BRIEVENBUS
Aan Allen!
NA '1 SCHOOLREISJE.
Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
—ZEEMAN, Marnixstraat 20.
ZONNEROOSJE. 'k Vond het
echt prettig weer eens wat van jou
te hooren. Op welke Bewaar-chool
ben je? Wil je ook bewaarschool-on
derwijzeres worden? Knap van Je,
dat je ook al je jurken kunt naaien.
Je wedstrijdwerk kwam prachtig op
tijd.
ALPENVIOOLTJE. Wat heb ik
van jou ook in langen tijd niets ge
hoord. Ik wist niet, dat je zoo'n
moeilijken tijd hebt gehad. Hoe gaat
't nu met zusje? Wat zal moeder veel
slapelooze nachten hebben doorge
maakt. Schrijf je me nu de volgende
week nog eens, of de dokter tevre
den is? Ik hoop't zoo voor jullie allen.
MARIE S Er ls al een Theeroos
je. Eigenlijk is ze Oud-Rubriekertje,
maar ik zou haar naam toch niet
graag weg willen geven Zoo af en
toe zul je haar naam toch wel eens
lezen in de Brievenbus. Wil Je nu
een anderen naam zoeken?
IRIS. Houd dezen naam maar.
Ik geloof wel, dat Je heel goed begre
pen hebt, wat de onderwijzer bij 't
afscheid tegen Jullie zei. Zoo is 't ook
kind: de knapsten in de sohoolban-
ken zijn niet altijd de knapsten in
onze maatschappij. Laat dit een
troost voor je zijn nu Je 't laatste
schooljaar nog eens over zult doen.
Ik weet. dat je een paar flinke han
den aan 't lijf hebt en dat ls al van
heel groote waarde om ln 't leven te
Slagen.
BEPPIE. Je mag meedoen en
Bloeder mag je een handje helpen.
MARINIER. Die zus van jou
gaat maar verre reizen maken. Ze
zal heel wat kunnen vertellen, als
ze terug komt. Ik denk, dat ze wel
een ansichtkaart naar huis zal stu
ken.
VOGELKOOPSTERTJE. Jullie
waren zeker wel heel blij met het
bericht uit Engeland. Heb je den
naam van 't schip nog ln de scheeps
berichten kunnen vinden? Je mag
me best tante noemen, als je dat
graag wilt.
BALLEN BREISTERTJE. Daar
leer Je al weer van. als moeder de
fouten verbetert. Is de gymnastiek-
onderwijzer weer terug gekomen?
Was hij weer geheel hersteld? Fijn
dat jullie ringen thuis hebben. Ik
kan me voorstellen, dat je er alle
dagen aan hangt. En wat leuk. dat
er zooveel Jonge eendjes in Jullie
sloot zwemmen, Als Je ze geregeld
voert, zullen ze Je wel kennen. Wan
neer ik met 't nazien klaar kom, zet
lk den uitslag ln deze Rubriek.
PRIMULA. Zwem je nog alle
dagen? Zou Je ln dezen zomer je
proef nog halen? Rugzwemmen valt
niet mee, hè? Altijd maar weer oefe
nen. Heb je nog vaeantleplannen? 7
weker, is een heele tijd. Dat is maar
een heerlijk schoolreisje geweest
DE KLEINE VIOLIST. 't Heeft
hier ook wel gehageld op 22 Juni,
maar toch niet zoo erg als bij jullie.
Ging je hartje een beetje van rikke-
tikke-tik? Ik kan 't me best begrij
pen hoor. Je moest zoo'n ijsbal kun
nen bewaren, hè? Zijn alle ruitjes
weer hersteld? 'k Ileb het wedstrijd -
werk nog niet nagezien, maar 'k zal
er gauw aan beginnen. Misschien lees
Je deze week den uitslag nog.
KORSTJESKNAGER. Ben Je
Woensdag ondanks den regen toch
nog naar Zandvoort geweest? Om te
zwemmen zal 't wel fijn zijn geweest
Je moot deze maand toch vast Je
zwemdiploma halen. Hoe gaat 't op
school? Je gaat toch over?
GRAAF LODEWIJK. Er stond
een stelletje raadsels op Jullie vel pa
pier. waar geen naam onder stond.
BLOEMEN FEE. Wat zal jij naar
2 Augustus verlangen. Hoe gaat 't nu
met de gezondheid? Wat zal je tante
blij zijn geweest, dat ze door *t exa
men was. Je brief wordt van uit
Haarlem s Dagblad me altijd wel
toegezonden. Dat heeft moeder goed
geraden.
KONINGIN LENTE. Ja. ik kan
wel weer wat raadsels gebruiken. De
Jouwe waren goed, maar er waren er
enkele bij. die al ln de Rubriek heb
ben gestaan. Ik zal 't zaakje wel uit
zoeken.
W. v. d. L. Prettig voor je. dat je
van de Ernst Sillem-Hoeve al vast
een welkomstgroet hebt ontvangen.
Wat was dat een aardige kaart van
JUrk. Wel bedankt- Ik dacht niet, dat
't daar nog zoo levendig wa3.
PAPAVERTJE. je raadsel is
goed.
NEVADA en UITLOOPER. Is Ne
vada nu door den moeilijksten tijd
heen op school? Wat zal dat taal
schrift van Uitlooper er keurig uit
zien. Staat onder ieder lesje een cij
fer? Heb je 't heele boekje al uitge
lezen van Ot cn Sien?
W. L. Nu moet er zeker nog
flink gerepeteerd worden voor de
uitvoering? De patiënten zullen jullie
zeker met vreugd verwachten, 't Is
zoo'n heerlijke afwisselin ln 't ge
stichtsleven. Wat heb je genoten hè
in 't Concertgebouw. Je dacht zeker:
zoo moesten wij 't ook kunnen, 't Is
vanzelf sprekend, dat er nu weinig
lezertjes zijn. 't Mooie zomerweer
roept ons allen naar buiten.
DE KLEINE ZEEMAN. Jij bent
geloof ik een vlugge lezer, ls 't niet
zoo? Mocht je de boeken van Zwart -
kijkertje ook lezen? Die dubbele
nummers 3 was per ongeluk. Je
raadsels zijn goed.
ZWARTKIJKERTJE. Wat zingt
dat hondje op je postpapier ook
dapper mee. Ik denk toch wel, dat
't hondenmuziek ls. Schrijf je op dit
leuke postpapier ook wel eens een
brief aan grootmoeder?
EPENAARTJE. Je vindt het ze
ker wel prettig, dat je nog een jaar
tje op school blijft, 't Badpak is
Zondag zeker wel aan geweest. Ik
denk, dat heel wat Rubrlekertjes
dezen zomer zwemmen zullen leeren.
KERSTROOSJE. Als ik tijd en
plaats over heb, zal ik 't wedstrijd-
werk nazien en nog in deze Rubriek
den uitslag plaatsen. Hoe gaat 't
met de zwemkunst? Zijn jullie met
de klaas nog naar Beverwijk en Wijk
aan Zee geweest? In Wijk aan Zee is
't nu ook fijn
RANGEERDERTJE - 't Deed me ge
noegen weer eens wat van Je te hoo
ren. En ik was dubbel blij, dat je me
zulke goede berichten aangaande
vader kon melden. Ik kan me voor
stellen. dat 't een reuze-feest was,
toen vader weer uit 't Ziekenhuis
thuis kwam. Wat zullen die doperw
tjes extra lekker gesmaakt hebben.
Mijn patient is gelukkig ook weer
hersteld. Ik bedank moeder voor de
belangstelling.
DE WOUDLOOPER. 't Doet me
genoegen, dat het boek zoo naar je
zin is. Jij hebt al heel wat mooie
boeken gewonnen, hè. Wat heb je
met de klas een reuze-fijn school
reisje gemaakt. Ben Je boven op den
Jullana-toren geweest? Wat zag je
er komiek uit hè, toen je door den
tooverspiegel keek Hoe laat waren
Jullie 's avonds thuis?
GOUDELSJE. 'k Hoop, dat 't
Zondag echt weer voor Zandvoort
zal zijn. Dan kan 't een gezellig dag
je voor je allen worden. Wat ga je
een heerlijke groote vacantie tege
moet. Misschien wil moeder Onze
Jeugd wel naar de grootouders op
zenden.
GOUDSBLOEM. Je hebt wel
mee mogen loten, maar behoorde
niet tot de gelukkige winners. Je
vindt het 's zomers zeker heerlijk om
naar je tante in den Haarlemmer
meer te gaan. Heeft ze veel kippen?
Mag je ook wel eens ln den winkel
helpen? Hoe oud is Inge?
ALBA. Ben je nog met de klas
naar IJmuiden geweest? En heb je
veel plezier gehad? Wat grappig,
dat kleine zus die tuin-parasol voor
een lampekap aanzag Gaat ze naar
de Bewaarschool?
JUFFERTJE SCHRIJFGRAAG.
Zijn de repetities nu afgeloopen?
Heb je goeden moed voor je rapport
Naar welke Huishoudschool ga Je
straks? Ik denk, dat je dan ook nog
wel huiswerk moet maken, 't Doet
me genoegen dat Je Knipperdolle
tje een mooi verhaal vindt. De boe
ken die je nu uit de Bibliotheek
hebt. ken ik niet. Ja. Pietje Bell is
me bekend. Zijn guitenstreken loo-
pen soms de spuigaten uit.
ZINNIA. Ben Je in Je nopjes
met Je raadselprijs? Waar gaan jul
lie naar toe? Krijg lk de volgende
week een brief, die veel netter ge
schreven is. Ik kon nu wel zien, dat
Je groote haast had.
MOEDERS GROOTSTE HULP. Hoe
gaat 't nu met vader? Ik kan me in
denken. dat de lust tot schrijven Je
in deze moeilijke dagen ontbrak. In
welk rustoord is vader nu? Ik ben
blij voor je, dat je met de klas naar
Loevestein gaat. Dat zal wel een fijn
bootreisje worden. Is broer vandaag
naar Zandvoort geweest? Vervelend,
dat Je onderwijzer zich ook niet
good voelt.
POPPENKIND. En jij bent zoo
heerlijk mot de klas naar Zandvoort
geweest? Fijn hoor. Alle kinderen
mochten zeker pootje baden. Dat
spelen met den bal ging ook natuur
lijk blootsvoets. De dag was natuur
lijk veel te gauw voorbij.
DROOMKONINKJE. Vader is
nu wel in een prachtige, gezonde om
geving. je vond 't zeker heerlijk om
er met moeder en de ooms naar toe
te mogen fietsen. En wat zal va
der ook blij zijn geweest met 't be
zoek. Hoe is 't nu met Pop? Wat heb
ben die hagelsteenen bij jullie huis
gehouden. Hob je daar niet van ge
droomd?
CROCUS. Je hebt een weldaad
aan dien salamander bewezen om
hem maar weer in de sloot te gooien
Als men ons met die warme dagen in
een klein hokje zette, zouden we
ook niet tierig zijn. Geloof je wel?
Is moeder klaar gekomen met de
STUURMAN DRIE. Vader mag
je best met 't oplossen der raadsels
helpen. Wil je er voortaan om den
ken, dat er onder je wedstrijdwerk
altijd Je leeftijd moet staan? Wan
neer krijg je op school vacantie?
MEVR. E. V. G. 't Is niet zoo
gemakkelijk om uw vraag recht
streeks te beantwoorden. Ik raad U
sterk aan eens met den klasse-on
derwijzer van G. te praten. Hij ziet
alle dagen haar werk en haar vorde
ringen. Een voorname factor is zeker
liefde voor kinderen. Maar er is toch
nog meer noodig. Wilt U er eens over
komen praten, dan met genoegen,
's Woensdagsmiddags kunt U mij al
tijd thuis treffen.
TROMP. Zoo Jongen, jij hebt
dus de eerste sport op den maat-
schappelijken ladder gezet. Als 't
werk je goed bevalt, zul je zeker flink
opschieten. Ik kan me best begrij
pen, dat de dood van je Louwen
hond een groot verlies voor Je ls ge
weest. Een hond kan zoo'n groote
vriend van ons zijn. Ik kan me ook
begrijpen, dat je vooreerst geen an
deren hond wilt hebben.
VERGEET MIJ NIETJE. 'k Ben
blij, dat Je me niet vergeten hebt.
Dat doet een vergeet mij nietje ook
niet, Met de mooie zomerdagen is
er zoker ook niet veel aan 't groote
handwerk gedaan. Wanneer moet 't
af zijn?
SNEEUWKLOKJE. 't Was toch
wel prettig, dat JU alle dagen met
de logée mocht wandelen, 'k Ben blij,
dat je ook met de klas mee bent ge
weest naar Schiphol. Dat was wel
een vermoeiend dagje voor je. is er
geen slechte dag op gevolgd?
ALPENVIOOLTJE. Hoe heet
Jullie club? Komen Jullie van den
zomer ook bij elkaar? Of gaan jul
lie dan samen naar buiten? Hoe ls 't
met Je herbarium? 't Is nu de tijd
om het te vullen.
MARTHA. Er zijn al heel wat
bloemennamen. Maar misschien is
er nog wel een enkele te vinden, b.v.
fuchsia, resera, geranium, roos, tu'.p,
hyacinth. Zoek maar uit. Wie zoekt
die vindt.
DE OUDE BOUWMEESTER. Ja
'k herinner me je nog wel. Ben je nu
in Je laatste jaar van de Ambachts
school? En zoek je dan een baas?
Moeder zal wel in haar schik zijn
met al die degelijke artikeltjes, 't Is
maar gemakkelijk, dat je al zoo flink
kunt timmeren.
OLGA. Je vroegeren schuilnaam
heb ik nog maar kort weggegeven.
Ik dacht, dat je je nu te groot voel
de om mee te blijven doen. 'k Ben
heusch heel blij, dat 't toch eigenlijk
niet zoo is. En 't deed me ook genoe
gen te hooren. dat 't Je op de H. B.
S. goed bevalt. Ik zal eens goed in
de krant kijken, of lk je naam ook
tegenkom.
KLEINE APPIE. Laat moeder
je dit briefje maar voorlezen. Ik was
wat blij met die mooie drukletter
tjes. Doe maar goed je best op school
dan mag je gauw Rubriekertje wor
den.
W. BLOMBERG—ZEEMAN
Marnixstraat 20
Knipperdolletje.
door
W. B.—Z.
9)
„Nu moeten we gaan," zei Gljsje.
,Als de Jongejuffrouw zin heeft
nog wat hier te blijven, dan is 't mij
best," zei vrouw Veris. Ze had wel
gemerkt 'dat Mies nog niet aap
naar huis gaan dacht.
,,'t Zal best mogen van Oma," be
weerde Mies tegen Gijs.
„O. best 'k Ben met koffiedrinken
wel thuis. Jullie moeten Immers toch
de kamer doen."
„Vooruit dan maar. 'k Hoop, dat
je grootmoeder 't goed zal vinden,"
zei Gijsje, terwijl ze met haar lee-
ge kleerbakje het erf afliep.
„Wil je ook een pannekoek?" vroeg
de boerin nu aan Mies.
„Graag."
Mies liep net zoo vlug als Knipper
dolletje achter vrouw Veris aan. Op
de deel stond een fornuis en een
dikke blozende boerenmeid was aan
't bakken.
„Dat 's onze Trine," stelde de boe
rin aan Mies voor.
Trines oogen lachten. Eerst zei ze
alleen maar: „Gedag-". Al spoedig
werd ze vrijmoediger en vroeg:
„Van wie ben jij d'r een?"
„Ik ben een kleindochter van Me
vrouw Willes-"
„Mevrouw Willes? Die woont hleij
toch niet op 't dorp?"
„Hoe heb 'k het nou met je? Je
kent de mevrouw van de Schelf toch
wel?" vroeg vrouw Veris.
„Of ik de mevrouw van de Schelf
ken. Die heeft onze Aart verbonden."
„Dat is mijn grootmoeder. Wat
scheelt jullie Aart?"
Terwijl Trine de eene pannekoek
na de andere bakte, vertelde ze hoe
broer Aart vlak bij de Schelf door een
auto van de fiets was geworpen en
toen was de mevrouw van de Schelf
gekomen en had zelf meegeholpen
om Aart in huis te brengen, 't Leek
eerst wel, of hij bewusteloos was.
maar Je grootmoeder bracht hem
gauw bij. Hij kreeg een lap om zijn
been om zijn hoofd en om zijn arm.
Toen de dokter kwam, zei hij zelf?
„Ik kon 't niet beter doen." De dok
ter heeft hem toen in zijn eigen auto
naar huls gebracht. Mijn moeder had
't al van de buren gehoord, maar
ze schrok toch erg, toen ze Aart zag.
't Leek net een lappenpop. De dok
ter stelde moeder gauw gerust en
zei: Er ls niets gebroken of kapot.
Hier en daar zijn wat ontvellingen,
maar een goede verpleegster heeft 't
alles zoo prachtig verzorgd, dat hij
met een paar dagen wel weer klaar
zal zijn."
„Oma is ook verpleegster geweest,"
vertelde Mies.
„Dat kunnen de menschen hier
wel merken," vervolgde vrouw Veris.
„Ze heeft al heel wat wonden ver
bonden."
Mies dacht erover, hoe weinig
grootmoeder daar toch over sprak.
„Je grootmoeder is een bijzonder
mensch," zei vrouw VerLs op emsti-
gen toon. En toen Mies haar aan
zag dacht ze: .,Wat spiegelen die
oogen weer mooi. En ik weet. dat oma
vrouw Veris ook een bijzonder
mensch vindt."
„Jeeg, jeeg," riep nu een stem
achter de deeldeur.
„Kom er maar in," riep de boerin.
Daar stond Knipperdolletje. Zijn
potje, waarin de zeepsop geweest
was, was leeg.
„Wou je nog meer blazen, Knip
perdolletje?" vroeg Mies
„Kipperdolletje." stootte hij uit en
er kwam een blijde glans over zijn
dom gezicht.
„Waar komt hij eigenlijk van
daan?" vroeg Mies zacht aan de
boerin, die al bezig was nieuw zeep
sop te maken.
„'k Zal 't Je zoo dadelijk vertellen."
Maarten kreeg nog een pannekoek
mee en al maar knikkend van blijd
schap hield hij ln de andere hand
zijn zecpsoppot."
„Knappe jongen, hij heeft niet ge
morst," prees zijn pleegmoeder hem,
die ongemerkt achter hem had ge-
loopen.
„Nu eet JIJ een lekkere pannekoek
op, dan zal lk je vertellen, wat lk van
Knipperdolletje weet
Trine was klaar met bakken. De
beslagpot was leeg. De vrouw nam
een bord pannekoeken mee en ging
met Mies naar de woonkamer. Mies
keek haar oogen uit, zoo gezellig, als
't er hier uitzag.
„U hoort ln deze kamer." zei Mies.
En ze lachten allebei. Mies voelde
zich steeds vroolijker worden, als ze
ln de lachende oogen van vrouw Ve
ris keek. Uit de pronkkast werd een
gebloemd bord gehaald. Hier kreeg
Mies haar pannekoek op.
(Wordt vervolgdl.
BIJVOEGSEL'
VRIJDAG
Een rubriekertje schrijft mij: 't
ruikt zoo heerlijk ln onzen tuin. We
denken, dat 't van den vlier komt,
maar 't kan ook van de lii\de zijn."
Ik zou zeggen: 't kan van allebei
komen. Vlier- en lindebloesem geven
een heerlijken zoeten geur. De geur
van lindebloesem is nog heerlijker
dan die van vlier. Laatst hoorde lk
iemand zeggen„Iedereen heeft .wel
vlier zien bloeien, maar lindebloe
sem zag ik nooit." Hoe ls 't mogelijk
he? Lindeboomen zijn toch heusch
niet zeldzaam. Over 't algemeen ziet
men ze wel meer in de dorpen dan
in de steden, maar voor een Haar-
lemsch kind, dat zooveel mooie bui
tenwegen kent, mag de lindeboom
geen vreemdeling zijn.
't Is een echte laanboom, die Je
ln de bosschen nu niet zoozeer aan
treft.
Karei de Groote gaf reeds last om
lindeboomen aan te planten op plei
nen, markten en langs wegen. Van
daar. dat er op dorpspleinen nog zoo
vaak lindeboomen staan. Volgens
een oud volksgeloof beschermt de
linde ook tegen den bliksem. Linde
boomen kunnen eeuwen oud worden.
Vooral de zomerlinde of grootblad-
linde trotseert de eeuwen. De win-
terllnde of klelnblaclllnde wordt
niet zoo oud. Op de boerderijen
tref je nog wel zoo'n ouden
verweerden lindeboom aan. die
verscheidene geslachten heeft zien
gaan en komen. Wat een vogels
hebben al genesteld ln zijn takken.
Het hoort er zoo bijdat de boer en
zijn gezin de mooie zomeravonden
gaan kort-avonden onder de linde.
Vooral, als ze bloeit 1s 't een genot.
De goudgele bloemtrosjes hangen
daar zoo bescheiden tusschen 't dich
te bladerdak. Als Je ln de gelegen
heid bent zoo'n trosje eens van na
derbij te kunnen beschouwen, doe
het dan toch vooral. De 5 kelkblaas-
jes zijn zoo fijn doorschijnend wit,
dat 't geel van de kroonblaadjes er
doorheen schijnt. In 't midden van
de kroonblaadjes wuiven als gouden
veertjes de meeldraden en helmdra
den. Als de wind heel zachtjes
rulscht stuiven ze gouden poeder
naar beneden. En ze geuren, geuren
dag en nacht. Geen wonder, dat bij
en vlinder er op afkomt en meehelpt
om de bestuiving tot stand te bren
gen.
Helaas komen ook de bladluizen
en doen zich tegoed aan 't sappige
groen.
De honing, die uit Unde-nectar be
reid wordt, ls buitengewoon geurig
en fijn van smaak. De linde ls nog
tot veel meer nut. Wie aan houtsnij
werk doet, weet wel, hoe bruikbaar
lindenhout ls. 't Is goedkoop, van
daar dat er kisten, lucifers, klompen
Ja ook wel meubels van gemaakt
worden. De vezels van de bast dienen
voor matten, bindmaterlaal, vlecht
werk. Bladeren en bloesems zijn. af
getrokken, een geneesmiddel, dat bij
drogisten verkocht wordt tegen kou
vatten. Ook voor veevoeder wordt 't
wel gebruikt en ik heb zelfs gehoord,
dat er een heel smakelijke likeur uit
bereid kan worden.
W. B.—Z.
door W. B.—Z.
We zijn glstren uitgeweest van school
Wat hadden we toch een reuze jool,
We gingen te zaam naar den
Dierentuin,
De volgende weeg gaan we weer
naar duin.
We waren dan ln Artls gekomen
En leder had wat meegenomen.
Do papegaaien kregen een nootje
Ze gaven Je dadelijk een pootje.
Eén riep er: Goeien middag saam!
En een ander zei: Lorre Lorre (dat
was zeker zijn naam)
Bij de apen was toch zoo'n vertier.
Die hadden tezamen reuze plezier.
Ze speelden krijgertje op de takken,
Een kreeg zoowaar mijn muts te
pakken,
Gelukkig smeet hij hom weer neer.
Ik paste wel op voor een volgenden
keer.
Bij de wilde dieren was 't benauwd.
Die leeuwen hadden 't vast niet koud
Die oude leeuw was wel heel mooi
Maar voor geen geld kwam lk ln die
kool.
Wat leken die tanden me sterk en
groot,
Eén hap en Je bent vast morsdood.
De beren lagen stil te slapen
En de Ijsbeer deed maar niets dan
gapen.
't Was ook zoo warm dien dag
geweets
Een dier uit 't Noorden lijdt dan 't
meest.
Voor wij naar huis toe zouden gaan,
Gingen wij nog ln 't Aquarium aan.
't Leek daar wel een sprookjesland
Zoo mooi was 't daar aan alle kant.
Eindelijk gingen we huiswaarts toe,
Ik moet bekennen: ik was wel moe.
Ik ben 's avonds vroeg naar bed toe
gegaan.
Ik kon van moeheid haast niet meer
staan.
Ik ben zeker gauw in slaap gekomen.
Maar toen, toen ging ik heel raar
aan 't droomen.
Ik hoorde opeens een vreeselijk
geschreeuw,
En daar stond voor mij de Artls-
leeuw.
En op zijn rug zat een sneeuwwit lam
Dat zeker maar pas van de moeder
kwam.
Het lammetje "hield zich heel stevig
vast.
Aan blauw zijden linten met gouden
kwast.
Om zijn hals klingelde een klokje
heel fijn,
Dat zat aan een lintje van licht
blauw satijn.
En als het lammetje riep: hop, hop,
Dan liep er de leeuw ln blijden galop.
Maar toen hij stond vlak voor mija
bed.
Toen heb Ik een keel toch opgezet,
Dat moeder van beneden naar
boven vloog
En bezorgd zich over mij henen boo®
„O moeder, lk lag zoo naar te
droomen
Van een leeuw, die naar mij toe wou
komen.
En een lammetje zat zoo maar op,
zijn rug.
O moeder, zij komen tot niet meet»
terug?"
„Wel jongen, Je droomde van de
Artls-preO
Maar leeuwen komen heusch nooit»
bij Je bed.
En een leeuw en een lam hoorert
niet bij elkaar,
En dan saam uit rijden? Nee Jongen,
dat 's raar*'
Heel zachtjes heeft moeder me toep
nog gekust,
Nu was lk niet bang meer en sliep
gauw gerust.