MEP GANDHI's MEDEWERKERS MATA HARI. De film „Die Nacht gehort Uns". ZATERDAG 10 MEI 1930 BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD EEL VIJFDE BLAD Op bezoek by Kasturbai. Miss Sladc. De rol van Reginald Reynolds. (Bijzondere correspondentie). Veel Is er. vooral in den laatsten tijd over Gandhi geschreven, weinig weet men in het algemeen van zijn naaste omgeving. In den Aschram te Sabarmati, het kleine dorp, vier Engelsche mijlen bulten Ahmedabad, ont moette ik hen allen, die, hetzij hun leven lang den leider der Indische onafhankelijk heidsbeweging ter zijde hebben gestaan, of eerst sedert eenige jaren, misschien zelfs eenige maanden met zijn denkbeelden sym- pathiseeren. Beginnen wij met Kasturbai, van wie haar echtgenoot Gandhi in zijn autobiografie zegt. dat zij zelfs thans nog hoogst onge makkelijk kan worden, wanneer zij wil. Ik ontmoette haar voor het eerst op 12 Maart, den dag van den „historischen" marsch. Het zal ongeveer elf uur zijn geweest; Gandhi was reeds meer dan vier uur geleden ver trokken en onderweg naar de kust, om daar op onwettige wijze uit het zeewater zout te winnen. Ik heb hem een eifidweegs gevolgd, keerde daarna terug naar de kloosterlijke stilte van Sabarmati om met de thuisblijvers te spreken over het resultaat, waaraan zij groote beteekenis voor de wereldgeschiede- nis toeschreven. Onder den half-ronden uit bouw van het huisje, dat midden in een tuin stond zat een oude vrouw op een schom mel, die langzaam heen en weer ging. Den bril op halverhoogte van den neus, keek Kasturbai Gandhi mij met haar mooie, me lancholieke oogen kalm en gelaten aan; haar buitengewoon hooge voorhoofd was door ploegd met talrijke rimpels. Over het gladge kamde haar hing losjes de „sari" het Indi sche vrouwenkleed. Zij groette mij met een nauwelijks merkbaar hoofdknikje en een glimlach, alsof wij oude kennissen waren en ik herinnerde mij plotseling, dat ik deze vrouw den vorigen avond vluchtig in een aangren zend vertrek had gezien, toen ik enkele minuten met Gandhi kon spreken. ,,U hebt een moeilijken tijd achter den rug, nietwaar?" begon ik het gesprek. „O ja, maar nu is alles hier weer rustig geworden." Zij sprak langzaam, alsof zij ieder woord eerst uit haar moedertaal in het Engelsch moest vertalen. „Zult u zich bij latere toch ten aansluiten, wanneer Gandhi de vrouwen toestaat, eveneens naar de kust te trekken?" „Dat weet ik nog niet, maar ik verheug mij er over, dat het Gandhi gelukt is, zijn plan ten uitvoer te brengen." Een jongere vrouw kwam nu het huis uit. „Mijn nicht", stelde Kasturbai Gandhi voor. Een jong meisje ver gezelde haar. „Ook een familielied?"vroeg ik. „Neen, zij is een vriendin en leerlinge, die sedert eenigen tijd bij ons in Aschram woont." Zij spraken gedrieën, alsof dit een dag was gelijk aan iederen anderen. Ik ver gat in de stille, vredige omgeving, dat deze oude vrouw, die tegenover mij stond, als klein meisje door haar ouders was uitgehu welijkt aan den man, die nu den strijd tegen de Britsche heerschappij met een ongewoon wapen, de weigering van burgerlijke ge hoorzaamheid, had ter hand genomen. Kasturbai Gandhi schijnt geen strijdbare natuur te zijn, stil en bescheiden treedt zij op den achtergrond, weinig hoort men van haar, zelden wordt zij door Gandhi in zijn geschriften genoemd. Van geheel anderen aard is Mirabaï of ïniss Slade, gelijk haar eigenlijke naam luidt. Met haar sprak ik den avond voor Gandhi's vertrek. Zij is een Engelsche, de dochter van een Britschen admiraal, die sympathiseerde met Gandhi's denkbeelden en geheel en al Indische is geworden. Toen zij in het Oosten kwam, zond Gandhi haar eerst naar de kleine dorpen, zoodat zij het leven van de armsten der armen kon leeren kennen. „U kunt nooit weten, hoe het er daar uitziet, wanneer ge het niet met eigen oogen hebt gezien. Alles ontbreekt: voeding, kleeding, arbeid, geneesmiddelen. Men zou wanhopig worden, wanneer men de ellende van de menschen daar ziet, zonder hen te kunnen helpen." Wij gingen den smallen weg langs, die tusschen groentebedden leidde naar een klein huisje. Zij maakte een van de beide deinen open: „Ik moet nog snel een rapport gereedmaken, dan wil ik naar Gandhiji (liefkoozend verkleinwoord, hem door zijn aanhangers gegeven) gaan en zien of hij het vandaag nog in ontvangst kan nemen. Leest u intusschen de paar interessante artikelen in „Young India", die ik u hier aanwijs." Het linkerbeen onder het rechter geschoven, den cenen voet duwend tegen het spinnewiel, dat voor haar stond, zat zij op den grond, nam eenige dagbladen van een stellage, zette den bril op en doorzocht het eene num mer na het andere. Ik was op den drempel gaan zitten en bekeek deze ongewone vrouw, die van het schoone leven van een Britsche admiraalsdochter had afstand gedaan en hier leefde in een cel, die herinnert aan de soberheid van strenge kloosters. In den hoek lag een dunne matras gespreid, op de smalle plank lagen enkele boeken, allemaal publica ties van en over Gandhi. Rustig kon ik haar bijna mannelijke gelaatstrekken waarnemen, die nog geaccentueerd werden door de kort geknipte haren. Haar gezicht is vol zomer sproeten, de handen zijn breed en kort, de nagels goed verzorgd. Mirabai gaf mij zes of zeven bladen. „Deze enkele opstellen zullen u onmiddellijk oriënteeren. ik zal intusschen naar Gandhiji gaan". Haar Engelsch is buitengewoon zuiver en welluidend, zij spreekt iederen zin uit met diepe, zachte stem, ook als Indische kan zij haar afkomst en opvoeding niet verloochenen Men behoeft met Mirabai maar enkele oogen- blikken in gesprek te zijn, om zich er on middellijk van te overtuigen, dat men met een persoonlijkheid van zeldzaam nobel karakter te doen heeft. Zij is de practische vrouw in Aschram, zij verpleegde Gandhi, wanneer hij ziek of ongesteld was, en haar heeft hij gedurende zijn afwezigheid de leiding van dc groote huishouding opgedra gen. Ik zoek naar een vergelijking. Zij her innert mij aan Fransche aristocratische vrouwen, die naar het binnenland van China caan. om daar het ontberingrijke leven van Christelijke vrouwelijke missionarissen ie leven, die een vreemden naam aannemen, die haar land, haar familie en vrienden moeten vergeten en eindelijk worden begra ven in vreemde aarde. Het is een hard leven voor iemand, die de luxe heeft gekend, er is veel moed toe noodig, om van alles af stand te doen. Mirabai heeft dezen moed gevonden. Maar welke kunnen haar inner lijke beweegredenen zijn geweest? Daar zwijgt zij over Ik had mij verdiept in de kranten, toen zij plotseling weer voor mij stond. „U hebt geluk gehad, hij zal u om vijf uur ontvangen. Maakt u het echter niet te lang, want vandaag is het de laatste dag, dien hij thuis doorbrengt en er is nog veel, zeer veel te doen. Al sedert den vroegen morgen geeft hij opdrachten, pakt en ruimt op, want wanneer hij morgen zijn marsch be gint, is het bijna een vertrek voor goed „De regeering zal hem arresteeren, mis schien doet zij het vannacht al, misschien al op dit oogenblik, maar zeer stellig bim nenkort". Zij ging haar cel binnen, goot uit den rooden aarden kruik in den hoek water in een messing beker, hield dien omhoog en liet den waterstraal vloeien in haar mona. „Hebt u ook dorst?". Zij nam een witten kop, vulde hem en reikte hem mij. Toen ik mijn dorst gestild 'had, zeide zij: „Ziet u, zoo drinken wij, Indiërs" en zij goot weer water in den mond, zonder dat haar lippen den beker raakten „het drinkgerief wordt niet vuil, er behoeft geen water gebruikt te worden om het te wasschen. Maar nu moet u mij verontschuldigen want ik heb nog veel te doen. Komt u tegen vijf uur terug dan zal ik u bij Gandhiji brengen". Reginald Reynolds doemde gelijk een komeet op aan den politieken sterrenhemel Niemand had van hem gehoord, voor hij als bode van Gandhi den brief aan den onder koning naar Delhi bracht. Niemand wist. hoe lang hij al Gandhi's volgeling was en vanwaar hij was gekomen. Ik ontmoette hem denzelfden dag, toen Ik bezig was den Aschram te fotografeeren. Men had mij ge zegd, dat Reynolds 24 jaar oud was, maar ik zou hem jonger hebben geschat. Wij wis selden een paar woorden, hij ging voor mijn camera staan, wierp den tropenhelm weg en zeide lachend: „Die hoort er niet bij. Maar doet u het snel, want ik kan de Indische zon nog niet verdragen". Toen ging ik met hem zijn cel binnen. Om den vierkanten hof lagen de woningen der scholieren en gasten, kloosterlijke eenvoud heerschte ook hier, een steencn vloer, vier wit gestucadoorde muren zonder versiering, twee kleine ramen met hekwerk, een dunne matras, een waterkruik met beker en het spinnewieL „Geef mij twee minuten tijd, dan ben ik geheel tot uw beschikking" Reynolds sloot de deuren, maar mijn aan wezigheid had de aandacht getrokken van eenige jongens, die -hun nieuwsgierigheid wilden bevredigen en door het hek keken naar den blonden man met de blanke huid Er bestaat hier geen particulier leven, altijd kijkt er iemand. Gisteravond kon ik geen oog dicht doen. telkens kwamen er nieuwsgierigen, gingen zwijgend op den grond zitten, bekeken mij een oogenblik en maakten dan plaats voor anderen. Aan slapen viel natuurlijk toch niet te denken, want wij allen verwachtten leder oogenblik Gandhi's arrestatie „Wilt u mij een genoegen doen?" „Welk zal dat zijn?" „Zendt u een copie van de foto die u zooeven gemaakt hebt aan mijn verloofde in Engeland". „Met genoegen. Zal zij ook naar Indië komen?" .Dat wee: ik niet- Zij heeft geen besef van de om standigheden hier, ik kan niet fotografeeren en heb haar nog nooit een foto kunnen zenden, die haar mijn leven in Aschram had kunnen laten zien". „Hoe lang is u al in Indië?" „Vier maanden geleden kwam ik te Bombay aan, woonde eenigen tijd in den Aschram, daarna reisde ik door Indië en nu ben ik weer hier gekomen. Door mijn reis naar Delhi ben ik plotseling in geheel de wereld bekend geworden". Men ziet het hem aan, dat hij er trotsch op is, een „ver maard" man te zijn. „Ik ben een geboren revolutionnair. Al in Cambridge, waar ik stu deerde, heb ik mij voor den strijd tegen het imperialisme geïnteresseerd, Gandhi's denk beelden hebben diepen indruk op mij ge maakt, daarom ben ik naar hem overgegaan". Denkt u hier te blijven?" „Wie kan dat zeggen. Nog een maand en dan is de hitte bijna ondragelijk, ik ben niet heel sterk en ik weet niet of ik het klimaat kan ver dragen. Misschien kom ik ook in de gevan genis, want Gandhi heeft mij tezamen met Mahadex Dasai tot redacteur van zijn blad „Young India" aangewezen". Reynolds vertelt, dat hij van tijd tot tijd gedichten schrijft en hij is zichtbaar vol daan, dat ik daar notitie van neem. Dan ze: hij zich aan het spinnewiel en tracht lang zaam en onhandig een draad te spinnen. Hij doet het, omdat hij weet, dat de „Tsjarkri" het spinnewiel, de noodzakelijke coulisse is bij de rol, die hij tegenwoordig speelt. Hij maakt niet den Indruk van een apostel, noch dien van een overtuigd Gandhist, maar hij is er trotsch op, dagelijks zijn naam in de bladen te zien afgedrukt. Doch kometen verdwijnen soms even snel als zij verschijnen Dat Gandhi dezen jongen, onrijpen student naar Lord Lrwin te Delhi zond, was ook In de oogen van vele patriottisch gezinde Indiërs een misgreep. B. (Nadruk verboden). WAT IS NEW-YORK? Na Londen, wel ls waar, de grootste stad van de wereld, maar de meest belangwek kende als men haar cijfers bekijkt. New York bezit meer dan 2000 schouwburgen en biosco pen, 1600 kerken van alle geloofsbelijdenis sen en godsdiensten der wereld. In New York worden meer telefoongesprekken gevoerd dan te Londen, Berlijn, Parijs, Rome en Mos kou tezamen. Dagelijks wordt New York bezocht door 300.000 vreemdelingen. In New York komt iedere minuut een trein aan en elke dertien minuten heeft een huwelijksver bintenis plaats. Iedere vijf minuten wordt daar iemand geboren en sterft daar iemand. Alle tien minuten wordt een nieuwe firma opgericht en in iedere twintig minuten gaat er iemand failliet. Dat is New York. De beweerde Hollandsche inmenging. MASSARD'S LASTER WEERSPROKEN. (Van onzen Parijschen Correspondent). Er is den laatsten tijd in Frankrijk een beweging gaande om Mata Harl, de spionne die in Vincennes terecht werd gesteld, vrij te spreken van alle schuld. Die beweging vindt haar oorsprong In de litteratuur, in den roman „La Chèvre aux pleds d'or" van Charles Henri Hirsch, later omgewerkt in tooneelvorm onder den titel „La danseuse rouge", in het werk van Blasco Ibanez, in dat van Gomez Carrillo, die, zonder op de hoogte te zijn van de ware toedracht der zaken, trachten de roode danseres zoo gun stig mogelijk voor te stellen. Daartegenover staat het boek van Mas sard .Des Espionnes a Paris", waarin de meeste onjuiste en zelfs beleedigende dingen worden gezegd aan het adres van menschen, die niets met Mata Hari hadden uit te staan. Er is veel ge schreven over Mata Harl, maar tot nu toe- had niemand zich de moeite gegeven on: eens historisch de feiten vast te stellen, daarom voorziet het gisteren verschenen boek „La Vraie Mata Harl, courtlsanei et espionne", van Charles S. Heymans, in een behoefte. De auteur heeft zich de moeite gegeven om tot in de kleinste details het leven van Mata Harl te bestudeer en en be wijsmateriaal te verzamelen; punt voor punt heeft hij al het onjuiste en onware In de geschriften over Mata Hari aangetoond en weerlegd en zoo werd dit boek niet alleen een groote aanklacht tegen het monster, da! duizenden jongemannen ln den dood heefi gestuurd, maar tevens een vrijspraak voor anderen. Het hoofdstuk hetwelk ons vanzelfsprekend het meest interesseert, is dat, waarin gespro ken wordt over de Hollandsche inmenging in de affaire Mata Hari. Het is Emile Massard. dien als majoor zitting had in den krijgs raad, die enkele jaren geleden in een boulevard-blad, de meest onaangename praatjes heeft verkocht aan het adres van Nederland en sommige Nederlanders. De aan tijging van Massard was zóó kras, dat wij besloten er geen ruchtbaarheid aan te geven, maar de Laster heeft doorgewoekerd en tel kenmale werden dergelijke beschuldigingen op andere plaatsen herhaald, zulks op gezag van Massaard. Heymans nu toont het val- sche van al deze beschuldigingen helder aan. Als Massard ook verteit, dat het Cori van der Linden was, die na de veroordeeling van Mata Hari manifestaties op touw heeft gezet tegen de Franschen, die hij voor „wil den" en voor „barbaren" zou hebben uitge maakt, dan kan Heymans ons een brief over leggen van generaal Boucabellle, Fransch militair attaché in Den Haag. die in Februari 1923 aan den Minister van Oorlog, Maglno: Verbluffende techniek. Moeilijkheden bestaan niet meer. (Zie ook de rubriek „Bioscopen". Die Nacht gehort Uns" is een Duitsche ge luidsfilm waarin met alle moeilijkheden op geluidstechnisch gebied ten hevigste gespot wordt. „Tobis", de combinatie Massolle—Ba- gierKuechenmeister, heeft hier schertsen derwijze het allermoeilijkste gepresteerd. Er wordt hier gestoeid, gespeeld, met geluids effecten; nazale gramophoonmuziek, vor mende de zoetjes-jengelende achtergrond van een scherpe conversatie, een holgaimen- de luidspreker, demonstreeren opzettelijk hun onvolmaaktheid, en de volmaaktheid van de geluidsfilm Kortom, er schijnen geen grenzen meer te zijn. Want niet alleen in het geperfectlonneerde klankflim-studio met zijn tallooze hulpmiddelen, tot vergemakkelijking van de opneming der geluiden, maar ook in de vrije natuur, heeft men, om het zoo maar eens uit te drukken het perspectief in het geluld weten te handhaven. „Die Nacht gehort Uns" is dus een verba zingwekkend bewijs, van de ontzaggelijke sprongen, waarmede de techniek der Duit sche geluidsfilm haar weg heeft gevonden. Noordzakclijker wijze meest deze almacht een soort van tweeslachtigheid tot gevolg hebben. Door de roes van het schier on be. grensde kunnen laat men zich licht tot over drijving verleiden. En het jongleeren met knallende geluidseffecten geeft mij de ver gelijking van deze film, met een staalkaart in de pen. Ik zou het werk echter te kort doen, als ik hier niet vermeldde, dat het eerste ge deelte van groote kunstzinnige waarde is- De race op Sicilië, het aoor-telefoneeren Set hoofdbureau tx» de piavolo- automobielfabriek ijt ATbers, die een opmerkelijk gave creatie van éen der hoofdfiguren maakte. van de berichten, het verongelukken van de auto. de radelooze opgewondenheid van den Italiaanschen boer, de kalmte van den Duitscher, dit alles waalt als een storm van indrukken langs onze oogen, dit alles be reikt figuurlijk gesproken als een ml- trailleurvuur, onze ooren. Deze gevolgtrekking ligt voor de hand. ,Die Nacht gehort Uns", houdt een voor spelling in: Deze film is als publieksfilm, uitnemend geslaagd, enkele fragmenten zijn veel meer dan louter amusement, het zijn die gedeelten, die als een noodzakelijkheid aan een kunstenaarsbrein ontsprongen. Zij zijn van een genadelooze realiteit en doen ons meer dan ooit beseffen, dat de toekoms: van de geluidsfilm ook in artistiek op zicht geheel verzekerd is. Ten overvloede blijkt uit ,Die Nacht ge hort Uns", dat Duitschland nog steeds het land is, waarschier Iedere acteur een kun- tenaar is. Zoo goed als men nergens ter wereld zóó ziet tooneelspelen als in Berlijn, zoo hoort men in geen enkele geluidsfilm zoo goed spreken en ziet men in geen en kele film, over het geheel genomen, zóó goed spelen, als in de Duitsche. Nu leent de Duit sche „Biihnesprache" zich ook al bijzonder goed, voor de geluidsfilm. In het hier bespro ken werk, is iedere rol voortreffelijk bezet. De regie van Carl Froehllch, onderscheidt zich door menige vrije en persoonlijke opvat ting; het scenario, ontleend aan Henri Kis- temaeckers tooneelstuk, is zeer aannemelijk, ondanks het gebrek aan de groote gedachte, de groote idee ,Die Nacht gehort Uns", zal niet nalaten een veredelenden Invloed uit te oefenen op den smaak van het publiek. l* A. schreef, dat de beschuldigingen van Massard van a tot z waren gelogen.. De generaal ver zekert dat de Nederlandsche autoriteiten m deze trieste affaire een absolute neutrali» telt hebben bewaard, dat van manifestaties tegen de Franschen nooit sprake is geweest, dat nimmer door een Nederlandsch minister met leden van de Koninklijke familie over de spionne is gesproken en dat slechts de eenige, die zich met dc affaire heeft bezig gehouden de heer Loudon was, die in zijn functie van Minister van Buitcnlandsche Zaken, na de veroordeel in g, den Gezant, Rid der de Stuers, heeft opgedragen om bij de Fransche regeering een démarche te doen om de executie van een Nederlandsch onder» daan te voorkomen. Deze inmenging had niets bijzonders, maar wordt altijd gedaan tegenover eiken landgenoot; het was een eenvoudige formaliteit, waarin niets, maar ook letterlijk niets, wees op een sympathie voor de veroordeelde Mata Hari heelt zich eerst twee maanden na haar arrestatie gewend tot de vertegen woordigers van haar land Haar eerste brief dateert van 16 April 1917. waarin zij zich tot den Consul richt om hem te vragen aan haar dienstbode ln Den Haag te doen weten, dat zij moeilijkheden heeft om Frank rijk te verlaten, maar dat zij zeker m Hol land terug zal komen. Meer dan twee maan den daarna, den 22sten Juni, verzoekt zij den Consul haar advocaat in Den Haag, Mr. Hymans, te doen weten, dat zij is gear resteerd en in St. Lazare wordt gevangen gehouden. Den 3Qsten Juni 1917 informeert de heer Loudon bij den Gezant ln Parijs, wanneer de zaak Mata Harl zal voorkomen, waarvan de Nederlandsche couranten vaag melding maken. En twee dagen na de ver oordeeling volgt het telegram van het Mi nisterie van Blnnenlandsche Zaken aan Ridder de Stuers om er bij de Fransche re geering op aan te dringen de straf te doen wijzigen, wanneer eventueel het doodvonnis zou worden uitgesproken. Eerst den 2deu September richt de veroordeelde zich tot den heer de Stuers en ln haar schrijven zegt zij dat wel alle schijn tegen haar is, maar dat zij zich niet aan spionnage heeft schul dig gemaakt. De Gezant heeft wel het ver zoek gedaan om gratie te vcrlecnen aan deze trieste Nederlandsche onderdaan, maar daar mede houdt dan öok elke offlclcelo Neder* landsche Inmenging op. tt Ondanks de vele details, welke Heymans in zijn interessante boek geeft, ontbreekt er nog één antwoord op een andere aan tijging, welke men den laatsten tijd in som mige geschriften heeft kunnen lezen. Er wordt namelijk gesproken over correspon dentie en geldzendingen, welke voor Mata, Hari ln de koerierstasschen van de neutrale mogendheid, meekwamen. Gaarne hadden wij gezien, dat de schrijver ook deze zljdellng- sche beschuldiging had kunnen weerleggen. Voor goed zou daarmede dan aan alle praatjes den kop zijn ingedrukt Het behoeft geen betoog, dat de auteur, hoewel ook hem de offlcieele stukken van het proces ontbra ken, wijl de zaak met gesloten deuren werd behandeld en het Ministerie van Oorlog den tijd nog niet daargekomen acht om ze voor publicatie vrij te geven, toch het absolute bewijs levert, dat Mata Hari wel degelijk ten nadeele van Frankrijk heeft gesplonneerd en dat zij ln geen opzicht kan worden verge leken met Miss Cavell. Bijzonder Interessant vooral zijn de talrijke details, welke Heymans kan geven van het particuliere leven van Mata Harl en waarmede hij tevens de abso lute valschhcld aantoont van het in 1907 tegen majoor Mac Leod, Mata Hari's echtge noot, verschenen pamflet. Het in vlot Fransch geschreven antwoord van een Nederlander aan alle défaltisten is een knap en sympathiek stuk werk. dat ook in politieken kring, zoowel hier als ln Neder land, stellig met groote belangstelling, wijl het twee landen en vele hoogstaande men schen van een blaam zuivert, zal worden ge lezen. HENRY A. TH. LESTURGEON, OP DE HARINGVANGST. Kan men een vlsch hooren zwemmen? Dit lijkt een dwaze vraag te zijn, maar toch dankt gij het genot van uw haring bij het ontbijt waarschijnlijk aan dc gehoorscherpte van een haringvlsscher. De haringskiff een groot houten schip van ongeveer 30 voet lang werkt des nachts. Een lid van de bemanning neemt zijn post in op de boeg om de school haringen te ontdekken. Dit kan hij alleen doen door middel van zijn gehoor doen. Instrumenten gebruikt hij daarbij niet. Hij houdt alleen de handen komvormig achter de ooren. Een landrot zou in zoo'n geval alleen het geluld van de golven hooren, maar het ge oefend oor van den haringvisschcr hoort bovendien het zwakke geluld van duizenden visschen die juist onder de oppervlakte van het water snel voortzwemmen. De schipper moet evenwel méér weten, want hij wil zijn net uitwerpen, zoodat de haringen „er in loopen". De luisterpost moet daarom voortgaan met luLsteren om de rich ting te bepalen, waarin de visschen zich be wegen en de grootte van de school bij be nadering te bepalen. Zijn verantwoordelijkheid eindigt als do maan verdwenen Ls. De rollen worden dan omgekeerd. Dc visschen hooren hém. Zij hooren het anker stooten tegen het dolboord en bewegen zich zenuwachtig en onrustig. Zij begrijpen, dat zij verraden zijn. Op het bevel van den schipper worden de noodige manoeuvres met het net uitgevoerd en er is niets meer te doen dan de vangst! aan boord te halen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 15