FEMINA MENU. RECEPT. Het woord is aan... HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 11 APRIL 1930 MIDDAGJAPON AVONDJAPON Deze japon Is gemaakt van zwart crêpe satin. De rok is rondom klokkend met inge voegde paneelen in het voorpand. Van ach teren raakt de zoom bij het loopen net den grond. De ronde hals is zonder garneering. De mouwen hebben een incrustatie van geel zijden kant en zijn afgewerkt met een smalle manchet van dezelfde stof als de japon. Deze japon is van witte atlas, zonder ge bruik van eenige andere stof. Het lijfje, dat slechts tot het middel komt en lichtelijk over bloust, is aan den hals afgewerkt met twee rondgeknipte passen, die boven elkaar wor den gestikt. De mouw is geheel glad, zonder manchet en loopt sluitend en nauw toe. Op de rechterheup is een draperie aangebracht, klokkend geknipt en ze valt met diepe plooien even over de heup heen. De zeer lange en wijde rok zit over de heup glad, doch wondt later wijd-uit klokkend gemaakt. Aan den linkerkant een los ingevoegd stuk, afgewerkt met een vrij groote strik van dezelfde stof. De rok hangt vrijwel op den grond. Hoe men de kleuters bezig houdt. EEN TAFELVERSIERING. Het dekken der Paaschtafel vraagt over eenige dagen weer onze aandacht en niet alleen de ouderen, maar ook de kleuters kunnen helpen om de Paaschtafel gezellig aan te kleeden. Misschien komen er wel logéetjes of vriendjes en vriendinnetjes op bezoek en is het dan niet aardig, wanneer moeder met de kleuters allerlei kleinigheden voor het komende feestje vast in orde brengt? Wij kunnen b.v. beginnen met een aardig mandje of bakje dat met Paasch- eitjes gevuld kan worden. Naast elk bordje moet toch zeker een gezellig mandje staan, dat de kinderen mee naar huis kunnen nemen. Eenigen tijd geleden heb ik reeds gevouwen mandjes laten zien, die de klein tjes zeer gemakkelijk zelf kunnen maken. Het bakje, dat U nu ziet afgebeeld is uit crêpe papier verkregen en wel crêpe-papier, dat in den vorm van bloemblaadjes wordt uitgeknipt. Het is wel aardig het bloempje uit twee kleuren crêpe papier te maken. Maken wij een roosje, dan neemt men rose en wit, rose voor den buiten- en wit voor den binnenkant van het bloempje. Men legt de beide kleuren tegen elkaar aan en knipt vier stukjes in den vorm van een bloemblad uit. Men moet vooral de blaadjes niet te klein nemen. Wanneer moeder met een potloodje de blaadjes even aangeeft, dan kan de kleuter de stukjes uitknippen. Zijn de blaadjes gereed, dan krult men den zijkant der blaadjes naar den buitenkant een klein beetje om. Dit om krullen gaat zeer gemakkelijk met een brei naald. Men legt het randje even om de brei naald heen, het opgerolde gedeelte wordt daarna iets in elkaar geduwd, de breinaald wordt er uit getrokken en een aardig rand je is ontstaan. Vervolgens worden de vier blaadjes even over elkaar heen gelegd en op een klein rond kartonnetje vastgeplakt. Men legt wel in den onderkant der blaadjes een paar vouwtjes, zoodat de blaadjes naar den buitenkant bol uitstaan en het bloempje dus een aardiger vorm krijgt. Ook de bin nenkant wordt daarop met een kartonnetje beplakt. Nu nog aan den zijkant van het bakje een groen blaadje bevestigd en ons roosje is ge-eed om met Paascheitjes gevuld te worden. Het modelletje is in de Tijdingzaal van ons blad te vinden. W. R. Met het oog op de komende Paaschdagen zullen er deze week eenige smakelijke eier- gerechten beschreven worden. Allereerst dan: OUEFS POCHéS MET TOMATEN. 4 eieren, 4 sneedjes oud brood, 1 fleschje of blikje tomatenpurée, boter, zout en peper. Maak van het brood mooie ronde stukjes zonder korst, hol ze iets uit en bak ze aan weerskanten mooi bruin. Maak intusschen oeufs pochés door de eieren voorzichtig te breken boven een pannetje kokend water met zout en ze op een zacht vuur te laten koken tot het wit doorschijnend is. Schep ze met een schuimspaan uit het water, leg ze op de gebakken broodjes waarop eerst wat verwarmde tomatenpuree is geschept, en presenteer ze zoo warm mogelijk op een ver warmden schotel versierd met wat frissche peterselie. EIEREN MET KERRYSAUS 4 eieren, 1 gesnipperd uitje, 1 gesnipperde zure appel, kerry, 3 eetlepels bloem, 2 eetlepels boter. 2Yz dli. bouillon, wat citroensap, stukjes oud brood zonder korst, zout. Bak appel en ui samen in de boter, doe er de bloem en de kerry bij en maak met den bouillon een gebonden saus. Doe er wat zout en citroensap bij naar smaak en zeef ze. Bak de stukjes brood en kook de eieren hard. Snijd de eieren met een draadje overlangs door, leg op ieder stukje brooci een half ei en giet wat saus over ieder half ei. Leg de rest van de saus op het midden van een ver warmden schotel, schik de eieren er omheen en bestrooi alles met wat fijngehakte peter selie. OMELET MET RHTJM, MARASQUIN OF KIRSCH, 4 eieren, poeder- of vruchtensuiker, geraspte schil van een halve citroen, boter, rhum, marasquin of kirsch. Klop de eidooiers los, doe er de citroen schil bij, sla het eiwit zeer stijf en vermeng het voorzichtig met de dooiers. Bak dit mengsel aan één kant lichtbruin in een koe- kepan, zet het daarna in den oven om bo venop gaar te worden, neem hem uit de pan, sla hem dubbel op een verwarmden schotel, giet er een theelepel van het smaakje over heen en bestrooi hem dik met suiker. Dien de omelet dadelijk op. EEN WENK OP ZIJN TIJD, VOORKOMT AKELIGHEID. Gekleurde kousen en we zien feitelijk niets anders kan men met een gerust hart wasschen, zonder verbleeken van de kleur te vreezen, wanneer men ze een nacht laat weeken in een warm sopje, waarin men een paar druppels terpentijn heeft gedaan. Op elke liter zeepsop doet men een eetlepel ter pentijn. De Kinderen Drie jaar, met een "beker slappe thee in de handtegen vijf jaar Proost! Vijf jaar: Ach, doe niet zoo raar, je kan toch niet proosten met thee. Proosten doe je toch met icater! Wttleke is jaloersch. Hi) heeft een groot moeder, een tante Annie en een broertje Jopie. Grootmoeder zegt dat ze veel van Jopie houdt xoaarop Willeke protesteert: „Grootmoeder houdt een beetje van Jopie, grootmoeder houdt ook een beetje van tante Annie hè, maar wat blijft er dan voor Wil leke over?" Liesje zit met vader en moeder aan tafel. Vader zegt dat hij voor zaken naar Londen moet, ivaarop moeder zegt dat zij dan maar naar Zwitserland zal gaan. Liesje neemt daarop demonstratief het woord, en verldaart: „Ga jij naar Londen? Ga jij naar Zwitserland? Nou dan ga ik naar Parijs!" Geheimpjes van de Linnenkast. De linnenkast was vroeger, veel meer nog dan thans, de trots van de huisvrouw. De waarde van de huisvrouw werd als het ware afgemeten naar den omvang en vooral den staat van nieuwheid en onderhoud van het linnen in de linnenkast. Maar de verstandige huisvrouw weet ook wel, dat vakkundig on derhoud van het linnengoed haar beurs zeer ten goede komt. Ze moet dan in de eerste plaats beseffen, dat het linnengoed in een donkere, koele kast thuishoort, wil het mooi wit blijven. Dus nooit linnengoed in een kast met ruitjes en dergelijke fraaiigheden be waren. Bij opbergen van linnengoed voor geruimen tijd, denke men er aan dat eerst alle stijfsel eruit gewasschen moet worden. Laat men dat erin zitten, dan verrot de stijfsel en vergaat daarmee het goed. Ook moet men oppassen, dat de zuinigheid de wijsheid niet bedriegt, door de linnenkast planken met kranten te beleggen. De druk inkt drukt dikwijls op het witte goed over, en dan is men nog verder van huis. Nu moet men niet zeggen: Ja, maar wie legt er nu kranten in zijn linnenkast? Dat gebeurt meer dan men wel denkt, omdat men in de krant een afweermiddel tegen de mot ziet. De motten schijnen namelijk een hekel aan drukinkt te hebben. Dat zal wel waar zijn, maar het middel moet niet erger dan de kwaal worden. Het merken van linnengoed heeft ook zijn eigenaardige moeilijkheden. Uitgevloeide letters vormen soms leelijke vlekken. Daarom moet men. als men gaat „merken", eerst de letters met een stomp potlood op het linnen schrijven. Als men daarna met inkt overschrijft, zal de inkt niet uitvloeien. En weet U, hoe U op een een voudige manier kunt nagaan, of een lap echt linnen is of niet? Door een stukje ervan in zuivere olijfolie een paar minuten te wee ken te leggen. Dan tegen het licht houden. Als het égaal doorzichtig is, is het zuiver linnen, maar als het lichtelijk ondoorschij nend is. zit er katoen- dóórheen. Onze dure mooie kousen. Vooral onze jonge huisvrouwtjes dragen tegenwoordig natuurlijk zijden kousen, of wat daarvoor doorgaat. Maar als de kousen erg mooi en erg duur zijn is het begrootelijk om te zien, hoe er soms gaten in komen, doordat de bovenkant van de kousen niet sterk genoeg is, om de jarretelles vast te houden. En als er één steek knapt, hebben we in minder dan geen tijd een è-jour-kous, die waardeloos is. We moeten dus onze voor zorgen nemen. Daarvoor doet men twee methoden aan de hand. In dc eerste plaats kan men vierkante stukjes uit den boven kant van afgedragen, zwaardere kousen (in dezelfde tint) knippen, en die bovenaan de dunne kousen zetten, als versterking van de plek, waar de jarretelles bevestigd worden. Ook kan men den heelen bovenkant van een paar afgedragen kousen afknippen, en op de nieuwe kousen zetten. Op die manier hoert men niet meer zoo bang voor „laddertjes" te zijn. Iets nieuws voor de Boterham. In den laatsten tijd komt het meer en meer voor, dat men rauwe havermout eet. Dit lijkt ons, Hollanders, nogal vreemd, doch als men even over het idee heen is, kan men deze recepten niet anders dan een aanwinst noemen. We laten er hier een tweetal vol gen: JUPA. Benoodigd zijn: drie eetlepels snelkokende havermout, een rauw ei, wat nootmuscaat, maggi-aroma, tomatenpuree, een snufje zout, een halve eetlepel boter en 2 a 3 c:tlepels melk. Dit alles roert men goed door elkaar waar na men het in een klein pannetje doet en op een getemperd vuur 2 a 3 minuten flink roerend laat doorkoken. Daarna neemt men het van het vuur af en doet het in een schaal. Nadat de pasta bekoeld is, kan men het als belegging op een sneedje brood smeren- Door de tomatenpuree heeft dit re cept een mooie oranje kleur, wat iemand eens de opmerking ontlokte, dat deze pasta goed was voor menschen, die jubileeren, een soort van jubileum-pasta dus. De tegen woordige jeugd, dadelijk klaar met verkor tingen. maakte er toen Ju-pa van. U be grijpt, sinds dien tijd weten wij niet beter meer of het is Ju-pa. Dit recept vervangt ons ontbijt De hier onder opgegeven hoeveelheid is berekend op één persoon. Den avond tevoren neemt men een kopje sne!-kokende havermout en zet dat met water in de week. Den volgenden morgen giet men het water van de haver mout af. Men neme een vrij grooten appel, die afgewasschen wordt, zoodat de schil schoon is- Deze appel raspt men nu met schil en al, tot op het klokkenhuis. Verder neemt men een halve citroen, die men uit perst- Met het notenmolentje maalt men vervolgens drie paranoten, twee okkernoten, een paar hazelnoten en een paar pindas. Al de nu gereed gemaakte ingrediënten roert men op een soepbord door elkaar, waarna het gereed is Indien men dit ontbijt, ondanks het beetje meer moeite, dat het klaarmaken er van kost, eenige weken achter elkaar trouw gebruikt, dan zal men ondervinden, dat het een heiizamen invloed heeft op het geheele lichaam. Vooral voor kinderen en bloedarme menschen" is het een ware uitkomst- EEN EN ANDER OVER MODE. De mode schrijft voor de afwisseling weer eens cape-jes voor, alleraardigste, vlugge dingetjes, die op een koelen voorjaarsdag bovendien heerlijk rug en bovenarmen be dekken. en die met hun sierlijke golvende lijn het echt vrouwelijke silhouet, waarnaar wij nu allemaal weer streven, accentueeren. Zij reiken veelal tot de taille op de natuur lijke plaats, of slechts iets eronder, maar zij mogen vooral niet lang zijn. Hot cape-je be hoort bijvoorbeeld bij een rok, laten wij zeg gen van tweedstof en er wordt een zijden blouse onder gedragen. Het cape-je is los en wordt onder het kraagje van de blouse op enkele plaatsen vastgeknoopt. In een ander geval is het een met de japon en is hier dan ook op vastgenaaid: het geheel doet denken aan een manteljapon zooals die vroeger wel 'gedragen werd. Soms is het cape-je ruim, soms wat nauwer, het kan zijn met een kraag of zonder, ook wordt het wel met een shawl van dezelfde stof gedragen, waarbij deze shawl al of niet gesloten wordt. Sportkleeding is dit echter niet: gaat er daarom niet mee op een fiets zitten of on derneem er geen lange wandelingen mee door duinen of bosschen. In het eerste ge val zal het ding u onzegbaar hinderen als een vlag die steeds meegesleept moet wor den, in het tweede loopt ge gevaar, dat het overal achter blijft haken. Zoo'n cape-je is goed om mee in de stad door de winkel straten te loopen of om er in de parken mee te wandelen. Een ander modenieuwtje is het gebruik van ajour-randjes, en wel voor alle moge lijke versieringen: voor kinderjurkjes, voor kraagjes voor groote kragen, voor taschjes, voor avondjaponnetjes, voor vestjes, en al dergelijke. Vooral aan Zomerkleeding geeft zoo'n open randje iets erg vluchtigs en wanneer het dan op een smaakvolle wijze ls aangebracht, kan het een bijzonder fijn effect teweegbrengen. Zoo stel ik mij voor een eenvoudige jum perblouse zonder kraag, met een ceintuurtje om het middel en alleen versierd met een puntig vestje en twee puntige zakjes, beide In wit of een zacht citroengeel op frisch- groen bijvoorbeeld. Dit lapje goed voor bel den is op regelmatige afstanden versierd Sfi i01^" en met een draad zij of wol in dezelfde kleur worden vierkantjes ge vormd op het lapje, dat naderhand schuins weg verwerkt wordt, zoodat èn vestje én vierkantjes. ru^esmodel hebben en geen Ook voor kraagjes en kinderjurkjes leent het ajourrandje zich uitstekend, hetzij bij voorbeeld als afwerking aan het kinderrokje of anders met eenige rijen boven elkaar als halsgarneering. Er is afwisseling genoeg te bedenken in zoo'n eenvoudige garneering. Berthe-kragen zijn ook weer in de mode, worden zelfs vaak tot de moderne, kleine cape-jes verwerkt, een verandering, die' slechts wat meer stof vraagt. De nieuwe berthe-kraag is echter veelal niet zoo als do vroegere gerimpelde, maar als wij de af beeldingen zien, kunnen wij wel nagaan dat een hoed op- of afzetten niet zoo'n kraag op de japon óf een onmogelijkheid is, wan neer de kraag onberispelijk moet blijven, of een gekrenkte „berthe" tengevolge heeft. Do kragen die wij hier bedoelen zijn van organ - di gemaakt: de eene bestaat uit vier lagen, dakpansgewijze over elkaar heen gelegd en van voren met vier knoopen. om en om links en rechts sluitend, dicht gemaakt. Do andere bestaat uit oen stuk met drie laag jes schulpen over elkaar: over den rechter bovenarm valt de kraag zeer laag, aan den linkerschouder sluit zij met een strik. Combinaties van tasch en schoenen zul len ook veel gedragen worden, zij het dan ook meer voor avondtoiletten. Dezelfde ma terialen en dezelfde motieven worden in beiden verwerkt, maar omdat liet voor avonddracht is. mag de uitvoering vooral niet te simpel zijn. Kettingen van verguld metaal, armban den van gelakt hout, lange colliers van strass of kristal zijn allemaal modesnufjes die veel zullen worden gedragen en dan natuurlijk bij een bepaald japonnetje goed behooren te passen. Dat is trouwens met alle sieraden van dezen tijd hetzelfde: vroeger droeg men een zoogenaamde „bootjesketting" bij elke ge legenheid en op elke japon, en dan liefst nog op een hooge halsboord. Maar de vrouw van tegenwoordig zoekt de ketting uit bij een japon, of weet anders in ieder geval wel degelijk, welke ketting bij welk costuum ?ij moet dragen om een goed en harmonieerend geheel te krijgen. Wanneer u dacht, dat voor dezen zomer de gewone blouses de eenige mode zouden zijn, vergist u zich toch: de jumpers worden nog evengoed gedragen, zij zijn alleen kort, nauwsluitend en hebben de taille op de natuurlijke plaats. Kragen hebben die jum pers niet meer, de halsopening is in v-vorm of rond en meestal met een smal stukje af gebiesd. Kleurig zijn zij echter wel, onze vroolijke sportieve zomer jumpers. Wat vindt u van een in zwart, wit en lichtgroen of geel. Het bovenstuk is zwart met een smal ge kleurd randje, en waar oit heele bovendeel rond over de schouders loopt, is de ronde lijn tot onder toe ook in de andere kleuren volgehouden, zelfs de mouwen: alleen de smalle ceintuur met gesp onderbreekt deze ronde lijn in de taille. Ronde lijnen typeeren trouwens onze han dige mode:geen strakke hoekige lijnen meer, alles rond en vloeiend, zooals de klokrokken, de volants en de ingezette klokpaneelen aangegeven. Alleen voor sportieve doelein den zullen wij de meer rechtlijnige model len nog zien. E. E. J.—P. Een smakelijk Koninginnesoepje. Het is wel niet „echt", maar het lijkt er veel op, en men kan het goedkoop maken, als men,toch kip heeft gegeten, wat in dézen tijd van het jaar nogal eens gebeurt. Laat in 3 '4 L. kokend water restjes van kip beentjes, velletjes enz. aftrekken. Los er daarna nog 4 maggi bouillon blokjes ln op Verwarm roerend 2 platte eetlepels boter met 4 platte lepels bloem tot een gelijk pap je en giet er, onder voortdurend roeren langzaam 1/4 L. heete melk bij, en ten slotte de gemaakte bouillon. De soep nog een mi nuut of tien laten doorkoken, af en toe roe rend, en eindelijk onder flink roeren in de terrine met geklopte eierdooier gieten. Een taschje. Een eenvoudig, plat taschje behoorende bij een avondjapon, of anders passend bij een voorjaarshoed, staat altijd keurig, en wan neer wij een beetje handig met de naald zijn is het niet moeilijk zoo'n leuk dingetje zelf te maken van overgeschoten lapjes stof of van een apart gekocht, bijpassend lapje. Maak het taschje niet grooter dan vijftien bij vijfentwintig centimeter overtrek een stuk canvas linnen van ongeveer vijf en veertig bij vijfentwintig centimeter met een lapje dun flanel aan weerskanten en span hierover aan de eene zijde het lapje van de stof, aan de andere een aardig voeringlapje, sla het geheel in drieën, naai tweemaal vijftien cen timeter aan weerszijden aan elkaar en werk de naadjes van het taschje af met heel dun koord, een draadje zij of iets dergelijks, strijk de vouw van den overslag er stevig in en maak het taschje vast met een drukknoop. Bouillon trekken. Dat is ook niet Ieders werk. Maar iedereen kan het leeren, als men naar goeden raad wil luisteren. In de eerste plaats de verhou ding van vleesch tot water. Op een pond schenkelvleesch (runder- of kalfs-) neemt men 11/2 kan water, met een afgestreken eetlepel zout, en naar smaak wat peterselie en selderij. Men moet beginnen mot het vleesch terdege af te wasschen. Een voor naam punt is vervolgens, het kerven van het vleesch. Men kan dat heel goed doen met de punt van een hakmes, en In alle mogelijke richtingen. De bedoeling hiervan is, dat het vleeschnat overal gemakkelijk naar buiten kan komen. Want daarom is het Juist te doen! Men zet dan het vleesch op met het water, zout en kruiden, laat het aan de kook komen in een goed gesloten pan, die niet te groot moet zijn, omdat anders nog te veel kostelijke geuren verloren gaan. Als het water kookt, zet men het op een lager vuur en laat het vleesch verder uittrekken gedu rende eenige uren (minstens 3 uur). De deksel moet natuurlijk voortdurend op de pan blijven en het water mag niet te hard koken, omdat anders het vleeschnat ver kookt. Het mag nauwelijks aan de kook blijven. Als het klaar is, wordt de bouillon door een doek gezeefd, waarna men de geur nog kan verhoogen, door er een of andere aroma (twee theelepeltjes maggi of iets der gelijks) bij te doen. Deze bouillon kan men dan gebruiken om te drinken, of als grond stof voor soep of saus. Men dient wel te be denken echter, dat men den bouillon niet lang kan bewaren. Dus op een koele plaats wegzetten. Mode-silhouetjes. De détails van onze nieuwe mode. Als je goed kijkt, zijn er een heeleboel din gen in de voorjaarscollectlos die van andere seizoenen afwijken. Op bijna elk gebied is er „Iets anders" en het loont daarom wel de moeite, de verschillende onderdeden van ons tollet even de revue te laten passeeren. De schetsjes op ons plaatje vereenigd kun nen daarbij goede diensten bewijzen. Aller eerst, bovenaan, een bijkomstigheidje: het halssnoer. De nauwsluitende „halskettingen" zijn verdwenen. Met de lange lijnen in onze japonnen, die het meer gracieuse in de mode accentueeren, kwamen ook de lange snoe ren. Er zijn 2 gangbare maten: het snoer van 75 c.M. lengte, dat voor avond- of mid dagtoilet de juiste maat is, en het snoer van 45 c.M., dat meer bij de sportkleeding past. Ook ziet men nog veel langere snoeren, die van achteren even laag hangen als van vo ren. En nu we het toch zoo'n beetje over onze hals hebben, vestigen we er meteen de aandacht op, dat de stijgende taillelijn tot noodzakelijk gevolg had de hoogere hals: een kwestie van juiste verhouding dus. Met de hoogere hals kwam het liggende, ronde kraagje, dat heel dikwijls in lingerie is afge werkt. In samenwerking daarmee werkt men ook veel met drapé. Een en ander wordt weergegeven door het rechtsche schetsje, naast het cape-modelletje. O, die cape-jes! Die kwamen ook mee met de hoogere taille, en doen heel gracieus, omdat ze by rui iedereen goed staan! We zien ze momenteel het meest van „elleboog-lftngte" wat iets Jeugdigs geeft aan mantels en japonnen. ZooaLs het plaatje laat zien, worden deze cape-jes dikwijls zóó gemaakt, dat ze makke lijk afneembaar zijn, hetzij door ze op jurk of mantel met knoopjes vast te maken, hetzij door ze om den hals vast te strikken. Iets nieuws is dit seizoen: het „capecostume", in plaats van het „mantel-costume", cape- jes die tot de heup reiken en gedragen wor den op pastelkleurige of bedrukte crêpe ja ponnetjes. We zien ook veel garneeringen met stiksels. En onze kousen? Huidkleur, maar dan iets d9nkerder, zoodat ze in goede harmonie met gelaat en armen zijn. Gordijnen blijven veel langer schoon, wan neer men ze stijft, als ze kurkdroog zijn. dan wanneer men dat doet, terwijl ze nog nat of vochtig zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 9