l&O
Ue/iAad&s Cadé
STADSNIEUWS
GERRY RICKEBERG
Bij Haaruitval
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 21 MEI 1930
4
RUSTHUIS „SPAAR EN HOUT".
DE OFFICIEELE OPENING.
In aansluiting op het verslag van de ope
ningsplechtigheid van het Rusthuis „Spaar
en Hout" der Doopsgezinde Gemeente in
ons vorig nummer dtene nog het volgende:
Na de welkomstrede van den heer Vincent
Doosjes kreeg Ds. A. Bin nerts Szn. het
woord. Hij vestigde de aandacht op het
merkwaardige feit, dat het aantal weezen der
Doopsgezinde Gemeente in de laatste jaren
steeds kleiner geworden is. Wat daarvan de
ooi-zaak is, kan spreker niet zeggen. Maar het
verheugde hem toch buitengewoon, dat de
regenten hierdoor in de gelegenheid zijn ge
steld, de overgelegde penningen te beleggen
in dit mooie rusthuis. Hierdoor kan aan de
ouden van dagen der Doopsgezinde Gemeen
te te Haarlem en van elders en ook aan niet-
Doopsgezinden, als daar nog plaats voor is,
een gelukkige en rustige levensavond
verschaft worden. Deze heerlijke omgeving
leent er zich zoo bij uitstek voor. Spreker
achtte het ook gelukkig, dat het bestuur der
stichting vastgehouden had aan den naam
„Spaar en Hout" en daarvoor niet een naam
als bijvoorbeeld „Avondvrede" gekozen had.
Toch hoopte hij, dat er vrede in dit huis za!
wonen en dat het een lieflijk huls voor zeer
velen zal wezen. Met dezen wensch ver
klaarde Ds. Binnerts het rusthuis voor ge
opend.
De heer C. Maarschalk verklaarde
hier niet als burgemeester, maar als belang
stellend lid der Doodsgezinde Gemeente het
woord te willen voeten. Allereerst wensch te
hij de Gemeente geluk met de stichting van
deze fraaie inrichting, waarmee een goed
werk is gedaan. Voor vele personen, wier
oude dag begint te naderen, is het moeilijk
om ergens rustig hun levensavond te slijten.
Daarom achtte hij het zoo gelukkig, dat dit
rusthuis gesticht is. Hij noemde dat een
uiting- van goed saamhoorigheidsgevoel. Ve
len zullen hiervan genieten. Als burgemees
ter van Haarlem vond hij het heerlijk, dat
dit oude buitengoed niet voor bouwterrein
verkaveld is. Hierdoor is onze onvolprezen
Ilout bewaard tegen bebouwing ook al zou
deze nog zoo goed geweest zijn. Spreker
bracht hulde aan den heer Jonkheid voor de
wijze waarop hij zijn plannen uitgewerkt
had. De bewoners kunnen hier nu na geda-
nen arbeid rusten. Aan de directrice, me
vrouw M. J. ten Kate, die hij de vrouwelijke
burgemeester in dit huis noemde, wenschte
hij een vriendelijke bevolking toe. „Dat Gods
zegen moge rusten op dit huis en op zijn be
woners". aldus eindigde de heer Maarschalk.
Ds. P. B. W e s t e r d ij k, voorzitter der
Doopsgezinde Sociëteit, sprak eveneens
woorden van gelukwensch. Niemand zal het
ons kwalijk nemen, zei hij, dat dit huis voor
namelijk bestemd zal zijn voor Doopsgezin
den. Daartoe herinnerde hij aan het Bijbel
woord: „Doet wel aan allen, maar vooral aan
de huisgenooten uws geloofs". Spreker was
dankbaar, dat nu ook de oudere collega's
hier een rustigen levensavond zouden heb
ben. Hij vergeleek dit huis met het Ouder-
öomshuis, dat hij eens in een klein Zwit-
sersch dorpje gezien had. Naar aanleiding
van het feit, dat het aantal weezen zoo klein
ls, merkte hij op, hoe gelukkig het is dat er
anu voor de ouderen gezorgd kan worden, nu
dat niet genoeg voor de Jongeren kan worden
gedaan.
Spreker eindigde met de hoop uit te spre
ken, dat het voor de bewoners van dit huls
alleszins licht zou zijn.
De heer K. Jonkheid gaf uiting aan
zijn gevoelens van erkentelijkheid. Hij dank
te den burgemeester voor diens waardee-
rende woorden, die hij op hoogen prijs stelde.
Den heer Loosjes dankte hij voor de appre
ciatie van zijn werk en het bestuur, dat hem
steeds vertrouwen en steun geschonken heeft
en dat tevreden over zijn werk is. Speciaal
dankte spreker den heer M. Lugt, met wien
liij alle details besproken en bepaald heeft.
Spreker zei niet te overdrijven, als hij ver
klaarde dat hij den heer Lugt zeker wel 250
keer in zijn werk heeft moeten storen Toch
was hem dit nooit te veel; hij stond altijd
klaar om mee te helpen moeilijkheden en
problemen op te lossen. „Hij zal dan ook wel
blij zijn", aldus spreker, „eindelijk van dien
kwelgeest verlost te zijn! Maar mij spijt het,
dat. ik later niet veel meer met hem in aan
raking kan komen" De heer Jonkheid ver
klaarde het echter niet alleen bi) woorden te
willen laten; hij deelde mee. een gedenk
steen en een oorkonde te hebben laten ma
ken, die hij het bestuur als een herinnering
aan dezen dag aanbood. Met den wensch, dat
„Spaar en Hout" een bron van blijvend ge
luk zal zijn, eindigde spreker.
Hierna kreeg de oudste bewoonster van
het huis, de 85-jarlge mejuffrouw R. Bos,
het woord. Zij deelde mede, dat de bewoners
haar verzocht hadden, hier een woordje tc
FEUILLETON
HET RAADSEL VAN DE DACIA
door
G. PANSTINGL.
7)
Deze deuren zijn vervaardigd uit het
hardste staal, waarop dc snelstaalboor en
zuurstofviam geen vat hebben. De buiten
kant is een geluiddempende bedekking, die
haar oorsprong dankt aan den wensch naar
veiligheid. Van soortgelijke constructie zijn
ook de muren. En zelfs de vensters hebben
ongewoon dikke ruiten. Vijf lagen glas liggen
vastgekleefd op elkaar. Een groot denker heeft
dit laten bouwen, die, toen hij Engelana's
eerste minister geworden was. een vertrek
wilde hebben, waar hij ongestoord kon werken
De staatssecretaris daarentegen was practi-
scher en liet de verandering meteen zoo
grondig aanbrengen, dat een geluld- en in-
braakvrije vesting midden in het huis ont
stond. De groote denker had zich reeds lang
weer op zijn stil landgoed teruggetrokken,
zijn opvolgers echter gebruikten het vertrek
voor die conferenties, die door de wereld
niet gehoord mochten worden, gedeeltelijk om
voor het eigen land den poütïeken ruilhandel
tc verbergen, die zoo'n groot deel uitmaakt
van de kunst diergenen die hei land regesren.
Want slechts luidkllnkende woorden, die tot
weinig of niets verplichten, worden In dc
microfoon gesproken. Datgene wat van belang
is klinkt slechts achter geluiddempers. Dik
wijls echter vangen deze ook nog andere ge
sprekken op. Bij voorbeeld, wanneer de mi
spreken en het bestuur uit dankbaarheid een
bloemstuk aan te bieden. „Wij zijn u dank
baar, dat gij dit huls voor de ouden van da
gen hebt willen stichten. Het is een paleis!
..Spaar en Hout" is een sprookjeshuis, niet
alleen naar het uiterlijk, maar ook naar het
innerlijk. Dat komt door de vriendelijke
sfeer, die de directrice hier nu reeds heeft
weten te scheppen. Wij zijn het bestuur dan
ook dankbaar, dat het ons voor onze laatste
levensjaren zulk een vreugdevol en rus
tig huls heeft willen geven. Ook zijn wij
dankbaar Jegens onzen portier. Ik zou niet
alles kunnen opnoemen wat hij al niet voor
ons gedaan heeft. Zeer dankbaar zijn wij ook
onzen kok; hij zorgt voor de streeling van
onze tong en eiken dag prijzen wij zijn kook
kunst De bewoners hebben dan ook een
plicht te vervullen en die bestaat uit drie
woordenwaardeering, dankbaarheid en ver
antwoordelijkheidsgevoel. Eerst dan kunnen
we den goeden geest behouden, die hier al
heerscht. Ieder vriendelijk woord en elke ge
zonde lach zal hier door den echo weer
kaatst worden, maar laat men dan ook op
passen, dat hier geen wanklanken gehoord
zullen worden, want ook die laat de echo
weerklinken. En dit zou de saamhoorigheid
verbreken. Laten wij, pensionarissen, dus
allen ons best doen. Kentu zelf, en w e e s t
u zelf en geeft u zelf! Dan kan er zegen
van ons uitgaan en clan kunnen wij ook ze
gen ontvangen!" (Daverend applaus).
Mejuffrouw Bos schonk aan den portier en
den kok namens de bewoners een kistje siga
ren.
Tenslotte kreeg de kok nog even gelegen
heid om het bestuur namens het personeel
geluk te wenschen en het uit dankbaar
heid een fraai inktstel voor de bestuurska
mer aan te bieden.
De heer Loosjes dankte allen, die een
bloemstuk hadden gezonden.
Nadat de oorkonde geteekend en de ge
denksteen door de jongste dochter van Mr.
J. Deenik ingemetseld was, werd door de
genoodigden het huis bezichtigd.
De plechtigheid werd o.a. bijgewoond door
den heer C. Maarschalk burgemeester van
Haarlem; de leden van het dagelijksch be
stuur der Doopsgezinde Sociëteit; eenige pre
dikanten; Mr. A. Bruch, lid van Ged. Staten;
de wethouders Mr. M. Slingenberg, Mr. J. N.
J. E. Heerkens Thijssen en Mr. J. Gerritsz. en
den gemeente-secretaris mr. Th. A. Wesstra.
DE BAKENESSERGRACHT.
KLACHTEN VAN EEN BEWONER.
De heer A. van Ek, bewoner van de Ba-
kenessergracht, zendt ons een uitvoerige
klacht over den toestand-van de Bakenes-
sergracht. Hij meent, dat alle gemeente
diensten die daarbij betrokken zijn, nalatig
zijn om hun plicht te doen.
Allereerst meent hij, dat de Gem. Genees
kundige- en Gezondheidsdienst moest be
vorderen, dat de modderpoel verdwijnt, want
de schadelijke dampen, die uit dit open
riool opstijgen, moeten voor de gezondheid
stellig nadeelig zijn.
Ten tweede klaagt hij de Gem. Reiniging
aan, die door de vuilnlsvisschers wel stroo
tjes laat opvlsschen, maar den bagger in de
Bakenessergracht laat zitten. Ten derde
moet de dienst voor den Hout en de Plant
soenen het ontgelden, omdat de boom en er
langs de gracht verwaarloosd uitzien.
Naar aanleiding van deze klacht zijn wij
op onderzoek uitgetogen. Natuurlijk is de
demping van de Bakenessergracht geen
zaak van den Geneeskundigen- en Gezond
heidsdienst, maar het gemeentebestuur.
Het Hoogheemraadschap „Rijnland" heeft
zich tegen indertijd geopperde plannen tot
demping verzet Het stinkt in de zomer
maanden langs de Bakenessergracht niet
erger (ook niet minder) dan langs andere
grachten. Als de gemeentefinanclën het in
de toekomst eens zullen toelaten zal te Haar
lem een rioolstelsel worden ingevoerd, dat
geen vuil naar de grachten afvoert. Daar
voor zijn evenwel tonnen gouds noodig.
Het is niet juist, dat de Reiniging de Ba
kenessergracht vergeet te baggeren. Nog in
1927 heeft, daar de baggermolen gewerkt
Vermoedelijk zal dc gracht over een paar
jaar weer aan de beurt komen.
De boomen staan mooi in het blad, maar
omdat de gracht smal is. beschadigen voer
tuigen af en toe bij botsingen sommige boo
men. Daartegen is evenwel geen geneesmid
del bekend.
GUNNING
Het bouwen van een garage met boven
woning en winkel met kapperssalon te Aer-
denhout door den archoitect S. Slagveld te
Zandvoort is opgedragen aan H. Horken te
Bentveld.
nister iemand bij zich uitnoodigt, omdat hij
niet meer weet, wat hij moet doen en raad cn
hulp noodig heeft. Dit was ook vandaag het
geval.
..Mijnheer Rickeberg", zei de minister, „ik
heb u verzocht bij mij te willen komen, daar
ik uw naam door mijn voorganger heb leeren
kennen. Bovendien heb ik ook nog eens het'
geheime dossier doorgelezen, dat hij nagelaten
heeft. U heeft het kabinet en het geheele
land in de aangelegenheid van den ontvoer
den Maharadja van Janipoer een buitenge-
wonen dienst bewezen. De Indiërs hadden het
ons nooit vergeven, indien de Maharadja niet
was teruggekeerd. Niettegenstaande hij ze bij
dozijnen door zijn olifanten laat vermorzelen.
Het was een schitterende prestatie van u,
mijnheer Rickeberg!"
„Nu heb ik daarbij ook wel veel geluk ge
had. Excellentie!"
„Kom. kom. niet zoo bescheiden, mijn
heer Rickeberg! In ieder geval wil ik hopen
dat uw geluk u ook nu niet verlaat. U zult het
noodig hebben! Wij staan n.l. voor het vol
gende geval: Zooals u weet, hebben wij hier
een diplomatieke vertegenwoordiging van de
Russen. Daar steekt op zichzelf niets bijzon
ders in. Het merkwaardige daarvan echter
ls, dat aan deze vertegenwoordiging een man
verbonden is, over wien Scotland Yard mij
interessante dingen wist mee te deelen".
De minister trok een klein tafe'tje na.
dertoij. waarop een stapeltje stukken lag.
„Over het verleden van dezen persoon
is noch de politie, noch den Russischen
vluchtelingen in Parijs en Berlijn iets be
kend. Wij hebben zijn portret in beide steden
door een paar vertrouwde personen rond laten
gaan, maar niemand kent hem. De groote
omwenteling heeft hem, evenals zoo veie an
deren. uit het niets omhoog gebracht. Vol
gens zijn beroep is hij gezantschapsraad. Of
DE STRIJD TEGEN DE IEPEN
ZIEKTE.
INTERVIEW MET DEN DIRECTEUR
VAN „HOUT EN PLANTSOENEN".
Er za! thans in ons land met kracht een
strijd tegen de iepenziekte worden aangebon
den. Reeds 'eenige jaren is men op de labo
ratoria o.a. bij den Plantenziektenkun-
digen dienst bezig geweest om die ziekte te
bestudeeren. De Nederlandsche Heidemaat
schappij had voor dit onderzoek nog geld uit
een fonds disponibel, waardoor mej. Prof.
Joh. Westerdijk uit Baarn in de gelegenheid
gesteld werd, om mej. C. Buisman onder haar
leiding aan het werk te zetten. Zij ontdekte
de graphium ulmi, een zwam die de iepen
ziekte veroorzaakt. Gezonde iepen werden
met die zwam geïnfecteerd, waardoor het be
wijs geleverd was. Mej. Buisman heeft haar
studiemateriaal in een proefschrift, dat haar
het doctoraat bezorgde, verwerkt.
Ook Prof. Roepke heeft belangrijke onder
zoekingen ingesteld. Een zijner adsistenten
slaagde er in om aan te toonen, dat de iepen-
splntkever bij de verspreiding van de iepen
ziekte een rol speelt.
De geleerden zijn er dus blijkbaar in ge
slaagd om den verwekker der ziekte op te
sporen. Dat is één stap. de volgende moet
zijn. om thans de bestrijding ter hand te
nemen. Daarvoor was evenwel geen geld meer
disponibel. Bovendien bleek het gewenscht,
dat er meer samenwerking tusschen de weten
schappelijke bestrijders van de iepenziekte
tot stand werd gebracht. Daarom hebben de
directeuren van gemeentelijke plantsoenen
getracht om hier de gewenschte eenheid tot
stand te brengen. Dat dit gelukte, is voor een
groot deel te danken aan het beleid- en tact
vol optreden van den voorzitter van deze or
ganisatie. den heer J. L. Bouwer, directeur
van den Hout en de Plantsoenen te Haarlem.
Er is thans een comité benoemd tot bestrij
ding van de iepenziekte. Daarin hebben zit
ting de heeren: E. D. van Dissel, directeur
van het Staatsboschbeheer, voorzitter, J. L.
Bouwer, 2e voorzitter. Ir. N. van Poeteren,
directeur van den Plantenziektenkundigen
dienst, secretaris en Ir. J. P. van Lonkhuy-
zen. directeur van de Ned. Heidemaatschap
pij, penningmeester.
Er is begroot dat voor het bestrijdingswerk
5 jaar achter elkaar f 10.000 noodig zal zijn.
Aan het rijk, de provincies en belanghebben
de gemeente- en polderbesturen is om steun
gevraagd. De gemeenten zijn aangeslagen
voor f 25 per 10.000 inwoners per jaar. Haar
lem's gemeenteraad heeft reeds voor 5 jaar
een subsidie van f 300 toegestaan.
De hoop wordt gekoesterd, dat men er in
de komende jaren in slagen zal om een af
doend bestrijdingsmiddel te vinden tegen de
iepenziekte. Dit is zoo vertelde ons de heer
Bouwer van zeer veel belang. De iep is de
beste boom voor straatbeplanting. Alle ande
re boomsoorten hebben nadeelen en missen
de voordeelen die de iep kenmerkt. De iep
groeit overal, hij kan verdragen, dat eens een
stuk bast van den stam wordt afgereden,
neemt er genoegen mee dat hij veel of in het
geheel niet gesnoeid wordt, al naar de plaat
selijke omstandigheden dit wenschelijk ma
ken. Daarom zou het ook voor Haarlem van
veel beteekenis zijn als de iepenziekte werd
overwonnen.
Wij hebben zoo vervolgde de heer Bou
wer te Haarlem steeds gedaan wat moge
lijk was. Toen in 1912 de eerste zieke iep op
de stadskweekerij werd gevonden, hebben wij
die onmiddellijk verbrand. Reeds toen hiel
den wij dus rekeninfF'inet het gevaar van be
smetting. Steeds als er een zieke iep in de
plantsoenen of in de straten gevonden werd,
volgde rooiïng en vernietiging.Ongetwijfeld is
het daaraan te danken, dat Haarlem over
het algemeen niet veel van de lepenziekte te
lijden heeft gehad. Het opmerkelijke is even
wel, dat in 1929 te Haarlem meer iepen ziek
zijn geworden dan in de vroegere G jaar te
zamen. Deze toeneming is intusschen een
zuiver Haarlemsche verschijnsel, In andere
plaatsen is die toeneming niet geconstateerd,
maar was'het aantal ziektegevallen in de ja
ren 19221928 ook grooter.
De dienst ontdekte dat in den tuin van een
particulier in het Haarlemmerhoutpark een
zieke iep stond. Er is aan den eigenaar ge
vraagd die boom te rooien, maar daarvan is
niets gekomen. Het opmerkelijke is nu dat
daarna in de omgeving van het Haarlem
merhoutpark veel zieke iepen zijn ontdekt.
Dat is wel een bewijs, dat het gewenscht is
zieke iepen te vernietigen.
Er is thans een officieele bekendmaking
verschenen, waarin de aandacht gevestigd
wordt op het koninklijk besluit van 17 April
hij het inderdaad is, daarover verkeeren wij
in sterken twijfel. Hij is een onderdeel van
het gezantschap, staat zeer goed aangeschre
ven, vertoont zich daar echter hoogstens één-
of tweemaal per week. Hij maakt kleine reizen,
die zich over ons geheele land uitstrekken,
bezit een eigen zeer snelle en krachtige auto
mobiel, ontvangt in zijn privéwoning de
eigenaardigste menschen. kortom, wij zijn de
meening toegedaan, dat mijnheer de gezant*
schapsraad in werkelijkheid niemand anders
is dan dc leider van de bolsjewistische pro
paganda in Engeland".
„Deze propaganda is een vanzelfsprekend
onderdeel van den Russischen buitendienst",
antwoordde Rickeberg.
„Heel Juist- Wij vreezen haar ook niet,
doch ze is ons onaangenaam. Zeer onaan
genaam zelfs! Maar dit is een zuiver poli
tieke zijde van de aangelegenheid".
„Er bctaat dus nog een crimineele zijde
er van?"
„Dat is het juist! Ze bestaat, rust echter
niet op een inpassende keten van bewijs
materiaal. Brokstukken bezitten wij er van.
En deze brokstukken doen een beeld vermoe.
den, dat in zijn geheel wel het meest ver-
wrongene is, dat 'n oververhitte fantasie be
denken kan".
„Passen die brokstukken in elkaar?"
„Enkele los, andere vrij sluitend. Scotland
Yard werkt zeer doelmatig en beschikt ook
over eenige heel knappe koppen. De man
heeft echter een groot en voorsprong op hen.
Voor alles is hij door de diplomatieke on
schendbaarheid veilig. Bovendien (beschikt
onze politie over zeer weinig beambten, die
zooveel talen spreken, dat ze tegen hem op
gewassen zouden zijn. Wel hebben wij een
reeks menschen. die een oppervlakkige ken
nis bezitten van dc ongewoonste talen. Wij
hebben ©r zelfs één die vloeiend Gricksoh cn
1930. dat bepaalt, dat aan de eigenaren (ge-
bruiksgerechtigden) van iepenboomen door
den Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw de verplichting kan worden opge
legd de door hem als stervende of als reeds
gestorven aangewezen iepen te vellen en de
schors onschadelijk te maken.
Deze maatregel is bedoeld ter bestrijding
van de iepenziekte, die, zooals met groote
waarschijnlijkheid is gebleken, door den
iepenspintkever kan worden verspreid. Ster
vende of reeds gestorven iepeboomen zijn
meestal door iepenspintkevers aangetast,
zoodat het. ter voorkoming van besmetting
van gezonde iepen met de ziekte, noodig is,
dat deze kevers worden vernietigd. Dit ge
schiedt door het vellen der doode en ster
vende boomen en door het b.v. door verbran
ding onschadelijk maken van de schors.
Daar de spintkevers thans spoedig uit de
schors te voorschijn zuilen komen, is van het
grootste belang den hlerbedoelden maatregel
ten spoedigste uit te voeren. Den eigenaren
wordt in hun eigen belang aangeraden niet
te wachten, totdat velling van hooger hand
wordt gelast, daar men anders niet ontkomt
aan de moeilijkheid, die eene opruiming op
zeer korten termijn met zich brengt cn die
zoo noodig op kosten der overtreders kan
worden uitgevoerd.
Ten slotte worde in herinnering gebracht,
dat gemeenten en andere lichamen, die on
der de Boschwet 1922 vallen, op grond van
art. 7, 3e lid. aangifte %'an voorgenomen vel
lingen aan den Directeur van het Staats
boschbeheer te Utrecht behooren te doen.
In de raadszitting van Woensdagmiddag is
door den heer Koppen gevraagd of het thans
geen aanbeveling zou verdienen om tijdens
het onderzoek naar de bestrijding der
iepenziekte, tijdelijk hier ter stede geen
iepen aan te planten.
Wij vernemen, dat sinds de iepenziekte een
ernstigen omvang genomen heeft, hier ter
stede geen iepen meer geplant zijn. De dienst
voor den Hout en de Plantsoenen neemt
proeven welke andere boomen het best ge
schikt zijn voor straatbeplanting.
HAARLEMSCHE TRAMWAGENS
NAAR WATERLAND.
DE REORGANISATIE IN DE STAD NOG
NIET IN ZICHT.
Nu verschenen is een wetsontwerp tot
het verleenen van eert Rijksbijdrage voor de
electriflcatie van de lijnen Amsterdam
Edam en AmsterdamPurmerend van de
Noord-Hollandsche tram, op welke lijnen
wagens van de N.Z.H.T.M. gebruikt zullen
worden, hebben wij bij de directie dezer
maatschappij geïnformeerd welke wagens er
uit Haarlem zullen verdwijnen. Dat zijn na
tuurlijk allereerst de oude E.N.E.T.-wagens,
die na de normalisatie van het tramnet in
onze stad onbruikbaar zullen worden. Maar
ook zullen er onder zijn wagens van de
E. S. M. Welke, dat kon de heer Burgersdijk
ons nog niet zeggen. Naar aanleiding van het
verdwijnen van deze wagens veronderstelden
wij, dat de plannen tot uitvoering zullen ko
men om ook het smalspoor van de E.S.M. te
veranderen in normaal spoor. Daar zal voor-
loopig niets van komen, verzekerde de heer
Burgersdijk echter.
Wij vroegen ook, of. nu de oude E.N.E.T.-
wagens reeds een bestemming gevonden
hebben, reeds een nieuw type van wagen voor
de stad is ontworpen.
Dit is nog niet het geval. Er is ook nog
geen datum op te geven, waarop met de
reorganisatie van het tramnet begonnen
wordt.
LANDDAG CHRIST.-HIST. JONGEREN
De groep Haarlem van de Christ.-Hist.
Jongeren-Organisatie houdt Donderdag 29
Mei (Hemelvaartsdag) een landdag op de
buitenplaats „Wildhoef" te Bloemendaal (bij
ongunstig weer in het Jeugdhuis). Mr. F. J.
D. Theijse leidt een wijdmgsdienst. Na de
opening door den voorzitter spreekt de heer
D. Crommelin over het onderwerp: „De
staatkundige toekomst van Indië". Daarna
heeft er een gezamenlijke maaltijd plaats,
gevolgd door een wandeling door Bloemen
daal. Na de pauze spreekt het- lid der Tweede
Kamer H. W. Tilanus over het onderwerp:
„Ons eigen geluid".
TORTEMONNAIE GEROLD.
Bij de politie is door een vrouw aangifte
gedaan, dat haar Maandagmiddag op de
Botermarkt uit haar boodschappentasch een
portemonnaie met f 7.50 is ontrold.
een ander, die goed Afganistansch spreekt.
Maar deze buitengewone talen, en daaronder
versta ik ook Russisch, liggen toch vrijwel,
buiten bereik van onze poiitie-beambten.
Daarbij komt nog, dat wij Engelschen op
zichzelf toch al geen taaigenieën zijn. Zelfs
het Fransch van onze diplomaten moet soms
wel iets te wenschen overlaten".
Rickeberg herinnerde zich een kort op
onthoud in Geneve en een licht glimlachje
gleed over zijn gezicht. Zoo licht en zoo
vluchtig, dat ce minister het niet bemerkte.
„Daarom is het heel begrijpelijk, dat onze
beambten van Scotland Yard met één en
kele uitzondering nerts er aan zouden heb
ben, indien het hun gelukken zou, den Rus
onopgemerkt tot binnen het bereik der stem
te naderen. De aangelegenheid verlangt an
ders geschoolde krachten. Onze krachten zijn
niet tegen hem opgewassen en dat is dubbel
te beklagen omdat het lijk:, alsof deze Rus
zich behalve met zijn diplomatieke beroep
nog met heel andere dingen bezig houdt, die
wij te welen moeten komen. Ik ga zoover
te meenen, dat zelfs zijn eigen gezantschap
daarvan niets vermoedt, ja dat het, indien
men er iets van vermoedde, hem in zijn eigen
belang zoo spoedig mogelijk zijn congé zon
geven; want hoeveel er het gezantschap ook
aan gelegen oet liggen, een krachtigen pro
pagandaleider voor de nieuwe Russische
ideeën te hebben, even weinig zou men het
daar apprecieeren wanneer het blijkt, dat hij
bovendien een misdadiger is. Zulk een ont
hulling zou deze ideeën juist benadeelen".
„Zoudt u mij een klein overzicht over de
door Scotland Yard verzamelde brokstukken
kunnen geven. Excellentie?"
„Zonder twijfel, mijnheer Rickeberg. Ik
heb er zelfs een schriftelijk overzicht van
laten maken. Luistert u maar eens! Op den
2cn April bezocht bedoelde persoon Newport.
INGEZONDEN MEDEDELINGEN
a 60 Cts. per regel.
UIT DE STAATSCOURANT,
POSTERIJEN EN TELEGRAFIE.
Bij K.B. zijn, ingegaan 1 Nov 1928, benoemd
tot inspecteur in algemeenen dienst A. B. van
Beers, G. M. Busmann, P. N. L. Fel'zer,
voordien directeur resp. van het postkantoor
te Amsterdam, Rotierdam en Den Haag; cn
W. A. Horsthuis. C. A. van de Briel, J. den
Heyer, voordien directeur resp. van het tele
graafkantoor te Amsterdam, Rotterdam en
Den Haag.
Benoemd is tot inspecteur in algemeenen
dienst der P. T. T.: de referendaris der P,
T. T.. adjunctdirecteur van het postkantoor
te Rotterdam, J. F. N. Heidenrijk. de inspeo
teur der P.T.T. te Den Haag G. Wolters, de
inspecteur der P.T.T., L. P. J. M. Truffino en
tot hoofdingenieur 1ste ld. der telegrafie en
telefonie ir. J. D. Tours, ir. C. H. de Vos en
J. H. Warning.
Bij beschikking van den min. van Water-
staat zijn benoemd de inspecteurs in alge.
meenen dienst der P. T. T-, A. B. van Beers, te
rekenen van 1 Nov. 1928 af W. A. Horsthuis te
rekenen van 1 November 1928 af tot en
met 30 Juni G. M. B<usmann, te
te rekenen van 1 Nov. 1928 af tot en met 31
Maart 1930, C. A. van den Brul te rekenen
van 1 November 1928 af P. N. L. Feltzer,
rekenen van 1 Nov. 1928 af tot en met 31
Maart 1930, J. F. N. Heidenrijk en G. Wolters
te rekenen van 9 Mei 1930 af. aangewezen ah
directeur resp. van het postkantoor te Am
sterdam, van het telegraaf- en telefoonkan
toor te Amsterdam, van het postkantoor te
Rotterdam, van het telegraaf- en telefoon
kantoor te Rotterdam, van het postkantoor
te Den Haag, van het telegraaf- en telefoon
kantoor te Den Haag, van het postkantoor te
Rotterdam, van het postkantoor te Den
Haag.
VOLKSGEZONDHEID.
Bij K. B. is met ingang van 1 Juni as. be*
noernd tot inspecteur van de Volksgezond
heid bij den dienst, welke is belast met de
zaken, rakende de hygiëne van het kind en
de bestrijding van de t-b.c. en de geslachts
ziekten: clr. L. A. Veegers, arts te Schalkwijk,
aan wien als ambtsgebied zijn aangewezen
de provinciën Limburg, Noord-Brabant en
Zeeland.
Met ingang van nader te bepalen datum is aan
gewezen als ambtsgebied: voor den inspecteur
van de volksgezondheid bij voornoemden
dienst J. A. Putto de provinciën Zuid- en
NoordxHolland (met inbegrip van de eilan
den Vlieland, Terschelling en Urk).
Als standplaats van dr. Veegers is aaaige»
wezen de gemeente Nijmegen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per regel.
en op plekken waar het haar erg dun wordt,
de hoofdhuid een weinig inwrijven met Purol.
Doe dit 1 of 2 maat per week; dit maakt
haar en haarwortels weer sterk en groeikrachtig.
Op den 2en Mei begonnen daar de zeshonderd
werklieden van de staalfabriek 'n staking. De
zaak was prachtig georganiseerd en er was
een overvloed van geld voorhanden, ofschoon
wij precies wisten, clat op den 15en April
hoogstens zeshonderd pond in de stakingskas
aanwezig waren. Op den 3en Mei bezocht hij
Mansfield. Twee dagen later brak daar de
staking uit onder de werklieden van de spin-
nerijen. Den 18en Mei bezocht hij Boicon.
den 26en Mei werd de staking uitgeroepen
van de werklieden van de Boltoner United
Rubber Works.
„Politieke propaganda!"
„Zonder twijfel! Maar er kwamen nog
andere omstandigheden bij. De staking in
Newport verflauwde na twee weken en de
werklieden schenen geneigd te zijn toe te
geven. Op 15 Mei was onze vriend daar
echter weer en op den 18en Mei. dus op den
dag. dat hij in Bolton was, vloog het reus
achtige ketelhuis van de Newporfcer staal»
fabrieken in de lucht. De staking in Maas»
field verflauwde in de derde week. Op 30 Mei
brandden de wolspinnerijen bijna tot op de
helft af en de slangen van de fabrieksbrand-
weer waren onbruikbaar gemaakt. De op»
stand in de Boltonner Rubber Works zou op
den avond van den 19en Juni in een bijeen
komst tusschen de werkgevers en de leiders
van de stakers bijgelegd worden. Men was
er bijna zeker van tot- een overeenkomst 'e
zullen komen. Op den rit naar de conference
had cle auto van den directeur-generaal een
ongeluk, ze reed tegen een zwaren vracht
auto op. De directeur, die zelf stuurde en al
leen In den wagen zat, was op slag dood.
(Wordt vervolgd),
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 Ct*. per regel.