EEN ZWITSERSCH REFERENDUM
KAN DE WERKLOOSHEID AFDOENDE
BESTREDEN WORDEN?
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 12 APRIL 1930
VIERDE BLAD
De grondwetswijziging in het belang van de ver
mindering van het brandewijn-gebruik in Zwitserland
aangenomen
Het Zwitsersche volk heeft een beslissing
genomen, die het wankelende vertrouwen in
de instelling van het referendum weder wat
heeft doen toenemen en die de overtuiging
versterkt, dat men door een goed georgani
seerde propaganda loch niet vergeefs een
ttroep doet op het gezond verstand en het
zedelijke verantwoordelijkheidsgevoel van het
souverein beslissende volk. Met 490.311 tegen
320.635 stemmen is het Zwitsersche volk gis
teren terug gekomen op zijn noodlottige be
slissing van zeven jaren geleden, toen het
in Juni 1923 een voorstel tot grondwe swijzi-
ging verwierp, dat desselfde strekkmg had als
het aangenomene: de vermindering van het
gebruik van brandewijn (..Schnaps") door het
Zwitsersche volk en de verwezenlijking van
het denkbeeld van een ouderdoms- en wedu-
wen-en-'Weezenverzekerlng. Het negatieve re
sultaat van het referendum van 1923 had
tezamen met enkele andere verwerpende uit
slagen van volksstemmingen de dogmatische
voors anders van de installing van het refe
rendum, waardoor het laatste en beslissende
woord op wetgevend gebied bij het souve-
reine volk zelf, en niet bij zijn volksvertegen
woordigers, behoort, bijna aan het vertwij
felen gebracht. De ervaring scheen helaas te
leeren, dat de instelling van het referendum
een zulke „neen-zeggende" macht heeft, dat
tal van nut.ige hervormingen, vrijwel een
stemmig door het parlement goedgekeurd,
daardoor op het laatste oogenblik nog schip
breuk lijden. Gelukkig hebben de ervaringen
der laatste vijf jaren weder een beteren
indruk van de werking van het referendum
verwekt. Het schijnt, dat het Zwitsersche
volk in de eerste jaren na den oorlog zijn
gewone klaarheid van oordeel eenigszins ver.
loren had en door de zorgen die de oorlog
zeil en de eerste na=oorlogsehe jaren ook
voor Zwitserland hadden medegebracht, zoo
van streek was geraakt, dat duizenden stem
gerechtigden uit pure vertwijfeling steeds
„neen" zeiden op alles, wat hun werd voor,
gelegd. Deze massa van wanhopigen en onte=
vredenen, versterkt door de duizenden die na
tuurlijk bij iedere hervorming om de een
of andere bijzondere reden belang bij ver
werping hadden, hebben eenige jaren lang
een bijna niet te overwinnen phalanx van
tegenstanders gevormd.
Deze tijden zijn thans gelukkig voorbij.
Verstandige voorsiellen kunnen thans weder
een volksmeerderheid vinden. Dit bleek eenige
jaren geleden bij het voorstel tot. grond
wetsherziening in het belang van de tovoe-
Ting eener ouderdoms- en weduwen-en-weezen
verzekering; dit bleek veTleden jaar, toen de
„graanvrede" door de meerderheid van het
volk werd goedgekeurd; dit bleek gisteren op
nieuw, toen de grondwetswijziging over de
hervorming der alcoholwetgeving tot stand
kwam.
Toch leeren de cijfers, hoe hard noodig liet
Is geweest, dat de voorstanders een krachtige,
wekenlange propaganda voor het voorstel
gemaakt hebben. Hadden zij rustig vertrouwd
dat het voorstel wel erdoor zou komen, om
dat immers geen enkele politieke partij en
geen enkel dagblad van eenige beteekenisi
ertegen was (uitgezonderd dan de communis
tische partij, die echter slechts een paar
duizend kiezers in het geheele land telt),
dan zou waarschijnlijk ook thans de dood
gevolgd zijn! Want al moge een meerder
heid van 170.000 stemmen ten gunste van
het voorstel ook een aangename verrassing
zijn geweest, nog verrassender is toch eigen
lijk, dat ondanks de afwezigheid van iedere
openlijke oppositie toch nog 320.000 burgers
hun stem „tegen" hebben uitgebracht! Het
is inderdaad maar goed, dat de propagan
disten in den strijd tegen het brandewijn
misbruik niet stil hebben gezeten en den -xno
nymen vijand, van wien iedereen wist, dat
hij aanwezig was, doch die nimmer den moed
had met zijn armzalige argumenten tegen
het voorstel voor den dag te komen, niet
hebben onderschat!
De thans in de grondwet neergelegde rege'.
gaat van deze gedachte uit, dat voortaan
iminder „schnaps" in Zwitserland zal ge
distilleerd worden en dat de prijs van een
glaasje schnaps door een belasting van de
distilleerderijen met 5 centimen (ongeveer
2 1/2 cent) zal verhoogd worden. Men meent,
dat deze verhooging van den prijs reeds zulk
een goede werking op de dranklust zal heb-
ben. "dat Zwitserland weldra w^der de „eer"
van het land te zijn met het hoogste cijfer
van st.erke=drank-gebruik per hoofd der be
volking aan een ander land zal kunnen af
staan! Tevens rekent de regoering ech'.er er
mede, dat ondanks de afschrikwekkende
kracht dier prijsverhooging toch nog zoo,
veel zal worden gedronken, dat ds schnaps-
belasting de 25 millioen Zwitsersche franken
zal opbrengen, die de schatkist nog noodig
heeft, om haar aandeel in de ouderdoms-
en weduwen-en-weezen-verzekering te kun
nen dragen. Men ziet, het is met deze alcohol
belasting in Zwitserland weder eenzelfde
tegenstrijdigheid, als in zoo menig andc
land: eenerzij ds hoopt men ervan een be
langrijke vermindering van het drankgebruik,
doch anderzijds zou de minister van f.nancien
toch wel heel leelijk op zijn neus kijken, als
het drankgebruik niet nog zoo hoog bleef
dat de belasting genoeg opbrengt, om het
daaraan verbonden sociale werk te bekosti
gen!
De toekomst zal leeren. of de schnaps-be-
lasting (waarmede gepaard gaat een heele
serie maatregelen van staatswege, om den
boerenstand den verkoop van zijn fruit :e ver
gemakkelijken, zoodat de boer geen behoefte
meer zal hebbben aan de distilleerderij van
schnaps uit de onverkocht overgebleven vruch
ten!) inderdaad op voldoende wijze èn de
volksgezondheid èn de schatkist zal ten goede
komen! Voorïoopig kan men echter de vol
doening der Zwitsersche staatslieden begrij
pen, nu het Zwitsersche volk bij meerder
heid getoond heeft een verzorging van den
ouden dag boven goedkoopen brandewijn te
verkiezen
GEMENGD NIEUWS.
DE VRIJBUITER VOETGANGER.
Het schijnt in het voornemen der Engel-
sche autoriteiten te liggen om het nieuwe
wetsontwerp voor het weg-verkeer wan
neer dit eens wet zal zijn geworden te
verrijken met een soort aanhangsel dat den
vorm zou aannemen van een serie aanbe
velingen en raadgevingen aan het adres van
den voetganger, voor zijn bewegingen op den
rijweg. Van wettelijke voorschriften zal en
kan geen sprake zijn. Het zou een handlei
ding worden. Wie deze veronachtzaamt maakt
zich niet schuldig aan een strafbare overtre
ding. Maar zulk een veronachtzaming zou
den voetganger In het ongelijk kunnen stel
len In een geschil of een gerechtelijke
actie met een anderen weggebruiker.
Er is op het oogenblik geen officieel lichaam
in Engeland dat de bevoegdheid heeft om
voetgangers in hun verhouding tot het ver
keer de wet vcor te schrijven. Het ministerie
voor Transport b.v. stelt zich op het s and-
punt dat een voetganger geen „transport"
is. Er ls, naar men zal weten een „Safety
First" Raad, wiens moreel gezag men graag
erkent maar die overigens slechts advies
kan geven aan gebruikers van den weg; maar
dat advies is niet officieel. De voetganger
verkeert- dus in de in andere omstandig
heden soms benijdenswaardige positie
dat hij niemand naar de officiesle oogen be
hoeft te zien, dat hij geen autoriteiten boven
zich heeft. De voetgangershandleiding, die
zal worden gevoegd bij het verkeersbesluit,
zal althans een officieel tintje krijgen. Zij
zal aangeven noe van hooger hand wordt ge,
dacht over den koers dien de voetganger in
de verkeerszee moet nemen. Wat er in staat
zal bovendien meer zijn dan officieel advies.
Het zal zeggen: en als ge mijn raad niet aan
neemt dan kunt ge ook geen sympathie van
mij verwachten.
Vele voetgangers zouden zéker graag weten
of van hen wordt verwacht dat zij b.v. links
of rechts houden. Noch voor ae trottoirs
noch voor de wegen bestaan hiervoor vaste
aanwijzingen. Indien men in sommige Neder -
iandsche steden op een trottoir loopt links
van de rlch'.ing van gaan en men ontmoet
een agent, dan sommeert hij u over te gaan
naar het andere trottoir. Zooiets is in Enge
land ondenkbaar. Geen politieagent kan zich
in Engeland het recht aanmatigen om een
voetganger naar een ander trottoir te stu
ren. Maar indien van officieele zijde de raad
wordt gegeven rech's te houden dan zullen
de bewoners van dit land het als één man
of als één vrouw doen.
Het reglement zal voorlichting geven op
zulke essentiëele punten. Deze regels-van-den
weg voor voetgangers zullen in millioenen
exemplaren worden gedrukt en voor een
stuiver verkrijgbaar zijn. De gedachte is dat
de handleiding eenvoudig moet zijn in den
tekst dat de eenvoudigste menschen en kin
deren haar zullen begrijpen. De positie
van den voetganger ln het verkeer is thans
nog vrij van alle verplichtingen. In de rege
ling van het verkeer is het verkeer der voet
gangers niet begrepen. Het ministerie voor
Transport heeft nooit meer kunnen doen dan
borden „Please Cross Here" te plaatsen in
drukke deelen der steden. De voetganger be
hoeft er zich niet aan te houden.
Maar de opvatting wint veld, dat bij het
zoo sterk t-oegenomen rijverkeer de voetgan
gers niet mogen verwachten dat zij vrij kun-
De uitvinder Majoor Raymond Phüipps, een voormalig lid van de vroegere inter geallieer
de controle-commissie in Duttschland. heeft het vraagstuk van automatisch remmen iets
vooruit gebrachtdoor de constructie van een roode lamp, die door haar lichtstralen een
modeltrein tot stilstand bracht*
nen blijven van alle verantwoordelijkheid.
„De weg is vrij" een bijna heilig principe
eischt als zoodanig herziening. En de
voorgestelde handleiding ls de eerste schuch
tere stap in deze richting
DE INVLOED DER BESCHAVING.
Wie niet overtuigd mocht zijn van den
verderfelijken invloed van onze zegenrijke
beschaving op de gezondheid van ons
lichaam zal zich wellicht laten overtuigen
door het volgende voorbeeld, dat kort gele
den. bekend werd.
Tot nu toe waren de Eskimo's als een
soort menschen bekend, die zich in bijzon
dere sterke kaken en pracht.ge tanden
mocht verheugen.
Men schreef dit toe aan hun voedsel, dat
tot nu toe. voor alles uit vet en eiwitrijke en
vooral uit kalkhouciende spijzen bestond. Dat
zijn allemaal stoffen, welke, voor de ontwik
keling van een gezond gebit noodig zijn. Wal-
russenvleesch, zeehondenspek en walvisch-
traan waren de gezondheid bevorderende
voedingsmiddelen van den Eskimo.
Een Amerikaansche tandarts heeft nu de
gebitten der Eskimo's voornamelijk van de
stammen in de nabijheid van Nome in
Alaska onderzocht en daarbij geconstateerd
dat de Eskimotanden, sinds ongeveer twee
geslachten geheel anders zijn geworden. Hol
le tanden zijn talrijk, onregelmatig staande
en opgedrongen tanden werden veelvuldig
waargenomen en evenals andere gebrekenl
van het gebit, welke gebreken, tot nu toe al
leen het voorrecht waren van de be
schaafde volkeren.
Dr. Collins wijdt dat alles aan de voedings
middelen en de specerijen, welke de Eskimo's
door de blanken hebben leeren kennen. Hoe
verder van de nederzettingen der blanken
het onderzoek plaats had. hoe zuiverder
de goede oude Eskimo-gebitten worden ge
vonden.
Maar de hoofdzaak is: De aanraking van
twee generaties met de blanken was vol
doende om de prachtige tanden van de
Eskimo's volkomen te bederven.
HOE DE MENSCHEN ER TOE
KWAMEN DEN TIJD TE METEN.
In een vroegere periode zou de mensch-
heid niet de behoefte hebben gehad, prec'es
over dag en nacht te worden ingelicht. We
zien, nog tegenwoordig, bij de natuurvolke
ren, dat de mensch zeer goed leven kan zon
der maanden, dagen en uren te kennen, maar
ook de z.g. wilden hebben een zekere tijdme
ting, in zooverre zij rekening houden met
de zon, de maan, de sterren en ook met de
hen omringende natuur.
De beschaafde mensch heeft evenwel een
juiste tijdmeting noodig. een kalender voor
de indeeling van het jaar, waarop, tegelij
kertijd de op- en ondergang van de zon en
de maan zijn aangegeven en hij heeft bo
vendien een uurwerk, dat hem uren minu
ten, zelfs seconden aangeeft. Dat alles hou
den wij tegenwoordig, ais van zelf sprekend.
En hoe moeilijk was het toch het zoover te
brengen. Menn zou kunnen ge-
looven, dat dit alles zeer een-
alles zeer eenvoudig was en geen moeite
heeft gekost dit tot stand te brengen. Men
zou kunnen geloove'n. dat dit alles zeer een
voudig was en geen moeite heeft gekost dit
tot stand te brengen. Want, niet waar. de
dag werd bepaald door de wisseling van dag
en nacht, veroorzaakt door den schijnbaren
loop van de zon. De maand hangt verder af
van de wisseling der schijngestalten van de
maan en het jaar scheen gebonden aan de
door den jaarlijkschen omloop om de zon
veroorzaakte wisseling der jaargetijden.
Tot dusver scheen de zaak zeer eenvoudig,
maar of men nu met de zon- of de maan
jaren rekening hield, het bleek toch steeds
weer, dat hieibij geen ronde getallen in aan
merking kwamen en dat de tijdmeting, welke
wij thans als kalender aanduiden, in verwar
ring geraakte, omdat men geen acht had
geslagen op breukdeelen. Dat kan reeds uit
het volgende blijken.
De kalenderdag is de gemiddelde zonne
dag. De kalendermaand heeft, evenwel de
maanmaand van 29 dagen, 12 uren, 42 mi
nuten en 29 seconden tot grondslag, welke
door het waarnemen der gestalten van de
maan is vast te stellen. Het kalenderjaar
berust op het gemiddelde tropische zonne
jaar van 365 dagen, 5 uur, 43 minuten en
45.97 seconden. Reeds de oude cultuur volke
ren, Egyptenaren, Babyloniërs, Grieken en
Romeinen poogden zich te helpen door van
tijd tot tijd bijv. een maand van 30 dagen in
te lasschen, opdat hun kalender weer met de
zon overeenkwam. De Romeinen hadden,
ten slotte den door Julius Caesar ingevoer-
den en naar hem genoemden Juliaansohe
kalender, die evenwel ook niet met de zon in
overeenstemming bleef, en eerst in 1475
werd door Paus Gregorius den derden den
nog tegenwoordig gebruikten Gregorlaan-
schen kalender ingevoerd, die. zooals bekend,
door schrikkeljaren, eveneens met de zon
gelijk moet worden gesteld.
Wanneer wij nu tot de indeeling van den
dag terugkeeren, zoo is de meest ln het
oogspringende en de natuurlijkste eenheid,
die ons de natuur als grondslag voor het me
ten *an den tijd biedt, de tijdruimte van een
op- of een ondergang van de zon met den
volgende.
Derhalve begonnen de oudste volkeren den
burgerlijken dag niet met den middag of
middernacht, maar met het opkomen van de
zon zooals de Egyptenaren of met het onder
gaan van de zon. zooals de Babyloniërs, de
Hebreeërs, Arabieren en de overige Semieti-
sche volkeren.
De indeeling van den dag ln 12 uur Is
afkomstig van de Babyloniërs en staat
waarschijnlijk ln verband met hun indee
ling van den hemel in 12 huizen. Zij en de
andere Semietische volken deelden den dag
eerst in voormiddag, middag en namiddag
Later volgde het deelen van den voormiddag
en namiddag in 6 deelen en zoo kreeg men de
12 uren van den natuurlijken dag. waarbij
de 12 deelen (uren) van den nacht zich
op gelijke wijze aansloten.
Op de wijzerplaten der oudste uurwerken
werd meest van 1 tot 24 geteld. Dat ls, in
Italië tot op den huidigen dag zoo geble
ven en ook sinds eenigen tijd in de meeste
landen ingevoerd.
Is het verdeelen in 12 uren afkomstig
uit de oudheid, zoo danken wij ook onze in
deeling van de uren in minuten en seconden
aan de Babyloniërs. Ook onze uurwerken
hebben een lange voorgeschiedenis en wan
neer wij, thans, op een wijzerplaat kijken,
dan hebben wij geen tijd orn er over na
te denken dat een rij van uitvindingen noo
dig was om ons in staat te stallen te weten
hoe laat het is.
Wat wij in Amerika gedaan hebben.
Het zoeken van werk voor de werkloozen.
Door HON. JAMES J. DAVIS,
Minister van Arbeid in Amerika.
Geeft de ondervinding van Amerika aar.
Europa eenlg licht Inzake het vraagstuk be
treffende het vinden van werk voor de werk
Icozen?
In tegenstelling met het ln Europa neer-
schenae geloof, hebben wij nu en dan
werkloosheid in Amerika, door verschillende
oorzaken en wij wijden tegenwoordig aan deze
aangelegenheid meer aandacht dan vroeger.
In den winter 19271928 bijvoort>eeld. toon
den de statistieken aan, dat er 1.874.0-5C
werkloozen waren. Hierbij moet evenwel in
het oog worden gehouden, dat meer dan
45-000.000 menschen productieven arbeid ver
richten. Tegenover dit groote aantal van hen
die voortdurend werk hebben geeft het ver
gelijkenderwijs gesproken gering aantal van
hen die voortdurend zonder werk zijn weinig
reden tot ongerustheid.
De Amerikaansche arbeider, in 't bijzonder
wanneer hij ongehuwd is, Ls van nature ruste
loos en zwervend en de groote meerderheid
van het millioen werkloozen zijn menschen
die dan hier en dan daar eens werken, of zij
zijn ziek of zij maken kampeer.och ten me;
de kleine familie-auto. Velen ran hen, dit
moet worden toegegeven, zijn te lui om t«
werken. Maar wat ook de oorzaak van nun
werkloosheid moge zijn, al deze menschen
worden, namens de regeering door het Bureau
van Arbeldsstatlstiek op de lijsten onder het
ééne hoofd: „Werkloozen" samengevoegd.
Bij tijden evenwel en door oorzaken die
niet geheel duidelijk zijn, stijgt het aantal
werkloozen tot een cijfer, da: eenige onge
rustheid baart. Een Jaar geleden, zooals Ik
reeds zeide, wekte het groot aantal werk
loozen, ln het overigens zoo welvarend Ame
rika, in Europa verbazing. Het merkwaardige
is dat het ongetwijfeld juist deze welvaart
was die grootendeels deze werkloosheid ver
oorzaakie.
De welvaart van Amerika berust, hoofd
zakelijk op massa-productie tegen lage kosten
die alleen mogelijk is door het gebruik van
au.omatische arbeid-bespa rende machines
op steeds grooter schaal. Het gebruik van
steeds sneller werkende en steeds meer pro.
duceerende machines neemt bij bijna elke
belangrijke industrie toe. Deze machines
vinden aldoor meer toepassing in industrieën
waarin naar men vroeger dacht, de han
denarbeid nooit gemist zou kunnen worden
Bij het vervaardigen van sommige soorten
glas, bijvoorbeeld, is de machine geheel Sn
de plaats gekomen van handenarbeid. Het
resultaat is geweest, dat een arbeidsbesparing
heeft plaats gehad die zóó snel ging, dat
op ander terrein het evenwicht niet geheel
hersteld kon worden.
Het is waar dat sommige van de In
dustrieën waarin deze artoeidbesparende
machines meer en meer toepassing vonden,
ook he: meest aanleiding gaven tot ander
werk. Htet steeds toenemend gebruik van
automobielen bij voorbeeld heeft werk ge
geven aan honderdduizenden: bestuurders
van vrachtauto's, en „bussen", reparateurs
en zelfs verkoopers van ververschingen, langs
den weg. Zoo ook bezorgen, om een ander
voorbeeld te noemen, de 20 000 over het ge
heele land verspreide bioscooptheaters werk
aan duizenden musici, operateurs en anderen
die anders nooit ln die beroepen zouden
werkzaam zijn geweest.
Maar toch beweren juist velen van deze
musici, die nu hun betrekking verliezen door
dat er s:eeds meer geluidfilms komen, dat
deze twee samengaande neigingen in onze
industrieën: het stopzetten van werkzaam
heden van de eene en het in het leven roepen
van werk van de andere soort, geen ge
lijken tred met elkaar houden. Zoo krijgen
we die plotselinge toenemingen van werk
loosheid gedurende een periode van oogen-
schijnlijke welvaart, waarvoor overigens geen
verklaring te vinden is. Het is de vraag
of wij niet bezig zijn een klasse te vormen
van personen.die tijdelijk of zelfs voor:,
durend werkloos zijn en die het normale
aantal van 1.500.000 verre overtreffen. Dit
wordt een ernstig economisch en zaken- pro
bleem, want massa .productie is slechts het
halve geheim van onze welvaart. De andere
helft is: massa-gebruik en om dit te hand
haven moeten we lederen beschikbaren man
aan het werk houden en ln het bezit van
zijn volle verbruiks- en koopkracht. De Ver-
eenigde S aten hebben hebben dus een
werkloozenvraagstuk en tegelijker tijd zijn zij
overtuigd van de noodzakelijkheid en hebben
zij den prikkel om het op te lossen.
Of nu uit onze ervaringen, opgedaan bij
onze pogingen om het vraagstuk op te los
sen. Europa Iets kan leeren. Is een ander®
luaesiie. Ia elk der beide halfronden is net
vraagstuk vol moeilijkheden die alleen ln
grootte gelijk zyn. Bij ons hebben wij te
tampen met de moeilijkheid ran de geweldige
ult-gestrek held van het Land en de inge
wikkeldheid van onze Industrie. Wanneer in
de steenbakkerij eén enkele machine 49000
steenen per uur aflevert ls het duidelijk dat
het uit is met het handwerk ln dit vak. mis.
*chien we! voor altijd. Eenige honderdduizen
den mannen zijn niet langer noodig in onze
mijnen, omdat er veel meer gebruik wordt
gemaakt van machines en olie als brandstof
en electric! eit. Hoe zuilen wij den steen
bakkers en mijnwerkers, hoe bekwaam zij ook
mogen zijn. werk geven in voor hen geheel
nieuwe vakken?
Onze ervaring Is dat wij nog niet ver ve-
noeg zijn om een wetenschappelijke r ig
mogelijk te maken. Een werkelijke op.oslng
van het vraagstuk zou zijn: het verhinderen
van werkloosheid, het verschaffen dus van
nieuwe bezigheid aan de arbeiders niet na
maar voor het Invoeren der machines, die
den handenarbeid onnoodig maken. Zoolang
de werkloosheid bestaat Ls er sprake van een
noodtoestand, die bestreden wordt met nood»
maatregelen en verschillende Sta en in
Amerika hebben kantoren die den werk-
'oozen binnen de grenzen van die Staten werk
trachten te verschaffen. Ik twijfel evenwel
of deze maatregel passen zou bij de toestan»
den in Europa.
Wij staan nog verder van den toestand in
Eurepa af door zekere voordeelen. die wij
bezitten. Ofschoon ons land groot ls, hebben
wij niet te maken met taalverschillen. Hier
aan ls het te danken, dat één belangrijk
regeeringsbureau de Werkloosheldsdlenst
der Vereeniglde Staten, ressorteerend bij het
Ministerie van Arbeid gedurende de laat
ste jaren veel heeft kunnen doen op het
terrein der verdeeling van den arbeid over
groote oppervlakten.
Een duidelijk voo beeld van de werkwijze
van den Dienst is wat gedaan ls in verband
met 't binnenhalen van den oogst. Hier kun
nen de Amerikaansche methoden wellicht
aan Europa iets leeren.
Ieder jaar in den oogsttijd zijn er voor de
boerderijen, de boomgaarden en de katoen
plantages van de Vereenigde Staten onge
veer 600.1.00 menschen méér noodig dan in
gewone tijden. Om dit leger van meeren-
deels ongeschoolde arbeiders te leveren ro.'pt
de Federale Werkloosheidsdlenst, door be
middeling van zijn agenten ln alle staten, do
werkloozen op, hetzij in Maine of ln Califor-
nië, en distribueert hen over de plaatsen,
waar zij noodig zijn. Zij beginnen met ka
toen te plukken ln de Zuidelijke staten en
naarmate het seizoen vordert verhulzen zij
naar de koren- en tarwevelden van Iowa,
Kansas. Nebraska, Noord- en Zuid Dakota en
zelfs naar Canada. Zij eindigen hun werk
zaamheden in de appelboomgaarden van do
streek aan de Westkust.
Ik weet niet, dat ergens anders zulk een
verplaatsing op groote schaal wordt toege
past en wanneer Europa in het eene land
werkloosheid heeft, terwijl een naburig land
aan sommige dingen behoefte heeft en geen
arbeiders om ze te maken, zou het misschien
op kleiner schaal, of gedeeltelijk, het voor
beeld van Amerika ln dit opzicht kunnen
volgen.
De taal- en nationaliteltsgrenzen kunnen
niet voorbijgezien worden, evenmin als de
economische belangen en andere hinderpa
len, waarmede Europa rekening moet hou
den. Maar pok wij hebben bij het binnenha
len van den oogst op de boven-omschrevcn
manier, onze moeilijkheden te overwinnen
gehad. Voor Europa is het mijns inziens
slechts een quaestie van wil, goede lel.'lng en
organisatie. Wanneer deze aanwezig zfjn, zul
len de moeilijkheden verdwijnen. En naar
mate Europa andere en misschien meer on
middellijke oplossing elschende quaestles
krijgt op te lossen, zullen ook de door mij ge
noemde voorwaarden van bekwaamheid,
organisatietalent, maa- vooral van den wil
tot handelen, naar mijn meening aanwezig
blijken te zijn.
(Nadruk verboden).
ÜHZE GROEMTüE.5
DlM5DAG
DONDE.RDA3
ZATERDAG
De Inwijding van den nieuwen Waldorf-Astoria Wolkenkrabber heelt op veer moderne wijze
plaats gevonden. Eén der New-Yorksche autoriteiten dreef een gouden klinknagel in
(en eonstructlebalk. De eerste steen heelt algedeum.