LETTEREN EN KUNST
VAN KUNST EN
INGEZONDEN
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 12 JUNI 1930
VIERDE BLAD
JULIUS PASCIN OVERLEDEN.
No. 205
waags voor Pinksteren is hij onverwachts
gestorven, even vijf en veertig jaar oud.
Misschien zegt deze naam mijn lezer niets,
in Nederland exposeerde hij nimmer (bij
mijn weten) en alleen wie zich met uitin
gen der moderne kunst meer regelmatig be
zig houdt, en nu en dan ook buiten onze
grenzen haar ontwikkeling volgt zal met
meewarigheid dit doodsbericht vernomen
hebben. Immers, hoe men zich ook tegen
over het eigenaardige werk van Pascin
plaatst, een zoo vroege dood, bij een juist
aangevangen glorie, wekt deernis op.
Maar er is een categorie landgenooten, zij
die zich in vroeger jaren met het prachtige
weekblad Simplicissimus plachten te amu
seeren, die zich, van de binnenpagina's
meestal, de kleine teekeningen herinneren
waarmee Pascin, naast de grooten als Th.
Th. Heine. Gulbranson, Thöny en anderen,
zich een heel aparte plaats veroverde. Het
waren schrijnende dingen, meestal met een
sterken sensueelen inslag, waarin hij een
Parijsch Zondagsvolkje teekende, zooals
zich dat op de oude wallen der stad gedroeg,
misdroeg misschien, maar fn ieder geval
zich geheel onbekommerd aan de vrijheid der
vogelen overgaf. Het was geen bijster com-
me-il-faut gezelschap dat Pascin opzocht,
maar het trok hem aan en hij typeerde het
buitengewoon scherp met vooral de vroeg
rijpe verdorvenheid der kinderen en de
brute sans-gêne der grooteren. Maar dat is
al weer lang geleden en hij had zich sinds
dien doen gelden als schilder van heel bij
zondere persoonlijkheid, al bleven zijn
studievelden steeds de terreinen van het
ongebreidelde zinnelijke leven.
Hij was eigenlijk een Bulgaar en heette
Julius Pincas. Op zijn vijftiende jaar be
zocht hij de academie in Weenen en, nerveus
kereltje als hij was, teekende er alles, los en
vast, in het Weensche straatleven der
suspecte beurten. Men zegt dat de ro
manschrijver Gustav Meyrink, de man van
den „Golem", hem in Weenen ontdekte en
hem met den uitgever van den Simplicissi
mus, Albert Langen, in contact bracht. In
ieder geval kon hij in 1905, twintig jaar oud,
naar Parijs trekken, en bracht er den titel
en de reputatie van vasten medewerker van
het Münchensche satyrieke blad mede. Dat,
maar bovenal zijn vaste maandsalaris van
250 Mark, gaf hem onmiddellijk een plaats
van gewicht in de jonge bent van Mont-
martre, die toen nog niet naar den Mont-
parnasse -verhuisd was.
•Hij was beminnelijk en bescheiden, met
een apart soort deftigheid en royaliteit
tegenover zijn tallooze modellen. Misschien
had hij die pose van noode als tegenwicht
voor de soms zwoele, soms brutale erotiek
van zijn kunst. In zijn hart was onrust
steeds, plots was hij verdwenen, scharrelde
langs de kaden van Genua of Marseille of
dook maanden onder in het leven van New
York, zond eensklaps berichten uit Tunis
of dwaalde over het eiland Cuba. Men heeft
hem een der laatste incarnaties van den
wandelenden Jood genoemd, en als ik nu
aan die oudste teekeningen voor den Simpli
terug denk vind ik het verwonderlijk zooals
wat wij nu den na-oorlogschen geest in
kunst en leven veler jongeren noemen
toen reeds in Pascin aanwezig was.
Heb blijft al heeft hij ook andere din
gen ondernomen de vrouw die hem bezig
houdt, die hij als artist doorneemt, zooals een
musicus een moeiü ke sonate, steeds weer en
nog eens tot er schijnbaar niets nieuws meer
aan te ontdekken valt en dan juist het
mysterie o> bloeit, waardoor het ons gaat
boeien en het kunst wordt. Kunst, zeker;
niet voor de kinderkamer, ook niet voor wat
daarmee gelijk staat: het volk de massa die
alleen over détails gnuiven kan, zonder een
dieperen 7in in een beeld te vinden. Het is
voor hen gevaarlijk spul deze kunst;
zullen den weemoed in de kleur van Pascin
niet ontdekken en slechts zijn vrijmoedigheid
veroordeelen.na ze angstvallig bestudeerd
te hebben; ze zullen de onrust van zijn ziel
niet proeven en hem misschien een bizarren
engerd schelden. Hetgeen allemaal niet weg
neemt dat Pascin een artist geweest is. Van
de „verdoemde soort", eooals Vlerlaine en
Laforgue „verdoemde" diohters waren. Maar
dichters, niettemin
Zoeken wij naar een plaatsje voor Pascin
in de rij der kunstenaars, die hem verwant
zijn wij wenschen nu eenmaal onze olie in
kannen en kruiken te hebben en onze etiketjes
op de potjes geplakt dan komen wij in de
buurt van De Toulouse Lautrec en den nog
arbeidenden Duïtscher Georg Grosz terecht.
Ook de laatste is nu en dan aspirant voor
het vergif-kastje in onze apotheek. Maar de
verwantschap is meer uiterlijk dan innerlijk,
en groote verschillen blijven over. Felle waar
nemers zijn ze gedrieën en waar de samen
leving haar afgronden heeft voelen zij zich
thuis en veilig. Maar overigens, hoezeer blijft
Lautrec steeds van ouden adel, Grosz steeds
een intellectueel bourgeois en is Pascin de
tragischmerveuse Balkan-jood, zonder ver
leden en zonder toekomst, maar als een
schrille, soms schoone projectie van den dag
van vandaag in kunst en leven, en daarom
belangrijk Het zijn felle vuren die snel zijn
opgebrand. Maar de tijden van het rustige
landschap, met een koe aan een slootje, of
een schuit in een vaartje, waar een schilder
oud bij worden kon, zijn maar niet zoo in
eens terug te halen. Dat krijgt ook weer zijn
beurt als ook de kunst weer een beetje in
evenwicht geraakt zal zijn. In de chaotische
productie van thans is toch Pascin een ver
schijning geweest.
J. H. DE BOIS.
10 Juni 1930.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie
zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug
gegeven.
MAHATMA GANDHI OVER
PLANTAARDIGE VOEDING.
Nu in don laatsten tijd de beteekenis van
dezen mensch ook in Europa begint door te
dringen is het misschien wel goed eens te
luisteren naar de inzichten van hem ten
opzichte van het voedingsvraagstuk een
quaestie welke ook hier in den laatsten tijd de
aandacht van vele denkende menschen gaat
opeischen. Hooren wij wat Gandhi ons hier
van zegt. Het is ontleend aan de „Vegeta-
risohe Bode".
Men kan de menschlieid, naar haar wijze
van voeding in drie groote groepen verdoe
len. De eerste groep, die de grootste is, be
staat uit hen, die uit voorkeur of noodzake
lijkheid uitsluitend van plantaardig voedsel
leven. Hiertoe behooren de bewoners van
het beste deel van Indië, en ook van een
groot deel van Europa, China en Japan. Een
gedeelte van deze groep vermijdt het vleesch
opzettelijk om godsdienstige redenen terwijl
de overigen het wel zouden eten als zij het
maar konden krijgen. Tot deze groep be
hooren Italianen, Ieren, de meeste Schotten
de arme Russische boeren en een groot ge
deelte der bevolking van China en Japan.
De tweede groep bestaat uit diegenen welke
van gemengd voedsel leven. Hiertoe behoo
ren de Engelschen, de rijke standen van
China en Japan, de rijke Mahomedanen in
Indië evenais de rijke Hindoes, die geen
godsdienstige bezwaren meer hebben. Deze
groep is niet zoo groot als eerstgenoemde.
Tot de derde groep behooren de bewoners
der koude luchtstreken die bijna uitsluitend
van vleesch leven. Zeer talrijk zijn zij niet
en zij voegen plantenvoedsel aan hun eten
toe zoodra zij met andere rassen in aan
raking komen.
De mensch kan zich dus op drieërlei
manier voeden; wij hebben nu na te gaan
welke het gezondste voor ons is. Onder
zoeken wij den bouw van het menschelijk
lichaam, dan worden we tot het besluit ge
leid dat de mensch door de Natuur bestemd
is voor plantenvoedsel. Er is de nauwste
verwantschap tusschen de organen van het
menschelijk lichaam en die der vrtichten-
etende dieren, terwijl die .van verscheurende
dieren geheel verschillend zijn. Er is ook
eenige overeenkomst tusschen onze organen
en die der kruid- of grasetende dieren als
de koe maar hun spij-sverteringsweg is veel
langer en anders gevormd.
Hieruit hebben denkers het besluit getrok
ken dat de mensch niet bestemd is om van
vleesch te leven en zelfs niet van alle moge
lijk plantenvoedsel, maar voornamelijk van
wortels, knolgewassen en allerlei vruchten.
Er is door proeven uitgemaakt, dat vruch
ten al de bestanddeelen bezitten die noodig
zijn om ons leven In stand te houden. De
banaan, de sinaasappel, dc dadel, de druif,
de amandel, de okkernoot of pinda, de cocos-
noot etc-, al deze vruchten bevatten veel
voedzame stoffen. Het is natuurlijk dat zulk
voedsel ook niet behoeft gekookt te worden,
en dat men zeer goed kan leven van voedsel
dat door de zon gestoofd is evenals de dieren
dat kunnen. Onderzoekers beweren dat de
stoffen die voor onze voeding het meeste
waarde hebben door koken vernietigd wor
den en dat dingen die niet ongekookt ge
geten kunnen worden ook niet door de
Natuur als voedsel voor ons bestemd zijn. Is
deze meening juist, dan volgt daaruit dat
wij heel wat kostbaren tijd verspillen met
het koken van ons voedsel. Als wij konden
leven van ongekookt voedsel, dan konden wij
heel wat tijd en energie besparen en voor
nuttiger doeleinden gebruiken.
Sommigen zullen zeker wel opmerken, dat
het nutteloos en dwaas is om te redeneeren
over de mogelijkheid, dat de menschen zul
len kunnen leven van ongekookt voedsel,
daar er niet de minste kans is dat zij dit
ooit zullen doen. Maar we overwegen nu niet
wat de menschen al dan niet zullen doen,
maar wat- zij behooren te doen. Eerst wan
neer we weten wat onze ideale voedingswijze
is, zullen wij meer en meer in staat zijn,
om in de levenspractijk dit ideaal te bena
deren. Wanneer we zeggen dat een vruchten -
dieet het beste is, verwachten wij natuurlijk
niet dat direct alle menschen dit zullen aan
vaarden. Wij bedoelen alleen dat, indien zij
het zouden doen, zij de beste keuze deden.
Er zijn onder de Engelschen vele menschen
die geprobeerd hebben te leven van een zui
ver vruchtendieet en hunne ondervindingen
hebben beschreven. Zij gingen er niet toe
over wegens gemoedsbezwaren, maar om ge
zondheidsredenen. De Duitsche natuurarts
Just, heeft er een dik boek over geschreven
en door tal van bewijzen de waarde van de
voeding aangetoond. Hij heeft tal van ziek
ten genezen door een vruchtendieet met een
leven in de open lucht. Hij gaat zoo ver te be
weren dat de bewoners van ieder land alle
noodige voedingselementen in de vruchten
van hun eigen land kunnen vinden.
„Mijn eigen ervaring in dit opzicht" zegt
Gandhi is deze. Gedurende de laatste zes
maanden heb ik uitsluitend van vruchten
geleefd, zonder van melkproducten gebruik
te maken. Ik leef van bananen, aardnoten,
dadels en olijfolie, met wat zure vruchten
daarbij. Ik kan niet zeggen dat die proef tot
een volkomen succes heeft geleid maar het
tijdperk is te kort om conclusies te maken
over een zoo belangrijk levensvraagstuk. Dit
echter kan ik zeggen, dat ik gedurende dezen
tijd gezond was en bleef, waar anderen ziek
werden en dat zoowel mijn lichamelijke als
geestelijke vermogens bij vroeger vergeleken
toegenomen zijn. Al ben ik niet in staat zwa
re gewichten te heffen, toch kan ik langer
zwaar werk verrichten zonder vermoeienis te
bespeuren. Ook kan ik meer geestelijk werk
verrichten en dit langer volhouden. Ik heb
op verscheidene zieke personen een vruchten
dieet toegepast en steeds met veel succes.
Zoo heeft dus mijn eigen ervaring zoowel als
mijn studie van het onderwerp mij in de
overtuiging bevestigd dat een vruchtendieet
voor den mensch het meest geschikt is. Zoo
als ik reeds gezegd heb, denk ik geen oogen-
blik dat de menschen zoodra zij dit zullen
lezen aanstonds tot een proef zullen overgaan
het kan misschien wel zijn dat al wat ik ge
schreven heb geen enkelen lezer zal be
ïnvloeden, maar ik geloof dat het mijn plicht
is om te verkondigen wat ik als waar zie.
Maar wanneer iemand een vruchtendieet
wil beginnen moet hij voorzichtig te werk
gaan om de best mogelijke resultaten te ver
krijgen. Hij moet alles wat ik daarover ge
schreven heb goed nalezen en van de grond
beginselen ten volle doordrongen zijn, alvo
rens tot de practijk over te gaan. Ik verzoek
de lezers dan ook geen oordeel uit te spreken
tot zij alles gelezen hebben wat ik hierover te
zeggen heb.
Dankend voor de plaatsing,
E. HOLLEBRANDS,
Brouwerskade 85,
Secretaris van de afdeeling Haarlem
van den Vegetariërsbond.
VOOR VOLKENBOND EN VREDE.
Geachte Redactie,
In Uw bijschrift van het ingezonden stuk
van 27 Mei ,X>e wapens neêr". gelooft U dat
het niet gewenscht is de oor logs voorstellin
gen in beeld achterwege te laten. Was het
in dit opricht niet juister geweest het in
beginsel eens te zijn, maar als toedracht te
kennen te geven dat een courant, hoe voor
uitstrevend dan ook, eenigszins rekening
dient te houden met lezers die deze voorstel
lingen in beeld, wenschen en huldigen? Kan
het wel Uw meening zijn dat een oorlogs
afbeelding de anti-oorlogspropaganda wer
kelijk zoo van dienst Is? Zullen zij die overal
ter wereld gestaag en ernstig arbeiden voor
den blij venden vrede, die in beginsel de ge
dachte van een algemeene broederschap
trachten te benaderen, die afbeeldingen,
waarop de menschen elkander met de
wapens aanvallen, of rich oefenen in het
hanteeren daarvan, toejuichen?
Indien men een goede en eerlijke zaak
voorstaat, zooals het streven naar ontwape
ning, dan geven men daarvoor geheel zijn
hart en weert dan ook zooveel mogelijk alles
wat het doel kan vertragen. Men zal nimmer
datgene in beeld willen zien wat af -te
keuren is.
De nacht is voorbijgegaan en de dag is
nabijgekomenhet waken nu is voor el
kanders vrede en geluk.
Santpoort.
Hoogachtend,
W. Chr. TEGEL.
Bijschrift:
Wij houden geen rekening met „lezers, die
deze voorstellingen in beeld wenschen en
huldigen". De geachte inzender kijkt alleen
uit zijn eigen gezichtspunt als hij zooiets
veronderstelt. Wij voelen niets voor struis
vogelpolitiek. en juist door afbeeldingen van
oorlogsmateriaal e.d., evenals door het geven
van berichten over nieuwe bewapening
wordt bereikt, dat men het gevaar beseft.
Het heeft geen nut om te doen alsof er niets
aan het handje is, terwijl helaas de heele
wereld nog bezig is met zich te versterken
in oorlogsbewapening. Integendeel, wij wen
schen de afbeeldingen en mededeelingen
daaromtrent voortdurend als waarschuwings
materiaal te gebruiken. Zoolang men waak
zaam is, en zich van de oorlogsdreiging be
wust, is de kans op het uitbreken van een
oorlog veel geringer dan vóór 1914, toen men
was ingeslapen en een wereldoorlog als een
fantastische onmogelijkheid beschouwde. Wij
geven herhaaldelijk commentaar op berich
ten omtrent nieuwe bewapening enz., juist
om meer relief aan de feiten te geven en de
waarheid naar voren te brengen
De waarheid in deze dingen, helder in het
licht gesteld, is de beste preventieve reme
die niet het wegmoffelen van haar on
aangename werkelijkheid.
De dag moge nabij gekomen zijn laat
ons dien dageraad dan ook vooral benutten
om helder te zien wat er helaas nog steeds is!
RED.
HET 1000-JARIG BESTAAN VAN
HET IJSLANDSCH PARLEMENT.
Het Haagsch Corr. bureau seint:
Wij vernemen dat bij de feestelijke vie
ring aan 't einde dezer maand van het 1000-
jarig bestaan van het IJslandsche Parle
ment, waartoe de Parlementen van alle lan
den uitgenoodigd zijn, de Eerste Kamer door
Ir. J. Koster en de Tweede Kamer door Mr.
Knottenbelt vertegenwoordigd zullen worden.
ROOMSCH KATHOLIEKE M. T. S.-
VEREENIGING.
Op de dezer dagen gehouden oprichtings
bijeenkomst van de groep Haarlem der
Roomsch Katholieke M. T. S -vereeniging
hield de heer P. Bruna een inleiding over
het doel der vereeniging. Hij ging het R.K.
cultuurleven van heden na en constateerde,
naast veel goeds, ook een verkeerde zelf
voldaanheid. We zijn nog ver af van een
kameraadschappelijk Katholicisme. In een
Katholieke club kan ïn deze richting iets
geods bereikt worden.
Na de hierop volgende gedachtenwisseling,
waarin nog nader het bestaansrecht van de
M. T. S.-vereeniging naast het neutrale corps
werd verduidelijkt werd de groep Haarlem
geconstitueerd op nader samen te stellen
statuten en werkprogram.
KANTONGERECHT.
UITSPRAKEN.
J. L. E. S. het als bestuurder van een
motorrijtuig daarmede rijdende, de vrijheid
en de veiligheid van het verkeer in gevaar
brengen f 15 subs. 15 d.h. C. J. de W. over
treding der Motor- en Rijwielwet f 12 subs.
12 d.h-. M. J E. K. openbare dronkenschap
bij herhaling 1 dag hechtenis en opzending
naar een Rijkswerkinrichting voor den tijd
van een jaar. J, M. het opzettelijk naar zijn
naam gevraagd door het bevoegd gezag,
een valschen naam opgeven f 8 subs. 8
d.h. W. V. openbare dronkenschap bij her
haling 5 dagen hechtenis. M. H.. openbare
dronkenschap bij herhaling 3 dagen hech
tenis en opzending naar een Rijkswerk
inrichting voor den tijd van zes maanden.
H. v, S. overtreding der Motor- en Rijwiel-
wet f 4 subs. 4 d.h. J. O. het loopen over
verboden grond 13 subs. 3 d-h. A. T. open
bare dronkenschap f 4 subs. 4 d.h. J. C. v.
D. het op den openbaren weg een wapen
(dolkmes) bij zich hebben; f2 subs. 2 d.h
E. A. B. het zonder vergunning te Haarlem
eene inzameling van gelden houden 10,50
subs. 1 d.h. Th. J. R. het 's avonds met een
rijwiel rijden, hetwelk niet is voorzien van
een helder lichtgevende lantaarn f 2 subs.
2 d.h. A. de B .idem 13 subs. 3 dh.. G. J.
overtreding van de pol. verord. van Haar
lem f0,50 sabs. 1 dh.. E. K. het te Bloemcn-
daal als bestuurder van een motorrijtuig
met grootere snelheid dan 30 KM. per uur
rijden f3 subs. 8 dh. M. M. overtreding der
Motor- en Rijwielwet f 10 subs. 10 d.hvO. V.
het met een rijwiel eene straat In de ver- I
keerde richting inrijden f 2 subs. 2 dh-, J
„ONZE TUIN".
VIERING VAN HET 40-JARIG
BESTAAN.
De Vereeniging tot bescherming van on
wettige en verwaarloosde kinderen ..Onze
Tuin", herdacht Woensdagmiddag haar veer
tigjarig bestaan met een samenkomst in het
Brongebouw, waar oud-minister Dr. J. Th.
de Visser, voorzitter van don Ccntraicn Bond
voor Inwendige Zending en Christ. Philan-
tropische inrichtingen, als feestredenaar op
trad.
De voorzitter, Ds. W. W. Meynen. opende de
bijeenkomst op de gebruikelijke wijze, waar
na hij een kort welkomstwoord sprak. Deze
veertig jaren noemde hij een stukje geschie
denis van kinderbescherming in ons land
Men handelde uit het motief: verlorenen te
redden en getrapten te steunen. Er is in die
veertig jaren veel geleden door hen, die ge
holpen werden en door hen die hielpen.
Aanvragen om bescherming kwamen bijna
dagelijks binnen. Van 1910 tot 1913 maakte
de vereeniging een crisis door; in die jaren
werden dan ook geen kinderen in voogdij
schap aangenomen. Maar dank rij de mede^
werking van de Regeering is de vereeniging
nu tot rust gekomen; zij kan haar gezegend
werk voortzetten. De steun van Dr. De Vis
ser is voor de vereeniging van groote waarde
geweest en ls dat gelukkig nog steeds. Ge
durende den tijd, dat de Kinderwetten be
stonden, heeft de vereeniging bijna duizend
kinderen verzorgd. Spreker deed "een beroep
op de blijvende belangstelling van de aan
wezlven
Telegrammen van gelukwensch waren o.a.
ingekomen van Dr. Lammens van Bueren,
directeur der Heldring-gestichten te Zetten,
en van een aantal Voogdijraden.
Dr. De Visser deelde mede, dat er voor hem
drie attracties waren, die hem bewogen had
den om hier als spreker op te treden. De
eerste was de herinnering aan het 25-jarig
bestaan der vereeniging, toen spreker ook
het woord voerde. De tweede was de her
nieuwde kennismaking met den voorzitter,
met wien hij zooveel jaren op dit gebied
heeft mogen samenwerken. De derde attractie
voor spreker de voornaamste was de
groote waardeering voor het nuttige werk
van deze min of meer bescheiden vereeniging
maar die juist door deze 'bescheidenheid
haar werk zoo krachtig kon verrichten.
Dr. De Visser schetste hoe de onwettige
kinderen in vroeger eeuwen behandeld wer
den. Ze werden zelfs ter dood gebracht. Het-
is de Heiland geweest. Die het kind op een
hooger niveau gebracht heeft en gezegd heeft:
„Wordt als een kind!"
Het is daarom een bewijs van domheid, als
men een kind niet met welgevallen beschouwt
of hooghartig behandelt. Men moet een kind
dat ln den poel der ellende dreigt onder te
gaan, de hand reiken en redden. Dit werk
moet tegelijk met geestdrift en met kalme
berading verricht worden, en dat heeft de
Vereeniging „Onze Tuin" nu veertig Jaar lang
gedaan met prijzenswaardig enthousiasmezij
is al dien tijd reddend opgetreden.
Alleen met dit enthousiasme kan het Chris
telijk werk tot zegen zijn. Wie zich niet warmt
aan het Woord Gods. zal verkillen; diens werk
zal niet zegenrijk zijn. De godsdienst moet
niet zijn als een lawine, die alles bederft,
maar als de dauwdruppel, die het kleinste
grassprietje weer opheft.
Het is voor deze vereeniging een moei
lijk werk. om de juiste gezinnen te vinden,
d.ie de voogdijkinderen zullen moeten ver
zorgen. Dat moeten geen menschen zijn. die
het uitsluitend doen om er wat geld mee te
verdienen, maar die een warmkloppend en
liefdevol hart voor het verwaarloosde kind
hebben.
„God geve onze vereeniging Zijn rijken
zegen!", aldus eindigde Dr. Dc Visser zijn met
applaus beloonde rede.
De Voorzitter sprak de hoop uit, dat Dr
De Visser bij zijn vele werk op verschillend
gebied nog vele jaren tijd zal kunnen vin
den, om ook op, dit gebied werkzaam te
zijn.
Hierna boden eenige afgevaardigden van
bevriende verecnigingen hun gelukwenschen
aan.
Dr. De Visser sloot de bijeenkomst met
dankgebed.
HET VERKEER AMSTERDAM-
ZANDVOORT.
AANDRANG VAN AMSTERDAM TOT
VERBETERING?
Zooals men weet ijvert het gemeentebe
stuur v§n Zandvoort reeds lang voor de clec-
trificatie van de spoorlijn Haarlem—Zand
voort, waardoor clcctrische treinen tusschen
Amsterdam en Zandvoort zouden kunnen
rijden.
Ook in den Amstcrdamschen gemeente
raad is reeds over de wenschelijkheld dier
electrlficatie gesproken.
Nu hoeft het Amsterdamsche raadslid de
heer Klaas de Vries de volgende schrifte
lijke vragen tot B. en W. gericht:
1. Hebben B. en W. kennis genomen van
de in deze zomerdagen extra vele klaohten
over de slechte, totaal onvoldoende verbin
ding van Amsterdam met Zandvoort en den
hinder, dien tienduizenden ingezetenen van
Amsterdam, die verfrissching aan het
strand en in de duinen zoeken, daarvan on
dervinden. met name. dat urenlang in een
file mdet worden gestaan, om vervoerd te
kunnen worden?
2. Zoo ja, achten B. en W. het dan niet
noodzakelijk om afgezien nog van den in
vloed, dien B. en W. In deze op de Regce-
ring des lands hebben uit te oefenen
maatregelen te nemen, die ertoe kunnen
bijdragen, dat aan dezen ongehoorden toe
stand zooveel mogelijk een einde gemaakt
wordt?
3. Zijn B en W. bereid aan den Raad
mede (e deelen. op welke wijze zij in deze
met allen spoed wenschen in té grijpen, dan
wel hoe zij dit reeds hebben gedaan?
GEMEENTEWONINGEN IN HAARLEM
NOORD.
De gemeente laat op een stuk grond tus
schen de Indischestraat en den Spaarndam-
scheweg, onmiddellijk ten Noorden van de
nieuwe openbare lagere school ar>n het Wel-
tevredcnplein. een complex van li arbeiders
woningen bouwen. Een groot deel 'hetzelfde'
type als aan "net Meidoorn- en Elzenplein
staan - is reeds onder den kap. Eenlgen er
van zullen al spoedig voor bewoning gereed
zij in
GELDLEENING PROVINCIE
NOORD-HOLLAND.
TOT EEN BEDRAG VAN ƒ4.475.000.
Gedeputeerde Staten stellen aan de Prov.
Staten voor (en bate van dc Provincie aan
te gaan geldleen in gen van zoodanige nomi
nale bedragen als noodig zullen blijken om
een som te verkrijgen ter voldoening van:
a. 3.915.700,— wegens uitkeering aan het
Provinciaal Elektriciteitsbedrijf ten behoeve
van de uitbreidingswerken;
b. 454 500.wegens uitkeering aan het
Provlncaal Waterleidingbedrijf ten behoeve
van de uitbreidingswerken;
c. 4-850,— wegens bijdrage aan het Pro
vinciaal Ziekenhuis ..Duinenbosch" te Bak-
kum (N.-H.) voor buitengewone werken:
d. 100-000,wegens renteloos voorschot
aan dc N.V. Noord-Holl&ndsch» Tramweg
Maatschappij en de N.V. Tweede Noord-
Hollandsche Tramweg Maatschappij voor
de electrificeering van de tramlijnen Am
sterdamEdam en AmsterdamPurmerend.
De reëele rente zal ten hoogste 5 's jaar»
zijn.
WERK VAN THEO VAN RtlIJN.
Ter aanvulling van het bericht ln ons num
mer van Woensdag betreffende de onthul
ling van een gedenksteen in het geboorte
huis van Louis Couperus, aan de Mauritskade
te 's-Gravenhage. zij nog gemeld, dat deze
steen is ontworpen en uitgevoerd door Theo
van Reijn, beeldhouwer alhier.
DE HOEK GIERSTRAAT—GROOTE HOUT
STRAAT.
Er ls een begin gemaakt met het gedeel
telijk sloopen van het door de gemeente aan
gekochte perceel op den hoek Gierstraat—
Groote Houtstraat-
Men weet-, dat hiermede een verkeersver-
betering beoogd wordt.
(Onderstaande berichten zijn reeds in een deel
van de vorige oplaag opgenomen.)
JUBILEUM JAC. ZWAAN.
Het feit, dat de heer Jac. Zwaan tion
jaren geleden zijn loopbaan begon als direc
teur en wel bij de Nationale Zangschool te
Amsterdam, is door de vier vereeniging en,
waarover hij thans de directie voert-, oange»
grepen tot het geven van een gecombineerd
concert onder zijn leiding in begin Juli in
het Gemeentelijk Concertgebouw te Haarlem,
bij welke gelegenheid hij zal worden genui»
digd De vier bedoelde vereeniglngen zijn:
Doopsgezind Zangkoor, Het Noorclerkerkkoor,
Schoten'» Chr. Gemengd Koor en Spaarn-
dam's Gemengd Koor.
Van elk dezer vier koren hebben drie be
stuursleden zitting genomen in een Huldi
gingscommissie. Meer beteekenis en luister
wordt aan dit jubileum gegeven door een eere-
Comité, bestaande uit de volgende personen:
Mevr. J W. M. MaarschalkVan Coppenaal,
Ds. A. Binnerts Sz., Ed. A. van Bilderbeek,
Ds. M. G. Blauw. Ds. P. W. Foeken. Karei
de Jong, Jos. de Klerk, P. Kok Wz„ J. Kuljper
Jr., Dr. J. W.. Llndcnbergh. M. J. Lürsen, W.
P. J. Overmeer, Dr. W. B. Smit en Jac- Zuid-
weg.
De huldigingscommissie ls als volgt samen
gesteld: de dames K. Amelink, T. Konings
veld, J. v. Mourik en de heeren G. van An del,
J. v. d. Berg, H. van Bockhooven. E Boven,
P. Onderweegs, C. Overbeek, D. Polderman,
B. Schneyders en P. van Zurk.
Het ligt ln de bedoeling, dat op de uit
voering door elk koor afzonderlijk zal wor
den gezongen en dat boven!dien enkele num
mers door alle medewerkenden tezamen zul
len worden vertolkt, o.a. „Tot de Zonne"
van Jac. Zwaan en „De Gypten" van Fred. J,
Roeske,
ZONNESTRAAL-COMITé.
Het plaatselijk Zonnestraal-comité voor de
organisatie van den collectedag op 21 Juni,
ontvangt van verschillende zijden veel mede
werking. De directies van de Bioscoop-thea
ters hebben zich bereid verklaard om ln do
week vóór den collectedag op het witte dooie
de aandacht hierop te vestigen. Het comtt4
heeft zich in verbinding gesteld met de eige
naren van eenige melksalons, teneinde aan
de collectrices een consumptie aan te bieders.
Van de directie van ..De Sierkan" ls hierop
al een gunstig antwoord Ingekomen. Ge
hoopt wordt op een groot aantal collectrices
Die kunnen rich aanmelden aan het Spaar-
ne no. 94.
SLUIS' CHEMISCHE FABRIEK N.V.
De St. Crt. van 10 Juni bevat de gewijrigi
de statuten der te IJmuiden gevestigde N.V.
Industrleeie Handel Mij. „IJmuiden", thans:
Sluis' Chemische Fabriek N.V.
BEVERWIJK
GODSDIENSTOEFENINGEN GEDURENDE
HET BADSEIZOEN.
Het Hbld. meldt:
Te Wijk aan Zee worden thans ook des
Zondags godsdienstoefeningen gehouden van
wege een geref.-evangelische vereeniging en
onder toezicht van den kerkeraad der Gercf.
kerk te Beverwijk. Voorloopig is het de be
doeling deze diensten alleen gedurende het
badseizoen te houden. De classis Haarlem
heeft reeds voor zeven Zondagen predikan
ten ter beschikking gesteld. Vergaderd wordt
in een lokaal aan den Hoogeweg.
ZANDVOORT
CONCOURS D'ELEGANCE.
Op den verbrceden boulevard.
Evenals vorige Jaren zal ook dit Jaar te
Zandvoort het Concours d'Elégance, georgani
seerd door „Sport in Beeld", plaats vinden
en wel op Zaterdagmiddag 12 Juli. In samen
werking met dc directie van het Grand»
llotelwordt dit concours gehouden op den
nieuwen verbreeden boulevard. De Zand-
voortsche autoriteiten hebben hiervoor wel
willend toestemming gegeven.
Het concours is verdeeld in de drie bekende
categorieën: dichte wagens, open wagens,
transformables.
Als attractie vermeldt het programma,
verder nog een nummer „Bronbeek", waar
aan de oudste cn lcelijkste wagens kunnen
deo.nemen.
Dit nummer is ah „note gaie" bedoeld.
Na het Concours d'Elégance, wordt een be
hendigheidwedstrijd gehouden, waarbij de
r? ,"frreülrit van vorige jaren is uitge
schakeld.