UIT HET LAND VAN DEN DOLLAR. IAARLEMMER HALLETJES Arbeidersidealen. De Amerikaansche commu nisten. De „American Federation of Labour". Het „Whalenisme", (Bijzondere correspondentie). (Dienst van de United Telegraph). New York, April. In de Vereenigdè Staten bestaan geen lassenhaat en geen klassenstrijd, want de jnieriicaansche arbeider mist hetgeen men i Europa pleegt aan te duiden met het woord Üassebewustzijn". Integendeel, hij aar.' Idt succes en rijkdom. Ook zijn doel is het lillionair „captain of industry", een ..boss", en werkgever te worden. Alleen op grond an deze mentaliteit, in de scherpste op- ositie tot de denkbeelden van de Europeesehs rbeidersschap, is het begrijpelijk, dat het inununisme hier geen voet kon krijgen. Even- S in den tijd, toen de Vereenigde Staten og: zuiver een koloniaal rijk waren, dat (echts twee partisan Federalisten en lepublikeinen. kende, zijn het in de twin- [gre eeuw nog alMjd dezelfde partijen iet het eenige verschil, dat de federalisten itusschen in democraten zijn veranderd ie het lot, van Amerika beheerschen. Nog leeds stemmen bijna alle Amerikaansche ar elders op republikeinen en democraten, de irtijen van het grootkapitaal en de industrie, te socialisten en communisten vegeteeren. Het is waar. dat er ook hier socialisten n communisten zijn, maar hun macht, hun Bvloed en hun kracht zijn gering. De communistische leiders geven dat zelfs penlijk toe. Zoo zeide Benjamin Gitlow slangs in een vergadering: „De arbeiders an de Vereenigde Staten zijn geen com. «misten. Zij hebben nog miet de meest lementaire denkbeelden van het commit ilsmQ. begrepen". Toen in de laatste jaren van den wereïd- urlog ook hier ontevredenheid merkbaar egon te worden en de communistische vonk an Moskou uit op de Vereenigde Staten iversprong, kwamen hier de communistische ariijen als paddestoelen uit den grond. De International Workers of the World", een pdicalistische strijdorganisatie, die reeds ele jaren bestond, was de eerste radicale rixjid e r so r gan isatiedie haar programma lifzigde naar de denkbeelden van Moskou. ;ij maakte destijds grooten opgang. Maar de eelneming van de Vereenigde Staten aan len oorlog ontketende in vele deelen des inds een zoo groote vaderlandslievende geest- rift. dat de regeering in de gelegenheid was, iet de scherpste middelen niet alleen tegen Ie communisten, maar ook tegen de socialiS' tn op te treden. Met geweld werden de jonge adicale groepen onderdrukt en haar leiders at gevangenisstraffen van tientallen jaren ercordeeld- In de eerste jaren na den ocr- og, ongeveer in het jaar 19191920, bereikte Ie Amerikaansche communistische beweging esniottemin een hoogtepunt. Toch was het bdental der partij volgens Europeesche be- rippen, slechts gering. Haar 35.000 inge wreven leden waren bovendien nog ver- piinterd in allerlei kleine groepen, die wegens Ie uitlegging van het een of andere dogma rijandig tegenover elkaar stonden. Iedere ieuwe partijvorming bracht meeningsver- thillen mede. Op deze wijze werden tusschen 919 en 1921 twaalf verschillende communis- ische partijen in het leven geroepen, hetgeen ïaar weinig tot haar populariseering en ischtsuilbreiding bijdroeg. Toen kwam de groote „anti-communis- ische" veldtocht van den algemeenen staats- dvocaat Palmer van Washington. De partij rerd officieel ontbonden. Geheime genoot- chappen en organisaties ontstonden. Eerst ele maanden later werd de ban dan weer pgeheven. Maar het effect bleef voortduren, uist bij de groepen, die den vruchtbaarsten odem vormden voor de communistische denk eelden, namelijk de vreemde immigranten. EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE I Dit is de geschiedenis van Ferdinand febels en Adriana Witte. Het was in den tijd, paarover ik schrijf, een ware idylle; Ferdi- fcand Abels, agent in publiciteit, was een Daar geleden getrouwd met Adriana Witte en paar hij voor zijn vak niet in de stad behoef te te wonen, hadden zij een villatje gezocht tn Santpoort en leefden daar vreedzaam en gelukkig. Dit verhaal begint d\is zooals som mige andere verhalen eindigen, maar nie mand moet zich daarom van de wijs laten fcrengen. Ik wil volstrekt niet zeggen, dat ik pet eens ben. met de sombere bewoordingen fan den profeet: „noem niemand gelukkig fóór zijn dood," maar wel weet ik, dat er na de periode, waarover ik schrijf, ik heel wat noest gebeuren voordat Ferdinand en Adria na den draad van hun leven rustig verder konden spinnen tot aan het einde toe. Hun naaste buurman was een zekere van Beeke ren, ook getrouwd, maar lang geen idylle. Over de vraag hoe dat kwam, verschilden de meeningen en ze verschillen nog. De fa milie van Van Beekeren beweerde, dat zijn vrouwtje Anna slordig was en niet genoeg op de dubbeltjes paste, zoodat de financiën van het gezin van 1 Januari tot 31 Decem ber gewoonlijk in de war waren. De bloed verwanten van Anna daarentegen gaven de schuld aan Van Beekeren, omdat hij, zeiden ze, te veel voor zichzelf noodig had, waardoor het evenwicht in de financiën verstoord werd. Als ik, die de kasboeken van cle fa milie van Beekeren nooit heb ingekeken om de eenvoudige reden, dat man noch vrouw de goede gewoonte hadden hunne uitgaven te noteeren, als ik, zoo herhaal ik, mijn mee ding daarover moet zeggen, dan geef ik de schuld aan Van Beekeren en Anna allebei. Het is met. mensahen, die geld schuldig zijn, «en wonderlijk geval: je zou zeggen, hoe dieper ze in den put raken, des te meer doen te hun best om er weer uit te klauteren, maar dat is toch niet waar. Het schijnt, dat Ej dan komen in een toestand van verdoo- vende berusting en redeneeren aldus: „ik kan het nu toch niet meer inhalen en waar om zal ik er nog moeite voor doen." Dan komt het oogenbllk, dat man en vrouw samen krijgen wat we figuurlijk plegen te noemen een bord voor hun hoofd en zich Op den langen duur om hun schulden niet meer bekommeren, tenzij er groote gevaren dreigen, bv. uit je huls gezet worden, of een deurwaarder op je dak krijgen voor de belasting, of gedreigd worden met onge wone vreeselijkheden van de gijzeling af tot faillissement toe. In dien toestand verkeer den van Beekeren en zij" vrouw. Hun schul den hinderden hen niet meer. Het zal u niet verwonderen, te faooren. dat Van Beekeren. voor wie het geld schuldig blijven even gemakkelijk was als het van anderen leenen, ook zijn vriend Ferdinand al eens om honderd gulden had aangespro ken Hij had zc gekregen ook, maai; tot nu was de vrees voor uitwijzing zoo ster*, dat slechts weinigen meer actief aan de partij deelnamen. De volgende jaren beleefde men het be gin van de groote „prosperiteit". De werkloos» heid nam overal af, de loonen stegen en de kosten van levensonderhoud daalden. Dus was het geen wonder, dat de communistische partij geleidelijk achteruitging. In het jaar 1923 was zij tot 20.000 leden geslonken, die nog slechts negen dagbladen en 21 weekbladen onderhielden. Maar het lidmaatschap had practisch geen al te groote beteekenis meer. want de partij bestond grootendeels uit buitenlanders of nieuwdngeburgerden. Ook dat maakte de partij in de oogen van de „100 pet." Amerikanen nog onsympathieker en gehater- De laatste presidentsverkiezing bood de mogelijkheid, de sterkte van de commu» nisten vrij nauwkeurig te schatten. De com munistische candidaat voor het president schap, Gitlow, kreeg in geheel de Vereenigde Staten maar 48.228 stemmen, een uiterst klein aantal, wanneer men in aanmerking neemt, dat het aantal kiezers meer dan 40 mtllioen bedraagt. Zelfs New York City is niet zoo „rood", als het schijnt. Bij de laatste burgemeestersverkiezing verkreeg de com: munistische candidaat niet meer dan 5805 stemmen tegenover een half millioen van den democratlschen candidaat. „The Communist Party of the U-S.A." is de officleele naam der door de derde Inter nationale erkende partij. Daarnaast rekken op het oogenblik nog twee kleinere com munistische partijen haar leven, die echter nog veel minder practische beteekenis heb ben dan de hoofdorganisatie. Op hot oogen blik concentreeren de communisten hun stre ven voornamelijk op de politieke uitbuiting der werkloosheid, die het gevolg is van den ongunstlgen economischen toestand. Het sterkst is hun agitatie in de textielgebieden van Nieuw-Engeland en Zuid-Carolina, in de kolengebieden van Illinois en Pennsylvania, onder de bont-, kieeren-, schoen- en meubel arbeiders in New York City. In New York hebben de communisten onder de bont» en kleerenmakers, die grootendeels uit de Jood» sc'ne klassen van de armste wijken voort komen, grooten vooruitgang bereikt. Het socialisme, dat eens door Duitsche emigranten over den oceaan werd gebracht, is hier het laatste decennium ingesluimerd. Alleen te Milwaukee hield de Duitsch-Ameri» kaan Berger, die onlangs is gestorven, de idee nog in leven. In zeer weinig gemeenten spelen de socialisten bij de stedelijke verkie zingen nog een locale rol. De Amerikaansche arbeider heeft één be lang: hooger inkomen, kortere werktijd en betere arbeidswetten. Zoo althans luidt de stelling van de grootste Amerikaansche ar beidersorganisatie, de „American Federation of Labour", die echter, let wel, niet politiek is georiënteerd. In haar zijn alle Amerikaan sche vakvereenigingen op alle gebieden ver- eenigd met uitzondering van de weinige socialisten en communisten. Zij werkt met de bestaande kapitalistische partijen, de re publikeinen en democraten, hand in hand Zij is alleen op den materieelen welstand der door haar vertegenwoordigde massaas bedacht, zonder veel aandacht te schenken aan de politiek. Haar grootste leiders, die een internatio nale beteekenis hadden, waren en zijn Samuel Gompers, Debs, Green en Matthew Wol!. In het officieele programma van de fede ratie heet het: „Wij zijn geen politieke partij, maar een economische organisatie. Onze toekomst schuilt in de industrie en wij wenschen een zoo goed mogelijk industrieel leven". Daardoor wordt het ook begrijpelijker dat de federatie al jarenlang tegen iedere immigratie is gekant en dat vooral aan haar invloed de beperking van de immigratie moe: toe vergeten ze terug te betalen. Ferdinand Abels was dit een doorn in het oog; als goed administrateur had hij er een hekel aan. dat hij van maand tot maand genoodzaakt was een memoriepapiertje in zijn kas te leggen: „te vorderen van Van Beckeren honderd gulden," en het spreekt vanzelf, dat hij zijn buurman meermalen om terugbeta ling aan boord was geweest. Van Beekeren nam hem dat heelemaal niet kwalijk; tel kens als hij voor de schuld gemaand werd, zei hij op opgewekten toon: „beste kerel, ik zou het je met plezier terugbetalen, als ik het maar had." Hierna sprak hij er niet meer over; hij vond (dit is een andere eigenaardigheid van slechte betalers), dat niemand redelijkerwijze van je kan vorde ren om geld te betalen, dat je niet hebt en dat het onredelijk is om nog te blijven aan dringen als je dat weet. Nu heb ik u voorgesteld de vier hoofdper sonen uit mijn verhaal en kunnen wij tot de ontwikkeling van het kluwen overgaan. Het was dan op een dag in de maand Juli, een buitengewoon mooien zomerdag, dat Ferdinand Abels bij het bladeren in zijn kasboek de vordering van honderd gulden weer was tegengekomen en besloot zijn vriend Van Beekeren daarover weer solide te gaan manen. Hij zei dus tot zijn vrouw. Adriana Witte: „kind, ik ga naar Van Beekeren", waarop zij antwoordde: „Als je wat lang wegblijft, dan zul je mij niet meer vinden, want ik ga op de fiets naar Haarlem om boodschappen, maar tegen zes uur ben ik wel weer terug." Na een vrien delijk afscheid stapte de één naar Van Bee keren en de ander op haar fiets. Wie had toen kunnen denken, dat zij elkaar in geen vier weken terug zouden zien! Maar ik loop niet op de geschiedenis voor uit en vertel verder, dat Abels zijn vriend en schuldenaar in het voortuintje vond. waar hij een beetje dommelend een pijp zat te rooken. Zijn vrouw Anna zat naast hem met een handwerkje en samen dronken ze ge borgde. in ieder geval onbetaalde thee, die hun daarom niet minder goed soheen te smaken. Dit was een streep door de rekening van den schuldeischer; hij was wel in öe stemming om energiek de honderd gulden terug te vragen, maar niet om dat te doen, in het bijzijn van mevrouw van Beekeren. Dus ging hij bij het echtpaar zitten, dat hem daartoe vriendelijk uitnoodigde en wachtte tot mevrouw in huls zou gaan. Daartoe scheen ze evenwel volstrekt geen plan te hebben en nadat de koetjes en kalfjes af gehandeld waren en er dus aan een rede lijk bezoek een einde diende te komen, schoot er voor Abels, die een vasthoudende natuur had en wat hij zich eenmaal had voorgenomen ook uitvoeren wou. niets tn- ders over dan Van Beekeren voor te stellen met hem een wandelingetje te gaan maken. Van Beekcien toonde zich niet begeerig; waarschijnlijk niet. omdat hii vreesde ge maand te worden (daar tobde hij al lang niet meer oven maar meer omdat het zoo warm was en dus niet heel geschikt om een Eén der eerste journalisten ter wereld icas Theophrast Renaudoi. die in 1630, dus 300 jaar geleden, de Gazette de France" uitgaf, aan icelk blad ook Richelieu heeft mede gewerkt. worden toegeschreven. Het behoeft niet ge zegd te worden, dat de communisten en ce leden van de federatie elkaar ten scherpste bestrijden. Het communisme heeft in Amerika niet al leen nieuwe problemen, maar ook nieuwe woorden gecreëerd. Zoo wordt de hier ge bruikelijke wijze van bestrijding der com munisten met „Whalenisme" aangeduid. Whalen is de New Yorksche commissaris van politie, die van oordeel is, dat een stevige knuppel van hard hout meer bijdraagt tot handhaving van de wetten dan hondera nieuwe wetten. Het ..Whalenisme" geef. daarom de politieagenten bij communistische optochten en demonstraties het recht, naar believen gebruik te maken van den knuppel Van de veel geprezen Amerikaansche vrij heid van het woord is daarbij echter niet veel meer te bespeuren. De communisten en hun denkbeelden zijn echter met dergelijke middelen niet meer geheel uit te roeien. Wel echter zal hun werkprogram stellig een verandering onder, gaan, d.w.z. het zal zich meer aanpassen aan de speciale omstandigheden, die hier be staan. Of het communistische zaad in Amerika echter ooit tot een bloeiende plant zal gedijen, is meer dan twijfelachtig. (Nadruk verboden). WEDGWOOD. Iedereen kent Wedgwood, het bekende En- gelsche aardewerk. Maar weinigen weten, dat dit aardewerk zijn naam dankt aan Josiah Wedgwood, die geboren werd in Mei 1730 en wiens twee honderd jarig geboorte feest in de volgende maand zal gevierd wor den Hij Is de pionier van de Engelsche pot tenbakkerskunst. Bij zijn broeder leerde hij het vormen van aardewerk op de oude manier, door middel van de hand en met een rad. In 1759 richtte Wedgwood een eigen fa briek op. Vier jaar later voerde hij in die fabriek de draaibank in en hij vervaardigde daarmede de eerste stukken aardewerk, die langs machinalen weg gemaakt waren. Spoedig breidden Wedgwood's zaken zich zeer uit en hij kreeg de vereerende op dracht, voor Koningin Charlotte een thee servies te maken. Hij zond, tegelijk met dit servies, eenige roomkleurige vazen naar het paleis, die de Koningin zeer bewonderde. Sinds dien tijd draagt dit soort aardewerk den naam van „Queen's Ware". (Koninginne- aardewerk). vermoeiende wandeling te gaan doen. Dit nam evenwel niet weg, dat een kwartier naderhand de twee het hekje van de woning uitstapten en op weg waren naar een scha duwrijk plekje, want die conditie had Van Beekeren gesteld: ze zouden dc schaduw op zoeken. Abels wachtte niet lang met het onderwerp van zijn bezoek: hij zei op drin genden toon. dat zijn geduld nu eindelijk was uitgeput en dat hij de honderd gulden terug wilde hebben of een redelijk voorstel totafbetaling. Van Beekeren antwoordde daarop in zijn gewonen toon: „Ja, beste kerel, ik heb het niet, dus hoe kun je nu verwachten, dat ik het terug zal betalen?" Deze zorgeloosheid schoot nu AbeLs toch In zün verkeerde keel: hij zei op heftigen toon ,dat hij dit al meer gehoord had en er op den duur geen genoegen mee verkoos te nemen. Ze waren bij een kromming var. den weg gekomen en juist toen ze den hoek om sloegen en Van Beekeren,geprikkeld door de heftigheid van zijn vriend, een driftig antwoord gaf, passeerde hen op de fiets een van de politieagenten van de plaats, aan wlen de toon van twist tusschen de wande laars niet ontgaan was. Hij remde een oogenblik zijn fiets voor de mogelijkheid, dat hij zou moeten optreden, maar toen de twee doorliepen zonder dat het tot handtastelijk heden kwam, haalde hij de schouders op en reed door. Nu was een koel en beschaduwd plekje gauw gevonden. Van den straatweg of kon men hen niet meer zien. zóó dicht was het lommer. Zij gingen samen op een bank zit ten en zetten het gesprek voort; het werd hoe langer hoe onvriendelijker. „Je leent." zei Abels, „geen geld. als je niet zeker weet. dat je het kunt terugbetalen." „Je leent," antwoordde Van Beekeren." in het geheel geen geld als Je het zelf hebt." „Ik vind," zei Abels weer.„Jouw houding zacht gezegd onbehoorlijk." „En ik vind," zei Van Beekeren weer. „zacht gezegd jouw houding voor een vriend onbegrijpelijk." Hierop zei Abels, dat hij geen vriend wou heeten van iemand, die zijn schulden niet betaalde, waarop Van Beekeren verzekerde, dat hij het onnoodig vond, dit gesprek lan ger voort te zetten. Ze waren nu allebei van de bank opge staan en stonden dicht bij elkaar. Van Beekeren deed een stap vooruit en Abels weet tot op den huidigen dag nog niet of het zijn bedoeling was hem een slag te ge ven of wel, dat hU alleen maar hem passee- ren wou om naar huis te gaan. Instinct matig stak Abels de hand uit tot afweer Toen gebeurde er plotseling iets onver wachts: de voet van Van Beekeren raakte verward in een boomwortel, hij struikelde en viel achterover. Abels, toch wel wat ge schrikt, verwachtte cat hij dadelijk zou op staan. maar dat deed hij niet, hij bleef liggen, zoodat Abels zich over hem heen boog en vroeg: „heb je je bezeerd? Wil ik je helpen om op te staan?" Er kwam geen antwoord; Van Beckeren lag daar onbe- MOEDIGE JONGE REDDERS. In Engeland bestaat- een Maatschappij „The Royal Humane Society", die ieder Jaar een gouden medaille geeft aan hem of haar. die zich het meest onderschelden heeft bij het redden van een menschenleven. Verleden jaar werd deze medaille uitgereikt aan een jongen van achttien jaar! Deze jonge held, Leonard R. Thomson, had zijn leven ge waagd bij een poging om den stuurman van het stoomschip „Forethought" te red den, toen deze bijna in volle zee verdronken was. Het is nog niet zoo lang geleden dat in Engeland een jongen van dertien jaar langs een gootpijp tegen een hoog huis opklom om een ka: te redden, die zich daar boven in een benarde positie bevond. Kij smaakte de voldoening veilig met het dier den be gan en grond te bereiken. De verwonderlijkste heldendaad was we! die van den 10-jarlgen William Cody, later bekend als ..Buffalo Bill", die zijn vader het leven redde. Zijn familie had zich gevestigd in Kansas dat toen het tooneel was van verbitterden strijd tusschen de voor» en tegenstanders der slavernij. William's vader behoorde to: de tegenstanders en daar er al verschillende moordaanslagen op hem gepleegd waren, had hij zich gedwongen gezien, zijn gezin te ver laten en zich op een afstand van 30 mijl schuil te houden. Maar nu en dan bezocht hij toch zijn gezin in 't geheim en eens verwachtte zijn vrouw hem weer, toen iemand haai- kwam waarschuwen dat de tegenpartij, die ran zijn geheime bezoeken scheen gehoond te hebber., hem een hinderlaag zou leggen. Zij zouden hem zeker doodschieten als zij hem ln handen kregen. William lag ziek te bed met malaria. Hij stond onmiddellijk op, ofschoon hij bijna te zwak was om t-e staan en sprong op zijn pony om naar de schuilplaats van zijn vader te rijden. Toen hij halverwege was, kwam hij bij de plaats waar de mannen in hinderlaag lagen. „Dat is de jongen van Cody!", hoorde hij rcepen en zij bevalen hem. halt te houden. Maar William gaf zljD pony de sporen en ofschoon de mannen hem een regen van kogels nazonden, werd hij niet getroffen. Even daarna kreeg hij weer een koortsaanval, maar hij gaf er niet aan toe en reed uit alle macht door, tot hij eindelijk zijn vader bereikt had. die juist zijn oaard besteeg om weg te rijden. „Vader, pas op! Ze liggen op u te wachten bij de beek!" kon hij nog me\ moeite uitbrengen. Toen verloor hij het bewustzijn. Hij had zijns vaders leven gered! VRACHTGOEDERENVERVOER ONDER DEN GROND. Op het oogenblik worden er te Londen plannen bestudeerd, waardoor het mogelijk zal zijn het vrachtgoederen vervoer uit dc Londensche straten te doen verdwijnen, het geen het verkeer natuurlijk aanmerkelijk zou verlichten. Er is namelijk voorgesteld het vrachtgoe- derenvervoer geheel onder den grond te doen plaats hebben. Hiervoor zouden cn- öergrondsche spoorwegen (zooals die al iang voor het reizlgersvervoer bestaan over een totale lengte van 75 mijl moeten worden gebouwd. Dit zou de kleinigheid van 40 mil lioen pond sterling kosten. Alle voorname stations van Londen en opslagplaatsen, dok ken. werven en markten zouden op weze wij ze worden verbonden en de groote magazij nen zouden hun eigen stations krijgen. Men heeft berekend, dat 125.000.000 ton (één ton is 1016 K.G.) jaarlijks door de Lon densche straten worden vervoerd. De voor stellers van het nieuwe plan meenen, dat de schade geleden door verkeersopstoppingen in de straten, op 60 millioen pond sterling per jaar mag geschat worden. De spoorwegen hebben 50.000 pond schade per Jaar alleen al door het oponthoud op Billingsgate Market (de groot vischmarkt van Londen). Wanneer deze cijfers Juist zijn, zou uit voering van het genoemde plan inderdaad op den duur de moeite en de kosten loonen! Op den zeventienden November van het jaar 1763 werden te Dortmund alle nacht wachters ontslagen, omdat toen bleek, dat zij reeds vele weken, alle nachten lekker in hun bed sliepen. De Weensche verkeerspolitie heeft bij het examen voor chauffeur een nieuwe uitvin- ding toegepast. Op een roteerende cylinder is in relief de platten grond van de stad aan gebracht. Met het stuur staat een stift in verbinding. Zoo kan iedere route op den ci linder „gestuurd" worden. Uit deze proef nemingen kan blijken of de candidaat zonder aarzelen een bepaalden weg weet te kiezen. weeglijk en nu oven-iel zijn vriend en schuldeischer een hevige schrik. Hij meende te zien, dat de ander verbleekte en zijn jas losknoopende legde hij de hand op zijn hart en voelde den klop niet meer. Toen beving hegn ontzetting bij de gedachte, dat men zou denken, dat hij Van Beekeren vermoord had. Zeker, hij wist het wel, hij was ervan overtuigd, dat de val niet 't gevolg had kun nen zijn van zijn afwerend gebaar: duidelijk had hij toch gezien, dat Van Beekerens voet in den boomstronk verward geraakt was en dat hij toen was gevallen, maar er was nie mand ln de buurt, die dat zou kunnen ge tuigen en als hij dood was. zou hij daarvan de schuld krijgen. Opeens herinnerde hU zich den politieagent, die hen zooevén voor bij was gegaan en die nog omgekeken had omdat zij samen zoo luid shaken. Schuw keek hij nog eens naar het lichaam op den grond, dat zich nog altijd niet bewoog en opeens werd hij aangetast door een gewel digen angst, keerde zich om en vluchtte. Nog altijd lag de straatweg daar ln den bla- kenden zonneschijn, maar hoe was alles in de wereld voor Ferdinand Abels veranderd! Zooeven nog een man zonder zorg, was hij nu plotseling een moordenaar geworden en met snellen stap, zichzelf met moeite weer houdende om niet te rennen, vloog hij weg van de plaats van het ongeluk, aan niets anders denkende dan aan vluchten. De woning van zijn vriend vermijdende, bereikte hij langs een omweg zijn huis. stormde naar binnen, deed een greep in de schrijftafel, waar hij gewoonlijk zijn geld borg greep zijn fiets en stond op het punt weg te rijden, weg, weg, voor altijd hier vandaan, toen de gedachte aan zijn vrouw hem plotseling deed stilstaan. Met koortsachtig trillende hand greep hij een stuk papier en schreef daarop: ..ik heb Van Beekeren vermoord. Vaarwel, Je zult mij niet meer terugzien." Toen sprong hij op de fiets en reed naar IJmuiden toe in de hoop. dat hij daar een schip zou vinden, waarmee hij naar Engeland kon vluchten om zich zoo aan de nasporingen van de justitie te onttrekken. Maar het was Zaterdagmiddag, de visschershaven lag vol, alle trawlers waren voor den Zondag thius gekomen, het heele dorp scheen verlaten in de zomerhitte. Hij durfde niet vragen, niet informeeren of er misschien nog een boot zou uitgaan. In zijn angst had hij maar één gedachte: „Weg, weg uit deze streek!" En zoo hard mogelijk fietsende, trapte hij in de richting van Haarlem, telkens opschrikkende, wanneer een politieagent hem ontmoette: het scheen alsof iedereen, die uniform droeg, hem achterdochtig aankeek. Nauwelijks wetende waarheen, sloeg hij den weg naar Lelden in, kwam daar doodvermoeid aan van de in spanning en van dé agitatie maar had toch niet der. moed in een café iets te gebruiken, omdat hij ervan overtuigd was. da: de politic hem ai op het spoor was en dat hU ieder oogenbllk gevaar liep te worden gearres teerd. Zoo reed hij hail verdwaasd on met een van angst bonzend hart door naar Den Haag. totdat hij niet meer verder kon van vermoeidheid en wegkroop in een hooiberg, dien hij van den weg af gemnkkelijk berei ken kon. Hier verstopte hij zich onder het hooi en had nog besef genoeg om zijn fiets daaronder te verbergen. Toen trachtte hii. tot rust te komen. Eerst langzamerhand kwam hij tot beda ren en slaagde erin zijn gedachten te ver zamelen. Dat. Van Beekeren dood was. daar aan twijfelde hij niet. Had hij zelf niet de lijkkleur op zijn gezicht gezien en gevoeld, dat zijn hart niet meer klopte? Het kon niet anders, de omstandigheden waren tegen hem en wanneer hij ontdekt werd, zou Mij zeker veroordeeld worden en zijn, leven lang in de gevangenis moeten doorbrengen. Hij rilde bij dit vreeselljke denkbeeld: in zijn gedachten zag hij voor zich de rechters in hun toga met de zwarte baret op het hoofd, den officier van justitie, die de aanklacht uit sprak en toelichtte in al de gestrengheid van de wet, den veldwachter, die met den helm op het hoofd achter hem stond om zijn vlucht te beletten en zijn verdediger, die hem bijstond, maar machteloos was om tegenover de aanwijzingen zijn onschuld te bewijzen. Toen mevrouw Abels van haar boodschap pen in Haarlem terugkeerde, vond zij haar man niet thuis, maar tot haar onuitspreke- lljken schrik zijn briefje: ,,lk heb Van Beeke ren vermoord Vaarwel, je zult mij niet meer terugzien." Juist toen zii dat gelezen had, werd er aan de deur gebeld; zij ciecd open en daar stond van Beckeren zelf in levenden lijve. Er volgde een haastige verklaring en Van Beekeren moest erkennen, dat hu Abels voor den gek gehouden had Toen deze zich over hem heen boog. blijkbaar verschrikt over zijn val. had hij zich dood gehouden. Wat hij niet vertelde was, dat Abels toen hij naar zijn hart voelde, in zijn verwarring aan den rechterkant had gevoeld. Geen won der, dat het daar niet klopte! „Had ik kun nen weten." zei Van Beekeren. „dat Abels het zich zóó aantrok, dan zou ik natuurlijk de aardigheid niet zoo ver gedreven hebben". Maar intusschen lag het geval ertoe: Abels was weg en de vraag was waarheen. ..Je zult mij niet meer terugzien", kon van alles 'oe- teekenen en in hevlgen angst besloot me vrouw Abels onmiddellijk op te sporen, waar hij heengegaan kon zijn, waarbij Van Bec keren, berouwvol om den loop. dien de zaak genomen had, zijn goede diensten aanbood. (Wordt vervolgd). FIDËLIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 17