BRIEVENBUS Aan Allen! Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG —ZEEMAN. Marnixstraat 20. VOGELKOOPSTERTJE. Ik hoop, dat jij ook heel gezellige Paaschdagen hebt gehad. WIM v. d. L. Misichien vallen jouw Paaschdagen ook nog wel imee. Was dc receptie gezellig? Door al deze festiviteiten zal de Paasch- week heusch nog vol blijdschap voor Je zijn. Je hebt me op lsten Paaschdag niet gezien want ik was .■Uit dc stad. BALLEN BREISTERTJE. Harte lijk dank voor die alleraardigste Paaschkaart. Wat loopt oat lam metje voorzichtig over de Paas. "v eieren. Heb jij ze ook zoo mooi ge kleurd? KERSTROOSJE. De Paasch dagen waren niet zoo heel mooi hè? Maar daarna werd het heerlijk Lenteweer, 't Hindert niets, of er geen enveloppe om Je briefje zit. Wanneer ben je nu Jarig. Ik kan me best begrijpen, dat Je er heel erg naar verlangt. Ben Je maar een dagje In Zaandijk geweest? Die jonge konijntjes zullen ook wel blij eijn geweest, toen 't zonnetje ging •chljnen. MARINIER. Wel bedankt voor die alleraardigste Paaschkaart. Wat la dat een verstandig haasje, dat al zoo handig kan telefoneeren. M aar die jongen vond lk toch ook knap, dat hij de hazentaal kon ver staan. VOGELKOOPSTERTJE. Ook jou dank ik heel hartelijk voor die allerleukste kaart. Dat stelt zeRer do Paaschwei voor. Die kuikentjes zijn echte pretmakers. ZIJ zijn ze ker ook op dansles geweest, dat ze eoo goed steppen kunnen. NEI.LY B. Wat mu betreft, ïnag je bost zoo Je verkorten naam onder Je werk zetten. Een schuil naam is niet noodzakelijk. Ik vind het leuk. dat je weer tot ons bent teruggekeerd. Vertel me ln Je vol gend briefje eens, wat Je tegen woordig uitvoert. Hoe maken de broers het? En hoe gaat het met moeder en met je tante? MORKOPJE. Wil JIJ voortaan jo naam onder je briefje zetten? Al leen op de enveloppe ls niet vol doende Hoe ls het nu met Je? Je toennt lang ziek geweest hè en 't zonnetje bleef ook zoo lang uit. Ik hoop. dat dit heerlijke Lenteweer- tje een gezond kopje van Je zal ma ken. Wat heb je mooi postpapier yan je broer gehad! NEVADA EN UITLOOPER. Hoe hebben Jullie je Paaschdagen door gebracht? Heb je de bollenvelden nog bekeken? Geniet maar heerlijk van de rust. Straks wordt het voor al voor Nevada weer hard werken op school. Eijn, dat Jullie zulke imoote rapporten thuis brachten. Wat heeft die Johan een prachtig Cijfer voor zijn gedrag. Flinke jon gen, hoorl VICE-ADMIRAAL. Nog wel ge feliciteerd met vaders verjaardag. Ik dacht wel, dat Alle lezen en Schrijven kon. Over een Jaar is ze net zoo knap als Jij nu bent. Kan ze ook al fietsen? Hebben Jullie ook lal plannen voor den fietstocht inde ryacantic? Heb je nu ook nog ge fietst? HET TIMOREESJE. - Deze keer Zijn de raadsels weer niet moeilijk hoor. Jij wordt natuurlijk ook steeds knapper ln 't oplossen. Een goed Rubrlekertje leest natuurlijk altijd de heeie Rubriek. Prettig, dat je van den Zomer Jarig bent. En groote zus ook. Dan kun Je heerlijk naar buiten gaan. Ben Je in de (vacantie nog naar IJmuiden ge weest? Moeders Spirea zal het nu wel goed doen. Warmte en water 'doen haar zoo prachtig groeien. De cactus staat zeker ook fijn in 't zonnetje. Knappe meld, dat Je zoo'n mooi rapprt thuis bracht. Ga maar 0oo door! SPRINKHAANTJE. Misschien heb Je nu den nieuwen wedstrijd al In Onze Jeugd gelezen. Je bent ze ker niet zoo bang voor 't aanstaand examen, t Doet me genoegen, dat Je liet zoo fijn vindt ln Onze Ru briek. Ik schrijf weer gauw een vervolgverhaal voor meisjes. Je Raadsels zijn goed. Gezellig hè, dat grootmoeder zoo lang bij Jullie lo geert. In mijn nieuwe verhaal vertel hc ook wat over een lieve grootmoe per. Je komt zeker nog dikwijls ln IJmuiden? Er wonen natuurlijk ook nog oude vriendinnen van je. Kun je ook zwemmen? DE KLEINE VIOLIST. Jullie kunnen niet in alles uitblinken. Dat verwacht ik ook niet. Deze wedstrijd zal zeker meer ln jullie flank vallen. Jullie zijn van die echte speurders. Bij jullie buiten groeit zooveel, dat je ook in de plantenwereld wel thuis zult zijn. Vind je het bekroonde opstel niet aardig? Hebben jullie gezellige Paaschdagen gehad, al was dan ook geen Paaschweertje? DE KLEINE ZEEMAN. Hoe gaat het er nu mee? En wat heeft eraan gescheeld? 't Is niets erg, als je niet iedere week de raadsels in zendt. Hoeveel raadselboekjes heb Je wel? Als er visitie is, kan jij nog eens raadsels opgeven. Heb je een prettige vacantie? Op 30 April krijg je vacantie, omdat Prinses Juliana jarig is. ZWARTKIJKERTJE. Alle be gin is moeilijk. Deze wedstrijd zal vast in je smaak vallen. Ik vind het heel knap, dat Je voor geen en kel vak een 5 hebt. Wat gezellig, dat Je op lsten Paaschdag naar den kleinen Jager bent geweest. Hebben jullie gewandeld of fyn gespeeld? W. BLOMBERG—ZEEMAN Marnixstraat 20. HAARLEM, 25 April 1930. Onze Bibliotheek. De boeken, die ik wensoh te laten inbinden liggen nu te wachten op den boekbinder, zoodat we ze binnen 14 dagen, hoop ik weer ln O. B. terug hebben. Nieuwe boeken zijn thans weer in O. B. opgenomen en wel: Vader Goedhart (7 jaar en ouder) T. Cooper. De laatste der Mohi kanen. (10 j. en ouder). Verder is een tweede deel opgeno men van Hans Andersen's sprookjes. Deze twee deelcn, worden als één boek beschouwd. Denk er om, boeken mogen niet langer dan veertien dagen in 't be zit der lezers blijven. W. LASSCHUIT. Gr. Houtstraat 155z. INSCHRIJVINGSBILJET. Ondergeteek^nde (lnv. naam en adres) wenscht lezer(es) van ..O. B." te worden en verzoekt om inlichtingen. We kunnen nu beginnen onze éénjarige bloemen te zaaien. Vóór we ze afzonderlijk behandelen, eerst nog enkele dingen in 't alge meen. Bloemplanten zijn meerendeels teerder dan groenten en clschen dan ook meer zorg. De grond waar in gezaaid wordt, moet goed gespit zijn. Hoe dieper men spit, hoe beter de resultaten. Zware grond moet vermengd worden met bladaarde, turfmolm of Iets dergelijks. Voor bloemen is zware bemesting geen verelschte, daar de planten anders meer blad dan bloem geven en om de laatste is het toch begonnen. Zaal vooral niet op beschaduwde plaatsen, daar de planten dan ijl opgroeien en slecht bloeien, vaak wordt te vroeg gezaaid. Door enkele mooie dagen ln Maart wordt men al gauw verlokt te beginnen. Meestal hebben we echter een koud voor jaar. Daarom is 't geraden het zaaien tot begin Mei uit te stellen. Zaaien is lang niet ieders werk, het moet met beleid geschieden. Het beste is op regel te zaaien, wat vooral bij het wieden een groot ge mak ls. 't Valt dan veel gemakke lijker de zaadplanten ran het on kruid te onderscheiden, wat vooral ln het begin soms heel moeilijk is. Is het Je niet mogelijk het vaak heel fijne bloemzaad uit het zakje gelijkmatig to verdeelen. vermeng het dan eerst met een weinig voch tig zand, roer het zaad cr goed doorheen en strooi het dan uit. Het mag natuurlijk niet bloot blijven liggen, het moet met wat aarde be dekt worden. Over het algemeen geldt als regel, dat het zaad met zoo'n laagje aarde bedekt wordt als de korrels dik zijn. Heel fijn zaad behoef je dus niet met aarde te be dekken; het is dan voldoende na de zaaiing den grond goed aan te drukken. Het gezaaide wordt heel luchtig ingehaakt en daarna met den platten kant van de schop of met de vlakke hand aangedrukt Als de zaden op verschillende diep ten in de aarde komen, zullen ze onregelmatig ontkiemen en krijgen we dus planten van verschillende grootte. Dit werkt zeer nadeeüg, vooral voor de laatkomers, die door de andere worden overvleugeld. Direct na het zaaien mag niet ge goten worden. Het ls echter zeer ge- wenscht vóór 't zaaien uitgedroogde grond meermalen flink te begieten. Als het water er dan doorgezakt is. wordt de grond doorgeharkt en ge lijk gemaakt Om te sterke uitdrooglng te voor komen, is het heel goed de bezaaide plek met takjes te beleggen en daarover oude matten of iets der gelijks te spreiden, die des avonds worden weggenomen. Eenige namen van éénjarige bloe men, ook geschikt als snijbloemen. Zonnebloem (Hellanthus) hoog pl.m. 2 M., Helianthus cucusserifo- lius (kleine bloemen 1,5() M.), Cal- liopsis (1 M>, Cosmos Biplnnatus (Cosmea pl.m. 1 M.>, Korenbloem (Centaurea imperialis (één der mooiste zomerbloemen 0.50 M.), Papaver Rhoeas (enkelbloenilg 0,50 M Pioenpapaver (dubbelbloemig 0,50 M.>, IJsland papaver «Papaver nudicaule, overblijvend 0.30 M.), Scabiosa (0,75 M.), Zinnia elegans (0,60 M.), Struisveder asters, Ko meet asters, China asters (enkel- bloemig 0,4o M.), Goudsbloem «Cal- lendula offlcinolis 0,30 M.) Satijn- bloem (Dimorphoteca 0,25 M.), Slaapmutsjes (Eschscholtzla 0,25 M), Afrikanen (Tagetes, hoog 0,50 Mlaag 0,25 M., Oost-Indische kers «Tropaeolum najus nanum, zonder ranken 0,25 M.). TUINIER. HET SPROOKJE VAN DE VIJF BROERS. W. B.Z. Een vader had vijf zoons en toen ze eens op een zomeravond bij el kaar zaten, zei de jongste zoon: „Als ik groot ben. word ik timmer man. Dan bouw ik aardige vroolijke huisjes." „Waarom huisjes? Je moet kasteelcn en paleizen bouwen", zei de tweede. „Als ik groot ben, word ik architect en ik maak grootsche ont werpen." „Wat heb je aan ontwerpen?", riep een derde zoon. „Dat zijn maar nietszeggende teekenlngen. Als ik groot ben, word ik fabrikant van bouwstecnen. Jullie moet bij mij komen om materiaal. Zonder mijn bouwsteenen, komt niets tot stand." „Een toontje lager broer", meng de nummer vier zich nu in het ge sprek. „Om huizen te bouwen Ls meer noodlg dan steenen en kalk. Ik word grondeigenaar. Bij mij moet Je komen om bouwgrond te krijgen." „Dan kunnen wij vieren later sa menwerken om iets goeds tot stand te brengen", zei de eerste een voudig. Toen wendde hij zich tot den oudste en vroeg: „Wat wou jij eigenlijk worden?" „Ik? Ik ga niets doen. Ik ga na denken over 't verkeerde, dat in de wereld is." De vier broeders keken elkaar glimlachend aan. Ze begrepen dien vreemden oudsten broeder niet. Knap was hij zeker. Veel en veel knapper dan zij. Do jaren verliepen. Do kinderen werden menschen. De vijf broeders waren groot geworden en hadden zich een weg door 't leven gebaand. De ouders waren overleden en 't ge beurde slechts zelden, dat het vijf tal tezamen was. Hun idealen wa ren in vervulling gegaan. 't Was weer op een mooien zo- moravond, dat de jongste, die ztfn koperen bruiloft vierde, de andere broeders bij zich noodigde. In 't oude dorp was hij timmerman ge worden. Oud en jong hield van hem. Voor oud en jong stond hij klaar. Waar vroeger een oud bouw vallig krotje stond, was nu een neb huisje verrezen. Groote, deftige hui zen waren er maar weinig in 't klei ne dorp. Doch in de omgeving ver rezen moderne villa's van vreem den bouw. En nu de broers zoo bij elkaar za ten, zei de tweede: ,,'t Is gegaan, zooals wij beiden wenschten. Jij bouwde voor de klei nen, ik ontwierp de nieuwe villa's voor de grooten. Straks zal ook mijn eerste kerk verrijzen." „En Je hebt mijn bouwsteenen gebruikt", zei de derde. „Zelfs over de grenzen zijn ze be roemd." ,,'t Was een geluk, dat ik hier zoo bekend was", zei nu de vierde zoon. „Den grond heb ik me voor een klein prijsje kunnen koopen en jullie heb ben er voordeel van gehad." De vijfde zweeg weer. HIJ zag er niet zoo gelukkig uit als zijn broers. Het oude vrouwtje, dat gebak en koffie bediende, keek hem bezorgd aan. Ze had gedacht, dat dc oudste de beroemdste zou worden. Mis schien was hij ook wel de be roemdste. Maar de gelukkigste was hij zeker niet. Over 't gezicht van 't oude vrouw tje gleed een blijde glimlach. Tien jaar geleden woonde ze ln het oud ste leelijkste huisje van 't dorp. Op een stormachtigen nacht sloeg een stuk van 't dak weg. Toen kwam de jongste broeder eens kijken. Als een angstige vogel zat ze met haar zie- kelljken man in een ver hoekje. Wat oude lappen moesten de ergste kou buiten houden. „Ik kan jo dak niet meer maken, moedertje", had hij gezegd. Bezorgd had ze hem aangestaard. Waar moesten ze heen? Wat moest er van hen worden? Natuurlijk had hij de angst in hun oogen gelezen. „Er Is voorloopig wel een plaatsje voor jullie ergens anders," had hij gezegd. En toen ze van schrik hun hoofden nog meer gebogen hadden, had hU vroolijk beweerd: „Over een jaar staat liier op deze plaats een nieuw woninkje. Ik zal 't. bouwen. En hij had zijn belofte gehouden. Maar 't mooiste kwam nog. Toen ze hem haar linnen zakje met spaarpennin gen bracht, had hij ze geweigerd. „Gebruik ze zelf vrouwtje, of geef- ze a:in een ongelukkig mensch." Niets schoot er voor haar over, dan om hem te dienen, haar leven lang. En 't geld rustte nog steeds in het zakje. „Hoe ls 't jou gegaan?" vroeg nu do jongste aan den oudste. „Slecht, was 't sombere antwoord. „Ik heb. veel ellende gezien, veel slechtheid, maar niemand is er mij dankbaar voor. Ik heb geen vrien den, ik bezit zelfs geen geld. Ik heb geen ambacht geleerd en lk weet ook niet, hoe ik verder de wereld door zal moeten komen." „Ontmoette Je nooit een edel mensch?" vroeg de tweede „Als lk er maar één ontmoet had, zou lk de wereld anders bezien. Zou ik weer gelooven kunnen aan 't ge luk." De droeve woorden deden de brui loftsstemming tanen. Vroeger dan men gedacht had, ging men uiteen. De oudste zoon was de laatste, die 't huis verliet. Hij had in de tim mermanswoning kunnen overnach ten. Maar hij had niet gewild. Waar de vroolijkheid was, hoorde hij niet thuis. Nu slenterde hij naar den klei nen dorpsherberg. Achter hem klon ken haastige voetstappen. „Meneer!" Een oude gerimpelde hand greep de zijne. „Ik zal u een geschiedenis vertel len. zei het vrouwtje. Het kleine arme vrouwtje vertelde, wat de Jongste zoon eenmaal voor haar deed. En terwijl ze met beven de stem sprak over haar geweigerd geld. stopte ze hem het linnen zakje ln de hand met de woorden: „Neem gij het in zijn plaats en begin er een beter leven mee. Voor hij haar be dank '--«n, was ze al verdwenen. En hij streek met de hand over 't voorhoofd en zei metdankbaren stem: Ik heb een edel mensch op mijn weg ontmoet. Zij heeft me doen inzien, dat gelukkig-maken gelukkig-zijn is. Ik zal de hand aan den ploeg slaan, niet alleen denken, maar doen." Straks heeft er in ons kleine landje een groote gebeurtenis plaats, die zeker in gansch Europa bekend zal worden. Ik bedoel de opening van de slulswerken te IJmuiden. Op 29 April zal dit plaats hebben in tegenwoordigheid van onze ko ningin. Misschien hebben jullie ln deze vacantie al eens een kijkje ge nomen. Zoo je het nog niet gedaan hebt, doe het dan toch vooral. Let dan vooral eens op de stalen sluis deuren. Deze deuren hebben een kapitaal gekost. Per stuk 300 dui zend gulden. Zt zijn dan ook even tjes 20 M. hoog. 53 1/2 M. lang en 7 1/2 M. dik. Reken jullie nu maar eens de oppervlakte uit. Dat ls een mooi examensommetje. Aan iedere deur zijn ongeveer 255 duizend klink nagels verwerkt. Een gedeelte van de bovenzijde is waterdicht en vormt met de zijwanden een zooge naamde luchtkist, waardoor de deu ren kunnen drijven. Deze deuren zijn dan ook ln d rij venden toestand gesleept van Rotterdam, waar ze gemaakt zijn, naar IJmuiden. Het geheele bouwwerk heeft 15 milliocn gulden gekost. Het eerste groote zeeschip, dat in 1930 door de nieuwe sluis ging, was de Grotiu3 van de Maatschappij Nederland en wel op 28 Februari. En op 13 Maart ging de Johan van Oldenbarneveldt er door voor een proefvaart op de Noordzee. Waarom was die nieuwe sluis noodig? vragen jullie allicht. Om dat de schepen steeds grooter ge bouwd worden. De sluizen van IJmuiden hebben in den loop der tijden vele veranderingen onder gaan, telkens om dezelfde reden. Laten we even een eeuw terug gaan. De Amsterdamsche kooplie den begonnen de noodzakelijkheid in te zien van een goeden vaarweg naar de Noordzee. En zoo kwam in 1825 't Noord-Hollandschkanaal tot stand. Schepen van 64 M. lengte en 5 M. diepgang konden daarin wor den toegelaten. Toch voldeed het niet, omdat er steeds grooter sche pen gebouwd werden. Toen kwam een plan om in Westelijke richting een waterweg te zoeken. 3 Nbvcmber 1876 werd het Noord zeekanaal plechtig en feestelijk ge opend. Aan de nieuwe Noordzee haven werd toen de naam IJmui den gegeven. De schepen werden steeds grooter, bereikten al een lengte van 150 M., terwijl de sluis maar een schutkolklengte had van 119 M. Deze groote schepen konden er nu alleen maar door bij gelijk water. Daarom was in 1896 een nieuwe sluis klaar, die toen de groot ste der wereld was en 225 M. schut kolklengte had. De zeekasteelen namen nog steeds toe ln omvang Tenslotte werd weer een comité benoemd dat drn raad gaf om te IJmuiden een nieuwe slults te bou wen met een schutkolklengte van 360 M., 't Bleek nog niet voldoende te zijn. In Januari 1917 werd er be paald dat er een nieuwe schutsluis met 400 M. afmeting zou gebouwd worden. Het grootste schip, dat thans in Engeland in aanbouw ls. krijgt een lengte van 335 M. Dit zal het grootste schip zijn. dat ooit gebouwd is. Onwillekeurig vragen we ons nu af: zal 't het grootste blijven en zal er ln later Jaren geen grooter sluis noodig zijn? W. B. Z. door W. B.—Z. Jan, maak nu je sommen klaar, Want Toos vind Je heusch heel naar. Zij wou juist gaan teekenen, Toen Jij zat te rekenen. O, die Toos Kijkt zoo boos. Ik maak even 't kaartje af. In het boek, dat Pa me gaf. Dan mag zus gaan tcckenen, En ga ik weer rekenen. Dan is Toos Niet meer boos. De Sneeuwkoningin. Sprookje van HANS ANDERSEN naverteld door W. B.—Z- 1) Er was een booze toovenaar. Die had een spiegel, o zoo raar, Al 't mooie dat er was bleef klein. Alsof daarvoor geen plaats zou zijn. Maar, al wat leelljk was en slecht, Dat kwam Juist heel goed tot zijn recht. De toovenaar was eens gaan vliegen Hij wou de zon nu graag bedriegen. Want wat zoo'n zonnestraal wel leek, Wanneer die in den spiegel keek Maar toen gebeurde er iets raars. En voor den toovenaar heel naars. De spiegel viel pats op de aarde Verloren was zUn groote waarde. In duizend stukken viel hU neer Waar kreeg hU ooit zoo n spiegel weer? De wind blies met een harden ruk, Wierp daar een scherf en daar een stuk. Hier was een man. die nam het op. Maar ach, 't was eigenlijk een strop. Al 't mooie zag hU klein en naar, En 't leelUke was wonderbaar- Zoo groot en grof. zoo koud en ruw. Dat hij vaak dacht: Wat ls dat nu?. Is dan de wereld toch zoo sleoht? Dan komt er nooit lets van terecht. Het spiegelglas bracht geen geluk, Maar bracht veel zorgen, leed en druk. Er woonden In een groote stad Twee kinderen, arm en als een achat Bezaten ze een kleinen tuin Vlak achter 't mooie blonde duin. Ze waren alle dagen saam. En Kal en Gerda was hun naam Die tuin, 't was maar een houten bak Gevuld met aarde en wat groen, Wie arm was. moet 't daarmee doen. Die bakken stonden in een goot En waren beide even groot. Het straatje was heel nauw en klein, Maar Kai en Gerda vonden 't fUn. Ze waren nu dicht bij elkaar En zaten op een bank, 't Ls waar. Vlak bij hun kleinen mooien tuin. En tuurden naar 't blonde duin. Maar 's winters was de vreugde uit Bevroren was dan vaak tie ruit. Soms viel de sneeuw zoo stil en zacht 't Leek een witte schapenvacht. Dan kwam Kai vaak bij Gerda spelen, Alleen ging hij zich steeds vervelen. Als het donker werd daar buiten. En 't gordijn viel voor de ruiten. Dan ging grootmoeder mooi verhalen. Van feeën, elfjes, wonderzalen. Eens zei ze: Zag je straks die vlokken zweven. 't Leken bijen, die heusch leven. En één was ook de koningin, Die had in 't vliegen juist veel zin. Zij kijkt vannacht hier door de ramen. En dan, dan noemt ze zacht de namen Van allen, die hier binnen zijn Dan teekent ze haar bloemen fijn En zilverwit met dunne veeren. „O, 'k wou dat ze hier binnen kwam',' Zei Gerda zacht „en dat ze mij een bloempje bracht." „Neen kind." zei grootmoe toen „Wat moet de koningin der sneeuw hier binnen doen?'s „Ja. als ze kwam," zei Kal „Dan smolt ze bij het vuur, En leefde, ls 't niet grootmoe, ze leefde nog geen uur." Kai moest naar huis, 't was tUd van slapen. Ook Gerda begon reeds te gapen. Kal dacht: 'k Kijk thuis nog door de ruiten, Misschien valt cr nog sneeuw daar bullen. Ais dan de sneeuwkoningin eens kwam. En mij eens met haar mede nam? O kijk. daar zag hij vlokken vallen. Ze blijven liggen met z'n allen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 15