UeAkadsA Oimm FLITSEN N.V. DE KENNEMER BANKVEREENIGING HOUTPLEIN 8 TELEFOON 13829 (L1Jy ALLE BANKZAKEN LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL. BURGERLIJKE STAND GERRY RICKEBERG 32> HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 23 JUNI 1930 Het échèc der Duitsche Herstel- leening. Verdere daling op goe deren- en fondsenmarkten. Vele aandcelen beneden intrinsieke waarde gedaald. Nieuwe voor stellen tot productiebeperking bij tin- en rubbermaatschappijen. De verlaging van den kostprijs der kunstzijde. De verminderde beursomzetten. De staat der Rijksmiddelen. Gelijk we verwachtten is de emissie der 5 1/2 pet. internationale Duitsche Herstellee- ning, voor wat de Nederlandsche tranche van f 73 miilioen betreft, mislukt. Bericht is dat 40 pet. plaatsing vond en dat bankiers voortgaan met stukken op inschrijvingscon dities af te geven. Welke fouten er bij de voorbereiding van deze leening ook gemaakt mogen zijn, op het laatst is de ensceneertng van deze financieele krachtproef zoo goed mogelijk geweest. Rekening houdend met den nuchteren zin van den Nederlandschen belegger, heeft men de emissies in andere landen laten voorgaan en voor de inschrij ving hier te lande, het „overweldigend suc ces" in andere landen laten bekend maken. Zelfs de vermakelijke noot ontbrak niet. De bei-oemde geldmagnaat, Ivar Kreuger, van de wereldfirma Kreuger en Toll, die het res tant van de Zweedsche tranche had overge nomen, verklaarde, zoo werd hier bericht, dat hij vaar zijn portie niets wilde afstaan! Zoo werd de begeerenswaardigheid van deze oorlogsobligaties aan allen kant geïllustreerd maar ons publiek heeft toch niet in het aas willen bijten. Wanneer bedacht wordt dat de emissie door. niet minder dan 21 van de al lervoornaamste Amsterdamsche bankiers huizen werd aangeboden, zoodat dus de zeer uitgebreide clientele van deze firma's uiter aard naar alle regelen der kunst is bewerkt geworden, is het échèc wel groot. Het zal nu de vraag zijn of emittentcn den koers kun nen houden. Te Londen doen de obligaties reeds 2 pet. disagio. Het groote kwaad bij deze leening is, dat zij slechts de eerste moot is, waarop van tijd tot tijd nog andere zullen volgen. Wat Duitsche staatsobligaties betreft, krijgt ons land op deze wijze des Guten zu- viel. Wanneer tenminste van goed mag wor den gesproken. De uitgifte der leening kon op geen ongelegener oogentolik zijn gekomen, dan thans, nu de Duitsche regeering voor de derde maal in dit begrootingsjaar voor een tekort staat en Dr. Moldenhauer in ver band daarmede is afgetreden. Een blik op de maatregelen, welke worden voorgesteld om de begrooting sluitend te maken, is voldoen dede om te doen zien, dat de financieele moeilijkheden, waarin Duikschland verkeert, uitermate groot zijn. !Er te trouwens ook in andere landen van feen economisch redres nog geen sprake. De beuraen, veelal de juiste graadmeters van den volkswelvaart, toonen het wel anders. De koersen waren sinds de groote krach in het najaar van 1929 nimmer lager dan thans. Het indexcijfer van de twaalf voornaamste beurzen ter wereld, is van 89-2 op 24 Mei tot 83.6 op 14 Juni teruggegaan. Vooral nu New- York de laatste weken telkens lagere koer sen zendt, wordt men hier en daar angstig. Wanneer in de Unie de malaise zoo snel om eich heen grijpt, dat het aantal faillissemen ten voortdurend stijgt en de werkeloosheid nog steeds toeneemt, waar moet het dan in Europa 'heen. Het indexcijfer van 30 Amerikaansche In dustrials, dat op 30 Sept. 1929 nog 373 was, is thans tot 230 gedaald, dat van 20 Spoor - wegshares is van 182 tot 130 teruggeloopen. De beurs is allengs een ruïne geworden. Week aan week wordt de afbraak voortgezet. Voor namelijk, omdat de prijzen der grondstoffen en der ceraliën nog altijd dalen. Ook deze week is de noteering van katoen, rubber, ko per, aluminium etc. weer gedaald. De Ame rikaansche buitenlandsche handel was gedu rende de eerste vijf maanden des jaars meer dan 1 milliard dollar kleiner in omvang dan het vorig jaar. Men zal nu trachten den toe stand door verhooging der invoerrechten te verbeteren. Dwaze optimisten voorspellen een redres binnen dertig dagen, alsof het de uit werking van kininepillen betrof. Maar voor zichtige zakenlieden voorzien een verderen teruggang van den handel, omdat zij repre saillemaatregelen van het buitenland vree- zen. Vandaar dat de New-Yorksche beurs het van kracht worden der wetswijziging met een koersdaling heeft begroet. Bij groote omzetten hebben de laatste dagen groote li quidaties van fondsen plaats gehad, die de koersen op een niveau hebben gebracht, dat voor tal van fondsen tot koopen uitlokt. Ook te Amsterdam zijn deze week voor de meeste fondsen nieuwe laagte-records be reikt. De prijsdaling op de goederenmarkt werkt ook hier ontmoedigend. Het indexcijfer van den groothandel met 100 als gemiddelde van 1913, Was in 1929 nog 149, maar is thans tot 116 gedaald. Bij de beoordeeling van vele fondsen aan de Amsterdamsche beurs kan men thans niet meer vragen naar het ren dement, maar enkel naar de financiëele posi tie en de bedrijfsvoorwaarden bij normale toestanden. Wanneer men de verslagen van maatschappijen als de H.VA.., de Koloniale Bank en vele dergelijke in handen krijgt, komt men tot de conclusie dat de koers der aandeelen beneden de intrinsieke waarde ge daald is. Blijkbaar begint die meening veld te winnen, althans na een paar flauwe da gen hebben de koersen te Amsterdam zich ietwat kunnen herstellen. Maar in de prijzen van rubber, suiker, tin. koper etc. komt nog geen verandering. Steeds drastischer worden de voorstellen om tot be tere marktverhoudingen te komen. Men spreekt voor de tinmaatschappijen van een stopzetting der bedrijven gedurende drie maanden, wat rubber betreft wil men de pro ductie tot op 25 pCt. der capaciteit inper ken, maar 't eind van het lied zal wel zijn. dat allengs de zw&kke ondernemingen het loodje leggen en de sterkeren van het prijs herstel profiteeren. Zoo heeft de Soc. Minière et Industrielle du Tamaga (een tinmaat schappij) de productie gestaakt, omdat de kostprijs bij haar op 160 pond sterling uit komt, terwijl de marktprijs thans ca. 135 pond sterling is. Gelijk we de vorige week schreven, moet het langzamerhand tijd wor den om van de beste aandeelen een stukje op te nemen. Industriëele aandeelen hebben deze week opnieuw onder aanbod, allicht ook onder de aanvallen der contramine en gedwongen ver- koopen, geleden, zoodat aandeelen Aku tot 85/90 inzakten, Philips tot 340, Margarine- Unie tot 250 etc. Op de jaarvergadering der Aku zijn enkele mededeelingen gedaan, welke van een beduidende kostprijsverlaging bij de Arnhemsche fabrieken gewagen. Dit gaat met ontslag van personeel en bedrijfsinperking gepaard, maar is toch de eenige manier om weer tot een winstgevende fabrikatie tc ko men. In tegenstelling met New-York zijn de za ken aan de Amsterdamsche effectenbeurs van geringen omvang. In de maand Mei heeft de beursbelasting slechts 398.469 op gebracht tegen 686.979 in Mei 1929. Voor de eerste vijf maanden des jaars is het cijfer ditmaal 2.139.279 tegen verleden jaar 3.588.864. Het totaal der Rijksmiddelen over de maand Mei is nog zeer bevredigend, n.l. 2 miilioen meer dan het vorig jaar. Maar voor een deel zijn die meerdere inkomsten toevallig en nog aan den voorspoed van vroe gere jaren te danken. Het feit dat de Divi dend- en Tantième-belasting over 5 maanden 2.7 miilioen beneden de raming gebleven is en ook de opbrengst der Zegelrechten, Re gistratierechten, Loodsgelden etc. in Mei 1930 lager was dan in Mei 1929, moge echter die nen als een waarschuwing onTten aanzien der Rijksfinanciën niet optimistisch te zijn. Men moet den dag niet voor den avond prijzen. LETTINGA VERBREEDING DER DAM STRAAT. ONTEIGENING. B. en W. stellen den raad thans voor in verband met de plannen tot verbreeding der Damstraat, over te gaan tot onteigening van eenige percèelen, waarvan de eigenaars een te hooge koopsom van de gemeente vra gen. Het zijn de perceelen van H. Rietberg (groot 134 M2., waarvan 71 M2. voor straat- aanleg bestemd is) van E. M. M. Timmer, weduwe van F. J. H. Nelis (groot 59 M2 waarvan 45 M2, noodi'g is) en C. van Amstel (groot 48 M2. waarvan 7 M2. noodig is). Mevrouw NelisTimmer heeft een bezwaar schrift tegen het op haar grond reeds gelegde bouwverbod ingediend. B. en W. betoogen evenwel, dat de grond noodig is voor de ver.- breeding. Bij de procedure zal de rechtbank bepalen welke vergoeding de eigenaresse voor haar eigendom toekomt, indien zij niet met de gemeente tot een minnelijke schiikkinj komt. v (Adv. Ingez. Med.) TONEVO. DE KOENE ZWEMMER. De koene Zwemmerdat is je ware titel voor een zomerstuk! En de heer Wiede- meier of hoe hij heeten mag gaat, om ons in de seizoenstemming te brengen, zwem- oefeningen houden al is het dan ook op het droge onder leiding van een badmees- ster, die zoo uit een zweminrichting schijnt te zijn weggeloopen! Zoo bleven wij tenmin ste op dezen avond bij Tonevo in de luchtige sfeer. De heer Polle was het oude heertje van de zwemoefeningen! Of eigenlijk was hij nog niet op zoo hoogen leeftijd, maar toch te oud om met een meisje van twintig te trouwen! Maar dat meisje had zich aan hem verbon den „tot in de eeuwigheid", omdat zij in hem haar redder zag! In werkelijkheid was het een Beiersche boer, die haar uit het water had gehaald en haar in bewuste!oozen toe stand in de armen van het oude heertje, dat juist een zonnebad nam gedeponeerd! Zoo was de heer Wiedemeier op zijn onver wachtst bruigom geworden en in het zalig vooruitzicht een twintigjarige schoone naar het stadhuis te mogen geleiden! Natuurlijk komt het zoo ver niet! Zelfs zijn zwemoefeningen helpen hem geen zier! Juist op het oogenblik, als hij zijn hoogen hoed heeft opgezet en zijn bruid in bruids japon de' trappen afdaalt, komt de eigenlijke redder opdagen om de reddingsmedaille op te eischen die aan den verkeerden man is uitgereikt!'De bruigom in duizend perikelen! Zelfs de 30000 Mark, die hij zooals wij in den Valuta-tijd zoo maar even uit zijn vestjeszak haalt, redden hem niet, want de vroegere verloofde van de bruid treedt hem op het kritieke moment in den weg om het geheim te onthullen! De rest is gemakkelijk te raden! Wiedemeier kan naar zijn bruidje en zijn 30000 Mark fluiten en de vroegere verloofde behoeft zijn armen maar uitge spreid te houden om er het snoezige bruidje in te ontvangen! Kathe de dochter van den pseudo-zwemmer krijgt via haar hondje dat ook een belangrijke rol speelt in deze klucht den man, dien zij wenscht, al verwonderen wij er ons ook over, dat zij haar zinnen op dezen sloomen duikelaar heeft gezet! En zoo gaat alles in deze Duit sche klucht, zooals wij dat in de stukken van dat beproefde oude model gewend zijn! De werkende leden van Tonevo hebben met zoo'n Duitsch blijspel al heel weinig moeite! Polle voelt zich in de gedaante van den koenen zwemmer als een visch in het water! Het is altijd een lust om hem in een dergelijke rol te zien! Hij speelt met een levendigheid en een brio, alsof de thermo meter 20 graden onder 0, inplaats van 80 graden er boven aanwijst! Hij vulde van allen weer het meest het tooneel en het was duidelijk te zien, dat hij er pleizier in had! Die lust en dat plezier sloegen over op de zaal, zoodat de lach telkens weer opklonk, wanneer de koene zwemmer rondspartelde om uit het net te komen, dat de schrijver al strakker en strakker om hem spanden! De andere dames en heeren gaven hem aardig tegenspel! Het' beste, de heer Mathot, die in den meneer met de hondjes een rol had gevonden, welke hem heel goed lag! Het tooneeltje, tusschen hem en den heer Polle in II was wel het vermakelijkst van den avond en deed de menschen in de zaal schudden van het lachen! De heeren Wouda en Van der Have vormden samen een '„spjm" en speelden in den vereischten kluchtspel toon. Mevrouw Pollé toonde ais Kathe weer eens, dat Tonevo een betrouw bare kracht in haar bezit, mevrouw de Vos— Jacobs en de heer van den Have waren het voor elkaar bestemde paar, dat wel eens moeite had de onmogelijke situaties niet al te onmogelijk te doen schijnen. Verder hadden wij nog het dienstpersoneel, waar van de knecht het beste typeerde en de Beiersche boer met den onuitsprekelijken naam. die zich in het water blijkbaar meer op zijn gemak gevoelde dan op het tooneel. Over het algemeen is" er aardig en vlot ge speeld dank zij vooral net altijd weer entraineerende spel van Pollé al hokte he wel eens in de groote scènes zooals aan het slot van II waarvan niet ge maakt werd. wat er van gemaakt kon worden! Het publiek amuseerde zich best. zoodat de spelers hun doel volkomen bereikten! Maar voor een volgend seizoen zou- ik Tonevo toch willen raden de eindvoorstel- ling wat vroeger te houden! Op 21 Juni 'kruipen wij liever zelf in het water dan naar het droog-zwemmen van den heer Wiedemeier te kijken, hoe vermakelijk de heer Pollé het dan ook deed. J B. SCHUIL. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1599 MOEILIJK BESLUIT Wat zul je doen, met je mooiste pak aan? Zou het mogelijk zijn om 5 minuten mee te spelen zonder hopelooze schade? (Nadruk verboden» DE VOLTOOIING DER KATHEDRAAL ST. BAVO. DE FEESTELIJKHEDEN OP 27 JULI. Aan een circulaire betreffende de feeste lijkheden op Zondag 27 Juli ter gelegenheid van de voltooiing der Kathedraal „St. Bavo" aan de Leidsehevaart. ontleenen wij het vol gende. De plechtigheid zal worden bijgewoond dooi den Bisschop van Gent, Mgr. Honoré Cop= pieters, die vergezeld zal worden door Mgr. Eu genius van Reohem, titulair-bisschop van Carpasia. De kerkelijke plechtigheden worden vast gesteld door den Bisschop van Haarlem, in overleg met den Plebaan L. A. A. M. Wester woud t. Op uitnood igtng van den Bisschop van Haarlem heeft het Comité van Katholieke Actie te Haarlem, de organisatie der niet- kerkelijke plechtigheden op zich genomen. Plannen zijn gemaakt voor een grooten optocht vaq alle vereenigingen uit Haarlem en omstreken en ook van het Diocees, buiten Haarlem eh omstreken. Zondag 27 Juli te half bwee zal de stoet iedere vereeniging late zich voorloopig door niet meer dan hoogstens drie bestuurs leden vertegenwoordigen op het terrein van de voormalige Cavaleriekazerne aan den Schoterweg worden opgesteld. r.K. Muziek- en Fanfarecorpsen zullen zeer welkom zijn. De gelegenheid tot deelneming wordt op 13 Juli gesloten. Uiterlijk half drie stelt de optocht zich in beweging. Hij zal het Bisschoppelijk Paleis passeeren en dan zullen do Bisschop van Haarlem met de beide Bisschoppen uit Gent zich op het bordes bevinden en de huldebe tuigingen der deelnemende vereenigingen in ontvangst nemen. Tijdens dit défilé stellen de R.K. Verkenners zich rechts en links van het bordes als eerewacht op. Evenzoo zal aan de overzijde der Nieuwe Gracht worden gedefileerd voor de ambtswo ning van den Commissaris der Koningin en op de Groote Markt bij het passeeren van het Stadhuis voor den Burgemeester van Haarlem. Langs de Westergrachbzijde trekt de stoet het Kathedrale terrein op en wordt naar het uitgestrekte terrein gebracht, dat gelegen is vóór het front van de Kathedraal en daar wordt dan de menschen-massa opgesteld. Op het vóórbalcon der Kathedraal zullen zich dan de drie Bisschoppen bevinden met het Hoogwaardig Kapittel. Zoowel de Bis schip van Haarlem als die uit Gent zullen van deze plaats af het woord voeren, dat voor ieder met behulp van aan te brengen luid» sprekers duidelijk te verstaan zal zijn. Is dit gedeelte der plechtigheden geëindigd, dan trekt een Processie langs de Kathedraal waarin allereerst de nieuwe Relikwie, wel'ke het Bisdom Gent ten geschenke geeft, en voorts de Relikwieën der Bavokerken uit het Bisdom, op praalbaren zullen-worden mede- gedragen. i Hierna volgen nog korte plechtigheden in de Kathedraal. VELSEN Geboorten: G. BaasHoeven, z.: J. de WaardBlok d.; D. M. BlankenRietkerk, z.; E. Ras—Riedijk, d.: H. Holman—BooU. d. Overleden. Franciscus Békker, 63 j.. echt- gen. v. M Bruin: Anna van Pel, 74 j., wed. v. Klaas Gouda: Hendrik Kops. 80 j., wedn. v. A. W. Jansen: Dleuwertje Visser. 78 j., echtgen. v. c. Visman; Aaltje Kloker, 50 j., echtgen. v. C. Kooyberg. Ondertrouwd: G. J. de Groot en J. M. Perwitz; Th. C. de Bie en T. Sturk; Ph. Ver haar en E. D Kruse; A. Zuidema en G. v. d. Wateren; J. Stigter en G. Workum. Gehuwd: J. J. Ph. van Vliet en A. J. Vorstelman: L. Goossen en A. Schoorl; II. Gorter en C. J. Haver; P. N. Ragethe en A. H. Hooyschuur; B. de Neef en C. M. v. d. Kork. A. M. Harlnga en C. Borst; A. O. Brode en P. J. Boon. HILLEGOM. Getrouwd: J. v. Grimsven en Q. A. van Leeuwen. R. Monkel en W. M. Lippens. J. H. den Otter en W. van Lingen. C. van Dijk en S. de Boer. Bevallen: M. H. Hopman-van Scheppingen, z. A. M. van Dorp-Boot, d. P, van Os- van der Hengst, z. A. Lampers-Mink, z. OverledenP. J. Meyer, m. 26 Jaar. A. Bots, m. 68 jaar. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. per regel. FEUILLETON HET RAADSEL VAN DE DACIA door G. PANSTINGL. Om kwart voor twee reed voor het nuts in de Dohany ucca, waar Nagy woonde, een auto voor. Pedro cn Nagy zaten er in, ter wijl Gerry in den hoek sliep. Nagy opende de huisdeur en Pedro droeg de slapende ge stalte naar binnen. Hij legde haar op een divan neer, maar Nagy zei: „Het is beter, dat we haar opsluiten. Ze zal weliswaar voor morgenmiddag niet bij komen en dan zijn we al bijna in Ween en. Maar neiflen wij het zekere voor het on zekere. Gaat u mee". Hij ging in het aangrenzende zijkamertje waar zijn bed stond, rukte dit op zij en opende een valdeur. Daar achter werd een trap zichtbaar. „We leggen haar in den kelder. Daar kan ze'ook rustig bijkomen. Niemand hoort haar toch, als ze schreeuwt". Pedro droeg haar naar beneden. Hij vond een eenvoudig ijzer ledikant met een stroozak en daar legde hij Gerry op. „Zie, daar is ze goed opgeborgen". Beiden gingen naar de kamer terug. „Morgenochtend om half zes komt de auto terug en brengt ons naar de Keleti pa- lyaudvar, het station West. Ik heb een coupé gereserveerd en de papieren zijn ook in orde". „Zijn de verpleegster en de dokter ge= reed?' .Als dokter ga ik zelf mee en de zuster komt in denzelfden auto waarmee we nu ook gekomen zijn. Zij en de bestuurder zijn mijn vaste helpers" „In orde! Laat u mij de papieren eens zien, mijnheer Nagy?" „Hier is de pas voor de zieke en hier het attest van den dokter". „En mijn aanbevelingsbrief voor den ka pitein van de La Plata?" „Is ook klaar. Zooals u ziet, heb ik stipt gewerkt, mijnheer Rodriguez". Pedro las «den aanbevelingsbrief door. vouwde hem op en slak hem bij zich. In zijn hoofd was een booze gedachte opgeko men. „Er blijft dus eigenlijk niets meer te doen dan dat ik u uw belooning uitbetaal, mijn heer Nagy?" „Ik geloof wel, dat we zoo ver zijn, mijn heer Rodriguez". Over Nagy's gezicht vloog een lachje van verwachting. Dadelijk daarop verstarde het echter; hij zag, dat Pedro zijn gebalde rechtervuist op hief. Hij wilde iets zeggen, maar in het vol gende oogenblik overmande hem het ge voel, alsof hij met zijn hoofd binnen het be reik van een trappend paard terecht gekomen was. Pedro had hem slechts één enkelen slag toegebracht, maar in dezen slag lag al de verontwaardiging, die zich gedurende dien he.elen dag in zijn borst opgehoopt had. Het was Nagy, of hij een groot vuurwerk zag; hij viel om. Toen hij na een paar minuten weer bijkwam, wilde hij zich oprichten. Hij probeerde zijn ledematen te bewegen, maar het ging niet. Hij wilde schreeuwen; kon echter geen geluid uitbrengen. Pedro had namelijk alle gordijnkoorden afgesneden en hem zoo gebonden, dat hij ei uitzag als een zekere worstsoort, die men dikwijls in de slagerswinkels ziet hangen! Dan had hij hem nog een ouderwetschen grooten gordijnkwast in den mond gepropt en daar een zakdoek overheen gebonden. De verwarde blikken van Nagy troffen Pedro, terwijl deze een sigaret draaide en tevreden zijn werk in oogenschouw nam. Zonder een woord te zeggen ging hij naai de valdeur, opende die en riep naar beneden: „Miss Beatrice, u kunt al bovenkomen. Hot zaakje is afgeloopen". De oogen van Nagy werden zoo groot als theekopjes toen hij het meisje gewaar werd, dat plotseling geen spoor van bedwelming meer toonde. Ze liet zich door Pedro dc toedracht van de zaak vertellen en zei toen droogjes: „De pas en het doktersattest behooren aan de politie van Boedapest als bewijsmateriaal. De aanbevelingsbrief aan den kapitein van de La Plata houden wij natuurlijk en nu moet jij het huis verlaten, Pedro, anders mocht de zaak eens in het oog vallen. Ik wacht hier op den auto". Pedro ging weg. In de oude Waldzeile, de Felso erdösor kwam hij Rïckeberg en den hoofdcommissaris tegen, die er absoluut op gesteld geweest was Rickeberg te begeleiden Pedro vertelde hun hoe de geschiedenis af geloopen was. Rickeberg drukte hem de hand „Je hebt gelijk gehad, Pedro. Mij is 't nu ook veel aangenamer, dat de kerel daar ge bonden ligt". 's Morgens vroeg, een paar minuten voor half zes. kwam de auto weer terug. Dit keer zat er een verpleegster in. die uitstapte cn het huis binnenging. Zo bleef tamelijk lang weg en de chauffeur steeg uit om te kijken wat er gebeurd was. Nauwelijks had hij. een voet op het trot toir gezet, of er stonden twee sterke Hon- gaarsche geheime agenten als uit den grond getooverd voor hem Hij wilde terugspringen in den wagen, maar aan het stuur zat reeds een derde. En uit het huis kwamen er weer een paar. Ze droegen den hem welbekenden, maar nu terdege gcknevelden Nagy. Achter hem ver scheen de verpleegster onder sterk geleide, en dan kwam tot zijn groote verbazing, frisch en gezond, het meisje, dat hij gisteren hier heen gebracht had. Toen gaf hij zich gewonnen en liet zich de handboeien aandoen. De auto van den hoofdcommissaris bracht Rickeberg, Pedro en Gerry naar het vlieg veld. In den wagen lag een prachtige ruiker roode rozen. Op het vliegveld nam Gerry Pedro terzijde. Die wist al wat er komen zou en ging een beetje verlegen mee. „Hoor eens, Pedro, je hebt weliswaar heel goed gewerkt. Maar dat je me den dans met Nagy bedorven hebt, dat vergeef ik je voor loopig niet". „Troost u zich maar. Miss Beatrice! U hebt immers nog de klucht met de la Plata". En dan zal ik er zeker voor zorgen, dat je daar je neus niet insteken kan". HOOFDSTUK XI. In en om de Yellow-Cat. Hulberry stond op den drempel van de groote danszaal van de Yellow-Cat-Club, die per slot van rekening niets anders was dan zooveel andere nachtclubs in Londen, namelijk een dancing, die zich. om de wet te ontduiken, onder den dekmantel van een club verborg. Dat er zich ook nog een speelhol bevond, wisten slechts weinigen van de bezoekers. In ieder geval was het doel van de club haar gasten geld uit den zak te kloppen. Dat bleek reeds uit haar inrichting. D« danszaai was ruim. Vroeger moesten het twee groote kamers geweest zijn, die nu door 't uitbreken van den .muur er tusschen bijeengevoegd waren. Vandaar dat zc ook twee ingangen had. In een hoek, dicht bij de ééne deur, stond een podium, waarop een jazzband zat. Daar boven, in een ovale omlijsting, was de af beelding van een reusachtige gele kat met flikkerende glazen oogen aangebracht. Dc groote trom in het orkest was van binnen verlicht. Aan den voorkant was eveneens een gele kat geschilderd. Het „kattenmotief" was overal in de heele zaal en op de tafels in toepassing gebracht. De muurschilderingen boven de bruine «betimmering vertoonden katten, die elkaar achterna zaten en die samen speelden; kleine zilveren katjes droe gen dc wijnkaarten en de aschbakjes en groote verlichte porseleinen katten straalden ln de hoeken De zaal was goed bezet. Hulberry's bin nenkomen verwekte geen opzien, omdat al ler oogen Juist op een danspaar gericht wa ren, dat met verbazingwekkende lenigheid een acrobatische variatie ten beste gaf op een der gewone gezelschapsdansen Hulberry kon dus op zijn gemak de zaal rondkijken. Hij deed het met de rustige bedaardheid van een man, die geen ander doel heeft dan zich te amuseeren. Daarbij glimlachte hij. Er viel hem name lijk het motto van één van zijn studievrien den in, dat luidde: .Wanneer ik goed gegeten en gedronken heb. kan ik alle moeilijkheden des levens. ontberen, behalve den slaap". (Wordt vervolgd),.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 7