FEMINA [L RIMPELS, HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 22 MEI 1930 Zomerjapon. De zomer-japonnetjes. hoe zijn die eigen lijk? Ze zijn wijd, soepel en gebloemd, (zie model no. 470). Een slank meisje heeft in zoo'n toiletje iets etherisch, iets van 'n fee 't Is bijna niet te definieeren hoe zoo'n frêle, dun toiletje in elkaar zit. Er is veel beweeg van volants en strookjes, iets vlinder achtigs door het cape-je, dat gedeeltelijk de mouwlooze armen bedekt. De rok: soepel, klokkend en lang. De hoed, bij zulk een toiletje gedragen, behoort natuurlijk groot te zijn en eveneens frêle en etherisch dus: doorzichtig, gaas-achtig. We zijn in onze kleeding weer volop vrouw, het vlinder-achtige is altijd een groote be koorlijkheid voor ons geweest. Laten we cr ook nu ten volle ons voordeel mee doen! Hoe men de kleuters bezig houdt. EEN VAASJE. Hoe heerlijk is het voor de kleuters in Üezen tijd bloemen te mogen plukken, heer lijk in het groene gras te kunnen rondloopen en madeliefjes en boterbloemen te zoeken. Thuis gekomen, wordt gauw een vaasje op gezocht om de bloemetjes netjes in te zet ten. Is het voor de kleintjes niet aardig, zelf een vaasje te hebben, de bloemetjes dus in het eigen vaasje te zetten en natuurlijk een vaasje, dat zij eerst zelf in elkaar moe ten maken. Het vaasje bestaat slechts uit een glazen buisje en drie kleine takjes. Voor een glazen buisje kan het kokertje van aspirine ons heel goed helpen. Dit is juist groot ge noeg om een paar bloemetjes in te zetten. De takjes kunnen de kinderen zelf gaan zoeken, een paar dunne takjes, natuurlijk niet te dik. De takjes worden over elkaar heen gelegd en het kokertje komt in het midden. Men legt dus de drie takjes zóó op elkaar, dat elk takje één steunpunt op de tafel vindt. Onze afbeelding geeft het U waarschijn- lijk wel duidelijk genoeg weer. De takjes wor den met een spijkertje op elkaar gemaakt, of door lintjes aan elkaar bevestigd. Dit vaasje is dus weer gelieel uit waarde loos materiaal opgebouwd. Op verschillende manieren kan men het vaasje naar eigen smaak iets anders aankleeden. Inplaats van takjes kan men b.v. dik pit-riet nemen. Ook zou men het pit-riet met raffia kunnen om werken en dan de gewerkte stukjes over el kaar heen leggen. Maar het kokertje, alleen omgeven door takjes, geeft toch altijd het aardigste geheel. Ook voor versiering, bij één of ander kinderfeestje kunnen deze vaasjes heel goed dienst doen. Het modelletje is In de Tijdingzaal van ons blad te zien. W. R. Een goed idee is. om nieuwe aardappelen, vóórdat men ze gaat schrappen, gedurende 5 minuten in warm water te laten staan, waarin een klontje soda is opgelost. Dat maakt de schil los, zoodat ze gemakkelijk te krabben zijn. Sneeuwwitje en Roodkapje, Asschepoester en Klein Duimpje Het zijn onze gemeenschappelijke jeugd vrienden. Als we hun namen hooren, denken we terug aan den rustigen tijd van onze kinderjaren. Rustig, omdat ze herinnering zijn geworden. Waren we indertijd bang voor den wolf, voor den reus of voor de booze stiefmoeder? Hebben de paedagogen gelijk, die het sprook jes-vertellen nadeelig vinden? Ik geloof, dat die paedagogen het kind onderschatten en overschatten tegelijk. On derschatten wat zijn zin voor de werkelijk heid betreft. Het is waar. dat kinderen fantasten zijn. Maar ieder normaal kind weet, dat het fan taseert en dat zijn fantasieën geen werkelijk heid zijn. Een kind kan den heelen dag voor koning, voor ridder, voor tramconducteur spelen, hij zal zich daarom niet verbeelden, dat hij koning, ridder of tramconducteur is. Het is een spelletje, geen idee fixe. En zoo weet hij ook wel verhaaltjes van ware ge beurtenissen te onderscheiden. „Er was eens een wolf,er was eens een reusJa, er gebeuren vreeselijke dingen in die ver haaltjes, maar ze gebeuren niet écht. Alleen als de verteller met geheimzinnige gebaren en fluisterstem gaat werken, zal het kind angstig worden. Dan is er iemand in zijn on middellijke omgeving, die „eng" doet. Maar anders blijft 't hét verhaaltje van Klein Duimpje, dat hij al hoorde vertellen, toen hij 't eigenlijk nog niet begrijpen kon, waar hij mee opgegroeid is. „Pas op, straks komt de boemanDat maakt indruk, dat is bangmakerij. Het be treft nu hemzelf, het betreft de werkelijk heid. De boeman zal komen en hem iets doèn. Met de Heks hadden Hans en Grietje te maken, niet hij. Een normaal kind is niet bang voor een verhaaltjes-heks. Pas als ze uit het verhaal wordt gehaald „Als je stout bent, dan komt die leelijke heks, hoor" wordt ze een gevreesde persoonlijkheid. Het kind weet te onderscheiden, het is een fantast, maar geen dwaas. In dit opzicht wordt het onderschat. Maar nu wat de moraal betreft, de sprook- jes-moraal van het kwade, dat met kwaad vergolden moet, de heks in het vuurde reus, moordenaar van zijn eigen, geliefde kinderen. De moraal van het kwade dat altijd gestraft, het goede dat altijd beloond wordt. Dringt die moraal tot het kind door? Och nee, het is immers nog in de gelukkige pe riode, dat het argeloos aanhoort, zonder cri- tiek, zonder vragen van: is dat zoo, k^n dat nu wel, is dat wel goéd? Dat gebeurde er met Hans en dat met Grietje. Zoo is het ver haaldit eene verhaal. En als hij straks in de werkelijkheid gestraft wordt voor iets wat zijn vriendje deed, als zijn moeder lief voor hem is, terwijl hij toch juist heel on deugend is geweest, dan zal hij zich niet cp de sprookjeswetten van goed en kwaad be roepen, hij denkt niet eens aan die sprook jes en van die wetten heeft hij geen idee. Overschat het begrip, het denkvermogen van de kinderen niet. Ze kunnen niet genera liseeren, elk feit blijft op zichzelf staan. En de valsche, wreede sprookjesmoraal belet hen niet met open oogen het werkelijke leven in al zijn gecompliceerdheid te leeren kennen. Waarom dan sprookjes vertellen? Kan men het dan ook niet even goed laten? Nee. Want het doet altijd goed gemeen schappelijke vrienden te hebben. Dat bindt kinderen en menschen. We weten allen van Sneeuwwitje, we weten allen van Assche poesterWie we ook zijn en wat we ook later deden, hoe we ook van elkaar verschil len en hoe slecht we elkaar begrijpen ééns hebben we allen hooren vertellen van Sneeuwwitje en Asschepoester. Laten we dat tenminste zoo houden, vertel uw kinde ren de oude sprookjes. Iets wat menschen bindt mag niet verwaarloosd worden! BEP OTTEN. Russische eieren. Men pelt 8 hard gekookte eieren en snijdt van het breedste deel een plakje af. zoodat ze kunnen staan. Van de kap neemt men van boven ook een tamelijk dik puntje af, zoodat de eierdooier zichtbaar wordt. Die neemt men er voorzichtig uit, wrijft ze fijn en maakt er met 2 eetlepels dikke mayon naise en de helft van 1 ons garnalen (of kreeft uit blik) een gelijkmatig mengsel van. Dit maakt men af met wat maggi aroma, peper, zout en wat azijn. De leege eiwit dopjes vult men met dit mengsel hoog op, waarna men elk ei afmaakt met een opge rolde ansjovishelft, en daarover wat gehakte peterselie strooit. Als de bloemkool nog duur is. Ja. als de bloemkool duur is, moeten we er zooveel mogelijk profijt van zien te trekken. Daarom, werp het bloemkoolwater niet weg, maar gebruik het om soep van te koken. Neem dus op 2 kan afkookwater van bloem kool, een paar stukjes bloemkool, en breng dat aan de kook. Intusschen mengt men 8 afgestreken eetlepels bloem met wat melk tot een glad, licht vloeibaar papje. Dit. giet men roerende in het kokende bl^mkoolnat. De soep even laten doorkoken tot ze ge bonden is, en er dar. 4 maggi bouillonblokjes in oplossen en er 2 platte eetlepels boter doorroeren. Smakelijk eten! Het woord is aan De Kinderen Een zuinige tante bood den 6-jarigen be zoeker een stuk cake aan dat er niet heel erg lekker uitzag. 6 jaar bedankte. Tante: ,.Hou je er niet van?" 6 jaar: „O ja, 'k hou er heel veel van, maar niet genoeg om er van te eten. 8 jaar is naar de bioscoop geweest, 's Avonds spreekt hij als volgt tot zijn vader die hem een dubbeltje weigert: ..En ik zeg u vader, als u mij dat dubbeltje niet - geeft, zal mijn liefde in onsterfelijke haat veranderen!" De invloed van Hollywood of Neubabelsberg is onmiskenbaar.' Mientje zit aan haar eerste groote diner aan. Zij heeft onervaren als zij is reeds halvcrwege-het-menu de grens harer capa citeiten bereikt. Maar haar buurman, een oude lieve heer" merkt dit niet en houdt haar een schaal met verleidelijke pasteitjes voor. Mientje zucht. De „lieve oude heer" dringt aan. ..Nou. neem je d'er niet eentje? Ze zijn heerlijk hoor!" Mientje kijkt bedroefd naar de zaligheden en zegt „ik zou ze wel kunnen kauwen maar niet kunnen slikken". MENU. Gebraden versche ham Asperges Aardappelen Rijnwijngelei Wasch de ham in lauw water, zout ze, wentel ze door even geklopt eiwit en daarna door paneermeel. Braad de ham dan in den oven in een braadslee met 3 d.L. water en re ken voor het braden een half uur per pond. Dien het vleesch op op een verwarmden schotel. Snijd van de asperges de harde onderein den en de koppen af. snijd de rest in pink- lange stukken en kook ze gaar in kokend water met zout. Gebruik de harde einden om er soep van te koken. Als de pinklange stuk jes een half uur gekookt hebben doe er dan de koppen bij en laat alles nog een kwartier samen koken. Giet het water, dat ook ge schikt is voor soep, af en maak een gebonden sausje van veel boter, bloem, wat melk en desgewenscht wat room. Laat de asperges hierin nog eenigen tijd stoven. Neem voor het dessert: 150 gr. suiker, 1 1/2 d.L. water, 1/2 flesch Rijnwijn, 1 citroen, 1 eiwit, 20 gr. gelatine, 1 ons Fransche vruchtjes. Kook het water met de suiker en de schil van 1/2 citroen. Schuim dit vocht af. los er de in koud water .geweekte gelatine in op, voeg er het citroensap bij en het wat losge klopte eiwit. Laat dit aan den kook komen en even doorkoken, steeds roerende. Voeg er van het vuur af den Rijnwijn aan toe. Giet dan in den vorm eerst eeil laagje gelei, schik hierop wat,van de kleingesneden vruchtjes, dan weer gelei, enzoovoorts totdat de laatste laag uit gelei bestaat?. Laat het afkoelen en stijf worden, en vergemakkelijk het storten door den vorm even in kokend water to houden. De rok. Nu aparte rokken ons aller hart weer stor menderhand hebben veroverd, laten wij U op deze teekening zien, hoe eenvoudig eigen lijk deze, op gezicht zoo ingewikkelde model len te maken zijn. De baan met de knoops gaten loopt van het middel naar onder toe door, terwijl de baan met de knoopen tot even onder de knie komt, waarna het rechte stuk er geplooid wordt aangezet. De achter zijde is geheel aan den linkerbaan vastge- knipt. zooals de stippellijn aangeeft. Het ver dere in elkaar zetten wijst zich nu van zelf. U ziet dus. dat het in .simple comme bon jour". Je moet het alleen maar weten! Als men bang is, dat de aardappelen zul len stuk gaan, als ze bijna eekcokt zijn. kan men dit voorkomen, door het kokende water af te gieten, er opnieuw versch koud water op tc doen en nogmaals aan de kook te brengen. Rimpels behooren tot de ouderdomsver- schijnselen. Er zijn zoo van die menschen, welker zor gen te tellen zij:-., voor wie alles uit den weg geruimd wordt, wat hun ook maar in de verte verdriet zou aandoen, en die als de geboren gelukskinderen zoowat door het leven dansen. Wanneer zij nu ouder worden is hun gezicht nog even glad als dat van een jong menschenkind. en dit wordt dan door sommigen als h e t ideaal van hun ouden dag geroemd. Een rimpelloos gezicht wie kent er nu iets saaiers dan dat Schoonheidsinstituten beijveren zich om de huid van ij dele vrouwtjes op te trekken, zoodat de rimpels mee weggetrokken worden, processen worden aangedaan voor misluk kingen van zulke experimenten, en wat is het resultaat meestal van dit alles: poppe- koppen zonder uitdrukking. Gezichten van piepjonge menschen worden door sommigen geroemd als onbeschreven boeken nu vraag ik u. wat is de beteekenis van een onbeschreven boek. We verlustig?!) 1 JT it-N, V w jsr rsr Gemis aan verbeeldingskracht. Veel van het verdriet van de wereld moet geweten w-orden aan gebrek aan verbeel dingskracht. „Gedeelde smart is halve smart zegt 't, spreekwoord en de waarheid hiervan heeft bijna iedereen ondervonden, die in moeilijke tijden werd terzijde gestaan door iemand, die belangstelling en mede gevoel toonde, die het verdriet niet te licht schatte en ons liet blijken dat hij onzen toestand volkomen begreep. Was het ons dan niet te moede, alsof een zachte hand de rimpels uit ons gelaat had weggewischt en onze hand met warmen greep in de zijne had genomen? O, hoe goed deed dat. Ons hart schrijnde plotseling niet meer zoo hevig en een gevoel van verlichting nam bezit van ons innerlijk. Maar niet iedereen bezit de gave om ande- rer smart te verlichten. Sommigen hebben de wil, doch voelen zich onmachtig zich te uiten, anderen hebben niet eens de opmerkingsgave om te bemerken, dat iemand verdriet heeft, onbewust kwetsen zij door woord of daad somtijds zelfs hen, die wij zouden kunnen helpen of bemoedigen. Weer anderen zijn er, die doodeenvoudig alle verdriet ontvluchten en dadelijk aan den haal gaan, zoodra iets van dien aard tot hen komt. Kleinmoedig als zij zijn, vinden zij verdriet en ziekte van andoren heelemaal on- verdragelijk en zoo zij-zelf hiermede gekweld worden, trachten zij door allerlei hulpmidde len hun leed te verzachten en beklagen zich meestal heel spoedig over de onhartelijkheid van vrienden en kennisssen, waarvan ze meenen. niet genoeg sympathie en mede- voelen te ondervinden Niet altijd is liefdeloosheid de oorzaak van het voorbij-zien van anderer leed. Menigmaal is gebrek aan kennis, aan on dervinding, een tekort aan voorstellings vermogen de eigenlijke oorzaak. Als men door het leven erg genadig is be handeld. als nog weinig leed of tegenspoed ons heeft getroffen, kunnen we ons niet ge makkelijk een idee vormen van de minder gunstige levensomstandigheden van anderen. Als we geen werkelijke ellende hebben meegemaakt, geen rampen ons hebben ge troffen, geen groote verliezen ons hebben beroofd van wat ons het liefst was op de aarde, zal het leed van anderen, hoe herig het ook moge zijn. nooit op ons zulk een diepen indruk maken als wanneer er in onzen geest een herinnering leeft aan een dergelijk voorval in eigen leven. Als we eenmaal zelf getroffen zijn geweest, dan zijn we in staat het lijden van anderen in zijn omvang te bevatten en er in mede ie voelen. Echte Engelsche cake en nog wat. Een echte Engelsche cake. dat is citroen- sponsgebak, waarvoor men moet nemen 2 kopjes suiker. 2 kopjes bloem, 3 eieren, sap en geraspte schil van 1 citroen. 12 theele peltje dubbelkoolzure soda en 1 theelepeltje wijnsteen. Klop de dooiers en het wit van de eieren apart. Doe bij de dooiers de suiker, het raspsel van den schil, klop het gezeefde meel er luchtjes bij. doe er dan het? stijfge klopte eiwit bij en tenslotte het citroensap. Bak in een matig warme oven gedurende één uur: af en toe omkeeren, om gelijkmatig te doen rijzen. Nog een Engelsch baksel is. beignets van ananas, citroen of cinaasappel. Snijd de ananas in blokjes (citroen ook. sinaasappel eventueel in blokjes, of ook wel in parties" en rol die goed dik in de witte suiker Dom pel de blokjes dan in beslag en bak de beig nets in heet vet goudbruin* Heerlijk is dat! ons oog aan den mooien band. maar het is ons toch om den inhoud te doen. cn daar ver- toonen zich onbeschreven vellen aan onzen teleurgestelden blik. Zoo is een gelaat zonder rimpels van iemand die volgens zijn leeftijd ervaring diende te hebben opgedaan. Natuurlijk behoort het nmpelloozc gezicht bij de jonge menrchen. het is er juist de be koring van omdat het nog zooveel belooft voor dc toekomst. Terwijl daarentegen een gerimpeld gezicht van een nauwelijks volwassene ons aandoet als een aanklacht tegen een mogelijk bedorven Jeugd. Maar iemand, die de kinderjaren te boven is en ook misschien de jeugdjaren, cn die toch nog een rimpelloos kindergezicht heeft, zoo iemand heeft het kinderlijk-onnoozele vee! meer uitgesproken dar. welk kind ook, omdat het er eigenlijk niet bij behoort. Onze afbeelding toont als nummer éen zoo'n glad. rimpelloos uiterlijk, heel moot van vorm en zoo. maar zonder achtergrond. Denk nu niet. dat alle ouderdomsrimpels mooi zijn. omdat zij een eigen karakter stempel op het gelaat drukken. Fig. II stelt iemand voor. die veel boos Is in zijn leven, of die een ontevreden natuur heeft, en zulke rimpels zijn allesbehalve aantrekkelijk. Op het derde plaatje staan de bekende ..kmalepootjes". de fijne krans van rimpels naast de oogen, een kenmerk van Iemand die zorgen heeft gehad in zijn leven, en daarom kan men gerust zeggen, dat die het meest voorkomen. Afbeelding IV toont de lachrlmpels. waar toe de kraaiepootjes behooren. benevens de rimpels naast den mond. Sommigen hebben dit zoo sterk, dat bij lachen hun hcele gc- zich in rimpels getrokken wordt, wat meest al verbazend aanstekelijk werkt op de lach lust van de omstanders. Mark Twain zeide in een zijner boeken: rimpels moesten eigenlijk alleen maar de aanduiding zijn van vroeger lachen. En daar is veel van aan: zulke gerimpelde gezichten, wanneer zij werkelijk uit vroolijkheid ge lachen hebben en niet uit domheid, kunnen een opwekkenden invloed uitoefenen. Tesiotte toont het vijfde teekenlngetje het gezicht van Iemand die vaak opgekeken heeft van zijn werk, en niet de moeite heeft ge nomen het hoofd op te lichten. Nu heeft de een veel eerder rimpels 'dan de ander, dat staat vermoedelijk wel met den toestand van de huid in verband. Krij gen doen wij ze echter allemaal vroeg of laat en het Is geen toeval alleen, dat schilders zoo vaak oude gezichten afbeelden, gezich ten die wat beleefd hebben In de wereld, die veel hebben meegemaakt, en bij wie het on beschreven boek uit de kinderjaren nu dicht beschreven vellen bevat, waartusschendoor ook wel donkere, bekraste bladzijden loopen. Zulke gezichten hebben karakter en zij passen bij den leeftijd, waaraan zij behooren. E. E. J.—P. RECEPT. GEBAKKEN KALFSLEVER. Neem op 2 pond kalfslever een lepel zout, 1 ons boter, wat peper en een paar lepels trawebloem. Men verdeelt met een scherp mes de lever in plakjes van ongeveer 1 c.M. dikte, wrijf die in met een mengsel van peper en zout en haalt ze vervolgens aan beide kan ten door de bloem. In een koekepan laat men de boter lichtbruin worden, legt er de lapjes in en bakt ze gaar en mooi bruin (on geveer 20 minuten) desverkiezende onder toe voeging van een fijngesnipperd uitje, dat dan vooral niet te donker mag worden Ma» brengt de lapjes over op een verwarmden schotel, waarna men de Jus afmaakt met een scheutje water, om ze dan gedeeltelijk over het vleesch, gedeeltelijk in de sauskom te gieten. Een ensemble voor het kind. Ja. waarom zouden we het kind geen en semble geven? Meent U heusch, dat zoo'n „los" stelletje, een apart jurkje, een apart manteltje en een aparten hoed goedkooper komen? Gelooft U dat maar niet. En boven dien staat het geheel veel beter. aLs mantel ei^ jurk bij elkaar hooren. Maar laten we ec'n ding bedenken: al wat onze robbedoes krijgt, moet berekend zijn op veelvuldig was- schen. Dus men doet verstandig om als stof te nemen: katoen, flanel, linnen enz. De jurk is aan één stuk, al ziet het er uit. alsof het een jurkje met een jaketje is. Het lijfje dan is van effen katoen, met lange mouwen en het rokje, van voren en van achteren Sngc- rimpeld, is van bedrukte katoen. Ook kan men korte pofmouwtjes nemen, maar dan zijn die ook van bedrukte stof. Het rechte manteltje is van eer. flanellen effen stofje, met onzichtbare zakken, waarvan de insteek in de gebogen naad valt. Het is gevoerd met hetzelfde effen lint (katoen) als waarvan het lijfje van de Jurk is gemaakt, terwijl ook de manchetjes en de kraag en revers hiervan zijn. Evenals trouwens de hoed met geschulp- ten rand. Dc bol is van rondgesneden reepen gemaakt, om den ronden bol te krijgen, zoo dat die zich soepel om den kitvierbol vlijt. Hoeveel stof men wel voor dit ensemble noodlg heeft? Voor een vijfjarige kleuter zal men voor de Jurk ruim een el noodlg hebben van 100 breed voor het bovenstuk en 2 e! van dezelfde breedte voor den rok. En voor net manteltje 2 el van 140 breed en 2 1 2 el van 100 breed voor de voering, revers, kraag en manchet jes. Voor den hoed is een el goed van 100 breed toereikend

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 11