H. D. VERTELLINGEN.
FLITSEN
STADSNIEUWS
SCHILDERWERK
DE WEG TOT HET HART
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 24 APRIL 1930
(Nadruk Terboden; auteursrecht voorbehouden).
door
O. HENRY.
De Vergissing,
Mr. Towers Chandler was bezig zijn smoking
op te persen in zijn dakkamertje. Z(jn eene
strijkijzer stond warm te wordte-n. op een
iklein gaskacheltje, het andere werd ijverig
heen en weer gehaald over de scherpe vouw,
die straks regelrecht -van Mr. Clhandl'or's
lakschoenen naai zijn onberispelijk vest zou
loopen.
Chandler verdiende achttien dollar in de
week. Hij had een baan Je op een architec
tenkantoor, was twee en twintig, geloofde, dat
de architectuur onder Kunst met een groote
K thuis hoorde, en vond, hoewel hij dat nooit
openlijk in New York zou hebben durven
toegeven, dat de kathedraal in Milaan mooier
was dan welke wolkenkrabber ook.
Iedere week legde hij één dollar van zijn
verdiensten terzijde, en na tien weken ging
hij van zijn opgespaarde tien dollar één
avond in grootschen stijl uit en leefde een
paar uur lang het leven, dat hier op aarde
slechts het permanent eigendom is van mil-
lionnairs. En één ding ls buiten kijf: hij had
van zijn één avond op de zeventig meer
plezier dan wie ook van zijn zeventig in de
rlen weken.
Deze avond was de eene uit de zeventig.
De verdere negen en zestig zou hij in zijn
daagsche pakje in een goedkoop restaurantje
eten, of soupeeren van sandwiches en bier
an zijn dakkamertje. En dat had hij er best
voor over, want hij was een ware zoon van
de groote stad New York, en één avond voor
het voetlicht maakte vele andere goed.
Chandler stapte zijn deur uit, toen het nog
half licht was, want wanneer men maar één
van de zeventig dagen lid van de beau monde
is, probeert men er zoo lang mogelijk van te
genieten.
Op een hoek midden in de stad bleef hij
6taan, waar hij gewoonlijk op zijn millionairs-
avonden dineerde. Juist op dat oogenbl.k
kwam er een meisje den hoek om, gleed uit
op een stukje bevroren sneeuw en viel op het
trottoir.
Chandler hielp haar overeind met eenige
hoffelijke woorden. Zij strompelde naar den
huizenkant, leunde ertegen en dankte hem
verlegen.
„Ik geloof, dat ik mijn enkel verstuikt heb'
zei ze, „ik voelde iets zwikken, toen ik viel".
„Doet het erge pijn?" informeerde Chand
ler.
„Alleen, als ik erop sta. Ik zal zoo direct
wel weer kunnen loopen".
.Als ik iets voor u dan kan aarzelde
de Jonge man. „Een taxi roepen, of
„Nee, dank u", zei het meisje vriendelijk
maar gedecideerd. „Maakt u u maar niet
verder bezorgd over mij. Het was erg dom
van me- En ik heb niet eens hooge hakken
dus die kan ik er de schuld niet van geven".
Chandler keek haar aan, en zag dat ze
knap was, met mooie lieve oogen. Ze had
een goedkoope zwarte jurk aan, zooals zoo
veel winkelmeisjes dragen. Haar glanzend
bruin haar kwam te voorschijn van onder
een hoed van zwart stroo met een fluweclen
lint er om heen. Ze w,as het type van het
stadsmeisje, dat haar eigen brood verdienen
moet.
Er ging plotseling een idee dor hem heen.
Hij zou haar vragen om met hem ergens te
gaan dineeren. Dan zou hij nog twee maal
zooveel plezier kunnen hebben van zijn avond.
Het was natuurlijk niet heelemaal zcoals het
hoorde, maar zij was er wel het type naar
om zich niets van dergelijke idiote conventies
aan te trekken. Zij zouden, met wat beleid,
heel wat plezier kunnen hebben van zijn tien
dollars, en het zou zonder twijfel een ple
ziertje voor haar zijn, dat haar niet alle dagen
in den schoot geworpen werd.
i „Ik geloof", zei hij ernstig tegen haar, „dat
uw voet erger is dan u zoo wel denkt. En ik
weet een manier, waarop u hem nog een
poosje uit kunt laten rusten en mij tegelijker
tijd een groot plezier doen. Ik was net van
plan om ergens in mijn eentje te gaan eten,
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
a 60 Cts. per regel.
RestaurantHildebrand"
Einde der Dreef. Tel. 10268.
Levering van dejeuners, diners
en soupers bij U aan huis.
Koude en warme schotels.
De gelegenheid tot het
geven van partijen.
toen u om den hoek kwam rollen. Als u
eens met me meeging, dan ben ik meteen
niet meer alleen, en kunt u uw enkel een
beetje op dreef laten komen".
Het meisje keek hem onderzoekend aan.
Haar oogen twijfelden even, toen ze het
eerlijke, open gezicht tegenover zich zag, toen
begon ze te lachen.
.Maar we kennen elkaar niet het zou
eigenlijk niet 'netjes zijn. hè?", zei ze aar
zelend.
„Ik geloof niet, dat 'het erg onbehoor
lijk zou zijn", zei de jonge man ronduit-
„Mag ik me even voorstellen mijn naam is
Towers Chandler. Als we samen gegeten
hebben, zal ik u goeden avond wenschen,
of u veilig naar uw hiuis brengen, wat u maar
wilt".
,Maar dat is allemaal mooi en wel", zei
het meisje met een blik op Chandler's on
berispelijke smoking. ,MoL d^ze oude jurk
aan en zoo'n hoed!"
„Wat doet dat er nu toe", zei Chandler on
bekommerd. „U ziet er zoo veel aardiger uit
dan wie ook in de allerbeeldigste avond
jurk".
,Mijn enkel doet werkelijk nog pijn", gaf
het meisje toe, terwijl ze een stap probeerde
te loopen. „Ik geloof, dat ik uw ultnoodiging
maar aan zal nemen, Mr. Chandler. Noemt u
maar Miss Marian".
„Vooruit aan maar", zei de architect in
den dop, opgewekt, „we hoeven niet ver meer.
Er is hier vlak bij een uistekende gelegen
heid. Leunt u maar een beetje op mijn arm
zoo niet te vlug. Het is zoo saai om
altijd alleen te dinesren. .Ik ben eigenlijk
blij, dat u daar op dat hoekje kwam te
vallen".
Toen het tweetal aan een gezellig tafeltje
in een hoek geïnstalleerd was en de kellner
de bestelling had opgenomen, kwam bij
Chandler al het oude plezier In zijn tienweke-
lijksch uitgangetje weer boven.
Het restaurant was niet zoo chic als dat,
waar hij gewoonlijk naar toe placht te gaan,
maar het was uitstekend, en het meisje tegen
over hem, had, niettegenstaande haar goed
koope jurk en hoed, een aangeboren distinctie
die maakte, dat ze in het minst niet uit den
toon viel. En zij zelf zat naar Chandler's
levendig, knap gezicht te kijken met een uit»
drukking van onmiskenbaar genoegen in haar
oogen.
En toen gebeurde het, dat het vroolijke ge
praat en de wijn en de lichten hem naar zijn
hoofd stegen, en dat hij begon 'te fantaseeren
en den man te spelen, die hij maar eens in
de tien weken was. Hij begon haar te ver
tellen van clubs, en paarden en golf en
reizen in Europa, van fuiven en zijn jacht
in Lachmont. Hij zag, dat ze diep onder den
indruk kwam en dreef zijn dwaasheid steeds
verder. Waarom? Weten wij ooit werkelijk,
waarom wij de dingen dóen, die wij doen
„Dat leven, waarover.u praat", zei ze, „lijkt
zoo nutteloos en leeg. Hebt u dan heelemaal
geen werk, dat u interesseert?"
„Mijn beste Miss Marian", riep hij uit.
„Werk! Wij nietsdoeners hebben het het
drukste van allemaal!"
En toen het diner afgeloopen was, en de
kellner zijn fooi had, liepen ze met zijn
tweeen naar den hoek, waar ze elkaar ont
moet hadden. Miss Marian's voet was zoo goed
als over.
„Dank u wel voor den prettigen avond",
zei ze hartelijk. „Ik moet nu naar huis. Ik
he'o erg genoten. Mr. Chandler".
Hij gaf haar de hand, met een glimlach
op zijn gezicht, en zei iets over een beetje
bridgen op zijn club. Hij keek haar na, zoo
als ze van hem weg liep, en riep toen een
taxi aan om zich thuis te laten brengen.
In zijn koude kamer trok hij zijn smoking
uit.
„Dat was een allemachtig lief meisje'1,
zei hij bij zich zelf. „Misschien als ik haar
de waarheid verteld had in plaats van al die
opschepperij
Het meisje was intusschen haastig een
paar straten doorgeloopen en had toen aan
gebeld bij één van de reusachtige huizen in
een straat, waar alleen millionnairs en nog
hoogere goden woonden. Ze ging haastig naar
binnen en ging de trappen op naar een kamer
waar een knap jong meisje ongerust uit het
raam stond te kijken.
„O jou lastpost!" riep ze uit „Mama heeft
in doodelijke angst over Je gezeten. En in
Marie's jurk en hoed! Je bent meer dan twee
uur weg geweest. Louis is met de auto naar
je zoeken".
En ze drukte op een knopje, waarop een
keurig dienstmeisje in de deur verscheen.
Marie, zeg even aan mama dat Miss Marian
teug is".
„Wees nou maar gauw lief op me, ik ben
alleen even naar Madame Theo geweest om
te zeggen, dat ik toch lila kant in plaats van
rose wilde hebben. Ze dachten allemaal dal
ik een winkelmeisje was. En toen ben ik ge»
vallen en heb ergens in een restaurant wat
gewacht tot ik weer loopen kon. Daarom
duurde het zoo lang".
De twee meisjes zaten in de vensterbank
en keken uit in de verlichte straat. Het jong
ste verstopte opeens haar hoofd in haar
zuster's schoot.
„We zullen alle twee wel eens moeten
trouwen, hè? We zijn zoo rijk dat we er
wel niet aan zuilen ontkomen. Zal ik je eens
vertellen, van wat voor man ik vast en zeker
zou kunnen houden?"
„Vooruit maar, dwaasje", glimlachte de
ander.
„Ik zou kunnen houden van een man met
donkere, vriendelijk oogen, die lief en be
leefd tegen arme meisjes is, die knap en echt
goed is, en niet probeert te flirten. Maar ik
zou alleen van hem kunnen houden, als hij
een beetje eerzucht had en wat wilde berei
ken in de wereld. Het zou me niet kunnen
schelen of hij arm was, ik zou hem kunnen
helpen. Maar ik zou nooit kunnen houden
van het soort mannen, dat we altijd oaitmoe
ten het soort, dat niets doet en zegt, dat
ze het druk hebben zelfs niet als ze lieve
dingen deden vobr arme meisjes, die ze op
straat ontmoeten".
VAN HAARLEM'S DAGBI AD No 157*
D" minuut die een eeuw lykt
DE 1 MEI-VIERING.
DE TRANSPARANTEN IN DEN
STOET.
Door het 1 Mei»Comité is besloten de vol
gen de transparanten in de avonddemonstratie
te doen meevoeren:
Voor opheffing van den grond woeker.
Voor bedrijfsorganisatie en medezeggen
schap.
Op voor ontwapening.
Eischt medezeggingschap
Wij eischen staatspensioen-
Strijdt mee voor den achturendag.
Militairisme is kapitalisme.
Wij eischen vacantie.
Vrede beteekent weivaart.
Oorlog is vernietiging.
Wij eischen een zorgeloozen ouden dag.
Arbeiders aller landen vereenigt u.
Wij hebben reeds veel tot stand gebracht,
hebt gij daaraan meegedaan?
.Strijd" is de voorwaarde, voor overwin
ning.
Coöperatie is zelf doen.
Op voor socialisatie.
Ook de nieuwe ziektewet, kan ons niet
bevredigen, strijdt mee voor een betere.
Kennis is macht. Wordt lid van het Instituut
voor Arbeidersontwikkeling.
Arbeiders sluit u aan bij het Instituut voor
Arbei dersontwiikkeling.
1 Mei, arbeidersfeestdag.
ARBEIDERS SPORTBOND-
Door de afdeeling Haarlem van den Ar
beiders Sportbond wordt een verloting ge
organiseerd ten bate van deze organisatie.
Een korps pijpers en tamboers wil men in
navolging van enkele andere afdeeüngen op»
richten.
HET HOOGOVENBEDRIJF TE
IJMUIDEN.
EEN BELANGRIJK OVERZICHT.
In het laatste overzicht van de Amster-
damsche Bank heeft ir. G. A. Kessler, direc
teur van de Koninklijke Nederlandschc
Hoogovens en Staalfabrieken te IJmuiden
het hoogovenbedrijf in Nederland be
sproken.
Daarin schetst hij het ontstaan van de
Hoogovens als uitvloeisel van den wereld
oorlog De productie vermeerderde van 1924
tot 1929 van 91.100 m.t. tot 253,800 m.t. de
maximum-productie werd echter tot nu toe
bereikt in 1928 met 258,200 m.t.
Op de onbeschermde markt, open dus
voor den aanvoer van het product der mach
tige omringende ruw-ijzer-produceerende in
dustrieën, wist het bedrijf een van jaar tot
jaar stijgend gedeelte van de vraag naar
ruwljzer der ijzer- en staalgieterijen tot zich
te trekken.
De afzet op de binnenlandsche markt liep
op van 30.000 in 1926 tot 59.000 in 1929, in
procenten van het verbruik is dit 46 en 66.
Deze afzet vormt een betrekkelijk klein ge-
den uitgevoerd.
deelte van de productie. De rest moet wor-
Als je eindeloos om de lift gebeld hebt en je herinnert
je dat je je portefeuille op je kantoor hebt laten liggen,
juist op het oogenblik dat het wat-heb-jij-'n-haast
gezicht van den liftbediende door de ruit zichtbaar
wordt.
(Nadruk verboden.)
Het hoogovenbedrijf te Umuiden heeft
met zijn productie van ruim 250.000 ton ruw-
ijzer per jaar Nederland niet gebracht in de
rij der landen, die de eerste plaats onder de
ruwijzer voortbrengende gebieden innemen.
Doch als ijzer exporteerend land is Neder
land, sedert het een eigen hoogovenbedrijf in
IJmuiden heeft, een factor waarmede op de
wereldmarkt rekening moet worden gehou
den.
De opbrengst van de export is als gevolg
van het veranderend beeld, dat de lijst van
landen, waarnaar LJmuiden exporteert, ver
toont, in het algemeen onbevredigend.
Daarom is van essentieele beteekenis, dat
IJmuiden zijn bijproducten kan productief
maken in de stikstoffabriek.
Wat de rentabiliteit van het bedrijf be
treft, merkt de directeur o.a. nog op, dat het
Nederlandsche hoogovenbedrijf nog in het
stadium is, waarin de winsten, welke de ex
ploitatie oplevert, moeten worden aange
wend om de boekwaarde der investeerlngen
omlaag te brengen. Tot nu toe werd in het
bedrijf een kapitaal van f 25 millioen vast
gelegd, waartegenover een bedrag van f 8
millioen op de afschrijvingsrekening - kon
worden afgeboekt.
HET MONUMENT VOOR
JULIANA VAN STOLBERG.
REDE VAN DE KONINGIN.
Na dc rede van Dr. De Visser, sprak de
Koningin een kort- woord, uiting gevende
aan de vreugde bij deze onthulling cn in de
overtuiging dat de nagedachtenis van Juliana
van Stolberg zegenend en bevrijdend kan
werken, ook in onze dagen.
De gedachte aan deze hoogbegenadigde
vrouw kan ons meer zijn dan een schoone
herinnering; zij kan ons een kracht zijn in
het heden en een weg wijzen voor de toe
komst.
De Koningin hoopte dat in dien zin inspi
ratie van het monument zal uitgaan. Zij
schetste tenslotte Juliana van Stolberg als de
goede genius van haar gezin, haar omgeving
en ons land eenige eeuwen geleden en wekte
op, haar lichtend voorbeeld getrouwelijk te
volgen.
MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON DOOR
DE GEMEENTE.
De Federatie Haarlem van de Sociaal-De
mocratische Arbeiders Partij houdt Vrijdag
25 April a.s. een ledenvergadering in de Cen
trale.
De heer M. A. Reinalda zal spreken over:
.Maatschappelijk hulpbetoon door de Ge
meente".
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
VRAAGT VOOR UW BINNEN- EN BUITEN
FIRMA J. HEYDANUS Zn
KONINGSTRAAT 25 PARKLAAN 60 rd
Tal. 11361 Tan 8—12 an 1*4 5. Zatard. 8—1
DE OPENING VAN IJMUIDEN'S
SLUIS.
UITZENDING DOOR DE A. V. R. O.
Naar het Hbldverneemt, zal de opening
van de nieuwe sluis te Umuiden op as.
Dinsdag door de A.V.R.Q. uitgezonden wor-o
den.
VERGADERING VAN CHAUFFEURS.
Door de afdeeling Haarlem van de Ned. Unie
aangesloten bij den Centralen Bond van
Transportarbeiders werd Dinsdagavond een
vergadering gehouden in het gebouw De
Centrale.
De heer A. Mars behandelde den beschrij
vingsbrief voor het Zaterdag en Zondag te
houden congres en tevens de meening van
het afdeelingsbestuur over de verschillende
voorstellen.
In 'i bijzonder werden de voorstellen be
sproken waarin verzocht wordt om verzwaring
van het rij vaardigheidsexamen en het in
stellen door de overheid van chauffeurs-
scholen, zoodat niet zooals thans het geval is,
maar luk=raak chauffeurs door z.g. chauf-
feursschoien worden afgeleverd en den weg
onveilig maken. Ook vroeg het voorstel om
een intensieve actie in te zetten opdat ook
de chauffeurs onder de arbeidswet komen te
vallen, groote aandacht van de vergadering.
Er werd op aangedrongen speciaal deze voor
stellen te verdedigen op het congres. Als
afgevaardigden werden de heeren A. Mars, S.
Stienstra en Wanders aangewezen terwijl de
heer W. Mulder namens het Uniebestuur het
congres zal bijwonen.
Door de vergadering werd de aandacht van
het bestuur gevestigd op het feit dat door
verschillende ondernemingen het rustaagbe-
sluit niet behoorlijk wordt nagekomen, daar
er nog ondernemingen zijn waar buitenge
woon lange arbeidsdagen worden gemaakt en
geen vrije dag wordt verleend. Het bestuur
zal deze kwestie met de betreffende autori
teiten, die met de controle zijn belast, ba*
spreken.
FEUILLETON
Naar het Engelse-h, door
J. VAN DER SLUYS.
HOOFDSTUK XV.
.MEVROUW GARDENER WAS ER ERG OP
GESTELD".
„Het split mc als Ik u (jederanseerd heb,
maar mevrouw Gardener was erg op uw
komst gesteld. En de dokter vond het ook
heel gewenscht, dat u kwam."
„Ik heb geen oogenbük geaarzeld om te ko
men", antwoordde Hilary, terwijl ze met een
ontwapenenden glimlach in de koude oogen
van de oudste der drie dames Drivers keek.
„U moet vooral niet denken dat ik het ver
velend vond; ik wil graag alles deen wat ik
kan, om mevrouw Gardener het leven een
beetje dragelijker te maken. Het eenige is,
dat ik het niet prettig vond om mevrouw
Derfield, die zoo buitengewoon lief voor mij
is, alleen te moeten laten, juist nu zij mij
noodig heeft- Ze heeft het heel moeilijk nu
haar broer zoo ernstig ziek is."
„Och ik geloof dat we allemaal onze
moeilijkheden te dragen hebben" meende
juffrouw Drivers op norschen toon en haar
gezicht kreeg nog een harder uitdrukking
dan het al had. „Ik vind dat w U zelfs mee r
dan ons deel ervan krijgenen waar
aan we dat. verdiend hebben, wee/ ik nietl"
i pc kale, onvriendelijke ontvangkamer,
waar zij binnengelaten was, paste, vond
Hilary, heelemaal bij deze harde, sarcas
tische, verbitterde vrouw. Niets in het vertrek
gaf een gevoel van comfort of behagelijk
heid, nergens had oen zorgvuldige hand wat
verfijning, iets wat het oog aangenaam aan
deed, getooverd. Het meubilair bepaalde zich
tot het hoog-noodige: er waren stoelen,
omdat er nu eenmaal niehschen waren die
zitten moesten! Aan de meest elementaire
eischen van dc praktijk was voldaan en
daarmee afgeloopen, maar er was niets dat
ook maar eenigszins naar overbodige weelde
zweemde. De aanblik van deze kamer en van
de oudste der drie bewoonsters van „Heide-
zicht", gaven het jonge meisje, dat zooeven
was aangekomen, een pijnlijke gewaarwor
ding van veriatenheid.
Ze had deze juffrouw Drivers de oudste
te voren nooit ontmoet en ze vroeg zich af
waarom de oogen van deze dame toch zoo
bitter zouden staan en haar dunne mond in
zulke strakke lijnen getrokken was.
Blijkbaar verried Hilary's gezicht wat er in
haar omging, want opeens viel juffrouw
Drivers uit:
„U vindt natuurlijk dat ik mijn lot gelaten
behoorde te dragen; als een kruis dat mij
door een hoogere macht is opgelegd! Maar
ik ben niet van dat maaksel; ik kan mij er
niet bij neerleggen, dat Ik door het Noodlot,
of hoe u het noemen, wil, uitverkoren schijn
te zijn om niets dan kwaad te ondervindon."
„Soms komt het goed in ons leven voort
uit de dingen, die ons kwaad toeschijnen",
waagde Hilary te zeggen. D? bitterheid,
waarvan het heele wezen van de oudere da
me als doortrokken was, vervulde haar met
diep medelijden en op haar spontane, meis
jesachtige manier, wilde ze trachten juf
frouw Drivers wat troost te brengen.
Maar haar gastvrouw had voor haar op
merking alleen een harde lach over.
„Goed uit kwaad voortkomen?" riep ze
schamper uit.
„Zeker", hield Hilary dapper vol. „Ik bedoel
natuurlijk niet direct.; maar op den langen
duur, blijkt het vaak, dat iets, dat we als
een kwaad beschouwd hebben, een wending
ten goede in ons leven brengt,"
„Die poëtische gedachten gaan mij een
beetje te hoog hoor", smaalde juffrouw
Drivers. „Ik ben een heel nuchter schepsel cn
ik heb nog nooit een zweempje goeds kunnen
ontdekken in alle ellende die wo hebben
doorgemaakt. Mijn zusters en ik zijn niet
geneigd om te danken voor het goede.we
hebben in ons leven geen goeds ondervon
den!"
„Oostamelde Hilary met een
huivering bij zooveel troosteloos pessimisme.
„Als u ouder wordt, zult u hoopen men
schen ontmoeten zooals wij", vervolgde juf
frouw Drivers onmeedoogend. „We zijn he
laas de eenlgen niet, die geen reden tot ook
maar de minste dankbaarheid hebben. Toen
ik zoo oud was als u. vleide ik mijzelf met de
verwachting, dat het leven mij een heeleboel
goeds en moois zou brengen en als u zoo oud
bent als ik, zult u wel niet meer zoo lichtzin
nig praten over 't goeds dat uit het kwade
voortkomt."
„O, ik hoop van niet." Hilary sprak op
voor haar doen ongewoon heftigen toon.
..Moeder heeft zóó 7n moeilijk leven gehad,
maar die zei altijd dat er zooveel was om
zich over tc verheugen, ondanks alle narig
heid. Ze heeft me geleerd om altijd de zon
zijde van de dingen te zoeken."
„De zonzijde! Sommige dingen hebben
geen zonzijde; ze zijn dóór en dóór zwart.!"
„Moeder heeft ontzettende zorgen gehad
en toch is ze altijd overtuigd gebleven dat
niets ter wereld absoluut zwart was"
„Ik hoop dat die overtuiging u ook altijd
zal bijblijven", verklaarde juffrouw Drivers
droog, „ik heb het nooit zoo kunnen zien".
En bijna den heelen verderen dag werd Hi
lary vervolgd door de somberheid en triest
heid van juffrouw Driver's kijk op het leven
en terwijl ze trachtte opgewekt te praten
met mevrouw Gardener, zag ze telkens de
grijze oogen voor zich die haar zoo vol bit
terheid hadden aangekeken, den grimmigen
glimlach, waarin geen spoor van levens
vreugde was
„Ik verlangde er erg naar om je te zien"
had mevrouw Gardener haar begroet. „Als ik
jou by me heb, voel ik me veel beter; je doet
me denken aan Clare en aan de gelukkige
dagen van vroeger. Niet dat ik niet geluk
kig was met Ralph! Arme Ralph! Hij heeft
de laatste jaren niet veel aan me gehad. Al
les scheen me te zwaar te worden en als
ik dan tobde werden mijn hersens zoo moe,
zoo moe."
De zieke praatte aan een stuk door en ze
liep steeds maar de kamer op en neer; op de
rustelooze manier, die Hilary van haar vroe
gere bezoeken kende.
„En ofschoon ik mij beter voel", ging me
vrouw Gardener voort, „ofschoon mijn hoofd
niet zoo leeg is ais anders en ik dien vreese-
lijken. knellenden druk erop niet heb. weet
ik toch, dat ik nooit meer goed genoeg zal
zijn, om naar huls terug te gaan en zelf *e
zorg vcor kleine Babs op mij nemen. Zuster
weet dat ook wel!"
En ze wendde zich naar de vriendelijke
verpleegster, die aan tafel met naaiwerk be
zig was.
„We moeten niet trachten zoover vooruit
te kijken, mevrouw Gardener", antwoordde
zuster Roze kalmeerend," en „nooit" is wol
een erg groot woord om zoo gedecideerd te
gebruiken, vindt u zelf ook nietl"
„Och, u weet het immers net zoo goed als
ik", weerde de patiënte ongeduldig af". „Na
tuurlijk, het is uw plicht om er bij uw patiënt
den moed in te houden en me te laten geloo
ven dat ik weer heelemaal beter zal worden.
„Ze wachtte even en ging voort tot Hilaiy:
■Dat Ls juist de reden, dat ik zoo graag
wilde dat je kwam. Ik weet niet wanneer
Ralph terugkomt; zijn zaken kunnen hem
nog wel een heelen tijd in Indië vasthouden.
En ik zou zoo graag willen dat Babs goed
verzorgd was. als ik mocht komen te sterven
vóór Ralph terug is."
„Ik weet zeker dat juffrouw en meneer
Dunbar het kleintje net zoo lang bij zich
willen houden, als u maar wilt; daarover
moet u vooral niet tobben. Juffrouw Dun
bar is dol op Babs en haar neef ook. Ze zul
len alles voor het kind doen."
Onrustig van het eene onderwerp op het
andere overspringend, vervolgde mevrouw
Gardener:
„Ik wilde wel dat we wat meer over jou
gowaar konden worden! Ik heb nooit van
mysteries gehouden en de manier waarop je
vader verdwenen is, was wel heel mysterieus.
Ik meen dat je me verteld hebt, dat iemand
alles nog eens precies onderzoeken zou."
Ze fronste de wenkbrauwen in een poging
om zich nauwkeuriger te herinneren wat
haar nichtje gezegd had en haar stem klonk
weer hoogst geprikkeld.
„Mijn voogd. Dr. Harding, heeft zijn best
gedaan om iets meer gewaar te worden over
de identiteit van mijn vader. Maar hij heeft
niets kunnen ontdekken dat we niet al wis
ten".
(Wordt vervolgd).