UeAkadsA Oimm
FLITSEN
N.V. DE KENNEMER BANKVEREENIGING
HOUTPLEIN 8 TELEFOON 13829 (L1Jy ALLE BANKZAKEN
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL.
BURGERLIJKE STAND
GERRY RICKEBERG
32>
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 23 JUNI 1930
Het échèc der Duitsche Herstel-
leening. Verdere daling op goe
deren- en fondsenmarkten. Vele
aandcelen beneden intrinsieke
waarde gedaald. Nieuwe voor
stellen tot productiebeperking bij
tin- en rubbermaatschappijen.
De verlaging van den kostprijs
der kunstzijde. De verminderde
beursomzetten. De staat der
Rijksmiddelen.
Gelijk we verwachtten is de emissie der
5 1/2 pet. internationale Duitsche Herstellee-
ning, voor wat de Nederlandsche tranche
van f 73 miilioen betreft, mislukt. Bericht is
dat 40 pet. plaatsing vond en dat bankiers
voortgaan met stukken op inschrijvingscon
dities af te geven. Welke fouten er bij de
voorbereiding van deze leening ook gemaakt
mogen zijn, op het laatst is de ensceneertng
van deze financieele krachtproef zoo goed
mogelijk geweest. Rekening houdend met
den nuchteren zin van den Nederlandschen
belegger, heeft men de emissies in andere
landen laten voorgaan en voor de inschrij
ving hier te lande, het „overweldigend suc
ces" in andere landen laten bekend maken.
Zelfs de vermakelijke noot ontbrak niet. De
bei-oemde geldmagnaat, Ivar Kreuger, van
de wereldfirma Kreuger en Toll, die het res
tant van de Zweedsche tranche had overge
nomen, verklaarde, zoo werd hier bericht,
dat hij vaar zijn portie niets wilde afstaan!
Zoo werd de begeerenswaardigheid van deze
oorlogsobligaties aan allen kant geïllustreerd
maar ons publiek heeft toch niet in het aas
willen bijten. Wanneer bedacht wordt dat de
emissie door. niet minder dan 21 van de al
lervoornaamste Amsterdamsche bankiers
huizen werd aangeboden, zoodat dus de zeer
uitgebreide clientele van deze firma's uiter
aard naar alle regelen der kunst is bewerkt
geworden, is het échèc wel groot. Het zal nu
de vraag zijn of emittentcn den koers kun
nen houden. Te Londen doen de obligaties
reeds 2 pet. disagio. Het groote kwaad bij
deze leening is, dat zij slechts de eerste moot
is, waarop van tijd tot tijd nog andere zullen
volgen. Wat Duitsche staatsobligaties betreft,
krijgt ons land op deze wijze des Guten zu-
viel. Wanneer tenminste van goed mag wor
den gesproken. De uitgifte der leening kon
op geen ongelegener oogentolik zijn gekomen,
dan thans, nu de Duitsche regeering voor
de derde maal in dit begrootingsjaar voor
een tekort staat en Dr. Moldenhauer in ver
band daarmede is afgetreden. Een blik op
de maatregelen, welke worden voorgesteld om
de begrooting sluitend te maken, is voldoen
dede om te doen zien, dat de financieele
moeilijkheden, waarin Duikschland verkeert,
uitermate groot zijn.
!Er te trouwens ook in andere landen van
feen economisch redres nog geen sprake. De
beuraen, veelal de juiste graadmeters van
den volkswelvaart, toonen het wel anders.
De koersen waren sinds de groote krach in
het najaar van 1929 nimmer lager dan thans.
Het indexcijfer van de twaalf voornaamste
beurzen ter wereld, is van 89-2 op 24 Mei tot
83.6 op 14 Juni teruggegaan. Vooral nu New-
York de laatste weken telkens lagere koer
sen zendt, wordt men hier en daar angstig.
Wanneer in de Unie de malaise zoo snel om
eich heen grijpt, dat het aantal faillissemen
ten voortdurend stijgt en de werkeloosheid
nog steeds toeneemt, waar moet het dan in
Europa 'heen.
Het indexcijfer van 30 Amerikaansche In
dustrials, dat op 30 Sept. 1929 nog 373 was,
is thans tot 230 gedaald, dat van 20 Spoor -
wegshares is van 182 tot 130 teruggeloopen.
De beurs is allengs een ruïne geworden. Week
aan week wordt de afbraak voortgezet. Voor
namelijk, omdat de prijzen der grondstoffen
en der ceraliën nog altijd dalen. Ook deze
week is de noteering van katoen, rubber, ko
per, aluminium etc. weer gedaald. De Ame
rikaansche buitenlandsche handel was gedu
rende de eerste vijf maanden des jaars meer
dan 1 milliard dollar kleiner in omvang dan
het vorig jaar. Men zal nu trachten den toe
stand door verhooging der invoerrechten te
verbeteren. Dwaze optimisten voorspellen een
redres binnen dertig dagen, alsof het de uit
werking van kininepillen betrof. Maar voor
zichtige zakenlieden voorzien een verderen
teruggang van den handel, omdat zij repre
saillemaatregelen van het buitenland vree-
zen. Vandaar dat de New-Yorksche beurs het
van kracht worden der wetswijziging met
een koersdaling heeft begroet. Bij groote
omzetten hebben de laatste dagen groote li
quidaties van fondsen plaats gehad, die de
koersen op een niveau hebben gebracht, dat
voor tal van fondsen tot koopen uitlokt.
Ook te Amsterdam zijn deze week voor de
meeste fondsen nieuwe laagte-records be
reikt. De prijsdaling op de goederenmarkt
werkt ook hier ontmoedigend. Het indexcijfer
van den groothandel met 100 als gemiddelde
van 1913, Was in 1929 nog 149, maar is thans
tot 116 gedaald. Bij de beoordeeling van vele
fondsen aan de Amsterdamsche beurs kan
men thans niet meer vragen naar het ren
dement, maar enkel naar de financiëele posi
tie en de bedrijfsvoorwaarden bij normale
toestanden. Wanneer men de verslagen van
maatschappijen als de H.VA.., de Koloniale
Bank en vele dergelijke in handen krijgt,
komt men tot de conclusie dat de koers der
aandeelen beneden de intrinsieke waarde ge
daald is. Blijkbaar begint die meening veld
te winnen, althans na een paar flauwe da
gen hebben de koersen te Amsterdam zich
ietwat kunnen herstellen.
Maar in de prijzen van rubber, suiker, tin.
koper etc. komt nog geen verandering. Steeds
drastischer worden de voorstellen om tot be
tere marktverhoudingen te komen. Men
spreekt voor de tinmaatschappijen van een
stopzetting der bedrijven gedurende drie
maanden, wat rubber betreft wil men de pro
ductie tot op 25 pCt. der capaciteit inper
ken, maar 't eind van het lied zal wel zijn.
dat allengs de zw&kke ondernemingen het
loodje leggen en de sterkeren van het prijs
herstel profiteeren. Zoo heeft de Soc. Minière
et Industrielle du Tamaga (een tinmaat
schappij) de productie gestaakt, omdat de
kostprijs bij haar op 160 pond sterling uit
komt, terwijl de marktprijs thans ca. 135
pond sterling is. Gelijk we de vorige week
schreven, moet het langzamerhand tijd wor
den om van de beste aandeelen een stukje
op te nemen.
Industriëele aandeelen hebben deze week
opnieuw onder aanbod, allicht ook onder de
aanvallen der contramine en gedwongen ver-
koopen, geleden, zoodat aandeelen Aku tot
85/90 inzakten, Philips tot 340, Margarine-
Unie tot 250 etc. Op de jaarvergadering der
Aku zijn enkele mededeelingen gedaan, welke
van een beduidende kostprijsverlaging bij de
Arnhemsche fabrieken gewagen. Dit gaat met
ontslag van personeel en bedrijfsinperking
gepaard, maar is toch de eenige manier om
weer tot een winstgevende fabrikatie tc ko
men.
In tegenstelling met New-York zijn de za
ken aan de Amsterdamsche effectenbeurs
van geringen omvang. In de maand Mei
heeft de beursbelasting slechts 398.469 op
gebracht tegen 686.979 in Mei 1929. Voor de
eerste vijf maanden des jaars is het cijfer
ditmaal 2.139.279 tegen verleden jaar
3.588.864. Het totaal der Rijksmiddelen over
de maand Mei is nog zeer bevredigend, n.l.
2 miilioen meer dan het vorig jaar. Maar
voor een deel zijn die meerdere inkomsten
toevallig en nog aan den voorspoed van vroe
gere jaren te danken. Het feit dat de Divi
dend- en Tantième-belasting over 5 maanden
2.7 miilioen beneden de raming gebleven
is en ook de opbrengst der Zegelrechten, Re
gistratierechten, Loodsgelden etc. in Mei 1930
lager was dan in Mei 1929, moge echter die
nen als een waarschuwing onTten aanzien
der Rijksfinanciën niet optimistisch te zijn.
Men moet den dag niet voor den avond
prijzen.
LETTINGA
VERBREEDING DER DAM
STRAAT.
ONTEIGENING.
B. en W. stellen den raad thans voor
in verband met de plannen tot verbreeding
der Damstraat, over te gaan tot onteigening
van eenige percèelen, waarvan de eigenaars
een te hooge koopsom van de gemeente vra
gen.
Het zijn de perceelen van H. Rietberg
(groot 134 M2., waarvan 71 M2. voor straat-
aanleg bestemd is) van E. M. M. Timmer,
weduwe van F. J. H. Nelis (groot 59 M2
waarvan 45 M2, noodi'g is) en C. van Amstel
(groot 48 M2. waarvan 7 M2. noodig is).
Mevrouw NelisTimmer heeft een bezwaar
schrift tegen het op haar grond reeds gelegde
bouwverbod ingediend. B. en W. betoogen
evenwel, dat de grond noodig is voor de ver.-
breeding. Bij de procedure zal de rechtbank
bepalen welke vergoeding de eigenaresse voor
haar eigendom toekomt, indien zij niet met
de gemeente tot een minnelijke schiikkinj
komt. v
(Adv. Ingez. Med.)
TONEVO.
DE KOENE ZWEMMER.
De koene Zwemmerdat is je ware
titel voor een zomerstuk! En de heer Wiede-
meier of hoe hij heeten mag gaat, om
ons in de seizoenstemming te brengen, zwem-
oefeningen houden al is het dan ook op
het droge onder leiding van een badmees-
ster, die zoo uit een zweminrichting schijnt
te zijn weggeloopen! Zoo bleven wij tenmin
ste op dezen avond bij Tonevo in de luchtige
sfeer.
De heer Polle was het oude heertje van de
zwemoefeningen! Of eigenlijk was hij nog
niet op zoo hoogen leeftijd, maar toch te oud
om met een meisje van twintig te trouwen!
Maar dat meisje had zich aan hem verbon
den „tot in de eeuwigheid", omdat zij in hem
haar redder zag! In werkelijkheid was het
een Beiersche boer, die haar uit het water
had gehaald en haar in bewuste!oozen toe
stand in de armen van het oude heertje,
dat juist een zonnebad nam gedeponeerd!
Zoo was de heer Wiedemeier op zijn onver
wachtst bruigom geworden en in het zalig
vooruitzicht een twintigjarige schoone naar
het stadhuis te mogen geleiden!
Natuurlijk komt het zoo ver niet! Zelfs
zijn zwemoefeningen helpen hem geen zier!
Juist op het oogenblik, als hij zijn hoogen
hoed heeft opgezet en zijn bruid in bruids
japon de' trappen afdaalt, komt de eigenlijke
redder opdagen om de reddingsmedaille op
te eischen die aan den verkeerden man is
uitgereikt!'De bruigom in duizend perikelen!
Zelfs de 30000 Mark, die hij zooals wij
in den Valuta-tijd zoo maar even uit zijn
vestjeszak haalt, redden hem niet, want de
vroegere verloofde van de bruid treedt hem
op het kritieke moment in den weg om het
geheim te onthullen! De rest is gemakkelijk
te raden! Wiedemeier kan naar zijn bruidje
en zijn 30000 Mark fluiten en de vroegere
verloofde behoeft zijn armen maar uitge
spreid te houden om er het snoezige bruidje
in te ontvangen! Kathe de dochter van
den pseudo-zwemmer krijgt via haar
hondje dat ook een belangrijke rol speelt
in deze klucht den man, dien zij wenscht,
al verwonderen wij er ons ook over, dat zij
haar zinnen op dezen sloomen duikelaar
heeft gezet! En zoo gaat alles in deze Duit
sche klucht, zooals wij dat in de stukken van
dat beproefde oude model gewend zijn!
De werkende leden van Tonevo hebben
met zoo'n Duitsch blijspel al heel weinig
moeite! Polle voelt zich in de gedaante van
den koenen zwemmer als een visch in het
water! Het is altijd een lust om hem in een
dergelijke rol te zien! Hij speelt met een
levendigheid en een brio, alsof de thermo
meter 20 graden onder 0, inplaats van 80
graden er boven aanwijst! Hij vulde van
allen weer het meest het tooneel en het was
duidelijk te zien, dat hij er pleizier in had!
Die lust en dat plezier sloegen over op de
zaal, zoodat de lach telkens weer opklonk,
wanneer de koene zwemmer rondspartelde
om uit het net te komen, dat de schrijver
al strakker en strakker om hem spanden!
De andere dames en heeren gaven hem
aardig tegenspel! Het' beste, de heer Mathot,
die in den meneer met de hondjes een rol
had gevonden, welke hem heel goed lag!
Het tooneeltje, tusschen hem en den heer
Polle in II was wel het vermakelijkst van
den avond en deed de menschen in de zaal
schudden van het lachen! De heeren Wouda
en Van der Have vormden samen een
'„spjm" en speelden in den vereischten
kluchtspel toon. Mevrouw Pollé toonde ais
Kathe weer eens, dat Tonevo een betrouw
bare kracht in haar bezit, mevrouw de Vos—
Jacobs en de heer van den Have waren het
voor elkaar bestemde paar, dat wel eens
moeite had de onmogelijke situaties niet al
te onmogelijk te doen schijnen. Verder
hadden wij nog het dienstpersoneel, waar
van de knecht het beste typeerde en de
Beiersche boer met den onuitsprekelijken
naam. die zich in het water blijkbaar meer
op zijn gemak gevoelde dan op het tooneel.
Over het algemeen is" er aardig en vlot ge
speeld dank zij vooral net altijd weer
entraineerende spel van Pollé al hokte
he wel eens in de groote scènes zooals
aan het slot van II waarvan niet ge
maakt werd. wat er van gemaakt kon
worden!
Het publiek amuseerde zich best. zoodat
de spelers hun doel volkomen bereikten!
Maar voor een volgend seizoen zou- ik
Tonevo toch willen raden de eindvoorstel-
ling wat vroeger te houden! Op 21 Juni
'kruipen wij liever zelf in het water dan
naar het droog-zwemmen van den heer
Wiedemeier te kijken, hoe vermakelijk de
heer Pollé het dan ook deed.
J B. SCHUIL.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1599
MOEILIJK BESLUIT
Wat zul je doen, met je mooiste pak aan? Zou het
mogelijk zijn om 5 minuten mee te spelen zonder
hopelooze schade?
(Nadruk verboden»
DE VOLTOOIING DER
KATHEDRAAL ST. BAVO.
DE FEESTELIJKHEDEN OP 27 JULI.
Aan een circulaire betreffende de feeste
lijkheden op Zondag 27 Juli ter gelegenheid
van de voltooiing der Kathedraal „St. Bavo"
aan de Leidsehevaart. ontleenen wij het vol
gende.
De plechtigheid zal worden bijgewoond dooi
den Bisschop van Gent, Mgr. Honoré Cop=
pieters, die vergezeld zal worden door Mgr.
Eu genius van Reohem, titulair-bisschop van
Carpasia.
De kerkelijke plechtigheden worden vast
gesteld door den Bisschop van Haarlem, in
overleg met den Plebaan L. A. A. M. Wester
woud t.
Op uitnood igtng van den Bisschop van
Haarlem heeft het Comité van Katholieke
Actie te Haarlem, de organisatie der niet-
kerkelijke plechtigheden op zich genomen.
Plannen zijn gemaakt voor een grooten
optocht vaq alle vereenigingen uit Haarlem
en omstreken en ook van het Diocees, buiten
Haarlem eh omstreken.
Zondag 27 Juli te half bwee zal de stoet
iedere vereeniging late zich voorloopig
door niet meer dan hoogstens drie bestuurs
leden vertegenwoordigen op het terrein
van de voormalige Cavaleriekazerne aan den
Schoterweg worden opgesteld.
r.K. Muziek- en Fanfarecorpsen zullen
zeer welkom zijn.
De gelegenheid tot deelneming wordt op
13 Juli gesloten.
Uiterlijk half drie stelt de optocht zich in
beweging. Hij zal het Bisschoppelijk Paleis
passeeren en dan zullen do Bisschop van
Haarlem met de beide Bisschoppen uit Gent
zich op het bordes bevinden en de huldebe
tuigingen der deelnemende vereenigingen in
ontvangst nemen. Tijdens dit défilé stellen de
R.K. Verkenners zich rechts en links van het
bordes als eerewacht op.
Evenzoo zal aan de overzijde der Nieuwe
Gracht worden gedefileerd voor de ambtswo
ning van den Commissaris der Koningin
en op de Groote Markt bij het passeeren van
het Stadhuis voor den Burgemeester van
Haarlem.
Langs de Westergrachbzijde trekt de stoet
het Kathedrale terrein op en wordt naar het
uitgestrekte terrein gebracht, dat gelegen
is vóór het front van de Kathedraal en daar
wordt dan de menschen-massa opgesteld.
Op het vóórbalcon der Kathedraal zullen
zich dan de drie Bisschoppen bevinden met
het Hoogwaardig Kapittel. Zoowel de Bis
schip van Haarlem als die uit Gent zullen
van deze plaats af het woord voeren, dat voor
ieder met behulp van aan te brengen luid»
sprekers duidelijk te verstaan zal zijn.
Is dit gedeelte der plechtigheden geëindigd,
dan trekt een Processie langs de Kathedraal
waarin allereerst de nieuwe Relikwie, wel'ke
het Bisdom Gent ten geschenke geeft, en
voorts de Relikwieën der Bavokerken uit het
Bisdom, op praalbaren zullen-worden mede-
gedragen. i
Hierna volgen nog korte plechtigheden in
de Kathedraal.
VELSEN
Geboorten: G. BaasHoeven, z.: J. de
WaardBlok d.; D. M. BlankenRietkerk,
z.; E. Ras—Riedijk, d.: H. Holman—BooU. d.
Overleden. Franciscus Békker, 63 j.. echt-
gen. v. M Bruin: Anna van Pel, 74 j., wed. v.
Klaas Gouda: Hendrik Kops. 80 j., wedn.
v. A. W. Jansen: Dleuwertje Visser. 78 j.,
echtgen. v. c. Visman; Aaltje Kloker, 50 j.,
echtgen. v. C. Kooyberg.
Ondertrouwd: G. J. de Groot en J. M.
Perwitz; Th. C. de Bie en T. Sturk; Ph. Ver
haar en E. D Kruse; A. Zuidema en G. v. d.
Wateren; J. Stigter en G. Workum.
Gehuwd: J. J. Ph. van Vliet en A. J.
Vorstelman: L. Goossen en A. Schoorl; II.
Gorter en C. J. Haver; P. N. Ragethe en A.
H. Hooyschuur; B. de Neef en C. M. v. d.
Kork. A. M. Harlnga en C. Borst; A. O.
Brode en P. J. Boon.
HILLEGOM.
Getrouwd: J. v. Grimsven en Q. A. van
Leeuwen. R. Monkel en W. M. Lippens.
J. H. den Otter en W. van Lingen. C. van
Dijk en S. de Boer.
Bevallen: M. H. Hopman-van Scheppingen,
z. A. M. van Dorp-Boot, d. P, van Os-
van der Hengst, z. A. Lampers-Mink, z.
OverledenP. J. Meyer, m. 26 Jaar. A.
Bots, m. 68 jaar.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. per regel.
FEUILLETON
HET RAADSEL VAN DE DACIA
door
G. PANSTINGL.
Om kwart voor twee reed voor het nuts
in de Dohany ucca, waar Nagy woonde, een
auto voor. Pedro cn Nagy zaten er in, ter
wijl Gerry in den hoek sliep. Nagy opende
de huisdeur en Pedro droeg de slapende ge
stalte naar binnen. Hij legde haar op een
divan neer, maar Nagy zei:
„Het is beter, dat we haar opsluiten. Ze
zal weliswaar voor morgenmiddag niet bij
komen en dan zijn we al bijna in Ween en.
Maar neiflen wij het zekere voor het on
zekere. Gaat u mee".
Hij ging in het aangrenzende zijkamertje
waar zijn bed stond, rukte dit op zij en
opende een valdeur. Daar achter werd een
trap zichtbaar.
„We leggen haar in den kelder. Daar kan
ze'ook rustig bijkomen. Niemand hoort haar
toch, als ze schreeuwt".
Pedro droeg haar naar beneden. Hij vond
een eenvoudig ijzer ledikant met een
stroozak en daar legde hij Gerry op.
„Zie, daar is ze goed opgeborgen".
Beiden gingen naar de kamer terug.
„Morgenochtend om half zes komt de
auto terug en brengt ons naar de Keleti pa-
lyaudvar, het station West. Ik heb een
coupé gereserveerd en de papieren zijn ook
in orde".
„Zijn de verpleegster en de dokter ge=
reed?'
.Als dokter ga ik zelf mee en de zuster
komt in denzelfden auto waarmee we nu ook
gekomen zijn. Zij en de bestuurder zijn mijn
vaste helpers"
„In orde! Laat u mij de papieren eens
zien, mijnheer Nagy?"
„Hier is de pas voor de zieke en hier het
attest van den dokter".
„En mijn aanbevelingsbrief voor den ka
pitein van de La Plata?"
„Is ook klaar. Zooals u ziet, heb ik stipt
gewerkt, mijnheer Rodriguez".
Pedro las «den aanbevelingsbrief door.
vouwde hem op en slak hem bij zich. In
zijn hoofd was een booze gedachte opgeko
men.
„Er blijft dus eigenlijk niets meer te doen
dan dat ik u uw belooning uitbetaal, mijn
heer Nagy?"
„Ik geloof wel, dat we zoo ver zijn, mijn
heer Rodriguez".
Over Nagy's gezicht vloog een lachje van
verwachting.
Dadelijk daarop verstarde het echter; hij
zag, dat Pedro zijn gebalde rechtervuist op
hief.
Hij wilde iets zeggen, maar in het vol
gende oogenblik overmande hem het ge
voel, alsof hij met zijn hoofd binnen het be
reik van een trappend paard terecht gekomen
was.
Pedro had hem slechts één enkelen slag
toegebracht, maar in dezen slag lag al de
verontwaardiging, die zich gedurende dien
he.elen dag in zijn borst opgehoopt had. Het
was Nagy, of hij een groot vuurwerk zag;
hij viel om. Toen hij na een paar minuten
weer bijkwam, wilde hij zich oprichten. Hij
probeerde zijn ledematen te bewegen, maar
het ging niet. Hij wilde schreeuwen; kon
echter geen geluid uitbrengen.
Pedro had namelijk alle gordijnkoorden
afgesneden en hem zoo gebonden, dat hij ei
uitzag als een zekere worstsoort, die men
dikwijls in de slagerswinkels ziet hangen!
Dan had hij hem nog een ouderwetschen
grooten gordijnkwast in den mond gepropt
en daar een zakdoek overheen gebonden.
De verwarde blikken van Nagy troffen
Pedro, terwijl deze een sigaret draaide en
tevreden zijn werk in oogenschouw nam.
Zonder een woord te zeggen ging hij naai
de valdeur, opende die en riep naar beneden:
„Miss Beatrice, u kunt al bovenkomen.
Hot zaakje is afgeloopen".
De oogen van Nagy werden zoo groot als
theekopjes toen hij het meisje gewaar werd,
dat plotseling geen spoor van bedwelming
meer toonde.
Ze liet zich door Pedro dc toedracht van
de zaak vertellen en zei toen droogjes:
„De pas en het doktersattest behooren aan
de politie van Boedapest als bewijsmateriaal.
De aanbevelingsbrief aan den kapitein van
de La Plata houden wij natuurlijk en nu
moet jij het huis verlaten, Pedro, anders
mocht de zaak eens in het oog vallen. Ik
wacht hier op den auto".
Pedro ging weg. In de oude Waldzeile, de
Felso erdösor kwam hij Rïckeberg en den
hoofdcommissaris tegen, die er absoluut op
gesteld geweest was Rickeberg te begeleiden
Pedro vertelde hun hoe de geschiedenis af
geloopen was. Rickeberg drukte hem de hand
„Je hebt gelijk gehad, Pedro. Mij is 't nu
ook veel aangenamer, dat de kerel daar ge
bonden ligt".
's Morgens vroeg, een paar minuten voor
half zes. kwam de auto weer terug. Dit keer
zat er een verpleegster in. die uitstapte cn
het huis binnenging. Zo bleef tamelijk lang
weg en de chauffeur steeg uit om te kijken
wat er gebeurd was.
Nauwelijks had hij. een voet op het trot
toir gezet, of er stonden twee sterke Hon-
gaarsche geheime agenten als uit den grond
getooverd voor hem Hij wilde terugspringen
in den wagen, maar aan het stuur zat reeds
een derde.
En uit het huis kwamen er weer een paar.
Ze droegen den hem welbekenden, maar nu
terdege gcknevelden Nagy. Achter hem ver
scheen de verpleegster onder sterk geleide,
en dan kwam tot zijn groote verbazing, frisch
en gezond, het meisje, dat hij gisteren hier
heen gebracht had.
Toen gaf hij zich gewonnen en liet zich
de handboeien aandoen.
De auto van den hoofdcommissaris bracht
Rickeberg, Pedro en Gerry naar het vlieg
veld. In den wagen lag een prachtige ruiker
roode rozen. Op het vliegveld nam Gerry
Pedro terzijde. Die wist al wat er komen zou
en ging een beetje verlegen mee.
„Hoor eens, Pedro, je hebt weliswaar heel
goed gewerkt. Maar dat je me den dans met
Nagy bedorven hebt, dat vergeef ik je voor
loopig niet".
„Troost u zich maar. Miss Beatrice! U
hebt immers nog de klucht met de la Plata".
En dan zal ik er zeker voor zorgen, dat
je daar je neus niet insteken kan".
HOOFDSTUK XI.
In en om de Yellow-Cat.
Hulberry stond op den drempel van de
groote danszaal van de Yellow-Cat-Club,
die per slot van rekening niets anders was
dan zooveel andere nachtclubs in Londen,
namelijk een dancing, die zich. om de wet te
ontduiken, onder den dekmantel van een club
verborg.
Dat er zich ook nog een speelhol bevond,
wisten slechts weinigen van de bezoekers.
In ieder geval was het doel van de club
haar gasten geld uit den zak te kloppen. Dat
bleek reeds uit haar inrichting.
D« danszaai was ruim. Vroeger moesten
het twee groote kamers geweest zijn, die nu
door 't uitbreken van den .muur er tusschen
bijeengevoegd waren. Vandaar dat zc ook
twee ingangen had.
In een hoek, dicht bij de ééne deur, stond
een podium, waarop een jazzband zat. Daar
boven, in een ovale omlijsting, was de af
beelding van een reusachtige gele kat met
flikkerende glazen oogen aangebracht. Dc
groote trom in het orkest was van binnen
verlicht. Aan den voorkant was eveneens een
gele kat geschilderd. Het „kattenmotief" was
overal in de heele zaal en op de tafels in
toepassing gebracht. De muurschilderingen
boven de bruine «betimmering vertoonden
katten, die elkaar achterna zaten en die
samen speelden; kleine zilveren katjes droe
gen dc wijnkaarten en de aschbakjes en
groote verlichte porseleinen katten straalden
ln de hoeken
De zaal was goed bezet. Hulberry's bin
nenkomen verwekte geen opzien, omdat al
ler oogen Juist op een danspaar gericht wa
ren, dat met verbazingwekkende lenigheid
een acrobatische variatie ten beste gaf op
een der gewone gezelschapsdansen Hulberry
kon dus op zijn gemak de zaal rondkijken.
Hij deed het met de rustige bedaardheid van
een man, die geen ander doel heeft
dan zich te amuseeren.
Daarbij glimlachte hij. Er viel hem name
lijk het motto van één van zijn studievrien
den in, dat luidde:
.Wanneer ik goed gegeten en gedronken
heb. kan ik alle moeilijkheden des levens.
ontberen, behalve den slaap".
(Wordt vervolgd),.