Het woord is aan... 47e Jaargang No. 14400 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Woensdag 4 Juni 1930 HAARLEM S DAGBLAD pIRECTEUR: P. W. PEEREBOOM. UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM ABONNEMENTEN per week 0.27J4, met Geïllustreerd Zondagsblad ƒ0.32 Per 3 maanden: Haarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der gemeente) 3-57)4. Franco .per post door Nederland f 3.87)4. Losse nummers 0.06. GeïlL Zondagsblad per 3 maanden 0-57)4, franco per post. Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12 Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122, 12713 Postgiro No. 38810 ADVERTENTIEN: 1—5 regels 1.75, elke regel meer 0-35. Reclame» f 0.60 per regeL Reductie bij abonnement. Vraag en Aanbcd 14 regels 0.60, elke regel meer f 0.15. buiten Arrond. dubbele prijs. Onze Groentjes (Dinsdag. Donderdag en Zaterdag) 14 reg. 0.25. elke regel meer 0.10. uitsl. a contant- Gratis Ongevallenverzekering voor Weekabonnés. Uitkeeringen: Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f 400.-, Duim f 250.-, Wijsvinger f 150.-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100.- D1T NUMMER BESTAAT UIT VEERTIEN BLADZIJDEN. EERSTE BLAD IN MEMORIAM J. C. PEEREBOOM. Het orgaan „Mededeelingen" van „De Nederlandsche' Dagbladpers" (Vereeniging van uitgevers van dagbladen) van 2 Juni heeft op de voorpagina een foto van onzen overleden directeur. De heer H. Nijgh, waarnemend voor- gitter, schrijft een zeer waardeerend artikel. „Op zijn 67sten verjaardig is onze voorzitter Jan Cornelis Peereboom van ons heenge gaan", aldus de heer Nijgh, „na nauwelijks een jaar deze functie, die hem zoo lief was geworden, te hebben kunnen bekleeden. Het Is droef te moeten vermelden, dat wellicht die functie zijn heengaan verhaast heeft. Immers, zij, die met hem in het Bestuur en den Uitvoerenden Raad zaten, en ook vele leden, zullen hebben waargenomen, hoe hij in het vereenigingsleven opging, toen hij, wat zijn zaken betreft-, een welverdiende rust kon gaan genieten. De ijver en de volharding, waarmede hij dit jaar de Vereeniging geleid heeft, waarbij nog kwam zijn lust en zijn verwachting, het vereenigingsleven op hooger peil te kunnen brengen en tot volmaking op te voeren, zijn blijkbaar zijn krachten te boven gegaan. Reeds op de laatste vergade ringen vertoonde hij vermoeidheid; kort na zijn laatste vergadering is hij ingestort en na slechts een paar weken zwaren, doch hopeloozen, doodsstrijd is hij heengegaan." De heer Nijgh eindigt aldus: „Dat hij een igroote werkkracht en een zorg voor onze vereeniging was, heeft hij reeds in dit eene jaar laten zien en dat zullen wij niet licht vergeten. Niet alleen daarom, doch ook om zijn persoonlijke eigenschappen, zijn goed hart, zijn goede vriendschap en groote colle gialiteit zal zijn nagedachtenis steeds in onze herinnering blijven. Hij ruste in vrede." Mr. W. G. J. Veenhoven, de secretaris der vereeniging, schrijft o.a. het volgende: „De Vereeniging „De Nederlandsche Dag bladpers" heeft door het overlijden van den heer J- C. Peereboom een zwaar verlies ge leden. In 1927 besloot de Algemeenc Verga dering, zijn groote verdiensten als lid der Kegelencommissie erkennende, hem in af wijking van de statuten, onmiddellijk te her kiezen. Behalve in de Regelen-coimnissie heeft de heer Peereboom ook in vele andere commissies veel voor de Vereeniging gedaan. Lange jaren, tot zijn dood toe, was hij lid van het voor de leden ingestelde Scheids gerecht. Den 20sten Juni 1929 werd hij na eenige jaren vice-voorzitter te zijn geweest, in de plaats van den heer Chr. A. Vieweg, die wegens gezondheidsredenen aftrad, tot voorzitter van de „N.D.P." gekozen. Dit is voor den heer Peereboom een gulden dag geweest. Persman met hart en ziel, vervuld met een groote liefde voor het dagblad bedrijf en overtuigd van de kracht en de macht daarvan,rekende hij het zich tot een eer en een groot geluk, tot leider van de ver eeniging van hen, die de vele dagblad ondernemingen in Nederland besturen, te worden aangewezen. Daarbij kwam, dat zijn enorme werkkracht in zijn eigen zaak, die hij van klein en onbeteekenend tot groot en belangrijk heeft opgebouwd en geperfection- neerd en die sedert eenige jaren mede ge leid werd door zijn twee zoons, niet meer vereischt werd en nieuw terrein zocht De heer Peereboom haatte rust. Dit is ook ge bleken gedurende het eenige jaar, waarin hij de „N.D.P." heeft mogen besturen. Daarvan getuigt, het in dit nummer opgenomen jaar verslag. Hij, de zes en zestig-jarige, miste niet één vergadering, niet één bespreking en, wat meer zegt, leidde ze alle met va§te hand cn onverflauwde aandacht. Het vele en moeilijke werk, dat hem het voorzitterschap uit zich zelf reeds gaf, was hem niet genoeg. Hij zocht naar meer en om in nauwer con tact te komen met allen die bij de ..N. D. P." betrokken waren, stelde hij het wekelijksche spreekuur in. Hij dreef de halfma.andelijk- sche verschijning van de „Mededeelingen" door en vulde ze met zijn goed doorwrochte, voor het vak belangrijke artikelen. Steeds was hij doende met groote plannen, alle be stemd om te geraken tot het einddoel, dat hij zich had gesteld, de ,.N. D. P.' te vormen tot een hechte organisatie. Zooals hij met volgehouden energie zijn eigen onderneming krachtig had gemaakt, zoo hoopte hij de ..N. D. P." te volmaken En ongetwijfeld zou dit hem. den vasthoudenden Zaankanter, in vele opzichten gelukt- zijn, indien hij voor de Vereeniging had mogen blijven werken. Tal van factoren maakten den heer Peereboom voor het voorzitterschap zoo by uitstek ge schikt. De algemeene achting, die hij om zijn hoogstaand karakter genoot-, het gezag, dat leeftijd, ervaring, bereikt succes en groote kennis hem gaven, zijn beleid en zijn onbaat zuchtige liefde voor de Vereeniging, bestem den hem tot leider van ,de „N. D. P." Zijn rechtschapenheid, zijn kunst om de zaken objectief te beschouwen, zijn onkreukbaar heid cn zijn gouden hart wezen hem aan als voorzitter van de colleges, belast met de leeke-rechtspraak voor het advertentie- wezen. Zijn groote journalistieke gaven waarborgden het vereenigingsorgaan een voortreffelijke redactie en goeden inhoud. Juist daarom is zijn heengaan voor de „N- D. P zulk een groot verlies en zal hij zeer worden gemist. De nagedachtenis van dezen nobelen, waarachtigen voorman kan in de „N. D. P." niet beter worden geëerd dan door te werken in zijn geest." Mr. Th. P. A. J. ten Hagen, secretaris van de vereeniging „De Nederlandsche Periodieke Pers", schrijft het volgende: „Ongetwijfeld zou het voor de hand lig gen, dat in de voor N. P. P. gereserveerde ko- ïommpn der „Mededeelingen". een enkel Nico van Such telen Het menschelijk hart heeft, ondanks allen goeden wil, maar een gering uithoudings vermogen. En ik geloof, dat ik de onbelang rijkheid van de wereld niet verdragen zou, als ik niet geloofde, dat ze, buiten zichzelf, haar waarde en haar bestemming heeft. Die gedachte is soms bittermaar meestal troostrijk. woord werd gewijd aan de nagedachtenis van den overleden voorzitter onzer zustervereni ging, de Ned. Dagbladpers. Doch dit korte artikel, neergeschreven vlak vóór het ter perse gaan van dit nummer, is meer dan een uiting van hoffelijkheid te genover de N. D. P. Immers ook onze Vereeniging verliest in den heer Peereboom een man, die herhaalde lijk blijk gaf van zijn onverminderde sym pathie voor onze Vereeniging, een sympa thie, die ongetwijfeld haar oorzaak vond in het feit, dat Peereboom vele jaren lang een actief lid en Bestuurslid was der N D. P.: indien wij ons niet vergissen, behoorde hij zelfs onder de oprichters der vereeniging. Aan die sympathie is het zeker niet voor een gering deel te danken, dat de samen werking onzer beide Vereenigingen van zoo aangenamen aard was. Meenden onze bestuursleden, die de N. P. P. in den Uitvoerenden Raad vertegenwoordig den, soms bij enkele leden der N. D. P. wel eens een stemming te ontdekken van min dere waardeering voor de vereeniging van kleinere uitgevers, bij Peereboom was juist het omgekeerde het geval. Was dan ook de samenwerking ln den Uit voerenden Raad onder den vorlgen voorzitter van den meest aangenamen aard, zeker niet minder was zij dit onder voorzitterschap van den thans ontslapene. Is zijn heengaan voor N. P. P. en Uitvoe renden Raad een groot verlies, nog meer zal de N. D. P. hem missen, die met jeugdigen en vaak verwonderlijken ijver zich gaf aan het welzijn van die vereeniging en hare le den. Het is zeker niet teveel gezegd: zijn nage dachtenis zal bij ons steeds in hoogc ccre blijven.. Hij ruste ln vrede". In ..Graficus", Weekblad voor de Grafi sche Vakken in Nederland, schrijft L. de vol gende van veel waardeering getuigende woor den: „Het heengaan van dezen uiterst sympa thieken en bekwamen man is niet alleen een groot verlies voor zijn familie, maar ook voor allen, die van zijn werk in eenig opzicht konden profiteer en. En dat waren er velen. Want Peereboom was niet alleen directeur van Haarlem's Dagblad, dat hij tot grooten bloei wist te brengen, hij werkte ook aan de redactie mede. Zijn artikelen over velerlei onderwerpen waren populair in den aller- besten zin van het woord. Begrijpelijk voor velen en toch niet oppervlakkig. Hij was niet alleen voorzitter van de Ver eeniging De Nederlandsche Dagbladpers, hij werkte met hart en ziel voor de belangen van zijn vak. Hij was trotsch er op. courantier te zijn. En had er het recht toe. In menig andere functie diende hij het al gemeen. Daarbij was Peereboom een uiterst bemin nelijk mensch, die zijn meeniyg puntig wist te zeggen, zonder scherp te zijn. Er is een man van beteekenis aan zijn fa milie en aan de grafische wereld ontvallen". HET ONGELUK TE GEULEM. Naar wij vernemen zijn een van de leer lingen der Rijkskweekschool die getroffen is door het ongeluk te Geulem en een tweede, die zoo geschokt was, dat zij in Limburg moest achterblijven. Dinsdagavond onder geleide van een der leeraren alhier aange komen. Het zijn Annie Jellema en Henny van der Plicht. Haar toestand is goed. maar zij moeten zich nog rustig houden. Men deelt ons nog mede dat de Commis saris der Koningin in Limburg met zijn echtgenoote en dochter de kinderen in het ziekenhuis te Maastricht bezocht heeft. BUITENSPEL. (Een Oostenrijksch voetbal scheidsrechter, moest dezer dagen in een ziekenhuis wor den opgenomen, omdat hij tijdens ccrf vfcdstrijd zijn fluit had ingeslikt. - Courant bericht). Voetbalspel te arbitreeren Is nog zoo eenvoudig niet, Er is bijster veel te leeren Op dit moeilijke gebied. Eens begonnen vol illusies Eindigt het zoo menigmaal Met geprotesteer en ruzies. Zonder dank maar met kabaal. Dat het vak riskant kan wezen Daarvan geeft het voorval blijk Dat hierboven is te lezen. Pas gebeurd in Oostenrijk. Menigmaal, na een vergissing, Heeft d' arbiter 't zoo geschikt, Dat hij nader zijn beslissing Als verkeerd heeft ingeslikt; Maar zijn fluit zelf op te eten, Nee, daar hoorde ik nimmer van, 'k Heb voor deze nooit geweten. Dat zooiets gebeuren kan. Juist toen hij voor iets wou fluiten, Hands, free-kick of ander ding, Kon hij naar zijn fluitje fluiten Hoewel 't fluiten niet meer ging. En zoo, zonder fluitsignalen, Zonder grensrechtersappèl, Voor het eerst in sportannalen Ging de arbiterbuitenspel. P. GASUS. DE „SCHAT"-GRAVERIJ. Zaandam humoristisch. MAAR MEN GRAAFT NOG STEEDS. Hoewel de heer Langhirt naar Duitschland is teruggekeerd, was r andere bezigheden hem riepen, heeft men liet graafwerk op het oude kerkhof niet opgegeven. Een collega van den heer Langhirt, ook een Duitscher, heeft thans mot Madame Sylvia die weer naar de Zaansche dreven is teruggekeerd de leiding. Men graaft op een nieuwe plek met 4 man en wacht geduldig op resultaten. Reeds eerder hebben we geweld, dat Zaan- sche grappenmakers, die het geval persé van den humoristischen kant wilden bekijken, des nachts het bewuste ijzeren geldkistje in den grond hebben gestort, dat een dag later zooveel consternatie verwekte Heel Zaan dam mitsgaders haar autoriteiten liep uitmaar de kist was leeg en Zaandam was „bij den neus genomen". Thans vernemen we, dat deze affaire toch nog een ernstlgen kant heeft ook. Twee agenten, die op den bewusten nacht het toe zicht hadden, werden door den commissaris van politie gestraft met het intrekken van twee dagen verlof, waarschijnlijk omdat zij de „grappenmakers" hun gang hebben laten gaan. De agenten hebben appèl aangeteekend bij den burgemeester! VOORBEURS TE AMSTERDAM. EEN KALME MARKT. De markt had een zeer kalm voorkomen, hedenmorgen. De tendenz was flauw, vooral voor Margarine Unies, hetgeen verband hield met de berichten, dat de prijs van margarine zou worden verlaagd. De koers van het fonds reageerde tot 270. Koninklijken zagen zich mede een kleinigheid van hun koers ontgaan, terwijl de Philips' aandeelen een tiental punten verloren. Dc leerlingen van dc beroemde Engelschc Harrow School hebben geprotesteerd tegen het strenge militaire element in hun school leven. Drie honderd leerlingen hebben een brief ondertcekend aan den directeur van de school, het verzoek inhoudende, het mili taire oefeningsuur nog slechts écn keer per weck tc doen plaatsvinden. Hierboven een foto van onder leiding van een officier excrccerende jongelui. RAMP IN GENUA. EEN EMIGRANTENTEHUIS INGESTORT. TWEE DOODEN EN VELE GEWONDEN? BERLIJN, 3 Juni (V. D.) De „Vossische Zeitung" meldt uit Genua, dat het interna tionaal emigrantentehuis aan de haven van Genua in den afgeloopen nacht door onbe kend gebleven oorzaak is ingestort. Tal van emigranten werden onder de puinhoopen be dolven. Er zijn reeds verscheidene dooden en in totaal 50 gewonden geborgen. Onder het puin moeten zich nog ongeveer 40 personen bevinden. Toen de politie met het ruimings- werk een aanvang wilde maken had plotse ling een tweede ineenstorting plaats, zoodat van het geheele gebouw slechts de -muren bleven staan. Later moest het reddingswerk stopgezet worden. De slachtoffers zijn in hoofdzaak Armeen- sche, Arabische, Poolsche en Syrische land verhuizers. ROME, 3 Juni (V. D Betreffende het ln- landverhuizershotel te Genua, wordt nog na- storten van „Hotel Christoph Columbus", het der gemeld, dat zich in den namiddag onge veer 200 emigranten in het gebouw bevon den. Behalve de reeds genoemde nationali teiten waren er op het tijdstip der instorting ongeveer 70 Italiaansche reizigers aanwezig. Tegen den avond, toen het grootste deel der bewoners zich terruste wilde begeven, stortte plotseling het dak van het huis in, even la ter gevolgd door de bovenste verdieping. Er ontstond een paniek en alom weerklonken de kreten der gewonden, die onder de puin hoopen lagen. Terwijl de brandweer trachtte het ruimingswerk te beginnen, stortte kort daarop het geheele gebouw in cn werd ook de geheele reddingsbrigade onder het vallend gesteente bedolven. Deze kon echter geborgen worden. In tegenstelling met de eerste berichten zijn er tot dusverre slechts twee dooden. Ge bleken is, dat het hotel verbouwd werd. De leider der verbouwingswerkzaamheden is evenals de pachter van het hotel gearresteerd BOSCHBRANDEN IN NOORD WEST ONTARIO. WAARSCHIJNLIJK VIJF JAGERS GEDOOD. OTTAWA. 3 Juni. (V. D Omtrent de boschbranden, die in Noord-West-Ontario woeden, wordt uit Port Arthur gemeld, dat de toestand gevaarlijker is dan men oor spronkelijk dacht en dat het vuur zich reeds over een groote oppervlakte heeft uitgebreid. Men vreest, dat vijf jagers, die zich in de brandende bosschen bevonden, door het vuur zijn verrast, ingesloten en om het leven ge komen. Alle beschikbare krachten in dc pro vincie nemen aan het blusscliingswerk deel. DUITSCHLAND. DOODELIJK ONGEVAL IN HET GEBERGTE. INNSBRUCK. 3 Juni (V. DUit Kufstein wordt gemeld, dat Zondag drie Duitschc stu denten een uitstapje maakten naar het Kai- sergebergte, om de Karlspltze te beklimmen. De studenten verdwaalden en twee hunner, de 20-jarige Kurt Fleischman en dc 21-jari- ge Rudolf Eichhorn stortten van den zuide lijken bergwand naar beneden en bleven dood liggen. De derde student bracht den nacht in een weinig benijdenswaardige po sitie door en werd eerst gisteren gevonden. De twee lijken werden eveneens gisteren ge borgen en naar Kufstein vervoerd. UIT MICHIGAN. 11 MISDADIGERS ONTVLUCHT. NEW-YORK. 3 Juni (V. DNaar uit Jonia in den Staat Michigan gemeld wordt, zijn uit het sanatorium van het tuchthuis aldaar 11 gevangenen ontvlucht, nadat zij den chef van dienst en twee bewakers met messen hadden gedwongen de deuren te openen. De misdadigers sneden vervolgens de telefoon lijnen door om de iirichting van de buiten wereld te isoleeren en wisten zich uit de voeten te maken, begunstigd door het nach telijk duister. Aangezien er zich onder de vluchtelingen niet minder dan 5 moorde naars bevinden, heeft zich van de bevolking in de omgeving een paniek meester ge maakt. Alle beschikbare politiecontingenten zijn gerequlreerd cn organlseeren thans, bij gestaan door politiehonden klopjachten. Tot dusverre bleven de nasporingen zonder suc ces. Het Belangrijkste. In Memoriam J. C. Peereboom. He blad. Ie pag.) De „Schat"-graveri] in Zaandam. (Ie blad, le pag.) Ernstige ramp in Genua. (le blad le pag.) Het autobusongeluk bij Rien. (4e blad, le pag.) De gang van zaken in Italië. (2e blad, le pag Uit dc Omstreken: Raadsvergaderingen. (3e blad, 2e pag.) ARTIKELEN, ent. R. P. De 150ste Derby. (le blad, le pag.) Dr. E. v. Raalte: Dc Pan-Europa gedachte. Briand's memorandum. (2e blad, le pag.) 7*. Nagiegaal fartsGeestelijke hygiëne als .Volksbelang. Wat in dc Vcreenigde Staten gedaan icordt. (4e blad, le pag.) W. T.: Langs de straat: Beren. (2de blad, le pag.) (Voor de laatste berichten zie men de 2e pagina van het Eerste Blad.) HAARLEM, 4 Juni. De 150ste Derby. Dit is een groote dag voor de Engcls„hcn: Derby Day. Hoe groot, kan niemand zich voorstellen die niet temidden van hen ge woond heeft. Het is heel wonderlijk. Mijn eigen Derby-herinneringen concentreeren zich minder op dc verscheidene gelegenhe den, waarbij ik te Epsom het groote hippi sche evenement heb bijgewoond, dan wel op de opwinding in ons dorp. Ons dorp lag op dc grens van Grooter Londen. Het was nog tamelijk landelijk, maar dc groote poliep be dreigde het al zwaar, en het grootste deel van de bevolking waren al forensen, zooals ik. Die waren natuurlijk, zonder uitzonde ring, allen vol van het groote gebeuren, als Derby Day begon te naderen. Maar de echte oude „locals", de inboorlingen van het plaatsje, vooral niet minder. Daar was het eenzame oude vrouwtje van tachtig, dat in een vervallen kleine „cottage" woonde met „diamond-paned windows" en een tuintje vol zonnebloemen, waartusschen de fijne wasch aan vele lijnen te drogen hing. Zij was fijne wasch-vrouw, maar het heele jaar door wedde zij op de races, bij een bookie. Niet veel natuurlijk, maar het was dan toch maar two-and-six per dag, dus negen gulden ln de week. In haar ras pende oude stem, nadrukkelijk haar woorden accentueerend met bonzen van haar stokje op de gebroken tegels, placht zij te beweren dat zij er zoo-en-zooveel per Jaar mee ver diende, en niemand geloofde het, maar het is niet gebruikelijk om die dingen tegen te spreken. De menschen die geregeld een klein beetje op paarden wedden, schijnen er over het geheel met weinig verlies af te ko men. maar verliezen doen zij op den duur allemaal. Het Ls een van die wiskundige ze kerheden, die onaanvechtbaar zijn. Op de Derby wedde het oude vrouwtje al tijd een pond. Principieel één pond, „to win", dus alleen voor de eerste plaats, en op een enkel paard. ZIJ verzekerde mij plechtig, dat zij indertijd gewonnen had op Signorinetta, het Italiaansche paard van den Cavaliers- Ginistrelli, dat als 1001 outsider zegevierde en dc grootste Derby-sensatie aller tijden verwekte. Misschien was het waar. Maar zij was een erg romantisch-aangelegd oudje. Daarom stonden ook al die blijde, juichende zonnebloemen tusschen de fyne wasch. En zij hoopte nog maar steeds op een tweede Signorinetta. De directeur van het bij kantoort je van de bank bekende mij rondweg, dat hij tien pond aan de Derby placht tc verdoen. Win nen deed hij zelden of nooit, zei hij. Hij scheen het te beschouwen als een dure cn onvermijdelijke plicht, en praatte er een tikje cynisch over. Het was toch een heel betrouwbare man, en hU is er nooit van- doorgegaan. De vader van onze keukenmeid (geheeten Norah, maar zich noemende Phyllis, omdat zij Norah zoo'n plebejische naam vond. en zeer veel ..struggle" ln zich had» de va der gaf mij tips voor de race. Hij was een groote, zware, ernstige Bobby. Tien dagen lang gaf hij mij eiken dag een ander paard op, telkens als ik hem op zijn „beat" tegen kwam. Hij lachte nooit. Hij legde zijn hand op m'n schouder, in het gewoonte-gebaar van zijn beroep, en fluisterde: ..You take my tip. sir.... it 's Lord Glanely's horse to win"cn den Volgenden dag had hij bij Mr. J. B. Joels renstallen, die vlak bij ons dorp lagen, diens snelle ros zien rennen, en zwoer erbij, en was het heele paard van Lord Glanely vergeten Dc postbode was een theoreticus. Er zijn tallooze theoretici. Ik heb nooit geloofd dat zy meer winnen dan de menschen, die met gesloten oogen een speld in de race-card prik ken en op het paard wedden, dat den prik door zijn naam krijgt. 'Met dit laatste systeem heb tk éénmaal zelf tien pond op de Derby gewonnen: op Papyrus van mr- B. Irish, gereden door Steve Donoghue, en lk kan geen van drieën vergeten). De theore tici, die „form" cn gewichten en afstam ming bestudccren, maken er evenwel een complete liefhebberij van, aooals postzegels

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 1