BRIEVENBUS Aan Allen! NA '1 SCHOOLREISJE. Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG —ZEEMAN, Marnixstraat 20. ZONNEROOSJE. 'k Vond het echt prettig weer eens wat van jou te hooren. Op welke Bewaar-chool ben je? Wil je ook bewaarschool-on derwijzeres worden? Knap van Je, dat je ook al je jurken kunt naaien. Je wedstrijdwerk kwam prachtig op tijd. ALPENVIOOLTJE. Wat heb ik van jou ook in langen tijd niets ge hoord. Ik wist niet, dat je zoo'n moeilijken tijd hebt gehad. Hoe gaat 't nu met zusje? Wat zal moeder veel slapelooze nachten hebben doorge maakt. Schrijf je me nu de volgende week nog eens, of de dokter tevre den is? Ik hoop't zoo voor jullie allen. MARIE S Er ls al een Theeroos je. Eigenlijk is ze Oud-Rubriekertje, maar ik zou haar naam toch niet graag weg willen geven Zoo af en toe zul je haar naam toch wel eens lezen in de Brievenbus. Wil Je nu een anderen naam zoeken? IRIS. Houd dezen naam maar. Ik geloof wel, dat Je heel goed begre pen hebt, wat de onderwijzer bij 't afscheid tegen Jullie zei. Zoo is 't ook kind: de knapsten in de sohoolban- ken zijn niet altijd de knapsten in onze maatschappij. Laat dit een troost voor je zijn nu Je 't laatste schooljaar nog eens over zult doen. Ik weet. dat je een paar flinke han den aan 't lijf hebt en dat ls al van heel groote waarde om ln 't leven te Slagen. BEPPIE. Je mag meedoen en Bloeder mag je een handje helpen. MARINIER. Die zus van jou gaat maar verre reizen maken. Ze zal heel wat kunnen vertellen, als ze terug komt. Ik denk, dat ze wel een ansichtkaart naar huis zal stu ken. VOGELKOOPSTERTJE. Jullie waren zeker wel heel blij met het bericht uit Engeland. Heb je den naam van 't schip nog ln de scheeps berichten kunnen vinden? Je mag me best tante noemen, als je dat graag wilt. BALLEN BREISTERTJE. Daar leer Je al weer van. als moeder de fouten verbetert. Is de gymnastiek- onderwijzer weer terug gekomen? Was hij weer geheel hersteld? Fijn dat jullie ringen thuis hebben. Ik kan me voorstellen, dat je er alle dagen aan hangt. En wat leuk. dat er zooveel Jonge eendjes in Jullie sloot zwemmen, Als Je ze geregeld voert, zullen ze Je wel kennen. Wan neer ik met 't nazien klaar kom, zet lk den uitslag ln deze Rubriek. PRIMULA. Zwem je nog alle dagen? Zou Je ln dezen zomer je proef nog halen? Rugzwemmen valt niet mee, hè? Altijd maar weer oefe nen. Heb je nog vaeantleplannen? 7 weker, is een heele tijd. Dat is maar een heerlijk schoolreisje geweest DE KLEINE VIOLIST. 't Heeft hier ook wel gehageld op 22 Juni, maar toch niet zoo erg als bij jullie. Ging je hartje een beetje van rikke- tikke-tik? Ik kan 't me best begrij pen hoor. Je moest zoo'n ijsbal kun nen bewaren, hè? Zijn alle ruitjes weer hersteld? 'k Ileb het wedstrijd - werk nog niet nagezien, maar 'k zal er gauw aan beginnen. Misschien lees Je deze week den uitslag nog. KORSTJESKNAGER. Ben Je Woensdag ondanks den regen toch nog naar Zandvoort geweest? Om te zwemmen zal 't wel fijn zijn geweest Je moot deze maand toch vast Je zwemdiploma halen. Hoe gaat 't op school? Je gaat toch over? GRAAF LODEWIJK. Er stond een stelletje raadsels op Jullie vel pa pier. waar geen naam onder stond. BLOEMEN FEE. Wat zal jij naar 2 Augustus verlangen. Hoe gaat 't nu met de gezondheid? Wat zal je tante blij zijn geweest, dat ze door *t exa men was. Je brief wordt van uit Haarlem s Dagblad me altijd wel toegezonden. Dat heeft moeder goed geraden. KONINGIN LENTE. Ja. ik kan wel weer wat raadsels gebruiken. De Jouwe waren goed, maar er waren er enkele bij. die al ln de Rubriek heb ben gestaan. Ik zal 't zaakje wel uit zoeken. W. v. d. L. Prettig voor je. dat je van de Ernst Sillem-Hoeve al vast een welkomstgroet hebt ontvangen. Wat was dat een aardige kaart van JUrk. Wel bedankt- Ik dacht niet, dat 't daar nog zoo levendig wa3. PAPAVERTJE. je raadsel is goed. NEVADA en UITLOOPER. Is Ne vada nu door den moeilijksten tijd heen op school? Wat zal dat taal schrift van Uitlooper er keurig uit zien. Staat onder ieder lesje een cij fer? Heb je 't heele boekje al uitge lezen van Ot cn Sien? W. L. Nu moet er zeker nog flink gerepeteerd worden voor de uitvoering? De patiënten zullen jullie zeker met vreugd verwachten, 't Is zoo'n heerlijke afwisselin ln 't ge stichtsleven. Wat heb je genoten hè in 't Concertgebouw. Je dacht zeker: zoo moesten wij 't ook kunnen, 't Is vanzelf sprekend, dat er nu weinig lezertjes zijn. 't Mooie zomerweer roept ons allen naar buiten. DE KLEINE ZEEMAN. Jij bent geloof ik een vlugge lezer, ls 't niet zoo? Mocht je de boeken van Zwart - kijkertje ook lezen? Die dubbele nummers 3 was per ongeluk. Je raadsels zijn goed. ZWARTKIJKERTJE. Wat zingt dat hondje op je postpapier ook dapper mee. Ik denk toch wel, dat 't hondenmuziek ls. Schrijf je op dit leuke postpapier ook wel eens een brief aan grootmoeder? EPENAARTJE. Je vindt het ze ker wel prettig, dat je nog een jaar tje op school blijft, 't Badpak is Zondag zeker wel aan geweest. Ik denk, dat heel wat Rubrlekertjes dezen zomer zwemmen zullen leeren. KERSTROOSJE. Als ik tijd en plaats over heb, zal ik 't wedstrijd- werk nazien en nog in deze Rubriek den uitslag plaatsen. Hoe gaat 't met de zwemkunst? Zijn jullie met de klaas nog naar Beverwijk en Wijk aan Zee geweest? In Wijk aan Zee is 't nu ook fijn RANGEERDERTJE - 't Deed me ge noegen weer eens wat van Je te hoo ren. En ik was dubbel blij, dat je me zulke goede berichten aangaande vader kon melden. Ik kan me voor stellen. dat 't een reuze-feest was, toen vader weer uit 't Ziekenhuis thuis kwam. Wat zullen die doperw tjes extra lekker gesmaakt hebben. Mijn patient is gelukkig ook weer hersteld. Ik bedank moeder voor de belangstelling. DE WOUDLOOPER. 't Doet me genoegen, dat het boek zoo naar je zin is. Jij hebt al heel wat mooie boeken gewonnen, hè. Wat heb je met de klas een reuze-fijn school reisje gemaakt. Ben Je boven op den Jullana-toren geweest? Wat zag je er komiek uit hè, toen je door den tooverspiegel keek Hoe laat waren Jullie 's avonds thuis? GOUDELSJE. 'k Hoop, dat 't Zondag echt weer voor Zandvoort zal zijn. Dan kan 't een gezellig dag je voor je allen worden. Wat ga je een heerlijke groote vacantie tege moet. Misschien wil moeder Onze Jeugd wel naar de grootouders op zenden. GOUDSBLOEM. Je hebt wel mee mogen loten, maar behoorde niet tot de gelukkige winners. Je vindt het 's zomers zeker heerlijk om naar je tante in den Haarlemmer meer te gaan. Heeft ze veel kippen? Mag je ook wel eens ln den winkel helpen? Hoe oud is Inge? ALBA. Ben je nog met de klas naar IJmuiden geweest? En heb je veel plezier gehad? Wat grappig, dat kleine zus die tuin-parasol voor een lampekap aanzag Gaat ze naar de Bewaarschool? JUFFERTJE SCHRIJFGRAAG. Zijn de repetities nu afgeloopen? Heb je goeden moed voor je rapport Naar welke Huishoudschool ga Je straks? Ik denk, dat je dan ook nog wel huiswerk moet maken, 't Doet me genoegen dat Je Knipperdolle tje een mooi verhaal vindt. De boe ken die je nu uit de Bibliotheek hebt. ken ik niet. Ja. Pietje Bell is me bekend. Zijn guitenstreken loo- pen soms de spuigaten uit. ZINNIA. Ben Je in Je nopjes met Je raadselprijs? Waar gaan jul lie naar toe? Krijg lk de volgende week een brief, die veel netter ge schreven is. Ik kon nu wel zien, dat Je groote haast had. MOEDERS GROOTSTE HULP. Hoe gaat 't nu met vader? Ik kan me in denken. dat de lust tot schrijven Je in deze moeilijke dagen ontbrak. In welk rustoord is vader nu? Ik ben blij voor je, dat je met de klas naar Loevestein gaat. Dat zal wel een fijn bootreisje worden. Is broer vandaag naar Zandvoort geweest? Vervelend, dat Je onderwijzer zich ook niet good voelt. POPPENKIND. En jij bent zoo heerlijk mot de klas naar Zandvoort geweest? Fijn hoor. Alle kinderen mochten zeker pootje baden. Dat spelen met den bal ging ook natuur lijk blootsvoets. De dag was natuur lijk veel te gauw voorbij. DROOMKONINKJE. Vader is nu wel in een prachtige, gezonde om geving. je vond 't zeker heerlijk om er met moeder en de ooms naar toe te mogen fietsen. En wat zal va der ook blij zijn geweest met 't be zoek. Hoe is 't nu met Pop? Wat heb ben die hagelsteenen bij jullie huis gehouden. Hob je daar niet van ge droomd? CROCUS. Je hebt een weldaad aan dien salamander bewezen om hem maar weer in de sloot te gooien Als men ons met die warme dagen in een klein hokje zette, zouden we ook niet tierig zijn. Geloof je wel? Is moeder klaar gekomen met de STUURMAN DRIE. Vader mag je best met 't oplossen der raadsels helpen. Wil je er voortaan om den ken, dat er onder je wedstrijdwerk altijd Je leeftijd moet staan? Wan neer krijg je op school vacantie? MEVR. E. V. G. 't Is niet zoo gemakkelijk om uw vraag recht streeks te beantwoorden. Ik raad U sterk aan eens met den klasse-on derwijzer van G. te praten. Hij ziet alle dagen haar werk en haar vorde ringen. Een voorname factor is zeker liefde voor kinderen. Maar er is toch nog meer noodig. Wilt U er eens over komen praten, dan met genoegen, 's Woensdagsmiddags kunt U mij al tijd thuis treffen. TROMP. Zoo Jongen, jij hebt dus de eerste sport op den maat- schappelijken ladder gezet. Als 't werk je goed bevalt, zul je zeker flink opschieten. Ik kan me best begrij pen, dat de dood van je Louwen hond een groot verlies voor Je ls ge weest. Een hond kan zoo'n groote vriend van ons zijn. Ik kan me ook begrijpen, dat je vooreerst geen an deren hond wilt hebben. VERGEET MIJ NIETJE. 'k Ben blij, dat Je me niet vergeten hebt. Dat doet een vergeet mij nietje ook niet, Met de mooie zomerdagen is er zoker ook niet veel aan 't groote handwerk gedaan. Wanneer moet 't af zijn? SNEEUWKLOKJE. 't Was toch wel prettig, dat JU alle dagen met de logée mocht wandelen, 'k Ben blij, dat je ook met de klas mee bent ge weest naar Schiphol. Dat was wel een vermoeiend dagje voor je. is er geen slechte dag op gevolgd? ALPENVIOOLTJE. Hoe heet Jullie club? Komen Jullie van den zomer ook bij elkaar? Of gaan jul lie dan samen naar buiten? Hoe ls 't met Je herbarium? 't Is nu de tijd om het te vullen. MARTHA. Er zijn al heel wat bloemennamen. Maar misschien is er nog wel een enkele te vinden, b.v. fuchsia, resera, geranium, roos, tu'.p, hyacinth. Zoek maar uit. Wie zoekt die vindt. DE OUDE BOUWMEESTER. Ja 'k herinner me je nog wel. Ben je nu in Je laatste jaar van de Ambachts school? En zoek je dan een baas? Moeder zal wel in haar schik zijn met al die degelijke artikeltjes, 't Is maar gemakkelijk, dat je al zoo flink kunt timmeren. OLGA. Je vroegeren schuilnaam heb ik nog maar kort weggegeven. Ik dacht, dat je je nu te groot voel de om mee te blijven doen. 'k Ben heusch heel blij, dat 't toch eigenlijk niet zoo is. En 't deed me ook genoe gen te hooren. dat 't Je op de H. B. S. goed bevalt. Ik zal eens goed in de krant kijken, of lk je naam ook tegenkom. KLEINE APPIE. Laat moeder je dit briefje maar voorlezen. Ik was wat blij met die mooie drukletter tjes. Doe maar goed je best op school dan mag je gauw Rubriekertje wor den. W. BLOMBERG—ZEEMAN Marnixstraat 20 Knipperdolletje. door W. B.—Z. 9) „Nu moeten we gaan," zei Gljsje. ,Als de Jongejuffrouw zin heeft nog wat hier te blijven, dan is 't mij best," zei vrouw Veris. Ze had wel gemerkt 'dat Mies nog niet aap naar huis gaan dacht. ,,'t Zal best mogen van Oma," be weerde Mies tegen Gijs. „O. best 'k Ben met koffiedrinken wel thuis. Jullie moeten Immers toch de kamer doen." „Vooruit dan maar. 'k Hoop, dat je grootmoeder 't goed zal vinden," zei Gijsje, terwijl ze met haar lee- ge kleerbakje het erf afliep. „Wil je ook een pannekoek?" vroeg de boerin nu aan Mies. „Graag." Mies liep net zoo vlug als Knipper dolletje achter vrouw Veris aan. Op de deel stond een fornuis en een dikke blozende boerenmeid was aan 't bakken. „Dat 's onze Trine," stelde de boe rin aan Mies voor. Trines oogen lachten. Eerst zei ze alleen maar: „Gedag-". Al spoedig werd ze vrijmoediger en vroeg: „Van wie ben jij d'r een?" „Ik ben een kleindochter van Me vrouw Willes-" „Mevrouw Willes? Die woont hleij toch niet op 't dorp?" „Hoe heb 'k het nou met je? Je kent de mevrouw van de Schelf toch wel?" vroeg vrouw Veris. „Of ik de mevrouw van de Schelf ken. Die heeft onze Aart verbonden." „Dat is mijn grootmoeder. Wat scheelt jullie Aart?" Terwijl Trine de eene pannekoek na de andere bakte, vertelde ze hoe broer Aart vlak bij de Schelf door een auto van de fiets was geworpen en toen was de mevrouw van de Schelf gekomen en had zelf meegeholpen om Aart in huis te brengen, 't Leek eerst wel, of hij bewusteloos was. maar Je grootmoeder bracht hem gauw bij. Hij kreeg een lap om zijn been om zijn hoofd en om zijn arm. Toen de dokter kwam, zei hij zelf? „Ik kon 't niet beter doen." De dok ter heeft hem toen in zijn eigen auto naar huls gebracht. Mijn moeder had 't al van de buren gehoord, maar ze schrok toch erg, toen ze Aart zag. 't Leek net een lappenpop. De dok ter stelde moeder gauw gerust en zei: Er ls niets gebroken of kapot. Hier en daar zijn wat ontvellingen, maar een goede verpleegster heeft 't alles zoo prachtig verzorgd, dat hij met een paar dagen wel weer klaar zal zijn." „Oma is ook verpleegster geweest," vertelde Mies. „Dat kunnen de menschen hier wel merken," vervolgde vrouw Veris. „Ze heeft al heel wat wonden ver bonden." Mies dacht erover, hoe weinig grootmoeder daar toch over sprak. „Je grootmoeder is een bijzonder mensch," zei vrouw VerLs op emsti- gen toon. En toen Mies haar aan zag dacht ze: .,Wat spiegelen die oogen weer mooi. En ik weet. dat oma vrouw Veris ook een bijzonder mensch vindt." „Jeeg, jeeg," riep nu een stem achter de deeldeur. „Kom er maar in," riep de boerin. Daar stond Knipperdolletje. Zijn potje, waarin de zeepsop geweest was, was leeg. „Wou je nog meer blazen, Knip perdolletje?" vroeg Mies „Kipperdolletje." stootte hij uit en er kwam een blijde glans over zijn dom gezicht. „Waar komt hij eigenlijk van daan?" vroeg Mies zacht aan de boerin, die al bezig was nieuw zeep sop te maken. „'k Zal 't Je zoo dadelijk vertellen." Maarten kreeg nog een pannekoek mee en al maar knikkend van blijd schap hield hij ln de andere hand zijn zecpsoppot." „Knappe jongen, hij heeft niet ge morst," prees zijn pleegmoeder hem, die ongemerkt achter hem had ge- loopen. „Nu eet JIJ een lekkere pannekoek op, dan zal lk je vertellen, wat lk van Knipperdolletje weet Trine was klaar met bakken. De beslagpot was leeg. De vrouw nam een bord pannekoeken mee en ging met Mies naar de woonkamer. Mies keek haar oogen uit, zoo gezellig, als 't er hier uitzag. „U hoort ln deze kamer." zei Mies. En ze lachten allebei. Mies voelde zich steeds vroolijker worden, als ze ln de lachende oogen van vrouw Ve ris keek. Uit de pronkkast werd een gebloemd bord gehaald. Hier kreeg Mies haar pannekoek op. (Wordt vervolgdl. BIJVOEGSEL' VRIJDAG Een rubriekertje schrijft mij: 't ruikt zoo heerlijk ln onzen tuin. We denken, dat 't van den vlier komt, maar 't kan ook van de lii\de zijn." Ik zou zeggen: 't kan van allebei komen. Vlier- en lindebloesem geven een heerlijken zoeten geur. De geur van lindebloesem is nog heerlijker dan die van vlier. Laatst hoorde lk iemand zeggen„Iedereen heeft .wel vlier zien bloeien, maar lindebloe sem zag ik nooit." Hoe ls 't mogelijk he? Lindeboomen zijn toch heusch niet zeldzaam. Over 't algemeen ziet men ze wel meer in de dorpen dan in de steden, maar voor een Haar- lemsch kind, dat zooveel mooie bui tenwegen kent, mag de lindeboom geen vreemdeling zijn. 't Is een echte laanboom, die Je ln de bosschen nu niet zoozeer aan treft. Karei de Groote gaf reeds last om lindeboomen aan te planten op plei nen, markten en langs wegen. Van daar. dat er op dorpspleinen nog zoo vaak lindeboomen staan. Volgens een oud volksgeloof beschermt de linde ook tegen den bliksem. Linde boomen kunnen eeuwen oud worden. Vooral de zomerlinde of grootblad- linde trotseert de eeuwen. De win- terllnde of klelnblaclllnde wordt niet zoo oud. Op de boerderijen tref je nog wel zoo'n ouden verweerden lindeboom aan. die verscheidene geslachten heeft zien gaan en komen. Wat een vogels hebben al genesteld ln zijn takken. Het hoort er zoo bijdat de boer en zijn gezin de mooie zomeravonden gaan kort-avonden onder de linde. Vooral, als ze bloeit 1s 't een genot. De goudgele bloemtrosjes hangen daar zoo bescheiden tusschen 't dich te bladerdak. Als Je ln de gelegen heid bent zoo'n trosje eens van na derbij te kunnen beschouwen, doe het dan toch vooral. De 5 kelkblaas- jes zijn zoo fijn doorschijnend wit, dat 't geel van de kroonblaadjes er doorheen schijnt. In 't midden van de kroonblaadjes wuiven als gouden veertjes de meeldraden en helmdra den. Als de wind heel zachtjes rulscht stuiven ze gouden poeder naar beneden. En ze geuren, geuren dag en nacht. Geen wonder, dat bij en vlinder er op afkomt en meehelpt om de bestuiving tot stand te bren gen. Helaas komen ook de bladluizen en doen zich tegoed aan 't sappige groen. De honing, die uit Unde-nectar be reid wordt, ls buitengewoon geurig en fijn van smaak. De linde ls nog tot veel meer nut. Wie aan houtsnij werk doet, weet wel, hoe bruikbaar lindenhout ls. 't Is goedkoop, van daar dat er kisten, lucifers, klompen Ja ook wel meubels van gemaakt worden. De vezels van de bast dienen voor matten, bindmaterlaal, vlecht werk. Bladeren en bloesems zijn. af getrokken, een geneesmiddel, dat bij drogisten verkocht wordt tegen kou vatten. Ook voor veevoeder wordt 't wel gebruikt en ik heb zelfs gehoord, dat er een heel smakelijke likeur uit bereid kan worden. W. B.—Z. door W. B.—Z. We zijn glstren uitgeweest van school Wat hadden we toch een reuze jool, We gingen te zaam naar den Dierentuin, De volgende weeg gaan we weer naar duin. We waren dan ln Artls gekomen En leder had wat meegenomen. Do papegaaien kregen een nootje Ze gaven Je dadelijk een pootje. Eén riep er: Goeien middag saam! En een ander zei: Lorre Lorre (dat was zeker zijn naam) Bij de apen was toch zoo'n vertier. Die hadden tezamen reuze plezier. Ze speelden krijgertje op de takken, Een kreeg zoowaar mijn muts te pakken, Gelukkig smeet hij hom weer neer. Ik paste wel op voor een volgenden keer. Bij de wilde dieren was 't benauwd. Die leeuwen hadden 't vast niet koud Die oude leeuw was wel heel mooi Maar voor geen geld kwam lk ln die kool. Wat leken die tanden me sterk en groot, Eén hap en Je bent vast morsdood. De beren lagen stil te slapen En de Ijsbeer deed maar niets dan gapen. 't Was ook zoo warm dien dag geweets Een dier uit 't Noorden lijdt dan 't meest. Voor wij naar huis toe zouden gaan, Gingen wij nog ln 't Aquarium aan. 't Leek daar wel een sprookjesland Zoo mooi was 't daar aan alle kant. Eindelijk gingen we huiswaarts toe, Ik moet bekennen: ik was wel moe. Ik ben 's avonds vroeg naar bed toe gegaan. Ik kon van moeheid haast niet meer staan. Ik ben zeker gauw in slaap gekomen. Maar toen, toen ging ik heel raar aan 't droomen. Ik hoorde opeens een vreeselijk geschreeuw, En daar stond voor mij de Artls- leeuw. En op zijn rug zat een sneeuwwit lam Dat zeker maar pas van de moeder kwam. Het lammetje "hield zich heel stevig vast. Aan blauw zijden linten met gouden kwast. Om zijn hals klingelde een klokje heel fijn, Dat zat aan een lintje van licht blauw satijn. En als het lammetje riep: hop, hop, Dan liep er de leeuw ln blijden galop. Maar toen hij stond vlak voor mija bed. Toen heb Ik een keel toch opgezet, Dat moeder van beneden naar boven vloog En bezorgd zich over mij henen boo® „O moeder, lk lag zoo naar te droomen Van een leeuw, die naar mij toe wou komen. En een lammetje zat zoo maar op, zijn rug. O moeder, zij komen tot niet meet» terug?" „Wel jongen, Je droomde van de Artls-preO Maar leeuwen komen heusch nooit» bij Je bed. En een leeuw en een lam hoorert niet bij elkaar, En dan saam uit rijden? Nee Jongen, dat 's raar*' Heel zachtjes heeft moeder me toep nog gekust, Nu was lk niet bang meer en sliep gauw gerust.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 15