FEMINA
men op
Het woord is aan...
MENU.
HET VOORBEELD THUIS.
RECEPT.
HAARLEM'S
DAGBLAD
DONDERDAG
26 JUNI 1930
No. 474 toont u een gekleede japon van geel
met groen en zwart gebloemde voile. Het
lijfje, dat tot aan het middel gaat, heeft een
klokkende pelerine. De strakke mouw ein
digt in een geelzijden plissée, dat breed is en
omhoog als een kap op den mouw gezet
wordt.
De pelerine is met eenzelfde pllssee een
klein stukje als een waaier, naaf beneden
hangend afgewerkt en vastgehouden met een
broche van strass.
Het heele heupstuk is strak en gerim
peld. Van de broche af tot aan het deel waar
de rok aan het heupstuk wordt gezet, is een
rechte bies aangebracht, eindigend in een
smalle strik van dezelfde zijde als waarvan
het pllssée is gemaakt. Aan het strakke heup
stuk is ruim klokkend de lange rok gezet, die
van achteren iets langer hangt dan van vo
ren. Het geheel Is buitengewoon chique.
No. 475 toont u een zwart zijden mantel
pak. Het manteltje, dat kort is, is heel een
voudig. De kraag en de manchetten zijn af
gewerkt met een witte bies.
De rok bestaat uit drie deelen, nl.: een
strak heupstuk, van boven afgewerkt met
eenige zwaluwstaartvormige punten, even
eens afgezet met een witte bies, die met een
drukkertje aan de onder het manteltje ge
dragen witte waschzijden blouse worden
vastgemaakt.
Verder uit twee klokkende strooken, die
vrijwel even ruim neerhangen. Bij het loo-
pen maakt deze rok een sierlijk effect. Bij dit
geheel van wit, zwart kan heel goed een witte
zomervos gedragen worden.
Kinderfantasie.
Het is een algemeen bekend feit, dat kin
deren eigenlijk het allergelukkigst zijn met
hun gebrekkigste stukken speelgoed; dat je
geen jongen een grooter plezier kunt doen
dan door op een plankje twee rechtstaande
stokjes te timmeren, zoodat hij er luid gil
lend cn sisend treintje mee kan spelen,
als hij daar zin in heeft, en er schipbreuk
op de woest golvende baren van het grint
pad mee kan lijden, als hij net geïnspireerd
is' door een langzame piramagoggel op de
sloot achter het huis, en dat elk meisje het
meeste gehecht is aan haar alleroudste en
gehavendste pop, die glazige oogen, geen
armen en een slap zemelen lijf heeft. Het
is wonderlijk, zoo koppig en vasthoudend als
kinderen zich soms kunnen verzetten tegen
het spelen met het allernieuwste, volmaakte
stuk speelgoed van opa en oma, en ik ge
loof zeker, dat we niet beter kunnen doen
dan die behoefte aan het gebruiken van hun
eigen fantasie in kinderen aan te moedigen
en aan te kweeken. Fantasie is iets, dat. op
de goede wijze gebruikt, van grooten invloed
kan zijn op een heel leven, en dat altijd, ab
soluut en onvervreemdbaar, ons eigen bezit
blijft, wat het wrekelijko leven ook met ons
voor heeft; en wie heeft er nooit, half
lachend, half geërgerd, tegenover een abso
luut nuchter mcnsch gestaan, en gedacht
dat je toch niet graag zoo zou zijn, of zich
een beetje wrevelig gevoeld over kinderen,
die totaal niet fn staat waren zich zelf te
amuseeren, zoodat je ze geen sectnde aan
zichzelf over kon laten.
Ik herinner me het logeetje van drie. dat
we een poos geleden hadden, en dat je een
heelcn ochtend alleen kon laten scharrelen
in de serre, waar hij met luid geredeneer en
veel drukke gebaren de meest fantastische
machines bouwde uit niets, zoodat ik een
verontwaardigd standje kreeg, toen ik zoo
maar de serre kwam instappen, en niet zag,
dat ik een heel vliegwiel ondersteboven
haalde en drie „mechines" van de wijs
bracht.
En het buurmeisje, dat misschien een
jaar ouder is. en waarmee ik laatst een
heelcn ochtend druk aan de wasch ben ge
weest Geboend dat we hebben op leelijke
vlekken, die cr niet uitwilden, en warm, dat
Lonnic het kreeg van al dat gewerk! Was-
schen, en twee maal uitspoelen, en dan
goed nakijken, of cr geen vlekje meer in
zat. en eindelijk alles uitleggen op het gras
veld! We wisten niet hoe we klaar zouden
komen! Een geweldige wasch hebben we
A&. w*t.
gedaan, zonder zeep, zonder water, zonder
vuli goedEn tot slot hebben we de poes
achteraan gejaagd, die net deed of er geen
schoone wasch op de bleek lag" en parman
tig dwars over alles heen wandelde
En dan och nee, waarschijnlijk kent u
Pietje niet. Hij is drie, en ondeugend, met
groote, donkerbruine oogen en een vuur
rood broekje met echte bretels aan. Pietje
heeft gisteren, toen het zoo geweldig warm
was en de tuin den heelen dag had liggen
verzengen in de zon, alles kletsnat gespoten
met een stukje hout met twee Meter touw
eraan geknoopt, en later heb ik hem tot
zijn groot plezier op zijn kop gegeven, om
dat hij zijn voeten drijfnat had gemaakt.
En toen zijn we met zijn tweeën, voor een
schilderijtje gaan zitten met een stuk van
het Zuider Buiten Spaarne erop. en zoo'n
komiek, parmantig hoog bruggetje. We zijn
langs het smalle weggetje gewandeld en na
tuurlijk daar moet je net Pietje voor heb
ben is hij de eerste keer zoo maar par
does van het bruggetje af het water in ge
duikeld. Ik heb hem er weer uit moeten
visschen, en we zijn een beetje in de zon
gaan zitten, en ik heb het kroos uit zijn ha
ren gehaald: en ten slotte zijn we bij een
boerderij beland, waar we een heerlijk glas
melk zoo versch van de koe hebben ge
dronken. En op de melkwagen van den boer,
die toevallig! net naar de stad moest,
zijn we teruggereden, en op den bok is
Pietje, slaperig en wel in slaap gedommeld.
Maar tegen dit vernederend slot van het
avontuur heeft Pietje met een heel kern
achtig woord geprotesteerd, en hij is hard
weggehold, en heeft me, toen hij op een
veiligen afstand was, uitgelachen en gezegd,
dat hij nooit meer met me uitging!
Ach. de Pietjes dezer aarde, die ln hun
eigen huis de geweldigste avonturen kun
nen beleven, behooren. geloof ik, wel tot de
gelukkigste stervelingen. En het kan in je
leven een grooten steun zijn, als je de wer
kelijkheid eens heelemaal opzij kunt zetten,
en een uurtje gaan zitten droomen. Fan
tasie is een rijk bezit, en iets, dat bij de
meeste kinderen eerder een beetje aange
kweekt. dan onderdrukt moet worden. Wie
een kind uitlacht om zijn fantasieën, kwetst
het gewoonlijk in zijn diepste gevoelens, en
elk kind hecht zich snel en vast aan de
menschen, die het daarin een beetje begrij
pen. En het is tien maal zoo gemakkelijk
om een kind op te voeden, dat echt werke
lijk van ons houdt, dan één, dat zoo'n
beetje plichtmatig doet, omdat we nu een
maal vader of moeder of tante of oom zijn.
WILLY VAN DER TAK.
Drabbelkoeken.
Benoodigdheden: 200 gr. suiker, 150 gr.
bloem, 100 gr. boekweitenmeel. 1 ei, 2 1/2 dJL
melk, 2 volle theelepels gemalen kaneel, een
stuk delfia.
Bereiding: Het ei in een kom kloppen,
daarbij de suiker voegen, de kaneel en om
beurten een paar lepels bloem en een scheut
je van de melk tot men een mooi glad beslag
heeft gekregen.
In een klein pannetje, dat ongeveer de
wijdte heeft van een theeschoteltje het vet
goed warm laten worden. Voor het bakken
kan men delfia gebruiken. Voor den smaek
voegt men hier aan een stukje boter toe,
doch dit is niet noodzakelijk. Een drabbel-
koek-trechter wordt nu met beslag gevuld en
zoodra er van het vet een blauwe damp
komt, moet men het beslag door den trech
ter in den vorm van een vlechtwerk in het
vet laten loopen. Als de koek lichtbruin is,
uit het vet halen en op grauw papier laten
uitdruipen,
De Kinderen
6 Jaar komt bedremmeld, de klas binnen.
Waarom ben je te laat?" vraagt de on
derwijzer.
6 JaarMeneer ik moest me heel maal
overwasschen!"
Vit een opstel: Cofucius toas de stichter
van een nieuwe leer, genaamd Confusion
Mientje is zxoaar verkouden. Zij heeft een
roos geplukt in den tuin en komt er mee de
kamer in.
„Moeder ruik eens?" en ze houdt de roos
onder moeders neus.
„En kan jij 'm nu niet ruiken Mientje?"
vraagt moeder medelijdend.
Nee mammie mijn neus is doof".
(Uit „Children's Funny Sayings").
Geperst vleesch
Aardappelen
Capucijners
Aardbeien-ijs
Neem voor het geperste vleesch:
4 ons dunne kalfslappen,
A pond kalfsgehakt,
wat oud brood,
1 ei,
peper, zout, nootmuskaat,
1 klein, gefruit uitje,
wat gehakte peterselie,
2 A d.L. bouillon,
1 eetlepel azijn,
gelatine.
Wasch de lappen, peper en zout ze, en
maak het gehakt vrij slap aan, ook met
peterselie en uitje. Leg het kalfsvleesch
laag om laag met het gehakt in een blikken
puddingvorm, giet er bouillon en azijn over,
leg een zwaar voorwerp op het vleesch en
kook de pudding gedurende een kleine twee
uur in een waterbad. Giet daarna het
vocht van de pudding, meet het en bind
elke deciliter vocht met 5 Gr. geweekte
witte gelatine. Giet dit er weer overheen,
laat de pudding koud en stijf worden, en
stort ze uit den vorm door ze even in kokend
water te houden. Presenteer er gesmolten
boter bij.
Neem voor het ijs:
1 K.G. aardbeien,
A pond suiker,
2A dl,, frambozensap,
1 4 L. room.
Wasch de aardbeien, zeef ze door een ha
ren zeef, kook ze met het frambozensap en
de suiker tot dit laatste is opgelost en voeg
de room er ongekookt bij. Draai de vla op
de gewone wijze in de ijsemmer en laat het
navriezen, echter niet te hard. Doe het ijs in
een vlakom, garneer het met slagroom, die
met wat poedersuiker is vermengd.
De mode der lange lijven of
lange lijzen?
Het heeft er allen schijn van, of de mode
huizen een geheime overeenkomst hebben
aangegaan met de stoffenfabrikanten, ten
einde revanche te nemen over de magere ja
ren van stof-verbruik, toen de korte rokjes
alom zegevierden. De langere rokken hebben
sedert eenigen tijd hun intree gedaan, zij het
dan ook voor de gewone wandeljapon en het
wandelcostuum vrij schuchter en weerstre
vend. Voor de avondtoiletten evenwel is de
in een vorig seizoen reeds doorgebroken zeer
lange-rokken-mode onverminderd blijven
voortbestaan en nog wat aangedikt. En lang
zamerhand zien we een neiging ontstaan, om
ook de gewone zomerjaponnen nog weer
langer en langer te maken, zoodat er meters
en meters meer stof in gaan. De heerea
stoffenfabrikanten, vooral de kunstzijde-fa-
brikanten, die den laatsten tijd met over
productie te kampen hadden, kunnen dus
juichen. In bladen en tijdschriften maakt
men er zelfs grapjes op, beweert men, dat
men nu eindelijk ontdekt heeft, waarop
de jongedames in de zeer lange avondjapon
nen toch ook weer sprekend geleken; op Ka-
reltje, vijf jaar oud, die vaders overjas had
aangetrokken.
Er zijn vrouwen die tegensputteren, en zeg
gen: ze krijgen die lange rokkenmode er
nooit weer in. Maar de wijsgeerige toe
schouwster glimlacht en zegt: we zullen zien.
Het page-kopje zou immers ook niet verdwij
nen? Welnu, zie eens om u heen. alom aan
groeiende haren, in diverse stadiaEn
daarom, om eens een beeld te geven van de
lengte dor tegenwoordige avondtoiletten, het
bijgaande plaatje. En we zien dan van links
naar rechts: een cape van goud lamé, inge-
rimpeld aan de hals; een japon van groen
satijn met zilveren bloemen, lichtelijk ge
drapeerd aan de taile, rok iets sleepend van
achteren; robe van bleekblauwe tulle, volant
en ingezet puntvormig pand met stiksels ge
garneerd, gele bloemen op zij op den rok ge
zet; cape van zwart en wit crêpe romain, met
vos-garneering (zilvervos). Dit geeft u wel
een kijkje op de huidige mode-lijnen, niet
waar?
EEN LEKKERE VRUCHTENBOWL.
Wat we zullen drinken in de warme dagen
is dikwijls een vraag. Maar aLs we de huisge-
nooten of gasten eens willen tracteeren, wel,
laten we dan een vruchtenbowl maken! Op 1
flesch Meiwijn (of bessenwijn of Rijnwijn)
neemt men wat spuitwater of Victoriawater,
suiker naar smaak, wat aardbeien, frambo
zen en kersen. De schoongemaakte vruchten
zet men een uur of wat met suiker bestrooid
weg. Dan giet men den Mei- (of bessenwijn)
er over en pas als men inschenkt he^ipuit-
water er bij.
Hoe voorzichtig moeten wij zijn met onze
woorden tegenover de kinderen: dagelijks
kunnen wij daarvan ondervinding opdoen
Zonder er verder over na te denken, gedra
gen wij ons op minder aardige wijze, en
eenigen tijd later vinden wij onszelf precies
terug in het spelen van de kinderen.
Kinderen die „vadertje en moedertje"
spelen geven heel vaak een duidelijk spie
gelbeeld van den verhouding van hun eigen
ouders onderling, en hoe grappig het soms
ook zijn kan, wanneer zij zelfs met stem en
gebaren de ouders probeer en na te bootsen,
het kan pijnlijk worden wanneer de toon in
het gefingeerde „gezin" even gespannen en
onaangenaam blijkt te zijn, als dat het in
werkelijkheid is.
Als moeder bevelend en onaangenaam
optreedt tegenover het dienstmeisje, bestaat
er hard kans, dat de kinderen dezelfde al
lures tegenover het meisje aannemen en
behouden tegenover al het dienstpersoneel
dat zij in hun leven zullen ontmoeten. Zijn
vader en moeder daarentegen vriendelijk
en voorkomend en richten zij hun wen-
schen in als verzoeken en niet als afgebeten
bevelen, dan blijft dit voor de kleine mensch-
jes onafscheidelijk verbonden aan den dage
lij kschen omgang met anderen.
Kijkt moeder op straat om naar een
„vriendin" die zij zooeven gegroet heeft, en
weet zij dadelijk iets zuurs over den nieuwen
hoed van die kennis, dan zal bijna niet te
voorkomen zijn, dat het kind mee omkijkt,
en meepraat op groote-menschenmanier
over een vermeende ongewoonheid van de
andere.
Sommigen zijn vervuld van de opvoedings-
theorieen van bekende paedagogen, die zij
zichzelf hebben weten eigen te maken,
maar zij vergeten dat hun eigen voorbeeld
in het gezin dagelijks meer kan uitwerken
dan de theorieën die zij zichzelf hebben
bijgebracht. Daarmee bedoelen wij niet, dat
de boeken over paedagogie niet van nut
zouden zijn voor de opvoeding! Zij kunnen
dit echter alleen zijn, wanneer zij niet
enkel als „boek" in ons hoofd blijven han
gen, maar verwerkt worden tot de praktijk
van het dagelijksch leven.
«-I
Het reisseizoen staat weer voor de deur, de
reisplannen zijn gemaakt. Onze huizen wor
den verlaten en gesloten, jalouzieën en gor
dijnen neergelaten en dichtgetrokken. De
bewoners zijn tijdelijk ontsnapt aan hun
enge wereldje. Ze zijn de wijde wereld inge
trokken.
Weg uit huis, uit stad en land. De wereld
neemt ons op. wordt ons huis en ons vader
land. Reizen doet ons internationaal voelen.
Reizen verruimt den blik.
Maar het is niet zoo makkelijk om goed
te reizen, om werkelijk de wereld in te
gaan. Het huis laten we achter, maar het
enge wereldje in ons zelf wordt vaak mee
genomen. En dan keert de reiziger van zijn
reis terug zooals hij gegaan is.
Vooral vrouwen zitten dikwijls vast geroest
in hun eigen wereld. Zijn ze bereisd? Je zou
dadelijk willen antwoorden: nee. Je ziet ze
gluren door hun ramen, je hoort ze veroor-
deelen naar hun zeer persoonlijke, in-fat-
soenlijke moraal. Ze kunnen uren lang za
niken over kleinigheden. Konden ze maar
eens op reis gaan. Dan zou hun oordeel wel
wat breeder en groot-menschelijker worden.
Maar dan hoor je vaak tot je verbazing dat
zoo'n vrouw de halve wereld heeft afgereisd:
Indië, Japan, Italië, Frankrijk, Engeland,
Noorwegen. Van Noord naar Zuid, van Oost
naar West is ze getrokken.
Maar hoe!
Als dezelfde zelfgenoegzame mevrouw, die
thuis door de ramen gluurt, als de betalende
touriste, die waar eischt voor haar geld.
Ze heeft op haar reizen veel gekke en on
fatsoenlijke menschen ontmoet, waar ze na
tuurlijk niet mee om kon gaan. Ze heeft
toestanden meegemaakt waar ze eenvoudig
niet over praten durft.
Waar ze wel over praat dat is over het
comfort en de manier van reizen.
Ze reisde eerste klas, behagelijk zacht. In
de groote plaatsen trok ze in een chic hotel.
Volgt de beschrijving van zoo'n Dorado. Ake
lig alleen, dat de kellners soms zoo lang
zaam bedienden. En dan verlangden ze nog
groote fooien. Op een tochtje door de om
streken had mevrouw haar rose japonnetje
aangehad en uit het meest luxueuze hotel
had ze een briefkaart aan haar vriendin ge
stuurd. Een briefkaart met het hotel er op.
Dat zou de vriendin jaloersch maken. (Dat
laatste vertelt ze niet. Ze is veel te lief om
zooiets te vertellen).
Maar wij, die naar haar luisteren en haar
kennen, constateeren: ze had even goed thuis
kunnen blijven. Ze is immers niet de groote
wereld ingetrokken, ze is in haar eigen klei
ne, bekrompen wereld gebleven. Ze zeg niets.
Ze heeft alleen maar eens wat rondgekeken.
Het is een voorrecht om op reis te gaan.
Maar laten we dan ook echt gaan. vooroor-
deelen en principles thuis laten achter de
gesloten gordijnen. Al het nieuwe, het mooie
en het leelijke, dat leeft in de menschenwe-
reld moeten we kunnen zien zooals het is;
we moeten er niet dadelijk met onze waan
wijze begrippen bij komen en decreteeren
hoe het behoorde te zijn. We komen er zelf
heusch niet zooveel op aan als we de groote
wereld gaan zien. Het doet er in die wereld
niets toe of u mevrouw die en die bent en
in dure hotels kunt logeeren. De wereld
kijkt niet naar u, maar u komt de wereld
zien.
Over onze woorden en daden.
Evengoed echter als de kinderen onze
manieren en onze woorden overnemen, heb
ben zij ook gevoel voor den inhoud der
dingen die wij zeggen. En hiermee bedoel ik
dan niet alleen de onaangename dingen,
die misschien gezegd worden, maar eigen
lijk nog meer de zorgen en moeillijkheden,
welke in elk gezin voorkomen en waarvan
de kinderen, heel vaak onopzettelijk, deel
genoot worden gemaakt. Het is natuurlijk
waar, kinderen moeten niet onwetend ge
houden worden van de moeilijkheden die
het leven oplevert; zij moeten niet het ge
voel hebben, dat het geluk maar voor het
oprapen ligt, dat de weelde is opgeschept en
dat hun persoonlijk in het leven niets kan
tegenloopen. Zuinigheid, aanpassingsvermo
gen en beperking van hun wenschen zijn"
opvoedkundige eischen voor eiken mensch-
in-wording, maar van zware financieele
zorgen, van moeilijkheden in vaders werk,
daarvan moesten kinderen geen flauwe
notie hebben. Een kind verwerkt zulke din
gen op kindermanier en daar bij' hen nog
geen of weinig tusschenwegen zijn, geldt
er slechts dit eene.- alles of niets. In hun
romantischen geest komen herinneringen
aan kinderverhaaltjes waarin dadelijk spra
ke was van broodgebrek, en menig kind
dat een ietwat zorgelijken aard heeft, zal
de gesprekken der ouders over de financieele
moeilijkheden met het allerergste: honger
en geen onderdak, in verband brengen.
Hierbij ligt de schuld dan niet aan de ver
haaltjes, die op zichzelf vrij onschuldig
zijn, en zoo noodig zijn voor het ontwikke
len der kinderfantasie, maar aan de ouders,
die niet bedenken, dat deze groote-men-
schenzorgen niet voor kinderen bestemd
zijn.
Soms kan men den indruk krijgen, dat op
voeden van kinderen in hoofdzaak betee-
kent: zelfbeheersching der ouders. Wie zich
daarin eenmaal goed heeft geoefend, zal'ook
niet bang behoeven te zijn, dat de kinderen
thuis van de ouders dingen leeren die hun
karakter kunnen bederven. Het is dan ech
ter de groote kunst om de invloeden van
buiten, waar onvermijdelijk slechte bij zul
len zijn, in goede banen te leiden.
E. E. J.—P.
En die is kleurrijk en wonderlijk in al haar
schakeeringen. Neem haar in u op, laat haar
op u inwerken.
En wie weet, als u na uw reis uw huis weer
betreedt, de gordijnen ophaalt en de kamers
rond kijkt, of dan niet tijdens uw afwezig
heid alle vooroordeelen en bekrompen ge-
dachtetjes gevlucht zijn.
En als dat. zoo is dan bent u werkelijk
op reis geweest!
BEP OTTEN.
Hoe men de kleuters bezig houdt
EEN LAMPEKAPJE.
Verleden week zijn wij met de papiereri
kraaltjes begonnen. Niet alleen voor arm
band of kettfng, maar voor verschillends
andere doeleinden zijn deze kraaltjes nog te
gebruiken. De oude kraaltjes kunnen ons
helpen bij de afwerking van gordijntjes eri
dan doen zij dus eenigszins dienst als
franje. Ook aan kleedjes kan men deze aar
dige versiering aanbrengen. Wel wisselt'
men de papieren kraaltjes door houten
ronde of vierkante kralen af, daar deze-
met elkaar natuurlijk een aardiger geheel
geven,
Neem liefst geen ovale houten kralen",
daar de papieren kraaltjes de ovale vorn^
reeds aannemen.
Ook lampekapjes kan men met een kra>-
lenversiering afwerken. Ik laat u hier twee
verschillende modelletjes zien. Wij zullen
beginnen met het kapje ïn elkaar te maken
en nemen hiervoor stevig doorschijnend
papier, b.v. wit, zacht geel, anclers laat de
kap niet voldoende licht door.
Het kapje wordt
volgens afbeel
ding a. uitge
knipt. De kanten
b. en c. worden
op elkaar dicht
geplakt, men rolt
dus hiervoor het
papier zoo, dat
de rechte zijden
over elkaar ko
men. U kunt de
grootte van het
kapje zelf geheel uitkiezen. De papieren
kraaltjes worden nu in orde gebracht en
wanneer zij opgerold zijn brengt men een
laagje vernis er op aan. Ook voor het kapje
staat het weer aardig de papieren kraaltjes
door een ander soort
kralen te laten afwis
selen, op verschillende
manieren kan men
nu de kraaltjes ver
werken, zooals afbeel
ding d, waar de kraal
tjes als franje aan het
kapje hangen of men
kan volgens afbeelding
e de kralen op het kapje verwerken. Beide
geven een aardig .geheel. Wel moet voor een
goede kleurencombinatie gezorgd worden.
De modelletjes zijn in de Tijdingzaal van
ons blad te zien.
W. R.
Voor gestoofde komkommers neemt men op
6 komkommers 3 kopjes vocht van de kom
kommers, 1 2 kopje azijn, 2 platte 1 pels
bloem en twee lepers boter. Men schilt de
komkommers dun en snijdt ze in vieren :n de
lengte. Desnoods de bittere punten weg
snijden. Vervolgens haalt men met een
zilveren lepel het zaad eruit en werpt dat
weg. Dan de komkommers in stukjes van
ongeveer 'n halven vinger lengte snijden. In
zoo min mogelijk kokend water laat men ze
gaar koken, wat ongeveer een kwartier
duurt. In een vergiet uit laten druipen en het
vocht opvangen. Van het kom kommer nat en
de azijn bereidt men een saus met bloem en
boter, net als bloemkoolsaus) waarin men
ten slotte de komkommers nog een kwartier
tje na laat stoven.