Het woord is aan...
47e Jaargang No. 14400
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Woensdag 4 Juni 1930
HAARLEM S DAGBLAD
pIRECTEUR: P. W. PEEREBOOM.
UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER
HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM
ABONNEMENTEN per week 0.27J4, met Geïllustreerd Zondagsblad ƒ0.32
Per 3 maanden: Haarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der
gemeente) 3-57)4. Franco .per post door Nederland f 3.87)4. Losse nummers
0.06. GeïlL Zondagsblad per 3 maanden 0-57)4, franco per post.
Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12
Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122, 12713 Postgiro No. 38810
ADVERTENTIEN: 1—5 regels 1.75, elke regel meer 0-35. Reclame»
f 0.60 per regeL Reductie bij abonnement. Vraag en Aanbcd 14 regels 0.60,
elke regel meer f 0.15. buiten Arrond. dubbele prijs. Onze Groentjes (Dinsdag.
Donderdag en Zaterdag) 14 reg. 0.25. elke regel meer 0.10. uitsl. a contant-
Gratis Ongevallenverzekering voor Weekabonnés. Uitkeeringen: Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f 400.-, Duim f 250.-, Wijsvinger f 150.-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100.-
D1T NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD
IN MEMORIAM
J. C. PEEREBOOM.
Het orgaan „Mededeelingen" van „De
Nederlandsche' Dagbladpers" (Vereeniging
van uitgevers van dagbladen) van 2 Juni
heeft op de voorpagina een foto van onzen
overleden directeur.
De heer H. Nijgh, waarnemend voor-
gitter, schrijft een zeer waardeerend artikel.
„Op zijn 67sten verjaardig is onze voorzitter
Jan Cornelis Peereboom van ons heenge
gaan", aldus de heer Nijgh, „na nauwelijks
een jaar deze functie, die hem zoo lief was
geworden, te hebben kunnen bekleeden. Het
Is droef te moeten vermelden, dat wellicht
die functie zijn heengaan verhaast heeft.
Immers, zij, die met hem in het Bestuur en
den Uitvoerenden Raad zaten, en ook vele
leden, zullen hebben waargenomen, hoe hij
in het vereenigingsleven opging, toen hij,
wat zijn zaken betreft-, een welverdiende rust
kon gaan genieten. De ijver en de volharding,
waarmede hij dit jaar de Vereeniging geleid
heeft, waarbij nog kwam zijn lust en zijn
verwachting, het vereenigingsleven op hooger
peil te kunnen brengen en tot volmaking op
te voeren, zijn blijkbaar zijn krachten te
boven gegaan. Reeds op de laatste vergade
ringen vertoonde hij vermoeidheid; kort na
zijn laatste vergadering is hij ingestort en
na slechts een paar weken zwaren, doch
hopeloozen, doodsstrijd is hij heengegaan."
De heer Nijgh eindigt aldus: „Dat hij een
igroote werkkracht en een zorg voor onze
vereeniging was, heeft hij reeds in dit eene
jaar laten zien en dat zullen wij niet licht
vergeten. Niet alleen daarom, doch ook om
zijn persoonlijke eigenschappen, zijn goed
hart, zijn goede vriendschap en groote colle
gialiteit zal zijn nagedachtenis steeds in onze
herinnering blijven.
Hij ruste in vrede."
Mr. W. G. J. Veenhoven, de secretaris
der vereeniging, schrijft o.a. het volgende:
„De Vereeniging „De Nederlandsche Dag
bladpers" heeft door het overlijden van den
heer J- C. Peereboom een zwaar verlies ge
leden. In 1927 besloot de Algemeenc Verga
dering, zijn groote verdiensten als lid der
Kegelencommissie erkennende, hem in af
wijking van de statuten, onmiddellijk te her
kiezen. Behalve in de Regelen-coimnissie
heeft de heer Peereboom ook in vele andere
commissies veel voor de Vereeniging gedaan.
Lange jaren, tot zijn dood toe, was hij lid
van het voor de leden ingestelde Scheids
gerecht. Den 20sten Juni 1929 werd hij na
eenige jaren vice-voorzitter te zijn geweest,
in de plaats van den heer Chr. A. Vieweg,
die wegens gezondheidsredenen aftrad, tot
voorzitter van de „N.D.P." gekozen. Dit is
voor den heer Peereboom een gulden dag
geweest. Persman met hart en ziel, vervuld
met een groote liefde voor het dagblad
bedrijf en overtuigd van de kracht en de
macht daarvan,rekende hij het zich tot een eer
en een groot geluk, tot leider van de ver
eeniging van hen, die de vele dagblad
ondernemingen in Nederland besturen, te
worden aangewezen. Daarbij kwam, dat zijn
enorme werkkracht in zijn eigen zaak, die hij
van klein en onbeteekenend tot groot en
belangrijk heeft opgebouwd en geperfection-
neerd en die sedert eenige jaren mede ge
leid werd door zijn twee zoons, niet meer
vereischt werd en nieuw terrein zocht De
heer Peereboom haatte rust. Dit is ook ge
bleken gedurende het eenige jaar, waarin hij
de „N.D.P." heeft mogen besturen. Daarvan
getuigt, het in dit nummer opgenomen jaar
verslag. Hij, de zes en zestig-jarige, miste
niet één vergadering, niet één bespreking en,
wat meer zegt, leidde ze alle met va§te hand
cn onverflauwde aandacht. Het vele en
moeilijke werk, dat hem het voorzitterschap
uit zich zelf reeds gaf, was hem niet genoeg.
Hij zocht naar meer en om in nauwer con
tact te komen met allen die bij de ..N. D. P."
betrokken waren, stelde hij het wekelijksche
spreekuur in. Hij dreef de halfma.andelijk-
sche verschijning van de „Mededeelingen"
door en vulde ze met zijn goed doorwrochte,
voor het vak belangrijke artikelen. Steeds
was hij doende met groote plannen, alle be
stemd om te geraken tot het einddoel, dat
hij zich had gesteld, de ,.N. D. P.' te vormen
tot een hechte organisatie. Zooals hij met
volgehouden energie zijn eigen onderneming
krachtig had gemaakt, zoo hoopte hij de
..N. D. P." te volmaken En ongetwijfeld zou
dit hem. den vasthoudenden Zaankanter, in
vele opzichten gelukt- zijn, indien hij voor de
Vereeniging had mogen blijven werken. Tal
van factoren maakten den heer Peereboom
voor het voorzitterschap zoo by uitstek ge
schikt. De algemeene achting, die hij om zijn
hoogstaand karakter genoot-, het gezag, dat
leeftijd, ervaring, bereikt succes en groote
kennis hem gaven, zijn beleid en zijn onbaat
zuchtige liefde voor de Vereeniging, bestem
den hem tot leider van ,de „N. D. P." Zijn
rechtschapenheid, zijn kunst om de zaken
objectief te beschouwen, zijn onkreukbaar
heid cn zijn gouden hart wezen hem aan
als voorzitter van de colleges, belast met de
leeke-rechtspraak voor het advertentie-
wezen. Zijn groote journalistieke gaven
waarborgden het vereenigingsorgaan een
voortreffelijke redactie en goeden inhoud.
Juist daarom is zijn heengaan voor de „N-
D. P zulk een groot verlies en zal hij zeer
worden gemist. De nagedachtenis van dezen
nobelen, waarachtigen voorman kan in de
„N. D. P." niet beter worden geëerd dan door
te werken in zijn geest."
Mr. Th. P. A. J. ten Hagen, secretaris van
de vereeniging „De Nederlandsche Periodieke
Pers", schrijft het volgende:
„Ongetwijfeld zou het voor de hand lig
gen, dat in de voor N. P. P. gereserveerde ko-
ïommpn der „Mededeelingen". een enkel
Nico van Such telen
Het menschelijk hart heeft, ondanks allen
goeden wil, maar een gering uithoudings
vermogen. En ik geloof, dat ik de onbelang
rijkheid van de wereld niet verdragen zou,
als ik niet geloofde, dat ze, buiten zichzelf,
haar waarde en haar bestemming heeft.
Die gedachte is soms bittermaar meestal
troostrijk.
woord werd gewijd aan de nagedachtenis van
den overleden voorzitter onzer zustervereni
ging, de Ned. Dagbladpers.
Doch dit korte artikel, neergeschreven vlak
vóór het ter perse gaan van dit nummer, is
meer dan een uiting van hoffelijkheid te
genover de N. D. P.
Immers ook onze Vereeniging verliest in
den heer Peereboom een man, die herhaalde
lijk blijk gaf van zijn onverminderde sym
pathie voor onze Vereeniging, een sympa
thie, die ongetwijfeld haar oorzaak vond in
het feit, dat Peereboom vele jaren lang een
actief lid en Bestuurslid was der N D. P.:
indien wij ons niet vergissen, behoorde hij
zelfs onder de oprichters der vereeniging.
Aan die sympathie is het zeker niet voor
een gering deel te danken, dat de samen
werking onzer beide Vereenigingen van zoo
aangenamen aard was.
Meenden onze bestuursleden, die de N. P. P.
in den Uitvoerenden Raad vertegenwoordig
den, soms bij enkele leden der N. D. P. wel
eens een stemming te ontdekken van min
dere waardeering voor de vereeniging van
kleinere uitgevers, bij Peereboom was juist
het omgekeerde het geval.
Was dan ook de samenwerking ln den Uit
voerenden Raad onder den vorlgen voorzitter
van den meest aangenamen aard, zeker niet
minder was zij dit onder voorzitterschap van
den thans ontslapene.
Is zijn heengaan voor N. P. P. en Uitvoe
renden Raad een groot verlies, nog meer zal
de N. D. P. hem missen, die met jeugdigen
en vaak verwonderlijken ijver zich gaf aan
het welzijn van die vereeniging en hare le
den.
Het is zeker niet teveel gezegd: zijn nage
dachtenis zal bij ons steeds in hoogc ccre
blijven..
Hij ruste ln vrede".
In ..Graficus", Weekblad voor de Grafi
sche Vakken in Nederland, schrijft L. de vol
gende van veel waardeering getuigende woor
den:
„Het heengaan van dezen uiterst sympa
thieken en bekwamen man is niet alleen een
groot verlies voor zijn familie, maar ook
voor allen, die van zijn werk in eenig opzicht
konden profiteer en.
En dat waren er velen.
Want Peereboom was niet alleen directeur
van Haarlem's Dagblad, dat hij tot grooten
bloei wist te brengen, hij werkte ook aan de
redactie mede. Zijn artikelen over velerlei
onderwerpen waren populair in den aller-
besten zin van het woord. Begrijpelijk voor
velen en toch niet oppervlakkig.
Hij was niet alleen voorzitter van de Ver
eeniging De Nederlandsche Dagbladpers, hij
werkte met hart en ziel voor de belangen
van zijn vak. Hij was trotsch er op. courantier
te zijn. En had er het recht toe.
In menig andere functie diende hij het al
gemeen.
Daarbij was Peereboom een uiterst bemin
nelijk mensch, die zijn meeniyg puntig wist
te zeggen, zonder scherp te zijn.
Er is een man van beteekenis aan zijn fa
milie en aan de grafische wereld ontvallen".
HET ONGELUK TE GEULEM.
Naar wij vernemen zijn een van de leer
lingen der Rijkskweekschool die getroffen is
door het ongeluk te Geulem en een tweede,
die zoo geschokt was, dat zij in Limburg
moest achterblijven. Dinsdagavond onder
geleide van een der leeraren alhier aange
komen. Het zijn Annie Jellema en Henny
van der Plicht. Haar toestand is goed. maar
zij moeten zich nog rustig houden.
Men deelt ons nog mede dat de Commis
saris der Koningin in Limburg met zijn
echtgenoote en dochter de kinderen in het
ziekenhuis te Maastricht bezocht heeft.
BUITENSPEL.
(Een Oostenrijksch voetbal
scheidsrechter, moest dezer
dagen in een ziekenhuis wor
den opgenomen, omdat hij
tijdens ccrf vfcdstrijd zijn
fluit had ingeslikt. - Courant
bericht).
Voetbalspel te arbitreeren
Is nog zoo eenvoudig niet,
Er is bijster veel te leeren
Op dit moeilijke gebied.
Eens begonnen vol illusies
Eindigt het zoo menigmaal
Met geprotesteer en ruzies.
Zonder dank maar met kabaal.
Dat het vak riskant kan wezen
Daarvan geeft het voorval blijk
Dat hierboven is te lezen.
Pas gebeurd in Oostenrijk.
Menigmaal, na een vergissing,
Heeft d' arbiter 't zoo geschikt,
Dat hij nader zijn beslissing
Als verkeerd heeft ingeslikt;
Maar zijn fluit zelf op te eten,
Nee, daar hoorde ik nimmer van,
'k Heb voor deze nooit geweten.
Dat zooiets gebeuren kan.
Juist toen hij voor iets wou fluiten,
Hands, free-kick of ander ding,
Kon hij naar zijn fluitje fluiten
Hoewel 't fluiten niet meer ging.
En zoo, zonder fluitsignalen,
Zonder grensrechtersappèl,
Voor het eerst in sportannalen
Ging de arbiterbuitenspel.
P. GASUS.
DE „SCHAT"-GRAVERIJ.
Zaandam humoristisch.
MAAR MEN GRAAFT NOG STEEDS.
Hoewel de heer Langhirt naar Duitschland
is teruggekeerd, was r andere bezigheden hem
riepen, heeft men liet graafwerk op het
oude kerkhof niet opgegeven. Een collega
van den heer Langhirt, ook een Duitscher,
heeft thans mot Madame Sylvia die weer
naar de Zaansche dreven is teruggekeerd
de leiding. Men graaft op een nieuwe plek
met 4 man en wacht geduldig op resultaten.
Reeds eerder hebben we geweld, dat Zaan-
sche grappenmakers, die het geval persé van
den humoristischen kant wilden bekijken,
des nachts het bewuste ijzeren geldkistje in
den grond hebben gestort, dat een dag later
zooveel consternatie verwekte Heel Zaan
dam mitsgaders haar autoriteiten liep
uitmaar de kist was leeg en Zaandam
was „bij den neus genomen".
Thans vernemen we, dat deze affaire toch
nog een ernstlgen kant heeft ook. Twee
agenten, die op den bewusten nacht het toe
zicht hadden, werden door den commissaris
van politie gestraft met het intrekken van
twee dagen verlof, waarschijnlijk omdat zij
de „grappenmakers" hun gang hebben laten
gaan.
De agenten hebben appèl aangeteekend bij
den burgemeester!
VOORBEURS TE AMSTERDAM.
EEN KALME MARKT.
De markt had een zeer kalm voorkomen,
hedenmorgen. De tendenz was flauw, vooral
voor Margarine Unies, hetgeen verband hield
met de berichten, dat de prijs van margarine
zou worden verlaagd. De koers van het fonds
reageerde tot 270. Koninklijken zagen zich
mede een kleinigheid van hun koers ontgaan,
terwijl de Philips' aandeelen een tiental
punten verloren.
Dc leerlingen van dc beroemde Engelschc Harrow School hebben geprotesteerd tegen
het strenge militaire element in hun school leven. Drie honderd leerlingen hebben een
brief ondertcekend aan den directeur van de school, het verzoek inhoudende, het mili
taire oefeningsuur nog slechts écn keer per weck tc doen plaatsvinden. Hierboven een
foto van onder leiding van een officier excrccerende jongelui.
RAMP IN GENUA.
EEN
EMIGRANTENTEHUIS
INGESTORT.
TWEE DOODEN EN VELE
GEWONDEN?
BERLIJN, 3 Juni (V. D.) De „Vossische
Zeitung" meldt uit Genua, dat het interna
tionaal emigrantentehuis aan de haven van
Genua in den afgeloopen nacht door onbe
kend gebleven oorzaak is ingestort. Tal van
emigranten werden onder de puinhoopen be
dolven. Er zijn reeds verscheidene dooden en
in totaal 50 gewonden geborgen. Onder het
puin moeten zich nog ongeveer 40 personen
bevinden. Toen de politie met het ruimings-
werk een aanvang wilde maken had plotse
ling een tweede ineenstorting plaats, zoodat
van het geheele gebouw slechts de -muren
bleven staan. Later moest het reddingswerk
stopgezet worden.
De slachtoffers zijn in hoofdzaak Armeen-
sche, Arabische, Poolsche en Syrische land
verhuizers.
ROME, 3 Juni (V. D Betreffende het ln-
landverhuizershotel te Genua, wordt nog na-
storten van „Hotel Christoph Columbus", het
der gemeld, dat zich in den namiddag onge
veer 200 emigranten in het gebouw bevon
den. Behalve de reeds genoemde nationali
teiten waren er op het tijdstip der instorting
ongeveer 70 Italiaansche reizigers aanwezig.
Tegen den avond, toen het grootste deel der
bewoners zich terruste wilde begeven, stortte
plotseling het dak van het huis in, even la
ter gevolgd door de bovenste verdieping. Er
ontstond een paniek en alom weerklonken
de kreten der gewonden, die onder de puin
hoopen lagen. Terwijl de brandweer trachtte
het ruimingswerk te beginnen, stortte kort
daarop het geheele gebouw in cn werd ook
de geheele reddingsbrigade onder het vallend
gesteente bedolven. Deze kon echter geborgen
worden.
In tegenstelling met de eerste berichten
zijn er tot dusverre slechts twee dooden. Ge
bleken is, dat het hotel verbouwd werd. De
leider der verbouwingswerkzaamheden is
evenals de pachter van het hotel gearresteerd
BOSCHBRANDEN IN NOORD
WEST ONTARIO.
WAARSCHIJNLIJK VIJF JAGERS
GEDOOD.
OTTAWA. 3 Juni. (V. D Omtrent de
boschbranden, die in Noord-West-Ontario
woeden, wordt uit Port Arthur gemeld, dat
de toestand gevaarlijker is dan men oor
spronkelijk dacht en dat het vuur zich reeds
over een groote oppervlakte heeft uitgebreid.
Men vreest, dat vijf jagers, die zich in de
brandende bosschen bevonden, door het vuur
zijn verrast, ingesloten en om het leven ge
komen. Alle beschikbare krachten in dc pro
vincie nemen aan het blusscliingswerk deel.
DUITSCHLAND.
DOODELIJK ONGEVAL IN HET
GEBERGTE.
INNSBRUCK. 3 Juni (V. DUit Kufstein
wordt gemeld, dat Zondag drie Duitschc stu
denten een uitstapje maakten naar het Kai-
sergebergte, om de Karlspltze te beklimmen.
De studenten verdwaalden en twee hunner,
de 20-jarige Kurt Fleischman en dc 21-jari-
ge Rudolf Eichhorn stortten van den zuide
lijken bergwand naar beneden en bleven
dood liggen. De derde student bracht den
nacht in een weinig benijdenswaardige po
sitie door en werd eerst gisteren gevonden.
De twee lijken werden eveneens gisteren ge
borgen en naar Kufstein vervoerd.
UIT MICHIGAN.
11 MISDADIGERS ONTVLUCHT.
NEW-YORK. 3 Juni (V. DNaar uit Jonia
in den Staat Michigan gemeld wordt, zijn uit
het sanatorium van het tuchthuis aldaar 11
gevangenen ontvlucht, nadat zij den chef
van dienst en twee bewakers met messen
hadden gedwongen de deuren te openen. De
misdadigers sneden vervolgens de telefoon
lijnen door om de iirichting van de buiten
wereld te isoleeren en wisten zich uit de
voeten te maken, begunstigd door het nach
telijk duister. Aangezien er zich onder de
vluchtelingen niet minder dan 5 moorde
naars bevinden, heeft zich van de bevolking
in de omgeving een paniek meester ge
maakt. Alle beschikbare politiecontingenten
zijn gerequlreerd cn organlseeren thans, bij
gestaan door politiehonden klopjachten. Tot
dusverre bleven de nasporingen zonder suc
ces.
Het Belangrijkste.
In Memoriam J. C. Peereboom.
He blad. Ie pag.)
De „Schat"-graveri] in Zaandam.
(Ie blad, le pag.)
Ernstige ramp in Genua.
(le blad le pag.)
Het autobusongeluk bij Rien.
(4e blad, le pag.)
De gang van zaken in Italië.
(2e blad, le pag
Uit dc Omstreken: Raadsvergaderingen.
(3e blad, 2e pag.)
ARTIKELEN, ent.
R. P. De 150ste Derby.
(le blad, le pag.)
Dr. E. v. Raalte: Dc Pan-Europa gedachte.
Briand's memorandum.
(2e blad, le pag.)
7*. Nagiegaal fartsGeestelijke hygiëne als
.Volksbelang. Wat in dc Vcreenigde Staten
gedaan icordt.
(4e blad, le pag.)
W. T.: Langs de straat: Beren.
(2de blad, le pag.)
(Voor de laatste berichten zie men de 2e
pagina van het Eerste Blad.)
HAARLEM, 4 Juni.
De 150ste Derby.
Dit is een groote dag voor de Engcls„hcn:
Derby Day. Hoe groot, kan niemand zich
voorstellen die niet temidden van hen ge
woond heeft. Het is heel wonderlijk. Mijn
eigen Derby-herinneringen concentreeren
zich minder op dc verscheidene gelegenhe
den, waarbij ik te Epsom het groote hippi
sche evenement heb bijgewoond, dan wel op
de opwinding in ons dorp. Ons dorp lag op
dc grens van Grooter Londen. Het was nog
tamelijk landelijk, maar dc groote poliep be
dreigde het al zwaar, en het grootste deel
van de bevolking waren al forensen, zooals
ik. Die waren natuurlijk, zonder uitzonde
ring, allen vol van het groote gebeuren, als
Derby Day begon te naderen. Maar de echte
oude „locals", de inboorlingen van het
plaatsje, vooral niet minder.
Daar was het eenzame oude vrouwtje van
tachtig, dat in een vervallen kleine „cottage"
woonde met „diamond-paned windows" en
een tuintje vol zonnebloemen, waartusschen
de fijne wasch aan vele lijnen te drogen
hing. Zij was fijne wasch-vrouw, maar het
heele jaar door wedde zij op de races, bij
een bookie. Niet veel natuurlijk, maar het
was dan toch maar two-and-six per dag,
dus negen gulden ln de week. In haar ras
pende oude stem, nadrukkelijk haar woorden
accentueerend met bonzen van haar stokje
op de gebroken tegels, placht zij te beweren
dat zij er zoo-en-zooveel per Jaar mee ver
diende, en niemand geloofde het, maar het is
niet gebruikelijk om die dingen tegen te
spreken. De menschen die geregeld een
klein beetje op paarden wedden, schijnen er
over het geheel met weinig verlies af te ko
men. maar verliezen doen zij op den duur
allemaal. Het Ls een van die wiskundige ze
kerheden, die onaanvechtbaar zijn.
Op de Derby wedde het oude vrouwtje al
tijd een pond. Principieel één pond, „to win",
dus alleen voor de eerste plaats, en op een
enkel paard. ZIJ verzekerde mij plechtig, dat
zij indertijd gewonnen had op Signorinetta,
het Italiaansche paard van den Cavaliers-
Ginistrelli, dat als 1001 outsider zegevierde
en dc grootste Derby-sensatie aller tijden
verwekte. Misschien was het waar. Maar
zij was een erg romantisch-aangelegd oudje.
Daarom stonden ook al die blijde, juichende
zonnebloemen tusschen de fyne wasch. En
zij hoopte nog maar steeds op een tweede
Signorinetta.
De directeur van het bij kantoort je van de
bank bekende mij rondweg, dat hij tien
pond aan de Derby placht tc verdoen. Win
nen deed hij zelden of nooit, zei hij. Hij
scheen het te beschouwen als een dure cn
onvermijdelijke plicht, en praatte er een
tikje cynisch over. Het was toch een heel
betrouwbare man, en hU is er nooit van-
doorgegaan.
De vader van onze keukenmeid (geheeten
Norah, maar zich noemende Phyllis, omdat
zij Norah zoo'n plebejische naam vond. en
zeer veel ..struggle" ln zich had» de va
der gaf mij tips voor de race. Hij was een
groote, zware, ernstige Bobby. Tien dagen
lang gaf hij mij eiken dag een ander paard
op, telkens als ik hem op zijn „beat" tegen
kwam. Hij lachte nooit. Hij legde zijn hand
op m'n schouder, in het gewoonte-gebaar
van zijn beroep, en fluisterde: ..You take my
tip. sir.... it 's Lord Glanely's horse to
win"cn den Volgenden dag had hij bij
Mr. J. B. Joels renstallen, die vlak bij ons
dorp lagen, diens snelle ros zien rennen, en
zwoer erbij, en was het heele paard van
Lord Glanely vergeten
Dc postbode was een theoreticus. Er zijn
tallooze theoretici. Ik heb nooit geloofd dat
zy meer winnen dan de menschen, die met
gesloten oogen een speld in de race-card prik
ken en op het paard wedden, dat den prik
door zijn naam krijgt. 'Met dit laatste
systeem heb tk éénmaal zelf tien pond op
de Derby gewonnen: op Papyrus van mr- B.
Irish, gereden door Steve Donoghue, en lk
kan geen van drieën vergeten). De theore
tici, die „form" cn gewichten en afstam
ming bestudccren, maken er evenwel een
complete liefhebberij van, aooals postzegels