ÉS
■fÉteSi
ll-ii
y
y
V
u
Postzege II rubriek
EEN GEHEIME TAAL'.
a
EEN LEGPLAAT.
Mijn Herbarium,
Enkele boschplanten, die zeer alge
meen voorkomen en al spoedig de
bosschen een kleurig aanzien geven
zijn o.a.
IVilde kervel (Anthriscus silves-
tris) Zie fig. l, lam. Schermbloemi-
gen (Umbelliferen). Deze plant, ook
wel toeterlof of pijpkruid genoemd.
Is krachtig gebouwd en kan tot
1 50 M opgroeien. Ze heeft een recht
opstaande, vertakte holle stengel. De
bladen zijn 2—3 voudig gevind. De
bloemen staan, evenals bijna alle
van deze familie, in een scherm. Deze
vormt een samengesteld scherm,
waarvan de kleine schermpjes aan
den voet een omwindsel dragen d.i.
een krans van kleine blaadjes. De
schermen, die uit witte bloempjes
bestaan, zijn 715 stralig. Ze komt
op vochtige, beschaduwde plaatsen
algemeen voor, Bloeitijd Mei-Juni.
Koekoeksbloem (Melandryum rü-
brum) Zie fig 2. fam. Muurachtigen
(CaryophyllaceeenEen overblij
vende plant met dicht-zachtbehaar-
de stengels. De bladen zijn toege
spitst, de onderste eirond, de boven
ste langwerpig. De helderroode bloe
men geven later een doosvrucht (Zie
fig. 2a). Op beschaduwde, aardige
plaatsen is ze zeer algemeen. Ze komt
ook als sierplant voor met gevulde
bloemen. Bloeitijd MeiSeptember.
bladeren zijn hartvormig-, bochtig
getand; de onderste niervormig, grof
gekarteld, langgesteeld. Dc witte
kroonblaadjes staan als bij alle cru-
ciferen kruisgewijs. De vruchten zijn
tamelijk rechtopstaande kammen.
Als we een blad tusschen de vingers
wrijven, ruikt het naar knoflook.
Tusschen hakhout en langs heggen
kunnen we haar vinden. Bloeitijd
MeiJuni.
,,Ra, ra, wat is dit?"
7
Wie weten wil wat dit plaatje
voorstelt n'sme een potlood en zoe-
ke zelf de teekening op. Als je de
oogen een beetje dichtknijpt en
dan door je ooghaartjes op het
plaatje tuurt kun je al flauwtjes
zien wat er komen moet. Maar ik
zal het bovendien ook nog maar ver
klappen. Het is een vogel, die veel
in de poolstreken voorkomt. Een
koddig dier, dat loopen kan op een
bijzondere wijze en in het geheel
niet bang is voor menschen. Dat
kamt zeker wel omdat het in de
koude en Noordelijke streken zoo
heel weinig menschen ontmoet.
Zoek nu eerst maar eens het
nummertje één op en als je dat
hebt trek dan een lijntje naar num
mer twee en zoo verder naar drie
en naar vier totdat je aan het laat
ste nummertje toe bent. Dan is de
vogel tevens klaar en geef ik je den
goeden raad: kleur hem, dan wordt
het plaatje nog wel zoo mooi.
Het is een leuk en aangenaam
werkje. Succes er mee!
Het betooverde ei.
Look zonder look (Alliaria officina
lis) Zie fig. 3 fam. Kruisbloemigen
(Cruciferen). Een plant, die in onze
duinstreken veelvuldig voorkomt. De
Toen ik met de Paaschdagen ge
noeg van de eieren had en er geen
eentje meer lustte, ben ik.... gaan
knoeien. Ja, lach nu maar niet, want
jullie knoeien misschien ook nog
wel eens als je niets meer lust. Of
doet alleen je heele kleine zusje
dat? Nu, het kan mij niets schelen;
ik heb toch geknoeid en ik ben er
blij om bovendien. Want ik heb een
ontdekking gedaan. De ontdekking
van het betooverde ei. Luister!
Je neemt een ei om uit te blazen.
Weet je hoe dat gaat? Heel gemak
kelijk, als je maar een beetje voor
zichtig bent. Met een breinaald maak
Je van boven een gaatje in het ei en
dan steek je den naald er geheel
doorheen, totdat hij er aan den an
deren kant weer uitkomt. Uit het
onderste gaatje begint dan reeds
wat vocht uit het ei weg te loopen en
als je nu aan het bovenste kantje
zachtjes, maar voortdurend b?nnst,
loopt het geheele ei leeg, zoodat je
tenslotte alleen nog maar den schil
over hebt. Die is dan erg licht na
tuurlijk.
Nu komt het tweede werkje. Door
een der gaatjes steekt, men een lan
gen en dunnen spijker, die heele-
maal in het ei verdwijnt. Heeft men
dit klaar, dan moeten de beide gaat
jes met gips dichtgemaakt worden.
Op het eerste gezicht ziet men dan
niets bijzonders aan het ei en den
spijker kan er natuurlijk nooit meer
uit.
Trek nu een paar handschoenen
aan, vooral een paar, want als je
slechts één handschoen aandoet,
loopt het wel erg in het oog. In een
der handschoenen verbergt men,
langs den wijsvinger, een smallen
magneet en als men nu met dezen
vinger bij het ei komt, springt het
op en blijft aan den vinger hangen.
Het ei is.betooverd!
„Waar is de roeier?"
SbS>, fa'/t t s
Dit zoekplaatje is lang niet ge
makkelijk. Het is zelfs heel moeilijk,
maar daarom is het juist mooi,
nietwaar? Wat. heb je er aan of je
de opgave dadelijk kunt oplossen?
Hier is een slootje waarlangs zoo
even een roeier is komen afzakken.
Zijn boot heeft hij nu op den wal
getrokken en zelf is hij een eindje
opgeioopen. Twee seconden geleden
zag ik hem nog. fnaar nu is hij
spoorloos verdwenen.
Waar is hij nu?
Zoek maar niet in de lucht, want
heusch, hij kan niet vliegen. Blijf
liever maar op den beganen grond
en kijk vooral goed bij al de dingen
die een beetje vreemd lijken. Dan
kan het niet anders of je zult hem
spoedig te pakken hebben.
VADER BEGREEP T NIET.
Jan komt te laat uit school en
vader vraagt boos:
„Hoe kom je zoo laat Jan?''
,,'k Moest schoolblijven, vader."
„Wat had je nu weer uitgevoerd?"
,,'k Wist niet, waar de Alpen la
gen".
„Jij weet ook nooit wat te liggen,
'k Snap r.iet jongen, hoe je aan die
slordigheid komt."
We kunnen in onzen tuin verschil
lende soorten erwten zaaien. In de
hloemenafdeeling mogen we vooral
niet vergeten de Pronkerwt (Lathy
rus) fam. Vlinderbloemige (Papi-
lionaceeën), die langs rijphout of
gaas wordt geleid. De b'.oem komt
overeen met die van de erwt, wat de
naam trouwens reeds aangeeft. Ze
is echter grooter en komt voor in
een groote verscheidenheid van kleu
ren. Op een goed bereiden grond
krijg je flinke lange bloemstengels,
zoodat je er een heel mooie bou
quet van kunt maken, die door haar
heldere kleuren de kamer heelemaal
opvroolijkt. Je kunt pakjes zaad
koopen in gemengde kleuren of een
bepaalde kleur uitkiezen. De bekend
ste soorten zijn Lathyrus odoratus
o.a. King White (wit), Sunkist
(roomkleur met rose rand), Rosa
bella (donkerrose), The Sultan
(zwartbruin), Blue Bird (zuiver
blauw).
In de groentenafdeeling kunnen
we Doperwten zaaien.
Hiervan zijn heel wat soorten, die
in hoogte zeer uiteenloopen. De lage
stam- of kruipdoppers worden niet
veel hooger dan 30 c.M., terwijl an
dere soorten wel een lengte van 2 M.
bereiken. De laatste moeten gesteund
worden door riishout, daar de sten
gels ts zwak zijn om de plant recht
op te houden. Meestal worden de
erwten in twee rijen gezaaid 15 a 20
c.M. van elkaar, liefst in de rich
ting Noord-Zuid. Tusschen de rijen
worden de takken gestoken. We ma
ken dus twee geultjes ongeveer 4
c.M. diep en leggen daar de erwten,
in pl.m. 4 c.M. van elkaar verwij
derd. Is de grond droog of wordt
nog laat gezaaid, dan maken we de
geultjes iets dieper.
PEULEN. 't Grootste verschil
tusscher. doperwten en peulen is,
dat van de doperwten de onrijpe
erwten en de peulen met peul en al
genuttigd worden. In de groei- of
bloeiwijze is weinig of geen verschil.
Allebei geven mooie helderwitte vlin
derbloemen. De vruchten zijn echter
goed te onderscheiden. De doperwt
geeft bolronde, harde scheeden, ter
wijl die van de peul veel zachter en
dunner zijn. Bij de laatste kunnen
we van buiten wel tellen, hoeveel
erwtjes zich in de peul bevinden. De
manier van zaaien is gelijk aan die
van de doperwten.
Capucijncrs. De erwten hiervan
worden meest droog gebruikt (grau
we erwten), doph kunnen ook onrijp
evenals de doperwten gegeten wor
den. De plant is over 't geheel grover
dan de eerstgenoemde. Ze is ge
makkelijk te onderscheiden, doordat
de bloemen paars van kleur zijn.
Het zaaien geschiedt weer op dezelf
de manier als bij doperwten en
peulen.
Erwten kunnen ook best in een bak
of bloempot gezaaid worden. Met een
beetje bemesting ontwikkelt zich een
flinke plant.
TUINIER.
"'f StU>/
jd
a~d
/ad
/ad
Jod
'4'4
js A
A
/S/d
sa/d.
X.
In 1919 werden ook nog 2 series
portzegels uitgegeven. De eerste se
rie in fenni waarden werd gebruikt
voor geheel Polen, uitgezonderd Ga-
licië, het deel van het vroegere Oes-
tenrijk-Hongarije. dat bij Polen was
gevoegd. Voor dit gedeelte van 't
rijk verscljeen een andere serie in
hallersy waarden. De teekening van
beide series is gelijk. Ze stellen voor
2 versierde hoorns, waartusschen het
waardecijfer. In den bovenrand staat
„Poczta Polska" in den onderrand
„Doplata". De zegels zijn in klein
formaat en vierkant. We krijgen dus;
2, 4, 5, 10, 20, 30, 50. 10 en 500 fen.
(alle rood) en 2, 4, 5, 10, 20, 30. 50,
100 200 en 500 hal (alle blauw).
Grootte van de vakjes 2.3 bij 2.3 c.M.
Zie voor de indeeling 't schetsje.
Rustenburgerlaan 23.
Een paar schooljongens hadden
een geheime taal verzonnen. Waar
om, ach dat weet ik niet zoo precies.
Schooljongens verzinnen wel eens
meer iets zonder reden. Hun gehei
me taal echter was zeer duidelijk,
dat wil zeggen, voor hen die er meer
van wisten. Die niets er van wist kon
ook niets lezen.
Hier zie je nu een jongen die uit
school komt en langs den weg een
„boodschap" van zijn vrienden
vindt. Het is Vrijdagmiddag en de
afspraak geldt voor Zaterdag. We'et
je nu wat er staat? Nu het is anders
heel duidelijk en ik zal het je eens
zeggen. De lei be teekent: eerst huis
werk maken! Dat is logisch niet
waar? De hamers beteekenen: klok
en hamerspel, waaruit je dus begrij
pen kunt dat na het schoolwerk dit
edele spel aan de beurt komt. De pijl
beteekent Indiaantje spelen. De pook
heeft echter een minder aangename
beteekenis voor den schooljongen in
kwestie want dit beteekent: Jij bent
de pook! Dat wil zeggen, dat hij de
arme vluchteling moet zijn, die door
de Indianen vervolgd zal worden.
Daarom trekt het ventje zoo'n ont
steld gezicht, snap je!
Maar het is eerlijk. Ieder zijn
beurt! Hij is morgen de pook en de
volgende week weer eens een ander!
Me dunkt dat deze geheime taal zeer
geschikt is om ook door jullie ge
bruikt te worden. Maar spreek dan
eerst onder elkaar de teekens af
enschrijf die teekens dan liefst
niet op deuren en vensters, want dan
loop je misschien nog een pak
slaag op!
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
week zijn-'
AFDEELING I
1. Philadelfia.
2. Gems-Ems.
3. Primula, Damiaatje, Sprink
haantje, Paascbhaasje, Wipneusje,
Pelikaan
4. Fabrikant. Tuinman. Barbier.
Slager. Behanger. Winkelier. Kruide
nier.
5. Corinto.
6. Vermeer.
AFDEELING EL
1. 't Zaandammertje.
2. Korenbloem.
3. Kapster.
4. Primula, Damiaatje, Sprink
haantje.
5. Winkelier, Kruidenier.
6. Tuituit.
Goede oplossingen ontvangen van:
Hageroos 6 Dc kleine Bakker 6 Mi
mi Poesekat G Wenda 6 De kleine
Violist 6 De kleine Vogelvriend 6
Nevada 6 Uitlooper 6 Nelly B. 6
Bloemenfee 6 Sneeuwwitje 6 Koe
koeksbloem 3 De kleine Keeper 6
Rietvoorntje 4 Violetta 6 Koren
bloem 4 Balienbreistertje 5 Korstjes-
knager 6 Moeders Kleinste 5 Tram
bestuurder 4 Wipneusje 5 Appeltje
6 Appelmootje 5 De kleine Zeeman 5
Zwartkijkertje 6 Juffertje Schrijf-
graag 6 Poppenverpleegstertje 5
Blauwoogje 5 De kleine Bouwer 5
Kerstroosje 6 Graaf Lodewijk 5 Kat
uil 3 Karei I 5 Freesia 5 Magnolia 5
Primula 5 Zeeuwsch Boerinnetje 3
Zaandammertje 3 Epenaartje 3
Krielkip 6 Viooltje 3 Papavertje 3
Paaschhaasje 6 Zinia 6 Nelly v. K. 1
Rekel 5 Moeders grootste hulp 3
Droomkoninkje 5 Poppenkind 5 De
kleine Kapitein 6 Damiaatje 4 Help
stertje 6 Zwartoogje 6 Roodsterretje
5 Zomerbloempje 6 Een naamlooze
6 Marinier 4 Vogelkoopstertje 4
Kleine Ulbo 4 Konijntje 5 Amico 4
Zangvogeltje 4 Sneeuwklokje 5
GRASPIEPER. Clercqstr. 7lrood
heeft 30 pl. en bons van Paddenstoe
len, 3 Amstelpenningen, 4 Hilles
Spaarkaarten, Dit alles wil hij rui
len voor vim, Sunlight en Lux bon
nen, Paddenstoelen 3 tegen 1. De
rest 1 tegen 1.
MOEDERS GROOTSTE HULP,
Molukkenstraat 20, heeft Hilles
Spaarkaarten, 2 Haas-azijnpl. 1 bon
van Delft's koek, 4 Caramel, 10 Vo-
gel-albumpl., 4 Texel, 2 Aquarium-
rood bandpl. 5 Albert Heinbonnen,
Fabrieksmerken Abbink-roggebrood.
Amstelpenningen, Kwatta-sold. Mec-
co-bonnen, Sickeszbonnen. Voor dit
alles had ze graag terug Vim-Sun-
light en Rinso-bonnen, of Turmac-
punten. Ruiltijd dagelijks na 6 uur.
's Zondags van 112.
Rubriekertjes'lijst.
Miep Heuver, oud 8 jaar. Hudson-
•traat 18, Haarlem-Nrd.'
Onze Bibliotheek.
Nieuwe boeken in den loop van April
Andersen, H. J., Sprookjes II.
Andriessen, S., Augusta.
Cooper, F., De laatste der Mohika
nen.
Cummins, Miss, De lantaarnopste
ker.
Henty, G. A., Door de Russische
sneeuwvelden.
Korff, A. B„ Een vacantiereisje
naar Java.
Molt, E., De kluizenaar van Gle-
chon.
N. N., Vader Goedhart.
ZoomersVermeer, J. P., Reyntje
v. d. Watermolen.
Een aanvulling van deze nieuwe
boeken verschijnt eind Mei.
De boeken zijn echter vanaf heden
reeds te lezen.
Van een vriendelijken heer ontving
ik nog vele mooie boeken voor O. B.,
welke ik de volgende week zal ver
melden. Ik dank den heer v. W. har
telijk voor deze collectie.
Willen jullie eraan denken, dat
O. B. den geheelen zomer (uitgezon
derd Augustus; geopend blijft, bij
voldoend aantal deelnemers. Geef
je dus nog heden op.
A. Willems. Oranjestraat 123, heeft
boek 41 reeds vanaf 5 April in haar
bezit. Wil ze het Zaterdag terug
brengen?.
NIEUWE DEELNEMERS
21. B. Bakker, Barrevoetestr. 13.
34. G. v. d. Nieuwenhof, Leidsche-
straat 51.
33. H. v. d. Mey—de Bie, KI. Hei
ligland 74.
W. LASSCHUIT.T
Gr. Houtstr. 155 zwart.
Knipperdolletje.
door
W. B.—Z.
HOOFDSTUK I.
Op 't station te Haarlem.
1)
Een week voor Paschen was er de
lang verwachte brief gekomen. De
brief van grootmoeder, waarin ze
antwoordde op het verzoek van Mies
om daar de Paaschvacantie te mogen
doorbrengen.
,,'k Mag dadelijk Woensdag al ko
men," riep Mies dolverheugd, toen
ze den aan haar geadresseerden brief
uitgelezen had.
„Woensdag zal moeilijk gaan,"
temperde tante Jet de grootste
vreugde. „Want Woensdag kan va
der je niet brengen."
„Dan ga 'k maar alleen, 'k Ben nu
twaalf geworden," riep Mies kriege
lig.
„Alleen? Heel naar Schoorl? Je
moeder zal 't niet goed vinden," zei
tante Jet op beslisten toon."
'k Ga er dadelijk over spreken met
moes," antwoordde Mies, terwijl ze
al aanstalten maakte om de kamer
te verlaten.
„Rustig, Mies. Denk erom, dat moe
der nog niet veel hebben kan," waar
schuwde tante.
Mies trok een gezicht van nu-ja-
dat weet ik ook wel. Zachtjes ging ze
naar boven, keek even om de slaap
kamerdeur en toen ze merkte, dat
moeder opkeek, vroeg ze met een be
deesd stemmetje: „Hindert het, als
ik even kom praten, moesje?
„Maak maar gerust een babbeltje,
Mies. Ik voel me heel wat beter dan
gisteren."
Geen vijf minuten later weet moe
der den inhoud van grootmoeders
brief. Niemand beter dan moeder
weet, hoe Mies naar dit schrijven
verlangd heeft. Moeder is weken ziek
geweest, zoo ziek, dat er een don
kere schaduw over 't huis lag, Mies
en de drie broertjes, Jan, Henk en
Frans werden goed verzorgd door
tante Jet, die al die weken moeders
plaats ln de huishouding verving.
Een verpleegster had eerst alleen
voor moeder gezorgd, maar nu 'tj
gevaar g.wjkcn was, verzorgde tante
Jet ook moeder.
Tante Jet was vaders zuster en
woonde met Grootmoeder in Schoorl,
Toen er bericht kwam, dat moeder
zoo ziek was, had grootmoeder dade
lijk gezegd: „Pak je koffer en ga er
heen. Ik kan me best alleen red
den."
Tante Jet was gegaan en 't was
voor moeder alle dagen een rustge
vende gedachte geweest, dat er nu
zoo goed voor alles gezorgd werd.
Vader reisde voor een groote zaak
en was weinig thuis. Tegen de
vriendinnen had Mies wel eens een
enkelen keer gezegd: „We missen
moeder zoo." Waarom bepaald, had
Mies niet geweten. Er waren duizend
kleine dingen, die tante Jet anders
deed dan moeder.
lederen Zondag werd er naar
Grootmoeder een brief geschreven.
Door de week ging er vaak ook nog
een briefkaartje weg.
Den vorigen Zondag zei tante Jet:'
„Dat worden stille Paaschdagen voor
Oma. We moeten maar een extra
grooten brief aan haar sturen. Toen
opeens had Mies gezegd: ,,'k Wou,
dat ik in de Paaschvacantie naar
grootmoeder mocht. Ik ga er in mijn
brief over schrijven."
Mies had al heel wat vacanties bij
grootmoeder gelogeerd en Mies had
't altijd dolletjes gevonden, oma
woonde in een klein landhuisje met
rieten (lak. 't Heette ook heel eigen
aardig: de Schelf. Boven op zolder
was een klein logeerkamertje. ..Als
je grooter wordt, wordt het te klein."
had grootmoeder wel eens gezegd.
Maar xMies vond het een heerlijk
knus kamertje. En 't uitzicht, dat je
er had over de begroeide bergen,
was zoo wondermooi, dat Mies zeker
wel tien maal per dag uit het drie
hoekig zolderraampje gluurde.
En nu had oma geschreven: „Je
bedje is al gespreid. Kom Woensdag
maar zoo gauw je kunt.'
Moeder vond 't al net zoo heer]ijk
als Mies. Moeder wist wel, dat groot
moeder en Mies het altijd zoo heel
best samen konden vinden.
„Maar vader kan me niet bren
gen," begon Mies nu. Moeder dacht
even na. Ja, vader zou juist de week
voor Paschen naar Duitschland
gaan en eenige dagen wegblijven.
,,'k Kan toch wel alleen." zei Mies
nu, terwijl ze moeder smeekend aan
keek.
,,'k Ben er toch al zoo dikwijls ge
weest," liet ze er vlug op volgen.
„Ja, maar nooit alleen, kind."
(Wordt vervolgd.)
Het vierkant dat hier geteekend
is moet allereerst netjes worden uit
geknipt Daarna doe je verstandig
door het op een stevig stukje papier
of dun karton te plakken. Is ook dat
klaar dan moeten de zwarte stukjes
een voor een worden uitgeknipt. Nu
heb je een z.g. legpuzzle of legkaart
gekregen. Probeert nu de zwarte
stukjes precies zoo tegen elkaar te
leggen als het behoort, zoodat op
het eind een figuur ontstaat. Welk
figuur dat is, zeg lk niet, want ik ge
loof zeker dat Je het wel herkennen
zult zoodra je met het leggen der
stukjes een goed eindje op weg bentf