zaaien: Radijs. De meeste kinderen zijn dol op d« pittige roode- of witte bolletjes bij hun boterham. Heb Je ze bovendien zelf gekweekt, dan zijn ze dubbel lekker. Probeer 't maar eens. Van radijs bestaan heel veel ver schillende soorten, verschillend ln vorm en kleur. De gewone ronde wordt heel veel geteeld. Zorg. dat de grond goed doorgewerkt en voed zaam is (geen versch bemeste grond). In slechten grond wordt ze voos. Het zaad wordt ruim uitge strooid, want als de planten te dicht op elkaar staan, schaadt dit de knolvorming. Het moet onge veer met een cM. aarde bedekt worden en goed onder geharkt. Wanneer je den grond dan nog flink aanslaat, heb Je ook geen last van vogels, die de zaadje* graag lusten. Wil Je zoo lang mogelijk van radijs proflteeren en heb je nog wat ruimte, zaal dan eenige weken echter elkaar een kleine hoeveel heid. Heb Je later de radijs opgege ten. dan kun Je op 't vrijgekomen hoekje nog best andere groenten of bloemen kweeken. Kropsla. Een zeer dankbaar gewas, dat ln geen moestuin mag ontbreken. Wat heerlijk op een warmen dag een versch kropje sla bij 't middagmaal. Om ze zoo lang mogelijk te kunnen nuttigen is 't noodzakelijk herhaal delijk kleine hoeveelheden met niet te groote tu.vchenpoozen te zaaien. Op een afzonderlik hoekje zaal Je dun uit. Als Je te dik zaait, krijg Je geen krachtige planten. De plant jes worden later op een afstand van 20 a 25 c.M. uit geplant. Heb Je te veel planten op Je bed staan, dan laat je die maar groeien en gebruikt ze voor snljsla. Donk er om, dat Jo niet ln drogen grond uitplant. Van te voren den grond flink vochtig maken en de plantjes met een vochtig kluitje overzetten. Ze heb ben dan 't minst tc lijden en groeien dadelijk door. Er zijn een groot aantal soorten kropsla ln den handeL De bekend ste soorten zijn o.a.: Zwart Zccuw- sche met groote, vaste, malscho kroppen (zwart zaad); Groot geel (Konlngskropi, een goede soort, dlo niet spoedig doorschiet, daar ze veel warmte kan verdragen (wit zaad). TUINIER,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 19