l&O Ue/iAad&s Cadé STADSNIEUWS GERRY RICKEBERG Bij Haaruitval HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 21 MEI 1930 4 RUSTHUIS „SPAAR EN HOUT". DE OFFICIEELE OPENING. In aansluiting op het verslag van de ope ningsplechtigheid van het Rusthuis „Spaar en Hout" der Doopsgezinde Gemeente in ons vorig nummer dtene nog het volgende: Na de welkomstrede van den heer Vincent Doosjes kreeg Ds. A. Bin nerts Szn. het woord. Hij vestigde de aandacht op het merkwaardige feit, dat het aantal weezen der Doopsgezinde Gemeente in de laatste jaren steeds kleiner geworden is. Wat daarvan de ooi-zaak is, kan spreker niet zeggen. Maar het verheugde hem toch buitengewoon, dat de regenten hierdoor in de gelegenheid zijn ge steld, de overgelegde penningen te beleggen in dit mooie rusthuis. Hierdoor kan aan de ouden van dagen der Doopsgezinde Gemeen te te Haarlem en van elders en ook aan niet- Doopsgezinden, als daar nog plaats voor is, een gelukkige en rustige levensavond verschaft worden. Deze heerlijke omgeving leent er zich zoo bij uitstek voor. Spreker achtte het ook gelukkig, dat het bestuur der stichting vastgehouden had aan den naam „Spaar en Hout" en daarvoor niet een naam als bijvoorbeeld „Avondvrede" gekozen had. Toch hoopte hij, dat er vrede in dit huis za! wonen en dat het een lieflijk huls voor zeer velen zal wezen. Met dezen wensch ver klaarde Ds. Binnerts het rusthuis voor ge opend. De heer C. Maarschalk verklaarde hier niet als burgemeester, maar als belang stellend lid der Doodsgezinde Gemeente het woord te willen voeten. Allereerst wensch te hij de Gemeente geluk met de stichting van deze fraaie inrichting, waarmee een goed werk is gedaan. Voor vele personen, wier oude dag begint te naderen, is het moeilijk om ergens rustig hun levensavond te slijten. Daarom achtte hij het zoo gelukkig, dat dit rusthuis gesticht is. Hij noemde dat een uiting- van goed saamhoorigheidsgevoel. Ve len zullen hiervan genieten. Als burgemees ter van Haarlem vond hij het heerlijk, dat dit oude buitengoed niet voor bouwterrein verkaveld is. Hierdoor is onze onvolprezen Ilout bewaard tegen bebouwing ook al zou deze nog zoo goed geweest zijn. Spreker bracht hulde aan den heer Jonkheid voor de wijze waarop hij zijn plannen uitgewerkt had. De bewoners kunnen hier nu na geda- nen arbeid rusten. Aan de directrice, me vrouw M. J. ten Kate, die hij de vrouwelijke burgemeester in dit huis noemde, wenschte hij een vriendelijke bevolking toe. „Dat Gods zegen moge rusten op dit huis en op zijn be woners". aldus eindigde de heer Maarschalk. Ds. P. B. W e s t e r d ij k, voorzitter der Doopsgezinde Sociëteit, sprak eveneens woorden van gelukwensch. Niemand zal het ons kwalijk nemen, zei hij, dat dit huis voor namelijk bestemd zal zijn voor Doopsgezin den. Daartoe herinnerde hij aan het Bijbel woord: „Doet wel aan allen, maar vooral aan de huisgenooten uws geloofs". Spreker was dankbaar, dat nu ook de oudere collega's hier een rustigen levensavond zouden heb ben. Hij vergeleek dit huis met het Ouder- öomshuis, dat hij eens in een klein Zwit- sersch dorpje gezien had. Naar aanleiding van het feit, dat het aantal weezen zoo klein ls, merkte hij op, hoe gelukkig het is dat er anu voor de ouderen gezorgd kan worden, nu dat niet genoeg voor de Jongeren kan worden gedaan. Spreker eindigde met de hoop uit te spre ken, dat het voor de bewoners van dit huls alleszins licht zou zijn. De heer K. Jonkheid gaf uiting aan zijn gevoelens van erkentelijkheid. Hij dank te den burgemeester voor diens waardee- rende woorden, die hij op hoogen prijs stelde. Den heer Loosjes dankte hij voor de appre ciatie van zijn werk en het bestuur, dat hem steeds vertrouwen en steun geschonken heeft en dat tevreden over zijn werk is. Speciaal dankte spreker den heer M. Lugt, met wien liij alle details besproken en bepaald heeft. Spreker zei niet te overdrijven, als hij ver klaarde dat hij den heer Lugt zeker wel 250 keer in zijn werk heeft moeten storen Toch was hem dit nooit te veel; hij stond altijd klaar om mee te helpen moeilijkheden en problemen op te lossen. „Hij zal dan ook wel blij zijn", aldus spreker, „eindelijk van dien kwelgeest verlost te zijn! Maar mij spijt het, dat. ik later niet veel meer met hem in aan raking kan komen" De heer Jonkheid ver klaarde het echter niet alleen bi) woorden te willen laten; hij deelde mee. een gedenk steen en een oorkonde te hebben laten ma ken, die hij het bestuur als een herinnering aan dezen dag aanbood. Met den wensch, dat „Spaar en Hout" een bron van blijvend ge luk zal zijn, eindigde spreker. Hierna kreeg de oudste bewoonster van het huis, de 85-jarlge mejuffrouw R. Bos, het woord. Zij deelde mede, dat de bewoners haar verzocht hadden, hier een woordje tc FEUILLETON HET RAADSEL VAN DE DACIA door G. PANSTINGL. 7) Deze deuren zijn vervaardigd uit het hardste staal, waarop dc snelstaalboor en zuurstofviam geen vat hebben. De buiten kant is een geluiddempende bedekking, die haar oorsprong dankt aan den wensch naar veiligheid. Van soortgelijke constructie zijn ook de muren. En zelfs de vensters hebben ongewoon dikke ruiten. Vijf lagen glas liggen vastgekleefd op elkaar. Een groot denker heeft dit laten bouwen, die, toen hij Engelana's eerste minister geworden was. een vertrek wilde hebben, waar hij ongestoord kon werken De staatssecretaris daarentegen was practi- scher en liet de verandering meteen zoo grondig aanbrengen, dat een geluld- en in- braakvrije vesting midden in het huis ont stond. De groote denker had zich reeds lang weer op zijn stil landgoed teruggetrokken, zijn opvolgers echter gebruikten het vertrek voor die conferenties, die door de wereld niet gehoord mochten worden, gedeeltelijk om voor het eigen land den poütïeken ruilhandel tc verbergen, die zoo'n groot deel uitmaakt van de kunst diergenen die hei land regesren. Want slechts luidkllnkende woorden, die tot weinig of niets verplichten, worden In dc microfoon gesproken. Datgene wat van belang is klinkt slechts achter geluiddempers. Dik wijls echter vangen deze ook nog andere ge sprekken op. Bij voorbeeld, wanneer de mi spreken en het bestuur uit dankbaarheid een bloemstuk aan te bieden. „Wij zijn u dank baar, dat gij dit huls voor de ouden van da gen hebt willen stichten. Het is een paleis! ..Spaar en Hout" is een sprookjeshuis, niet alleen naar het uiterlijk, maar ook naar het innerlijk. Dat komt door de vriendelijke sfeer, die de directrice hier nu reeds heeft weten te scheppen. Wij zijn het bestuur dan ook dankbaar, dat het ons voor onze laatste levensjaren zulk een vreugdevol en rus tig huls heeft willen geven. Ook zijn wij dankbaar Jegens onzen portier. Ik zou niet alles kunnen opnoemen wat hij al niet voor ons gedaan heeft. Zeer dankbaar zijn wij ook onzen kok; hij zorgt voor de streeling van onze tong en eiken dag prijzen wij zijn kook kunst De bewoners hebben dan ook een plicht te vervullen en die bestaat uit drie woordenwaardeering, dankbaarheid en ver antwoordelijkheidsgevoel. Eerst dan kunnen we den goeden geest behouden, die hier al heerscht. Ieder vriendelijk woord en elke ge zonde lach zal hier door den echo weer kaatst worden, maar laat men dan ook op passen, dat hier geen wanklanken gehoord zullen worden, want ook die laat de echo weerklinken. En dit zou de saamhoorigheid verbreken. Laten wij, pensionarissen, dus allen ons best doen. Kentu zelf, en w e e s t u zelf en geeft u zelf! Dan kan er zegen van ons uitgaan en clan kunnen wij ook ze gen ontvangen!" (Daverend applaus). Mejuffrouw Bos schonk aan den portier en den kok namens de bewoners een kistje siga ren. Tenslotte kreeg de kok nog even gelegen heid om het bestuur namens het personeel geluk te wenschen en het uit dankbaar heid een fraai inktstel voor de bestuurska mer aan te bieden. De heer Loosjes dankte allen, die een bloemstuk hadden gezonden. Nadat de oorkonde geteekend en de ge denksteen door de jongste dochter van Mr. J. Deenik ingemetseld was, werd door de genoodigden het huis bezichtigd. De plechtigheid werd o.a. bijgewoond door den heer C. Maarschalk burgemeester van Haarlem; de leden van het dagelijksch be stuur der Doopsgezinde Sociëteit; eenige pre dikanten; Mr. A. Bruch, lid van Ged. Staten; de wethouders Mr. M. Slingenberg, Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen en Mr. J. Gerritsz. en den gemeente-secretaris mr. Th. A. Wesstra. DE BAKENESSERGRACHT. KLACHTEN VAN EEN BEWONER. De heer A. van Ek, bewoner van de Ba- kenessergracht, zendt ons een uitvoerige klacht over den toestand-van de Bakenes- sergracht. Hij meent, dat alle gemeente diensten die daarbij betrokken zijn, nalatig zijn om hun plicht te doen. Allereerst meent hij, dat de Gem. Genees kundige- en Gezondheidsdienst moest be vorderen, dat de modderpoel verdwijnt, want de schadelijke dampen, die uit dit open riool opstijgen, moeten voor de gezondheid stellig nadeelig zijn. Ten tweede klaagt hij de Gem. Reiniging aan, die door de vuilnlsvisschers wel stroo tjes laat opvlsschen, maar den bagger in de Bakenessergracht laat zitten. Ten derde moet de dienst voor den Hout en de Plant soenen het ontgelden, omdat de boom en er langs de gracht verwaarloosd uitzien. Naar aanleiding van deze klacht zijn wij op onderzoek uitgetogen. Natuurlijk is de demping van de Bakenessergracht geen zaak van den Geneeskundigen- en Gezond heidsdienst, maar het gemeentebestuur. Het Hoogheemraadschap „Rijnland" heeft zich tegen indertijd geopperde plannen tot demping verzet Het stinkt in de zomer maanden langs de Bakenessergracht niet erger (ook niet minder) dan langs andere grachten. Als de gemeentefinanclën het in de toekomst eens zullen toelaten zal te Haar lem een rioolstelsel worden ingevoerd, dat geen vuil naar de grachten afvoert. Daar voor zijn evenwel tonnen gouds noodig. Het is niet juist, dat de Reiniging de Ba kenessergracht vergeet te baggeren. Nog in 1927 heeft, daar de baggermolen gewerkt Vermoedelijk zal dc gracht over een paar jaar weer aan de beurt komen. De boomen staan mooi in het blad, maar omdat de gracht smal is. beschadigen voer tuigen af en toe bij botsingen sommige boo men. Daartegen is evenwel geen geneesmid del bekend. GUNNING Het bouwen van een garage met boven woning en winkel met kapperssalon te Aer- denhout door den archoitect S. Slagveld te Zandvoort is opgedragen aan H. Horken te Bentveld. nister iemand bij zich uitnoodigt, omdat hij niet meer weet, wat hij moet doen en raad cn hulp noodig heeft. Dit was ook vandaag het geval. ..Mijnheer Rickeberg", zei de minister, „ik heb u verzocht bij mij te willen komen, daar ik uw naam door mijn voorganger heb leeren kennen. Bovendien heb ik ook nog eens het' geheime dossier doorgelezen, dat hij nagelaten heeft. U heeft het kabinet en het geheele land in de aangelegenheid van den ontvoer den Maharadja van Janipoer een buitenge- wonen dienst bewezen. De Indiërs hadden het ons nooit vergeven, indien de Maharadja niet was teruggekeerd. Niettegenstaande hij ze bij dozijnen door zijn olifanten laat vermorzelen. Het was een schitterende prestatie van u, mijnheer Rickeberg!" „Nu heb ik daarbij ook wel veel geluk ge had. Excellentie!" „Kom. kom. niet zoo bescheiden, mijn heer Rickeberg! In ieder geval wil ik hopen dat uw geluk u ook nu niet verlaat. U zult het noodig hebben! Wij staan n.l. voor het vol gende geval: Zooals u weet, hebben wij hier een diplomatieke vertegenwoordiging van de Russen. Daar steekt op zichzelf niets bijzon ders in. Het merkwaardige daarvan echter ls, dat aan deze vertegenwoordiging een man verbonden is, over wien Scotland Yard mij interessante dingen wist mee te deelen". De minister trok een klein tafe'tje na. dertoij. waarop een stapeltje stukken lag. „Over het verleden van dezen persoon is noch de politie, noch den Russischen vluchtelingen in Parijs en Berlijn iets be kend. Wij hebben zijn portret in beide steden door een paar vertrouwde personen rond laten gaan, maar niemand kent hem. De groote omwenteling heeft hem, evenals zoo veie an deren. uit het niets omhoog gebracht. Vol gens zijn beroep is hij gezantschapsraad. Of DE STRIJD TEGEN DE IEPEN ZIEKTE. INTERVIEW MET DEN DIRECTEUR VAN „HOUT EN PLANTSOENEN". Er za! thans in ons land met kracht een strijd tegen de iepenziekte worden aangebon den. Reeds 'eenige jaren is men op de labo ratoria o.a. bij den Plantenziektenkun- digen dienst bezig geweest om die ziekte te bestudeeren. De Nederlandsche Heidemaat schappij had voor dit onderzoek nog geld uit een fonds disponibel, waardoor mej. Prof. Joh. Westerdijk uit Baarn in de gelegenheid gesteld werd, om mej. C. Buisman onder haar leiding aan het werk te zetten. Zij ontdekte de graphium ulmi, een zwam die de iepen ziekte veroorzaakt. Gezonde iepen werden met die zwam geïnfecteerd, waardoor het be wijs geleverd was. Mej. Buisman heeft haar studiemateriaal in een proefschrift, dat haar het doctoraat bezorgde, verwerkt. Ook Prof. Roepke heeft belangrijke onder zoekingen ingesteld. Een zijner adsistenten slaagde er in om aan te toonen, dat de iepen- splntkever bij de verspreiding van de iepen ziekte een rol speelt. De geleerden zijn er dus blijkbaar in ge slaagd om den verwekker der ziekte op te sporen. Dat is één stap. de volgende moet zijn. om thans de bestrijding ter hand te nemen. Daarvoor was evenwel geen geld meer disponibel. Bovendien bleek het gewenscht, dat er meer samenwerking tusschen de weten schappelijke bestrijders van de iepenziekte tot stand werd gebracht. Daarom hebben de directeuren van gemeentelijke plantsoenen getracht om hier de gewenschte eenheid tot stand te brengen. Dat dit gelukte, is voor een groot deel te danken aan het beleid- en tact vol optreden van den voorzitter van deze or ganisatie. den heer J. L. Bouwer, directeur van den Hout en de Plantsoenen te Haarlem. Er is thans een comité benoemd tot bestrij ding van de iepenziekte. Daarin hebben zit ting de heeren: E. D. van Dissel, directeur van het Staatsboschbeheer, voorzitter, J. L. Bouwer, 2e voorzitter. Ir. N. van Poeteren, directeur van den Plantenziektenkundigen dienst, secretaris en Ir. J. P. van Lonkhuy- zen. directeur van de Ned. Heidemaatschap pij, penningmeester. Er is begroot dat voor het bestrijdingswerk 5 jaar achter elkaar f 10.000 noodig zal zijn. Aan het rijk, de provincies en belanghebben de gemeente- en polderbesturen is om steun gevraagd. De gemeenten zijn aangeslagen voor f 25 per 10.000 inwoners per jaar. Haar lem's gemeenteraad heeft reeds voor 5 jaar een subsidie van f 300 toegestaan. De hoop wordt gekoesterd, dat men er in de komende jaren in slagen zal om een af doend bestrijdingsmiddel te vinden tegen de iepenziekte. Dit is zoo vertelde ons de heer Bouwer van zeer veel belang. De iep is de beste boom voor straatbeplanting. Alle ande re boomsoorten hebben nadeelen en missen de voordeelen die de iep kenmerkt. De iep groeit overal, hij kan verdragen, dat eens een stuk bast van den stam wordt afgereden, neemt er genoegen mee dat hij veel of in het geheel niet gesnoeid wordt, al naar de plaat selijke omstandigheden dit wenschelijk ma ken. Daarom zou het ook voor Haarlem van veel beteekenis zijn als de iepenziekte werd overwonnen. Wij hebben zoo vervolgde de heer Bou wer te Haarlem steeds gedaan wat moge lijk was. Toen in 1912 de eerste zieke iep op de stadskweekerij werd gevonden, hebben wij die onmiddellijk verbrand. Reeds toen hiel den wij dus rekeninfF'inet het gevaar van be smetting. Steeds als er een zieke iep in de plantsoenen of in de straten gevonden werd, volgde rooiïng en vernietiging.Ongetwijfeld is het daaraan te danken, dat Haarlem over het algemeen niet veel van de lepenziekte te lijden heeft gehad. Het opmerkelijke is even wel, dat in 1929 te Haarlem meer iepen ziek zijn geworden dan in de vroegere G jaar te zamen. Deze toeneming is intusschen een zuiver Haarlemsche verschijnsel, In andere plaatsen is die toeneming niet geconstateerd, maar was'het aantal ziektegevallen in de ja ren 19221928 ook grooter. De dienst ontdekte dat in den tuin van een particulier in het Haarlemmerhoutpark een zieke iep stond. Er is aan den eigenaar ge vraagd die boom te rooien, maar daarvan is niets gekomen. Het opmerkelijke is nu dat daarna in de omgeving van het Haarlem merhoutpark veel zieke iepen zijn ontdekt. Dat is wel een bewijs, dat het gewenscht is zieke iepen te vernietigen. Er is thans een officieele bekendmaking verschenen, waarin de aandacht gevestigd wordt op het koninklijk besluit van 17 April hij het inderdaad is, daarover verkeeren wij in sterken twijfel. Hij is een onderdeel van het gezantschap, staat zeer goed aangeschre ven, vertoont zich daar echter hoogstens één- of tweemaal per week. Hij maakt kleine reizen, die zich over ons geheele land uitstrekken, bezit een eigen zeer snelle en krachtige auto mobiel, ontvangt in zijn privéwoning de eigenaardigste menschen. kortom, wij zijn de meening toegedaan, dat mijnheer de gezant* schapsraad in werkelijkheid niemand anders is dan dc leider van de bolsjewistische pro paganda in Engeland". „Deze propaganda is een vanzelfsprekend onderdeel van den Russischen buitendienst", antwoordde Rickeberg. „Heel Juist- Wij vreezen haar ook niet, doch ze is ons onaangenaam. Zeer onaan genaam zelfs! Maar dit is een zuiver poli tieke zijde van de aangelegenheid". „Er bctaat dus nog een crimineele zijde er van?" „Dat is het juist! Ze bestaat, rust echter niet op een inpassende keten van bewijs materiaal. Brokstukken bezitten wij er van. En deze brokstukken doen een beeld vermoe. den, dat in zijn geheel wel het meest ver- wrongene is, dat 'n oververhitte fantasie be denken kan". „Passen die brokstukken in elkaar?" „Enkele los, andere vrij sluitend. Scotland Yard werkt zeer doelmatig en beschikt ook over eenige heel knappe koppen. De man heeft echter een groot en voorsprong op hen. Voor alles is hij door de diplomatieke on schendbaarheid veilig. Bovendien (beschikt onze politie over zeer weinig beambten, die zooveel talen spreken, dat ze tegen hem op gewassen zouden zijn. Wel hebben wij een reeks menschen. die een oppervlakkige ken nis bezitten van dc ongewoonste talen. Wij hebben ©r zelfs één die vloeiend Gricksoh cn 1930. dat bepaalt, dat aan de eigenaren (ge- bruiksgerechtigden) van iepenboomen door den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw de verplichting kan worden opge legd de door hem als stervende of als reeds gestorven aangewezen iepen te vellen en de schors onschadelijk te maken. Deze maatregel is bedoeld ter bestrijding van de iepenziekte, die, zooals met groote waarschijnlijkheid is gebleken, door den iepenspintkever kan worden verspreid. Ster vende of reeds gestorven iepeboomen zijn meestal door iepenspintkevers aangetast, zoodat het. ter voorkoming van besmetting van gezonde iepen met de ziekte, noodig is, dat deze kevers worden vernietigd. Dit ge schiedt door het vellen der doode en ster vende boomen en door het b.v. door verbran ding onschadelijk maken van de schors. Daar de spintkevers thans spoedig uit de schors te voorschijn zuilen komen, is van het grootste belang den hlerbedoelden maatregel ten spoedigste uit te voeren. Den eigenaren wordt in hun eigen belang aangeraden niet te wachten, totdat velling van hooger hand wordt gelast, daar men anders niet ontkomt aan de moeilijkheid, die eene opruiming op zeer korten termijn met zich brengt cn die zoo noodig op kosten der overtreders kan worden uitgevoerd. Ten slotte worde in herinnering gebracht, dat gemeenten en andere lichamen, die on der de Boschwet 1922 vallen, op grond van art. 7, 3e lid. aangifte %'an voorgenomen vel lingen aan den Directeur van het Staats boschbeheer te Utrecht behooren te doen. In de raadszitting van Woensdagmiddag is door den heer Koppen gevraagd of het thans geen aanbeveling zou verdienen om tijdens het onderzoek naar de bestrijding der iepenziekte, tijdelijk hier ter stede geen iepen aan te planten. Wij vernemen, dat sinds de iepenziekte een ernstigen omvang genomen heeft, hier ter stede geen iepen meer geplant zijn. De dienst voor den Hout en de Plantsoenen neemt proeven welke andere boomen het best ge schikt zijn voor straatbeplanting. HAARLEMSCHE TRAMWAGENS NAAR WATERLAND. DE REORGANISATIE IN DE STAD NOG NIET IN ZICHT. Nu verschenen is een wetsontwerp tot het verleenen van eert Rijksbijdrage voor de electriflcatie van de lijnen Amsterdam Edam en AmsterdamPurmerend van de Noord-Hollandsche tram, op welke lijnen wagens van de N.Z.H.T.M. gebruikt zullen worden, hebben wij bij de directie dezer maatschappij geïnformeerd welke wagens er uit Haarlem zullen verdwijnen. Dat zijn na tuurlijk allereerst de oude E.N.E.T.-wagens, die na de normalisatie van het tramnet in onze stad onbruikbaar zullen worden. Maar ook zullen er onder zijn wagens van de E. S. M. Welke, dat kon de heer Burgersdijk ons nog niet zeggen. Naar aanleiding van het verdwijnen van deze wagens veronderstelden wij, dat de plannen tot uitvoering zullen ko men om ook het smalspoor van de E.S.M. te veranderen in normaal spoor. Daar zal voor- loopig niets van komen, verzekerde de heer Burgersdijk echter. Wij vroegen ook, of. nu de oude E.N.E.T.- wagens reeds een bestemming gevonden hebben, reeds een nieuw type van wagen voor de stad is ontworpen. Dit is nog niet het geval. Er is ook nog geen datum op te geven, waarop met de reorganisatie van het tramnet begonnen wordt. LANDDAG CHRIST.-HIST. JONGEREN De groep Haarlem van de Christ.-Hist. Jongeren-Organisatie houdt Donderdag 29 Mei (Hemelvaartsdag) een landdag op de buitenplaats „Wildhoef" te Bloemendaal (bij ongunstig weer in het Jeugdhuis). Mr. F. J. D. Theijse leidt een wijdmgsdienst. Na de opening door den voorzitter spreekt de heer D. Crommelin over het onderwerp: „De staatkundige toekomst van Indië". Daarna heeft er een gezamenlijke maaltijd plaats, gevolgd door een wandeling door Bloemen daal. Na de pauze spreekt het- lid der Tweede Kamer H. W. Tilanus over het onderwerp: „Ons eigen geluid". TORTEMONNAIE GEROLD. Bij de politie is door een vrouw aangifte gedaan, dat haar Maandagmiddag op de Botermarkt uit haar boodschappentasch een portemonnaie met f 7.50 is ontrold. een ander, die goed Afganistansch spreekt. Maar deze buitengewone talen, en daaronder versta ik ook Russisch, liggen toch vrijwel, buiten bereik van onze poiitie-beambten. Daarbij komt nog, dat wij Engelschen op zichzelf toch al geen taaigenieën zijn. Zelfs het Fransch van onze diplomaten moet soms wel iets te wenschen overlaten". Rickeberg herinnerde zich een kort op onthoud in Geneve en een licht glimlachje gleed over zijn gezicht. Zoo licht en zoo vluchtig, dat ce minister het niet bemerkte. „Daarom is het heel begrijpelijk, dat onze beambten van Scotland Yard met één en kele uitzondering nerts er aan zouden heb ben, indien het hun gelukken zou, den Rus onopgemerkt tot binnen het bereik der stem te naderen. De aangelegenheid verlangt an ders geschoolde krachten. Onze krachten zijn niet tegen hem opgewassen en dat is dubbel te beklagen omdat het lijk:, alsof deze Rus zich behalve met zijn diplomatieke beroep nog met heel andere dingen bezig houdt, die wij te welen moeten komen. Ik ga zoover te meenen, dat zelfs zijn eigen gezantschap daarvan niets vermoedt, ja dat het, indien men er iets van vermoedde, hem in zijn eigen belang zoo spoedig mogelijk zijn congé zon geven; want hoeveel er het gezantschap ook aan gelegen oet liggen, een krachtigen pro pagandaleider voor de nieuwe Russische ideeën te hebben, even weinig zou men het daar apprecieeren wanneer het blijkt, dat hij bovendien een misdadiger is. Zulk een ont hulling zou deze ideeën juist benadeelen". „Zoudt u mij een klein overzicht over de door Scotland Yard verzamelde brokstukken kunnen geven. Excellentie?" „Zonder twijfel, mijnheer Rickeberg. Ik heb er zelfs een schriftelijk overzicht van laten maken. Luistert u maar eens! Op den 2cn April bezocht bedoelde persoon Newport. INGEZONDEN MEDEDELINGEN a 60 Cts. per regel. UIT DE STAATSCOURANT, POSTERIJEN EN TELEGRAFIE. Bij K.B. zijn, ingegaan 1 Nov 1928, benoemd tot inspecteur in algemeenen dienst A. B. van Beers, G. M. Busmann, P. N. L. Fel'zer, voordien directeur resp. van het postkantoor te Amsterdam, Rotierdam en Den Haag; cn W. A. Horsthuis. C. A. van de Briel, J. den Heyer, voordien directeur resp. van het tele graafkantoor te Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Benoemd is tot inspecteur in algemeenen dienst der P. T. T.: de referendaris der P, T. T.. adjunctdirecteur van het postkantoor te Rotterdam, J. F. N. Heidenrijk. de inspeo teur der P.T.T. te Den Haag G. Wolters, de inspecteur der P.T.T., L. P. J. M. Truffino en tot hoofdingenieur 1ste ld. der telegrafie en telefonie ir. J. D. Tours, ir. C. H. de Vos en J. H. Warning. Bij beschikking van den min. van Water- staat zijn benoemd de inspecteurs in alge. meenen dienst der P. T. T-, A. B. van Beers, te rekenen van 1 Nov. 1928 af W. A. Horsthuis te rekenen van 1 November 1928 af tot en met 30 Juni G. M. B<usmann, te te rekenen van 1 Nov. 1928 af tot en met 31 Maart 1930, C. A. van den Brul te rekenen van 1 November 1928 af P. N. L. Feltzer, rekenen van 1 Nov. 1928 af tot en met 31 Maart 1930, J. F. N. Heidenrijk en G. Wolters te rekenen van 9 Mei 1930 af. aangewezen ah directeur resp. van het postkantoor te Am sterdam, van het telegraaf- en telefoonkan toor te Amsterdam, van het postkantoor te Rotterdam, van het telegraaf- en telefoon kantoor te Rotterdam, van het postkantoor te Den Haag, van het telegraaf- en telefoon kantoor te Den Haag, van het postkantoor te Rotterdam, van het postkantoor te Den Haag. VOLKSGEZONDHEID. Bij K. B. is met ingang van 1 Juni as. be* noernd tot inspecteur van de Volksgezond heid bij den dienst, welke is belast met de zaken, rakende de hygiëne van het kind en de bestrijding van de t-b.c. en de geslachts ziekten: clr. L. A. Veegers, arts te Schalkwijk, aan wien als ambtsgebied zijn aangewezen de provinciën Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. Met ingang van nader te bepalen datum is aan gewezen als ambtsgebied: voor den inspecteur van de volksgezondheid bij voornoemden dienst J. A. Putto de provinciën Zuid- en NoordxHolland (met inbegrip van de eilan den Vlieland, Terschelling en Urk). Als standplaats van dr. Veegers is aaaige» wezen de gemeente Nijmegen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel. en op plekken waar het haar erg dun wordt, de hoofdhuid een weinig inwrijven met Purol. Doe dit 1 of 2 maat per week; dit maakt haar en haarwortels weer sterk en groeikrachtig. Op den 2en Mei begonnen daar de zeshonderd werklieden van de staalfabriek 'n staking. De zaak was prachtig georganiseerd en er was een overvloed van geld voorhanden, ofschoon wij precies wisten, clat op den 15en April hoogstens zeshonderd pond in de stakingskas aanwezig waren. Op den 3en Mei bezocht hij Mansfield. Twee dagen later brak daar de staking uit onder de werklieden van de spin- nerijen. Den 18en Mei bezocht hij Boicon. den 26en Mei werd de staking uitgeroepen van de werklieden van de Boltoner United Rubber Works. „Politieke propaganda!" „Zonder twijfel! Maar er kwamen nog andere omstandigheden bij. De staking in Newport verflauwde na twee weken en de werklieden schenen geneigd te zijn toe te geven. Op 15 Mei was onze vriend daar echter weer en op den 18en Mei. dus op den dag. dat hij in Bolton was, vloog het reus achtige ketelhuis van de Newporfcer staal» fabrieken in de lucht. De staking in Maas» field verflauwde in de derde week. Op 30 Mei brandden de wolspinnerijen bijna tot op de helft af en de slangen van de fabrieksbrand- weer waren onbruikbaar gemaakt. De op» stand in de Boltonner Rubber Works zou op den avond van den 19en Juni in een bijeen komst tusschen de werkgevers en de leiders van de stakers bijgelegd worden. Men was er bijna zeker van tot- een overeenkomst 'e zullen komen. Op den rit naar de conference had cle auto van den directeur-generaal een ongeluk, ze reed tegen een zwaren vracht auto op. De directeur, die zelf stuurde en al leen In den wagen zat, was op slag dood. (Wordt vervolgd), INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 Ct*. per regel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6