H. D. VERTELLINGEN. FLITSEN STADSNIEUWS SCHILDERWERK DE WEG TOT HET HART HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 24 APRIL 1930 (Nadruk Terboden; auteursrecht voorbehouden). door O. HENRY. De Vergissing, Mr. Towers Chandler was bezig zijn smoking op te persen in zijn dakkamertje. Z(jn eene strijkijzer stond warm te wordte-n. op een iklein gaskacheltje, het andere werd ijverig heen en weer gehaald over de scherpe vouw, die straks regelrecht -van Mr. Clhandl'or's lakschoenen naai zijn onberispelijk vest zou loopen. Chandler verdiende achttien dollar in de week. Hij had een baan Je op een architec tenkantoor, was twee en twintig, geloofde, dat de architectuur onder Kunst met een groote K thuis hoorde, en vond, hoewel hij dat nooit openlijk in New York zou hebben durven toegeven, dat de kathedraal in Milaan mooier was dan welke wolkenkrabber ook. Iedere week legde hij één dollar van zijn verdiensten terzijde, en na tien weken ging hij van zijn opgespaarde tien dollar één avond in grootschen stijl uit en leefde een paar uur lang het leven, dat hier op aarde slechts het permanent eigendom is van mil- lionnairs. En één ding ls buiten kijf: hij had van zijn één avond op de zeventig meer plezier dan wie ook van zijn zeventig in de rlen weken. Deze avond was de eene uit de zeventig. De verdere negen en zestig zou hij in zijn daagsche pakje in een goedkoop restaurantje eten, of soupeeren van sandwiches en bier an zijn dakkamertje. En dat had hij er best voor over, want hij was een ware zoon van de groote stad New York, en één avond voor het voetlicht maakte vele andere goed. Chandler stapte zijn deur uit, toen het nog half licht was, want wanneer men maar één van de zeventig dagen lid van de beau monde is, probeert men er zoo lang mogelijk van te genieten. Op een hoek midden in de stad bleef hij 6taan, waar hij gewoonlijk op zijn millionairs- avonden dineerde. Juist op dat oogenbl.k kwam er een meisje den hoek om, gleed uit op een stukje bevroren sneeuw en viel op het trottoir. Chandler hielp haar overeind met eenige hoffelijke woorden. Zij strompelde naar den huizenkant, leunde ertegen en dankte hem verlegen. „Ik geloof, dat ik mijn enkel verstuikt heb' zei ze, „ik voelde iets zwikken, toen ik viel". „Doet het erge pijn?" informeerde Chand ler. „Alleen, als ik erop sta. Ik zal zoo direct wel weer kunnen loopen". .Als ik iets voor u dan kan aarzelde de Jonge man. „Een taxi roepen, of „Nee, dank u", zei het meisje vriendelijk maar gedecideerd. „Maakt u u maar niet verder bezorgd over mij. Het was erg dom van me- En ik heb niet eens hooge hakken dus die kan ik er de schuld niet van geven". Chandler keek haar aan, en zag dat ze knap was, met mooie lieve oogen. Ze had een goedkoope zwarte jurk aan, zooals zoo veel winkelmeisjes dragen. Haar glanzend bruin haar kwam te voorschijn van onder een hoed van zwart stroo met een fluweclen lint er om heen. Ze w,as het type van het stadsmeisje, dat haar eigen brood verdienen moet. Er ging plotseling een idee dor hem heen. Hij zou haar vragen om met hem ergens te gaan dineeren. Dan zou hij nog twee maal zooveel plezier kunnen hebben van zijn avond. Het was natuurlijk niet heelemaal zcoals het hoorde, maar zij was er wel het type naar om zich niets van dergelijke idiote conventies aan te trekken. Zij zouden, met wat beleid, heel wat plezier kunnen hebben van zijn tien dollars, en het zou zonder twijfel een ple ziertje voor haar zijn, dat haar niet alle dagen in den schoot geworpen werd. i „Ik geloof", zei hij ernstig tegen haar, „dat uw voet erger is dan u zoo wel denkt. En ik weet een manier, waarop u hem nog een poosje uit kunt laten rusten en mij tegelijker tijd een groot plezier doen. Ik was net van plan om ergens in mijn eentje te gaan eten, INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. a 60 Cts. per regel. RestaurantHildebrand" Einde der Dreef. Tel. 10268. Levering van dejeuners, diners en soupers bij U aan huis. Koude en warme schotels. De gelegenheid tot het geven van partijen. toen u om den hoek kwam rollen. Als u eens met me meeging, dan ben ik meteen niet meer alleen, en kunt u uw enkel een beetje op dreef laten komen". Het meisje keek hem onderzoekend aan. Haar oogen twijfelden even, toen ze het eerlijke, open gezicht tegenover zich zag, toen begon ze te lachen. .Maar we kennen elkaar niet het zou eigenlijk niet 'netjes zijn. hè?", zei ze aar zelend. „Ik geloof niet, dat 'het erg onbehoor lijk zou zijn", zei de jonge man ronduit- „Mag ik me even voorstellen mijn naam is Towers Chandler. Als we samen gegeten hebben, zal ik u goeden avond wenschen, of u veilig naar uw hiuis brengen, wat u maar wilt". ,Maar dat is allemaal mooi en wel", zei het meisje met een blik op Chandler's on berispelijke smoking. ,MoL d^ze oude jurk aan en zoo'n hoed!" „Wat doet dat er nu toe", zei Chandler on bekommerd. „U ziet er zoo veel aardiger uit dan wie ook in de allerbeeldigste avond jurk". ,Mijn enkel doet werkelijk nog pijn", gaf het meisje toe, terwijl ze een stap probeerde te loopen. „Ik geloof, dat ik uw ultnoodiging maar aan zal nemen, Mr. Chandler. Noemt u maar Miss Marian". „Vooruit aan maar", zei de architect in den dop, opgewekt, „we hoeven niet ver meer. Er is hier vlak bij een uistekende gelegen heid. Leunt u maar een beetje op mijn arm zoo niet te vlug. Het is zoo saai om altijd alleen te dinesren. .Ik ben eigenlijk blij, dat u daar op dat hoekje kwam te vallen". Toen het tweetal aan een gezellig tafeltje in een hoek geïnstalleerd was en de kellner de bestelling had opgenomen, kwam bij Chandler al het oude plezier In zijn tienweke- lijksch uitgangetje weer boven. Het restaurant was niet zoo chic als dat, waar hij gewoonlijk naar toe placht te gaan, maar het was uitstekend, en het meisje tegen over hem, had, niettegenstaande haar goed koope jurk en hoed, een aangeboren distinctie die maakte, dat ze in het minst niet uit den toon viel. En zij zelf zat naar Chandler's levendig, knap gezicht te kijken met een uit» drukking van onmiskenbaar genoegen in haar oogen. En toen gebeurde het, dat het vroolijke ge praat en de wijn en de lichten hem naar zijn hoofd stegen, en dat hij begon 'te fantaseeren en den man te spelen, die hij maar eens in de tien weken was. Hij begon haar te ver tellen van clubs, en paarden en golf en reizen in Europa, van fuiven en zijn jacht in Lachmont. Hij zag, dat ze diep onder den indruk kwam en dreef zijn dwaasheid steeds verder. Waarom? Weten wij ooit werkelijk, waarom wij de dingen dóen, die wij doen „Dat leven, waarover.u praat", zei ze, „lijkt zoo nutteloos en leeg. Hebt u dan heelemaal geen werk, dat u interesseert?" „Mijn beste Miss Marian", riep hij uit. „Werk! Wij nietsdoeners hebben het het drukste van allemaal!" En toen het diner afgeloopen was, en de kellner zijn fooi had, liepen ze met zijn tweeen naar den hoek, waar ze elkaar ont moet hadden. Miss Marian's voet was zoo goed als over. „Dank u wel voor den prettigen avond", zei ze hartelijk. „Ik moet nu naar huis. Ik he'o erg genoten. Mr. Chandler". Hij gaf haar de hand, met een glimlach op zijn gezicht, en zei iets over een beetje bridgen op zijn club. Hij keek haar na, zoo als ze van hem weg liep, en riep toen een taxi aan om zich thuis te laten brengen. In zijn koude kamer trok hij zijn smoking uit. „Dat was een allemachtig lief meisje'1, zei hij bij zich zelf. „Misschien als ik haar de waarheid verteld had in plaats van al die opschepperij Het meisje was intusschen haastig een paar straten doorgeloopen en had toen aan gebeld bij één van de reusachtige huizen in een straat, waar alleen millionnairs en nog hoogere goden woonden. Ze ging haastig naar binnen en ging de trappen op naar een kamer waar een knap jong meisje ongerust uit het raam stond te kijken. „O jou lastpost!" riep ze uit „Mama heeft in doodelijke angst over Je gezeten. En in Marie's jurk en hoed! Je bent meer dan twee uur weg geweest. Louis is met de auto naar je zoeken". En ze drukte op een knopje, waarop een keurig dienstmeisje in de deur verscheen. Marie, zeg even aan mama dat Miss Marian teug is". „Wees nou maar gauw lief op me, ik ben alleen even naar Madame Theo geweest om te zeggen, dat ik toch lila kant in plaats van rose wilde hebben. Ze dachten allemaal dal ik een winkelmeisje was. En toen ben ik ge» vallen en heb ergens in een restaurant wat gewacht tot ik weer loopen kon. Daarom duurde het zoo lang". De twee meisjes zaten in de vensterbank en keken uit in de verlichte straat. Het jong ste verstopte opeens haar hoofd in haar zuster's schoot. „We zullen alle twee wel eens moeten trouwen, hè? We zijn zoo rijk dat we er wel niet aan zuilen ontkomen. Zal ik je eens vertellen, van wat voor man ik vast en zeker zou kunnen houden?" „Vooruit maar, dwaasje", glimlachte de ander. „Ik zou kunnen houden van een man met donkere, vriendelijk oogen, die lief en be leefd tegen arme meisjes is, die knap en echt goed is, en niet probeert te flirten. Maar ik zou alleen van hem kunnen houden, als hij een beetje eerzucht had en wat wilde berei ken in de wereld. Het zou me niet kunnen schelen of hij arm was, ik zou hem kunnen helpen. Maar ik zou nooit kunnen houden van het soort mannen, dat we altijd oaitmoe ten het soort, dat niets doet en zegt, dat ze het druk hebben zelfs niet als ze lieve dingen deden vobr arme meisjes, die ze op straat ontmoeten". VAN HAARLEM'S DAGBI AD No 157* D" minuut die een eeuw lykt DE 1 MEI-VIERING. DE TRANSPARANTEN IN DEN STOET. Door het 1 Mei»Comité is besloten de vol gen de transparanten in de avonddemonstratie te doen meevoeren: Voor opheffing van den grond woeker. Voor bedrijfsorganisatie en medezeggen schap. Op voor ontwapening. Eischt medezeggingschap Wij eischen staatspensioen- Strijdt mee voor den achturendag. Militairisme is kapitalisme. Wij eischen vacantie. Vrede beteekent weivaart. Oorlog is vernietiging. Wij eischen een zorgeloozen ouden dag. Arbeiders aller landen vereenigt u. Wij hebben reeds veel tot stand gebracht, hebt gij daaraan meegedaan? .Strijd" is de voorwaarde, voor overwin ning. Coöperatie is zelf doen. Op voor socialisatie. Ook de nieuwe ziektewet, kan ons niet bevredigen, strijdt mee voor een betere. Kennis is macht. Wordt lid van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling. Arbeiders sluit u aan bij het Instituut voor Arbei dersontwiikkeling. 1 Mei, arbeidersfeestdag. ARBEIDERS SPORTBOND- Door de afdeeling Haarlem van den Ar beiders Sportbond wordt een verloting ge organiseerd ten bate van deze organisatie. Een korps pijpers en tamboers wil men in navolging van enkele andere afdeeüngen op» richten. HET HOOGOVENBEDRIJF TE IJMUIDEN. EEN BELANGRIJK OVERZICHT. In het laatste overzicht van de Amster- damsche Bank heeft ir. G. A. Kessler, direc teur van de Koninklijke Nederlandschc Hoogovens en Staalfabrieken te IJmuiden het hoogovenbedrijf in Nederland be sproken. Daarin schetst hij het ontstaan van de Hoogovens als uitvloeisel van den wereld oorlog De productie vermeerderde van 1924 tot 1929 van 91.100 m.t. tot 253,800 m.t. de maximum-productie werd echter tot nu toe bereikt in 1928 met 258,200 m.t. Op de onbeschermde markt, open dus voor den aanvoer van het product der mach tige omringende ruw-ijzer-produceerende in dustrieën, wist het bedrijf een van jaar tot jaar stijgend gedeelte van de vraag naar ruwljzer der ijzer- en staalgieterijen tot zich te trekken. De afzet op de binnenlandsche markt liep op van 30.000 in 1926 tot 59.000 in 1929, in procenten van het verbruik is dit 46 en 66. Deze afzet vormt een betrekkelijk klein ge- den uitgevoerd. deelte van de productie. De rest moet wor- Als je eindeloos om de lift gebeld hebt en je herinnert je dat je je portefeuille op je kantoor hebt laten liggen, juist op het oogenblik dat het wat-heb-jij-'n-haast gezicht van den liftbediende door de ruit zichtbaar wordt. (Nadruk verboden.) Het hoogovenbedrijf te Umuiden heeft met zijn productie van ruim 250.000 ton ruw- ijzer per jaar Nederland niet gebracht in de rij der landen, die de eerste plaats onder de ruwijzer voortbrengende gebieden innemen. Doch als ijzer exporteerend land is Neder land, sedert het een eigen hoogovenbedrijf in IJmuiden heeft, een factor waarmede op de wereldmarkt rekening moet worden gehou den. De opbrengst van de export is als gevolg van het veranderend beeld, dat de lijst van landen, waarnaar LJmuiden exporteert, ver toont, in het algemeen onbevredigend. Daarom is van essentieele beteekenis, dat IJmuiden zijn bijproducten kan productief maken in de stikstoffabriek. Wat de rentabiliteit van het bedrijf be treft, merkt de directeur o.a. nog op, dat het Nederlandsche hoogovenbedrijf nog in het stadium is, waarin de winsten, welke de ex ploitatie oplevert, moeten worden aange wend om de boekwaarde der investeerlngen omlaag te brengen. Tot nu toe werd in het bedrijf een kapitaal van f 25 millioen vast gelegd, waartegenover een bedrag van f 8 millioen op de afschrijvingsrekening - kon worden afgeboekt. HET MONUMENT VOOR JULIANA VAN STOLBERG. REDE VAN DE KONINGIN. Na dc rede van Dr. De Visser, sprak de Koningin een kort- woord, uiting gevende aan de vreugde bij deze onthulling cn in de overtuiging dat de nagedachtenis van Juliana van Stolberg zegenend en bevrijdend kan werken, ook in onze dagen. De gedachte aan deze hoogbegenadigde vrouw kan ons meer zijn dan een schoone herinnering; zij kan ons een kracht zijn in het heden en een weg wijzen voor de toe komst. De Koningin hoopte dat in dien zin inspi ratie van het monument zal uitgaan. Zij schetste tenslotte Juliana van Stolberg als de goede genius van haar gezin, haar omgeving en ons land eenige eeuwen geleden en wekte op, haar lichtend voorbeeld getrouwelijk te volgen. MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON DOOR DE GEMEENTE. De Federatie Haarlem van de Sociaal-De mocratische Arbeiders Partij houdt Vrijdag 25 April a.s. een ledenvergadering in de Cen trale. De heer M. A. Reinalda zal spreken over: .Maatschappelijk hulpbetoon door de Ge meente". INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. VRAAGT VOOR UW BINNEN- EN BUITEN FIRMA J. HEYDANUS Zn KONINGSTRAAT 25 PARKLAAN 60 rd Tal. 11361 Tan 8—12 an 1*4 5. Zatard. 8—1 DE OPENING VAN IJMUIDEN'S SLUIS. UITZENDING DOOR DE A. V. R. O. Naar het Hbldverneemt, zal de opening van de nieuwe sluis te Umuiden op as. Dinsdag door de A.V.R.Q. uitgezonden wor-o den. VERGADERING VAN CHAUFFEURS. Door de afdeeling Haarlem van de Ned. Unie aangesloten bij den Centralen Bond van Transportarbeiders werd Dinsdagavond een vergadering gehouden in het gebouw De Centrale. De heer A. Mars behandelde den beschrij vingsbrief voor het Zaterdag en Zondag te houden congres en tevens de meening van het afdeelingsbestuur over de verschillende voorstellen. In 'i bijzonder werden de voorstellen be sproken waarin verzocht wordt om verzwaring van het rij vaardigheidsexamen en het in stellen door de overheid van chauffeurs- scholen, zoodat niet zooals thans het geval is, maar luk=raak chauffeurs door z.g. chauf- feursschoien worden afgeleverd en den weg onveilig maken. Ook vroeg het voorstel om een intensieve actie in te zetten opdat ook de chauffeurs onder de arbeidswet komen te vallen, groote aandacht van de vergadering. Er werd op aangedrongen speciaal deze voor stellen te verdedigen op het congres. Als afgevaardigden werden de heeren A. Mars, S. Stienstra en Wanders aangewezen terwijl de heer W. Mulder namens het Uniebestuur het congres zal bijwonen. Door de vergadering werd de aandacht van het bestuur gevestigd op het feit dat door verschillende ondernemingen het rustaagbe- sluit niet behoorlijk wordt nagekomen, daar er nog ondernemingen zijn waar buitenge woon lange arbeidsdagen worden gemaakt en geen vrije dag wordt verleend. Het bestuur zal deze kwestie met de betreffende autori teiten, die met de controle zijn belast, ba* spreken. FEUILLETON Naar het Engelse-h, door J. VAN DER SLUYS. HOOFDSTUK XV. .MEVROUW GARDENER WAS ER ERG OP GESTELD". „Het split mc als Ik u (jederanseerd heb, maar mevrouw Gardener was erg op uw komst gesteld. En de dokter vond het ook heel gewenscht, dat u kwam." „Ik heb geen oogenbük geaarzeld om te ko men", antwoordde Hilary, terwijl ze met een ontwapenenden glimlach in de koude oogen van de oudste der drie dames Drivers keek. „U moet vooral niet denken dat ik het ver velend vond; ik wil graag alles deen wat ik kan, om mevrouw Gardener het leven een beetje dragelijker te maken. Het eenige is, dat ik het niet prettig vond om mevrouw Derfield, die zoo buitengewoon lief voor mij is, alleen te moeten laten, juist nu zij mij noodig heeft- Ze heeft het heel moeilijk nu haar broer zoo ernstig ziek is." „Och ik geloof dat we allemaal onze moeilijkheden te dragen hebben" meende juffrouw Drivers op norschen toon en haar gezicht kreeg nog een harder uitdrukking dan het al had. „Ik vind dat w U zelfs mee r dan ons deel ervan krijgenen waar aan we dat. verdiend hebben, wee/ ik nietl" i pc kale, onvriendelijke ontvangkamer, waar zij binnengelaten was, paste, vond Hilary, heelemaal bij deze harde, sarcas tische, verbitterde vrouw. Niets in het vertrek gaf een gevoel van comfort of behagelijk heid, nergens had oen zorgvuldige hand wat verfijning, iets wat het oog aangenaam aan deed, getooverd. Het meubilair bepaalde zich tot het hoog-noodige: er waren stoelen, omdat er nu eenmaal niehschen waren die zitten moesten! Aan de meest elementaire eischen van dc praktijk was voldaan en daarmee afgeloopen, maar er was niets dat ook maar eenigszins naar overbodige weelde zweemde. De aanblik van deze kamer en van de oudste der drie bewoonsters van „Heide- zicht", gaven het jonge meisje, dat zooeven was aangekomen, een pijnlijke gewaarwor ding van veriatenheid. Ze had deze juffrouw Drivers de oudste te voren nooit ontmoet en ze vroeg zich af waarom de oogen van deze dame toch zoo bitter zouden staan en haar dunne mond in zulke strakke lijnen getrokken was. Blijkbaar verried Hilary's gezicht wat er in haar omging, want opeens viel juffrouw Drivers uit: „U vindt natuurlijk dat ik mijn lot gelaten behoorde te dragen; als een kruis dat mij door een hoogere macht is opgelegd! Maar ik ben niet van dat maaksel; ik kan mij er niet bij neerleggen, dat Ik door het Noodlot, of hoe u het noemen, wil, uitverkoren schijn te zijn om niets dan kwaad te ondervindon." „Soms komt het goed in ons leven voort uit de dingen, die ons kwaad toeschijnen", waagde Hilary te zeggen. D? bitterheid, waarvan het heele wezen van de oudere da me als doortrokken was, vervulde haar met diep medelijden en op haar spontane, meis jesachtige manier, wilde ze trachten juf frouw Drivers wat troost te brengen. Maar haar gastvrouw had voor haar op merking alleen een harde lach over. „Goed uit kwaad voortkomen?" riep ze schamper uit. „Zeker", hield Hilary dapper vol. „Ik bedoel natuurlijk niet direct.; maar op den langen duur, blijkt het vaak, dat iets, dat we als een kwaad beschouwd hebben, een wending ten goede in ons leven brengt," „Die poëtische gedachten gaan mij een beetje te hoog hoor", smaalde juffrouw Drivers. „Ik ben een heel nuchter schepsel cn ik heb nog nooit een zweempje goeds kunnen ontdekken in alle ellende die wo hebben doorgemaakt. Mijn zusters en ik zijn niet geneigd om te danken voor het goede.we hebben in ons leven geen goeds ondervon den!" „Oostamelde Hilary met een huivering bij zooveel troosteloos pessimisme. „Als u ouder wordt, zult u hoopen men schen ontmoeten zooals wij", vervolgde juf frouw Drivers onmeedoogend. „We zijn he laas de eenlgen niet, die geen reden tot ook maar de minste dankbaarheid hebben. Toen ik zoo oud was als u. vleide ik mijzelf met de verwachting, dat het leven mij een heeleboel goeds en moois zou brengen en als u zoo oud bent als ik, zult u wel niet meer zoo lichtzin nig praten over 't goeds dat uit het kwade voortkomt." „O, ik hoop van niet." Hilary sprak op voor haar doen ongewoon heftigen toon. ..Moeder heeft zóó 7n moeilijk leven gehad, maar die zei altijd dat er zooveel was om zich over tc verheugen, ondanks alle narig heid. Ze heeft me geleerd om altijd de zon zijde van de dingen te zoeken." „De zonzijde! Sommige dingen hebben geen zonzijde; ze zijn dóór en dóór zwart.!" „Moeder heeft ontzettende zorgen gehad en toch is ze altijd overtuigd gebleven dat niets ter wereld absoluut zwart was" „Ik hoop dat die overtuiging u ook altijd zal bijblijven", verklaarde juffrouw Drivers droog, „ik heb het nooit zoo kunnen zien". En bijna den heelen verderen dag werd Hi lary vervolgd door de somberheid en triest heid van juffrouw Driver's kijk op het leven en terwijl ze trachtte opgewekt te praten met mevrouw Gardener, zag ze telkens de grijze oogen voor zich die haar zoo vol bit terheid hadden aangekeken, den grimmigen glimlach, waarin geen spoor van levens vreugde was „Ik verlangde er erg naar om je te zien" had mevrouw Gardener haar begroet. „Als ik jou by me heb, voel ik me veel beter; je doet me denken aan Clare en aan de gelukkige dagen van vroeger. Niet dat ik niet geluk kig was met Ralph! Arme Ralph! Hij heeft de laatste jaren niet veel aan me gehad. Al les scheen me te zwaar te worden en als ik dan tobde werden mijn hersens zoo moe, zoo moe." De zieke praatte aan een stuk door en ze liep steeds maar de kamer op en neer; op de rustelooze manier, die Hilary van haar vroe gere bezoeken kende. „En ofschoon ik mij beter voel", ging me vrouw Gardener voort, „ofschoon mijn hoofd niet zoo leeg is ais anders en ik dien vreese- lijken. knellenden druk erop niet heb. weet ik toch, dat ik nooit meer goed genoeg zal zijn, om naar huls terug te gaan en zelf *e zorg vcor kleine Babs op mij nemen. Zuster weet dat ook wel!" En ze wendde zich naar de vriendelijke verpleegster, die aan tafel met naaiwerk be zig was. „We moeten niet trachten zoover vooruit te kijken, mevrouw Gardener", antwoordde zuster Roze kalmeerend," en „nooit" is wol een erg groot woord om zoo gedecideerd te gebruiken, vindt u zelf ook nietl" „Och, u weet het immers net zoo goed als ik", weerde de patiënte ongeduldig af". „Na tuurlijk, het is uw plicht om er bij uw patiënt den moed in te houden en me te laten geloo ven dat ik weer heelemaal beter zal worden. „Ze wachtte even en ging voort tot Hilaiy: ■Dat Ls juist de reden, dat ik zoo graag wilde dat je kwam. Ik weet niet wanneer Ralph terugkomt; zijn zaken kunnen hem nog wel een heelen tijd in Indië vasthouden. En ik zou zoo graag willen dat Babs goed verzorgd was. als ik mocht komen te sterven vóór Ralph terug is." „Ik weet zeker dat juffrouw en meneer Dunbar het kleintje net zoo lang bij zich willen houden, als u maar wilt; daarover moet u vooral niet tobben. Juffrouw Dun bar is dol op Babs en haar neef ook. Ze zul len alles voor het kind doen." Onrustig van het eene onderwerp op het andere overspringend, vervolgde mevrouw Gardener: „Ik wilde wel dat we wat meer over jou gowaar konden worden! Ik heb nooit van mysteries gehouden en de manier waarop je vader verdwenen is, was wel heel mysterieus. Ik meen dat je me verteld hebt, dat iemand alles nog eens precies onderzoeken zou." Ze fronste de wenkbrauwen in een poging om zich nauwkeuriger te herinneren wat haar nichtje gezegd had en haar stem klonk weer hoogst geprikkeld. „Mijn voogd. Dr. Harding, heeft zijn best gedaan om iets meer gewaar te worden over de identiteit van mijn vader. Maar hij heeft niets kunnen ontdekken dat we niet al wis ten". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6