HUISVLIJT Wie was cle Held? RAADSELS RUILRUBRÏEK Postzegclrubriek BOEKENSTEUNTJE. BRIE VEN- BAKJE, fs' Een praktisch en aardig voor werp op schrijftafel of bureau is een boekensteuntje. Maken we 't zooals bijgaand model, dan is 't te vens geschikt voor bergplaats van brieven en andere kleine spullen. De bodem Is een plankje van 14 bij 16 c.M; we gebruiken hiervoor tri plex van 8 m.M. of een gewoon plankje van pl.m. 1 c.M. dikte. We mogen dezen niet te licht maken, daar anders 't steuntje verschuift, als er boeken tegen komen te staan. Aan de twee lengtezijden en één breedtezijde vijlen we een schuin randje van 1/2 c.M. breedte. De hooge voorzijde van ons steuntje maken we van 't zelfde hout als de bodem en ls 16 b(j 14 c.M. De zij kanten maken we volgens fig. 1. Hiervoor gebruiken we triplex van 5 m.M. Op de zijkanten brengen we een versiering aan van plankjes van verschillende grootte (zie fig. 1) die we als 't geheel in elkaar zit, er op lijmen. We gebruiken hiervoor triplex van 3 m.M. De drie zijden worden op den bo dem getimmerd, nadat we eerst den bovenkant van de voorzijde in de richting van den schuinen boven kant der zijkanten hebben bijge vijld. De lage achterzijde is 4 c.M. hoog. We brengen nu nog een tus- schenschot aan, zooals de stippel lijnen op fig 1 aangeven. Vóór we de figuren op de zijkan ten aanbrengen, worden deze eerst gekleurd. De rest van 't model laten we blank, doch het geheel wordt een paar keer gelakt. Willen we 't volledig maken, dan vervaardigen we twee stuks. Ze zijn in de Tlj- dingzaal aanwezig ter bezichtiging. Denk aan de huisvlijttentoonstel- llng in de Tijdlngzaal op Donder dag en Vrijdag 24 en 25 April. Voor werpen inzenden Donderdag 24 April tusschen 9 en 12 uur. Ook anderen zijn welkom. Rustenburgerlaan 23. S. door W. B.—Z. 14) SLOT. HOOFDSTUK 7 Wat Jaap droomde. Jaap viel gauw ln slaap, maar hij droomde heel naar. In de bedstee tegenover hem lag Jennie. En ze kreunde zoo en ze was zoo bleek. De dokter stond er ook en hij schudde treurig met 't hoofd. „Is zusje erg ziek?" dorst Jaap te .Vragen. „Zusje zal misschien wel beter worden, maar ze zal nooit meer kun nen loopen. Toen ze van 't trapje op het harde ijs viel, is er van bin nen wat gebroken, dat nooit meer geheeld kan worden." Moeder zat op een stoel te huilen en vader keek hem zoo verwijtend aan. dat Jaap naar 't dek vluchtte, 't Allerergste was dat stemmetje van binnen, dat net zoo hard tikte als 't mooie zilveren horloge, 't Zei tel kens: jouw schuld, jouw schuld. En hij kon er niets op zeggen, 't Was Immers zijn schuld. Hij had Jennie van t trapje zien klauteren, maar hij had haar niet tegen willen hou den. omdat hij den prijs moest win nen. En toen Jan 't ook zag. was er een leelijke gedachte in hem opgekomen. „Als Jan naar Jennie gaat, heb ik een voorsprong." Jan had haar ook niet tegen kun nen houden. Hij was net te laat. En nu had Jennie zoo'n vreeselijk onge luk gehad. Als ze in 't leven bleef, zou ze een stumperd worden. Ze zou nooit meer kunnen loopen. Ze zou altijd moeten blijven zitten, of in een wagentje gereden worden. Dat alles was zijn schuld. En in zijn ban- gen droom zag hij Jennie met ver kromde beentjes in vaders leunstoel zitten. Wat had ze een bleek snuitje gekregen. Er was niets meer over van haar dikke, roode wangen. Haar armpjes leken wel stokken. Ze keek hem zoo treurig aan. dat Jaap de handen voor de oogen hield. Jan wou ook niet meer met hem speien en tante SJoukje wou hem niet meer in huis hebben. Jaap snikte het uit. Daar hoorde hy moeders stem. „Wat is er toch Jaap?" „Ikikmoeder, wordt Jenneke nooit beter?" „Jenneke? Die slaapt als een roos." „Wordt ze niet ongelukkig?" „Ik hoop van niet. Droomde je soms Jaap?" Met belde handen wreef Jaap zijn I oogen uit en keek eens om zich heen. I „O, gelukkig, ik droomde maar. I 't Was zoo'n vreeselijke nare droom." Dicht tegen moeder aangeleund, vertelde Jaap aan moeder, wat hij gedroomd had. En toen hij uitver teld had, zei moeder ernstig: „Ja Jongen, zoo had 't kunnen zijn. Zeg me nu eens eerlijk; w'<* was van middag de grootste hr' „Jan," fluisterde Jaap. „Juist, jongen." „Moeder!" „Ja, Jaap." „Ik ga morgen naar den boven meester toe." „Wat wou je dan, Jaap?" „Die had vanmiddag toch 'fc meest over de prijsuitdeeling te zeggen?" ,,'t Plan is van meester uitgegaan." „Ik wil alles eerlijk aan meester vertellen en ik zal zeggen, dat Jan nu maar 't horloge moet hebben." „Flink zoo. Dan ben jij ook een held." Jaap kon nu rustig slapen gaan. Jaap ging den volgenden dag al leen naar meester toe. Daar was meer durf voor noodig dan voor 't klimmen in hooge lantaarnpalen, 't springen over breede slooten en 't klauteren tegen dakgoten. Telkens dacht hij er dan ook over maar weer terug te gaan. Dan sprak er een stem in hem, om alles nu maar te laten, zooals 't was. Ze kon den 't Immers over doen. Tenslotte belde Jaap, hoewel met kloppend harte toch bij den mees ter aan. Hij vertelde met- horten en stooten, wat hem op 'fc hart lag. En Jaap zag wel, dat meesteS steeds donkerder keek. „Japie, Japie, wat was je toen klein," zei meester op teleurgestel- den toon. En Jaap boog schuldig 't hoofd. „Kom vanmiddag eens terug met Jan. Dan zal Ik de andere Jury-le den ook noodigen. Dan zullen we sa men raadplegen, wat er nu gedaan moet worden." Wel wat opgelucht ging Jaap huis waarts. Dat tikkertje van binnen was tot rust gekomen. Hij zag er na tuurlijk wel wat tegenop naar Jan te gaan. Ze hadden elkaar niet meer gesproken sinds gisteren. 't Was wel vreemd. Een paar dagen geleden zag Jan tegen Jaap op. En nu waren de bordjes verhangen. Jan was grooter geworden. Niet alleen in de oogen van vader en moeder, maar nu ook wel in de oogen van Jaap. Als je weet, dat je 't winnen kunt en je ziet dan het zusje van een ander in gevaar en je helpt, terwijl het broertje eigenlijk helpen moest, zie je, dat is groot. Jan deed tegenover Jaap net als anders. Jaap stak maar dadelijk van wal. 't Ging toch gemakkelijker dan tegenover den meester. „Moeder, vader, hoort u toch eens," riep Jan blozend van vreugd. En hij vertelde, wat Jaap bij den meester had gedaan. „Bravo Jaap, dat was een helden stukje," zeiden Jan's ouders. 't Slot van het onderhoud bij den meester was, dat Jan 't horloge kreeg. Hij kreeg nog iets. Toen hij met Jaap op het dek van de Op Hoop van Zegen kwam, kwam Jennie hem tegemoet met een klein pak;e ln de handen. „Jennle bedankt Jan," zei het klei ne ding, terwijl ze Jan 't pakje over reikte. Met blijde, vragende oogen maakte Jan het papiertje los. Al weer zoo'n mooi doosje en in dat doosje lag een zilveren horlogeketting. „Uit mijn eigen spaarpot betaald," jubelde het kind. En toen Jan vrouw Verhorst wildé bedanken, sloot ze hem in haar ar men en kuste hem op zijn beide wangen, stil stond Jaap het aan te zien. Hij keek maar naar Jan en wist nu, dat deze daad een helden feit was, grooter dan hij ooit had be dreven. Einde. Onze Bibliotheek. Zooals lk de vorige week reeds schreef, zullen voor de ontvangen gelden eenige boeken worden inge bonden, zoodat binnen enkele weken, de boeken, die zoo uit de band lagen er weer keurig uitzien. Hoewel het verder eerst mijn be doeling was, reeds deze maand nieu we boeken te koopen, vind ik het toch beter, hiermede te wachten tot na de zomervacantie. Als je een mooi boek weet, dat je denkt, ook anderen mooi zullen vinden, zeg Je het maar tegen mij, Ik zal dan trachten het in O.B te plaatsen. De zomervacantie zal dit jaar in treden naar gelang der weersgesteld heid. Daarbij komt nog, als jullie den geheelen zomer wenschen te le zen, O. B. alleen maar gedurende de maand Augustus gesloten zal zijn, du: ln den tijd, dat Ikzelf buiten de stad ben. Wil je blijven lezen, dan deel je me dat maar even mede. Verder vraag ik nog eens vriende lijk, of er bij de schoonmaak nog boeken worden opgeruimd. Ik houd me daarvoor gaarne aanbevolen en wil ze graag even laten halen. Mijn adres is: Groote Houtstraat 155 zwart. Co ba F. Nogmaals mijn dank voor de ontvangen boeken. In de volgende aanvulling zullen ze wor den opgenomen. H. van Berk heeft bij mij zijn deel nemerskaart laten liggen. A. Prent en H. van Berk houden hun boeken te lang. De termijn ls 14 dagen. LIJST VAN DEELNEMERS 18. G. Seegers, Duvenvoordestr. 86 22. W. Bosch, Kampervest 33. 27. C. Fleury, Barrevoetestraat 10, W. LASSCHUIT. pr. Houtstraat 155z. (Deze raadsels zijn Ingezonden door Jongens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.) Iedere maand worden onder de beste oplossers vier boeken verloot. AFDEELING I. (Leeftijd 10 jaar en ouder). 1. (Ingez. door Alba.) Strikvragen. a. Als ik honger heb, hoor ik graag, dat mijn moeder een natuurver schijnsel noemt. Wat is dat? b. Ik ken een schip. Keer mij om, dan kunt ge mij eraan vinden. c. Welk dier springt hooger dan een toren? d. Eon spoortrein rijdt een koe een poot af. Hoeveel pooten heeft de koe over? e. Waarom is de maan zoo bleek? f. Een boer zaaide erwten. En zei: Komen ze, dan komen ze niet. Ko men ze niet, dan komen zij. Wat be doelde hij? g. Wie is in de lucht geboren, zon der oogen, zonder ooren? h (Ingez. door den kleinen Zee man). Wat brandt helderder dan twee electrische lampen? 1. Wat wordt een moor, als men hem ln zout water doopt? J. Welke boer werkt niet op 't land? 2. (Ingez. door Sprinkhaantje.) Kruisraadsel, r X X X xxxxxxxxxxx X X a een medeklinker een deel van 't gezicht, een kantoorbediende verblijfplaatsen voor dieren een stad in N. Holland, een deel van Gelderland, een zang-vogel een jongensnaam een kleur een lichaamsdeel een medeklinker De kruisjes moeten horizontaal en verticaal een deel van Gelderland noemen. 3. (Ingez. door Doornroosje.) Ik ben een plaats ln Rusland en besta uit 14 letters. 10 11 4 is een verkorte meisjesnaam 12 13 8 14 is een kleur. 9 2 1 heeft een visch. 6 7 is het tegengestelde van uit. 3 5 zijn twee medeklinkers. 12 1? 13 14 is een kleur. 4. (ingez. door Vice Admiraal). Mijn geheel is een spreekwoord Van 29 letters. 1 2 3 4 is een getal. 19 1 2 3 4 volgt op den dag. Van 21 22 23 24 20 worden wij ver kouden. 9 10 11 komt van schapen. 27 1 IQ 17 20 is niet hard 27 28 29 zien we graag. Uit de 9 10 11 12 13 14 komt regen 6 5 12 dient om waschgoed op te drogen. 7 8 13 14 woont in Denemarken. De zon 15 16 17 18 19 20 25 26 ls een lidwoord. 5. «Ingez. door Moeders grootste hulp.) Neem uit onderstaande schuilna men telkens één letter, zoodat er een nieuwe schuilnaam komt. Poppenmoedertje, Ulbo, Poppen- kind Wipneusje, Nevada, Korenbloem Katuil, Obionc, Zangvogeltje, Draai tol. 6. (Ingez. door Goudelsje.) Ik ben een spreekwoord van 86 letters. 12 3 hebben we op bed 21 22 23 24 25 drinken we, als we 'dorst hebben. 7 10 36 is een huisdier. Een 8 9 11 heeft men vaak in een kous. 4 5 6 19 zit boven een kozijn. 35 5 32 7 zit op een flesch. 12 13 14 15 zit onder een schoen. 26 16 22 4 28 ls een lekkernij. 29 27 33 28 is niet zuur. 35 30 34 15 is een lichaamsdeel. Wie 31 16 17 18 is, is geen held. 32 20 33 ls een viervoetig dier. AFDEELING n (Leeftijd 9 Jaar en Jonger.)' 1. (Ingez. door Damlaatje.) Ik ben een bloem en tevens een Ru- briekertjesnaam van 13 letters. 4 5 6 zorgt voor 't eten. 11 10 13 is een boom. In een 9 2 3 4 lees je. 1 5 6 7 ls zoet. 8 5 13 leer je op school. 12 is de 5de letter van het alfabet. 1 2 3 4 is lekker. 2. (Ingez. door Goudelsje.) Verbor gen Nederlandsche plaatsen. a. De wind is noord, wij kunnen niet buiten zitten. b. Zij gaf al haar goud aan haar kleinkinderen. c. In de vacantie liepen we uren achter elkaar. 3. (Ingez. door Goudsbloem). Strikvragen. a. Waarom draagt de molenaar een witte pet? b. Wat staat in den hemel op drie pooten? 4. (Ingez. door Goudelsje.) Ver borgen beroepen. a. Wie is Dien Blon? b. Wie is Trees Ambtuurdr? c. Wie is Ari Datol? d. Wie Ine Obo? 4. (Ingez. door Damiaatje.) Neem uit onderstaande schuilina- men telkens één letter, zoodat er een nieuwe schuilnaam komt. Poppenkind, Konijntje, Blondine, Zwartkijkertje. Piet Hein, Teeke- naarstertje. Helpstertje, Pierre la peu. 5. (Ingez. door Goudelsje.) Ver borgen beroepen. a. Wat doet Mien Tmrma? b. Wat doet Co Sternaaistuum? c. Wat doet Gra Smaaier? d. Wat doet Leo Horgmaker? e. Wat doet Ada Miral? 6. (Ingez. door A. B. C.) Ik besta uit 10 letters en wordt da gelijks door moeder gebruikt. 1 3 2 5 behoort bij een servies. 5 4 3 5 is niet levend. 6 8 8 7 is van hout. 7 8 9 5 is geen water. 10 8 9 dient om vloeistoffen ln te doen. Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige week zijn; AFDEELING I 1. Schoenpoetser. 2. Verpleegstertje. 3. 't Haantje van den toren. 4. Katuil. 5. Australië. 6. Roodster. AFDEELING II. 1. a. tot het midden, b. een naam. c. alles. 2. Pelikaan. 3. Wormerveer. 4. Papavertje. 5. Hét Rietvoorntje. 6. Lampetkan. Goede oplossingen ontvangen van: Nevada 6 Uitlooper 6 Klein Duim pje 5 Graspieper 4 Zinia 4 Vergeet mij nietje 6 Juffertje Wildzang 6 Alba 6 Kruimeltje 6 De kleine Bak ker 6 Sneeuwwitje 4 Bloze Krlekske 6 Koekoeksbloem 5 Ballenbreistertje 5 De kleine Vo gelvriend 6 De kleine Violist 6 Amico 6 Zangvogeltje 6 Wenda 6 Appeltje 6 Appelmootje 6 Krielkip 5 Egmon- dertje 6 Korenbloem 5 Het Zkan- dammertje 4 't Epenaartje 4 Het Rietvoomtje 6 J. Martin 5 Sneeuw witje 6 Verpleegstertje 6 Doctor Mystero 5 Koekoeksbloem 6 Mimi Poesekat 6 Elfenbloempje 6 Zwart kijkertje 6 De kleine Zeeman 6 Juf fertje Schrijf graag 6 De Woudloo- per 6 Korstjesknager 5 Sprinkhaan tje 6 Het Timoreesje 5 Kleine Ulbo 6 Konijntje 6 Nachtegaaltje 6 Gou den Regen 5 Bloze Kriekske 6 Pri mula 6 Graaf Lodewijk 6 Karei I 6 Katuil 5 Paaschhaasje 6 Magnolia 5 Babbelkousje 5 Obione 6 Zevenster Volkert 6 Boterbloempje 4 Da miaatje 5 De kleine Kapitein 6 Blauwoogje 6 De kleine Bouwer 6 Poppenverpleegstertje 6 Vice Admi raal 6 Moeders Kleinste 5 Wipneusje 6 Kerstroosje 6 Zomerbloempje 4 Wielewaal 6 Poesenmoedertje 4 Roodkapje 4 Goudsbloem 6 Goud- elsje 6 Rekel 6 Klein Duimpje 5 Blondine 6 Jan Steen 6 Frans Hals 5 Leergraag 4 Francis Vere 6 Pinkster bloempje 5 Wilhelm Teil 6 Vergeet mij nietje 6 Vloletta 6 Herfstklndje 0 Hardlooper 8 Rozenknopje 6 De kleine Voetballer 6 Roodsterretje 5 Marinier 64 Vogelkoopstertje e. GRASPIEPER. Clercqstr. 71 rood heeft 16 Quakerbonnen en 2 Ver- pleegster-Drostebonnen en 20 Pad denstoelenbonnen. Dit alles wil hij ruilen tegen Sunlight en Vimcartons 1 tegen 1, Paddenstoelen 3 tegen 1. JOKE VAN DEN BERG, Mlnahns- sastraat 29 heeft 15 pl. Hoe heet die vogel? Ze wil er gaarne Hilles kaart jes voor terug hebben. Rulltijd 's Zaterdags van 2—5. COR JONKER, Rollandstr. 18 heeft 1 pl. Roodbandzeep, 7 pl. Kamerpl. 1 pl. Droste-Indië, 1 bon Riazim Emin, 1 bon Melkoman. Dit alles wil hij ruilen voor Paddenstoelenpl. RuforiekertjeS'lijst. 841. Joke van den Berg, oud 12 J., Mlnahassastraat 29. 842. Jantje Martin, oud 8 jaar, L. Raamstr. 2. WEDSTRIJDWERK. Inzendingen ontvangen van: Duizendschoontje oud 9 jaar. Bal lenbreistertje, oud 8 jaar. i/ j4 /s/ sjf POLEN VI. De eerste serie eigenlijke Poolsche zegels verscheen in 1919. Deze vertoonen een grooten adelaar in een schild, waarboven „Poczta Polska"; in de benedenhoeken in vierkante vakjes staat 't waardecijfer, waar- tusschen de naam van de munt soort n.l. „halerzy". Deze zegels zijn nog ongetand. Uitgegeven werden: 2 halerzy (grijs), 3 hal. (violet), 5 hal. (geelgroen;, 6 hal. (oranje), 10 hal. (rood), 15 hal. (bruin), 20 hal. (olijf), 25 hal. (rood», 50 hal. (blauw), 70 hal. (ultramarijn) en 1 korone .grijs en karmijn). Grootte van de vakjes 3,2 bij 2,8 c.M. Gedurende 1919 verscheen nog een nieuwe ongetande serie in de muntwaarde fennl en marki. De fenni-waarde verschenen ln 2 tee- keningen nJ. een adelaar op een ovaal schild, waarboven „Poczta", waaronder „Polska". De waardecij fers staan aan weerszijden van 't schild onder Poczta; de andere is een kleinere adelaar tusschen 2 pi laren, waarboven de landsnaam. Onder den adelaar ls de waarde vermeld. De markenwaarden zijn In groot formaat, waarop verschillende voor stellingen van vrede en oorlog n.l. korenschoven met sikkel, ploegen van 't land, waarbij het zwaard ln den akker is geplant en ruiter. De waarden zijn: 3 fenny (bruin), 5 fen. (groen), 10 fen. «bruinllla), 15 fen. (karmijn; ,20 fen. (blauw), 25 fen. (olijf), 50 fen. «groen;. Grootte van de vakjes 2,8 bij 2,3 c.M. 1 Mark «violet), 1 Mark 50 «groen), 2 Mark (bruin), 2 Mark 50 (rood bruin) en 5 Mark «lila). Grootte van de vakjes 3 bij 3,4 c.M. Zie voor de Indeeling 't schetsje. Rustenburgerlaan 23 8. Zoek eens. Kijk eens welk een prachtig land schap! Het lijkt wel een prentje uit Zwitserland, hé? Nu, misschien is het dat ook wel. Het is in ieder geval een echte foto van een plaats die druk door toeristen bezocht wordt. Wat toeristen zijn weten Jul lie zeker wel, hè? Neen? Nu, toeris ten zijn menschen, dlc reizen voor hun genoegen, louter en alleen om de natuur te bewonderen. Hier op dit plaatje staat ook een toerist Kijk, maar. Hij heeft zijn wandelstok ln de hand en een si gaartje in den mond. Hij geniet van het prachtige landschap en neemt zich zeker stellig voor hier meer te zullen komen. Misschien ook staat hij er wel over te denken e.n bootje te huren om eens een heerlijk tochtje over het stille meer te maken Wat? zie je hem niet? Den toerist niet? Hij staat er toch duidelijk, het kleinste kind kan hem zien. Maar ik kan hem natuurlijk niet aanwijzen, dus ei zit niets anders op, dan dat Je maar eens goed zoekt. Dan zul je hem zeker spoedig genoeg vmcen, hoor! Een praatje over gist. Een Rubriekertje vroeg me, wat gist eigenlijk was. Wchiu gist ls een nlantaardlg organisme, 't Ontstaat ln vloeistoffen, wanneer er sulker- deelen worden omgezet in alcohol. De gist, die de bakker en banket bakker gebruiken, wordt verkregen in de branderijen, waar spiritus be reid wordt. Hoe dat allemaal geschiedt, is niet zoo gemakkelijk uit te leggen, daar er verschillende machines bij de be werkingen gebruikt worden, 't Komt hierop neer, dat men gerst of rogge laat ontkiemen door warmte. Hier wordt een beslag van gemaakt met oevoeging van roggemeel. Het be slag wordt gemengd met warm wa ter. Het zetmeel van de rogge ver andert nu ln suiker. De suiker lost op 'n 't water, zoodat men een sui kerhoudende vloeistof verkregen heeft. Deze laat men nu gisten. Door het gisten verandert de suiker in alco hol. De gist komt bovendrijven en kan afgeschept worden. Ze wordt gewasschen en geperst en moeder kan ze bij het meel doen om er lekkere pannekoeken of oliebol len van te bakken. W. B.—Z. DURE TIJDEN IN VROEGER DAGEN Af en toe bereiken ons berichten over de ontzettend hooge prijzen van allerlei levensmiddelen. Denkende aan dc dagen van den 80-Jarigcn oorlog zouden we kunnen zeggen .niets nieuws onder de zon". Tijdens Leicesters verblijf ln deze landen, kostte te Antwerpen een last rogge f 800.—. In het Jaar 1546, dat ook voor een duur Jaar gold, kostte de rogge f 163 het last en 2 Jaar later kocht men voor hetzelfde geld: 1 last tarwe, 1 last rogge. 1 last gerst, 1 last haver, 1 vierendeel bo ter, 1 whippont Specx (van 300 pond) honderd kazen, een wambuis, 1 paar schoenen, 1 muts, 1 vet schaap, 1 vat Jopenbier, een vat Rostocker bier en dan hield men nog 6 stuivers over tot Wijnkoop.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 20