BINNENLAND
TWEEDE KAMER.
OOTBfiOO'D
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 2 JULI 1930
1 Juli.
Kleine ontwerpen. De nood
In de binnenschipperij. Het
suikcrwetje.
Zeker teeken van het naderend eind der
werkzaamheden is eenerzijds het fragmen
tarische van het samenkomen der Kamer,
telkens twee dagen, en is anderzijds het
moeten afdoen van talrijke kleine ontwerp -
jes, waaraan met man en macht door de
Kamer is gewerkt en niet minder door de
ministers om ze nog als rijpe vruchten te
Oogsten voor de groote zomerrusttijd een
aanvang neemt.
Die ontwerp jes lokken vrijwel nooit dis
cussies uit. Wij sommen dan ook maar weer
het voornaamste op. Twintig mensohen zul
len. wanneer ook de Eerste Kamer het goed
vindt, aan de schare der Nederlanders wor
den toegevoegd. Nog eens: welkom vreemde
ling! Alsof wc nog niet genoeg aan overbe
volking lijden
Voorts heeft de Kamer het goedgekeurd,
'dat er een renteloos voorschot uit 's Rijks
kas geschonken wordt om de tramwegen van
Amsterdam naar Edam en van Schouw naar
Purmerend voor electrische beweegkracht in
te richten. Hier klaagde de R.-K. heer v. d.
Bilt de Kamer kent ook een liberale heer
v. d. Bilt er over, dat de tramlijn van
Alkmaar naar Purmerend zou worden opge
heven door het voorstel. Waarom klaagt ge
zoo informeerde Mr. Reymerde streek,
waardoor de tram rijdt is dun bevolkt, maar
die bevolking wordt niet aan zich zelf over
gelaten: zij krijgen een autobusdienst. Daar
legde de heer v. d. Bilt zich bij neer. Al ging
t wat noodgedwongen.
De Kamer heeft schoolverslagen, met een
'goedgekeurd commissie-verslag, gehonoreerd,
armbestuursverslagen en Rekenkamerver
slagen. Opnieuw is Leiden voor zoover mo
gelijk „uit den brand" geholpen, wegens het
verloren gaan van vergunningen, welke op
grond van de Hinderwet waren verleend. De
maatregelen tot het verkrijgen van een
juiste bedrijfsstatistiek vonden'bij de Kamer
Instemming, evenzeer een vriendschapsver
drag met Perzië, een aihitrage-verdrag met
Roemenië en het ontwerp tot goedkeuring
van de toetreding van ons land tot het in
December 1924 te Brussel gesloten contract,
betr. het geven van gelegenheid aan sche
pelingen ter koopvaardij om zich voor ge
slachtsziekten te doen behandelen.
De interpellatie van het Jongste Kamerlid
althans in functie-dagen van den s.-d.
heer de Boer over den noodtoestand in de
binnenschipperij, is geen onverdeeld succes
geworden. De oorzaak daarvan was allereerst
het onderwerp, ten tweede, dat werkelijk de
regeering niet veel kan doen op het oogen-
blik en in de derde plaats, dat de heer de
Boer, die zich ontegenzeggelijk duchtig en
deugdelijk documenteerend had voorbereid,
te veel nog aan zijn papier vast zat, waar
door de interpellant geen blijvende belang
stelling voor zijn voordracht vermocht te
trekken. Bovendien riep de Interpellant geen
parlementaire deining te voorschijn; slechts
de heeren Duijmaer van Twist en Bakker
mengden zich in de discussie.
De heer de Boer stelde aan minister Ruys
de Beerenbrouck de volgende vragen:
I. Is het de Regeering bekend, dat als ge
volg van de algemeene malaise sedert gerui-
men tijd groote werkloosheid heerscht in het
toinnenscheepvaartbedrijf en wel in zoo erge
mate. dat in vele schippersgezinnen gebrek
wordt geleden?
IL Is het de R'egeertng tevens bekend, dat
aanvragen van noodlijdende binnenschip
pers om ondersteuning bij de betreffende ge
meentelijke instellingen in de meeste geval
len worden ter zijde gelegd, zoodat zij prac-
tisch van eiken onderstand, in welken vorm
ook, zijn uitgesloten?
m. Acht de Regeering onder deze om
standigheden het niet noodzakelijk, dat van
Rijkswege een speciale steunregeling in het
leven wordt geroepen?
IV. Is de Regeering bereid een steunrege
ling tot stand te brengen en deze ten spoe
digste in werking te doen treden, eventueel
in overleg met de gemeentebesturen, waar
door in den bestaanden nood afdoende wordt
voorzien?
De sprekers waren 'fc er allen over eens,
dat de binnenschipperij geen lucratieve tijden
meemaakt. De heer Duymaer van Twist noem
de als scherp voorbeeld, dat de schippers in
de toch zeker niet ijs-vrije winterperiode van
het vorig jaar nog meer vrachten hadden ge
had dan dit jaar. De oorzaken voor die slechte
tijden? Zijn ze ver te zoeken? Neen na
tuurlijk oef én t de algemeene malaise ook
haar drukkenden invloed op de binnenvaart
die immers wel slechter moet gaan, wanneer
het 't economisch leven slecht gaat. Maar er
is nog een andere oorzaak! En die heeft min
der kans op verandering. Dat is het steeds
toenemend vervoer op den weg met auto*
bussen: dat is het vervoer op de spoorbanen,
hetwelk men op alle mogelijke manieren
tracht op te voeren door lage tarieven. Zoo-
als b.v. de vrachtverlaging voor aardappelen,
die den landbouw moet helpen. Daarover
waren de heeren de Boer en Duijmaer wel
zeer gebelgd: dat men, om de eene bevoklings-
groep te helpen, een maatergel neemt, die
een andere groep n<xg dieper in de put dringt.
Intusschen zoo vroeg minister Ruys
staan wij bij het overvleugelen van het
scheepsvervoer door het snellere weg* en
spoorwegvervoer niet voor economische wer
kingen, waarbij het onnatuurlijk zou zijn, ze
tegen te houden, wijl dit ongezonde bedrijven
zou in het leven houden, wat nooit anders
dan verkeerden invloed hebben kan op hee^
het Nederlandsche economische samenleven?
De interpellant deed een poging om aan
de malaise in de binnenschipperij tegemoet
te komen door, gelijk vermeld, van de re
geering een steunregeling te vragen voor in
nood zijnde schippers. De regeering was het
met die poging niet eens, de heer Duymaer
van Twist niet en ook niet de heer Bak
olie minister betwijfelde of het wel moge
lijk zou zijn een steunregeling voor schippers
in het leven te roepen hier zouden zich
velerlei practische bezwaren opdoen maar
ook wilde hij, de gevaren van de mogelijkheid
van een oneconomische daad niet voorbij
ziend, vóór hij een definitief antwoord gal,
het resultaat vernemen van een onderzoek
naar den nood in de binnenschipperij, dat
door gemeentebesturen der noordelijke pro
vinciën wordt ingesteld.
J De lieer Duymaer van Twist zag veel meer
heil in het afschaffen van allerlei scheep
vaartrechten (bruggelden, havengelden, enz.)
rechten, waaraan het verkeer op den weg in
het geheel niet onderworpen is: daar de ten-
denz om van alle tollen-hinder verlost te wor
den.
De heer Duymaer scheen vooral op Haar*
lem gebeten waarvan hij dan ook elk jaar
bij de behandeling van de begrooting van
Binnenlandsche Zaken blijken doet. Maar
eilacie, was de heer Duymaer niet aan het
verkeerde adres bij de regeering? Moet hij zich
niet veeleer tot de gemeenten wenden met
zijn klachten over de scheepvaartrechten?
De heer Bakker kenschetste de schippers
als „kleine zelfstandigen" waarvoor men, niet
alleen om de consequenties, bijv. voor de
kleine landbouwers, geen steunregeling in het
leven roepen kan.
Een motie-de Boer, die om het ontwerpen
van zulk een steunregeling vroeg, werd ver
worpen met 5119 stemmen. Alleen de sd-
fractie stemde vóór.
Ja en toen kwam het langverwachte
suikerwetje aan de orde. Er zijn heel wat
sprekers ingeschreven, maar na de vier, die
vanmiddag werden afgewerkt de heeren
Braat, v. d. Sluis, Fioris Vos en Bierema
kan de behandeling morgen toch wel ge
reed komen.
Wat het wetje, dat door Mr. de Geer ver
dedigd zal worden, bedoelt, geven we in enkele
trekken nog weer:
De voorgestelde maatregel bedoelt voortaan
van consumptiesuiker een invoerrecht te
heffen van f 2.40 per 100 K.G. Deze heffing
zal de suiker, welke fiscaal thans in een uit
zonderingstoestand verkeert, gelijk stellen
met andere aan accijns-onderworpen artike
len: zout, bier, tabak, gedistilleerd. Van al
deze artikelen wordt, bij invoer, een recht
geheven, iets hooger dan de accijns op het
binnenslands-gewonnen product. Bij suiker
geschiedt dit tot heden niet. Het suikerwetje
bedoelt de geïmporteerde suiker aan een
overeenkomstigen regel te onderwerpen. Dit
heffen van een invoerrecht van f 2.40 per
100 K.G. wil geen omgooien van het econo
mische roer zijn het wordt fiscaal ver*
dedigd, daarom ook door Mr. de Geer toch
kan het den bietenbouwer helpen. Want de
vermoedelijke stijging van den prijs van de
binnenlandsche suiker, met een bedrag, gelijk
aan het te heffen invoerrecht, kan den ver
bouwer ten goede komen.
De heer Braat is vóór het ontwerpje. Hij
verwacht er wel niet veel van, maar als
Plattelander kon hij toch ook niet tegen*
stemmen. Hij had liever een „betere" maat*
regel genomen gezien radicaler zou hij in
ieder geval geweest zijn de maatregel om
minimum-prijzen vast te stellen voor land
bouw producten.
De heer Fioris Vo sis tegen het ontwerpje:
hij ziet er kort en goed protectie in en hij
wil blijven bij den vrijhandel.
Ook de S.-D. heer v. d. Sluis ziet in het
ontwerpje een stuk protectie, ook al wordt
het als een fiscale maatregel door de regee
ring voorgesteld. Een ontwerp om de land
bouwers te helpen, kort en goed.
Waar dit het doel was, waarom is de regee
ring zoo vroeg de heer v. d. Sluis, dan
niet met een algemeen plan van steun geko
men? Waarom dan nu een politiek van tel
kens een- lepel: thans een lepel suiker?
Overigens gelooft de heer v. d. Sluis niet,
dat de boeren door het ontwerp veel gehol
pen zullen worden. Hij heeft daarvoor twee
overwegingen. Allereerst zegt hij, dat op de
bietsuiker toch verloren zal worden, omdat de
wereldprijs nog beneden den kostprijs ligt
en men de binnenlandsche markt niet reser
veert voor onze bietenbouwers. In d-e tweede
plaats verwacht hij (met den heer Colijn in
diens nota) van de verhooging van den sui
kerprijs een versterking van den uitzaai:
nog steeds is met prijsverhooging uitzaai-
versterking gepaard gegaan. De heer v. d.
Sluis acht nu een regeeringwaarborg noodig,
om den uitzaai binnen de perken te houden.
De heer Bierema daarentegen, die verklaar
de, dat hij met zijne geheele fractie vóór het
wetje zal stemmen, geloofde, dat de bieten
bouwers, willen zij van het wetje voordeel
hebben, zelf wel zoo verstandig zullen zijn,
om den uitzaai binnen de perken te houden.
Dat is zei hij een conditio sine qua
non, om het wetje te doen slagen. En wel
als gevolg van de vrijheid van invoer van
bultenlandsche ruwe suiker, die hier kan ge
raffineerd worden.
De heer v. d. Sluis gelooft, dat de boeren,
om steeds sterkere bescherming zullen gaan
roepen. En acht het voorstel in strijd met
Genève, waar juist geadviseerd is, niet te veel
beschermende maatregelen onder fiscaal op
schrift te nemen.
De S.D. landbouwdeskundige wil overigens
met het ontwerpje alleen meegaan onder
voorwaarde, dat de suiker-accijns met f 2.40
verlaagd wordt, ten einde den heer de Geer
het verwachte extra-tje van 6 millioen niet
te geven, omdat het compenseerende recht
beteekent: verhooging van den indirecten be-
lastingdrukDe heer v. d. Sluis diende ter
zake een motie in.
Tenslotte zette Dr. Bierema tegen het ver
wijt, alsof het ontwerpje bescherming betee
kent, dat het compenseerend recht voor sui
ker steeds door Mr. Van Gijn is aanbevolen,
die daarin voor de suiker een maatregel
zag, welke het geheel van onze fiscale hef
fingen vervolledigt, geene hiaten laat.
Zou mr. Van Gijn er voor geweest zijn,
wanneer een compenseerend recht, bescher
ming had beteekenó? zoo vroeg dr. Bie
rema.
INTIMUS.
GOEDERENWAGENS AAN DEN
ROL.
KLEINE ONTSPORING HET GEVOLG.
Te Ede zijn Maandag tegen 6 uur eenige
goederenwagens van de Ned. Spoorwegen, door
onbekende oorzaak in beweging gekomen. Met
vrij groote vaart bewogen zij zich in de rich
ting van blokpost 20 naar het station S.S.
Eenig stationspersoneel zag de wagens naderen
en wist den overwegwachter van den zeer
drukken overweg nabij 't station schreeuwen
de te beduiden, de boomen neer te laten,
aldus lezen wij in de N.R.C. Enkele meters
vóór de spoorwegovergang, liepen de wagens
op een stootblok tengevolge waarvan de
eerste twee wagens ontspooredn en de rest
tot stilstand werd gebracht. De materieele
schade was gering. Het verkeer werd over een
zijlün geleid.
HET NIEUWE SPOORBOEKJE.
DE MINISTER VERDEDIGT BEIDE
UITGAVEN.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
Van der Waerden betreffende het nieuwe
spoorboekje heeft de minister van Water
staat geantwoord, dat de Spoorwegraad over
deze uitgave niet gehoord is, door de tegen
woordige uitgave is echter tegemoet gekomen
aan den meermalen geuiten wensch tot aan
vulling en uitbreiding van de vroegere reis
gidsen.
Het gehalte van den kleinen gids, welke
overeenkomt met een tot dusver verkrijgbaar
gestelde en blijkbaar gewaardeerde particu
liere uitgave, is niet zoodanig, dat de groote
meerderheid der afnemers er door moest
worden gedupeerd. Dat de groote meerder
heid dier afnemers zich den grooten gids
heeft aangeschaft is dan ook niet juist.
Wat den prijs van den grooten gids betreft, zij
vermeld, dat dit boekwerk beneden kosten-
den prijs verkocht wordt. In vergelijking
met het buitenland kan de prijs van 50 cents
niet hoog genoemd worden.
DE WIJZIGING VAN HET
MUZIEKAUTEURSRECHT.
VOORLOOPIG VERSLAG VERSCHENEN
Verschenen is het voorloopig verslag over
het wetsontwerp tot wijziging van de
Auteurswet 1912 met het oog op bemiddeling
inzake muziekauteursrecht.
Vele leden waren van oordeel, dat in de
toelichting tot het voorstel de noodzakelijk
heid van ingrijpen door den wetgever niet op
afdoende wijze is aangetoond.
Op zich zelf wijst het bestaan van twee
bureaux niet op een onbevredigenden toe
stand. Wel worden allerlei beschuldigingen
geuit van de Buma tegen de Sacem en om
gekeerd; doch men meende, dat het niet op
den weg der Kamer kan zijn gelegen, zich in
een beoordeeling daarvan te begeven.
Aannemende dat de noodzakelijkheid van
wettelijk ingrijpen inzake de bureaux voor
muziekauteursrecht zal kunnen worden aan
getoond, konden vele leden zich toch met
den vorm waarin zoodanige wettelijke rege
ling thans wordt voorgesteld bezwaarlijk ver
eenigen.
Vele leden hadden er ernstig bezwaar
tegen, dat in het voorgestelde artikel 30a der
Auteurswet omtrent den omvang en de strek
king van het toezicht niets anders wordt be
paald, maar deze zaak geheel wordt overge
laten aan een algemeenen maatregel yan
bestuur.
Het voorschrift om het doen werken van
een bemiddelingsbureau voor muziekauteurs
recht aan een vergunning te binden, ont
moette op zdcli zelf bij verscheidene leden
verzet.
Mocht het de bedoeling van de regeering
zijn door middel van dit concessiestelsel te
komen tot één bureau met monopolie
positie dan wenschten vele leden daartegen
principieel bezwaar te maken.
Gevraagd werd in verband hiermede, of
de minister zijn ambtgenoot van buitenland-
sche zaken ten aanzien van dit wetsontwerp
heeft geraadpleegd, en of het juist is, dat
vanwege de Fransche regeering en naar
enkele leden hadden vernomen ook van
wege een andere regeering bezwaren zijn
ingebracht.
Gevraagd werd. of uit de toekenning van
een monopolie aan Buma niet ook ernstige
bezwaren zouden voortvloeien met het oog
op de internationale zijde van het muziek
leven.
Dat de Buma zonder hulp van den wet
gever niet zou kunnen blijven bestaan, werd
niet toegegeven.
Vele andere leden konden zich met de
hierboven weergegeven beschouwingen niet
vereenigen.
Volgens verscheidene hunner dient slechts
de waarborg te bestaan, dat Nederlandsche
muziekauteurs en muziekuitgevers vrij zijn
om zich desgewenscht in een Nederlandsche
instelling te vereenigen ten einde door die
instelling, waarin zij in belangrijke mate
zeggenschap hebben, althans kunnen hebben,
de hui\ toekomende auteursrechten te doen
innen.
Deze vrijheid dreigen zij. komt de wetgever
niet tusschenbeide, te verliezen.
Men zag niet in, dat door Frankrijk ot
eenig ander land gegronde bezwaren! zouden
kunnen worden gemaakt tegen een zoo
danige nationale regeling van een aange
legenheid.
Overigens wenschen deze leden uitdrukke
lijk te verklaren, dat de nationale Instelling
als door hen bedoeld, geenszins de Buma zou
behoeven te zijn, het zou ook een nieuwe
organisatie kunnen zijn.
KENT HET DEPARTEMENT
VOLTAIRE?
UITZENDING DER VRIJDENKERS
VAN GERING GEWICHT.
Op vragen van den heer Wijnkoop:
Wil de minister meedeelen, wat de re
geering aanleiding heeft gegeven zoodanige
dingen te laten doen of na te laten, die er
wel toe moesten leiden, dat de Vrijdenkers
Radfo-omroep gedwongen was afstand te
doen van zijn voornemen tot een uitzending
ter herdenking van het overlijden van Vol
taire op 30 Mei jl.?
Is de minister bereid te bevorderen, dat de
secretaris van den Radioraad en althans één
ambtenaar ten departemente in de toe
komst weten wie Voltaire Is, en zoodoende
in den vervolge dergelijke moeilijke vraag
stukken met bekwamen spoed door de regee
ring kunnen worden behandeld?
heeft de minister van Waterstaat geant
woord
dat hij de V. R. O. bij zijn brief van 23
Mei 1930, berichtte, dat hij de bedoelde uit
zending niet van zoodanig gewicht achtte,
dat in afwachting van de totstandkoming
van de definitieve verdeeling van den zend
tijd voor de bijzondere omroepen, waarom
trent het advies van den Radioraad is ge
vraagd aan de op 30 Mei uitzendende
algemeene omroepvereenigingen, welke niet
bereid waren de gewenschte uren vrijwillig
af te staan, afstand van zendtijd moest wor
den opgelegd.
Ten aanzien van de tweede vraag merkt
de minister nog op, dat vraagstukken als
door den steller der vragen bedoeld, steeds
zoo spoedig mogelijk worden behandeld,
zoowel bij den betrokken dienst, als, naai
de ervaring leert, bij den Radioraad. die
ook in deze aapgelegenheid moest worden
gekend.
HET VOEDINGSCIJFER VAN WITTEBROOD is nog altijd 17 lager dan van
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct«. per regel.
ARS*
DE MAN MET DE DUBBELE
SMOKING.
VRIJGESPROKEN VAN ZAKKEN.
ROLLERIJ.
De Haagsche rechtbank deed Dinsdag uit
spraak in de zaak van den gedetineerden
Armeniër, verdacht van zakkenrollerijen in
den Prinsesse Schouwburg te 's-Gravenhage.
De rechtbank achtte de ten laste gelegde
feiten niet bewezen en sprak verdachte vrij,
waarbij zijn onmiddellijke invrijheidsstelling
werd gelast.
HET ADRES VAN „DE VRIJE
LUISTERVINK".
20.000 ADHAESIE-BETUIGINGEN.
Naar dr. Max Juda aan de Tel. heeft mee
gedeeld, zijn door hem thans reeds meer dan
20.000 bewijzen van adhaesie ontvangen aan
het adres dat de vereeniging „De Vrije Luis
tervink" aan de Koningin heeft gezonden.
Van het Dagelijksoh Bestuur van de A.V.R.O.
ontving het bestuur van ,De Vrije Luister
vink" een hartelijk gesteld telegram, waarin
de groote erkentelijkheid wordt uitgesproken
voor de waardige strijdmethode dezer orga
nisatie van onpolitieke luisteraars en waar
in haar succes wordt gewenscht voor het
welslagen van het massa-adres.
DE STUDENTENBALDADIGHEID
TE AMSTERDAM.
HET O. M. IN HOOGER BEROEP.
Naar het Hbld. verneemt heeft het O. M.
bij de Rechtbank te Amsterdam, mr. Mas-
sink, die drie weken onvoorwaardelijke ge
vangenisstraf had gevorderd tegen de stu
denten, die een inval hebben gedaan in het
Koninklijk Paleis te Amsterdam tegen het
vonnis, waarbij zij tot 3 weken voorwaarde
lijk zijn veroordeeld, hooger beroep aange-
teekend, aangezien hij de uitgesproken straf
te laag acht.
DRASTISCHE BEZUINIGINGS
MAATREGELEN.
ADVIEZEN IN HET BEGROOTINGS-
VERSLAG
Het afdeelingsverslag van den Volksraad
over de algemeene beschouwingen in de ont
werpbegroting voor 1931, nopens den finan-
cieelen toestand bevat, volgens de N.R.C., be*
halve zeer uiteen loopende beschouwingen over
de ramingen der regeering, een lange reeks
aanbevelingen tot verhooging der inkomsten
en verlaging der uitgaven, waarvan de voor
naamste zijn: De invoering van een belasting
op Sumatra-tabak en van vermogens** en sua
cessiebelasting, een heffing van 10 procent der
netto-winst, instede van 4 procent der bruto
winst van de petroleum-industrie, de afschaf
fing van den Raad van Ned.-Indië, de in
krimping van het College van Gedelegeerden
van den Volksraad, een «beperking van het
aantal overplaatsingen en dienstreizen en
de tijdelijke stopzetting der buitenJandsche
verloven.
NASPEL VAN DE SCHAT-
GRAVERIJ.
STRAF DER POLITIE-AGENTEN
INGETROKKEN.
Naar Het Volk verneemt is de straf van
inhouding van twee verlofdagen voor de
beide politieagenten die aan de grap bij de
schatgraverij te Zaandam meegedaan hebben,
door burgemeester Ter Laan ingetrokken.
FILIAALHOUDERS EN HET
WERKTIJDENBESLUIT.
ZIJ ZIJN VERANTWOORDELIJK.
Op 1 April J.l. heeft de Amsterdamsche
kantonrechter Mr. S. L. G. den Hartog een
procuratiehouder van de Winkelvereeniging
V.A.NA, tot een gulden boete veroordeeld
wegens het niet zorgen dat een arbeidslijst
hing in een van de zaken, toen daar arbeid
werd verricht door een alleen-werkenden fi
liaalhouder. De raadsman van den procura
tiehouder, Mr. F. W. Meijer ging van dit
vonnis in appèl op gronden, die in een
schriftelijke memorie ter kennis van de
rechtbank zijn gebracht.
De Officier van Justitie Mr. C. van Arkel,
vroeg t. a. v. het niet hebben van een ar-
beidsregister ontslag van rechtsvervolging.
Voor het niet hebben van een arbeidslijst
eischte het O.M. bevestiging van het vonnis
van den Kantonrechter met overneming van
diens gronden.
De Rechtbank overwoog Maandag in haar
vonnis het volgende:
Wat betreft het niet hebben van een ar-
beidsregister verklaarde de rechtbank de
dagvaarding nietig, als niet bevattende een
tenlastelegging volgens het Wetboek van
Strafvordering. Het niet hebben zorg gedra
gen dat in een winkel waar arbeid wex*d ver
richt, een arbeidslijst was opgehangen, achtte
de rechtbank bewezen. Zij was van oordeel,
dat overmacht in dezen niet aanwezig was,
daar niet was komen vast te staan, dat het
bedrijf, waar verdachte als procuratiehouder
werkzaam was, n.l. de winkelvereeniging
VA..N.A. ten onder zou gaan, als de hier in
geding zijnde bepalingen der arbeidswet en
van het winkelwerktijdenbesluit niet werden
nageleefd.
Op deze en andere gronden veroordeelde de
rechtbank, na vernietiging van het vonnis in
eersten aanleg en opnieuw rechtdoende, den
verdachte tot ëen gulden boete, subs. 1 dag
heciitenjs,
DIEFSTAL TEN NADEELE VAN
HET RIJK?,
AANKLACHT TEGEN EEN
AANNEMERSFIRMA.
Naar de „Voorwaarts" meldt zou een ar
beider werkzaaam bij de N.V. v.h. Van Za-
nen en Verstoep te Gouda een aanklacht
tegen deze aannemersfirma hebben inge
diend wegens diefstal ten nadeele van het
Rijk. De diefstal zou gepleegd zijn bij een
voor het Rijk in uitvoering zijnd werk, door
het niet geheel vullen van de kipkarren, die
een kubieke Meter grond moesten bevatten.
Er zouden ook meer treinen zijn opgegeven
dan vervoerd zijn.
In deze zaak heeft de justitie reeds een
onderzoek ingesteld, doch naar de aanne
mersfirma meedeelt is van de juistheid van
de bewering tot nu toe niets gebleken.
DE LOONSVERLAGING DER
DIAMANTZAGERS.
DOOR DEN A. N. D. B. AANGENOMEN.
Zooals reeds werd bericht heeft de vak
groep der zagers van den AU.D.B. op 26
Juni 1930 besloten de voorstellen der Zagers-
patroonsvereeniging tot verlaging der loonen
met ongeveer 25 pet. af te wijzen.
De Bondsraad van den A.N.D.B. heeft
Maandagmiddag hierover vergaderd en dit
besluit vernietigd, en bepaald dat de boven
bedoelde voorstellen aanvaard en op 1 Juli
1930 ingevoerd zullen worden.
De Bondsraad werd daarbij geleid door de
overweging, dat de scherpe concurrentie, die
het buitenland de Nederlandsche nijverheid
aandoet, handhaving der zagersloonen op het
bestaande peil onmogelijk maakt en dat zelfs
het voortbestaan der zagersbranche bij zulk
een handhaving ernstig gevaar zou loopen.
JONGEN IN EEN ZWEMBAD DOOD
GEBLEVEN.
In het zwembad de Toekomst te Lonnekeï
fs een 15-jarige jongen verdronken, waar
schijnlijk doordat hij in het water een hai-t-
verlamming heeft gekregen. Doordat het
druk was in het zwembassin werd de jongen,
pas na geruimen tijd vermist.
BLOEMENTENTOONSTELLING TE
DEN HELDER.
Het departement Den Helder en Omstre
ken der Ned. Maatschappij voor Nijv. eil
Handel bereidt uit een oogpunt van bevor
dering van het streekbelang en met mede
werking van de gemeenten Den Helder en
Anna Paulowna tegen het komende voor
jaar een bloembollententoonstelling voor^
waaraan ook de kweekers uit Texel naar
men verwacht zullen deelnemen.
.TEEN DRASTISCHE BEPALING.
Te Utrecht is als eerste slachtoffer van do
verordening tegen het verontreinigen der
straten door reclamebiljetten, een juffrouw die
zoo'n biljet weggooide geverbaliseerd, meldt
Het Volk.
EEN GEVAL VAN TETANUS.
Een garagehouder te Bakkum, die een weck
geleden zoo ernstig met zijn rechterhand
tijdens de reparatie aan een autoveer be
kneld geraakte, dat hij zich onder genees
kundige behandeling moest stellen, is in het
Elisabethsgasthuis te Alkmaar, mede ten ge
volge van het optreden van tetanus (stijf-
kramp) aan de bekomen verwondingen over
leden, meldt het Volk.
Hij laat een vrouw met 4 nog zeer jeugdige*
kinderen achter.
*N GOED VERSTOPTE VERSTEKELING.
Met het Noorsche stoomschip Balto is to
Rotterdam uit Archangel aangekomen een
Rus, die de reis als verstekeling heeft mee
gemaakt. Hij heeft zich, toen het schip werd
geladen, tusschen de balken van de houtlading
verstopt. Al spoedig werd hij ontdekt maar
het was onmogelijk den man uit de lading
te voorschijn te brengen, lezen wij in de N.
R. C. Via een luchtkoker is hij van eten
voorzien. Zoo heeft hij meer dan een maand
in een enge ruimte tusschen de lading door
gebracht. Als hij bevrijd is, zal hij ter be*
schikking van den vreemdelingendienst
worden gesteld.
JUBILEUM VAN „HET ELFDE".
Te Nijmegen is Dinsdag het 25-jarig bestaan
van het 11de regiment infanterie gevierd.
EEN VLIEGTERREIN BIJ EINDHOVEN.
Naar gemeld wordt zijn de nieuwe plannen
ott het stichten van een vliegterrein in de
buurt van Eindhoven zoover gevorderd, dat
deze week nog de definitieve vaststelling
van de plaats, waar het terrein zal komen, te'
verwachten is.
VEROORDEELING WEGENS MOORD OP
EEN ASSISTENT.
De Landraad te Tebingtinggi heeft, naar
Aneta meldt, den dader van den moordaan
slag op den assitsent Quivooy van de onder*
neming „Tandjong Maria" van de te Den
Haag gevestigde N.V. Soengei Lipoet Cultuur
Mij., veroordeeld tot een gevangenisstraf van
drie en een half jaar, waarin verdachte be«
rustte.
BRUG UITGEZET DOOR DE WARMTE.
Maandagmiddag was het ijzer van de spoor
brug over het kanaal door Zuid-Beveland
nabij het station Vlaké zoodanig uitgezet dooi
de warmte, dat die brug niet voldoende kon
worden gesloten. De trein van 13 u. 50 naai
Vlissingen en die van 13 u. 57 naar Roosen
daal hebben daardoor 23 minuten vertraging
gehad, meldt de N.R.C.
KINDERVERLAMMING TE BODE
GRAVEN.
Te Bodegraven heeft zich een tweede geval
van kinderverlamming voorgedaan, thans
weer bij een jongen.
VOORZITTER K. v. K. TE ROTTERDAM.
Tot voorzitter der Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor Rotterdam is als opvolger
van wijlen den heer Veder gekozen de heer
ytj A, Ëngelbrecht,