RAADSELS RUILRUBRIEK Mijn Herbarium. (Deze raadsels zijn Ingezonden 'door Jongens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.) Iedere maand worden onder de beste oplossers vier boeken verloot. AFDEELTNG I. (10 jaar en ouder) 1. (Ingez. door Katuil.) Kruisraadsel x X I x X xxxxxxxxx x x X X een medeklinker. speelgoed een jaargetijde zijn onder huizen een stad op Java. een bediende op een groot schip draagt men om den hals. een boom een klinker De horizontale en verticale kruis jes moeten denzelfden naam noe men. 2. (Ingez. door den kleinen Zee man). Ik noem een schuilnaam van 14 letters. 12 3 hebben wij op bed. 3 4 5 6 7 Ls niet groot. 12 13 14 is geen vrouw. 10 4 is een lengte maat 11 6 3 is een boom. 8 5 7 is een getal. 9 13 3 dient om boodschappen in te doen. 12 16 23 24 19 is een lastig insect 37 10 11 15 2 30 zijn vogels. 3. (Ingez. door Boterbloempje.) Ik ben een spreekwoord van 37 let ters. 29 30 is een voorzetsel. 34 35 36 37 is een deel van 't ge zicht. 9 35 25 is niet knap. 1 5 8 19 is in de meeste huizen. 26 22 27 5 is een meisjesnaam. 3 4 35 35 28 eten we dagelijks. 18 20 21 is 'tzelfde getal als 7 13 14 6 17 8 26 is een meisjesnaam. 31 5 26 21 is een jongensnaam. 12345861s een jongensnaam. 7 11 8 9 is het slot. 10 11 is groente 12 13 13 14 is een grondsoort. 15 16 17 18 19 20 21 doen aUe Jogels. 23 24 25 26 27 28 is één persoon. 32 33 is een voegwoord. 4. (Ingez. door den kleinen Vogel vriend). 2 maal a en 1 maal b, 2 maal e en 1 maal H, 1 maal k en 1 maal 3, 1 maal r en 1 maal 9 dan ten slotte nog een n. vormt een plaats ln Overijsel, die ik heel goed ken. 5. (Ingez. door Wipneusje.) Ik ben een land in Amerika van 6 letters. Neem de middelste letters eruit en ge houdt een merk over van chocolade. 6. (Ingez. door Graaf Lodewijk.) Neem uit onderstaande schuilna men telkens één letter, zoodat ge een nieuwen schuilnaam krijgt. Karei I, Appeltje, Eikeltje, Duln- ïoosje. Graspieper, Alba. AFDEELING II. (Leeftijd 9 Jaar en Jonger.) 1. (Ingez. door Appeltje.) Strik vragen? a. Waarom zijn neus en kin gedu rig in onmin? b. Waarom lulden de klokken des Zondags? c. Wanneer zegt een Chinees: goeden morgen? d. Wat kan men door geen woor den uitdrukken'' e. Hoe lang blijft een ooievaar op één poot staan? f. Welk stuk kan geen violist spe len? g. Waarmee begint het onweer? h. Recht sta ik op de deur, om gekeerd sta ik in de lucht. i. Welke visch is in October ver stopt? j. Wat is 't nieuwsgierigste dier? k. Hoe schrijft men droog gras met letters? 2. (Ingez. door Babbelkousje) Ik ben een Rubriekertjesnaam van 18 letters. 9 6 10 10 16 is een bloem. I 17 3 is een deel van 't schip. 18 10 5 12 is zwart. 9 10 11 12 13 4 5 spelen jongens kraag mee. I 7 8 4 fs een meisjesnaam. 2 17 7 is een lidwoord. 4. (Ingez. door Sneeuwklokje.) Ik besta uit 6 letters en prijk op vele schepen. Verander mijn 1ste letter en ge ziet me vaak by oude mensohen. 5. (Ingez. door Francis Vere.) Neem uit onderstaande schuilna men telkens één letter, zoodat ge een nieuwen schuilnaam krijgt. Wenda, Papaver, Jan Steen, Goud kopje. Francis Vere. 6. (Ingez. door Tilburgertje.) Ver borgen meisjes en Jongensnamen. a. Ma riep ons binnen om te eten. b. Ga met dezen man naar huis. c. Jij liep iets harder dan je zusje. d. Er waren een massa arme men- schen in dat dorp. e. Ja, nu kun je wel lachen. Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige week zijn; AFDEELING I 1. Schoolmeester. Bankwerker. Fotograaf. Metselaar. Bloemist. Con ducteur. 2. Bescheidenheid. 3. Nieuw Vennep. 4. Afrika, Azlé, Europa. 5. Beter hard geblazen dan den mond gebrand. 6. a. De thee want die wordt ge trokken. b. Wanneer hij dooi* een hond gebeten is. c. de melkweg. AFDEELING II. 1. Zomervacantie. 2. Mimi Poesekat. 3. Koevorden. 4. Krommenie. 5. Uitlooper. 6. Leerdam. Goede oplossingen ontvangen van: Wenda 6 Ballenbrelstertje 5 De kleine Violist 6 De kleine Vogelvriend 6 Bloze Kriekske 5 Boterbloempje 5 Radiomonteur 6 Konijntje 6 Kleine Ulbo 5 De kleine Zeeman 6 Elfenblocmpje 5 Teeke- naarster 6 Rangeerdertje 6 Zwart- kijkertje 6 Zeeuwsch Boerinnetje 3 Babbelkousje 3 Bloze Kriekske 6 Pri mula 5 Rekel 5 Alba 6 Sprinkhaantje 4 Het Timoreesje 5 Paaschhaasje 5 Blauwoogje 6 De kleine Bouwer 6 Poppenverpleegstertje 6 Moeders Kleinste 5 Wipneusje 5 Trambestuur der 5 Nelly B. 4 Het Zaandammertjc 4 Epenaartje 4 Sneeuwwitje 6 Kriel kip 5 Gouden regen? 5 Korenbloem 4 Karei I 6 Katuil 5 Graaf Lodewijk 6 Bloemenfee 4 Nevada 6 Uitlooper G Viooltje 5 Juffertje Schrijfgraag 0 Papavertje 5 Kerstroosje 6 Vice-Ad- miraal 6 Korstjesknager 4 De kleine Bakker 5 Duifje 6 De Woudlooper 4 Amico 5 Zangvogeltje 5 Damlaatje 5 De kleine Kapitein 6 Hardlooper 5 Herfstkindje 6 Marinier 5 Sneeuw klokje 6 Vogelkoopstertje 5 NELLY DE VOS. Rampenlaan 68A Overveen, heeft 13 Texelpl. en bon nen, 5 Kamerplantenbonnen, 2 Ka- merpl.plaatjes. 13 Victoria Jcugd- bonnen, 8 Pelikaanpunten, 4 van Houtens cacaobonnen, l Groote Ka- merpl. 11 Nofbonnen, 3 Gouda thee lichten, 1 Quick-bon, 8 Quakerbon nen. Dit alles wil ze ruilen voor Pad- denstoelenpl. of bonnen. WENDA, Waldeck Pyrmontstr. 54 heeft l Quaker bon, 3 H. O.-bonnen, 4 Tieleman en Drostbonnen, 3 Er- dalpenningen. 10 Haas-azijnpl. Dit alles wil ze rullen voor Droste bon nen of Indië-pl. of Haka-punten. MEI WEDSTRIJD Inzendingen ontvangen van: Wilgenroosje, oud 17 Jaar, De kleine Vogelvriend, oud? De kleine Violist, oud. Uit 't kleine aantal in zendingen meen ik te moeten opma ken, dat de wedstrijd verbazend moeilijk gevonden wordt, daar om wil lk jullie een klein beetje op weg helpen en den datum van in zending uitstellen tot 1 Juni. Ik zal de beginletters der bloemennamen van iederen cirkel noemen. Dan moe ten jullie de verdere letters invullen, lste cirkel. M J B G 2de cirkel. V M R S 3de cirkel. M H A G 4de cirkel. C T D B Nu nog eens allemaal probeeren, wat je ervan terecht kunt brengen. De Woudlooper, oud 13 jaar, De oude Woudlooper, oud 17 Jaar, Pinksterbloem (Cardamina. pra- tensls) fam. Kruisbloemlgen (Cruci- feren) Zie fig. 1. Een plant, die we veel in vochtige weilanden aantref fen. De stengel is rond en hol. De wortelbladen staan in een roset; deze zijn samengesteld en hebben ronde blaadjes. De stengelbladeren zijn 46 parig, lancetvormig. De bloemkroon is licht lila tot wit. De vrucht ls een houw. Bloeitijd April- Jimi, Akkerhoornbloeni (Cerastium ar- vense) Zie fig. 2, fam. Muurachtigen (Caryophyllaceeën). Een algemeen voorkomend over blijvend plaatje op den zandgrond tusschen het gras. De blaadjes zijn langwerpig, lancetvormig, grijsgroen gekleurd. Bladen, stengel en bloem stelen zijn kort behaard. De sten gel draagt 5 tot 15 witte bloempjes, waarvan de kroonblaadjes ln den vorm van een bekertje staan. Na den bloeitijd staan de bloemstelen rechtop met een knikkende kelk. Hoogte 10 tot 20 cM. Bloeitijd April- Mei. Een gekweekte soort Cerastiuirf komt ln rotstuintjes algemeen voor. Eereprijs (Veronica Chamaedrys) Zie fig. 3, fam. Leeuwenbekachtigen (Scrophulariaceeën) In ons land komen zeer veel soor ten eereprijs voor. De soort, die hier bedoeld wordt ls gamander- of ge wone eereprijs. Ze behoort tot de fa milie der Leeuwenbekachtigen, of schoon ze niet veel gelijkt op de be kende leeuwenbek uit onze tuinen. Deze eereprijs is een kruipend plantje, dat zeer algemeen is aan wegen en boschkanten. De stengel, die aan 't einde rechtop staat, heeft twee rijen haren. De bladen zijn eirond, vlak tegen den stengel zit tend of kortgesteeld. De plant geeft ijle trossen hemelsblauwe stervor mige bloempjes, waarvan de kroon blaadjes donkerder geaderd zijn. Bloeitijd MeiJuni. Dit plantje ls ook uitstekend ge schikt voor rotsbeplanting ln de schaduw of voor een randje. In den loop van den zomer zullen we een aantal éénjarige zomerbloe men behandelen die gemakkelijk te kweeken zijn. Goudsbloem. (Calendula officina lis) fam. Samengesteldbloemigen (Compositen) Een algemeen be kende plant, afkomstig uit Zuid- Europa. Ze is zeer sterk en heel ge makkelijk te kweeken. Ze wordt 30 a 40 c.M. hoog en zaait zich gewoon lijk vanzelf. Vaak staan de gouds bloemen te dicht op een. Ze geven dan kleine bloemen, doch uitge dund tot op een onderhngen af stand van ongeveer 30 c.M. worden de planten zeer krachtig en geven groote bloemen. De planten bloeien langen tijd door, als je geregeld de uitgebloeide bloemstengel afsnijdt. De mooiste soorten zijnPrins van Oranje (oranje geel) en Meteor (oranjegeel met witte strepen). Oostindische kers (Tropaeolum ma jus). De bekende klimplant, die vaak langs gaas of iets dergelijks wordt geleid, 't Is een sierplant uit Peru, die heel lange stengels krijgt. Met den noodigen steun bereikt de plant soms een hoogte van 3 M. Een soort, die kleine, goudgele, fijn getande bloemen geeft, is Tropaeo lum canariense (peregrinum) Ze is bijzonder geschikt om muren of schuttingen te bekleeden, die uit de zon liggen. De plant vormt een knol en is overblijvend. Er bestaan echter ook dwergvor- men (Tropaeolum ma jus vanum), die slechts 30 c.M. hoog worden en zeer geschikt zijn voor perken of randen. In den handel zijn talrijke verscheidenheden in allerlei kleuren. Niet alleen de bloemen, ook de bla deren zijn verschillend gekleurd. De planten moeten minstens 25 c.M. uit elkaar staan. Omdat deze plant juist zoo geschikt is voor perken, zal ik een paar uiteenloopende variëteiten opgeven. Eén van deze soorten moe ten jullie beslist eens probeeren. Empress of India (donkerbladlg, donkerbloemig), King of Tom Thumb (donkerbladig, bloemen helder rood) Queen of Tom Thumb (bontbladlg, donkerbloemig). Slaapmutsje (Eschsoholtzia cali- fornica) fam. Papaverachtigen (Pa- paveraceeën). Een sierplant uit Ca- hfornië, die slaapmutsje wordt ge noemd, omdat bij 't opengaan van de bloem de kelk als een mutsje wordt afgeworpen. Ze wordt onge veer 30 c.M. hoog en is bij zonnig weer overladen met oranjegele bloe men. Ook komen er witte en roode soorten voor. De mooiste zijn E. c. carmina met roode en de E. c. Nas- darin met oranjegele bloemen. Een heel mooie variëteit ls de Mikado met groote, donkeroranje bloemen. Er mag vooral niet te dik gezaaid, daar deze plant zich niet laat ver spenen. xuims. Postzegelrulbrielï JTft 44?! <f/*> f*** /aa/Ta AOO'7n Gedurende 1921—22 verscheen een nieuwe serie, waarvan de lage waar den ln de teekening van de laagste waarden van de serie 1919 (adelaar ln ovaal). De hoogere waarden zijn in groot formaat, waarvan de 10, 15 20 mark een zaaier vertoonen met op den achtergrond een regenboog. In den rechter benedenhoek staat de adelaar (het wapen van Polen) ln 't klein. De hoogste waarden vertoo nen evenals de lage waarde den ade laar in een ovaal. Hier staat aan de bovenzijde de landsnaam, terwijl aan den onderkant de waarde voorkomt. Uitgegeven werden: l mark (rood), 2 mark (groen), 3 mark (blauw), 4 mark (karmijn) 5 mark (roodviolet) 8 mark (licJitbruin). Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.3 c.M. 10 mark blauw groen), 15 mark (rood-bruin), 20 mark (rood), 25 Mark (violet op licht geel), 50 mark (rood op geel), 100 mark (bruin en oranje) en 200 mark (zwart en rose). Grootte van de vakjes 2.8 bij 3.4 c.M. In 1921 verscheen nog een opdruk n.l. 3 mk. op 40 fen. (violet) van de serie 1919 (adelaar tusschen pilaren) Grootte van 't vakje 2.8 bij 2.3 c.M. Zie voor de Indeeling 't schetsje. 8. Moeder zal het maken Jantje is een aardig ventje, Doch heel dikwijls wat te wild! Soms dan lijkt hij wel een aapje, Dat eens noodig moest gedrild! Nu, vandaag weer, was 't zijn broek, Die het zwaar ontgelden moest! Bij het rennen om een hoek, Was ons Jantje weer te woest! Rrrrrt, daar gleed hij uit en viel, En de smak kwam duchtig aan. Maar zijn moeder, d'arme ziel.... Kon weer aan het naaien gaan! „Een, twee, drie." zoo telde zij, Gaten in het kleedingstuk „Hè," sprak zij, ,,'k Heb nooit eens vrij, Altijd werk en altijd druk!" Jan, die bleef beteuterd staan. Ach, het deed hem nu wel leed! Vol verdriet zag hij haar aan. Zei haar, dat het hem zoo speet! „Ja, daar heb ik wel wat aan!" Bromde moesje wel wat boos. „Jij blijft altijd voort maar gaan, Hoeveel zuchten ik ook loos!" „Neen, moes, nu beloof ik vast, Dat het uit zal zijn voor goed. Nooit meer doe 'k U overlast, 'k Vind dat U genoeg reeds doet, Een middag vol verrassingen (Slot) Kees sprong in de sloot en holde dus vlug naar 't andere eind; Rob echter liep boven langs. Hij zou een goed plekje opzoeken. Speurend keek hij rond. Wacht, hier onder dezen struik zou hij gaan zitten, dan kon hij dc sloot een heel eind overzien, maar juist zoo, dat men hem van beneden niet bemerkte en als hij even naar rechts terug den berm af gleed, was hij zoo op den bodem om de reizigers aan te vallen. Rob nes telde zich goed weg onder de tak ken van den struik en nam toen nog eens nauwkeurig de verdere omge ving op. Achter hem was eerst een stukje, dat minder begroeid was, maar dan stonden de struiken weer eens zoo dicht op elkaar. Pachtig, ln dat begroeide stuk zou hij al de geroofde schatten brengen! Kwam er nu nog niemand? Ze zouden na tuurlijk heel voorzichtig doen, over al rondkijken, maar hèm ontdekten ze toch niet. Hoorde hij daar iets? Was Kees dat? Neen, 't geluid kwam van den anderen kant en daar meende hij Piet al te zien. Ja, 't was hem. Kijk, hij liep meer aan de over zij van de sloot en stond daar naar boven te kijken. Nu, daar zou hij Rob niet ontdekken. Behoedzaam draaide Piet zich weer om, in zijn rechterhand had hij een dikken stok. Hè, jammer, dacht Rob, dat ik daar niet om gedacht heb: een knuppel hoorde juist zoo bij een roover, maar hij zou hem nu wel van Piet afpak ken. Piet liep inmiddels weer door en was nu Juist bij de struiken, waar Rob in verborgen zat, zonder iets te bemerken. Rob wachtte nog even, tot dat Piet hem bijna voorbij was. Toen liet hij zich vliegensvlug naar beneden glijden en viel Piet, edit rooverachtig, in den rug aan, door hem eerst zijn stok uit de handen te rukken. Maar Piet verdedigde zich heldhaftig, toch zou Rob 't zeker ge wonnen hebben als ze niet opeens door Kees werden opgeschrikt, die dwars door de sloot kwam aangehold. „Jongens, kom eens mee. Ik heb wat ontdekt, 'k hoor steeds wat!" De roover en de reiziger lieten el kaar los en keken beiden in de groot ste verbazing en in de grootste span ning Kees aan. Deze gaf echter geen verdere uitlegging, maar trok Rob en Piet meteen weer mee terug, tot dat ze eindelijk alle drie buiten adem stilhielden. „Hoor," zei Kees met een gewich tig gezicht. Maar, helaas, geen gezucht werd vernomen, alles was doodstil en reeds wilde Piet een nijdig antwoord geven, toen opeens een geluid hun oor trof. 't Klonk als 't gekreun van een kind. Rob lachte: „Och kom, Is dat alles Er is hier zeker dichtbij een boerderij waar een kind zit te huilen. Dat is al!" Maar nu kwam er dadelijk een he vig protest van Kees en Piet. Een boerderij? Welzeker, er was hier juist in den omtrek geen huis te vinden en Kees besloot: „Hier achter 't kreupelhout loopt 't Zandpaadje, maar hoe zou iemand toch op dat Zandpaadje hebben kunnen komen!" Piet knikte bevestigend en Rob zei vroolijk: „Zeg, 't is vast een reiziger, die door een roover, een vriend van me, is aangevallen!" „Gaan kijken!" antwoordde Kees en meteen trok hij zich tegen den berm van de sloot op en dadelijk ge volgd door Rob en Piet, baande hij zich een weg door het dichte kreu pelhout en zoo kwamen ze, zonder een enkele scheur in hun kleeren ge haald te hebben, op 't Zandpaadje. Maar ze zagen niets, totdat opeens Piet uitriep: „Kijk, daar even verder, staat een kruiwagen. Ga mee, zeg!" En werkelijk Piet had gelijk. Er was een kruiwagen en daarnaast zat een jongen, die er een paar jaar jon ger uitzag dan 't drietal, niet weinig verbaasd door dit onverwachte bezoek Zonder iets te zeggen, staarde hij de Jongens aan. Maar Kees wist hem spoedig tot praten te brengen. Hij was Niek Verhoef, woonde aan den Zwarte Weg. Vanmiddag was hij met zijn kruiwagen naar een boer derij gegaan, om daar een paar kisten voor zijn vader te halen, maar toen was hij terug hier op 'fc smallq Zandpaadje gevallen, waardoor hij zijn been zoo bezeerde, dat hij b»jna niet verder kon loopen en dus heelc- maal geen kans zag om den krui wagen met kisten goed en wel thuis te brengen en.... thuis wachtten ze hem, de kisten moesten thuis komen Besluiteloos keken de drie vrien den elkaar aan, „Weet Je wat, Jullie weten den weg wel. Nu, dan zetten we Niek op den kruiwagen, één duwt hem, en de an deren twee sjouwen de kisten." 't Was wel de eenigste oplossing. „Maar," zei Kees, „de Zwarte Weg loopt een heel eind om, we komen vast wel een uur later thuis en dan zou jij je heelc logeerpartij verspe len. Neen, ga jij denzelfden weg naar huls, dan brengen Plet en ik Niek en de kisten wel naar den Zwarte Weg, al zouden we er twee maal over doen. „Natuurlijk doen Jullie er twee keer over. Eén Jongen kan die kisten toch niet alleen dragen. En ik laat jullie niet in den steek, of Je alleen met Niek zitten, maar 'k ga mee Rob was niet van zijn besluit af te brengen. En zoo begaven ze zich naar de Zwarte Weg. Eén reed de kruiwagen met den armen Niek, die nog wel pijn voelde in zijn been, maar toch ook dolblij was, dat hij zoo fijn naar huis werd gebracht, terwijl de twee anderen met de kisten sjouwden, Om beurten wisselden ze elkaar af. Maar thuis bij Rob waren Vader en Oom al lang thuis, terwijl ook de ta fel reeds gedekt was. Moeder wierp al een paar maal een bezorgden blik naar de klok, die al over zessen wees, zonder dat Rob echter opdaagde. „Kom nu maar," stelde Oom Jan Moeder gerust. „Heusch ik weet ze ker, dat er niets gebeurd ls. Ze den ken onder 't spelen natuurlijk hee- lemaal aan geen tijd, dat is alles!" „Ja, als ik maar wist, waar ze eigenlijk naar toe zijn gegaan, maar wc zijn hier nog heelemaal onbe kend." „Dat is 't Juist," beaamde Vader, die eigenlijk ook ongerust begon tc worden. Om Moeder voegde hij er echter nog bij: „Maar zie je, die twee vriendjes kennen de heele omgeving. Ze weten ieder paadje, dus zullen ze heusch wel thuiskomen. Alleen wordt met al dat wachten 't eten maar koud." „Ja," zei Moeder, „we moesten maar vast aan tafel gaan." Zwijgend verliep de maaltijd, zon der Rob. Vervelend toch, dacht Va der, dat zoo'n Jongen er maar hee lemaal niet aan dacht, dat Je thuis zoo ln ongerustheid zat. Als 't nog lang duurde, stapte hij op de fiets om Rob te gaan zoeken. Maar Juist wilde hij na 't eten de kamer verlaten, toen er voetstap pen in den tuin klonken en Moeder herkende dadelijk de stem van Rob. Meteen ging Vader naar de voordeur, die hij met een lang niet vriendelijk, maar bijna boos gezicht opende, nog voordat Rob kon aanschellen, want werkelijk 't was 't drietal. Zonder dat hij nog iets vroeg gaven, of liever probeerden de drie dc reden van 't lange wegblijven te geven, maar ze praatten zoo door elkaar, dat Vader er niets van begreep. Dus nam hij ze eerst mee naar binnen, waar hij Kees, als oudste 't woord gaf. En natuurlijk waren Vader en Moeder heelemaal niet boos meer, toen ze hoorden, hoe flink de Jongens Niek hadden geholpen. Toen de Jongens zwegen, vroeg Vader dadelijk: „Maar hoe is 't nu met Niek?" „O," kwam Kees trotsch, wiens va der dokter was. ,,We kwamen Pa bij 't begin van 't dorp tegen en die is toch dadelijk naar Niek gegaan. Thuis weten ze 't al; bij Plet ook!" „Gelukkig, maar," zei Moe, ..dan kunnen jullie nog even blijven zitten. Ik vind 't echt flink van Julie, hoor! Wat zullen Jullie moe geworden zijn!" „Maar." begon Oom nu opeens met een ernstig gezicht. „Je was pas om zeven uur thuis Rob. 't Vacan- tieplan kan zoo niet blijven." Oom zweeg, terwijl Rob hem in angstige spanning aankeek. Toen ging Oom ondeugend lachend voort: ..Neen, Rob, dat kan zoo niet blij ven. Hm Ik vind, Jullie moesten van den zomer allen drie maar ko men logceren!" Met gejuich werd dit voorstel be groet. Er kwam geen e!ndc aan 't be danken; toen zei Vader; „Maar nu naar huis. Ingerukt marsch En met nog glundere gezichten trokken de beide vrienden af. WOLLY RESOORT Een leuk kunstje. Goochelen en snelteekenen, dat zijn de twee dingen waar je een ge zelschap altijd het meeste mee kunt vermaken. Goochelen kan niet leder een leeren, al denkt men dit wel eens. Daar ls een aangeboren han digheid voor noodig en met teeke nen is het evenzoo gesteld. Het snel teekenen kan echter iedereen leeren, die een goed geheugen heeft en zich. dus altijd en overal precies weet te herinneren hoe hij dc lijntjes en streégjes moet zetten, om datgene te krijgen wat hij hebben wil. Wie razend vlug iets aardigs wil teekenen, moet zich vooraf danig oefenen en het leukste is het daarbij als de teekeningen uit een lijn zijn getrokken. Reeds gaven wij een paar voorbeelden, maar thans komt er eentje die wel heel erg mooi is. Je moet de mcnschen eens zien kijken als je een potlood op papier zet en in een rits de geheele prent teekent met het woord „Hatschi" er boven. Wie het nu heel goed wil leeren moet precies doen wat ik hem zeg. Heb Je een schilders-ezeltje, plaats dan je teekenbord er op en speldt er een stuk papier op. Wie geen ezéï heeft maakt maar een standaardje van oen paar boeken en zet daar een stuk karton met papier er op tegenaan. Nu neem je een potlood teekent losjes het onderste stuk van de teekening na. Je begint met de mouw en je eindigt bij het dasje. Zoodra Je het dasje geteckcnd hebt begin je op een nieuw plaatsje van het papier nogmaals hetzelfde te teekenen. En dit doe Je nu zoo dik wijls achtereen, tot je het tenslottë in een heel klein oogenblikje kan. Nu ga je verder door op al de schetsjes die je gemaakt hebt het hoofd te teekenen en wel tot aan het boven ste rimpeltje van het voorhoofd. Heb jc dit gedaan, dan heb je ook tevens reeds een flinke handigheid maar die moet je nu nog eens extra op de proef stellen door een aantal malen de teekening te maken zoover Je het kunt, dus van den mouw af tot aan het voorhoofd. Lukt ook dat tenslotte heel aardig, dan moet je op al de schetsjes nog den schedel tee kenen en dit doe je clan natuurlijk met een Hinken, sierlijken haal. Dc laatste streep vooral, van het ach terhoofd naar de H van het woord „Hatschi" moet je vlug en brutaal teekenen, zoodat dc menschen er verbaasd van staan. Als Je eenmaal bij de H bent ben je klaar want het woordje „Hatschi" behoef Je natuur lijk niet na te teekenen. doch kun je ln eens schrijven ln Je eigen hand- schriy,. Nu is het tenslotte nog aardig om te trachten dc teekening die Je nu heel goed en in een oogenblikje ma ken kan te vergrooten, zoodat Je in gezelschap in staat bent, zoo dui delijk en flink te teekenen dat iedereen ook al zit men soms wat ver weg, alles goed kan zien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 20