MEP
GANDHI's MEDEWERKERS
MATA HARI.
De film „Die Nacht gehort Uns".
ZATERDAG 10 MEI 1930
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
EEL
VIJFDE BLAD
Op bezoek by Kasturbai. Miss Sladc. De rol
van Reginald Reynolds.
(Bijzondere correspondentie).
Veel Is er. vooral in den laatsten tijd over
Gandhi geschreven, weinig weet men in het
algemeen van zijn naaste omgeving. In den
Aschram te Sabarmati, het kleine dorp, vier
Engelsche mijlen bulten Ahmedabad, ont
moette ik hen allen, die, hetzij hun leven
lang den leider der Indische onafhankelijk
heidsbeweging ter zijde hebben gestaan, of
eerst sedert eenige jaren, misschien zelfs
eenige maanden met zijn denkbeelden sym-
pathiseeren.
Beginnen wij met Kasturbai, van wie haar
echtgenoot Gandhi in zijn autobiografie
zegt. dat zij zelfs thans nog hoogst onge
makkelijk kan worden, wanneer zij wil. Ik
ontmoette haar voor het eerst op 12 Maart,
den dag van den „historischen" marsch. Het
zal ongeveer elf uur zijn geweest; Gandhi
was reeds meer dan vier uur geleden ver
trokken en onderweg naar de kust, om daar
op onwettige wijze uit het zeewater zout te
winnen. Ik heb hem een eifidweegs gevolgd,
keerde daarna terug naar de kloosterlijke
stilte van Sabarmati om met de thuisblijvers
te spreken over het resultaat, waaraan zij
groote beteekenis voor de wereldgeschiede-
nis toeschreven. Onder den half-ronden uit
bouw van het huisje, dat midden in een
tuin stond zat een oude vrouw op een schom
mel, die langzaam heen en weer ging. Den
bril op halverhoogte van den neus, keek
Kasturbai Gandhi mij met haar mooie, me
lancholieke oogen kalm en gelaten aan; haar
buitengewoon hooge voorhoofd was door
ploegd met talrijke rimpels. Over het gladge
kamde haar hing losjes de „sari" het Indi
sche vrouwenkleed. Zij groette mij met een
nauwelijks merkbaar hoofdknikje en een
glimlach, alsof wij oude kennissen waren en
ik herinnerde mij plotseling, dat ik deze vrouw
den vorigen avond vluchtig in een aangren
zend vertrek had gezien, toen ik enkele
minuten met Gandhi kon spreken.
,,U hebt een moeilijken tijd achter den rug,
nietwaar?" begon ik het gesprek. „O ja,
maar nu is alles hier weer rustig geworden."
Zij sprak langzaam, alsof zij ieder woord
eerst uit haar moedertaal in het Engelsch
moest vertalen. „Zult u zich bij latere toch
ten aansluiten, wanneer Gandhi de vrouwen
toestaat, eveneens naar de kust te trekken?"
„Dat weet ik nog niet, maar ik verheug mij
er over, dat het Gandhi gelukt is, zijn plan
ten uitvoer te brengen." Een jongere vrouw
kwam nu het huis uit. „Mijn nicht", stelde
Kasturbai Gandhi voor. Een jong meisje ver
gezelde haar. „Ook een familielied?"vroeg ik.
„Neen, zij is een vriendin en leerlinge, die
sedert eenigen tijd bij ons in Aschram
woont." Zij spraken gedrieën, alsof dit een
dag was gelijk aan iederen anderen. Ik ver
gat in de stille, vredige omgeving, dat deze
oude vrouw, die tegenover mij stond, als
klein meisje door haar ouders was uitgehu
welijkt aan den man, die nu den strijd tegen
de Britsche heerschappij met een ongewoon
wapen, de weigering van burgerlijke ge
hoorzaamheid, had ter hand genomen.
Kasturbai Gandhi schijnt geen strijdbare
natuur te zijn, stil en bescheiden treedt zij
op den achtergrond, weinig hoort men van
haar, zelden wordt zij door Gandhi in zijn
geschriften genoemd.
Van geheel anderen aard is Mirabaï of
ïniss Slade, gelijk haar eigenlijke naam
luidt. Met haar sprak ik den avond voor
Gandhi's vertrek. Zij is een Engelsche, de
dochter van een Britschen admiraal, die
sympathiseerde met Gandhi's denkbeelden
en geheel en al Indische is geworden. Toen
zij in het Oosten kwam, zond Gandhi haar
eerst naar de kleine dorpen, zoodat zij het
leven van de armsten der armen kon leeren
kennen. „U kunt nooit weten, hoe het er
daar uitziet, wanneer ge het niet met eigen
oogen hebt gezien. Alles ontbreekt: voeding,
kleeding, arbeid, geneesmiddelen. Men zou
wanhopig worden, wanneer men de ellende
van de menschen daar ziet, zonder hen te
kunnen helpen."
Wij gingen den smallen weg langs, die
tusschen groentebedden leidde naar een
klein huisje. Zij maakte een van de beide
deinen open: „Ik moet nog snel een rapport
gereedmaken, dan wil ik naar Gandhiji
(liefkoozend verkleinwoord, hem door zijn
aanhangers gegeven) gaan en zien of hij het
vandaag nog in ontvangst kan nemen. Leest
u intusschen de paar interessante artikelen
in „Young India", die ik u hier aanwijs." Het
linkerbeen onder het rechter geschoven, den
cenen voet duwend tegen het spinnewiel,
dat voor haar stond, zat zij op den grond,
nam eenige dagbladen van een stellage,
zette den bril op en doorzocht het eene num
mer na het andere. Ik was op den drempel
gaan zitten en bekeek deze ongewone vrouw,
die van het schoone leven van een Britsche
admiraalsdochter had afstand gedaan en
hier leefde in een cel, die herinnert aan de
soberheid van strenge kloosters. In den hoek
lag een dunne matras gespreid, op de smalle
plank lagen enkele boeken, allemaal publica
ties van en over Gandhi. Rustig kon ik haar
bijna mannelijke gelaatstrekken waarnemen,
die nog geaccentueerd werden door de kort
geknipte haren. Haar gezicht is vol zomer
sproeten, de handen zijn breed en kort, de
nagels goed verzorgd.
Mirabai gaf mij zes of zeven bladen. „Deze
enkele opstellen zullen u onmiddellijk
oriënteeren. ik zal intusschen naar Gandhiji
gaan".
Haar Engelsch is buitengewoon zuiver en
welluidend, zij spreekt iederen zin uit met
diepe, zachte stem, ook als Indische kan zij
haar afkomst en opvoeding niet verloochenen
Men behoeft met Mirabai maar enkele oogen-
blikken in gesprek te zijn, om zich er on
middellijk van te overtuigen, dat men met
een persoonlijkheid van zeldzaam nobel
karakter te doen heeft. Zij is de practische
vrouw in Aschram, zij verpleegde Gandhi,
wanneer hij ziek of ongesteld was, en haar
heeft hij gedurende zijn afwezigheid de
leiding van dc groote huishouding opgedra
gen. Ik zoek naar een vergelijking. Zij her
innert mij aan Fransche aristocratische
vrouwen, die naar het binnenland van China
caan. om daar het ontberingrijke leven
van Christelijke vrouwelijke missionarissen
ie leven, die een vreemden naam aannemen,
die haar land, haar familie en vrienden
moeten vergeten en eindelijk worden begra
ven in vreemde aarde. Het is een hard leven
voor iemand, die de luxe heeft gekend, er
is veel moed toe noodig, om van alles af
stand te doen. Mirabai heeft dezen moed
gevonden. Maar welke kunnen haar inner
lijke beweegredenen zijn geweest? Daar
zwijgt zij over Ik had mij verdiept in de
kranten, toen zij plotseling weer voor mij
stond.
„U hebt geluk gehad, hij zal u om vijf
uur ontvangen. Maakt u het echter niet te
lang, want vandaag is het de laatste dag, dien
hij thuis doorbrengt en er is nog veel, zeer
veel te doen. Al sedert den vroegen morgen
geeft hij opdrachten, pakt en ruimt op,
want wanneer hij morgen zijn marsch be
gint, is het bijna een vertrek voor goed
„De regeering zal hem arresteeren, mis
schien doet zij het vannacht al, misschien
al op dit oogenblik, maar zeer stellig bim
nenkort".
Zij ging haar cel binnen, goot uit den
rooden aarden kruik in den hoek water in
een messing beker, hield dien omhoog en
liet den waterstraal vloeien in haar mona.
„Hebt u ook dorst?". Zij nam een witten
kop, vulde hem en reikte hem mij. Toen ik
mijn dorst gestild 'had, zeide zij: „Ziet u, zoo
drinken wij, Indiërs" en zij goot weer
water in den mond, zonder dat haar lippen
den beker raakten „het drinkgerief wordt
niet vuil, er behoeft geen water gebruikt
te worden om het te wasschen. Maar nu moet
u mij verontschuldigen want ik heb nog
veel te doen. Komt u tegen vijf uur terug
dan zal ik u bij Gandhiji brengen".
Reginald Reynolds doemde gelijk een
komeet op aan den politieken sterrenhemel
Niemand had van hem gehoord, voor hij als
bode van Gandhi den brief aan den onder
koning naar Delhi bracht. Niemand wist.
hoe lang hij al Gandhi's volgeling was en
vanwaar hij was gekomen. Ik ontmoette
hem denzelfden dag, toen Ik bezig was den
Aschram te fotografeeren. Men had mij ge
zegd, dat Reynolds 24 jaar oud was, maar
ik zou hem jonger hebben geschat. Wij wis
selden een paar woorden, hij ging voor mijn
camera staan, wierp den tropenhelm weg en
zeide lachend: „Die hoort er niet bij. Maar
doet u het snel, want ik kan de Indische
zon nog niet verdragen".
Toen ging ik met hem zijn cel binnen. Om
den vierkanten hof lagen de woningen der
scholieren en gasten, kloosterlijke eenvoud
heerschte ook hier, een steencn vloer, vier
wit gestucadoorde muren zonder versiering,
twee kleine ramen met hekwerk, een dunne
matras, een waterkruik met beker en het
spinnewieL „Geef mij twee minuten tijd,
dan ben ik geheel tot uw beschikking"
Reynolds sloot de deuren, maar mijn aan
wezigheid had de aandacht getrokken van
eenige jongens, die -hun nieuwsgierigheid
wilden bevredigen en door het hek keken
naar den blonden man met de blanke huid
Er bestaat hier geen particulier leven,
altijd kijkt er iemand.
Gisteravond kon ik geen oog dicht doen.
telkens kwamen er nieuwsgierigen, gingen
zwijgend op den grond zitten, bekeken mij
een oogenblik en maakten dan plaats voor
anderen. Aan slapen viel natuurlijk toch niet
te denken, want wij allen verwachtten leder
oogenblik Gandhi's arrestatie
„Wilt u mij een genoegen doen?" „Welk
zal dat zijn?" „Zendt u een copie van de
foto die u zooeven gemaakt hebt aan mijn
verloofde in Engeland". „Met genoegen.
Zal zij ook naar Indië komen?" .Dat wee:
ik niet- Zij heeft geen besef van de om
standigheden hier, ik kan niet fotografeeren
en heb haar nog nooit een foto kunnen
zenden, die haar mijn leven in Aschram had
kunnen laten zien". „Hoe lang is u al
in Indië?" „Vier maanden geleden kwam
ik te Bombay aan, woonde eenigen tijd in
den Aschram, daarna reisde ik door Indië
en nu ben ik weer hier gekomen. Door mijn
reis naar Delhi ben ik plotseling in geheel
de wereld bekend geworden". Men ziet het
hem aan, dat hij er trotsch op is, een „ver
maard" man te zijn. „Ik ben een geboren
revolutionnair. Al in Cambridge, waar ik stu
deerde, heb ik mij voor den strijd tegen het
imperialisme geïnteresseerd, Gandhi's denk
beelden hebben diepen indruk op mij ge
maakt, daarom ben ik naar hem overgegaan".
Denkt u hier te blijven?" „Wie kan
dat zeggen. Nog een maand en dan is de
hitte bijna ondragelijk, ik ben niet heel sterk
en ik weet niet of ik het klimaat kan ver
dragen. Misschien kom ik ook in de gevan
genis, want Gandhi heeft mij tezamen met
Mahadex Dasai tot redacteur van zijn blad
„Young India" aangewezen".
Reynolds vertelt, dat hij van tijd tot tijd
gedichten schrijft en hij is zichtbaar vol
daan, dat ik daar notitie van neem. Dan ze:
hij zich aan het spinnewiel en tracht lang
zaam en onhandig een draad te spinnen. Hij
doet het, omdat hij weet, dat de „Tsjarkri"
het spinnewiel, de noodzakelijke coulisse is
bij de rol, die hij tegenwoordig speelt. Hij
maakt niet den Indruk van een apostel, noch
dien van een overtuigd Gandhist, maar hij
is er trotsch op, dagelijks zijn naam in de
bladen te zien afgedrukt. Doch kometen
verdwijnen soms even snel als zij verschijnen
Dat Gandhi dezen jongen, onrijpen student
naar Lord Lrwin te Delhi zond, was ook In
de oogen van vele patriottisch gezinde
Indiërs een misgreep.
B.
(Nadruk verboden).
WAT IS NEW-YORK?
Na Londen, wel ls waar, de grootste stad
van de wereld, maar de meest belangwek
kende als men haar cijfers bekijkt. New York
bezit meer dan 2000 schouwburgen en biosco
pen, 1600 kerken van alle geloofsbelijdenis
sen en godsdiensten der wereld. In New York
worden meer telefoongesprekken gevoerd
dan te Londen, Berlijn, Parijs, Rome en Mos
kou tezamen. Dagelijks wordt New York
bezocht door 300.000 vreemdelingen. In New
York komt iedere minuut een trein aan en
elke dertien minuten heeft een huwelijksver
bintenis plaats. Iedere vijf minuten wordt
daar iemand geboren en sterft daar iemand.
Alle tien minuten wordt een nieuwe firma
opgericht en in iedere twintig minuten gaat
er iemand failliet. Dat is New York.
De beweerde Hollandsche inmenging.
MASSARD'S LASTER WEERSPROKEN.
(Van onzen Parijschen Correspondent).
Er is den laatsten tijd in Frankrijk een
beweging gaande om Mata Harl, de spionne
die in Vincennes terecht werd gesteld, vrij
te spreken van alle schuld. Die beweging
vindt haar oorsprong In de litteratuur, in
den roman „La Chèvre aux pleds d'or" van
Charles Henri Hirsch, later omgewerkt in
tooneelvorm onder den titel „La danseuse
rouge", in het werk van Blasco Ibanez, in
dat van Gomez Carrillo, die, zonder op de
hoogte te zijn van de ware toedracht der
zaken, trachten de roode danseres zoo gun
stig mogelijk voor te stellen. Daartegenover
staat het boek van Mas sard .Des Espionnes
a Paris", waarin de meeste onjuiste en zelfs
beleedigende dingen worden gezegd aan het
adres van menschen, die niets met Mata
Hari hadden uit te staan. Er is veel ge
schreven over Mata Harl, maar tot nu toe-
had niemand zich de moeite gegeven on:
eens historisch de feiten vast te stellen,
daarom voorziet het gisteren verschenen
boek „La Vraie Mata Harl, courtlsanei et
espionne", van Charles S. Heymans, in een
behoefte. De auteur heeft zich de moeite
gegeven om tot in de kleinste details het
leven van Mata Harl te bestudeer en en be
wijsmateriaal te verzamelen; punt voor punt
heeft hij al het onjuiste en onware In de
geschriften over Mata Hari aangetoond en
weerlegd en zoo werd dit boek niet alleen
een groote aanklacht tegen het monster, da!
duizenden jongemannen ln den dood heefi
gestuurd, maar tevens een vrijspraak voor
anderen.
Het hoofdstuk hetwelk ons vanzelfsprekend
het meest interesseert, is dat, waarin gespro
ken wordt over de Hollandsche inmenging in
de affaire Mata Hari. Het is Emile Massard.
dien als majoor zitting had in den krijgs
raad, die enkele jaren geleden in een
boulevard-blad, de meest onaangename
praatjes heeft verkocht aan het adres van
Nederland en sommige Nederlanders. De aan
tijging van Massard was zóó kras, dat wij
besloten er geen ruchtbaarheid aan te geven,
maar de Laster heeft doorgewoekerd en tel
kenmale werden dergelijke beschuldigingen
op andere plaatsen herhaald, zulks op gezag
van Massaard. Heymans nu toont het val-
sche van al deze beschuldigingen helder
aan. Als Massard ook verteit, dat het Cori
van der Linden was, die na de veroordeeling
van Mata Hari manifestaties op touw heeft
gezet tegen de Franschen, die hij voor „wil
den" en voor „barbaren" zou hebben uitge
maakt, dan kan Heymans ons een brief over
leggen van generaal Boucabellle, Fransch
militair attaché in Den Haag. die in Februari
1923 aan den Minister van Oorlog, Maglno:
Verbluffende techniek.
Moeilijkheden bestaan niet meer.
(Zie ook de rubriek „Bioscopen".
Die Nacht gehort Uns" is een Duitsche ge
luidsfilm waarin met alle moeilijkheden op
geluidstechnisch gebied ten hevigste gespot
wordt. „Tobis", de combinatie Massolle—Ba-
gierKuechenmeister, heeft hier schertsen
derwijze het allermoeilijkste gepresteerd. Er
wordt hier gestoeid, gespeeld, met geluids
effecten; nazale gramophoonmuziek, vor
mende de zoetjes-jengelende achtergrond
van een scherpe conversatie, een holgaimen-
de luidspreker, demonstreeren opzettelijk
hun onvolmaaktheid, en de volmaaktheid
van de geluidsfilm Kortom, er schijnen geen
grenzen meer te zijn. Want niet alleen in het
geperfectlonneerde klankflim-studio met zijn
tallooze hulpmiddelen, tot vergemakkelijking
van de opneming der geluiden, maar ook in de
vrije natuur, heeft men, om het zoo maar
eens uit te drukken het perspectief in het
geluld weten te handhaven.
„Die Nacht gehort Uns" is dus een verba
zingwekkend bewijs, van de ontzaggelijke
sprongen, waarmede de techniek der Duit
sche geluidsfilm haar weg heeft gevonden.
Noordzakclijker wijze meest deze almacht
een soort van tweeslachtigheid tot gevolg
hebben. Door de roes van het schier on be.
grensde kunnen laat men zich licht tot over
drijving verleiden. En het jongleeren met
knallende geluidseffecten geeft mij de ver
gelijking van deze film, met een staalkaart
in de pen.
Ik zou het werk echter te kort doen, als
ik hier niet vermeldde, dat het eerste ge
deelte van groote kunstzinnige waarde is-
De race op Sicilië, het aoor-telefoneeren
Set hoofdbureau tx» de piavolo- automobielfabriek ijt
ATbers, die een opmerkelijk gave
creatie van éen der hoofdfiguren maakte.
van de berichten, het verongelukken van de
auto. de radelooze opgewondenheid van den
Italiaanschen boer, de kalmte van den
Duitscher, dit alles waalt als een storm van
indrukken langs onze oogen, dit alles be
reikt figuurlijk gesproken als een ml-
trailleurvuur, onze ooren.
Deze gevolgtrekking ligt voor de hand.
,Die Nacht gehort Uns", houdt een voor
spelling in: Deze film is als publieksfilm,
uitnemend geslaagd, enkele fragmenten zijn
veel meer dan louter amusement, het zijn
die gedeelten, die als een noodzakelijkheid
aan een kunstenaarsbrein ontsprongen. Zij
zijn van een genadelooze realiteit en doen
ons meer dan ooit beseffen, dat de toekoms:
van de geluidsfilm ook in artistiek op
zicht geheel verzekerd is.
Ten overvloede blijkt uit ,Die Nacht ge
hort Uns", dat Duitschland nog steeds het
land is, waarschier Iedere acteur een kun-
tenaar is. Zoo goed als men nergens ter
wereld zóó ziet tooneelspelen als in Berlijn,
zoo hoort men in geen enkele geluidsfilm
zoo goed spreken en ziet men in geen en
kele film, over het geheel genomen, zóó goed
spelen, als in de Duitsche. Nu leent de Duit
sche „Biihnesprache" zich ook al bijzonder
goed, voor de geluidsfilm. In het hier bespro
ken werk, is iedere rol voortreffelijk bezet.
De regie van Carl Froehllch, onderscheidt
zich door menige vrije en persoonlijke opvat
ting; het scenario, ontleend aan Henri Kis-
temaeckers tooneelstuk, is zeer aannemelijk,
ondanks het gebrek aan de groote gedachte,
de groote idee
,Die Nacht gehort Uns", zal niet nalaten
een veredelenden Invloed uit te oefenen op
den smaak van het publiek.
l* A.
schreef, dat de beschuldigingen van Massard
van a tot z waren gelogen.. De generaal ver
zekert dat de Nederlandsche autoriteiten m
deze trieste affaire een absolute neutrali»
telt hebben bewaard, dat van manifestaties
tegen de Franschen nooit sprake is geweest,
dat nimmer door een Nederlandsch minister
met leden van de Koninklijke familie over de
spionne is gesproken en dat slechts de
eenige, die zich met dc affaire heeft bezig
gehouden de heer Loudon was, die in zijn
functie van Minister van Buitcnlandsche
Zaken, na de veroordeel in g, den Gezant, Rid
der de Stuers, heeft opgedragen om bij de
Fransche regeering een démarche te doen
om de executie van een Nederlandsch onder»
daan te voorkomen. Deze inmenging had
niets bijzonders, maar wordt altijd gedaan
tegenover eiken landgenoot; het was een
eenvoudige formaliteit, waarin niets, maar
ook letterlijk niets, wees op een sympathie
voor de veroordeelde
Mata Hari heelt zich eerst twee maanden
na haar arrestatie gewend tot de vertegen
woordigers van haar land Haar eerste brief
dateert van 16 April 1917. waarin zij zich
tot den Consul richt om hem te vragen
aan haar dienstbode ln Den Haag te doen
weten, dat zij moeilijkheden heeft om Frank
rijk te verlaten, maar dat zij zeker m Hol
land terug zal komen. Meer dan twee maan
den daarna, den 22sten Juni, verzoekt zij den
Consul haar advocaat in Den Haag, Mr.
Hymans, te doen weten, dat zij is gear
resteerd en in St. Lazare wordt gevangen
gehouden. Den 3Qsten Juni 1917 informeert
de heer Loudon bij den Gezant ln Parijs,
wanneer de zaak Mata Harl zal voorkomen,
waarvan de Nederlandsche couranten vaag
melding maken. En twee dagen na de ver
oordeeling volgt het telegram van het Mi
nisterie van Blnnenlandsche Zaken aan
Ridder de Stuers om er bij de Fransche re
geering op aan te dringen de straf te doen
wijzigen, wanneer eventueel het doodvonnis
zou worden uitgesproken. Eerst den 2deu
September richt de veroordeelde zich tot
den heer de Stuers en ln haar schrijven zegt
zij dat wel alle schijn tegen haar is, maar
dat zij zich niet aan spionnage heeft schul
dig gemaakt. De Gezant heeft wel het ver
zoek gedaan om gratie te vcrlecnen aan deze
trieste Nederlandsche onderdaan, maar daar
mede houdt dan öok elke offlclcelo Neder*
landsche Inmenging op.
tt
Ondanks de vele details, welke Heymans
in zijn interessante boek geeft, ontbreekt
er nog één antwoord op een andere aan
tijging, welke men den laatsten tijd in som
mige geschriften heeft kunnen lezen. Er
wordt namelijk gesproken over correspon
dentie en geldzendingen, welke voor Mata,
Hari ln de koerierstasschen van de neutrale
mogendheid, meekwamen. Gaarne hadden wij
gezien, dat de schrijver ook deze zljdellng-
sche beschuldiging had kunnen weerleggen.
Voor goed zou daarmede dan aan alle
praatjes den kop zijn ingedrukt Het behoeft
geen betoog, dat de auteur, hoewel ook hem
de offlcieele stukken van het proces ontbra
ken, wijl de zaak met gesloten deuren werd
behandeld en het Ministerie van Oorlog den
tijd nog niet daargekomen acht om ze voor
publicatie vrij te geven, toch het absolute
bewijs levert, dat Mata Hari wel degelijk
ten nadeele van Frankrijk heeft gesplonneerd
en dat zij ln geen opzicht kan worden verge
leken met Miss Cavell. Bijzonder Interessant
vooral zijn de talrijke details, welke Heymans
kan geven van het particuliere leven van
Mata Harl en waarmede hij tevens de abso
lute valschhcld aantoont van het in 1907
tegen majoor Mac Leod, Mata Hari's echtge
noot, verschenen pamflet.
Het in vlot Fransch geschreven antwoord
van een Nederlander aan alle défaltisten is
een knap en sympathiek stuk werk. dat ook
in politieken kring, zoowel hier als ln Neder
land, stellig met groote belangstelling, wijl
het twee landen en vele hoogstaande men
schen van een blaam zuivert, zal worden ge
lezen.
HENRY A. TH. LESTURGEON,
OP DE HARINGVANGST.
Kan men een vlsch hooren zwemmen?
Dit lijkt een dwaze vraag te zijn, maar toch
dankt gij het genot van uw haring bij het
ontbijt waarschijnlijk aan dc gehoorscherpte
van een haringvlsscher.
De haringskiff een groot houten schip
van ongeveer 30 voet lang werkt des
nachts. Een lid van de bemanning neemt zijn
post in op de boeg om de school haringen te
ontdekken. Dit kan hij alleen doen door
middel van zijn gehoor doen. Instrumenten
gebruikt hij daarbij niet. Hij houdt alleen
de handen komvormig achter de ooren.
Een landrot zou in zoo'n geval alleen het
geluld van de golven hooren, maar het ge
oefend oor van den haringvisschcr hoort
bovendien het zwakke geluld van duizenden
visschen die juist onder de oppervlakte van
het water snel voortzwemmen.
De schipper moet evenwel méér weten,
want hij wil zijn net uitwerpen, zoodat de
haringen „er in loopen". De luisterpost moet
daarom voortgaan met luLsteren om de rich
ting te bepalen, waarin de visschen zich be
wegen en de grootte van de school bij be
nadering te bepalen.
Zijn verantwoordelijkheid eindigt als do
maan verdwenen Ls. De rollen worden dan
omgekeerd. Dc visschen hooren hém. Zij
hooren het anker stooten tegen het dolboord
en bewegen zich zenuwachtig en onrustig. Zij
begrijpen, dat zij verraden zijn.
Op het bevel van den schipper worden de
noodige manoeuvres met het net uitgevoerd
en er is niets meer te doen dan de vangst!
aan boord te halen.